Aandachtspunten voor de combi van geld GROEN wassen

 Aandachtspunten voor de combi van geld GROEN wassen d.d. 22 mei 2014, voor: toekomstige initiatiefnemers Vooraf: Veelal komt het eerste initiatief voor dit project van een enthousiaste ouder of medewerker van de educatieve organisatie. Hieronder staan aandachtspunten waar zij rekening mee moeten houden voor de aanvang van het project. Een belangrijke pijler van deze constructie is vertrouwen in elkaar en de bereidheid er samen uit te komen. Toch is het ook van belang om de onderstaande aandachtspunten ter harte te nemen. Zowel de educatieve organisaties, als de gemeente (vaak de eigenaar van het dak) zijn namelijk erg beducht voor addertjes onder het gras. Aandachtspunten: Dak waar de zonnepanelen opkomen Het dak is ongeschikt voor zonnepanelen als: • Het dak teveel schaduw krijgt van omliggende huizen, bomen, schoorstenen, dakkapellen, etc. Denk hierbij ook aan toekomstige bouwwerken of beplanting. • De zonnepanelen door de ligging van het dak niet (voor een deel) op het zuiden kunnen worden geplaatst. • Het dak qua constructie niet geschikt is om zonnepanelen te dragen. • Het dak asbest bevat. • Het dak binnen 5 jaar gerenoveerd moet worden. • Het dak moeilijk bereikbaar is, wat de installatie duur zal maken (hijskranen, valbeveiliging etc.) • Bij een Vereniging van Eigenaren (VvE) moet er overeenstemming komen over het plaatsen van de panelen. • Indien het dak van de educatieve organisatie in het bezit is van de gemeente of een woningbouwvereniging zullen met hen aparte afspraken gemaakt moeten worden over het gebruik van het dak. Hiervoor zijn reeds voorbeeldcontracten gemaakt, zie.. De directie en het bestuur van de educatieve instelling • Het project moet binnen de educatieve organisatie gedragen worden door bestuur, directie, ouderraad, ouders en de werkvloer. Aansluiting • De aansluiting mag niet boven de 3 x 80 Ampère uitkomen, anders is er sprake van een grootverbruikersaansluiting en kan er niet worden gesaldeerd. • Ook mag het verbruik niet boven de 50.000 kWh uitkomen, anders wordt het grootverbruikerstarief betaald, wat zo laag is dat zonnepanelen (nog) niet rendabel zijn. • De meterkast mag niet te ver verwijderd liggen van de zonnepanelen anders wordt de AC bekabeling erg duur. •
Als de meterkast verouderd is of te weinig capaciteit heeft om de stroom van veel zonnepanelen op te kunnen vangen, moet dit aangepast worden bij Liander (via de zonnepanelen leverancier). De winkel die de zonnepanelen voorfinanciert • Met de winkeleigenaar moet een contract worden gesloten, onder andere over de terugbetaling van de oogst van de panelen. • Met de winkel moeten afspraken gemaakt worden over de communicatie van dit project. • Met de winkel moeten afspraken gemaakt worden over de verkoop van de bonnen (1 of meerdere per klant, bedrag dat op de bonnen komt, tijdsduur van de verkoop, etc.) Overheid en gemeente • Er zijn op dit moment bij de overheid bewegingen om het salderen van de opgewekte stroom met zonnepanelen in te perken. Hier zijn nog geen definitieve besluiten over gemaakt. • Daarnaast worden in Amsterdam de scholen nu centraal gemonitord en niet meer via de stadsdelen. De verantwoordelijkheid voor kinderboerderijen, kinderdagverblijven en speeltuinen ligt nog wel bij de stadsdelen. • Scholen zijn sinds het voorjaar 2014 zelf verantwoordelijk geworden voor het onderhoud van het schoolgebouw. • Scholen worden door zeer veel (commerciële) partijen benaderd voor zonnepanelen en zijn het spoor bijster hierin. • Zowel scholen als overheden zijn erg terughoudend om dit project in te stappen met een ‘commerciële winkel’. Ondanks dat de winkel geen winst maakt bij het project willen beide partijen vaak extra contracten en aanpassingen in de communicatie. • Veel gemeenten hebben al plannen om bij verbouw of onderhoud de daken van educatieve instellingen te voorzien van (een paar) zonnepanelen en het is goed om hier van te voren bij de gemeenten informatie over op te vragen. Zij doen dit omdat gemeenten graag de zonnepanelen in eigen beheer hebben als de panden onder de gemeente vallen. • Als de initiatiefnemer geïnteresseerd is in meerdere projecten volgens deze constructie, dan is het goed om met de gemeente om de tafel te gaan zitten om te kijken wat de mogelijkheden zijn. De gemeenten hebben vaak een centraal overleg met schoolbesturen en besturen van speeltuinen en kinderboerderijen. Als bij deze bijeenkomsten een presentatie gehouden mag worden over het project, kunnen direct veel vragen centraal behandeld worden. Financiële aandachtspunten • De eerste jaren van de stroomoogst gaat de educatieve instelling niets extra betalen voor de stroom, maar hebben ze ook geen financieel voordeel van de zonnepanelen. • Na de afbetalingsperiode blijft er nog een restbedrag over voor de educatieve instelling om af te betalen. Dit moet fiscaal minimaal 10% zijn van het initiële bedrag. Dit restbedrag kan worden geleend bij een bank, omdat hierna geen stroomrekening meer is, of kan bij elkaar •
•
•
•
worden gespaard via crowdfundingsacties. Of het restbedrag kan worden betaald door een derde partij (bijvoorbeeld lokale energie coöperaties), die het systeem dan nog exploiteren totdat het gehele bedrag is afbetaald. De fiscale voordelen voor de winkel (EIA en KIA), waarvan de voordelen doorstromen naar de educatieve instelling, worden jaarlijks vastgesteld door de overheid. Ondanks dat er bij dit project een ruling is van de belastingdienst, blijft er een verschillende interpretatie van aparte fiscalisten. Er moeten in het contract duidelijke afspraken worden gemaakt wat te doen bij een faillissement van de winkel of van de educatieve instelling. Een aantal educatieve organisaties krijgen nog eens extra 50% korting op de energiebelasting.