Handleiding en gegevens voor HLO en brandweer

Handleiding voor HLO en HDA
1
7-7-2014
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
Inhoudsopgave
1.
ALGEMENE INFORMATIE ...........................................................................................................3
2.
DE AIRBUS HELICOPTER EC-135 ................................................................................................3
3.
GEVARENZONES ........................................................................................................................5
4.
TOEGANG EC-135 ......................................................................................................................6
4.1.
4.2.
4.3.
5.
Scharnierdeuren .......................................................................................................................................... 6
Schuifdeuren ................................................................................................................................................ 6
Achterdeuren ............................................................................................................................................... 7
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ..................................................................................................8
5.1.
5.2.
5.3.
5.4.
5.5.
5.6.
5.7.
5.8.
Veiligheidgordels ........................................................................................................................................ 8
Nooduitgangen ........................................................................................................................................... 9
Noodhamer / -mes ..................................................................................................................................... 9
EHBO-kit ........................................................................................................................................................ 9
Brandblusser ............................................................................................................................................. 10
Zaklantaarn ............................................................................................................................................... 10
Emergency Locator Transmitter (ELT) ................................................................................................. 10
Ontkoppelen Batterij .............................................................................................................................. 11
6.
BRANDBESTRIJDING MOTORBRAND ..................................................................................... 11
7.
HANDSIGNALEN T.B.V. HLO/HDA.......................................................................................... 13
7.1.
7.2.
Afzetten motoren .................................................................................................................................... 13
Brand in motorcompartiment .............................................................................................................. 13
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
2
7-7-2014
1. Algemene informatie
In Nederland zijn 4 traumahelikopters gestationeerd:
Roepnaam
Lifeliner 1
Lifeliner 2
Lifeliner 3
Lifeliner 4
Traumacentrum
VU Medisch Centrum Amsterdam
Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
Radboud Universitair Medisch Centrum Nijmegen
Universitair Medische Centrum Groningen
Standplaats
VU Medisch Centrum
Rotterdam The Hague Airport
Vliegbasis Volkel
UMC Groningen
Het doel van deze helikopter is om een gespecialiseerde arts en een verpleegkundige ter plaatse van een
spoed-eisend incident te brengen.
Indien nodig kan er ook een slachtoffer op een brancard worden meegenomen.
2. De Airbus Helicopter EC-135
Lifeliner 1 t/m 4 gebruiken sinds januari 2005 gebruik EC-135 helikopter. De EC-135 is een lichte
tweemotorige helikopter die voor allerlei doeleinden kan worden gebruikt. De HEMS (Helikopter
Emergency Medical Service) configuratie bestaat uit 4 stoelen en 1 brancard.
De standaard HEMS-bemanning bestaat uit:
- 1 piloot - rechts voorin
- 1 Hems Crew Member (Verpleegkundige) –links voorin
- 1 arts - in de cabine - rechts achter
- 1 observer (indien van toepassing) - in de cabine - rechts achter
De EC-135 is een veel gebruikte helikopter voor HEMS operaties in Europa.
 De primaire structuur van de romp is van metaal.
 Grote delen van de buitenstructuur zoals bijv. het frame van de cabine, de bodem, deuren,
afdekkingen van de motoren maar ook de staartsectie zijn van composiet materiaal gemaakt.
 De brandstoftanks, een hoofdtank en een supply tank, met een gezamenlijke inhoud van 710 liter
bevinden zich in de bodem van de romp.
 Afhankelijk van de uitvoering wordt de EC-135 aangedreven door twee turbinemotoren van het
type Pratt & Whitney PW 206 B2 (EC-135 P2+) of Turbomecca Arrius (EC-135 T2(+)).
 Deze turbines kunnen per motor een continu vermogen van 562 shp (shaft horse power) leveren.
 De aandrijving gebeurt via aparte aandrijfassen die voor de aandrijving van de extreem platte
hoofdversnellingsbak (main gearbox) zorgen.
 Deze hoofdversnellingsbak drijft via aparte assen de vierbladige hoofdrotor en het tienbladige antitorque systeem van het type “Fenestron” aan.
3
7-7-2014
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
 Belangrijkste afmetingen
Grootste lengte
Grootste hoogte
Breedte landingsgestel
Diameter hoofdrotor
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
:
:
:
:
12,16 m
3,51 m
2,00 m
10,20 m
(hoofdrotorblad voor)
4
7-7-2014
3. Gevarenzones
Tijdens het draaien van de zijn de onderstaande gevarenzones gedefineerd:
Gevarenzone /Danger area
Werkzone / Working area
Alleen voor bemanningsleden
For crew members only
Naderingszone / Approach
area
BENADER DE HELIKOPTER ALLEEN MET TOESTEMMING VAN DE PILOOT VIA DE NADERINGSZONE
NOOIT DE HELIKOPTER VAN ACHTEREN BENADEREN en
NOOIT ACHTER DE STABILO KOMEN.
Gevaren:
 Snel draaiende hoofdrotor op diverse hoogten. Ook wanneer de motoren uitgaan, dan gaan
namelijk de bladen ‘slap hangen’.

De rotor veroorzaakt veel wind, de zg. DOWN-WASH. Let op het gevaar van losse voorwerpen
die in het rond kunnen vliegen.

Door het fenestron-anti-torque-system is het gevaar aanzienlijk kleiner dan bij een
conventionele staartrotor maar mag niet over het hoofd worden gezien!

Let op: de fenestron lijkt door de hoge toerental van 4000 RPM ogenschijnlijk stil te staan

De uitlaten van de motoren zitten vrij laag boven de achterdeuren.

De motoren hebben een hoog toerental en maken hierdoor veel lawaai!

Let op: Bij duisternis zijn draaiende delen nauwelijks te zien!
5
7-7-2014
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
4. Toegang EC-135
4.1. Scharnierdeuren
Deze bevinden zich links en rechts voor t.b.v. van de piloot en de HCM.
De scharnierdeuren worden in normale situaties als volgt geopend:
Van buitenaf
: Draai de deurklink vanuit de horizontale stand 60 naar boven.
Deurklink in gesloten stand
Deurklink in open stand
4.2. Schuifdeuren
Deze bevinden zich direct achter de scharnierdeuren. Beide schuifdeuren mogen worden gebruikt voor
het instappen van de arts en een evt. passagier.
De schuifdeur wordt in normale situaties als volgt geopend:
Van buitenaf:
a) Draai de deurklink vanuit de horizontale 60naar boven;
b) Trek de deur (voorzichtig) naar buiten (wordt ondersteund door het mechanisme);
c) Schuif de deur vervolgens MET BELEID naar achteren.
Deurklink in gesloten stand
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
Deurklink in open stand
6
7-7-2014
4.3. Achterdeuren
Deze bevinden zich achterin het bagagecompartiment. Door deze deuren kan extra uitrusting worden
gepakt of een patiënt worden in- / uitgeladen.
Deze deuren kunnen uitsluitend van buitenaf worden geopend door een zgn. “een-hand-snelsluiting”.
De rode knop indrukken, hendel 90 graden omhoog draaien en haken ontgrendelen.
De deuren gaan door een gasveer automatisch open en blijven bij weinig wind in de open stand staan.
Een-hand-snelsluiting open
Een-hand-snelsluiting gesloten
EC-135 met geopende achterdeuren
Bij draaiende rotoren mogen de achterdeuren ALLEEN worden benaderd en geopend door de HCM / Arts
na toestemming van de piloot.
7
7-7-2014
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
5. Veiligheidsvoorzieningen
De volgende reddings- en veiligheidsvoorzieningen bevinden zich aan boord van de EC135:
5.1. Veiligheidgordels
Alle zitplaatsen zijn voorzien van vierpuntsgordels (piloot: vijfpuntsgordel). Bij deze gordels moet erop
worden gelet dat eerst de heupgordels worden aangetrokken en daarna de schoudergordels. Dit om te
voorkomen dat het koppelstuk boven de navel komt te zitten, waardoor de gordels niet goed
functioneren.
Draai de schijf linksom of rechtsom om riemen te ontkoppelen/los te maken.
-
Piloot (5-puntsgordel)
Gesloten
-
Geopend
Verpleegkundige & arts (4-puntsgordel)
Gesloten
Geopend
Tijdens de start en de landing dienen alle veiligheidsgordels vast te zitten. Tijdens een
patiëntentransport mogen de HCM en de arts, na toestemming van de piloot, de gordels losmaken om
de patiënt beter te kunnen bewaken.
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
8
7-7-2014
5.2. Nooduitgangen
De schuifdeuren van de EC135 fungeren tevens als nooduitgangen.
Breek de plastic rode afdekking er af, er komt een flexibel koord vrij, door hier aan te trekken wordt de
rubberen rand losgetrokken, raam komt los in de sponning, door op de 2 rode stickers aan de onderzijde
van het raam te drukken komt het raam geheel los. Deze noodvoorziening zit ook aan de binnenkant
van de cabinedeur.
5.3. Noodhamer / -mes
Deze bevindt zich aan de middensteun en kan worden gebruikt om de ramen van geblokkeerde deuren
open te slaan, of geblokkeerde gordels door te snijden.
5.4. EHBO-kit
Deze bevindt zich tijdens HEMS-vluchten of ambulance-vluchten in een netje aan de binnenzijde van de
linker achterdeur.
9
7-7-2014
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
5.5. Brandblusser
Deze met Halon gevulde blusser bevindt zich aan de achterkant van het middenpaneel en kan worden
gebruikt om bijv. een brand in de cabine of een brand in een motorcompartiment te blussen.
Controleer of er voldoende druk is
1.
2.
3.
4.
5.
Verwijder veiligheidspen
Houd de blusser vast aan de witte hendel
Richt de spuitmond op de brandhaard
Duw de rode hendel in om te spuiten
Houd de brandblusser rechtop tijdens blussen
4
2
1
3
5.6. Zaklantaarn
Deze bevindt zich onder de collective. De verpleegkundige heeft er één in zijn / haar tenue.
5.7. Emergency Locator Transmitter (ELT)
De portable ELT wordt automatisch door g-kracht geactiveerd. Desgewenst kan de ELT ook handmatig
worden ingeschakeld.
De schakelaar van de ELT bevindt zich op het middenpaneel. Indien nodig kan de ELT ook worden
geactiveerd middels een schakelaar aan de voorzijde van de zender. De zender bevindt zich naast de
pilotenstoel.
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
10
7-7-2014
5.8. Ontkoppelen Batterij
In geval van nood kan het noodzakelijk worden om de batterij te ontkoppelen om de stroomtoevoer af
te snijden.
Hiervoor de snelsluitingen van het batterijcompartiment openen en de batterijaansluiting door draai
naar links openen.
6. Brandbestrijding Motorbrand
De EC-135 is uitgerust met een brandblusinstallatie voor beide motoren. De brandblusinstallatie
wordt automatisch geactiveerd.
In de cockpit zitten voor beide motoren knoppen om de brandstoftoevoer af te sluiten. Deze
knoppen zijn dubbel gezekerd.
Deze installatie kan tevens ook gebruikt worden om in geval van nood beide motoren eenvoudig
met deze noodschakelaar uit te schakelen.
Rood zekeringkapje
openen en FIRE-knop
indrukken
11
7-7-2014
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
1. Brandstoftoevoer afsluiten met Emergency Off Switch
(2 stuks op dashboard)
Luikje optillen en 1 keer op de knop drukken
(“Active” verschijnt onder de switch)
2. Blussen ter hoogte van de motoren in aangemerkte zone:
Open NOOIT de luiken van het betreffende motorcompartiment i.v.m. het gevaar van naar buiten
slaande vlammen!
Wees altijd bedacht op de draaiende rotoren.
3. Accu losdraaien met draaiknop
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4
12
7-7-2014
7. Handsignalen t.b.v. HLO/HDA
7.1. Afzetten motoren
Wanneer de motoren, om welke reden dan ook, meteen uitgezet moeten worden, geeft degene die dit
wenst het betreffende handsignaal. Ook hier wordt dit signaal bevestigd met hetzelfde signaal, door het
teamlid buiten of de piloot.
Het signaal wordt gegeven door een gestrekte horizontale hand horizontaal voor de keel heen en weer
te bewegen.
7.2. Brand in motorcompartiment
Deze brand wordt meestal veroorzaakt door materialen in het motorcompartiment die vlam hebben
gevat (bv. brandstof uit een gebroken leiding).
Ook buiten de helikopter kan de brand worden gesignaleerd, doordat er rook en/of vuur door de
ventilatieroosters naar buiten komt.
Dit moet door het teamlid buiten de helikopter direct aan de piloot kenbaar worden gemaakt door
middel van handsignalen.
Deze handsignalen wordt gegeven: een liggende acht beschreven in de lucht en met de andere hand
wordt de betreffende motor aangewezen.
13
7-7-2014
Handleiding HLO en HDA
Revisie 4