het NRC artikel - Stadsschouwburg Amsterdam

PREMIÈRE
maandag première | dinsdag media | woensdag film | donderdag cultureel supplement | vrijdag boeken
Maandag 27 oktober 2014
Jeugdvriend schreef
kritische hommage
aan Theo van Gogh
EN VERDER
C4 Shell Shock Wereldpremière opera op tekst Nick Cave | C5 Cabaret Zwak debuut Lucky Fonz III | C7 Joh. Vermeerprijs
uitgereikt aan Irma Boom, grafisch ontwerper | C8 Blendle Miljoeneninvestering voor website Klöpping en Blankesteijn
FOTO MAURICE BOYER
‘Theo ging
ten onder
aan zijn eigen
ijdelheid’
C2
NRCHANDELSBLAD PREMIÈRE
Coververhaal
MAANDAG 27 OKTOBER 2014
Multimediatheater
Theo van Gogh
Muziekrecensent Roeland Hazendonk, jeugdvriend van
Theo van Gogh, debuteert als theaterauteur met de monoloog
‘Van Gogh spreekt’. Porgy Franssen speelt Van Gogh.
C3
Theo van Gogh (1957-2004) herdacht op televisie
2/11, het spel van
de wolf
Speelfilm over een samenzwering bij de AIVD,
die de moordenaar van
Theo van Gogh al afluis-
terde vóór de moord. Geschreven door Van Goghs
vrienden Theodor Holman en Gijs van de Westelaken. De titel verwijst
naar Van Goghs film
06/05, over de moord op
Pim Fortuyn, en naar een
pamflet van Mohammed
B., over repressieve tolerantie jegens moslims.
2 nov, NPO 2, 20:15-21.45
Profiel: Theo van Gogh
Biografische schets aan
de hand van gesprekken
met nabestaanden
2 nov, NPO 2, 21:45 22.30 uur
Een prettig gesprek met
Lieuwe van Gogh
Interview van Doesjka van
Hoogdalem met de zoon
van Theo van Gogh,
over leven zonder vader,
over thaiboksen en
over een kunstproject
waarvoor zijn oor werd
gekloond.
2 nov, RTL 4, 22.30 23.30 uur.
‘T
heo vond dat hij alles mocht
zeggen, hoe erg het ook was, en
wat het effect ook was. Hij was
een aanjager van de mediademocratie – het idee dat iedereen
overal over mag meepraten.
Zonder Theo geen GeenStijl en PowNed. Maar ik
hoor het zijn vader nog thuis tegen hem zeggen:
‘Je mag alles zeggen, Theo, maar het hoeft niet’.”
Aldus Roeland Hazendonk, vriend van Theo
van Gogh van jongsaf aan, en auteur van het toneelstuk Van Gogh Spreekt.
Die voorstelling gaat woensdag in première in
een regie van Gerardjan Rijnders, met Porgy
Franssen in de titelrol. Zondag 2 november is het
tien jaar geleden dat de 47-jarige filmmaker Van
Gogh ’s ochtends, fietsend door de Amsterdamse Linnaeusstraat, bruut werd vermoord door de
fundamentalistische moslim Mohammed B.,
met kogels en messen.
Het is belangrijk om deze voorstelling te maken, vindt regisseur Rijnders, „omdat iedereen
zich zijn dood herinnert, maar niemand meer
weet wie Theo van Gogh echt was.”
Van Gogh was in de eerste plaats filmregisseur
(Blind date, Inter view, 06), maar hij manifesteerde zich ook als columnist, interviewer en programmamaker op tv.
Hazendonk, debuterend als toneelschrijver,
wil een ander beeld schetsen dan dat van de ruziezoekende querulant: de andere Theo. Hazendonk: „In mijn stuk is Theo aanvankelijk een
vrolijk, wild konijntje dat maar wat aanrotzooit.
Hij was kwetsbaar, maar dat toonde hij in zijn
woestigheid, en niet als huilebalk of lief jongetje.”
Van Gogh Spreekt is multimediatheater. We
zien Van Gogh op het toneel over zichzelf spreken en zingen (de echte Theo maakte twee elpees). Op de achtergrond zien we videobeelden
van de toneel- en echte Theo. Er worden filmpjes
vertoond, remakes van de filmpjes die Theo
maakte om op de Filmacademie te worden toegelaten (tevergeefs), en scènes uit duistere, sadistische speelfilms die hij bewonderde (Salò,
The Nightporter). En de Theo op toneel gaat in
discussie met zichzelf op een eerder gefilmd
beeld (ook Porgy Franssen): ze spreken over wat
hij anders had moeten of kunnen doen.
Hazendonk: „Theo krijgt nog één keer de kans
vrijuit te spreken, en waf!, daar gaat hij. Het is
een soort stand-up comedy. Maar er gebeurt van
alles dat hij niet in de hand heeft. Aan het einde is
hij tamelijk gedeprimeerd over het stuk en over
zichzelf. Dat klopt ook wel, want we tonen de
werdegang van Theo: hoe hij ten onder ging aan
zijn ijdelheid en de zegeningen van het maatschappelijk debat.”
Van Gogh hekelde de politieke correctheid van
linkse voormannen ( Job Cohen, Paul Rosenmöller, Thom de Graaf ), het christendom en uiteindelijk de islam. Het streven van Hazendonk is de
zinvolle opvattingen van Van Gogh te scheiden
van zijn kwetsende formuleringen. „Naar Theo’s
idee was iedereen een opportunist. Iedereen
probeerde iedereen te naaien en de mogelijkheid om een leuke relatie te hebben, bestond
niet. Hij was altijd bezig de vinger te leggen op
wat niet klopte. En hij had eigenlijk ook altijd gelijk, maar hij cultiveerde wel een verschrikkelijk
somber mensbeeld.”
Wat Van Gogh ontbeerde, zegt Hazendonk,
was empathie en de wil om het positieve te zien.
„Voor het prettige en opbeurende aan mensen,
voor iemand die opeens iets liefs zegt, had hij
geen oog.” Van Gogh groeide op in Wassenaar in
een vrijzinnig, anti-autoritair gezin. De verkoop
van de schilderijen van Vincent van Gogh had de
familie – nazaten van Vincents broer Theo – miljonair gemaakt. In het toneelstuk noemt Theo
zich ‘decadent rijkeluiszoontje’ en de ‘oogappel
van zijn moeder’. „Over dat gezin hing de doem
van de dood van Theo’s oom in de oorlog”, vertelt Hazendonk. „Meneer en mevrouw Van Gogh
hadden daar last van, en dat gaf spanningen.”
In zijn stuk verklaart de auteur Theo’s gedrag
en karakter Freudiaans. „Zijn moeder was een
aantrekkelijke vrouw, en had wel eens een verhouding. Daar werden aan tafel openlijk grappen over gemaakt. Maar je wilt als jongen van
tien, twaalf jaar niet dat je moeder wordt begeerd. Die affaires,” denkt Hazendonk, „brachten Theo in de war. Theo was onzeker, maar ook
een charismatische macher. Jarenlang heeft hij
tegen iedereen geroepen: ‘Ik heb mijn moeder
geneukt’. Dat is toch raar? Dat hij zo hard, soms
als een psychopaat, tegen mensen tekeer ging, is
hoe hij met ongemak omging. Dat hij dacht: ik reken er mee af, dan is het weg en heb ik er geen
last meer van. Het is de redenering van een bang
jongetje.”
Theo was ook bang voor verraad. „Misschien
omdat de broer van Theo's vader door verraad in
handen van de Duitsers viel. Natuurlijk was Theo
niet alleen een product van zijn opvoeding. Het
zat ook in hemzelf. Hij was gevoelig en hij had
een hoop fantasie.”
Moppen
De bitterste en bekendste confrontatie had Van
Gogh met schrijver Leon de Winter, aan het begin van zijn carrière als ‘enfant terrible van het
VAN GOGHS BESTE FILMS
VAN GOGHS BESTE FILMS
Een dagje naar het strand
Interview
In verfilming van novelle van Heere
Heeresma hinkt het meisje Walijne (Tara Fallaux) telkens meters achter haar
alcoholische vader (Cas Enklaar) aan.
Film uit 1984 over ontheemding, nergens anders thuis willen èn kunnen zijn
dan in de drank. Verloederde Enklaar
ontwaart talloze doodssymbolen, maar
sterft niet. Zijn straf is dat hij aan het einde zijn dochter niet meer kan vinden.
Interview van een verslaggever van een
kwaliteitskrant (Pierre Bokma) met een
soapster (Katja Schuurman) ontaardt in
een bitter gevecht en een hevige
machtsstrijd. Schuurman speelt een karikaturale versie van zichzelf in deze
botsing tussen hoge en lage cultuur
zonder winnaar. Van Interview (2003)
werd een Amerikaanse remake gemaakt, door en met Steve Buscemi.
Porgy Franssen als Theo van Gogh in de monoloog ‘Van Gogh spreekt’
EEN PRETTIG GESPREK
JARENLANGE VETE
Interviews op AT5
Met auteur Leon de Winter
Vanaf 1989 interviewde Van Gogh op tv
een uur één gast in Een prettig gesprek.
Hij zei in NRC: „De woede waarmee ik
mijn columns soms schrijf, voel ik nooit
in mijn vraaggesprekken. Ik zit daar niet
om iemand af te bekken, ik heb daar
evenmin het gevoel dat ik van de ander
moet winnen. Ik ben doorgeefluik en
entertainer. Men vindt mij als interviewer ongevaarlijk en vriendelijk.”
Twintig jaar was Leon de Winter mikpunt van Van Gogh. In de week van zijn
dood schreef De Winter in Elsevier: „Hij
heeft mijn vrouw en mij ten diepste gekrenkt. Maar ik kon naar de rechter
stappen. Dat zijn de heilige regels in onze samenleving. (...) Hij was een klootzak, maar hij was míjn klootzak en hij
had het recht om een klootzak te zijn. Ik
ben woedend, wanhopig, verbijsterd.”
FOTO MAURICE BOYER
Door Ron Rijghard
FOTO MAURICE BOYER
‘Op het toneel krijgt
Theo nog één keer
de kans te spreken’
openbare debat’, zegt Hazendonk. In een provocerend artikel noemde Van Gogh De Winter ‘een
handelsreiziger in Joodse identiteit’. En hij debiteerde moppen over copulerende gele sterren in
het kamp en over de geur van karamel, met als
clou ‘Vandaag verbranden ze alleen de suikerzieke Joden.’
Hazendonk: „Theo vond dat De Winter zijn afkomst en de Shoah exploiteerde.” Maar de eigenlijke aanleiding voor Van Goghs uitbarsting was
triviaal: jaloezie, omdat De Winter wel films gefinancierd kreeg bij het Filmfonds en Van Gogh
niet. Hazendonk: „Daar was hij razend over.
Geld had hij thuis kunnen ophalen, maar dat
deed hij uit principe niet. Ook al was hij daar
dubbel in, want zijn debuutfilm Luger is door
een relatie van zijn moeder betaald. Wij, zijn
vrienden, pestten hem er toen ook wel mee.”
De aanval op De Winter werd pas opgepikt nadat Van Gogh, die aandacht zocht, het obscure
filmblaadje waarin zijn stuk stond, uitdeelde op
de Nederlandse Filmdagen en Sonja Barend aangifte deed. Wegens antisemitisme. „Antisemiet
was hij niet”, zegt Hazendonk stellig. „Het ging
hem om integriteit. Als je zijn artikel goed leest,
neemt hij het Joodse volk juist in bescherming tegen het misbruik van hun identiteit door Leon de
Winter. Maar zijn verwoording was schandalig.
Theo koos voor het effect.” Wie zo verkeerd
wordt begrepen, probeert het nog eens rustig uit
te leggen. Zo niet Theo van Gogh. Hij koos voor
de frontale aanval, voor nieuwe verbale executies. Dat was één van zijn belangrijkste eigenschappen, zegt Hazendonk. „Hij had er een diabolisch plezier in om mensen te sarren.”
Mijn ego was groter dan mijn redelijkheid,
zegt de toneel-Theo over zichzelf. Hazendonk:
„In een winkel sloeg een skinhead met een hakenkruis op zijn vingers getatoeëerd hem eens
op zijn rug en complimenteerde hem. Theo zei
tegen mij: ‘Zie je dat, de mensen geven mij gelijk!’ Dan zei ik: ‘De mensen? Heb je gezien wie dat
was?!’ Dan werd hij kwaad. Omdat ik hem zijn
pleziertje zou misgunnen. En ik vroeg me af: zie
je dat dan echt niet?”
Zulke tegenstrijdigheden horen bij Van Gogh.
Enkele keren in het gesprek stelt Hazendonk nadrukkelijk: „Theo wás ook aardig!”. Even vaak
zegt hij, zachter en terloops: „Theo wás ook niet
aardig.” Recht op de man gevraagd of het niet
moeilijk was bevriend te zijn met zo’n extreme
persoonlijkheid, roept hij „Neeh!” Want het was
altijd lachen met Theo.
Theo probeerde overal chaos te stichten, vertelt Hazendonk. „Het eerste wat hij deed als hij
langs kwam, was zijn stinkvoeten op je tafel leggen. In de auto moest hij van ons achterin zitten
en dan ging het dak open, anders vielen we
flauw. Had hij weer eens drie weken zijn gympen
niet uit gehad. Hij had rare hang-ups. Zijn moeder moest zijn nagels knippen. Mocht niemand
aankomen. Dat was castratieangst, riep hij zelf.
Dat is gestoord, maar ook erg om te lachen.”
Ironicus
Ondanks alle voorbeelden van doorslaande felheid houdt de toneelauteur vast aan zijn overtuiging dat Van Gogh ten diepste een ironicus was.
„Ironie was voor hem een manier van overleven.
Op televisie was hij milder, maar als hij schreef,
sleep hij aan zijn tekst. Dan deed hij er een schepje bovenop. Vrouwen noemde hij een stoffige ka-
chelpijp of een bedremmelde molshoop. Beledigen was voor hem een vorm van literaire kleinkunst.”
In 2004 maakte Van Gogh met Kamerlid
Ayaan Hirsi Ali het filmpamflet Submission,
waarin mishandelde moslimvrouwen werden
getoond. Elke religie was voor Van Gogh een
vorm van waanzin en hij vroeg zich af waarom je
moslims niet evenzeer mocht bekritiseren als
christenen. Submission kwam in augustus 2004
op televisie. Enkele maanden later werd hij vermoord. Hazendonk: „De conclusie van het stuk
is dat vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid niet samengaan.”
Over de ‘erfenis’ van Theo van Gogh is Hazendonk sceptisch. „De problemen die hij aankaartte zijn niet weg. Hij heeft maniakaal gewerkt – met drank, coke, Fassbinder was er niets
bij – maar zijn beste film moest hij nog maken. Hij
is een dramatische held, maar ook een tragische
held.”
Van Gogh spreekt. Première: woensdag 29 oktober, Leidse Schouwburg. Tournee t/m 29/11.