Wie verleidt de prinses? Betekenis van woorden in zinnen w 1 Woordenschat Nodig Per kind werkblad 4-5/1. Beschrijving van de activiteit Deel het werkblad uit en open eventueel ook het werkblad op het digibord voor een klassikale uitleg. Lees met de hele groep de tekst hiernaast uit het prentenboek ‘Sinterklaas en de tijdmachine’. Licht de moeilijke woorden nog even niet toe. Laat daarna zelfstandig het werkblad maken. Als de zin hieronder bij het verhaaltje past, kleuren ze het rondje voor de zin groen. Past de zin er niet bij, dan kleuren ze het rondje rood. W De ridders doen hun zwaarden in zakken. (fout) W De ridders lopen voor cadeau-Piet uit. (goed) W De cadeau-Piet hapt naar adem omdat hij te weinig gegeten heeft. (fout) W De cadeau-Piet vindt zichzelf heel belangrijk. (fout) W De cadeau-Piet hapt naar adem omdat hij erg hard gelopen heeft. (fout) W hoort wat hij zegt. (fout; kan ook goed zijn) W De prinses vindt de ridder die haar chocola geeft heel erg aardig. (goed) W De prinses krijgt het koud als ze de ridder ziet. (fout) De ridders laten hun zwaarden zakken en cadeau-Piet loopt achter hen aan het kasteel in. Daar zit de beeldschone prinses. Cadeau-Piet hapt naar adem. ‘Alsjeblieft,’ zegt hij tegen de ridders. ‘Chocoladeletters! Doe je best.’ Een van de ridders weet meteen hoe hij het moet aanpakken. ‘Voor mijn allerliefste prinses,’ fluistert hij. En door zijn bijna gesloten ogen ziet hij hoe de prinses voor hem smelt. Bespreek de resultaten. Laat foute antwoorden verbeteren nadat u gevraagd heeft waarom ze voor dit antwoord gekozen hebben. Extra: maak vier verschillende woordspinnen op het bord rondom de volgende woorden: ridder, prinses, chocoladeletter en liefde. Bespreek moeilijke woorden. Laat de kinderen daarna zelf kiezen over welk van de vier woorden ze een kort verhaaltje willen schrijven waarin zoveel mogelijk woorden uit de woordspin voorkomen. Sinterklaas en de tijdmachine w Wie verleidt de prinses? Betekenis van woorden in zinnen W De ridders doen hun zwaarden in zakken. W De ridders lopen voor cadeau-Piet uit. W De cadeau-Piet hapt naar adem omdat hij te weinig gegeten heeft. W De cadeau-Piet vindt zichzelf heel belangrijk. W De cadeau-Piet hapt naar adem omdat hij erg hard gelopen heeft W De ridder fluistert omdat hij niet wil dat de andere ridder hoort wat hij zegt. 1 W De prinses vindt de ridder die haar chocola geeft heel erg aardig. W De prinses krijgt het koud als ze de ridder ziet. Sinterklaas en de tijdmachine
© Copyright 2024 ExpyDoc