E e n c o m m e r c i ë l e b i j l ag e va n IC T Me d i a , v e r s pr e i d d o o r H et Fi n a n c i ee l e Dag b l a d BoardroomIT connected enterprise JAARCONGRES 13 mei 2014 www.it-executive.nl – www.ictmedia.nl 4 7 Michael van den Assem (Interxion): ‘Fundament van het ecosysteem’ Paulo Steverink (Mammoet): ‘Business Compliant Networking’ 11 Co n n ec r pr ted Ente ise Jeroen Philippi (UNIT4): ‘Kennisorganisatie vraagt om dynamisch ERP’ Connected business heeft de toekomst Forrester Research: Jaarcongres Connected Enterprise 3, 7, 13 Geen cloud zonder connectiviteit 5 Het zelfhelende karakter van internet 8 Flexibele bedrijfssoftware gevraagd 11 Wisselwerking IT & business ter discussie 14 VUGHT – Organisaties en individuen zijn tegenwoordig op uiteenlopende manieren digitaal verbonden. Deze voortdurende interactie, zowel privé als zakelijk, zorgt voor een nieuwe dynamiek die van grote invloed is op de manier waarop we werken, consumeren en zakendoen. Bedrijven die de trend van verbondenheid omarmen, lopen veelal voorop in de consument- en eindgebruikergedreven economie en samenleving. Connectiviteit, communicatie, samenwerking en ongehinderd dataverkeer – zowel tussen mensen als apparaten – vormen daarbij de basis voor succes. Lees verder op pagina 3, 7 en 13 En verder.... betere performance en beveiliging 5 Adverteren met de snelheid van het licht 9 Programma Jaarcongres Connected Enterprise 10 Eigentijds bedrijf werkt doelgericht13 IT-springplank naar Oost-Europa en Rusland 15 ‘Nieuwe kansen door optimale inzet van ict’ Door Hotze Zijlstra AMSTERDAM – Technologische trends en snel veranderend consumentengedrag geven aanleiding voor zogeheten ‘connected business’. Hierbij zijn bedrijven optimaal in staat tot communicatie en informatie-uitwisseling met hun klanten en ecosysteempartners. Dat stelt Dan Bieler, analist bij researchfirma Forrester. Deze nieuwe manier van zakendoen is een combinatie van nieuwe technologie en een andere mindset. Het is volgens de Forrester-analist makkelijker om technologische innovaties te implementeren dan oude gewoonten en organisatieculturen te veranderen. “Technologie is slechts de katalysator”, aldus Bieler. “We bevinden ons momenteel in het tijdperk van de consument; die heeft momenteel de touwtjes in handen. Bedrijven zullen zichzelf opnieuw moeten uitvinden om de eindklant systematisch beter te begrijpen en via verschillende kanalen naadloos te kunnen bedienen.” Businessmodellen zullen daardoor vaker veranderen. Het concurrentievoordeel van nu is niet langer automatisch het onderscheidende kenmerk van morgen. De mobiele mindshift, nieuwe digitale mogelijkheden en een fenomeen als big data hebben nu al een enorme impact. Aan de ene kant van het spectrum ontstaan zogenoemde ‘long tail’-businessmodellen met groeiende afzetmarkten voor nicheproducten, zoals bij de verkoop via internet. Tegelijk ontwikkelt zich mass customization, waarbij een decentraal georganiseerde industrie standaardcomponenten fabriceert die op basis van klantvoorkeur kunnen worden samengesteld. De auto-industrie is hiervan een voorbeeld. Communicatie De verbonden onderneming is volgens de analist de reactie op deze en andere veranderende zakelijke modellen en behoeften. Het proces van het transformeren naar een nieuwe type organisatie verloopt evenwel als een evolutie, niet als een revolutie. Bedrijven zullen volgens Dan Bieler door de drie verschillende transformationele fasen bewegen: “Van unified communications via de connected enterprise naar uiteindelijk de connected business.” Lees verder op pagina 3 Door onze redactie Over deze uitgave Redactioneel Connectiviteitsstrategie Door Rob Beijleveld AMSTELVEEN – De recente IT Trends en Innovatie Survey van CIO Magazine en Deloitte onderstreept dat cloud, mobile, data en social op dit moment de vier grote megatrends zijn. Tegelijkertijd verschijnen de contouren van ‘the next big thing’ al aan de horizon. Om een grillige marktdynamiek, oprukkende globalisering en toenemende concurrentie het hoofd te kunnen bieden, zijn ongehinderde informatiestromen een belangrijke voorwaarde; binnen organisaties zelf, maar ook over de grenzen van bedrijven en instellingen heen. De argumenten om te bouwen aan een dergelijke ‘extended organization’ waren nog niet eerder zo zwaarwegend en talrijk. CIO’s en IT-managers zijn er al langer van doordrongen dat oplossingen en uitdagingen als videoconferencing, unified communication, ‘bring your own’ en het remote kunnen draaien van applicaties vragen om een geïntegreerde connectiviteitsstrategie, waarvan ook de cloud, het datacenter en de netwerkinfrastructuur deel uitmaken. Het is een vraagstuk dat niet los gezien kan worden van de enterprise-architectuur, securityoplossingen en ecosystemen van samenwerkende leveranciers en (keten)partners. Connectiviteit De ‘genetwerkte organisatie’ vraagt om connectiviteit in de brede zin van het woord. Van de inrichting van het netwerk tot samenwerking en gegevensuitwisseling tussen partners binnen een ecosysteem. Het idee achter de connected enterprise is dat het niet langer gaat om een verbinding van a naar b of om de uitrol van een communicatiegereedschap, maar om verbondenheid vanuit holistisch perspectief. Inclusief security, applicatieperformance, wel/niet gemanagede oplossingen, gereedschap voor samenwerking, machine- Nieuwe devices en interactie Allereerst ontstaan heel nieuwe categorieën devices en vindt de interactie met gebruikers plaats op een totaal ander niveau. Een wearable computer zoals de Googlebril, gecombineerd met augmented reality is daarvan een van de eerste voorbeelden. Kenmerkend voor die nieuwe generatie devices is dat ze veel dichter en natuurlijker aansluiten bij onze zintuigen en zich lenen voor speech recognition en gesture control. to-machinecommunicatie en de eventuele wensen en eisen van ketenpartners. Vanuit deze basis kan worden gewerkt aan nieuwe, zich snel ontwikkelende mogelijkheden als machine-tomachinecommunicatie, the internet of things, mobiele toepassingen en informatie-uitwisseling over de keten. In de organisatie van de toekomst komt alles samen. ROB BEIJLEVELD is CEO van ICT Media en organisator van het Jaarcongres Connected Enterprise op 13 mei in Fort Voordorp te Groenekan. Contextinformatie Parallel daaraan ontstaan applicaties die veel intelligenter en persoonlijker worden door hun gedrag aan te passen op basis van een breed scala aan contextinformatie. Toepassingen worden location-aware en context-sensitive. Ze herkennen de plaats waar ze gebruikt worden, de tijd en de situatie (op het werk, thuis, in publieke ruimten), maar ook welke andere mensen en objecten er in de buurt zijn. Al die informatie wordt gecombineerd met intelligentie en rekenkracht in cloudsystemen omwille van gebruikersinteractie die precies aansluit bij wat een persoon in die situatie en op dat moment nodig heeft. Toepassingen zullen ook veel vaker zelf het initiatief nemen om te communiceren met de gebruiker. Uit de survey blijkt dat deze trends op dit moment nog beperkt operationeel worden toegepast, maar wel groeien. Vervolg van pagina 1 ‘Nieuwe kansen’ Forrester: ‘Unified communications is slechts het begin’ AMSTERDAM – De toepassing van unified communications (UC) heeft zijn impact niet gemist. Deze technologie stelt mensen in staat om op elk moment te communiceren via spraak, messaging en video. Het is volgens Forrester-analist Dan Bieler evenwel slechts het begin van een evolutie naar een zogeheten ‘connected business’. Unified communications blijft in de volgende fase niet beperkt tot de eigen organisatie, maar wordt uitgebreid naar externe partijen zoals partners, klanten en/of toeleveranciers. Informatie- en communicatietechnologieën worden toegepast om onderlinge samenwerking mogelijk te maken, ongeacht de locatie, applicatie of het gebruikte apparaat. Bieler: “In de derde fase verandert tevens de stijl van zakendoen.” Optimaal verbonden bedrijven zijn daarbij in staat tot grootschalige informatie-uitwisseling, zo stelt de deskundige. “Data-analyse en intelligente software vormen de basis voor een verbeterde ervaring van zowel klant als werknemer.” Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor deze transformatie ligt goeddeels bij de CEO, maar ook de CIO speelt volgens de topanalist een fundamentele rol. “CIO’s zullen in toenemende mate IT-oplossingen invoeren die helpen bij het afbreken van organisatiesilo’s, team- of bedrijfsmuren overschrijdende samenwerking mogelijk maken, de end-to-end klantervaring verbeteren, en ten slotte de organisa- kopen bij een bedrijf dat meebeweegt in deze ontwikkeling. De organisatiestructuur moet gericht zijn op samenwerking en inspelen op snel veranderende businessmodellen. Dat is een behoorlijke uitdaging voor bedrijven met een traditionele stijl van leidinggeven, met verstarde processen en functionele silo’s.” tie in staat stellen om beter in te spelen op de behoeften in de markt. “Om hierin te slagen, zullen CIO’s verdergaan dan slechts het enablen van technologie. Ze dienen de organisatorische en culturele transformatie proactief te ondersteunen.” Bij het definiëren van hun veranderstrategie kunnen IT-verantwoordelijken hun uitdagingen adresseren vanuit vier verschillende perspectieven: cultuur, organisatie, afdeling en het ecosysteem. Bieler: “Culturele verandering is een harde voorwaarde, omdat er vanuit menselijk perspectief op een nieuwe manier zaken wordt gedaan. Hoe meer klanten een online en mobiel geconnecteerde levensstijl zullen omarmen, hoe meer ze zullen “De organisatiestructuur is gericht op samenwerking en inspelen op snel veranderende businessmodellen” Afdeling Afdelingen hebben een flexibeler infrastructuur nodig om de werkomgeving te optimaliseren. “Het moderne bedrijf is immers afhankelijk van diverse geografisch verspreide en functioneel verschillende afdelingen, die wel als één entiteit moeten samenwerken. Deze overgang valt niet mee voor bedrijven met stijve hiërarchieën en ouderwetse ‘command & control’-achtige managementstijlen.” Ecosystemen, ten slotte, zijn in Bielers ogen de springplank naar de verbonden economie en samenleving. “Binnen de nieuwe wereld blijft zakendoen niet beperkt tot businessto-business of business-to-consumer, maar door nauwe samenwerking met ecosysteempartners bereikt men uiteindelijk de volledige ‘connected community’.” CIO’s moeten daarbij niet alleen zorgen voor een stabiele, veilige en kostenefficiënte technologie-infrastructuur, IT-verantwoordelijken dienen tevens te fungeren als een aanjager van businessinnovatie. “De CIO moet daartoe een zetel hebben aan de bestuurstafel en rechtstreeks rapporteren aan de CEO”, aldus Bieler. “Het transformatieproces moet worden ingezet als een samenwerkingsproject op het hoogste niveau.” Colofon: Hoofdredactie Hotze Zijlstra Eindredactie Yvette Polman Medewerkers Arnoud van Gemeren, Bram van Mechelen, Sytse van der Schaaf Fotografie Eric Fecken, Roelof Pot, Marcel Willems Vormgeving Sabine van Loon Drukwerk PRinterface Uitgever Rob Beijleveld, ICT Media BV Laan van Voorburg 1, 5261 LS, Vught, t 073-6140070, f 073-6129997, [email protected] Sales & marketing events Bart de Vaan Sales & marketing media Jeffrey Ploeg, © ICT Media BV, Vught 2014 4 Door Hotze Zijlstra Dienstverlening Michael van den Assem (Interxion): ‘Datacenter is fundament van het ecosysteem’ SCHIPHOL-RIJK – Het datacenterproduct is geen commodity en zal dat waarschijnlijk nooit worden. Dat betoogt Michael van den Assem, algemeen directeur van datacenterspecialist Interxion. De gewenste locatie, het gevraagde serviceniveau en de afweging om al dan niet in de fysieke nabijheid van ecosysteempartners te zitten, zijn absoluut kwesties voor in de bestuurskamer. “Housing is wat dat betreft een totaal ander vraagstuk dan hosting.” Bedrijven werken steeds meer bedrijfsgrenzenoverschrijdend. Binnen ecosystemen, consortia en ook tussen klanten en leveranciers wordt de informatie-uitwisseling almaar belangrijker. Interxion speelt een belangrijke rol in het enablen van deze zogenoemde connected enterprise. “Wij vormen daarbij een deel van het fundament”, zegt algemeen directeur Michael van den Assem. “Met 36 datacenterlocaties in Europa vullen we een deel van de benodigde infrastructuur in.” Verspreid De laatste maanden merkt Van den Assem dat zijn klanten het model van centralisatie naar een beperkt aantal hoofddatacenters beginnen los te laten. “Er komt een merkbaar grotere hang naar meer geografisch over hun markten verspreide locaties”, zegt hij. “Daar is een aantal redenen voor. Een ervan is direct gerelateerd aan het onderwerp dataprivacy, waarbij data binnen bepaalde landsgrenzen moet blijven of onbereikbaar moet blijven voor bijvoorbeeld de Amerikaanse overheid. De andere reden heeft alles te maken met latency, snelheid en beschikbaarheid van data. Als je bijvoorbeeld de Duitse consument als klant hebt, dan is het voor de beste gebruikerservaring een voordeel wanneer data en applicaties in datzelfde land gehuisvest zijn.” Klanten kloppen volgens Van den Assem bewust bij Interxion aan vanwege het panEuropese netwerk van datacenters, waarbij meerdere vestigingen verspreid zijn over meerdere geografische regio’s. “Daarnaast kiezen bedrijven bewust voor ons omdat wij continuïteit kunnen bieden met betrekking tot de planning, bouw, businesshorizon en eventuele investeringen in de toekomst. Het belangrijkste is evenwel het operationeel draaien en managen van het datacenter. De infrastructuur, die de uptime voor onze klanten garandeert, staat continu aan. Interxion besteedt het vereiste onderhoud aan de infrastructuur daarbij in principe niet uit. We leggen de lat heel erg hoog en zijn bereid om de meerkosten hiervan te dragen. Daarnaast investeren we voortdurend in de verbetering van de bestaande infrastructuur. Wij vervangen onderdelen voordat ze kapot gaan, niet omdat ze kapot zijn. Deze zekerheid van een topkwaliteit service voor de lange termijn spreekt onze klanten aan.” Ecosysteem Met connectiviteit geleverd door diverse carriers, internetproviders en internetknooppunten, heeft Interxion voor klanten een interessante uitgangspositie om aan te haken bij geconnecteerde ecosystemen: de zogenoemde ‘communities of interest’. De hubs brengen bedrijven uit dezelfde sector bij elkaar, wat leidt tot snelle onderlinge verbindingen en lage kosten. Dat brengt volgens Van den Assem meerwaarde in de onderlinge relaties. “Sommige van onze klanten werken als een magneet op andere hebben diverse bedrijven als klant die bij een uitval bij ons op zwart gaan. Denk aan portals, cloudproviders, financiële dienstverleners; allemaal organisaties waarvan het hart bij ons draait. Daarnaast is de keuze voor ons als leverancier tevens de verantwoordelijkheid voor de IT-beslissers. Anders gezegd: als bedrijven met ons in zee gaan, is er altijd een CIO bij betrokken.” Van den Assem vindt het ‘te kort door de bocht’ om te stellen dat hij met name die bedrijven aantrekt die het meest afhankelijk zijn van continuïteit. “Wel is het zo dat we een betere klik hebben met bedrijven die kwaliteit waarderen en niet per se de allerlaagste prijs uit de markt willen hebben. Ik durf er zelfs nog iets verder in te gaan: wij zijn niet succesvol in het sluiten van deals met bedrijven die de laagste prijs zoeken. Zoals gezegd zijn wij interessant voor bedrijven die fysiek in de buurt willen zitten van partijen voor wie continuïteit en locatie wel van doorslaggevend belang zijn.” Michael van den Assem organisaties die er belang bij hebben om in hun onmiddellijke nabijheid te verkeren; bijvoorbeeld uit concurrentieoverwegingen, maar bij een grote mate van onderlinge data-uitwisseling ook vanuit kostenperspectief. Je kunt heel veel op dataverkeer besparen wanneer je op dezelfde locatie zit en alles met in-huisbekabeling kunt oplossen.” De Interxion-directeur ziet de keuze voor een datacenterlocatie onveranderd als een kwestie voor het topbestuur. “In de boardroom is men als geen ander verantwoordelijk voor de continuïteit van het bedrijf. Bestuurders moeten keuzes maken die niet alleen budgetgedreven zijn, maar vooral de organisatie als geheel dienen. Wij Flexibilisering Bij IT-verantwoordelijken bestaat al geruime tijd een groeiende behoefte aan flexibilisering van prijzen en dienstverlening. Men wil indien nodig eenvoudig kunnen op- en afschalen. Ook bij Interxion herkent men deze trend. “Het is een van de succesfactoren van de cloud, en de grote cloudproviders maken het tot een prominent onderdeel van hun propositie”, zegt de algemeen directeur. Aan de andere kant zijn er volgens hem producten en diensten die zich wat minder makkelijk lenen voor flexibiliteit. “Het open afschalen van virtuele servercapaciteit binnen een cloudoplossing is makkelijker dan het neerzetten van een datacenter. Een datacenter neerzetten kost inclusief de voorbereidingstijd ongeveer twee jaar. Als leverancier moeten we onze capaciteit dus zeer gestructureerd plannen. Het is lastig om een volledig flexibel model aan te kunnen bieden. Datacentercapaciteit wordt dus nooit een commodity die je eenvoudig kunt af- of bijschalen. Er is dus nogal een verschil tussen hosting en housing, waarin wij actief zijn. We hebben zelf geen servers, we beheren geen data, leveren geen externe netwerken. Wij zijn echt een facilitator van de huisvesting.” “Sommige van onze klanten werken als een magneet op andere organisaties” Roadmap Binnen Interxion is men vastbesloten zich de komende jaren te blijven focussen op het bestaande product. “We willen de beste zijn in het bouwen en vooral managen van datacenters”, aldus Van den Assem. “We hebben dus niet allerhande aanvullende diensten, zoals cloudservices op onze roadmap staan. Onze focus is organische groei en ik kan dus ook niet zeggen hoeveel datacenters we over vijf jaar zullen hebben. Wel staat vast dat we verder gaan uitbreiden op onze campussen binnen Europa, om groei van klanten en hun specifieke ecosystemen te kunnen faciliteren.” Door Eddy Gijssel e.a. Cloud & connectivity 5 Zonder connectiviteit geen cloud Eddy Gijssel 8 cloudgerelateerde connectiviteitszaken BREDA – Voor toegang tot de cloud is een stabiele internetverbinding een vereiste. Daar wringt echter nogal eens de schoen; zeker voor bedrijven in afgelegen gebieden met een slechte internetverbinding, of voor medewerkers onderweg zonder goede mobiele dekking. Acht connectiviteitszaken die geregeld moeten worden om teleurstellingen te voorkomen. 1 Capaciteit – Een internetverbinding heeft een eindige capaciteit. Het is daarom belangrijk om vooraf te bepalen hoeveel mensen tegelijkertijd via een verbinding in de cloud gaan werken. En wat ze precies gaan doen: surfen en e-mailen, of VoIP en video uit de cloud gebruiken; nu en in de toekomst, zodat er geen filevorming optreedt. 2 Stabiliteit – Bij werken in de cloud is stabiele connectiviteit erg belangrijk, zeker bij bedrijfskritische toepassingen. Stabiliteit wordt echter niet alleen bepaald door de techno logie, maar ook door de provider. Onderzoek daarom de kwaliteit en stabiliteit van de provider en de huidige internetverbinding. Vervang de verbinding als een van deze twee niet op orde is. Of ga in dat geval niet naar de cloud. 3 Betrouwbaarheid – De betrouwbaarheid van een internetverbinding is essentieel. Denk bijvoorbeeld aan een mobiele dataverbinding die niet goed werkt omdat de dekking van het mobiele netwerk niet op orde is. Of een consumenten-adsl die pas hersteld wordt als de provider dat uitkomt. Kies dus voor een zakelijke internetverbinding met een goede service level agreement (SLA). 4 Schaalbaarheid – Voor wie langzaam maar zeker steeds meer wil gaan doen in de cloud, is schaalbare connectiviteit belangrijk. Die is immers niet goedkoop en organisaties willen liever niet betalen voor wat niet wordt gebruikt. Kies daarom voor connectiviteit met een groeipad wanneer de organisatie pas op langere termijn volledig vanuit de cloud gaat werken. 5 Beschikbaarheid – Wie gaat werken in de cloud voor klantcontact of kritische bedrijfsprocessen, moet maximaal beschikbare capaciteit hebben. Welke IT-verantwoordelijke heeft zich weleens afgevraagd hoe lang de organisatie zonder verbinding kan? Kijk hier pragmatisch naar en overweeg ook alternatieven zoals medewerkers vanuit huis of een andere vestiging laten werken. 6 Kwaliteit – Wie gaat werken met VoIP en/of video vanuit de cloud, stelt zware eisen aan de kwaliteit van de internetverbinding. Een slechte vaste verbinding zorgt voor ‘onderwater’gesprekken bij VoIP en verstoort de beeldkwaliteit bij video. Bij mobiel werken zijn de netwerkdekking en de mogelijkheden van de smartphone of tablet belangrijk. 7 Toekomstvastheid – Werken in de cloud is een strategische keuze die wordt gemaakt voor meerdere jaren. De connectiviteit op kantoor en onderweg moet dus voor langere tijd inzetbaar zijn. Kies daarom voor technologieën waarvan de toekomstvastheid niet ter discussie staat, zoals 4G en glasvezel. 8 Robuustheid – Indien er bedrijfskritische applicaties in de cloud geplaatst worden, is de robuustheid van de internetverbinding essentieel voor een soepele bedrijfsvoering. Zorg er in dat geval voor dat de fysieke infrastructuren volledig gescheiden zijn, zodat er bij inbreuk of verstoring van buitenaf minimaal één verbinding actief blijft. Bij mobiel werken in de cloud kan het zinvol zijn om te werken met een tweede data-simkaart van een andere provider. “Wie heeft zich weleens afgevraagd hoe lang de organisatie zonder verbinding kan?” Connectiviteit is, na de datacenterinfrastructuur, de belangrijkste randvoorwaarde voor succesvol werken in de cloud. Denk dus eerst goed na over connectiviteit voordat de stap naar de cloud gemaakt wordt. Zorg voor stabiele connectiviteit op langere termijn, zodat medewerkers overal zorgeloos in de cloud kunnen blijven werken. EDDY GIJSSEL is senior adviseur bij Fortado, een onafhankelijk advies bureau voor cloud, connectivity en telecomdiensten met adviseurs door heel Nederland. Application delivery controllers: betere performance en beveiliging AMSTERDAM – Door het snelgroeiend gebruik van cloudtoepassingen krijgen zowel serviceproviders als bedrijven die eigen applicaties hosten behoefte aan flexibelere schaalbaarheid en betere beveiliging. De sinds kort beursgenoteerde application-networkingspecialist A10 Networks heeft daarvoor vier nieuwe appliances geïntroduceerd. Deze zogeheten Thunder Series-appliances met 10GbE/40GbE/100GbE-interfaces en beveiligingsprocessors zijn gebaseerd op de ACOS-software van het bedrijf, wat staat voor advanced core operating system. Het verkeer in datacenters en bedrijfsnetwerken groeit explosief door het gebruik van steeds meer mobiele apparaten, cloudservices, big data, sociale media en videoconferencing. Daarom krijgen zowel internetserviceproviders als middelgrote tot grote bedrijven behoefte aan een flexibeler schaalbare ict-infrastructuur. Tegelijkertijd wordt het beveiligen van cloudapplicaties bedrijfskritischer, omdat hackers hun aanvallen de laatste tijd steeds vaker verleggen van laag 3 en 4 naar laag 7 van het OSI-model. Om te anticiperen op deze beide ontwik- kelingen heeft application-networkingspecialist A10 Networks vier nieuwe modellen Thunder Series application delivery controllers (ADC) geïntroduceerd. Afhankelijk van het gekozen model en de bijbehorende interfaces, kunnen die in totaal tussen de 40 Gbps en 150 Gbps per appliance verwerken. Uiteraard is het ook mogelijk om meerdere appliances te clusteren om de performance verder op te schalen, zoals gebruikelijk bij netwerkapparatuur. Zelflerend Hoewel ADC’s oorspronkelijk zijn ontwikkeld om op de applicatielaag 7 de performance van datacenters en bedrijfsnetwerken te optimaliseren, bevatten ze tegenwoordig ook steeds meer beveiligingsfuncties. Zoals web application firewalls (WAF) en speciale SSL-securityprocessors in de ‘S’-modellen van A10 Networks nieuwe Thunder Series. WAF’s onderscheppen en analyseren httpverkeer met als doel alleen geoorloofde webtransacties door te laten. Daarbij worden alle binnenkomende berichten op basis van policies en signaturen gecontroleerd op potentieel bedreigende content en instructies. Omdat hackers steeds geavanceerdere aanvallen proberen te bedenken die op de applicatielaag worden gericht, zijn WAF’s automatisch in staat om tijdens het gebruik te leren wat normaal en niet-normaal applicatiegedrag is. Uiteraard kan de datacenterof netwerkbeheerder zo’n WAF als aanvulling op het eigen leerproces ook volledig zelf configureren en aanpassen. PCI-compliant Door een ADC met WAF en aanvullende beveiligingsfuncties aan het datacenter of netwerk toe te voegen, kunnen serviceproviders en bedrijven op een flexibel schaalbare wijze hun servers ontlasten van rekenintensieve beveiligingstaken om de bescherming te verhogen. Door de WAF-functionaliteit van zo’n ADC te combineren met andere beveiligingsfuncties, zoals SSL Offload, ontstaat een slimme firewall met een grote verwerkingscapaciteit die alle gangbare protocollen begrijpt – IPv4, IPv6, TCP, HTTP, SIP, DNS, SMTP, FTP, Diameter en RADIUS. Daardoor bieden ze zelfs goede bescherming tegen de steeds hevigere DDoS-aanvallen. Door ADC’s op de juiste plaatst in het netwerk te integreren met de overige ict-infrastructuur en beveiligingstools, komt tevens volledige PCI-DDS compliancy (payment card industry data security standard) binnen handbereik, voor het veilig verwerken van online betalingen. Kortom, ADC’s hebben zowel providers als bedrijven interessante toegevoegde waarde te bieden. MOEITELOOS DOORGROEIEN, HOE DOE JE DAT? Enterprise Solutions garandeert de continuïteit van uw onderneming. We zoeken samen met u de juiste balans tussen uw ambities, uw bestaande systemen en onze innovaties. Zodat u probleemloos kunt blijven ondernemen. Ons glasvezel- en mobiele 4G-netwerk bieden u bijzonder veel mogelijkheden. Mag ik u nog meer vertellen? [email protected] TELE2 ENTERPRISE SOLUTIONS Tele 2 Adv_265x190.indd Alle pagina's 11/4/13Week:45 5:42 PM Door Hotze Zijlstra Fotografie Roelof Pot Interview 7 Paulo Steverink, CIO Mammoet De business centraal UTRECHT – Mammoet zet wereldwijd 1,2 miljard euro om met het vervoeren en hijsen van zware objecten. Paulo Steverink, CIO bij het bedrijf, is continu bezig om het beste te halen uit zijn IT-omgeving en -afdeling. De focus ligt op de business en de 5.000 eindgebruikers wereldwijd. Na een sterke centralisatie, wil men de decentrale competenties op een hoger plan brengen. Ook de infrastructuur, communicatie- en samenwerkingsmogelijkheden worden verbeterd. In 2002 is men bij Mammoet begonnen met een sterke centralisatie, met één SAPsysteem voor de hele wereld. “De infrastructuur staat dus al een tijdje, maar om te kunnen doorontwikkelen heb je decentrale aanwezigheid en competenties nodig”, aldus Steverink. “Voor 80 procent van wat je doet, kunnen generieke oplossingen worden gebruikt. Maar 20 procent vraagt om iets specifieks. Voor wat betreft de applicatieontwikkeling willen we lokaal meer verantwoordelijkheden gaan beleggen.” Binnen de IT werken vijftig mensen, waarvan tien in Noord-Amerika en Singapore. Paulo Steverink Voor welke uitdaging staan jullie momenteel als Mammoet? “De uitdaging is om ons van een equipmentgedreven organisatie te transformeren naar bedrijf dat oplossingen levert op basis van creatieve engineering, diepgaande expertise, veiligheid en materieel. Materieel is steeds meer een commodity aan het worden – iedereen kan immers een kraan aanschaffen. Ons onderscheidend vermogen zit in de diensten eromheen; met materieel alleen red je het niet meer.” Wat is hierin de rol van IT? “De IT-component is in de eerste plaats het zo efficiënt mogelijk laten werken van het bedrijf. Ten tweede moeten we de juiste informatie leveren. Dat is nog steeds de ‘achterkant’. IT bij Mammoet wil ook aan de businesskant een bijdrage kunnen leveren met industriespecifieke oplossingen.” Meestal speelt daarbij dat er binnen het IT-landschap het nodige veranderd moet worden. Wat speelt er zoal binnen Mammoet en welke stappen zijn er gezet? “Binnen onze salesafdeling bestond altijd een grote behoefte aan een centraal georganiseerd CRM. Er was door een decentrale aanpak bijvoorbeeld onvoldoende overzicht wat een klant allemaal bij ons deed; er wordt vanuit meerdere regio’s in de wereld aangeboden. Onze salesafdeling is begonnen met een verbetertraject en wij hebben op grond daarvan geïnventariseerd wat zij precies nodig hebben. In plaats van bijvoorbeeld een ‘kraantje weg te zetten’, dus een product te verkopen, is Mammoet er vooral op gericht om een oplossing te bieden voor het probleem van de klant. Dat betekende in deze industrie een enorme mindshift. Op basis hiervan is besloten welke informatie moet worden bijgehouden, waar de verantwoordelijkheden liggen en wie de eigenaar is. Aan de hand van deze requirements hebben we uiteindelijk het CRM-systeem opgebouwd.” Verder speelde een uitdaging ten aanzien van het netwerk en de infrastructuur. “We wilden inderdaad een betere performance tegen lagere kosten. Daarvoor is Telindus in beeld gekomen, een partij die heel veel kennis heeft van technologieën om dataverkeer zo snel en veilig mogelijk te regelen. We hebben wereldwijd drie datacenters: Houston, Amsterdam en Singapore, en daar zijn weer allemaal verschillende bedrijven aan gekoppeld. Het doel is de informatie op een zo efficiënt mogelijke manier bij de medewerkers te krijgen. Dus zonder latency bijvoorbeeld, waarvoor Riverbed-technologie wordt gebruikt.” De genoemde partij treedt daarbij op als hoofdaannemer? “Dat kwam zo: ik had het gevoel dat wij teveel betaalden voor wat we hadden en kregen. We hadden de bestaande infrastructuur zo’n vijf tot zes jaar geleden uitgedacht, maar de IT-wereld staat ook niet stil. We hadden alles via veilige, maar relatief dure MPLS-lijnen geregeld. We maakten evenwel weinig gebruik van lokale internetlijnen, wat met de hedendaagse technologieën goed en veilig mogelijk is. Dat scheelt enorm in de kosten en de performance van zo’n lokale lijn is vaak ook nog eens veel hoger. Door het netwerk bij een leverancier te beleggen, moeten we bovendien aanvullende controle en monitoring inrichten.” In kaart Vanuit de optiek van Business Compliant Networking – het netwerk laten aansluiten bij de behoeftes van de business – heeft Telindus als advies- en implementatiepartner vervolgens samen met Mammoet het totale applicatielandschap in kaart gebracht. Welke applicaties zijn noodzakelijk, hoe ervaren eindgebruikers het en hoe krijg je de applicaties het beste bij de “Het doel is de informatie op een zo efficiënt mogelijke manier bij de medewerkers te krijgen” business? Aan de hand van de uitkomsten van interviews met eindgebruikers en analyse van de huidige omgeving is er een adviesrapport opgesteld. Op grond hiervan is een implementatieplan opgesteld om besparingen te realiseren en de performance te verbeteren. Steverink: “De eindgebruiker is natuurlijk heel belangrijk. Die wil vooral snelheid. Maar als bedrijf moeten we ook compliant zijn met de IT-governanceregels van de aandeelhouder, bijvoorbeeld ten aanzien van security. Dat kan ten koste gaan van snelheid, dus moet je een goede tussenweg zien te vinden. Uiteindelijk moet het kosteneffectief, veilig en snel. Bij de implementatie is Telindus niet alleen afgegaan op onze wensen, maar is ook gaan meten om zo mogelijk aanvullende zaken in de performance te kunnen verbeteren.” Daarmee staat de infrastructuur straks op de rit? “We zijn ook bezig met een deel infrastructuuroutsourcing: de laag onder het Business Compliant Network. We hebben een beheerorganisatie die heel operationeel bezig is, maar feitelijk een commodity levert waarbij je heel afhankelijk bent van beheer door een beperkt aantal mensen. Dat is precies wat je niet wilt! Ik kan dat dus veel beter uitbesteden aan een speler met de nodige schaalgrootte, een hogere kwaliteit dienstverlening en gespecialiseerde mensen. Ook daarin willen we een transformatie gaan maken. Voor heel veel zaken gaat het er vooral om het overzicht te bewaren en regie te kunnen voeren.” Tijdens het Jaarcongres Connected Enterprise verzorgt programmamanager Hartger Brasjen een presentatie over global connectivity binnen Mammoet. 8 Door onze redactie Datacenter Martijn Kooiman Martijn Kooiman (TelecityGroup Nederland): ‘Zelfhelend karakter van internet is groot’ AMSTERDAM – Hoe robuust is het internet? Wat als het datacenter, met daarin alle servers, data en applicaties van bedrijven, onverwacht offline gaat? Bijna een ondenkbaar scenario. Door de enorme groei van het internet is het aantal verbindingen evenwel explosief gestegen en daarmee is de kwaliteit sterk verbeterd. Alle voorzieningen, zoals stroom, koeling en netwerkapparatuur, zijn bij kwaliteitsaanbieders van datacenterdiensten ‘redundant’ (dubbel of meervoudig uitgevoerd) en alles is erop gericht offlinescenario’s te voorkomen. Maar zelfs in het uitzonderlijke geval van downtime beschikt het internet zelf over een enorme mate van zelfhelendheid waardoor diensten altijd beschikbaar blijven. “Dit is inherent aan het feit dat het een netwerk is. Het zelfhelende karakter van het internet is veel groter dan men vaak denkt”, zegt Martijn Kooiman, Sales Director bij TelecityGroup Nederland. “Internet wordt steeds robuuster doordat het aantal verbindingen tussen partijen toeneemt. Een ‘pakketje’ data vindt makkelijker dan ooit een alternatieve snelle route naar het eindpunt wanneer er verbindingspunten wegvallen. Dankzij de groei van internet is de ‘natuurlijke’ beschikbaarheid sterk toegenomen.” Locatiekeuze Het internet neemt toe in importantie, maar ook in kwaliteit waardoor 24-uurs beschikbaarheid werkelijkheid is geworden. Wat overblijft is de vraag welk datacenter voor jouw omgeving geschikt is. De afwegingen zitten onder andere in factoren als locatie en de keuze aan netwerken. Kooiman: “Stel, een bedrijf als Facebook merkt dat gebruikers in een bepaalde regio minder goede gebruikservaringen hebben. Dan kun je die verbeteren door een deel van het netwerk dichter bij de eindgebruiker te brengen.” De aanwezigheid van internetknooppunten, zoals de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) in meer- dere datacenters van TelecityGroup, speelt een rol in de keuze voor een datacenter, net als de reach van een datacenteraanbieder. “Met datacenters van Dublin tot Helsinki en Istanbul kun je zeggen dat TelecityGroup heel Europa beslaat, wat een verschil maakt als je op verschillende plekken in Europa aanwezig moet zijn.” “Als beschikbaarheid van IT-systemen belangrijk is, dan moet je er met een holistische blik naar kijken” Job Witteman, CEO van AMS-IX, onderschrijft de woorden van Kooiman over het zelfhelende karakter van het internet. “Het internet is gebouwd als een robuust en snel herstellend platform. Als een deel van het internet uitvalt, vindt het verkeer vaak nog steeds zijn weg via een andere route. Een internetknooppunt als AMS-IX levert daarin een belangrijke bijdrage”, zegt hij. “Doordat de infrastructuur van dit knooppunt dubbel is uitgevoerd en over twaalf datacenters is verspreid, is de kans op uitval voor onze aangesloten klanten minimaal.” Professionele markt De kwaliteit van het internet is ook terug te zien in het aanbod aan datacenters, onder meer in Amsterdam. Kooiman: “Amsterdam beschikt over een zeer professionele datacentermarkt, met meerdere goede spelers.” De spreiding van het aantal netwerken heeft ervoor gezorgd dat het internet steeds dichter wordt. “Een enterprise-IT-omgeving lijkt meer en meer op de internetomgeving zoals voorheen alleen internetbedrijven in bijvoorbeeld de e-commercesector deze kenden. Om te begrijpen waar je als bedrijf op moet letten wanneer je internet optimaal voor je eigen IT-omgeving wil laten werken, is een professionele datacenterspecialist de ideale gesprekspartner. Kooiman: “Met onze ervaring en kennis kunnen wij bedrijven uit diverse sectoren goed adviseren bij het vormgeven van hun totale beschikbaarheidsstrategie.” Er bestaan afhankelijkheden tussen de onderdelen die het internet vormen. “Als een datacenter down gaat, verschijnen bij veel providers direct ‘groot alarm’-signalen. Maar internet blijft gewoon werken. Het verkeer wordt dan bijvoorbeeld van Amsterdam omgeleid naar Frankfurt. Dat neemt echter niet weg dat er dan serieuze problemen ontstaan, bijvoorbeeld omdat de capaciteit van 3G-netwerken minder wordt en websites niet meer goed werken.” Kooiman trekt de vergelijking met een luchthaven om het belang van het datacenter kracht bij te zetten. “Stel dat Schiphol – een belangrijke internationale hub in het luchtvaartverkeer – plotseling onbereikbaar is. De capaciteit van het luchtruim is weliswaar oneindig, maar toch vormt deze onbereikbaarheid om vele andere redenen natuurlijk een serieus probleem. Vluchten worden dan geschrapt en verkeer moet worden omgeleid via andere luchthavens. Onze rol is vergelijkbaar met die van een luchthaven. Wij zorgen dat ‘Schiphol’ bereikbaar blijft en het verkeer afhandelt.” Verantwoordelijkheid Een professionele klant houdt rekening met het feit dat internet zelfhelend is, maar kijkt ook naar zijn eigen infrastructuur. “Als beschikbaarheid van IT-systemen belangrijk is voor je organisatie, moet je er met een holistische blik naar kijken”, vindt Kooiman. “Tegenwoordig hebben onze klanten veelal een privaat glasvezelnetwerk tussen kantoren. Glasvezel wordt steeds goedkoper en is op meer plekken beschikbaar, waardoor het ook binnen het bereik van grotere mkb-bedrijven is gekomen.” Als het gaat om de connectiviteit van het bedrijf, moet het de kwaliteit van alle afzonderlijke onderdelen tot op het hoogste niveau doorvoeren om succesvol te zijn. “Het is heel belangrijk om de juiste componenten te kiezen, maar de totaaloplossing staat of valt met wat je daar als organisatie zelf mee doet. Men beseft meer en meer dat de impact van internet op de toekomst van de business steeds groter wordt en dat het belangrijk is om alles rondom internet goed te regelen.” 9 Stabiliteit uitgangspunt in groeiend internet AMSTERDAM – Internet heeft zich getransformeerd van een verrijking voor het (bedrijfs)leven tot een onmisbare factor. Met de populariteit van clouddiensten als een van de aanjagers is de groei van internet enorm. Snelle, beschikbare verbindingen worden daardoor alleen maar belangrijker. Het internet groeit, en snel ook. ‘Double digit’ groeicijfers blijven ook de komende jaren aan de orde, onder meer door de populariteit van clouddiensten, e-commerce, streamingdiensten en sociale media. “Internet is onderdeel geworden van de manier waarop we leven en de manier waarop we zakendoen”, zegt Alexandra Schless, Vice President Western Europe bij TelecityGroup. “Tien jaar geleden was het vooral nog een prettige aanvulling op hoe we werkten en leefden. Je kon af en toe wat opzoeken of een mailtje versturen. Dat is compleet anders geworden. We kunnen niet meer zonder.” Cloudgebruik Voor ondernemers is de vraag of zij hun ITinfrastructuur in de cloud moeten zetten een heel vanzelfsprekende geworden. “Vijf jaar geleden waren het nog vooral bedrijven uit de IT-industrie die met clouddiensten gingen werken, maar nu is dit voor iedere ondernemer een serieuze overweging”, aldus Schless. Dit komt volgens haar mede doordat er inmiddels goede best practices beschikbaar zijn, iets waar zij zich vanuit haar rol als voorzitter van EuroCloud Nederland – een kennisnetwerk voor bedrijven met belangstelling voor de cloud – voor inzet. “Wij organiseren work- shops voor onze leden rondom verschillende thema’s. Daar gaat het allang niet meer om vragen als ‘wat is de cloud?’; we delen succesverhalen en ervaringen waar we van kunnen leren. Je ziet de discussies met belanghebbenden al naar een ander niveau gaan.” Hoe meer apparaten aan het internet worden gekoppeld en hoe meer applicaties mensen gebruiken, hoe belangrijker connectiviteit wordt. “Snelle, beschikbare verbindingen worden alleen maar belangrijker. Voor leveranciers van internetdiensten is het bijvoorbeeld van belang hun netwerken dicht bij internetknooppunten op te zetten.” Als leverancier van de datacenteromgeving voor IT- en online-infrastructuur moet TelecityGroup de groei van internetbedrijven opschalen om aan de behoeften van hun klanten te voldoen, heeft mij de afgelopen jaren weleens verbaasd.” Groei inschatten Door steeds in gesprek te zijn met individuele klanten kan Schless inschatten wat hun visie is en wat de mogelijke groeiscenario’s zijn. “Het gaat om een partnerschap, geba- seerd op een vertrouwensband. Als die goed is, praat je over groeiscenario’s en krijg je de juiste informatie boven tafel. Dan kun je ook antwoord geven op de vraag hoe je groeiplannen kunt faciliteren en wanneer het moment komt waarop je moet beslissen een nieuw datacenter te bouwen.” Een stabiele langetermijnrelatie, dat is het uitgangspunt. Ook voor de klanten zelf. “Een datacenteromgeving grijpt in op hun corebusiness. Die pak je niet zomaar even op om hem ergens anders neer te zetten. Klanten kiezen er ook bewust voor om ons als specialist de verantwoordelijkheid daarvoor te geven, zodat zij er geen omkijken naar hebben.” Wat Schless betreft is er eigenlijk geen beter compliment denkbaar dan een buitenlandse klant die nauwelijks zijn gezicht laat zien bij TelecityGroup in Amsterdam. “Dat is een teken dat het goed gaat. Omdat wij ervoor zorgen dat alles 24/7 draait onder de juiste omstandigheden, hoeven zij hier niet naartoe te vliegen.” “Snelle, beschikbare verbindingen worden alleen maar belangrijker” internet en individuele klanten kunnen faciliteren. “Dat is soms best een uitdaging”, erkent Schless. “Wij weten absoluut wat er speelt in de markt en ik denk dat we kunnen inschatten welke diensten nodig gaan zijn. Maar de snelheid waarmee sommige Alexandra Schless Adverteren met de snelheid van het licht AMSTERDAM – Bij online advertenties draait het om gezien worden met de juiste boodschap voor het juiste publiek op het juiste moment. Het Amerikaanse technologiebedrijf Rocket Fuel maakt dit op grote schaal mogelijk door middel van een realtime advertentiesysteem. Rocket Fuel levert een van de meest geavanceerde ‘programmatic buying’-platformen in de markt. Dit maakt gebruik van de kracht van kunstmatige intelligentie en big data om de return on investment van marketing op het web, mobile devices, videokanalen en sociale media te verhogen. Verschillende grote merken in de Verenigde Staten, Europa en Japan gebruiken Rocket Fuel om wereldwijde online advertentiecampagnes uit te voeren. Het bedrijf werd opgericht in 2008 door een groep reclame-experts en wetenschappers afkomstig van onder meer NASA, DoubleClick, IBM en Salesforce.com. CEO en medeoprichter George John, die onder meer voor NASA werkte, bedacht het algoritme dat de basis vormt van het geautomatiseerde systeem. 1-op-1-marketing George John en zijn medeoprichters waren van mening dat digitale mediacampagnes pas echt effectief kunnen zijn als ze automatisch en realtime in de gaten worden gehouden en keuriger consumenten bereiken. Bovendien zijn onze resultaten realtime te meten, wat het bijzonder eenvoudig maakt om duidelijke campagnedoelen te stellen en de campagne te perfectioneren terwijl deze loopt.” Ernest Aberson direct kunnen worden aangepast waar nodig. Daarmee levert Rocket Fuel de heilige graal van de advertentiemarkt: 1-op-1-marketing in een luttele milliseconde op grote schaal, om zo realtime op het juiste moment de juiste online advertentie op de juiste plaats bij de juiste persoon te krijgen. Volgens Ernest Aberson, Country Manager Benelux, is Rocket Fuel uniek: “Ons algoritme analyseert realtime het online gedrag van consumenten en bepaalt zo of personen de juiste doelgroep zijn voor een advertentiecampagne. Hierdoor kunnen marketeers veel nauw- Ontwikkelingen Een van de meest interessante ontwikkelingen in de advertentiemarkt vindt Aberson de opkomst van zogenoemde ‘ad exchanges’, online beurzen voor advertenties. Rocket Fuel is aangesloten bij alle grote ad exchanges. “Dit is werkelijk vernieuwend, omdat je echt gericht en realtime kunt adverteren.” De realtime advertentiemarkt is nog maar een fractie van de waarde van de totale industrie, maar volgens Aberson is de markt heel snel aan het groeien. “De grote hoeveelheid data die we verwerkten en het feit dat we zelf controle wilden hebben over bijvoorbeeld servers, heeft ons rond 2010 doen zoeken naar geschikte datacenters.” Rocket Fuel koos voor Amsterdam vanwege haar belangrijke hubfunctie voor Amerikaanse bedrijven die opereren in Europa. “Bovendien opereren veel ad exchanges vanuit de Nederlandse hoofdstad. Het is aantrekkelijk om daar dichtbij te zitten en op die manier zo min mogelijk vertraging te hebben bij het realtime in de gaten houden van de campagne. Low latency is voor ons doorslaggevend.” TelecityGroup “In een geschikt datacenter, in dit geval TelecityGroup, krijgen we een uitstekende uptime, service en marktpenetratie.” Rocket Fuel is aanwezig in één datacenter in Azië, in twee in de Verenigde Staten en twee in “We willen de lage latency zo optimaal mogelijk benutten en zichtbaar zijn voor onze klanten” Europa. “Daar zijn twee redenen voor: we willen de lage latency zo optimaal mogelijk benutten en we willen zichtbaar zijn voor onze klanten. Inmiddels opereren wij vanuit TelecityGroup Amsterdam en Frankfurt. Vanuit deze twee steden bedienen wij de gehele Europese markt. We staan dus in de juiste datacenters om met Rocket Fuel de enorme groeikansen te benutten.” Platinum Partners Gold Partners Silver Partners Knowledge Partners JCE 2014 B u i l d i n g t h e E x t e n d e d O r ga n i z at i o n 13 m e i 2 014 Programma 13 mei Media Partners 09:00-10:00 REGISTRATIE & WELKOMSTRECEPTIE 13:00-14:15 LUNCHPAUZE 10:00-11:15 PLENAIR PROGRAMMA I 14:15-15:30 BREAK-OUTSESSIES DEEL I Opening Jaarcongres Connected Enterprise 2014 Door: Joost Hoebink (dagvoorzitter) & Rob Beijleveld (ICT Media) Prepare for the connected businesS Door: Stefan Ried, VP & Principal Analyst Forrester Research Een ecosysteem als basis voor nieuwe diensten Door: Alexander Prinssen, VP Athlon Mobility Consultancy Information Mainport Schiphol Door: Kees Jans, CIO Schiphol Group 11:15-11:45 PAUZE 11:45-13:00 PLENAIR PROGRAMMA II Lifestyle Partners Enterprise Architecture & Connected Innovation Door: Pascal Huijbers, Enterprise Architect, Strategic Consulting Alliance tracking & tracing van vis Door: Hans Kroes, CEO Kloosterboer De mobiele klant en het datacenter Door: Olav Roes, Manager Datacenter Networks Rabobank ICT mobile strategy en meer... Door: Paul Piebinga, CIO Enexis Peer-sessie – Global connectivity bij Mammoet Door: Hartger Brasjen, Program Manager Mammoet Diverse rondetafelsessies (op uitnodiging) Door: Akamai, KPN, Cisco, Verizon, Unify 15:30-15:45 PAUZE 15:45-17:00 BREAK-OUTSESSIES DEEL II Peer-sessie – Logistieke processen in de ‘extended organization’ Met o.a. Klaas Kloosterboer, Voorzitter RvB Kloosterboer Diverse rondetafelsessies (op uitnodiging) Door: KPN, Verizon, Palo Alto, Linx Telecom, Outsystems 17:00-18:00 RECEPTIE 18:00-21:30 VIP DINER (OP UITNODIGING) Kijk voor het volledige programma en informatie over de sprekers op www.connectedenterprise.nl Door Jeroen Philippi e.a. Enterprise software 11 UNIT4: Kennisorganisatie vraagt om dynamisch ERP Jeroen Philippi Enterprise software ‘nieuwe stijl’ SLIEDRECHT – Moderne, mensgedreven organisaties vragen om een andere kijk op enterprise resource planning (ERP). Dat betoogt Jeroen Philippi, in de Benelux verantwoordelijk voor de marketing van softwareleverancier UNIT4. Het ERP-systeem van de toekomst is mensgericht, flexibel en eenvoudig aanpasbaar door de eindgebruiker. Het is vanwege koudwatervrees begrijpelijk, maar vanuit functioneel en kostenperspectief onlogisch dat ‘people-centric’-organisaties nog zo vaak kiezen voor de ERP-systemen van de grotere leveranciers. Deze systemen zijn tot ontwikkeling gekomen in de wereld van de industriële productie. De oplossing werd en wordt gebruikt ter ondersteuning van veelal complexe kernprocessen. Wanneer in zo’n omgeving een supply-chain- of fabricageproces eenmaal staat, blijft dit doorgaans vrij stabiel. De architectuur van traditionele ERP-systemen is op deze relatief statische leest geschoeid. Dat werkt prima bij multinationale maakbedrijven, maar schiet tekort binnen moderne projectgedreven en netwerkachtige omgevingen. Dynamiek Kennisintensieve projecten- en dienstenorganisaties maken doorgaans geen fysieke producten. Ze moeten het vooral hebben van de toegevoegde waarde van hun mensen. Dat gaat gepaard met een totaal andere dynamiek – zowel individueel als op programmaof projectniveau. Het zijn veelal organisaties die op steeds wisselende locaties over de hele wereld actief zijn. Hun dienstverlening beweegt mee met de behoefte. Ook centrale en lokale overheden krijgen op de korte en middellange termijn veel veranderingen voor hun kiezen. Het worden, net als veel non-profitinstellingen, steeds vaker wendbare organisaties die projecten en programma’s gaan draaien, en onder druk bovendien steeds transparanter moeten opereren en rapporteren. Deze nieuwe wereld vraagt om een IT die dit effectief en efficiënt ondersteunt, en een nieuwe generatie ERP-omgeving. ERP is daarbij niet langer één oplossing voor alles, maar veeleer een verzameling van samenwerkende kernsystemen. Dit geheel kan organisch meegroeien of krimpen met de omstandigheden en behoefte, onder meer op basis van aan of af te koppelen applicaties en zogenoemde experience packs: modules die de gebruiker desgewenst extra mogelijkheden bieden. De kantoorsoftware is daarbij geïntegreerd met de financiële systemen en oplossingen voor bijvoorbeeld logistiek, HR en/of salarisadministratie; een landschap dat alle cruciale applicaties voor een serviceorganisatie bevat. Bovendien staat het open voor koppeling met oplossingen van derde partijen, zoals op het terrein van CRM, supply-chainmanagement of business-intelligence. Integratie De belofte van een volledige integratie is in de praktijk nauwelijks waar te maken. Het idee van een IT-landschap dat als Lego in elkaar is te klikken is mooi, maar in de praktijk te tijdrovend en wellicht te complex. De wereld verandert te snel om je als bedrijf nog grote en langdurige implementaties te kunnen veroorloven. Deze enorme systemen gaan ook vaak te ver voorbij aan de gemiddelde gebruiker. Bedrijven die hun landschap willen updaten, zullen daarom steeds vaker losse onderdelen gaan vervangen voor concrete oplossingen. Zo houden ze het allemaal behapbaar qua complexiteit, snelheid, risico en kosten. Bedrijven hebben zoals gesteld de behoefte aan een ERP-systeem dat de kerntaken van een project- en/ of serviceorganisatie automatiseert, maar niet alle subprocessen hoeft af te dekken. Het idee dat ERP tevens alle secundaire processen binnen de applicatiestack moet automatiseren is bovendien achterhaald, omdat dit lock-in bevordert, de complexiteit onnodig verhoogt, en het doorvoeren van updates risicovol maakt. De moderne ERP-oplossing is daarentegen vooral open richting andere applicaties en qua architectuur zo flexibel opgezet dat deze voor de gebruiker zelf eenvoudig en (dus) tegen lage kosten aanpasbaar is. Veranderingen worden automatisch verwerkt in de onderliggende database, maar ook de gebruikersinterface beweegt op basis van de aanpassingen mee. Attributen Neem de administratie van leaseauto’s, die per auto attributen als kenteken, energielabel en berijder kent. Mocht er op basis van ‘ERP niet klaar voor verandering’ SLIEDRECHT – Veranderingen zijn voor organisaties veelal kostbaar, storend en tijdrovend. Volgens onderzoek van IDC kosten aanpassingen in het ERP-systeem gemiddeld 1,2 miljoen dollar per jaar. Dat bedrag kan oplopen tot 4,1 miljoen dollar in het eerste jaar, nadat er al 2,5 miljoen dollar in het systeem is geïnvesteerd. Om de onderliggende datastructuur van het ERP-systeem te wijzigen, zijn er gemiddeld zo’n veertien werkdagen nodig. Daarnaast wetgeving of een vernieuwd bedrijfsbeleid op enig moment een nieuw attribuut nodig zijn – de fiscale waarde bijvoorbeeld – dan kan dit snel en simpel worden toegevoegd. Vervolgens wordt het nieuwe attribuut automatisch in de onderliggende database ingepast en aan de gebruiker gerepresenteerd. Bedrijven en eindgebruikers kunnen hierop direct rapporteren en acteren. In veel traditionele ERP-oplossingen is een dergelijke aanpassing niet mogelijk zonder de tussenkomst van dure consultants. Anders dan de aloude procesmachine is het ERP van de people-centric organisatie vooral een reporting engine, die voortdurend kan meebewegen met moderne kennis- en netwerkomgevingen. Daarbij staat tevens de gebruikerservaring van de mobiele medewerker centraal; zoals de consultant die op zijn of haar mobiele telefoon of tablet een prettige gebruikersinterface ervaart, geïntegreerd met de agendafunctie, maar ook gekoppeld aan sociale media voor het onderling kunnen delen van kennis en ervaringen. Vaststaat dat oude, statische ERP-oplossingen in een dynamische, sterk geconnecteerde omgeving niet meer werken. JEROEN PHILIPPI is in de Benelux verant woordelijk voor de marketing van UNIT4.‘ zijn werknemers van de IT-afdeling en andere afdelingen nodig om de veranderingen door te voeren, wat ten koste gaat van de productiviteit. Het IDC-rapport toont aan dat bedrijven beter kunnen zoeken naar flexibele systemen die tegemoetkomen aan zakelijke behoeften, zonder dat er veel extra geïnvesteerd hoeft te worden. Uit vergelijkingsonderzoek door organisatieadviesbureau Eval-Source, blijkt dat de software van UNIT4 het meest geschikt is voor snel veranderende organisaties. De onderscheidende architectuur van de software zorgt ervoor dat de meeste aanpassingen snel kunnen worden doorgevoerd door de gebruikers zelf, zonder dat een specialist van de IT-afdeling nodig is. Dit leidt tot een enorme besparing in kosten en tijd. Unit4 Agresso populair bij projectgestuurd bedrijf SLIEDRECHT – Enterprise-softwareleverancier UNIT4 groeit momenteel sterk in de Verenigde Staten. Het bedrijf scoort opvallend hoog bij liefdadigheidsinstellingen en non-profitorganisaties, de zogenoemde ‘niet-gouvernementele organisaties’ (NGO’s). Ook hier neemt de belangstelling toe. U kunt het hele rapport downloaden via www.unit4/mintjutras.nl Jeroen Philippi, in de Benelux verantwoordelijk voor de marketing van UNIT4, kan de toenemende vraag naar de ERP-oplossing van UNIT4 Agresso goed verklaren. “NGO’s zijn organisaties die heel transparant moeten kunnen rapporteren aan hun donateurs. Vaak zijn ze over de hele wereld op wisselende plaatsen actief, met name in ontwikkelingslanden. Hun uitdaging is projecten snel te kunnen starten, transparant op te zetten en te draaien met een continu inzicht in geïnvesteerde tijd, geld en menskracht. Liefst zonder tussenkomst van IT-consultants.” Ook in Nederland wordt UNIT4 Agresso steeds populairder bij bedrijven die veel internationaal en projectgedreven opereren. Topbaggeraar Van Oord moet bijvoorbeeld direct operationeel zijn wanneer het ergens ter wereld een project binnenhaalt. Philippi: “Dat vraagt om een IT die terstond en zonder al teveel menselijke inspanning aangepast kan worden.” Een andere UNIT4-klant is het toonaangevende ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, eveneens een bedrijf waarbij het kunnen meebewegen met veranderingen vooropstaat. “Die behoefte ondersteunen wij als geen ander.” Door Paul Cornelisse, Bernhard van Oranje e.a. Varia Alles draait om data – en Google wint SCHIPHOL-RIJK – Facebook en Google leven van de informatie over hun gebruikers. Voor Google lag dit meer voor de hand dan voor Facebook, maar sinds de komst van advertenties en diverse overnames als Instagram en WhatsApp is data bij het socialemediabedrijf een steeds grotere rol gaan spelen. Google blijft echter de onbetwiste datakoning. Bij zowel Facebook als Google is het bezitten van gebruikersdata en het combineren ervan een manier om waarde te creëren. Ze gebruiken allebei geavanceerde businessintelligence en analytics om hun gebruikers de meest relevante advertenties voor te schotelen, en zetten daarmee hun concurrenten op achterstand. Deze voorsprong is onder meer het gevolg van zogenaamde ‘netwerkeffecten’, waarbij de waarde van het netwerk toeneemt met het aantal aangesloten gebruikers en apparaten. Met name Google profiteert van deze effecten, omdat het de populairste zoekmachine is en het met Android, samen met Apple, de smartphonemarkt beheerst. Daarnaast beschikt het bedrijf over een sociaal platform. Google+ is gebaseerd op dezelfde filosofie als Facebook, maar dan met de integratie van meerdere Google-toepassingen. Waarde Google verzamelt data met name op basis van de zoekcommando’s van gebruikers en het gedrag dat daarop volgt. Daarnaast gebruikt het meerdere onderdelen van het Google-platform om data te verzamelen. Facebook verzamelt vooral ‘sociale gegevens’: data die gebaseerd is op hoe mensen communiceren en bewegen binnen het platform. Ook gegevens via WhatsApp-gesprekken kunnen worden verzameld. Er zitten echter wettelijke grenzen aan het gebruik hiervan. Facebook loopt daarom eerder dan Google aan tegen het ‘privacyplafond’. Google wil een zo compleet mogelijk platform aanbieden, terwijl Facebook zich richt op het ultieme sociale netwerk. De waarde van een gebruiker is bij Google overigens meer dan twee keer zo hoog als bij Facebook: 217,08 tegenover 90,59 dollar. De winst per gebruiker is bij Google meer dan zes keer zo groot, namelijk 10,09 tegenover 1,63 dollar. Toekomst Facebook heeft meer dan 17 miljoen dollar geïnvesteerd in overnames en is daarmee het grootste sociale platform. De investeringen betreffen evenwel uitsluitend bronnen die de kracht van het ‘sociale gedeelte’ versterken, geen diensten die de groei en variatie van data in de toekomst kunnen waarborgen. Daarnaast kampt Facebook steeds meer met “Facebook kampt steeds meer met negatieve netwerkeffecten” Paul Cornelisse negatieve netwerkeffecten. Mensen worden door de groei en overnames bang dat hun identiteit en gegevens worden gebruikt, wat ten koste gaat van hun privacy. Google richt zich op zijn beurt volledig op investeringen die gericht zijn op nieuwe manieren van data verzamelen. Google Glass en andere innovaties leiden tezamen tot een ware innovation circle. Dankzij big data ontstaan inkomsten, die Google investeert in de ontwikkeling van nieuwe dataresources waarmee nieuwe data en trends worden verzameld. Die data en trends gaat Google vervolgens weer gebruiken om inkomsten te genereren. En zo is de cirkel rond. PAUL CORNELISSE is directeur bij benchmark- en sourcingsadviesorganisatie Metri Group. ‘Overheid te weinig voortvarend met open data’ DEN HAAG – Nederlandse overheidsinstellingen moeten meer energie steken in het actief digitaal beschikbaar stellen van hun databestanden. Het kabinet besloot vorig jaar september meer informatie actief openbaar te maken. Daarover ligt ook een initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks en D66 in de Tweede Kamer, maar volgens de Rekenkamer moet er meer actie komen, zo staat in een recent rapport. De overheid moet “méér het voortouw” nemen, stelt Rekenkamer-president Saskia Stuiveling. Open toegang tot databestanden zorgt ervoor dat overheidsinstellingen transparanter werken, maar tegelijkertijd kan deze data fungeren als motor voor nieuwe bedrijvigheid. “Leren van ervaringen uit andere landen en initiatieven in eigen land kunnen de ontwikkeling van open data stimuleren en voor een transparantere overheid zorgen. Zo hebben ministeries nu nog geen goed overzicht van alle data waar zij zelf over beschikken. De chief information officer heeft hierin een belangrijke rol te vervullen”, aldus Stuiveling. Het kabinet kan de juiste randvoorwaarden creëren voor een beter aanbod en meer gebruik van open data, waarbij tegelijkertijd de integriteit van data is verzekerd. Koplopers Internationaal worden de voordelen van openbare gegevens die zonder beperkingen in financiële en juridische zin mogen worden hergebruikt, steeds meer erkend. Landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk lopen hierin voorop. Ook in het beleid van de Europese Commissie speelt open toegang tot overheidsdata een belangrijke rol. Volgens de Europese Commissie kan de economische waarde van hergebruik van open data oplopen tot 70 miljard euro. De eerste belangrijke schapen zijn overigens over de dam. Zo heeft staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn handtekening gezet onder het Europese samenwerkingsverband Elixir voor open toegang tot biologische en biomedische onderzoeksdata. In het domein van de verkeersinformatie heeft de NDW eind vorig jaar hulpmiddelen gelanceerd voor gratis toegang tot verkeersinformatie. 13 Connected enterprise werkt doelgericht De ‘connected enterprise’ betekent het daadwerkelijk aangaan van relaties met elkaar en echt kennis delen. Een organisatie die daadwerkelijk de verbinding mogelijk maakt. Gebeurt dat niet, dan zal de term het zoveelste modewoord zijn dat een niet-gerealiseerde belofte behelst. Eigenlijk heb ik moeite met de term connected enterprise. Al sinds het begin van de automatisering was dit namelijk de droom: een organisatie die intern informatie kan delen. Immers, welke organisatie zet ict in om vooral maar niet connected te zijn? Dus in zichzelf stelt het begrip niet zoveel voor. Het is echter een manier om modernere technieken van communicatie centraal te zetten. Als we niet oppassen dan leidt het teveel tot spielerei. Meer dan technologie Daarin schuilt volgens mij ook het gevaar. Wat echt belangrijk is: de goede uitwisseling van informatie wordt ondergeschikt aan de mogelijkheid om onderling digitaal te communiceren. De productiviteit groeit vervolgens niet, maar neemt juist af. De techniek blijkt – ook in onderzoeken – dan niet te leiden tot efficiëntie maar juist tot een afname ervan. Het aantal vergaderingen neemt toe, waarbij de technologie centraal komt te staan. De focus op de onderwerpen die belangrijk zijn, blijft uit. En wat zou moeten gebeuren, gebeurt niet: er blijven schotten tussen afdelingen bestaan waardoor de individuele prestaties wel deugen, maar de som der delen niet. Het gesegmenteerd werken is voor veel organisaties nog altijd een harde realiteit. Ook de belofte dat de technologie de noodzaak van het hebben van veel kantoorruimte drastisch zou beperken, wordt niet bewaarheid. Net zo min als het fors minder reizen als gevolg van de nieuwe vormen van met elkaar in verbinding staan. Eerder valt op dat er meer wordt gereisd en vergaderd. Een gemiddelde manager blijkt uit onderzoek zo’n acht uur per week te vergaderen, terwijl senior managers daar twintig uur per week mee bezig zijn. Uit organisaties komt niet wat er uiteindelijk uit zou moeten komen en dan levert de connected enterprise bitter weinig op. Goede ict De echte connected enterprise moet het ook niet van de tooltjes hebben, maar van goede ict; een basisinfrastructuur die goed is ingericht. Die stap is een stuk ingewikkelder. Het betekent namelijk het goed op elkaar afstemmen van processen en technologie, waarbij je de informatiestromen op zo’n manier inricht dat het klopt. Als je met een dergelijke basis-ict nieuwe technologie gaat inzetten, dan levert het iets meer op. De juiste informatie en de juiste processen worden nu gefaciliteerd. Pas dan valt er voordeel te halen uit digitalisering. Organisaties die inzetten op een verbod om technologie tijdens vergaderingen te gebruiken, maar het weer met pen en papier moeten redden, ervaren meer productiviteit van de bijeenkomsten. Ook het consolideren van processen en het inzetten van beleid om segmentering in organisaties te beëindigen, werkt. We zullen dus concreter moeten worden hoe we de connected enterprise vormgeven. Echte informatie in de organisatie laten rondgaan en het doelgericht werken, moet de focus krijgen. Geen buzzword kan die noodzaak vervangen. Als technologie daarbij een rol kan spelen, is het mooi. Maar gadgets mogen nooit een doel op zich zijn. BERNHARD VAN ORANJE is medeoprichter van nearshorebedrijf Levi9 Global Sourcing. 14 Door onze redactie Fotografie Roelof Pot Discussie Rondetafelbijeenkomst: Transforming IT Van dienstbaarheid naar partnership AMSTERDAM – Hoe krijgen we de business aan tafel? Beter gesteld: hoe komen we bij de business aan tafel te zitten? Die vraag stond centraal tijdens een rondetafeldiscussie met als thema ‘Transforming IT, leading business’ die werd georganiseerd door CIO Magazine en T-Systems. Bij een onderwerp als de ‘transformatie van IT’ gaat het al snel om de vraag hoe IT de business kan enablen. “Maar het gaat al lang niet meer om het enablen van de business”, zo merkte een van de deelnemers op. “IT moet de business aanjagen en een CIO moet ook kunnen worden afgerekend op de KPI’s van de business.” In deze visie zou het niet halen van de doelstellingen die aan de business worden opgelegd, ook gevolgen kunnen of moeten hebben voor de CIO. “Op zo’n manier wordt de CIO een strategische partner waarmee ook wordt gepraat als het niet over IT gaat.” Geen klanten Deze visie werd tijdens de discussie breder gedragen, al was iedereen het erover eens dat voor een dergelijk sturende en stuwende rol van IT wel eerst een mentaliteitsverandering binnen de gehele IT-organisatie nodig is. “Dat dienstbare, die serviceorganisatie waar IT in wordt geduwd, daar moeten we vanaf”, zo merkte de CIO van een grote organisatie op. “Intern heb ik het verboden om het over ‘klanten’ te hebben, want intern ken ik geen klanten maar alleen collega’s. Geregeld maak ik het mee dat een IT’er achteraf – als een systeem niet blijkt te werken – zegt dat het ‘niet zo handig was om het zo aan te pakken’. Als ik dan vraag waarom hij het toch zo heeft gedaan, krijg ik als antwoord: ‘Ja, zij wilden het zo’. Iedere IT’er moet gaan begrijpen dat hij bij een bedrijf werkt om het bedrijf beter te maken en niet om vriendjes te blijven met bijvoorbeeld de marketingmanager.” “Ik hoor ‘wij en hullie’ nog steeds heel veel”, merkte een andere deelnemer op. “Om IT als functie te kunnen integreren in de business zal de CIO eerst uit zijn ‘systeembeheercomfortzone’ moeten komen.” Ron Broeren, bij Heineken verantwoordelijk voor de wereldwijde sourcing: “Als IT moet je een gesprekspartner kunnen zijn voor de business, en ook nee kunnen zeggen. Als je alleen een IT-dialoog hebt, kom je er vervolgens met de business niet uit.” Transformatie Broeren was gevraagd om tijdens de rondetafeldiscussie toe te lichten hoe de transformatie van IT zich momenteel binnen Heineken voltrekt. “Wij komen uit een situatie waarin alles werd ‘ge-Heinekenized’ omdat we een unieke organisatie zouden hebben”, schetste Broeren. “Nu gaan we voor de klassieke kant van IT veel meer richting een standaard die we aan de leveranciers kunnen overlaten. Want als bijvoorbeeld Office 365 werkt voor DSM, waarom dan niet voor ons? Nog altijd zijn er dan hordes architecten die roepen dat het niet werkt, maar daar moeten we echt mee stoppen. Ik wil zoveel mogelijk ‘van de plank’ kopen, zodat ik geen omkijken heb naar de klassieke IT en tijd over heb om de business vooruit te helpen.” “We zitten nu nog sterk aan de IT-kant, maar schuiven voorzichtig op richting de business”, vervolgde Broeren. De Manager Global Sourcing gaf als voorbeeld de afdelingen “Uiteindelijk ontstaat een virtuele organisatie met een gemeenschappelijk doel” voor wereldwijde marketing en sales die na een avond Champions League-voetbal snel de resultaten van de gevoerde campagnes inzichtelijk willen hebben. “Op dat soort speerpunten bouwen we een heel intieme relatie op. Als je ’s nachts de IT’ers wakker maakt die bij marketing betrokken zijn, zeggen ze waarschijnlijk dat ze voor marketing werken. Dat is goed voor de business.” Al moest Broeren erkennen dat deze houding ‘niet echt helpt bij het opruimen van de IT’. Innovatie “Eigenlijk maakt het niet uit voor wie IT’ers denken te werken, en aan wie ze moeten rapporteren. Het is gewoon een andere manier van opereren”, zo vond een andere deelnemer. “Uiteindelijk ontstaat er een virtuele organisatie met een gemeenschappelijk doel. Deze virtuele organisatie zal wel in twee onderdelen uiteenvallen: in een onderdeel dat verantwoordelijk is voor het transactionele stuk dat ‘gewoon moet werken’ en een onderdeel dat verantwoordelijk is voor de innovatie.” Daarmee werd een belangrijk punt aangeroerd: wie is het beste gepositioneerd om de innovatie binnen de organisatie te leiden? “Verandert de ‘I’ in CIO de komende tijd naar ‘Innovation’?”, zo vroeg Managing Director Jerry Boezel van T-Systems Nederland, die als discussieleider en host van de bijeenkomst optrad. “Iemand zal die rol moeten pakken, en ik denk dat de CIO zich daarvoor in een uitstekende positie bevindt, omdat die op de data zit en weet wat er te koop is.” Uitsterven “Maar de CIO gaat dat niet alleen redden”, zo ging de discussie verder. Binnen IT moeten er meerdere personen zijn die kunnen inschatten welke innovaties belangrijk zijn voor de business. Daarnaast zal innovatie ook vanuit de board moeten komen, zo vonden de meeste deelnemers. “Het zal steeds minder vaak voorkomen dat een CEO geen verstand heeft van IT. En CIO’s die geen verstand hebben van de business, sterven uit.” Door Dick Schievels IT & telecom 15 Linxdatacenter: IT-springplank naar Oost-Europa en Rusland AMSTERDAM – Linxdatacenter vormt samen met Linxtelecom de Linx Group, een internationale connectivity-, datacenter- en cloud-solutionsprovider met Nederlandse X wortels, die zich specifiek richt op Oost-Europa en Rusland. Voor buitenlandse bedrijven die in deze markt opereren, lijkt het de IT-partner met exact de juiste expertise. Met name in een tijd van politieke instabiliteit. “We zijn in 2000 gestart als Linxtelecom, een bedrijf dat vooral netwerkdiensten levert aan operators die hun activiteiten uitbreiden richting Oost-Europa”, vertelt Jan Jaap Bosschieter, Manager Business Solutions bij Linxdatacenter. “Vervolgens zijn we ook datacenterservices gaan ontwikkelen. Zo ontstond in 2006 Linxdatacenter. Samen zijn zij nu verenigd in de Linx Group.” Oost-Europa en Rusland vormen het terrein waarop de Linx Group zijn ict-expertise Architectuur Het fundament van de LinxCloud-oplossing wordt gevormd door de FlexPod-architectuur van VMware, Cisco en NetApp. “Timeto-market is tegenwoordig heel belangrijk. Daarom zijn we niet zelf gaan bouwen maar hebben we de beste oplossing gekozen die hiervoor op dit moment op de markt beschikbaar is.” Met technologie van deze drie leveranciers kan een zogeheten secure multi-tenancy (SMT-)platform worden gebouwd dat bestaat uit VMware VM’s (virtual machines), Cisco UCS-blades en Cisco Nexus-switches en NetApp virtual storage containers. “Ieder bedrijf krijgt zo eigenlijk zijn eigen virtuele datacenter in een box, een Virtual Private Cloud”, legt Bosschieter uit. “Zo’n box of container is volledig beveiligd en afgeschermd van andere containers. Klanten die kiezen voor onze datacenters willen steeds meer flexibiliteit en wendbaarheid. Alles zoveel mogelijk virtualiseren helpt daarbij enorm.” Linxdatacenter verkoopt zijn services zowel direct als via partners, waarvan het merendeel bestaat uit system integrators. “We zijn een kwaliteitsspeler daar, ook voor de lokale partijen zoals Gazprom of Kaspersky” heeft vergaard en uitgebouwd. Kennis van de lokale omstandigheden is naast de ictexpertise het tweede handelsmerk van Linx. Het van oorsprong Nederlandse bedrijf, met zijn hoofdkantoor in Amsterdam Zuid-Oost op een steenworpafstand van dat van Cisco, kent de omstandigheden in landen als Polen, Oekraïne, Rusland en de Baltische staten als geen ander. Het bedrijf werkt voornamelijk met lokale mensen die de taalbarrières helpen overbruggen en ook eventueel op juridisch vlak de weg weten te plaveien. “Als Linxtelecom hielpen en helpen wij westerse telecombedrijven als het ware de sprong naar Oost-Europa te maken”, vervolgt Bosschieter zijn betoog. “Met Linxdatacenter concentreren we ons nu op ict-services voor enterprises die eenzelfde soort sprong hebben gewaagd of voor ogen hebben.” Eigen datacenters Linxdatacenter beschikt over vier eigen carrierneutrale datacenters met een totaal oppervlak van rond de 13.000 vierkante meter. Ze staan in Moskou, Sint-Petersburg, Warschau en Tallinn (de hoofdstad van Estland). Met de van daaruit geleverde datacenterdiensten kan het bedrijf de volledige IT-infrastructuur van een klant voor zijn rekening nemen, inclusief het netwerk. “Neem bijvoorbeeld een ingenieursbureau of een internationale bierbrouwer,” geeft Bosschieter als voorbeeld, “die opereren daar op de lokale markt, maar nemen hun eigen corporate governance en kwaliteitseisen mee. Dat betekent onder meer dat ze hun spullen steeds vaker in een datacenter kwijt willen connectivity. “We zijn niet ‘alleen maar’ een datacenterprovider of ‘alleen maar’ een cloudprovider, we zijn ook een leverancier van netwerkdiensten. Dat is tenslotte het gebied waar we vandaan komen en daarin zijn we bij uitstek expert. Vooral als het gaat om het beteugelen van ‘latency’, de vertraging die optreedt als je elektronische data over grote afstanden transporteert. Wij weten heel goed hoe je je internetverkeer zo routeert dat die latency zo klein mogelijk wordt gehouden.” dat die gewenste kwaliteit ook kan leveren, zodat ze hun hele IT-infrastructuur op één niveau kunnen brengen.” Linxdatacenter is volgens Bosschieter bij uitstek geschikt om aan die behoefte te voldoen. Het is een westers bedrijf opgericht om westerse kwaliteit en kennis naar OostEuropa en Rusland te brengen. “We zijn een kwaliteitsspeler daar, ook voor de lokale partijen zoals Gazprom en security-softwareleverancier Kaspersky. Een punt dat door dit soort bedrijven sterk gewaardeerd wordt, is dat we een soort van westerse transparantie meebrengen. Dat is heel anders dan ze gewend zijn van bijvoorbeeld de doorsnee plaatselijke organisatie waarmee ze normaal van doen hebben.” LinxCloud De datacenterservices die Linxdatacenter zijn klanten te bieden heeft, zijn: colocatie, business continuity & disaster recovery, databack-up, dedicated server en crossconnect. De eerste vier spreken min of meer voor zich, de laatste betreft een connectieservice waarmee klanten binnen het datacenter via coax, UTP-cat6 of glasvezel kunnen worden verbonden met partners, leveranciers of klanten. Daarnaast levert Linxdatacenter sinds 2012 zijn eigen LinxCloud-oplossing, een uitgebreid portfolio aan clouddiensten bestaande uit: LinxCloud infrastructure as a service (IaaS), LinxCloud back-up as a service (BaaS), LinxCloud virtual datacenter, LinxCloud remote datastorage en LinxCloud disaster recovery as a service (DRaaS). “We hebben twee strikt gescheiden clouds, een Russische en een Europese”, licht Bosschieter desgevraagd toe. “Dat is belangrijk voor bedrijven omdat er strikte regels gelden betreffende waar data wel en niet heen mogen. Met name als het gaat om persoonsgebonden data, moeten landsgrenzen in acht worden genomen en mogen die gegevens enerzijds de EU of anderzijds Rusland niet uit.” Een ander punt waarin Linxdatacenter zich onderscheidt van de concurrentie is Politieke constellatie Tot slot: wat is eigenlijk de invloed van de huidige politieke constellatie in Oost-Europa op Linxdatacenters business? Bosschieter: “Wij bemoeien ons niet met politiek. Wij leveren zakelijke ict-diensten. Maar het is interessant te constateren dat die oplopende politieke spanning van de laatste tijd de vraag naar onze services juist blijkt te stimuleren. En zo gek is dat niet natuurlijk. Data worden voor bedrijven steeds belangrijker, het beschermen daarvan dus ook. Security wordt sowieso steeds meer een issue; en in tijden van politieke spanning wordt dat alleen nog maar eens onderstreept. Een betrouwbare datacenter- en cloudspecialist, die goed oog heeft voor security, zowel de internationale als de lokale verhoudingen goed kent, en ook nog eens uitblinkt in connectivityservices wordt dan extra aantrekkelijk, is mijn duiding.” PROJECT IN DUBAI? UW ORGANISATIE GAAT GEWOON MEE. ERP-software van UNIT4 is gemaakt om snel te schakelen. Flexibel, gebouwd voor organisaties die het van hun mensen moeten hebben. Mensen die via de nieuwste technologie met elkaar werken en communiceren. Dus of uw nieuwe project nu ligt in Dordrecht, Duisburg of Dubai, uw organisatie gaat gewoon mee. Kijk op unit4.nl/mee UNIT4. SOFTWARE VOORUITGEDACHT 139.033 Adv 265x390.indd 1 23-04-14 12:39
© Copyright 2024 ExpyDoc