SPW rapportage recreatiemonitor 2013

MEDEDELING
agendapunt 3 d
Adviescommissie
Dagelijks bestuur
Algemeen bestuur
19 mei 2014
5 juni 2014
26 juni 2014
Bijlage
Recreatiemonitor 2013
Onderwerp
SPW RAPPORTAGE RECREATIEMONITOR
Besluit
Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling.
Mededeling
De belangrijkste conclusies uit het telonderzoek en het enquêteonderzoek zijn
 Ongeveer 2% meer bezoeken dan in 2013 aan Spaarnwoude;
 Door goede zomer meer bezoeken aan zwemgebieden en minder aan
‘wandelgebieden’;
 Sterke terugval bezoek Veerplas door sluiting horeca;
 Spaarnwoude heeft goede mix tussen goed weer en slecht weer
voorzieningen;
 Landelijk gebied (Oostrand Haarlem, Dijkland) goed bezocht;
 Algemene waardering SPW lager dan in 2009;
 Waarderingen voorzieningen over het algemeen goed, 37% van de
bezoekers aan festivals komt daardoor vaker in het gebied;
 Respondenten tevreden over de kwaliteit van het beheer;
 Groter gevoel van onveiligheid dan in 2009 (19% t.o.v. 10%);
 Niet bezoek vooral door onbekendheid met aanbod/ voorzieningen;
 Bereikbaarheid is geen issue.
De belangrijkste beleidsadviezen op basis van deze uitkomsten zijn
 Meer toezicht is het belangrijkste middel om het gevoel van veiligheid te
verbeteren. De zichtbaarheid van de toezichthouders is erg belangrijk;
o Het schap zal deze informatie meenemen bij de evaluatie van
mogelijke nieuwe bezuinigingen bij het Uitvoeringsprogramma Op
weg naar Duurzaam Spaarnwoude.
 Bij de inzet van communicatie middelen is het onder de aandacht brengen
van het recreatieve aanbod van Spaarnwoude belangrijker dan
naamsbekendheid of informatie over bereikbaarheid;
o Het schap neemt deze informatie mee bij haar communicatie
uitingen.
 Het aantal bezoeken aan de Veerplas zal weer toenemen als er een
compleet recreatief aanbod wordt gerealiseerd;
o Het realiseren van een nieuwe horeca/leisure voorziening is een
speerpunt uit het Uitvoeringsprogramma Op weg naar Duurzaam
Spaarnwoude.
 Bij het ontwikkelen of faciliteren van eventuele nieuwe voorzieningen zijn er
verschillende mogelijkheden. De huidige bezoeker heeft een sterke
voorkeur voor WIFI of een attractie zoals een historisch themapark of een
kinderspeelpark.
o Het schap onderzoekt binnen het uitvoeringsprogramma de
mogelijkheden voor nieuwe exploitaties op verschillende locaties.
Deze informatie wordt hiervoor gebruikt. Een proef met gratis WIFI
loopt dit jaar in Recreatieschap Geestmerambacht.
Pagina 1 van 2
Deze rapportage heeft een nauwe focus op Spaarnwoude en de resultaten van
de enquête. In samenwerking met DRO Amsterdam wordt gewerkt aan een
rapportage met een bredere scope. Hierbij worden de resultaten van de
recreatiemonitoren, het grote groen onderzoek, andere gemeentelijke monitoren
en landelijke publicaties op het gebied van recreatie geanalyseerd. Trends en
ontwikkelingen die op een hoger niveau spelen dan alleen Spaarnwoude
worden zo zichtbaar en zullen apart aan het bestuur worden gepresenteerd.
Opmerkingen AC
19 mei 2014
De adviescommissie adviseert kennis te nemen van de mededeling met
inachtneming van de opmerking dat aan het stuk nog wordt toegevoegd op
welke manier de beleidsadviezen worden opgepakt.
Opmerkingen DB
5 juni 2014
Het dagelijks bestuur besluit de mededeling te agenderen voor het AB met
inachtneming van de opmerking van de AC.
Pagina 2 van 2
RECREATIEMONITOR:
AANTAL BEZOEKEN EN ENQUÊTES
SPAARNWOUDE 2013
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
SAMENVATTING
De belangrijkste conclusies uit het telonderzoek en het enquêteonderzoek zijn:












Ongeveer 2% meer bezoeken dan in 2013 aan Spaarnwoude.
Door goede zomer meer bezoeken aan zwemgebieden en minder aan ‘wandelgebieden’.
Sterke terugval bezoek Veerplas door sluiting Horeca.
Spaarnwoude heeft goede mix tussen goed weer en slecht weer voorzieningen.
Landelijk gebied (Oostrand Haarlem, Dijkland) goed bezocht t.o.v. de gebieden waar het
aantal bezoeken wordt gemeten.
Algemene waardering SPW lager dan in 2009.
Waarderingen voorzieningen over het algemeen goed.
37% van de bezoekers aan festivals komt daardoor vaker in het gebied.
Respondenten tevreden over beheer, geen veranderingen opgemerkt in laatste 2 jaar.
Groter gevoel van onveiligheid dan in 2009 (19% t.o.v. 10% voelt zich wel eens onveilig)
Niet bezoek vooral door onbekendheid met aanbod/ voorzieningen.
Bereikbaarheid is geen issue.
De belangrijkste beleidsadviezen op basis van deze uitkomsten zijn
 Meer toezicht is het belangrijkste middel om het gevoel van veiligheid te verbeteren. De
zichtbaarheid van de toezichthouders is erg belangrijk.
 Bij de inzet van communicatie middelen is het onder de aandacht brengen van het
recreatieve aanbod van Spaarnwoude belangrijker dan naamsbekendheid of informatie
over bereikbaarheid.
 Het aantal bezoeken aan de Veerplas zal weer toenemen als er een compleet recreatief
aanbod wordt gerealiseerd, met minimaal (tijdelijke) horeca en toiletvoorziening, en
eventueel met een activiteit.
 Bij het ontwikkelen of faciliteren van eventuele nieuwe voorzieningen zijn er
verschillende mogelijkheden. De huidige bezoeker heeft een sterke voorkeur voor WIFI
of een attractie zoals een historisch themapark of een kinderspeelpark.
Deze rapportage heeft een nauwe focus op Spaarnwoude en de resultaten van de enquête. In
samenwerking met DRO Amsterdam wordt gewerkt aan een rapportage met een bredere scope.
Hierbij worden de resultaten van de recreatiemonitoren, het grote groen onderzoek, andere
gemeentelijke monitoren en landelijke publicaties op het gebied van recreatie geanalyseerd.
Trends en ontwikkelingen die op een hoger niveau spelen dan alleen Spaarnwoude worden zo
zichtbaar en zullen apart aan het bestuur worden gepresenteerd.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
3
INHOUD
Samenvatting .......................................................................................................................................................................3
1. Resultaten tellingen......................................................................................................................................................5
1.1 Waar wordt geteld .................................................................................................................................................5
1.2 Aantal bezoeken 2013 .........................................................................................................................................6
1.3 Analyse lange termijn ...........................................................................................................................................7
2. Resultaten Enquêtes ....................................................................................................................................................8
2.1 Het hoe en waarom van enquêtes ...................................................................................................................8
2.2 Bezoek van deelgebieden ....................................................................................................................................8
2.3 Waardering ...............................................................................................................................................................9
2.4 Gewenste voorzieningen en verbeteringen in het schap .................................................................... 10
2.5 Feedback over beheer ....................................................................................................................................... 10
2.6 feedback over veiligheid................................................................................................................................... 11
2.7 NIET BEZOEK ............................................................................................................................................................. 11
3. Methodologie ............................................................................................................................................................... 13
3.1 Onderzoeksvraag................................................................................................................................................. 13
Subvragen .................................................................................................................................................................. 13
Onderzoeksgebieden ............................................................................................................................................ 14
3.2 Automatische tellingen ..................................................................................................................................... 15
3.3 Visuele tellingen................................................................................................................................................... 15
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
4
1. RESULTATEN TELLINGEN
1.1 WAAR WORDT GETELD
Op de onderstaande kaarten staat met een zwarte omlijning aangegeven in welke deelgebieden
van Spaarnwoude het aantal bezoeken wordt geteld. De paarse stippen geven de locaties van de
mechanische telpunten weer.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
5
1.2 AANTAL BEZOEKEN 2013
Het totaal aantal bezoeken aan Spaarnwoude was in 2013: 5.526.035, ongeveer 2% meer dan in
2012. Vooral het bezoek aan de Houtrak en de Westbroekplas nam toe, waarschijnlijk door het
mooie zomerweer van 2013. Het bezoek aan de Veerplas liep daarentegen sterk terug (32%
t.o.v. 2012).
2013
Oosterbroek / Buitenhuizen
2.388.641
Houtrak
1.184.876
Veerplas
649.309
Groene Weelde
586.706
Westbroekplas
716.503
Totaal
5.526.035
2013 kende een matig voorjaar en een warme en zonnige zomer. Andere recreatiegebied in
Noord Holland waar zwemvoorzieningen zijn hebben meer bezoeken ontvangen dan in 2012.
Gebieden die helemaal geen mooi weer voorzieningen bieden (dus vooral wandelen en fietsen)
zien soms een beperkte terugval in het aantal bezoeken bij erg mooi weer. De Veerplas is een
zwemlocatie met strand waar met mooi weer veel bezoekers komen. In 2013 is er blauwalg
geconstateerd, maar dat is in de Veerplas een jaarlijks terugkerend probleem wat niet de daling
van het aantal bezoeken verklaart. Wel is het restaurant in de Veerplas (SaPlaza) eind 2012
gesloten en was er geen horeca voorziening in het gebied. Dit is de meest voor de hand liggende
verklaring voor het sterk gedaalde aantal bezoeken.
Het aantal bezoeken per deelgebied per maand is weergegeven in onderstaande grafiek.
De piek in het aantal bezoeken in juni en juli is duidelijk zichtbaar in de grafiek, maar bij de
Veerplas is die veel minder uitgesproken dan in de andere gebieden (behalve de Groene Weelde,
wat geen mooi weer voorzieningen heeft).
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
6
1.3 ANALYSE LANGE TERMIJN
Voor de meeste gebieden schommelt het aantal bezoeken rond redelijk stabiel punt. Alleen de
Houtrak kende een dalende trend, die echter in 2013 is omgebogen. Vooralsnog lijk het mooie
weer in de zomer hiervoor de beste verklaring.
Ook de daling in het aantal bezoeken aan de Groene Weelde is te wijten aan het mooie weer. Het
gebied heeft geen mooi weer voorzieningen dus bij erg mooi weer gaan de recreanten op zoek
naar alternatieven waar men wel kan zwemmen, zonnen, etc.
Het toegenomen aantal bezoeken aan de Westbroekplas, bij uitstek een zwemlocatie, houdt zeer
waarschijnlijk verband me het weer. Dat matcht met het verloop van het aantal bezoeken op de
lange termijn. In 2010 was er ook een mooie zomer. In 2011 en 2012 waren slechte jaren wat
betreft weer. In de Groene Weelde lijkt die trend tegenovergesteld.
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Spaarnwoude
Oosterbroek Buitenhuizen
5.646.011
5.466.076
5.330.534
5.654.063
5.412.899
5.526.035
2776773
2.910.450
2.291.448
2.578.499
2.376.715
2.388.641
Houtrak
1.148.994
1.164.729
915.391
889.995
844.762
1.184.876
Veerplas
1.148.752
760.895
744.215
965.698
951.538
649.309
579.490
630.002
628.977
697.505
679.792
586.706
750.503
522.366
560.092
716.503
Groene Weelde
Westbroekplas (sinds 2010)
Over het hele aanbod van Spaarnwoude, in de deelgebieden waar het aantal bezoeken wordt
geteld, is het aantal bezoeken zeer stabiel. Dus zowel bij mooi weer als bij slecht weer biedt het
recreatieschap goede recreatiemogelijkheden.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
7
2. RESULTATEN ENQUÊTES
2.1 HET HOE EN WAAROM VAN ENQUÊTES
In 2013 heeft het bestuur ervoor gekozen om een beperkt onderzoek uit te voeren onder de
bezoekers – en niet bezoekers - van Spaarnwoude. In het algemeen wordt het onderzoek gebruik
voor het evalueren van het gevoerde beleid, als informatie bij het formuleren van nieuw beleid
en als input bij het nemen van beheersmatige beslissing in het dagelijks beheer van het gebied.
Daarnaast is monitoring van het gebruik, en de tevredenheid met, het gebied belangrijk voor de
maatschappelijke verantwoording. In 2013 is specifiek aandacht besteed aan:



Gevolgen van bezuinigingen in het beheer
Populariteit mogelijke nieuwe voorzieningen
Waardering van de huidige voorzieningen
In tegenstelling tot in 2007 en in 2009 zijn er alleen internet enquêtes uitgevoerd. Via het
internet is meer respons te behalen tegen lagere kosten dan via face to face enquêtes.
De steekproef is representatief voor het demografische profiel van de inwoners van de
gemeenten die participeren in het recreatieschap. De inwoners van de participerende
gemeenten zijn benaderd voor het onderzoek, zoveel mogelijk evenredig naar inwonertal,
aangevuld met een aantal respondenten verdeeld over de rest van de provincie.
Om verwarring onder respondenten te voorkomen is er voor gekozen om in deze editie van de
recreatiemonitor te concentreren op Spaarnwoude oud. In 2014 wordt er ook voor de gebieden
in de Haarlemmermeer budget vrij gemaakt voor de recreatiemonitor. Als er in 2014 of 2015
weer onderzoek wordt opgestart ligt het voor de hand om te concentreren op de gebieden in de
Haarlemmermeer.
2.2 BEZOEK VAN DEELGEBIEDEN
De respondenten hebben zelf aangegeven welk deelgebied van Spaarnwoude zij wel eens
bezoeken (kan er meer dan 1 zijn). De resultaten staan in de grafiek hieronder. De verdeling
tussen de verschillende gebieden komt in grote lijnen overeen met de gegevens van de
bezoekerstellingen. Interessant is dat het landelijk gebied, waar niet wordt geteld, ook veel
wordt bezocht.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
8
2.3 WAARDERING
Het algemene rapportcijfer voor Spaarnwoude uit deze enquête is een 7,2. In eerdere jaren was
dat hoger: een 7,7 in 2009 en een 7,4 in 2007.
De waardering van de verschillende voorzieningen in het recreatieschap staan in de grafiek
hieronder. De rode balken geven de gemiddelde waardering van deze voorzieningen weer.
Voorzieningen waar minder dan 10 respondenten wel eens gebruik van hebben gemaakt zijn
niet weergegeven.
Wat opvalt, is dat de waardering van een voorziening geen relatie lijkt te hebben met het gebruik
van die voorzieningen, waarschijnlijk omdat de voorzieningen zeer verschillend van aard zijn.
Villa Westend krijgt de beste waardering terwijl het naaktstrand en de beide locaties van
droomparken het minst worden gewaardeerd. Bij de verschillende onderdelen van Zorgvrij
worden de exposities het minst gewaardeerd, maar Zorgvrij wordt over alle onderdelen bezien
juist zeer goed gewaardeerd en gebruikt.
Tenslotte blijkt dat de verschillende horeca voorzieningen allen goed worden gewaardeerd en
gebruikt.
Dezelfde vraag is beantwoord voor de festivals. Het gebruik onder de respondenten is een stuk
lager, wat gezien de totale omvang en specifieke doelgroep van de festivals niet verassend is.
Ook de waardering is over het algemeen lager dan voor de andere voorzieningen, maar Dance
Valley wordt juist zeer goed gewaardeerd.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
9
14%
% gebruik
12%
waardering
10%
9
8
7
6
8%
5
6%
4
3
4%
2
2%
1
0%
0
Dance
Valley
Dutch
Valley
KiKa Run
Latin
Village
WooferlandAwakenings Edit festival Filipijnse
BBQ
Tenslotte is gevraagd of festivalbezoek ook heeft geleid tot het frequenter bezoeken van het
recreatiegebied (het gaat om respondenten die zichzelf al als bezoeker hadden geïdentificeerd),
wat voor 37% wel het geval is.
2.4 GEWENSTE VOORZIENINGEN EN VERBETERINGEN IN HET SCHAP
De respondenten is gevraagd een aantal mogelijke nieuwe voorzieningen te rangschikken, en
daarbij die voorzieningen waarvan ze gebruik zouden willen maken bovenaan te zetten,
enzovoort. Alle reacties gemiddeld geeft dat de volgende rangorde:
1
2
Gratis Wifi
Educatief en historisch park
3
4
5
6
7
8
Openbare theatervoorstelling
Kinderspeelpark
Adventure park
Minigolfbaan
Klassiek muziekevenement
Openbare moestuintjes
2.5 FEEDBACK OVER BEHEER
In de afgelopen jaren heeft het recreatieschap enkele bezuinigingen doorgevoerd, die o.a. ook
van invloed zijn op het beheer niveau van verschillende deelgebieden. Daarom is de
respondenten gevraag of zij tevreden zijn over het beheer van de gebieden en of zij in de
afgelopen 2 jaar veranderingen hebben gezien. Hieruit blijkt dat de respondenten in
meerderheid tevreden zijn over het beheer en in de afgelopen tijd geen veranderingen hebben
opgemerkt.
Overigens is bij de vraagstelling duidelijk gemaakt dat hier met beheer het fysieke onderhoud
van de terreinen wordt bedoeld, dus grasmaaien, snoeien, onderhoud van paden en bruggen etc.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
10
2.6 FEEDBACK OVER VEILIGHEID
19% van de respondenten voelt zich wel eens onveilig in Spaarnwoude. In 2007 en 2009 was dat
percentage respectievelijk 7% en 10%. Sinds 2009 is de inzet van toezichthouders door het
schap verminderd. De zichtbaarheid van de toezichthouders is zeer belangrijk bij het gevoel van
veiligheid van de recreant; in eerdere edities van de recreatiemonitor is ’meer toezicht’ altijd de
meest genoemde optie om het gevoel van veiligheid te verbeteren.
2.7 NIET BEZOEK
Ook aan respondenten die geen bezoek hebben gebracht aan Spaarnwoude zijn een aantal
vragen gesteld. Deze gaan vooral over de redenen waarom er geen bezoek is gebracht. Die vraag
is ook direct gesteld. De meeste respondenten hebben simpelweg nooit overwogen om de
gebieden te bezoeken, of weten niet van het bestaan af. Waarschijnlijk heeft dat laatste vooral te
maken met specifieke voorzieningen (zie hieronder). Uit eerder onderzoek is bekend dat de
naamsbekendheid van Spaarnwoude zeer goed is.
De bereikbaarheid en de afstand vormen een veel kleinere drempel. Onveiligheid is duidelijk
geen issue onder niet-bezoekers.
reden niet bezoek
nooit overwogen
wist niet van bestaan af
anders
te ver weg
niks te doen voor mij
slecht bereikbaar
te druk
te onveilig
%
49%
15%
13%
10%
7%
5%
1%
1%
Aanvullend is gevraagd naar de bekendheid met de ligging en het aanbod van de gebieden:
Vraag
Weet u hoe Spaarnwoude te bereiken is?
Heeft u een goed beeld van wat er in Spaarnwoude te doen is?
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
Ja (%)
56%
30%
11
Waaruit blijkt dat vooral bij de bekendheid van het recreatieve aanbod winst is te behalen. Voor
de specifieke voorzieningen in het gebied geld dan ook dat de bekendheid laag is (zie hieronder).
Voor de bekendste voorziening weet iets meer dan 1 op de 10 van de respondenten van het
bestaan af. Alleen de golfbaan is beter bekend.
Voorziening (alleen bekendheid 5% of hoger)
bekend (%)
Golfbaan
17%
Indoor skibaan SnowPlanet
12%
Manege(s)
12%
Jachthaven(s)
12%
Klimwand
Fletcher Hotel restaurant
Spaarnwoude
Pannenkoekenboerderij Onder de
Platanen
Boerderij Zorgvrij - Speelplaats
11%
Paintbalterrein
8%
Boerderij Zorgvrij - Educatie
7%
Boerderij Zorgvrij - Exposities
7%
Boerderij Zorgvrij - Boerenbedrijf
7%
Mountainbikeparcours
7%
Restaurant Graan Voor Visch
6%
Klimbos Veerplas
5%
Droompark Spaarnwoude - Houtrak
5%
Hondendressuurterrein
5%
Modelvliegterrein
5%
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
10%
8%
8%
12
3. METHODOLOGIE
3.1 ONDERZOEKSVRAAG
De centrale onderzoeksvraag voor het bepalen van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen in Noord-Holland luidt:
Is er een ontwikkeling van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen zichtbaar in de periode
vanaf 2005?
SUBVRAGEN
1. Wat is het aantal bezoeken aan een recreatieschap en de deelgebieden binnen dit
recreatieschap per jaar?
2. Hoe ziet het patroon van het aantal bezoeken per maand er uit voor de verschillende
gebieden?
3. Is er een vergelijking mogelijk van het bezoekgedrag aan bepaalde deelgebieden en / of
recreatiegebieden?
4. Welke aanbevelingen voor beleid kunnen worden gegeven op basis van het aantal
bezoeken nadat deze over een langere periode zijn gemeten?
Bij het opzetten van de recreatiemonitor zijn de onderstaande hypotheses geformuleerd.
Inmiddels hebben de gegevens afdoende bewijs geleverd voor alle hypotheses, waarbij
hypothese 4 het minst duidelijk uit de gegevens is af te lezen daar de andere invloeden op de het
aantal bezoeken hiermee interfereren.
De vijf recreatieschappen uit het onderzoek verschillen onderling qua inrichting, karakter en
ligging. Enkele gebieden liggen aan de rand van een grote stad en andere recreatiegebieden
liggen in een meer landelijke omgeving. De functie varieert van uitloopgebied voor korte
wandelingen in het stadsrandgebied tot zwemlocaties waar bezoekers zich gedurende een hele
dag kunnen vermaken. Als gevolg van de verschillen tussen de gebieden zullen de aantallen
bezoeken en de seizoenscurve per recreatiegebied verschillen.
De aantallen bezoeken worden in belangrijke mate bepaald door de dagsoort. Hiermee wordt
bedoeld of er sprake is van een doordeweekse dag, een zaterdag of een zon- of feestdag.
Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden is weersafhankelijk.
Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden hangt samen met vakantieperioden.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
13
ONDERZOEKSGEBIEDEN
In Spaarnwoude worden in de volgende gebieden tellingen uitgevoerd: Oosterbroek/
Buitenhuizen, De Westbroekplas, De Houtrak, De Veerplas en de Groene Weelde.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
14
3.2 AUTOMATISCHE TELLINGEN
Per deelgebied van een recreatieschap wordt minimaal één referentiepunt bepaald bij een
hoofdingang waar zuiver kan worden gemeten (en dus zo min mogelijk sprake is van woonwerkverkeer of andere niet-recreatieve verkeersstromen). Hierdoor is het mogelijk per
deelgebied een seizoenscurve op te stellen van het aantal bezoeken aan het gebied. Door de lijn
in het aantal bezoeken per maand vast te stellen gedurende een aantal jaren kunnen conclusies
worden getrokken voor het beleid op het niveau van deelgebieden.
Het referentiepunt van het deelgebied is bij voorkeur gekozen op een plaats waar ook in het
eerste jaar van onderzoek (2005) een meting heeft plaatsgevonden.
Voor Groengebied Amstelland en Spaarnwoude zijn vaste telpunten vastgesteld in overleg met
de gebiedscoördinatoren. Per deelgebied is hierdoor minimaal 1 punt waar jaarrond wordt
geteld. Op basis van de tellingen op dit punt kan het verkeer dat via de andere ingangen het
gebied binnen komt worden bijgeschat op basis van de visuele tellingen die worden gehouden
bij alle ingangen van een deelgebied.
3.3 VISUELE TELLINGEN
Bij vooraf bepaalde ingangen in het deelgebied werd gedurende een aantal dagen visueel geteld.
Hiermee kan de verhouding tussen het soort bezoeken per deelgebied worden berekend en een
verhoudingsfactor waarmee het referentiepunt zou moeten worden vermenigvuldigd om het
totaal aantal bezoeken aan het gebied te kunnen berekenen.
Het doel van de visuele tellingen is dus:
1. Het vaststellen van een ophoogfactor voor voetgangers, fietsers en de bezettingsgraad
per fiets en per auto.
2. Het bepalen van een vaste vermenigvuldigingsfactor om de aantallen bezoeken van het
referentiepunt om te rekenen naar het totale aantal bezoeken per deelgebied.
Een week heeft drie dagsoorten: doordeweekse dag, zaterdag en zon – of feestdag. Om een goed
beeld te krijgen van het aantal bezoeken aan een deelgebied vonden visuele tellingen plaats op
een doordeweekse dag, een zaterdag en een zondag. Deze visuele tellingen worden gehouden in
vier perioden in het jaar. Het jaar is onderverdeeld in de perioden:




laagseizoen (november t/m april)
voorseizoen (mei en juni)
hoogseizoen (juli en augustus)
naseizoen (september en oktober)
Het aantal bezoeken tijdens de visuele tellingen is bijgehouden op een telformulier. Dit is in de
afgelopen jaren herhaald zodat in elk seizoen een visuele telling heeft plaatsgevonden bij alle
ingangen van een deelgebied. Met de gegevens die hieruit zijn verkregen is een betrouwbare
dataset ontstaan van de verhoudingen tussen de verschillende vervoermiddelen en de
verhoudingen van het aantal bezoeken tussen de referentie-ingang en de overige ingangen van
een deelgebied.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
15
In 2006 en 2007 zijn in Spaarnwoude en Groengebied Amstelland visuele tellingen gehouden bij
alle ingangen. Hiermee is een vaste vermenigvuldigingsfactor vastgesteld voor het omrekenen
van het aantal bezoeken via de referentie-ingang, waar automatische tellingen worden
gehouden, naar het totaal aantal bezoeken. In 2010 is een aantal gebieden nieuwe visuele
tellingen gehouden aangezien zich in sommige gebieden ontwikkelingen hebben voorgedaan die
mogelijk de verhoudingen tussen de verschillende telpunten hebben veranderd.
Recreatie Noord-Holland NV
30 april 2014
16