Hans de Boer, nieuwe voorzitter VNO-NCW Hij is terug op het oude nest. Elf jaar geleden nam hij afscheid van MKB-Nederland, en deze zomer keert hij terug op de Malietoren. Hans de Boer is vanaf 1 juli de nieuwe voorzitter van VNO-NCW. Hij volgt Bernard Wientjes op en weet heel goed wat hij wil. ‘Ik wil het ondernemerschap in de samenleving bevorderen.’ Maar liefst elf jaar geleden nam hij afscheid van MKB-Nederland, maar tot op de dag van vandaag wordt hij gezien als dé mkb-man van ons land. Lastig? ‘Welnee joh, ik vind het juist leuk. En eervol. Vergeet niet dat mkb’ers de ridders van het kleinkapitaal zijn. Ze zijn simpelweg onmisbaar voor onze economie en samenleving.’ ‘Een mens heeft armslag nodig’ Charmeur De Boer blijkt een makkelijke prater. En een charmeur. Toen hij in 2003 wegging bij MKB-Nederland heeft hij naar eigen zeggen ‘best een paar leuke aanbiedingen’ gehad om directievoorzitter te worden van een groot bedrijf. Hij wil geen namen noemen, maar noemt de aanbiedingen ‘wel aanlokkelijk’. ‘Ik hechtte toen erg aan mijn vrijheid en heb altijd gekozen voor een vrij bestaan. Ik wil graag mijn eigen ding doen en alleen maar met leuke mensen werken. Vind je dat geen leuke kop?’ Na een vette lach volgt een dikke knipoog. Dan weer serieus: ‘Weet je, het loopt zoals het loopt. Achteraf heb ik wel eens gedacht dat ik het had moeten doen, ergens directievoorzitter worden. Ik ben nu nog commissaris of voorzitter van de RvC bij een aantal bedrijven, waaronder Siemens. Dat vind ik een geweldig bedrijf. Als directievoorzitter kun je hét verschil maken voor een grote groep mensen. Mooi werk, maar aan de andere kant heb ik geen spijt van mijn keuzes. Ik ben in 2006 en 2007 voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid geweest en dat was de leukste baan die ik heb gehad. Tot nu toe dan, hè.’ Een brede lach volgt. De Boer geldt als een ondernemer pur sang. Economie en ondernemerschap lopen als een rode draad door zijn carrière en hij noemt het ‘fascinerende onderwerpen’. ‘Wat voor verzekeringen en verzekeraars geldt, geldt wat mij betreft ook voor de economie: we moeten de basisboodschap opnieuw neerzetten. Afstoffen noem ik dat. Volgens Marx is de onderbouw bepalend voor de bovenbouw. Oftewel, wat in het materiële en economische gebeurt, is bepalend voor onze cultuur, de politiek en onze manier van samenleven. Als je een baan hebt en financieel rondkomt, kun je ook naar het theater, naar de bios of lekker uit eten. Als je dat niet kan, word je narrig en onrustig, of ronduit agressief. De economie is geen doel op zich, maar een middel voor een goed leven. Daarom is werk ook zo ongelooflijk belangrijk.’ In een essay, dat De Boer vorig jaar schreef onder de noemer MARKT in plaats van MARX, hekelt hij niet alleen de regeldrift in Den Haag, maar uit hij ook de angst dat de relatie tussen overheid en bedrijfsleven wordt verziekt. Dat partijen elkaar niet meer vertrouwen, terwijl ze elkaar juist zo hard nodig hebben. ‘En dan heb ik het niet alleen over het mkb, maar ook over de grote namen in het bedrijfsleven. Uit wantrouwen geboren regel 26 VERZEKERD! nummer 1, maart 2014 fotografie: ivar pel Economie als basis PORTRET De Boer kan goed een geheim bewaren. Dit interview vond plaats voor zijn benoeming als voorzitter van VNO-NCW, maar daar liet hij niets over los. Het interview was bedoeld om een portret van hem te maken als lid van het Strategisch Adviescollege van het Verbond van Verzekeraars. nummer 1, maart 2014 VERZEKERD! 27 ‘ Curaçao heeft mijn hart veroverd ➤ zucht beheerst het beeld, met als resultaat een verstikkende bureaucratie die het ondernemerschap inperkt. En dat gaat ten koste van groei, vernieuwing en banen. De kracht van individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en ruimte voor armslag moeten centraal staan als je van Nederland het meest welvarende land ter wereld wilt maken.’ Taskforce Eén en één is twee, dus is de conclusie snel gerechtvaardigd: als Den Haag het bedrijfsleven niet snapt, moet het bedrijfsleven misschien wel naar Den Haag. De vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord: wellicht had De Boer beter de politiek in kunnen gaan? Hij lacht. ‘Ooit, na mijn mkb-tijd, ben ik gevraagd voor een ministerspost in de regering met de LPF. Dat wilde ik toen niet en daarom heb ik nee gezegd.’ Maar, zo benadrukt hij, die nee van toen wil niet zeggen dat hij zich niet meer mengt in politieke discussies. Zoals laatst in de discussie rondom het Polen-meldpunt van de PVV. De Boer noemde dat initiatief ronduit “beschamend”. ‘Ik woon in de Bollenstreek, in Noordwijk, en zie de Polen het werk doen waar geen Nederlanders voor te porren zijn. Die mensen werken hard, heel hard, en dan ga je ze niet verdacht maken. Punt.’ Personalia Hans de Boer (1955) studeerde Economie (Econometrie en Openbare Financiën) aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Na zijn studie trad hij in dienst bij het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven. Daarna werd hij gevraagd om als beleidsadviseur van de regering naar de Nederlandse Antillen te verhuizen. In 1986 richtte De Boer het Bureau voor Economische Argumentatie op, dat hij in 1994 verkocht aan KPMG. In 1997 kreeg hij landelijke bekendheid toen hij voorzitter werd van MKB-Nederland. Een van zijn huidige nevenactiviteiten is het lidmaatschap van het Strategisch Adviescollege van het Verbond. De Boer is getrouwd en heeft een dochter en een zoon. Als De Boer iets wil, dan doet hij dat. En als hij iets vindt, dan zegt hij dat. Daar kunnen verzekeraars over meepraten. Sinds de oprichting begin 2012 maakt hij deel uit van het Strategisch Adviescollege van het Verbond, dat verzekeraars gevraagd en ongevraagd van advies en repliek dient. ‘Wij merken in het adviescollege dat verzekeraars een stuk voorzichtiger zijn geworden en dat vind ik jammer. Een ondernemer moet ondernemen. In het kader van de woekerpolissen heb ik wel eens geroepen dat verzekeraars niet zo masochistisch moeten zijn en niet alleen maar moeten terugblikken. Verzekeraars hebben een toegevoegde waarde. Voor de burger en voor de maatschappij. Dat moeten ze laten zien. De basis van verzekeren, “wij kunnen onzekerheid weghalen”, moet weer terugkeren.’ De bedrijfstak probeert dat nu met de massamediale campagne Fijn dat we verzekerd zijn, die begin dit jaar van start is gegaan, maar De Boer vraagt zich hardop af of het genoeg is. ‘Veel mensen hebben opvattingen zonder dat ze weten waar ze het echt over hebben. Beeldvorming lijkt vaak belangrijker dan de feiten. On- 28 VERZEKERD! nummer 1, maart 2014 langs zag ik op tv dat minister Melanie Schultz-Verhaegen op de korrel werd genomen door Eva Jinek. Het bedrijf van haar echtgenoot doet iets in infrastructuur en volgens Jinek heeft zij daardoor de schijn al tegen als het gaat om belangenverstrengeling. Melanie antwoordde dat ze niet op beeldvorming wil worden beoordeeld, maar op feiten. Ik ben het daar helemaal mee eens. We moeten nuchter(der) en zakelijk(er) met elkaar omgaan.’ Vrijheid Geregeld komt hij terug op de Taskforce Jeugdwerkloosheid, waarvoor hij als voorzitter de kar trok. ‘Balkenende en De Geus hebben me destijds gevraagd voor die taskforce. We hadden weinig budget en weinig mankracht, maar met de juiste mensen om je heen, kom je een heel eind.’ Het was voor hem een leerzame ervaring, in meerdere opzichten. ‘De taskforce was een publiekprivaat partnership in optima forma. We gingen voor een belangrijk maatschappelijk doel, maar onze organisatie was bedrijfsmatig van opzet. Een kleine groep ambtenaren kreeg veel eigen verantwoordelijkheid en armslag, tegenover weinig bureaucratie. Sterker nog, we werden afgerekend op resultaten. Het leverde een fantastische werksfeer op en meteen nadat we de doelen hadden bereikt, hebben we onszelf opgeheven. Balkenende en De Geus hebben mij de vrijheid en de verantwoordelijkheid gegeven om het op mijn manier te doen en ik heb dat kunnen doorgeven aan mijn mensen. Super. Ik zie dat tegenwoordig veel te weinig.’ De Boer hecht aan die eigen verantwoordelijkheid. En aan zijn vrijheid. ‘Dat is de aard van het beestje. Toen we nog studeerden, zeiden Hans Kamps (vriend en studiemaat) en ik al tegen elkaar: als we klaar zijn, gaan we voor onszelf beginnen. We hebben woord gehouden. In 1985 hebben we het Bureau voor Economische Argumentatie opgericht. En na acht jaar buffelen, hebben we dat bedrijf verkocht en heb ik samen met mijn vrouw en twee kinderen een jaar lang over de wereld gereisd. Dat was het ultieme gevoel van vrijheid waar we als gezin nog dagelijks de vruchten van plukken.’ Op de slotvraag wie of wat hem het meest heeft gevormd, komt een verrassend en snel antwoord: Curaçao. ‘Shell wilde lang geleden zijn olieraffinaderij daar sluiten en ik ben toen gevraagd om de onderhandelingen voor te bereiden en te begeleiden. Ik was 29. Die periode heeft mijn ondernemingsgeest aangewakkerd en Curaçao heeft mijn hart veroverd. Het is een fijn eiland, met aardige mensen en een geweldige natuur, boven en onder water. Als ik met pensioen ga, ga ik vissen. Op Curaçao. We hebben daar een huis en een vriend heeft een mooie Boston whaler. Vissen is heerlijk. Je bent in de natuur en je hebt een doel. Als je dat doel bereikt, geeft dat een enorme kick. Pas ben ik gevraagd om in een commissie te stappen die zich beraadt op de toekomst van die raffinaderij. Vind je dat niet frappant? Dertig jaar later. Het kringetje is rond.” <
© Copyright 2024 ExpyDoc