Lagen

OPDRACHTKAART
Thema: Prepress
InDesign 9
PP-01-09-01
Lagen
Voorkennis:
De vorige praktijkopdrachten afgerond.
Intro:
Je hebt al bij Photoshop al gemerkt dat je stukken tekst en illustraties op elkaar kunt plaatsen. Dit is heel handig,
maar het kan ook lastig zijn Bijvoorbeeld als je meerdere teksten en illustraties over elkaar hebt geplaatst. Je kunt
dan niet meer goed overal bij. Daarom kun je in InDesign verschillende lagen instellen.
Alle lagen die je maakt in InDesign liggen op elkaar en zijn transparant. Je zou het kunnen zien als een stapel films
die op elkaar liggen. Je kunt iets aan een laag toevoegen, veranderen of verwijderen, je kunt de laagvolgorde
wijzigen en je kunt lagen onzichtbaar maken. Als je bijvoorbeeld een laag met tekst hebt en een laag met
illustraties, dan kun je gemakkelijk aan de tekst werken zonder dat er iets aan de illustraties in de andere laag
verandert. Elke laag krijgt een kleur toegewezen door het programma. Hieraan kun je herkennen in welke laag je
bezig bent.
Doelen:
Als je deze opdracht hebt uitgevoerd, kun je:
– lagen aanmaken
– lagen zichtbaar of onzichtbaar maken
– lagen vergrendelen
– elementen van de ene naar de andere laag brengen
Activiteiten:
1. Maak praktijkopdracht 9: Lagen
2. Maak de Toets.
3. Vul de Checklist in.
Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren.
Beoordeling:
– Is de opdracht gemaakt zoals het model en is het op de juiste manier opgeslagen (zie checklist)?
– Zijn de vragen volledig en juist gemaakt?
PRAKTIJKOPDRACHT
Thema: Prepress
InDesign 9
PP-01-09-02
Lagen
Je bewerkt lagen in het palet Lagen. Je kunt het palet lagen vinden in de Menubalk, onder Venster, Lagen.
Wat heb je nodig:
– computer
– printer
– floppydisk/zip
– illustraties ’ill9.eps’, ’ill9a.tif ’, ’ill9b.eps’, ’ill9c.eps’
Wat ga je doen:
– De opdracht stap voor stap uitvoeren:
– Start de computer op en log in.
– Kopieer de illustraties ’ill9.eps’, ’ill9a.tif ’, ’ill9b.eps’ en ’ill9c.eps’ naar jouw map en plaats deze in de map
illustratiedocumenten.
– Start het opmaakprogramma Adobe InDesign op. Open een nieuw document.
In het dialoogvenster dat verschijnt vul je in:
– Pagina’s naast elkaar uit.
– Stramientekstkader uit.
– Paginaformaat A4, Boven 0 mm, Links 0 mm, Onder 0 mm, Rechts 0 mm.
Klik op OK.
– Ga naar de Menubalk, Venster en kijk of het palet Lagen geactiveerd is. Zo niet, zet het palet aan.
– Klik op het kleine driehoekje rechtsboven in het palet. Dit zijn de opties van het palet lagen.
– Kies in het venster dat nu verschijnt ’nieuwe laag’.
– Noem de laag ‘illustratie’.
– Maak nog twee lagen aan.
– Noem de derde laag ballon en de vierde laag tekst.
– Selecteer laag 1 door de laag in het palet aan te klikken. Ga naar de opties van het palet lagen. Kies ’Laagopties
voor laag 1’.
– Geef Laag 1 de naam ’achtergrond’.
PRAKTIJKOPDRACHT
Thema: Prepress
InDesign 9
PP-01-09-03
TIP: Als je een laag hebt geselecteerd, verschijnt er in het palet lagen een pennetje in de laag. Dit betekent dat alles
wat je nu op de pagina zet in die laag komt.
– Selecteer de laag ’achtergrond’. Teken een illustratiekader, zo groot als de bladspiegel.
– Plaats het bestand ’ill9.eps’ in het illustratiekader.
– Selecteer de laag ’tekst’.
– Teken linksboven een illustratiekader van 148 mm x 210 mm.
– Selecteer het illustratiekader.
TIP: Als je nu naar het palet lagen kijkt, zie je naast het pennetje een gekleurd balletje. Dit balletje is het object dat
je in de laag hebt geselecteerd.
Je kunt een object in een andere laag zetten door het balletje naar een andere laag te slepen.
– Zet het illustratiekader uit de laag ’tekst’ in de laag ’illustratie’ met behulp van het palet lagen.
– Plaats het bestand ’ill9a.tif in het illustratiekader’
–
–
–
–
■
■
■
Teken in de laag ’ballon’ een illustratiekader van 65 mm x 30 mm.
Plaats het kader op X: 133mm, Y: 110 mm.
Plaats het bestand ’ill9b.eps in het illustratiekader’.
Pas de illustratie aan het kader aan.
PRAKTIJKOPDRACHT
Thema: Prepress
InDesign 9
–
–
–
–
PP-01-09-04
Teken in de laag ’ballon’ nog een illustratiekader van 35 mm x 40 mm.
Plaats het kader op X: 72 mm, Y: 40 mm.
Plaats het bestand ’ill9c.eps in het illustratiekader’.
Pas de illustratie aan het kader aan.
– Ga naar het palet lagen.
– Klik bij de laag ’ballon’ op het vakje dat naast het oog staat Je hebt de laag nu vergrendeld. Als je nogmaals op
dat vakje klikt, ontgrendel je de laag weer.
TIP: Door op het oog in het palet Lagen te klikken, maak je een laag zichtbaar of onzichtbaar.
–
–
–
–
–
Selecteer de laag ’tekst’.
Maak een tekstkader van 70 mm x 40 mm.
Typ in het tekstkader: Hi Superman! Geef na ’Hi’ een enter als je typt.
Zet de tekst in de Helvetica, corps 28, gecentreerd.
Zet het tekstkader op X: 35 mm, Y: 46 mm.
–
–
–
–
Teken nog een tekstkader van 70 mm x 40 mm.
Typ in het tekstkader: Hi Supergirl! Geef na ’Hi’ een enter als je typt.
Zet de tekst in de Helvetica, corps 26, gecentreerd.
Zet het tekstkader op X: 141 mm, Y: 113 mm.
– Zet de illustratie uit de laag ’illustratie’ op X: 31 mm, Y: 43.5 mm.
– Controleer je werk op fouten aan de hand van het model en verbeter deze.
– Typ je naam en klas onder de opdracht.
– Print de opdracht.
– Bewaar de opdracht onder de naam: InDesign opdracht 9 (eigen initialen).
Theorie:
– Maak de vragen van opdracht 9.
– Typ de antwoorden op de computer.
– Print de antwoorden.
– Controleer je antwoorden.
Inleveren:
– Een uitdraai van de opdracht.
– De uitwerking van de vragen.
MODEL
InDesign 9
Thema: Prepress
PP-01-09-05
Toets
InDesign 9
1. Noem 4 opties die je kunt uitvoeren met het palet Lagen.
Thema: Prepress
PP-01-09-06
Checklist
Thema: Prepress
InDesign 9
PP-01-09-07
Leerling
Docent
Zijn de juiste gegevens ingevoerd in het programma?
O
O
Zijn de maten juist?
O
O
Zijn de bestanden juist geplaatst?
O
O
Zijn de zetinstructies juist toegepast?
O
O
Is de proefprint gemaakt en gecontroleerd?
O
O
Zijn de vragen gemaakt en gecontroleerd?
O
O