Ik heb 05.00 u. Ik heb 15.00 u. Wie heeft half tien 's ochtends? Wie heeft tien over acht 's ochtends? Ik heb 09.30 u. Ik heb 08.10 u. Wie heeft een uur 's nachts? Wie heeft tien voor half zeven 's avonds? Ik heb 01.00 u. Ik heb 18.20 u. Wie heeft vijf over zeven 's ochtends? Wie heeft half twaalf 's ochtends? Ik heb 07.05 u. Ik heb 11.30 u. Wie heeft kwart voor zeven 's Wie heeft tien voor half tien ochtends? 's ochtends? Ik heb 06.45 u. Ik heb 09.20 u. Wie heeft drie uur 's middags? Wie heeft tien over half een 's middags? Ik heb 12.40 u. Ik heb 10.25 u. Wie heeft acht uur 's avonds? Wie heeft vijf over vier 's middags? Ik heb 20.00 u. Ik heb 16.05 u. Wie heeft kwart over tien 's ochtends? Wie heeft half drie 's middags? Ik heb 10.15 u. Ik heb 14.30 u. Wie heeft kwart voor drie 's middags? Wie heeft vijf over half twaalf 's ochtends? Ik heb 14.45 u. Ik heb 11.35 u. Wie heeft vijf uur 's middags? Wie heeft kwart over twee 's middags? Ik heb 17.00 u. Ik heb 14.15 u. Wie heeft vijf voor half elf 's ochtends? Wie heeft half twaalf 's avonds? Ik heb 23.30 u. Ik heb 22.15 u. Wie heeft half negen 's avonds? Wie heeft kwart voor elf 's avonds? Ik heb 20.30 u. Ik heb 22.45 u. Wie heeft tien over vijf 's middags? Wie heeft vijf voor drie 's middags? Ik heb 17.10 u. Ik heb 14.55 u. Wie heeft elf uur 's ochtends Wie heeft kwart voor vier 's nachts? Ik heb 11.00 u. Ik heb 03.45 u. Wie heeft tien voor twee 's middags? Wie heeft half zeven 's avonds? Ik heb 13.50 u. Ik heb 18.30 u. Wie heeft kwart over tien 's avonds? Wie heeft vijf uur 's ochtends?
© Copyright 2024 ExpyDoc