Gemeente Tubbergen Verkeer Geeste Geest eren Analyse knelpunten en maatregelen EINDRAPPORT Gemeente Tubbergen Verkeer Geesteren Analyse knelpunten en maatregelen EINDRAPPORT Datum Kenmerk Eerste versie www.goudappel.nl [email protected] 25 februari 2014 TBN033/Adr/0480 11 oktober 2013 Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Gemeente Tubbergen Titel rapport Verkeer Geesteren Analyse knelpunten en maatregelen EINDRAPPORT Kenmerk TBN033/Adr/0480 Datum publicatie 25 februari 2014 Projectteam opdrachtgever(s) Noaberkracht Dinkelland Tubbergen: Jan Beekman, Raymond Koetsier Werkgroep verkeer Geesteren: Gerrit Olimulder, Gerard Wermelink, Thomas Kottink, Marcel Krikhaar, Herman Huis in ’t Veld Projectteam Goudappel Coffeng www.goudappel.nl Rico Andriesse (projectleider), Jeroen Terlouw, Rogier van der Honing Inhoud 1 1.1 1.2 Inleiding Aanleiding: Dorpsplan Plus Opgave: knelpunten en oplossingen in beeld 1 1 2 2 2.1 2.2 2.3 2.4 Resultaten veldwerk Intensiteiten gemotoriseerd verkeer Inzoomen op vrachtverkeer Inzoomen op doorgaand verkeer Effect randweg Vriezenveen 3 3 4 4 6 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 Analyse knelpunten Aanpak: vorm- functie - gebruik Gehanteerde intensiteiten Analyse hoofdwegen Doorkijk 2020 Overige knelpunten Resumé beoordeling 7 7 8 11 23 24 25 4 4.1 4.2 4.3 Maatregelen binnen de kern Inleiding Verkenning Voorstel maatregelen 27 27 27 30 5 5.1 5.2 5.3 Maatregelen buiten de kern Beschouwde randwegen Effecten randweg Procedure 32 32 33 34 6 Conclusie 37 1. 2. 3. 4. 5. www.goudappel.nl Pagina Bijlagen Uitkomsten wegenscan Ongevallen Snelheidsbeeld Circulatiemaatregelen Vriezenveensweg Effecten randweg 1 Inleiding 1.1 Aanleiding: Dorpsplan Plus De bevolking van Geesteren heeft onlangs het ‘Dorpsplan Plus Geesteren’ samengesteld. Wensen en ambities voor het functioneren van het dorp zijn in dit plan verwoord. Over de uitvoering van het Dorpsplan is een convenant gesloten. Daarin is voor het onderdeel verkeer vastgelegd dat de gemeente in het algemeen verantwoordelijk is voor verkeersveiligheid en -afwikkeling. Dat wil niet per se zeggen dat alle suggesties uit het Dorpsplan kunnen worden gehonoreerd, maar wel dat deze serieus worden onderzocht. Dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met de gemeente Tubbergen en de Werkgroep 1 Verkeer Geesteren . Veel van de in het Dorpsplan genoemde verkeersaspecten hebben een relatie met de hoeveelheid (doorgaand) verkeer door het dorp. Daardoor hebben verkeersmaatregelen in het dorp een belangrijke relatie met twee samenhangende ontwikkelingen: ■ Het eventueel afmaken van een randweg aan de noordwestzijde van Geesteren. Voor deze weg zijn in het verleden onderzoeken uitgevoerd, maar dit heeft niet geleid tot een concreet voorstel. ■ De realisatie van een nieuwe wegverbinding (Oostelijke Rondweg) tussen de N36 en de Geesterenseweg langs de zuidzijde van het Oosteinde in Vriezenveen. Deze nieuwe weg kan invloed hebben op het doorgaande verkeer door Geesteren. Deze weg is onlangs geopend. 1 www.goudappel.nl De Werkgroep Verkeer Geesteren bestaat uit een afvaardiging uit de dorpsraad van Geesteren, Ondernemersvereniging ‘Koopdorp Geesteren’ en de werkgroep Verkeer van het Dorpsplan+ voor Geesteren. Verkeer Geesteren 1 1.2 Opgave: knelpunten en oplossingen in beeld De gemeente Tubbergen heeft Goudappel Coffeng BV gevraagd, in samenspraak met de Werkgroep Verkeer Geesteren, de volgende vragen te beantwoorden: ■ Welke noodzaak is er en welke mogelijkheden zijn er om de verkeersknelpunten uit het Dorpsplan op te lossen of te verminderen? - Wat is het probleem? Hoe ernstig is het? - Wat is de oorzaak? - Wat wordt met aanpassingen beoogd? - Welke oplossingen zijn er en welke verdient de voorkeur? ■ In hoeverre kan het voltooien van de randwegstructuur rond Geesteren bijdragen aan een goede verkeerssituatie in het dorp? En zo ja, hoe kan de besluitvorming over de randweg de komende jaren gestalte krijgen? Welke maatregelen zouden prioriteit moeten krijgen, ook gezien de voorgaande vraag? Het kan gaan om concrete maatregelen of verkeersbeleid. ■ Wat zijn de gevolgen van de realisatie van de Oostelijke Rondweg Vriezenveen? Figuur 1.1: Het centrum van Geesteren Leeswijzer Verschillende vragen worden in aparte hoofdstukken beantwoord: ■ Wat zeggen de tellingen over de situatie in Geesteren en de randweg Vriezenveen (hoofdstuk 2)? ■ Welke verkeersknelpunten zijn er en hoe ernstig zijn die (hoofdstuk 3)? ■ Welke oplossingen zijn er binnen de kern en welke verdient de voorkeur (hoofdstuk 4)? ■ In hoeverre kan een randwegstructuur rond Geesteren bijdragen aan een goede verkeerssituatie in het dorp (hoofdstuk 5)? Het rapport wordt afgesloten met een conclusie. Verkeer Geesteren 2 2 Resultaten veld veld werk Om inzicht te verkrijgen in de ernst van de knelpunten in het dorp en de eventuele noodzaak van een rondweg zijn metingen uitgevoerd. Deze metingen bestaan uit twee onderdelen: ■ we willen weten hoe druk het is op de meest bepalende punten in het dorp. Dit is in beeld gebracht met slangtellingen; ■ we willen weten in hoeverre het gemotoriseerde verkeer in het dorp doorgaand is ten opzichte van de kern. Dit is in beeld gebracht met een kentekenonderzoek. In dit hoofdstuk zijn de resultaten van deze metingen weergegeven. 2.1 Intensiteiten gemotoriseerd verkeer Met behulp van slangtellingen is in de week van 6 tot en met 12 september 2013 een volle week geteld. Op basis van de lengte van voertuigen is onderscheid gemaakt in personenauto’s en vrachtverkeer. De intensiteiten van het gemotoriseerd verkeer zijn in figuur 2.1 weergegeven. Figuur 2.1: Intensiteiten gemotoriseerd verkeer (mvt/etmaal, werkdaggemiddelde) www.goudappel.nl Verkeer Geesteren 3 2.2 Inzoomen op vrachtverkeer In figuur 2.2 is het aandeel vrachtverkeer ten opzichte van het totale gemotoriseerde verkeer op die weg weergegeven. Als we inzoomen op het vrachtverkeer valt op, dat er op de meeste wegen 8 à 9 % vrachtverkeer zit. De Haarbrinksweg heeft een iets hoger aandeel vrachtverkeer. Dit is mogelijk te verklaren door het vrachtverbod op de Vriezen2 veenseweg. Ter vergelijking: landelijk is het gemiddeld aandeel vrachtverkeer op dit soort wegen in weinig tot niet stedelijk gebied circa 7%. Figuur 2.2: Aandeel vrachtverkeer ten opzichte van totaal gemotoriseerd verkeer 2.3 Inzoomen op doorgaand verkeer Met een kentekenwaarneming is bepaald in hoeverre het gemotoriseerde verkeer van en naar de kern rijdt (bestemmingsverkeer) of door de kern heen rijdt (doorgaand verkeer). Op de invalswegen naar het dorp zijn de kentekens van de inkomende en uitgaande voertuigen genoteerd. Aan de hand van de kentekens van in- en uitgaande voertuigen en de tijd tussen de passages wordt een indeling gemaakt in doorgaand en bestemmingsverkeer, met onderscheid naar voertuigsoorten en worden de relaties door het dorp bepaald. Intern verkeer, dat in het dorp blijft, is geen onderdeel van deze tellingen. Verkeer dat binnen een bepaalde periode aan zowel de ene kant van het dorp als aan de andere kant van het dorp wordt gesignaleerd, wordt als doorgaand verkeer bestempeld. In het andere geval, als verkeer in een bepaalde periode alleen het dorp inkomt of alleen het dorp uitgaat, dan heeft het verkeer een herkomst of bestemming in het dorp en is het geen doorgaand verkeer. 2 Uit: VI Lucht en Geluid: eindrapport Een instrument voor het ramen van verkeersintensiteiten ten behoeve van luchtkwaliteit- en/of geluidberekeningen, 2007 Verkeer Geesteren 4 Op 12 september is in de ochtendspits tussen 6:30 en 8:30 het kentekenonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn de vier in- en uitgangen van het dorp beschouwd. De precieze locaties zijn hierna weergegeven. Figuur 2.3: Locaties kentekenonderzoek De resultaten van het kentekenonderzoek zijn in de bijlage weergegeven en in tabel 2.1 samengevat. Voor zowel auto- als vrachtverkeer is het aandeel doorgaand verkeer op de vier locaties weergegeven. totaal locatie gemotoriseerd ver verkeer v rachtverkeer rachtverkeer* verkeer* noord - Langeveenseweg 51% 50% oost - Denekamperweg 52% 79% zuid - Haarbrinksweg 34% 78% west - Vriezenveenseweg 52% 46% * Op basis van kleine aantallen vrachtverkeer. Tabel 2.1: Aandeel doorgaand gemotoriseerd verkeer en doorgaand vrachtverkeer Figuur 2.4 geeft de absolute aantallen doorgaand verkeer weer tussen de vier windrichtingen (noord – Langeveenseweg, oost - Denekamperweg, zuid - Haarbrinksweg en west – Vriezenveenseweg). Verkeer Geesteren 5 Figuur 2.4: absolute aantallen motorvoertuigen per 2 uur in de ochtendspits Uit tabel 2.1 en figuur 2.4 kan worden geconcludeerd dat er substantieel doorgaand verkeer door Geesteren rijdt. De grootste relatie doorgaand verkeer (in absolute aantallen) gaat van oost naar west en vice versa. 2.4 Effect randweg Vriezenveen In juni 2013 is de randweg in Vriezenveen geopend. Dit zou mogelijk kunnen leiden tot een directere route richting Geesteren en verder (vice versa) en daarmee mogelijk tot meer doorgaand verkeer in Geesteren. Om het effect van de randweg in Vriezenveen op Geesteren te bepalen is een vergelijking gemaakt van de intensiteiten auto en vracht door de jaren heen, inclusief de situatie nu. Er is zowel ten westen als ten oosten van Geesteren geteld. In tabel 2.2 is het verloop over de jaren te zien. jaar w est auto w est vracht oost auto auto oost vracht 2008 4.100 375 5.300 340 2009 4.100 - 5.200 - 2010 3.900 - 5.100 - 2011 4.200 - 5.200 - 2012 4.000 - 5.400 - NU* 3.900 370 5.100 395 * Andere jaren zijn jaar gemiddelden, dit jaar is een week in september. Tabel 2.2: Ontwikkeling autoverkeersintensiteiten westzijde en oostzijde dorp Als de afgelopen 5 jaar zonder randweg Vriezenveen wordt vergeleken met de situatie nu met randweg Vriezenveen, dan kan geconcludeerd worden dat het beeld de afgelopen jaren en nu nog steeds vrij constant is. Een voorzichtige conclusie is ook dat de randweg nauwelijks invloed heeft op Geesteren. Wel is het raadzaam om de vergelijking en telling nogmaals te doen als de randweg Vriezenveen wat langer in gebruik is (bijvoorbeeld volgend jaar). Verkeer Geesteren 6 3 Analyse knelpu knelpun elpunten 3.1 Aanpak: vormvorm- functie - gebruik In de jaren negentig is het concept ‘duurzaam veiligheid’ geïntroduceerd, om de ver3 keersveiligheidsproblematiek systematisch aan te pakken. Deze systeembenadering houdt in dat alle elementen van het verkeer goed op elkaar afgestemd moeten zijn. Het gaat dan om een afstemming tussen functie, vorm en gebruik. De inrichting van de weg dient in overeenstemming te zijn met de functie van de weg, waardoor het gewenste verkeersgedrag wordt gestimuleerd. Naar aanleiding hiervan worden alle wegen ingedeeld in categorieën, waarbij vervolgens elk van die wegen op een veilige, met zijn categorie overeenstemmende manier worden ingericht. Binnen de bebouwde kom wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsontsluitingswegen (met voorrang, fietsvoorzieningen en een maximumsnelheid van 50 km/h) en erftoegangswegen (met gelijkwaardige kruispunten, gemengd verkeer en een maximumsnelheid van 30 km/h). Binnen de hoofdcategorieën kunnen weer onderverdelingen zijn, zo zijn er in het gemeentelijk beleid (GVP 2004-2014) van Tubbergen twee typen erftoegangswegen onderscheiden met elk hun eigen kenmerken, type B en C. Erftoegangswegen B hebben een verblijfsfunctie en eventueel een gemengde verkeersfunctie, op deze wegen is sprake van een fietsroute. Op erftoegangswegen C staat verblijven centraal, dit zijn de echte woonstraten. Op basis van deze gedachten gaan aangrijpingspunten voor verkeersveiligheid gericht op de weg over het algemeen over het op elkaar afstemmen van (zie figuur 3.1): ■ beoogde functie (onderscheid in functie voor stromen, ontsluiten en verblijven); ■ gebruik (hoeveelheid, samenstelling en gedrag van het verkeer); ■ vormgeving (de fysieke verschijningsvorm, dus onder andere: het aantal rijbanen, scheiding van verkeerssoorten, verharding, markering, verlichting etc.). 3 www.goudappel.nl In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de geregistreerde ongevallen. Verkeer Geesteren 7 Beoogde functie Gebruik Vormgeving Figuur 3.1: Relaties tussen de beoogde functie, de vormgeving en het gebruik In het algemeen geldt dat de functie van een weg vast ligt in een categoriseringsplan. Niet overal heeft een gemeente altijd een herkenbare categorisering. De vormgeving, de functie en het gebruik van de weg zijn in deze gevallen niet in overeenstemming met elkaar. De knelpunten bevinden zich met name op de ‘tussencategorie’ van wegen (is het nu een 30 of 50 weg?) en op kruispunten. Deze knelpunten houden we bij voorkeur zo objectief mogelijk tegen het licht. Goudappel Coffeng heeft voor dit soort beoordelingen de Wegenscan ontwikkeld. Voor alle relevante vormgevingsaspecten van een weg wordt beoordeeld bij welke intensiteit van het gemotoriseerde verkeer knelpunten ontstaan voor bijvoorbeeld de oversteekbaarheid, veiligheid voor fietsverkeer, soepele afwikkeling op kruispunten etc. Zie bijlage 1. De intensiteitsgrenzen die uit de wegenscan komen zijn globale waarden. Zowel aan de grenswaarden als aan de intensiteiten die getoetst worden aan deze waarden zit een bepaalde onzekerheidsmarge. Als de intensiteiten in de buurt van de grens komen is het een aandachtspunt, en als de intensiteiten op een wegvak structureel boven de grens komen, dan adviseren we maatregelen te nemen. 3.2 Gehanteerde intensiteiten In hoofdstuk 2 zijn de resultaten van het veldwerk, de tellingen, weergegeven. Omdat niet op alle wegvakken is geteld, is het verkeersmodel van de gemeente Tubbergen gebruikt om de verkeersintensiteiten op de overige wegvakken in beeld te krijgen. In figuur 3.2 zijn de verkeersintensiteiten in het model voor de huidige situatie weergegeven. De intensiteiten uit het model voor de huidige en de toekomstige situatie en -indien aanwezig- uit de tellingen zijn zijn in tabel 3.1 weergegeven. De intensiteiten die voor de analyses in dit hoofdstuk zijn gebruikt, zijn vet gedrukt. Indien aanwezig is uitgegaan van de telling, anders is het model voor de huidige situatie gebruikt. In paragraaf 3.4 is een doorkijk gegeven op basis van de modelsituatie voor 2020. Verkeer Geesteren 8 Figuur 3.2: Intensiteiten gemotoriseerd verkeer model 2013 (mvt/etmaal) Figuur 3.3: Locaties intensiteitsvergelijking (1-10 en A-C) en onderzochte wegen (1-10) Verkeer Geesteren 9 nr. straat Telling 2013 Model 2013 Model 2020 1 Vinckenweg - 600 870 2 Langeveenseweg 1900 1900 2000 3 Vriezenveenseweg - 2800 2800 A Vriezenveenseweg 3900 4000 4300 - 6100 6200 (ten westen van rotonde) 4 Dorpsstraat (voor de kerk) 5 Dorpsstraat 5 100 4900 5100 6 Dorpsstraat - 4900 5100 B Denekamperweg 5100 5500 5700 3 5 00 3700 3300 3300 3500 (ten oosten van Schotboersweg) 7 Haarbrinksweg C Haarbrinksweg 8 Kormelinkstraat - 1100 1200 9 Lutkeberg - 1500 1700 10 Schotboersweg 320 320 310 Tabel 3.1: Intensiteiten (mvt/etmaal) De intensiteiten van het fietsverkeer zijn, op basis van aantal inwoners, gemiddelde fietsgebruik en beschikbaar netwerk ingeschat. Hieraan liggen geen tellingen ten grondslag. De aangenomen aantallen fietsers zijn weergegeven in figuur 3.4. Figuur 3.4: Aanname aantallen fietsers per etmaal Verkeer Geesteren 10 3.3 Analyse hoofdwegen Met behulp van de door Goudappel Coffeng ontwikkelde Wegenscan (zie bijlage 1) is de combinatie van vormgeving - functie - gebruik getoetst op verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid. De hoofdwegen die genummerd zijn (1-10) in figuur 3.3 zijn met de Wegenscan beschouwd. 3.3.1 Punt 1: 1 : Vinckenweg Figuur 3.5: Vinckenweg aspect beschrijving functie gebiedsontsluitingsweg 50 km/h vorm 6,00 meter breed waarvan 2 x 1,20 meter fietssuggestiestrook gebruik circa 600 mvt/etmaal snelheid v85 55 km/h Tabel 3.2: Kenmerken Vinckenweg De Vinckenweg is aangelegd als eerste onderdeel van een nieuwe randweg, maar deze randweg is -vooralsnog- nooit afgemaakt. De vormgeving biedt daardoor een hogere capaciteit dan het werkelijke gebruik. De Vinckenweg onderscheidt twee delen. Beide delen zijn circa 6,00 meter breed en kennen een maximumsnelheid van 50 km/h. De vormgeving van beide delen wijkt wel af. Het noordelijke deel is als een 50 km/h-weg, ingericht met de juiste markering en vrijliggende fietsvoorzieningen. Het zuidelijke deel is niet volledig als 50 km/h-weg ingericht. Dit deel heeft geen asmarkering en heeft aan beide zijden fietssuggestiestroken (zie ook figuur 3.5). Op beide delen van de weg rijden circa 600 mvt/etmaal. Verkeer Geesteren 11 De vormgeving van het zuidelijke deel van de weg voldoet tot een gebruik van circa 2.700 mvt/etmaal, daar boven zijn fietsstroken nodig. De combinatie van auto-intensiteit en –snelheid is maatgevend voor de noodzaak van fietsvoorzieningen. Het noordelijke deel heeft door de vormgeving een stuk hogere capaciteit vanwege de bestaande fietspaden. Beide delen voldoen, al kan overwogen worden om (als definitief geen rondweg wordt gerealiseerd) de snelheid op de Vinckenweg terug te brengen. 3.3.2 Punt 2: 2: Langeveenseweg Figuur 3.6: Langeveenseweg buiten en binnen het centrum aspect beschrijving functie erftoegangsweg 30 km/h vorm 6,45 meter breed waarvan het noordelijke deel 2 x 1,20 meter fietssuggestiestrook gebruik circa 1.900 mvt/etmaal Snelheid v85 40 km/h Tabel 3.3: Kenmerken Langeveenseweg Verkeer Geesteren 12 Ook de Langeveenseweg kent qua vormgeving twee delen. Beide delen zijn circa 6,45 meter breed. Op deze weg rijden circa 1.900 mvt/etmaal en circa 1.000 fietsers/etmaal. Een deel hiervan is doorgaand fietsverkeer. Qua vormgeving kent het noordelijke deel een asfaltverharding met fietssuggestiestroken. Het zuidelijke deel meer nabij het centrum is herkenbaar als 30 km/h ingericht met een klinkerverharding en optisch ruimte voor de fiets. De vormgeving van deze weg voldoet in beide gevallen tot een gebruik van circa 5.200 mvt/etmaal. In de huidige situatie zijn vorm functie en gebruik in balans. Een stukje naar het noorden is de Schotboersweg middels een voorrangskruispunt op de Langeveenseweg aangesloten. Vorm en functie en gebruik komen hier niet overeen. Hier zou volgens de functie een gelijkwaardig kruispunt meer op zijn plaats zijn. Het is aan te bevelen ook de fietssuggestiestroken te onderbreken ter hoogte van het kruispunt om de gelijkwaardigheid te benadrukken. Figuur 3.7: Kruispunt Schotboersweg 3.3.3 Punt 3: Vriezenveenseweg De Vriezenveenseweg is circa 5,4 meter breed op het klinkerdeel en circa 6,00 meter bij de rotonde. Er zijn zowel langsparkeervakken als haaksparkeervakken. Langs deze weg zit een basisschool. Op de Vriezenveenseweg rijden circa 2.800 mvt/etmaal en circa 1.000 fietsers/etmaal (inschatting). Verkeer Geesteren 13 Figuur 3.8: Vriezenveenseweg aspect beschrijving functie erftoegangsweg 30 km/h vorm 5,40 – 6,00 meter breed met langsparkeren en haaksparkeren gebruik circa 2.800 mvt/etmaal Snelheid v85 35 km/h Tabel 3.4: Kenmerken Vriezenveenseweg De aanwezigheid van de school in de omgeving maakt de situatie extra kwetsbaar. In de Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV 2012, CROW) worden haaks-parkeervakken aanbevolen voor erftoegangswegen, met uitzondering van: ■ fietsroutes, bij veel parkeerwisselingen; ■ schoolomgevingen, in verband met onveilige situaties bij uitparkeren. De aanwezigheid van krappe haaksparkeervakken (naast de Aanleg) leidt er in dit geval toe dat fietsers extra ruimte aan willen houden van de kant van de weg. De schrikafstand tot de haaksgeparkeerde auto’s is relatief groot. Dit leidt ertoe dat fietsers meer midden op het profiel rijden, terwijl het daar eigenlijk te druk voor is. Zeker bij het gebruik door schoolkinderen levert dit een ongewenst, verkeersonveilige situatie op. Ook voor uitparkerende auto’s is er weinig kijk- en manoeuvreruimte. Dit is vooral hinderlijk en levert vertraging op. Verkeer Geesteren 14 Figuur 3.9: Haaksparkeren Vriezeveenseweg 3.3.4 Punt 4: Dorpsstraat 1 voor de kerk Figuur 3.10: Dorpsstraat in het centrum aspect beschrijving functie erftoegangsweg 30 km/h vorm circa 6,00 meter breed gebruik circa 6.100 mvt/etmaal Snelheid v85 35 km/h Tabel 3.5: Kenmerken Dorpsstraat in het centrum (gedeelte voor de kerk) Verkeer Geesteren 15 De Dorpsstraat, op het korte wegvak voor de kerk, heeft de functie van een erftoegangsweg en is ook als zodanig ingericht. De weg en ook het kruisingsvlak met de Langeveenseweg zijn relatief breed. De straat is op dit punt met circa 6.100 mvt/etmaal en circa 1.000 fietsers/etmaal de drukste straat in Geesteren. Uit analyse met de Wegenscan blijkt dat er bij het huidige gebruik van de weg, uitgaande van een snelheid van 35 km/h, een aantal aandachtspunten zijn: ■ De wegbreedte is effectief 6 meter breed maar oogt door de shared-space inrichting breder. De oversteekbaarheid voor voetgangers is daardoor een aandachtspunt. Recentelijk is er al een extra zebra gerealiseerd (op de locatie met de meeste overstekers). Hierdoor zijn er nu voldoende veilige voetgangersoversteken beschikbaar op dit deel van de Dorpsstraat. ■ Uit de Wegenscan volgt ook dat er theoretisch sprake is van een krap profiel met een beperkte capaciteit in combinatie met fietsverkeer. Door de shared-space inrichting heeft de fietser echter voldoende uitwijkmogelijkheden, waardoor het profiel in praktijk niet als krap zal functioneren. ■ De aansluiting van de zijstraat (Vriezeveenseweg en Langeveenseweg) is een aandachtspunt voor de verkeers-afwikkeling. Aanvullende kruispuntberekeningen met OMNI-X, zie bijlage 1, laten zien dat het verkeer op een gelijkwaardig kruispunt nog wel af te wikkelen is en dat er nog relatief veel restcapaciteit aanwezig is. Het onderlinge effect van de twee kruispunten in elkaars nabijheid en het effect van de parkeerplaatsen bij de supermarkt is in de berekeningen echter niet meegenomen. ■ Vanwege de fietsveiligheid op het gemengde profiel is er weinig ruimte voor extra verkeer op het centrale deel van de Dorpsstraat. 3.3.5 Punt 5: Dorpsstraat 2 bij Zurinkstraat Figuur 3.11: Dorpsstraat - oostzijde aspect beschrijving functie erftoegangsweg 30 km/h vorm circa 6,00 meter breed gebruik circa 5.100 mvt/etmaal Snelheid v85 40 km/h Tabel 3.6: Dorpsstraat - oostzijde Verkeer Geesteren 16 De Dorpsstraat heeft ook hier nog de functie van een erftoegangsweg en is ook als zodanig ingericht. Toch ligt de gemiddelde snelheid in praktijk naar verwachting hoger dan 30 km/h (zie ook speed-profiles in de bijlage). De weg wordt gebruikt door circa 5.100 mvt/etmaal en circa 1.000 fietsers/etmaal. Maatgevend voor de beoordeling is de menging van autoverkeer en fietsverkeer in een gemengd profiel. Dit gebruik past, bij de huidige combinatie van intensiteit en snelheid van het autoverkeer, nog net bij de functie en vorm van de weg. Vooralsnog zijn vorm functie en gebruik nog net in balans. 3.3.6 Punt 6: Dorpstraat Dorpstraat 3: bij de Denekamperweg Denekamperweg Figuur 3.12: Dorpsstraat bij de Denekamperweg aspect beschrijving functie erftoegangsweg 30 km/h vorm Circa 6,00 meter breed waarvan 2x1,00 meter fietssuggestiestrook en langsparke- gebruik circa 4.900 mvt/etmaal Snelheid v85 40 km/h ren Tabel 3.7: Kenmerken Dorpsstraat bij de Denekamperweg De Dorpsstraat bij de Denekamperweg is een erftoegangsweg met een maximumsnelheid van 30 km/h, in de praktijk wordt hier sneller gereden. Dit blijkt uit de speed profiles in bijlage 3. De weg is voorzien van fietssuggestiestroken. De fietssuggestiestroken voldoen nog net. De huidige combinatie van fietsvoorziening en snelheid voldoet nog tot circa 5.300 mvt/etmaal. Er is dus nauwelijks ruimte voor meer verkeer. Bij meer verkeer (of een hogere snelheid) wordt het te druk om veilig te kunnen fietsen zonder aparte fietsvoorzieningen. De intensiteit kan alleen nog verder toenemen als de snelheid verder wordt verlaagd. Voor de aansluiting van de Mensinkkamp geldt dat deze gelijkwaardig is vormgegeven. Aanvullende berekening laten zien dat een gelijkwaardig kruispunt voor de verkeersafwikkeling voldoet. Bij een verdere toename van de intensiteit wordt ook het langsparkeren een aandachtspunt. Kortom, de functie vorm en het gebruik van de weg zijn nog net in balans. Verkeer Geesteren 17 3.3.7 Punt 7: Haarbrinksweg Figuur 3.13: Haarbrinksweg aspect beschrijving functie erftoegangsweg 30 km/h vorm circa 6,00 meter breed met haaksparkeren gebruik circa 3.500 mvt/etmaal Snelheid v85 40 km/h Tabel 3.8: Kenmerk Haarbrinksweg De Haarbrinksweg is een erftoegangsweg met een breedte van circa 6,00 meter. De weg wordt gebruikt door circa 3.500 mvt/etmaal en circa 1.000 fietsers/etmaal. Langs de weg vindt haaksparkeren plaats. Uit analyse met de Wegenscan blijkt dat met name dit haaksparkeren een aandachtspunt is in relatie tot het gebruik van de weg. In vergelijking met het haaksparkeren in de Vriezenveenseweg (zie ook de subparagraaf over deze weg voor een uitgebreidere toelichting op haaksparkeren) is de vormgeving veel beter (meer ruimte tussen parkeervak en de weg), maar is ook het gebruik van de weg en waarschijnlijk ook van de parkeervakken iets hoger. Op deze weg ligt ook het kruispunt Dorpsstraat - Broenenstraat. Dit kruispunt geldt als een aandachtspunt. In het dorpsplan Plus wordt het kruispunt onoverzichtelijk, onhandig en onveilig voor kinderen en ouders met kinderwagens genoemd. Het stoepje aan de Broenenstraat is zeer smal en hier kan met de kinderwagen niet worden gereden. Er is slechts op één plek van de kruising een zebra. Verkeer Geesteren 18 Aan de overzijde van de Broenenstraat is echter een trottoir aanwezig, waarover verder kan worden gelopen. Aangezien de Broenenstraat een rustige woonstraat is, kan deze zijtak eenvoudig over het plateau worden overgestoken. Een extra zebra heeft gezien de voorkomende intensiteiten geen enkele meerwaarde. Er zijn op dit punt geen aanpassingen nodig of wenselijk. Het kruispunt met de Broenenstraat met het plateau, is wel een geschikte locatie om de snelheid van het gemotoriseerde verkeer verder terug te brengen. Op deze locatie ligt de enige snelheidsremmende maatregel en het effect lijkt beperkt. Vanwege de functie als busroute en hoofdroute voor hulpdiensten lijkt het niet mogelijk om de snelheidsremmende werking van het plateau verder te versterken. Wel kan net voor dit kruispunt een busdrempel worden toegepast om de snelheid verder te verlagen. Figuur 3.14: Kruispunt Broenenstraat Verkeer Geesteren 19 3.3.8 Punt 8: Kormelinkstraat Deze locatie kent geen problemen maar is beoordeeld omdat hier mogelijke effecten kunnen optreden bij maatregelen op andere locaties. Figuur 3.15: Kormelinkstraat aspect beschrijving functie gebiedsontsluitingsweg 50 km/h vorm circa 6,10 meter breed waarvan 2 x 1,25 meter fietssuggestiestrook gebruik circa 1.100 mvt/etmaal snelheid v85 45 km/h Tabel 3.9: Kenmerken Kormelinkstraat De Kormelinkstraat is een gebiedsontsluitingsweg waar een maximumsnelheid van 50 km/h geldt. De breedte van de weg is circa 6,10 meter. De weg is ingericht met fietssuggestiestroken en wordt gebruikt door circa 1.100 mvt/etmaal en circa 200 fietsers/etmaal. Al is de weg niet ingericht als een echte 50 km/h-weg (onder andere geen asmarkering), uit analyse met de Wegenscan blijkt dat het gebruik van de weg in balans is met de functie en de vorm. Met andere woorden, het is zo rustig dat de vorm nog wel voldoet bij deze combinatie van functie en gebruik. Er is op deze weg ook nog ruimte voor een verdere verkeersgroei, bijvoorbeeld door maatregelen elders in het dorp. Verkeer Geesteren 20 3.3.9 Punt 9: Lutkeberg Deze locatie kent geen problemen maar is beoordeeld omdat hier mogelijke effecten kunnen optreden bij maatregelen op andere locaties. Figuur 3.16: Lutkeberg aspect beschrijving functie gebiedsontsluitingsweg 50 km/h vorm circa 6,00 meter breed waarvan 2 x 1,20 meter fietssuggestiestrook gebruik circa 1.500 mvt/etmaal snelheid v85 50 km/h Tabel 3.10: Kenmerken Lutkeberg De Lutkeberg is een gebiedsontsluitingsweg waar een maximumsnelheid van 50 km/h geldt. De breedte van de weg is circa 6,00 meter. De weg is ingericht met fietssuggestiestroken en wordt gebruikt door circa 1.500 mvt/etmaal en circa 200 fietsers/etmaal. Net als bij de Kormelinkstraat geldt dat ondanks het feit dat de weg niet ingericht is als een echte 50 km/h-weg (onder andere geen asmarkering), uit analyse met de Wegenscan blijkt dat het gebruik van de weg in balans is met de functie en de vorm. Er is op deze weg ook nog ruimte voor een verdere verkeersgroei, bijvoorbeeld door maatregelen elders in het dorp. Verkeer Geesteren 21 3.3.10 Punt 10: Schotboersweg De Schotboersweg is een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid van 30 km/h geldt. De betonverharding is 3,50 meter. De verharding wordt aan beide zijden verbreed met grasbetonstenen tot een totale breedte van 4,30 meter. Uit analyse met de Wegenscan blijkt dat deze breedte voldoende is om maximaal circa 700 mvt/etmaal te verwerken, voordat er bermschade optreedt. Vorm functie en gebruik zijn daarmee in evenwicht. Een aandachtspunt is wel dat huizen soms erg dicht op de weg staan. De gemeten snelheid (v85~ 50 km/h) is bovendien dusdanig dat, los van de maximale intensiteit die hieruit volgt, een beperking van de snelheid wenselijk is. Figuur 3.17: Schotboersweg aspect beschrijving functie erftoegangsweg 30 km/h vorm 4,30 meter waarvan 2x0,40 meter bermverharding (grasbeton) gebruik circa 300 mvt/etmaal snelheid v85 50 km/h Tabel 3.11: Kenmerken Schotboersweg Verkeer Geesteren 22 3.4 Doorkijk 2020 De analyse is gedaan voor de huidige situatie. Hier wordt een doorkijk gemaakt naar de situatie in 2020. Hierbij is gebruik gemaakt van het regionaal verkeersmodel Twente dat opnieuw is gekalibreerd aan de hand van de uitgevoerde tellingen rondom Geesteren. Grote ontwikkelingen die substantiële invloed hebben op de verkeersintensiteit in Geesteren zijn niet te verwachten. De intensiteiten voor 2020 zijn iets hoger dan in de huidige situatie, maar dat leidt niet tot andere conclusies. Zie ook figuur 3.18 en tabel 3.1 in paragraaf 3.2. De Dorpsstraat (punt 5) wordt circa 200 mvt/etmaal drukker. Dit extra autoverkeer kan nog worden verwerkt. Bij de Denekamperweg neemt de intensiteit met circa 200 mvt/etmaal toe. In de huidige situatie is al geconcludeerd dat bij een toename van het gebruik de veiligheid van de fiets in het geding komt. De grens wordt ook in de toekomstige situatie nog net niet overschreden. Het blijft daarmee een aandachtspunt maar leidt niet tot een andere beoordeling. Door de zeer beperkte verwachte toename van autoverkeer is de beoordeling voor de situatie in 2020 gelijk aan de beoordeling voor de huidige situatie. Figuur 3.18: Intensiteiten gemotoriseerd verkeer 2020 (mvt/etmaal) Verkeer Geesteren 23 3.5 Overige knelpunten Naast de ‘hoofdwegen’ in het dorp die een functie hebben voor het doorgaande verkeer en waar een duidelijke relatie is met de verkeersintensiteiten, zijn er in het Dorpsplan Plus Geesteren andere knelpunten benoemd die om een beoordeling vragen. ■ Vermolenweg en kruispunt Langeveenseweg; ■ hinder voor lichamelijk en visueel gehandicapten; ■ parkeren. 3.5.1 Vermolenweg De Vermolenweg is door de ligging in het netwerk en de realisatie van een deel van de 4 Randweg onbedoeld onderdeel geworden van de doorgaande verbinding tussen de Vriezenveenseweg en de Langeveenseweg. De breedte van de Vermolenweg bedraagt circa 5,50 meter, met enkele krappe bochten voorzien van relatief hoge trottoirbanden. Met deze vormgeving is de Vermolenweg geschikt voor het normale gebruik door personenauto’s en fietsers, maar voor gebruik door vrachtauto’s –zeker in twee richtingen - is dat onvoldoende. Vrachtauto’s zijn niet toegestaan op de Vermolenweg en de Vermolenweg is hiervoor ook niet geschikt. De bochten aan de oostzijde van de Vermolenweg en de boogstralen bij het kruispunt met de Langeveensweg zijn niet gedimensioneerd op vrachtverkeer. Tijdens evenementen is de Vermolenweg omleidingsroute, ook voor vrachtverkeer. Gezien het bovenstaande en aangezien ook de Schotboersweg niet geschikt is voor vrachtverkeer in twee richtingen, is het aan te bevelen om de omleidingsroute van het vrachtverkeer via Harbrinkhoek te leiden. 3.5.2 Hinder voor mensen met een visuele en lichamelijk lichamelijke ichamelijk e beper bepe r king Voor visueel gehandicapten is het ontbreken van gidslijnen, bijvoorbeeld in de vorm van een verhoogde trottoirband, in het centrumgebied een nadeel. Bekend is dat visueel gehandicapten in een shared space-omgeving moeite hebben om zich te oriënteren. Bekende houvasten ontbreken. Inspanningen voor het op weg helpen van visueel gehandicapten moeten zich op het centrumgebied richten. Op wegen met een duidelijk wegprofiel zijn minder aanpassingen nodig. Het is zaak in samenspraak met experts op het gebied van visueel gehandicapten maatregelen te bepalen. In het Dorpsplan is aangegeven dat rolstoelen (en ook kinderwagens) niet altijd goed ‘uit de voeten’ kunnen op de trottoirs. Sommige trottoirs zijn smal, andere wordt geblokkeerd door fietsen of uitstallingen. De breedte van de trottoirs is niet eenvoudig aan te passen. Waar het gaat om rustige woonstraten is het te overwogen de situatie te laten bestaan, omdat de intensiteit en snelheid op de hoofdrijbaan relatief beperkt zijn. Wie meer ruimte nodig heeft dan de beschikbare breedte kan de rijweg gebruiken. Juist in 4 In het bestemmingsplan is als randvoorwaarde opgenomen dat vrachtverkeer op deze route on- gewenst is. Verkeer Geesteren 24 een kleine dorpskern kan het hinderlijk parkeren van fietsen of plaatsen van uitstallingen het beste worden aangepakt door de bewoners zelf. Spreek elkaar aan. Waar een tekort aan fietsparkeercapaciteit het knelpunt vormt, is bijplaatsen van voorzieningen een goede oplossing. Op de drukkere doorgaande wegen is het medegebruik van de rijbaan uit veiligheidsoverweging niet goed mogelijk. Bij de beoordeling van de doorgaande wegen zijn geen knelpunten op het gebied van smalle trottoirs geconstateerd. Opvallend is wel dat de Lutkeberg en de Kormelinkstraat überhaupt geen trottoirs kennen. Dit is echter conform het gemeentelijk beleid: geen voetpaden langs wegen op bedrijventerrein. In het centrumgebied zijn geen verhoogde trottoirs aanwezig en is de toegankelijkheid voor mindervaliden dus uitstekend. 3.5.3 Parkeren In het kader van dit onderzoek zijn geen parkeerdrukmetingen uitgevoerd. De vermeende hoge parkeerdruk bij de slager en de bakker is daarom niet beoordeeld. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt een parkeertoets uitgevoerd en worden eventueel eisen gesteld aan het parkeren (bij vergunningsplichtige ontwikkelingen of wijzigingen). 3.6 Resumé beoordeling In dit hoofdstuk zijn tien locaties/straten met behulp van de Wegenscan geanalyseerd. Uit de probleemanalyse blijkt dat over het algemeen de straten in Geesteren optimaal ingericht zijn om de combinatie van afwikkeling van verkeer en verblijfsactiviteiten als fietsen, oversteken en parkeren te faciliteren. In figuur 3.19 zijn de beschouwde locaties weergegeven en is de ernst van eventuele problemen weergegeven. Hieruit blijkt dat er vijf van de tien beschouwde locaties geen verdere aandacht behoeven, deze locaties zijn optimaal ingericht. Maar er zijn wel enkele locaties die vanuit verkeersveiligheidsoogpunt aandacht behoeven of nog maar net acceptabel zijn. Eén situatie is zelfs onacceptabel, hier zijn maatregelen vereist. De belangrijkste locatie waar maatregelen nodig zijn, is de Vriezenveenseweg (locatie 3b). De combinatie van haaksparkeren (vormgeving vormgeving) intensiteit in de vormgeving en een hoge auto-intensiteit nabijheid van de school levert een verkeersonveilige situatie op. Ter hoogte van de school (locatie 3a) speelt het haaksparkeren niet, maar zorgen het krappe profiel en (vormgeving vormgeving) intensiteit nog wel voor een aandachtspunt. De schoolvormgeving een hoge auto-intensiteit omgeving kan meeprofiteren van eventuele maatregelen op het deel met haaksparkeren. Op de Dorpsstraat (locatie 4) en de Haarbrinksweg (locatie 7) is de combinatie snelheid snelheid – intensiteit een aandachtspunt. Als de intensiteiten toenemen, zal de snelheid verder moeten worden beperkt. Verkeer Geesteren 25 Figuur 3.19: Beoordeelde locaties ingedeeld naar ernst van situatie Ook is de intensiteit op de Dorpsstraat (locatie 5 en 6) beland op de grens van wat nog veilig kan worden afgewikkeld. Het opvangen van grote verkeerstoenames kan niet meer, tenzij de snelheid verder wordt beperkt. Op de Langeveenseweg (locatie 2) zijn vorm, gebruik en functie goed op elkaar afgestemd. Consistentie en continuïteit van het wegontwerp helpen de weggebruiker het wegbeeld te herkennen en het gedrag daar op af te stemmen. De vorm vorm geving van de aansluiting van de Schotboersweg als voorrangskruispunt past formeel niet binnen een 30 km/h-gebied en is in het kader van de herkenbaarheid een aandachtspunt. Dit kan worden ondervangen door een gelijkwaardig kruispunt te maken. Verkeer Geesteren 26 4 Maatregelen binnen de kern 4.1 Inleiding Uit de analyse met de Wegenscan zijn van de bestaande verkeerssituatie in Geesteren knelpunten en aandachtspunten naar voren gekomen (wat is het probleem en hoe ernstig is het?). In dit hoofdstuk wordt op basis van de oorzaak van de verkeersknelpunten gezocht naar maatregelen. Vervolgens beoordelen we de maatregelen op: ■ effectiviteit; ■ kosten (hoe ingrijpend is het?); ■ inpasbaarheid; ■ aansluiting bij de verdere inrichting in Geesteren; ■ draagvlak. 4.2 Verkenning Met maatregelen in Geesteren kan de verkeersveiligheid op de hiervoor geconstateerde aandachtslocaties worden verbeterd. Dit doen we door te sturen op de aangrijpingspunten (oorzaken). De mogelijke maatregelen per locatie zijn hierna verkend. Vriezenveenseweg Er zijn verschillende maatregelen mogelijk om de situatie op de Vriezenveenseweg te verbeteren. De maatregelen zijn verschillend in effectiviteit, ingrijpendheid, inpasbaarheid, en het mogelijke draagvlak. De eerste mogelijkheden zijn: ■ Haaksparkeren opheffen; door het haaksparkeren op te heffen en een andere parkeervoorziening te zoeken, wordt de veiligheid verbeterd. Deze maatregel is effectief maar praktisch gezien is dit geen optie omdat er geen realistische parkeeralternatieven zijn. ■ Snelheidsremmers; doordat er al veel snelheidsremmers (om de circa 100 m) aanwezig zijn is het aanvullende effect van deze maatregel beperkt en zijn er weinig mogelijkheden om nog snelheidsremmers toe te voegen. www.goudappel.nl Verkeer Geesteren 27 Het opheffen van het haaksparkeren en het nog verder verlagen van de snelheid zijn niet mogelijk of hebben onvoldoende toegevoegde waarde. Een alternatief is het nemen van verkeerscirculatiemaatregelen. In eerste instantie is verkend in hoeverre een ‘knip’, een afsluiting voor doorgaand verkeer van de Vriezenveenseweg een mogelijkheid is. Dit levert echter een te grote verkeerstoename op andere straten op: Haarbrinksweg en afhankelijk van de te kiezen locatie ook op de Kotmansstraat, Roringstraat. Vervolgens is verkend in hoeverre eenrichtingsverkeer soelaas biedt. Voor de richting van éénrichtingsverkeer is verkeerskundig een lichte voorkeur voor “van oost naar west”. Dit wordt ingegeven door de verkeersafwikkeling op het kruispunt DorpsstraatVriezenveenseweg (een rechtsafbeweging is makkelijker dan een linksafbeweging). Deze variant is nader onderzocht. De onderzochte verkeerscirculatiemaatregelen zijn hierna uitgewerkt: 1. éénrichting Vriezenveenseweg (van oost naar west); 2. éénrichting Vriezenveenseweg van oost naar west en Kotmanstraat en Roringstraat beide van zuid naar noord; De verkeerscirculatiemaatregelen hebben effect op de Kotmanstraat, de Roringstraat, de Vriezenveenseweg, de Dorpsstraat en de Lutkeberg. In de bijlage zijn de verkeerseffecten van deze maatregelen op pragmatische wijze bepaald en inzichtelijk gemaakt. In tabel 3.1 zijn de resultaten weergegeven. De intensiteitsgrenzen die uit de wegenscan komen zijn globale waarden. Zowel aan de grenswaarden als aan de intensiteiten die getoetst worden aan deze waarden zit een bepaalde onzekerheidsmarge. Als de intensiteiten in de buurt van de grens komen is het een aandachtspunt, en als de intensiteiten op een wegvak structureel boven de grens komen, dan adviseren we maatregelen te nemen. 1 2 éénrichting Vriezenveenseweg, straat ‘grens’ hui huidig éénrichting Kotmanstraat en Vriezenveense Vriezenveens eweg Roringstraat Vriezenveenseweg 2.300 2.800 1.400 1.700 Haarbrinksweg 5.300 3.400 5.100 5.100 Kotmanstraat ~1.000 150 450 150 Roringstraat ~1.000 500 400 550 3.500 1.500 2.900 3.300 Lutkeberg Tabel 4.1: ingeschatte intensiteiten bij circulatiemaatregelen op de Vriezenveenseweg (afgerond op vijftigtallen) Verkeer Geesteren 28 Alle varianten dragen bij aan een afname van de intensiteit op de Vriezenveenseweg. Bij deze intensiteiten is het effect dat de maatregelen hebben op doorgaand verkeer niet meegenomen. Als dit effect wordt meegenomen (uit eerdere modelberekeningen blijkt dat dit effect maximaal 500 mvt/etmaal kan zijn), dan vallen de intensiteiten mogelijk iets lager uit. We zijn ervan uitgegaan dat er geen verkeer van en naar de schoolomgeving door de Kotmanstraat rijdt. In praktijk is het uiteraard wel mogelijk om door de Kotmanstraat naar de schoolomgeving te rijden en via de Vriezenveenseweg weer weg. We schatten in dat dit om beperkte hoeveelheden autoverkeer gaat (< 50 mvt/etmaal). Ook de circulatiemaatregelen zijn verschillend in effectiviteit, ingrijpendheid, inpasbaarheid, en het mogelijke draagvlak: 1. éénrichting Vriezenveenseweg oostoost-west; west; Éénrichtingsverkeer is effectief en zorgt voor lagere en acceptabele intensiteit op de Vriezenveenseweg, de andere straten kunnen het omrijdende verkeer veilig opvangen. De maatregel betekent wel wat voor de structuur van Geesteren. 2. éénrichting Vriezenveenseweg oostoost-west, Kotmanstraat en Roringstraat bei beide zuidzuid -noord: noord : Ook hier is éénrichtingsverkeer effectief en zorgt voor lagere en acceptabele intensiteit op de Vriezenveenseweg, de andere straten kunnen het omrijdende verkeer veilig opvangen. De aanvullende éénrichting op de Kotmanstraat en Roringstraat zorgen ervoor dat de intensiteiten op deze straten vergelijkbaar blijven met de huidige intensiteiten. De keuzevrijheid voor bewoners van deze straten wordt wel verder beperkt, dit kan consequenties hebben voor het draagvlak. Advies: het instellen van éénrichtingsverkeer is voldoende om de geconstateerde knelpunten voor de verkeersveiligheid op te lossen. Deze maatregel zorgt voor minder autoverkeer en laat meer ruimte voor fietsers in het krappe profiel. Aandachtspunt is de snelheid bij éénrichtingsverkeer: als er geen tegenverkeer is kan de snelheid hoger zijn dan in de bestaande situatie. Bij de bestaande inrichting van de Vriezeveenseweg zijn al voldoende snelheidsremmers genomen, zodat de kans op te hoge snelheden beperkt is. De Kotmaanstraat en de Roringstraat zijn zo kleinschalig dat hogere rijsnelheden niet te verwachten zijn; er is nu ook al nauwelijks tegenverkeer. Aanvullend éénrichting op de Kotmanstraat en de Roringstraat zorgt ervoor dat de intensiteiten op deze straten vergelijkbaar zijn met de huidige situatie. Het is dus aan te bevelen ook deze straten eenrichtingverkeer te maken. Noodzakelijk is het echter niet. Dorpsstraat en Haarbrinksweg Extra snelheidsremming in de vorm van busdrempels zorgt er op de Dorpsstraat en de Haarbrinksweg voor dat de snelheid lager wordt en daarmee de oversteekbaarheid van voetgangers en de veiligheid van fietsers beter gewaarborgd is. Ook al moet terughouden worden omgegaan met zebrapaden in een 30 km/h gebied, kan een zebrapad op deze wegen de oversteekbaarheid wel vergroten. De bushalte op de Haarbrinksweg is een logische locatie voor een extra zebra. Enkele extra snelheidsremmers kunnen ook de aantrekkelijkheid van de route door het dorp voor doorgaand verkeer enigszins beperken. De maatregel sluit aan bij de rest van de inrichting op de Haarbrinksweg en de Verkeer Geesteren 29 Dorpsstraat. De maatregelen zijn qua ingrijpendheid beperkt (zebrapad en drempels) en zijn daarmee goed inpasbaar en kosteneffectief. Langeveenseweg De vormgeving van het kruispunt Langeveenseweg - Schotboersweg als voorrangskruispunt past niet bij een erftoegangsweg. Aanbevolen wordt een gelijkwaardig kruispunt te realiseren door de voorrangsmarkering en –bebording te verwijderen en de fietssuggestiestroken ter hoogte van het kruispunt te onderbreken. Deze maatregel kan eenvoudig worden doorgevoerd. Dorpsstraat Voor de intensiteit op de Dorpsstraat zijn vooralsnog geen maat-regelen nodig, het zit op de grens van wat nog veilig kan worden afgewikkeld. Grote toenames van verkeer kunnen echter niet meer worden opgevangen. Het is daarom raadzaam de intensiteit op deze wegen te blijven monitoren. Wanneer het lukt om de rijsnelheid verder terug te brengen, kan de intensiteit nog verder toenemen. Het kruispunt met de Zurinkstraat is een geschikte locatie voor een extra oversteek. 4.3 Voorstel maatregelen De voorgestelde maatregelen zijn indicatief op navolgende kaart gepresenteerd. Figuur 4.1: Mogelijke maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid Wat betreft de circulatiemaatregelen heeft variant 2 met éénrichtingsverkeer op de Vriezeveenseweg, Kotmanstraat en Roringstraat de voorkeur. Met het nemen van de voorgestelde maatregelen is het wegennet in Geesteren voor de korte en middellange termijn (in ieder geval tot 2020) toegerust om de verwachte verkeersintensiteiten veilig te kunnen verwerken. In tabel 4.2 is een overzicht van de maatregelen opgenomen. Verkeer Geesteren 30 Nummer maatregel 5 Eenrichtingsverkeer Vriezenveenseweg Eenrichtingsverkeer KotmanstraatRöringstraat Opheffen voorrang Langeveenseweg-Schotboersweg Snelheidsremming Schotboersweg Snelheidsremming Haarbrinksweg 6 Snelheidsremming Dorpsstraat 7 Extra oversteken 8 Monitoring 1 2 3 4 Uitvoering verkeersborden verkeersborden verwijderen markering, fietsstrook en verkeersborden 2 drempels op de rechte stukken onderzoeken of busdrempel zinvol en mogelijk is drempels op de wegvakken BroenenstraatVriezenveenseweg, LangeveensewegZurinkstraat en Huyerenseweg-Mensinkkamp zebrapad op plateau in Haarbrinksweg(bij Lutkeberg) en op (verlengd) plateau bij de Zurinkstraat Tweejaarlijks te beginnen in 2015 Tabel 4.1: Overzicht maatregelen De intensiteit is op een aantal wegen wel beland op de grens van wat nog veilig kan worden afgewikkeld. Grote toenames van verkeer kunnen niet meer worden opgevangen. Het is daarom zaak de ontwikkeling van de verkeersintensiteiten in Geesteren goed te monitoren om tijdig op eventuele verdere toenames te kunnen anticiperen. De restcapaciteit van de doorgaande wegen in het dorp bedraagt nog enkele honderden motorvoertuigbewegingen per etmaal. Als het lukt om de snelheid op de route Haarbrinksweg – Dorpsstraat richting Denekamperweg daadwerkelijk te verlagen, dan kan nog wat meer verkeer worden verwerkt. Verkeer Geesteren 31 5 Maatregelen buiten de kern Na de in het vorige hoofdstuk beschreven maatregelen zijn de mogelijkheden voor optimalisatie in het dorp uitgeput. Als het op andere manieren niet meer mogelijk is om de intensiteiten bij een eventuele toekomstige toename van verkeer omlaag te krijgen – of de snelheid verder te verlagen zodat nog meer verkeer kan worden verwerkt - dan is de laatste mogelijkheid het opgevangen van verkeer buiten het dorp. Een randweg of een ander type structuurmaatregel kan de intensiteit binnen het dorp positief beïnvloeden. Als verkenning zijn vijf van dergelijke maatregelen beschouwd. 5.1 Beschouwde randwegen Voor de verkenning zijn vijf potentiële tracé’s voor randwegen beschouwd (zie figuur 5.1): ■ Randweg A - aan de noordkant met een krappe boog langs Geesteren; ■ Randweg B - aan de noordkant met een ruime boog langs Geesteren; ■ Randweg C - aan de noordkant met een nog ruimere boog langs Geesteren; ■ Randweg D - aan de westkant langs Geesteren richting de N343, met een vrachtverbod in de kern; ■ Randweg E - aan de zuidkant langs Geesteren van de Haarbrinksweg naar de Denekamperweg. www.goudappel.nl Verkeer Geesteren 32 Figuur 5.1: schematisering van beschouwde randwegen 5.2 Effecten randweg De randwegen zijn met het verkeersmodel voor de situatie 2020 doorgerekend. De resultaten geven een inzicht in de maximaal te behalen effecten. De resultaten van de doorrekening zijn op zijn in bijlage 6 visueel gepresenteerd. In navolgende tabel zijn de globale intensiteiten in het dorp en het gebruik van de randweg weergegeven binnen de verschillende varianten. Variant Intensiteit Dorpsstraat Gebruik randweg Referentie 5.100 - Randweg A – noord krappe boog 1.500 5.500 Randweg B – noord ruime boog 1.400 6.200 Randweg C – noord nog ruimere boog 1.700 4.600 Randweg D - west 4.700 1.800 Randweg E - zuid 4.200 1.800 Tabel 5.1: globale intensiteit (mvt/etm) in dorp en op randweg binnen verschillende varianten voor de situatie 2020 Randweg A, B en C aan de noordkant van Geesteren zorgen voor een duidelijke afname van de intensiteit in het dorp en worden als randweg ook beter gebruikt dan randweg D met een westelijke ligging of randweg E met een zuidelijke ligging. Randweg D en E bieden slechts een (zeer) beperkte afname van de verkeersintensiteiten op de maatgevende wegvakken in het dorp. Hieruit kan geconcludeerd worden dat een randweg oostwest meer effect heeft dan een noord-zuidverbinding en dat een noordelijke verbinding meer effect heeft dan een zuidelijke. Het verschil tussen krappe of een ruime boog aan de noordkant van Geesteren is er wel, maar is beperkt. Een Randweg met een ruime Verkeer Geesteren 33 boog wordt beter gebruikt, maar een krappe boog zorgt voor lagere intensiteiten in het dorp. Als de boog nog ruimer wordt, dan neemt het effect ook iets af. De ruime boog trekt meer doorgaand verkeer (circa 700 mvt/etmaal) aan terwijl de krappe boog ook een alternatief is voor verkeer gerelateerd aan Geesteren. Een randweg met noordelijke ligging bedient de oost-west relatie en draagt daardoor bij aan een goede verkeerssituatie in het dorp. De intensiteiten in het dorp nemen substantieel af. Om te bepalen of een ruime of een krappe boog te verkiezen is, zullen andere dan verkeerskundige argumenten de doorslag moeten geven (mogelijkheden woningbouw, geluid, landschap, kosten, procedures). 5.3 Procedure Mocht op termijn een randweg wenselijk zijn, hoe kan de besluitvorming over de randweg de komende jaren dan gestalte krijgen? Om tot een randweg te komen moeten nog verschillende fasen worden doorlopen. Elke fase wordt bestuurlijk verankerd. Bij ruimtelijke projecten onderscheiden we drie fasen: ■ Verkenningenfase – trechtering naar realistische alternatieven; ■ Planstudiefase – inzichtelijk maken van de effecten, keuze van een voorkeur en doorlopen planologische procedure; ■ Voorbereiding en realisatiefase – werkvoorbereiding, vergunningen en realiseren. 5.3.1 Verkenningenfase In de voorverkenning staat het oriënteren centraal. Wat is het probleem, welke oplossingen zijn daarvoor mogelijk (zo breed mogelijk), welke ambitie hebben we hierbij. De Verkenningenfase eindigt met een beoordeling van de nut- en noodzaak van de randweg. Wordt die positief bevonden dan worden realistische alternatieven nader onderzocht in de planstudiefase. In dit onderzoek ‘Verkeer Geesteren’ is de noodzaak voor een randweg vooralsnog niet gebleken. De noodzaak zal dus later nog moeten worden aangetoond. Dit kan een aanvulling zijn op dit onderzoek op basis van de monitoring van de verkeersstromen door het dorp. 5.3.2 Planstudiefase In de planstudiefase worden de realistische alternatieven verder uitgediept en in stappen uitgewerkt tot een voorkeursalternatief. Dit is ook het moment om de plannen voor te leggen aan belanghebbenden dan wel deze samen met belanghebbenden te ontwikkelen. De plagstudiefase eindigt met het kenbaar maken van de plannen waarop inspraak mogelijk is zodat bestuurders dit kunnen meewegen in een keuze voor het voorkeursalternatief. Het voorkeursalternatief wordt na consultatie van de belanghebbenden bestuurlijke vaststelling planologisch verankerd in een bestemmingplan. MER-plicht Op basis van een m.e.r.-beoordeling wordt bepaald of een m.e.r-procedure moet worden doorlopen. Als dat het geval is kan die parallel aan de procedure voor het bestemmingsplan lopen. Vroeger waren alle randwegen MER-plichtig. Nu is dat minder eenduidig. Via een MER-beoordeling moet het bestuur zich er van vergewissen dat grote negatieve milieueffecten ten gevolge van het project uit te sluiten zijn. Als hieruit blijkt dat het plan MER-plichtig is dan volgt een mer-procedure. Verkeer Geesteren 34 Er zijn meerdere redenen waarom een plan MER-plichtig of beoordelingsplichtig kan zijn. Tijdens de voorbereiding van ruimtelijke plannen en projecten dient zo zorgvuldig mogelijk rekening te worden gehouden met het aspect milieu. De Wet Milieubeheer schrijft voor dat voor bepaalde ruimtelijke plannen, projecten en programma’s een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. De Wet Milieubeheer stelt het opstellen van een MER verplicht voor alle plannen die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu hebben of kunnen hebben. Allereerst is van belang of het plan ruimtelijke uitbreidingen mogelijk maakt (stedelijk gebied, woningbouw grote schaal e.d.). Dat zijn dan in sommige gevallen MER-plichtige activiteiten. Hiervan is geen sprake aangezien bij een randweg sprake is van een sectoraal plan dat zich beperkt tot mobiliteit. Het Besluit-MER en de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling geven criteria die de MERplicht op plannen en programma’s van toepassing maakt: 1. Plannen en projecten die in bijlage C van het Besluit-MER zijn opgenomen zijn MER-plichtig; 2. Plannen en projecten die qua ordegrootte de in bijlage D van het Besluit-MER opgenomen drempelwaarden overschrijden, hebben mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu. Voor de plannen en projecten moet een MER-beoordeling uitwijzen of de gevolgen van het plan of project daadwerkelijk nadelige effecten op het milieu hebben. Zo ja, dan zijn deze plannen of projecten MER-plichtig. Wanneer de drempelwaarden niet worden overschreden, dan dient een toets plaats te vinden aan de EEG-richtlijn voor milieueffectbeoordeling. 3. Plannen en projecten die significant negatieve effecten hebben op de natuurlijke kenmerken van nabijgelegen Natura2000-gebieden zijn Plan-MER-plichtig. C-lijst Besluit-MER Hierin zijn opgenomen ten aanzien van infrastructuur: ■ De aanleg van een autosnelweg of autoweg. ■ De aanleg, wijziging of uitbreiding van een weg bestaande uit vier of meer rijstroken, of verlegging of verbreding van bestaande wegen van twee rijstroken of minder tot wegen met vier of meer rijstroken niet zijnde een autosnelweg of autoweg. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een weg met een tracélengte van 10 kilometer of meer. D-lijst Besluit-MER Hierin zijn opgenomen ten aanzien van infrastructuur: ■ De wijziging of uitbreiding van een autosnelweg of autoweg. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een weg met een tracélengte van 5 kilometer of meer. ■ De wijziging of uitbreiding van een weg bestaande uit vier of meer rijstroken, of verlegging of verbreding van bestaande wegen van twee rijstroken of minder tot wegen met vier of meer rijstroken niet zijnde een, autosnelweg of autoweg. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een weg met een tracélengte van 5 kilometer of meer. Verkeer Geesteren 35 Natura2000 Als er significante effecten te verwachten zijn op nabijgelegen Natura2000 gebieden kan dit leiden tot een (plan)MER-plicht vanuit dit spoor. Randweg Geesteren Omdat de randweg rond Geesteren een nieuwe weg betreft is het eerste criterium van de C-lijst van toepassing. Hierbij is bepalend of de randweg in de zin van de wet een ‘autoweg’ is. Er wordt niet gekeken naar de omschrijving van een autoweg zoals deze in Nederland gangbaar is volgens het reglement Verkeer en Verkeersregels (RVV 1990), maar naar de Europese Overeenkomst inzake internationale hoofdverkeerswegen (Trb. 1979, nr. 78). In de Europese Overeenkomst is sprake van een ‘autoweg’ als wordt voldaan aan de volgende criteria: ■ I. De weg moet bestemd zijn voor autoverkeer; ■ II. De weg dient alleen toegankelijk te zijn via (b1) knooppunten of door (b2) verkeerslichten geregelde kruispunten (overigens worden rotondes en verkeerspleinen gelijkgesteld aan met verkeerslichten geregelde kruispunten omdat het gaat om de toeritdosering en doorstroombaarheid van het verkeer) ; ■ III. Het is verboden op de weg te stoppen of te parkeren. De randweg rond Geesteren voldoet waarschijnlijk aan deze criteria (bedoeld voor autoverkeer, toegankelijk via rotondes, en bij een ligging buiten de bebouwde kom is het verboden te stoppen of te parkeren) en kent dan een MER-plicht. Een definitieve beoordeling of een randweg rond Geesteren voldoet aan de criteria zoals genoemd in de C- en D-lijst of dat er significante effecten te verwachten zijn op Natura2000 gebieden moet worden beoordeeld als er meer concrete plannen zijn voor de randweg. Als er geen MER-plicht is kan direct worden gestart met de bestemmingsplanprocedure. Ook voor deze procedure moeten overigens milieuonderzoeken worden uitgevoerd. 5.3.3 Voorbereiding en realisatiefase r ealisatiefase In de voorbereiding en realisatiefase staat de uitvoering centraal. De fase start met de voorbereiding van de uitvoering. In deze fase worden naast de realisatie ook zaken als kapvergunningen, grondverwerving of onteigening geregeld. Op dit moment is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in voorbereiding die het in de toekomst gemakkelijker maakt om de benodigde vergunningen voor het project aan te vragen en verkrijgen. Voor de werkzaamheden zal een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd. Verkeer Geesteren 36 6 Conclusie In dit onderzoek is verkend in hoeverre de verkeersintensiteit op de wegen in Geesteren leidt tot een onacceptabele, verkeersonveilige situatie in het dorp. Uit het verkeersonderzoek kan worden afgeleidt dat er - voor erftoegangswegen in een dorp - sprake is van relatief hoge verkeersintensiteit met relatief veel doorgaand verkeer en doorgaand vrachtverkeer. De intensiteiten zijn de laatste jaren echter niet meer toegenomen en ook de randweg om Vriezenveen lijkt (vooralsnog) geen meetbaar effect op de intensiteiten door het dorp op te leveren. Ook in de prognose voor 2020 met het verkeersmodel zijn geen grote toenames in de intensiteiten voorzien. Dit verkeersmodel beschrijft zo goed mogelijk de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur in de regio en is specifiek voor dit project opnieuw gekalibreerd op basis van de onderzoeken (tellingen, kentekenwaarnemingen) in en om Geesteren. Monitoring van de verkeersintensiteiten moet duidelijk maken in hoeverre de werkelijke ontwikkelingen van de verkeersintensiteiten dit beeld bevestigen. Korte termijn termijn Over het algemeen zijn de straten in Geesteren optimaal ingericht om de huidige combinatie van afwikkeling van verkeer en verblijfsactiviteiten als fietsen, oversteken en parkeren te faciliteren. Grote toenames van verkeer kunnen echter niet meer worden opgevangen. Het is dus zaak de ontwikkeling van de verkeersintensiteiten in Geesteren goed te monitoren om tijdig op eventuele verdere toenames te kunnen anticiperen. Uitzondering is de Vriezenveenseweg, waar de combinatie van haaksparkeren met een hoge autointensiteit in de nabijheid van de school een verkeersonveilige situatie oplevert. Het is wenselijk om de intensiteit op deze weg te verlagen. Het meeste geschikte middel hiervoor is het instellen van éénrichtingsverkeer. Het is aan te bevelen dan ook op de Kotmanstraat en de Roringstraat eenrichtingverkeer in te stellen. Naast het instellen van éénrichtingsverkeer op de Vriezenveenseweg zijn er kleinere maatregelen die de verkeersveiligheid nog kunnen verbeteren. Met het nemen van de voorgestelde maatregelen is het wegennet in Geesteren voor de korte en middellange termijn toegerust om de verwachte verkeersintensiteiten veilig te kunnen verwerken. www.goudappel.nl Verkeer Geesteren 37 Lange termijn Voor de lange termijn zijn de mogelijkheden voor optimalisatie in het dorp vrijwel uitgeput. Er zal dan gezocht moeten worden naar alternatieven om de intensiteiten in Geesteren te beperken. Volgens de ladder van Verdaas zal daarvoor eerst worden gekeken naar mogelijkheden om de bestaande infrastructuur beter te benutten – waarbij de mogelijkheden voor het benutten van de wegen in het dorp vrijwel zijn uitgeput - en als laatste mogelijkheid komt het opvangen van verkeer middels een nieuwe randweg. Verkeer Geesteren 38 Bijlage 1 Uitkomsten wegen wegen scan In de Wegenscan wordt getoetst of de vorm, functie en het gebruik van de weg in balans zijn. De functie en vorm van de weg bepalen per aspect van de weg de bijbehorende intensiteit die nog acceptabel is. Dit doen we voor verschillende aspecten. ‘Maximale’ Maximale’ intensiteit In navolgende tabel zijn de intensiteitsgrenzen per wegvak aangegeven. Daarnaast is ook aangegeven welk aspect zorgt voor de intensiteitsgrens. De intensiteitsgrenzen zijn globale waarden. Zowel aan de grenswaarden als aan de intensiteiten die getoetst worden aan deze waarden zit een bepaalde onzekerheidsmarge. Als de intensiteiten in de buurt van de grens komen is het een aandachtspunt, en als de intensiteiten op een wegvak structureel boven de grens komen, dan adviseren we om maatregelen te nemen. nr. straat ‘m aximale’ ax imale’ intensiteit aspect 1 Vinckenweg-noord 12.500 fietsoversteek 1 Vinckenweg-zuid 2.700 fietsvoorzieningen 2 Langeveenseweg 5.300 3 Vriezenveenseweg 2.300* fietsvoorzieningen haaksparkeren en breedte 4 Dorpsstraat 6.300 fietsvoorzieningen 5 Dorpsstraat 5.300 fietsvoorzieningen 6 Dorpsstraat 5.300 fietsvoorzieningen 7 Haarbrinksweg 5.300** fietsvoorzieningen, snelheid 8 Kormelinkstraat 4.400 fietsvoorzieningen 9 Lutkeberg 3.500 fietsvoorzieningen 10 Schotboersweg 700 wegbreedte *) De exacte intensiteitsgrens op de Vriezenveenseweg is mede afhankelijk van de fietsintensiteit en is daardoor niet exact bekend **) Haaksparkeervakken Haarbrinksweg ruim vormgegeven. Niet als maatgevend meegenomen. Tabel B1.1: intensiteitsgrenzen www.goudappel.nl Verkeer Geesteren B1-1 Onderbouwing intensiteitsgrenzen Fietsoversteek de maximale intensiteit op fiets- en voetgangersoversteken is afhankelijk van de breedte van de over te steken weg, de voorziening (wel of geen middengeleider) en de snelheid van het autoverkeer. De grenswaarden zijn ontleend aan wachttijdgrenzen uit ASVV2012; Voor de oversteekbaarheid van de wegen in Geesteren is uitgegaan van de categorie ‘goed’. De maximale intensiteit wordt bepaald aan de hand van de maximale gemiddelde wachttijd, uitgaande van een poisson-verdeeld aankomstproces. De oversteektijd is afhankelijk van de lengte van de oversteek en de oversteeksnelheid. De oversteeksnelheid bedraagt 1,0 m/s voor voetgangers en 1,2 m/s voor fietsers [ASVV2012]. Er wordt gecorrigeerd voor de snelheid van het autoverkeer, waarbij de formule is geschat aan de hand van de gegeven waarden voor 50 km/h (1) en 70 km/h (0,7) [ASVV2012]. De oversteekbaarheid kan gunstig worden beïnvloed door de breedte te beperken, de snelheid te reduceren of een zebra of middensteunpunt te bieden. In Geesteren zijn inmiddels op de belangrijkste oversteekpunten zebra’s gerealiseerd. Fietsvoorziening De maximale intensiteit bij de beschikbare fietsvoorziening, wordt in Geesteren bepaald door grenzen voor de menging van fietsers en auto’s op één profiel. In ‘Tekenen voor de fiets’ een oudere publicatie van CROW, is een verband opgenomen tussen de snelheid van de auto en het maximaal aantal auto’s dan met fietsers kan worden gemengd. In de meer recente publicatie Ontwerpwijzer Fietsverkeer is deze grafiek niet meer opgenomen. In die publicatie is aangegeven dat vanaf een intensiteit van 4.000 mvt/etmaal een fietspad of fietsstrook de meest wenselijke oplossing is. De beoordeling van gemengde situaties bij hogere intensiteit en de koppeling met auto-snelheden ontbreekt echter, waardoor deze voor de beoordeling van bestaande situaties tekort schiet. Verkeer Geesteren B1-2 De beoordeling van de veiligheid van het fietsverkeer kan worden beïnvloed door de snelheid van het autoverkeer te beperken. Hoe lager de snelheid, des te meer auto’s acceptabel zijn. Parkeren Uit eerder onderzoek van afstudeerder bij Goudappel Coffeng zijn grenswaarden afgeleid voor verschillende typen parkeren langs de rijbaan [in pae inclusief0,3 pae voor de fiets] Maximale intensiteit [pae/h] Haaksparkeren Haaks parkeren Langsparkeren Langs parkeren 225 700 De gevonden waarden zijn vrij conservatief. In praktijk komen hogere intensiteiten met parkeren voor die op zich zelf goed functioneren. Het parkeren is dan wel de maat der dingen. Parkeerders beïnvloeden de doorstroming. Zeker als er geen fietsers zijn is dan niet per se erg. Maar als er wel veel (kwetsbare) fietsers en veel parkeerwisseklingen te verwachten zijn, vormen de gevonden waarden een goede indicatie van de maximaal wenselijke intensiteit bij verschillende parkeeroplossingen. Wegbreedte Als de weg te smal is voor het verkeersaanbod en er zijn geen banden aanwezig, kan er bermschade ontstaan. Dit kan verkeersonveiligheid opleveren doordat een kapotte berm gevaar oplevert voor fietsers. Aan de hand van de rijbaanbreedte en het type ondergrond is de maximale intensiteit bepaald. Deze wordt voor het bereik van de tabel uit Handboek Wegontwerp geïnterpoleerd tussen de opgegeven waarden. De effectieve wegbreedte kan worden vergroot door toepassing van grasbetonstenen in de berm. Verkeersafwikkeling De Wegenscan geeft op enkele punten aan dat de verkeersafwikkeling een aandachtspunt is. Dit gebeurt op basis van vuistregels. De punten die zijn aangemerkt als aandachtspunt zijn ook met kruispuntverkenninger Omni-X beschouwd. De afwikkeling blijkt geen probleem. Hierna zijn de resultaten van de berekening weergegeven. Berekening verkeersafwikkeling Dorpsstraat - Vriezenveenseweg Verkeer Geesteren B1-3 Berekening verkeersafwikkeling Dorpsstraat - Langeveenseweg Berekening verkeersafwikkeling Dorpsstraat - Denekamperweg - Messinkkamp Verkeer Geesteren B1-4 Bijlage 2 Ongevallen Figuur B2.1: Geregistreerde ongevallen wegennet Geesteren periode 2007-2012 In figuur B2.1 zijn de geregistreerde ongevallen op het wegennet in Geesteren voor de periode 2007-2012 weergegeven. (Bron Ongelukkenstaanhier.nl op basis van data Rijkswaterstaat). Twee locaties hebben een ongeval met letsel Dorpsstraat - Denekamperweg - Mensinkkamp en de Vrienzenveensweg net buiten de bebouwde kom. Dit wegvak valt buiten de scope van dit onderzoek. Bij de overige geregistreerde ongevallen in deze periode was uitsluitend materiële schade. De ongevallen vinden gespreid plaats op de drukkere wegen in het dorp. www.goudappel.nl Verkeer Geesteren B2-1 Bijlage 3 Snelheidsbeeld In het programma ViaStat zijn snelheidsgegevens voor het wegennet beschikbaar. Deze snelheidsgegevens worden verzameld met behulp van (anonieme) navigatieapparatuur. Op basis van de gemeten data wordt per wegvak een zogenaamd snelheidsprofiel samengesteld. De basis voor deze profielen is de gemeten ‘vrije’ snelheid in de nachtelijke uren. Er is geen rechtstreekse relatie tussen deze vrije snelheid en de V85-snelheid zoals die in dit rapport wordt gehanteerd: ■ Vrije snelheid: gemiddelde in de nachtelijke uren; ■ V85: 85-percentielwaarde van de snelheid over het hele etmaal (15% rijdt sneller). In andere tellingen zien we dat de V85 over het etmaal doorgaans circa 5 km/h hoger is dan de gemiddelde snelheid in de nacht. De vrije snelheden geven wel een indruk van de ordegrootte van de snelheid en de verdeling van de snelheden over het wegennet. In figuur B3.1 zijn de vrije snelheden voor het wegennet van Geesteren weergegeven. 47 43 39 29 47 35 28 51 24 36 28 27-33 47 Figuur B3.1: Vrije snelheden wegennet Geesteren www.goudappel.nl Verkeer Geesteren B3-1 Bijlage 4 CirculatieCirculatiemaatregelen Vriezenveenseweg Om een idee te krijgen van de effecten van enkele circulatiemaatregelen rond de Vriezenveenseweg is een analyse gedaan. Hierbij is geen gebruik gemaakt van het verkeersmodel. Het regionale verkeersmodel Twente wordt veelal ingezet bij vragen met een hoger abstractieniveau en kan geen uitspraken doen op buurtstraatniveau. Bij circulatiemaatregelen op de Vriezenveenseweg kunnen juist ook effecten optreden op dergelijke buurtstraten: de Kotmanstraat en de Roringstraat. Omdat geen gebruik gemaakt kan worden van het verkeersmodel is een pragmatische aanpak gehanteerd voor het bepalen van de verkeersstromen. Hierbij is een inschatting gemaakt van de functies in het gebied en de daarbij behorende ritten per etmaal. Op basis van hun ontsluitingsmogelijkheden zijn de functies en woningen ingedeeld in vijf categorieën (zie ook figuur B5.1): ■ School (rood), circa 500 leerlingen en circa 650 ritten per etmaal. ■ Woningen die via de Kotmanstraat (geel) op de Vriezenveenseweg of Haarbrinksweg/Dorpsstraat ontsloten zijn, circa 35 woningen en circa 280 ritten per etmaal. ■ Woningen die via de Roringstaat (groen) op de Vriezenveenseweg of Haarbrinksweg/Dorpsstraat ontsloten zijn, circa 10 woningen en circa 80 ritten per etmaal (afgerond). ■ Doorgaand verkeer (zwart) ten opzichte van het beschouwde gebied via de Vriezenveenseweg en de Haarbrinksweg/Dorpsstraat. ■ Overige woningen, appartementen, winkels en bedrijven (zwart) die op de Vriezenveenseweg of Haarbrinksweg/Dorpsstraat gedraagt zich als doorgaand verkeer. ■ Doorgaand verkeer vanuit de Broenenstraat door de Roringstraat (paars), dit is aangenomen op circa 300 ritten per etmaal. www.goudappel.nl Verkeer Geesteren B4-1 Figuur B5.1: Indeling in categorieën De kleuren van de verschillende categorieën uit figuur B5.1 corresponderen met de gebruikte kleuren in de figuren B5.2 tot en met B5.4. In deze figuren zijn de routes en intensiteiten weergegeven van het verkeer in de huidige situatie en de situaties met verkeerscirculatiemaatregelen. De verdeling van het verkeer is met logisch verstand aangenomen maar is geen exacte wetenschap. De intensiteiten betreffen slechts een benadering van de intensiteiten. Echter om ze toch te kunnen herleiden zijn de getallen in de figuren niet afgerond (pas op schijnnauwkeurigheid). De aannames zijn wel afgestemd met het verkeer op de Vriezenveenseweg en de Haarbrinksweg/Dorpsstraat uit het verkeersmodel. Er is geen rekening gehouden met ontmoediging van doorgaand verkeer op langere relaties. Uit eerdere verkeersmodelberekeningen blijkt dat hier wel een beperkt effect verwacht mag worden (tot maximaal 500 mvt/etmaal). De totale intensiteit op de weg is weergegeven in het wit. Verkeer Geesteren B4-2 Figuur B5.2: Intensiteiten (mvt/etmaal) huidige situatie (globale benadering van de verkeersstromen in de huidige situatie) Figuur B5.3: Intensiteiten (mvt/etmaal) bij éénrichting Vriezenveenseweg (globale benadering van de verkeersstromen in de huidige situatie) Verkeer Geesteren B4-3 Figuur B5.4: Intensiteiten (mvt/etmaal) bij éénrichting Vriezenveenseweg en éénrichting op de Kotmanstraat en Roringstraat (globale benadering van de verkeersstromen in de huidige situatie) Verkeer Geesteren B4-4 Bijlage 5 Effecten Randweg Figuur B6.1: globale intensiteiten (mvt/etm) zonder randweg www.goudappel.nl Verkeer Geesteren B5-1 Figuur B6.3: globale intensiteiten (mvt/etm) met randweg A Figuur B6.4: globale intensiteiten (mvt/etm) met randweg B Verkeer Geesteren B5-2 Figuur B6.5: globale intensiteiten (mvt/etm) met randweg C Figuur B6.6: globale intensiteiten (mvt/etm) met randweg D Verkeer Geesteren B5-3 Figuur B6.7: globale intensiteiten (mvt/etm) met randweg E Verkeer Geesteren B5-4 Vestiging Deventer Snipperlingsdijk 4 7417 BJ Deventer T +31 (0570) 666 222 F +31 (0570) 666 888 Postbus 161 7400 AD Deventer www.goudappel.nl [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc