Aflevering 2, 2014

02 - april 2014
ICTRecht in de praktijk
Consumentenwetgeving:
wat gaat er veranderen?
Checklist service level
agreement
Verwarring met digitale
handtekeningen
Wat speelt er bij
CoBrowser?
Cloudsourcing:
outsourcing in de cloud
De curator krijgt recht op
toegang tot de cloud
Juridische webinars
Wet- en regelgeving
Internetrechtspraak
Trainingsprogramma
Index
Heeft u uw juridische zaken goed geregeld?
Zeker op het gebied van ICT is dit geen eenvoudige zaak. Voorkom
juridische ICT-problemen en laat ICTRecht u deskundig en praktisch
adviseren. Dat hoeft helemaal niet duur te zijn: naast maatwerk leveren
wij standaardproducten en juridische generatoren.
Consumentenwetgeving:
wat gaat er veranderen? 4
Wet- en regelgeving 10
Verwarring met digitale
handtekeningen 12
ICTRecht is een flexibel en creatief juridisch adviesbureau. Wij bedienen
zowel de grote als de kleine klant. Onze adviezen zijn begrijpelijk,
concreet en geven blijk van technische kennis.Onze mensen zijn dan ook
juridisch en technisch thuis in onze niche.
Wij kunnen u van dienst zijn met:
Juridische documenten - Juridisch advies
Trainingen - Generatoren - Boeken
Checklist service level agreement 14
Cloudsourcing: outsourcing in de cloud 16
Directie
Arnoud Engelfriet en Steven Ras
ICT- en internetrecht op papier, een
logische keuze? Voor achtergrond
en informatie over dit vakgebied
zou je wellicht eerder snelle tweets
en blogberichten verwachten. ICT
bepaalt steeds vaker het nieuws.
Van chatdienst WhatsApp die wordt
gekocht door Facebook voor 16 miljard
euro tot het afluisterschandaal van de
Amerikaanse NSA, elke dag is er wel
wat te melden.
Maar juist met een kwartaaltijdschrift
willen wij u de diepgang en analyse
bieden die u nodig heeft in uw
praktijk. Praktisch, maar wel juridisch
onderbouwd. Zoals u van ICTRecht mag
verwachten.
informatie?
Bezoek
ictrecht.nl
Meer informatie over Meer
hoe wij
werken?
Bezoek
ictrecht.nl.
In dit nummer leest u over de nieuwste
trend van het cloudsourcen en de
nieuwe consumentenwetgeving
per 13 juni. U kunt uw Service Level
Agreements langs onze checklist
leggen. En in onze nieuwste rubriek
leest u een juridische noot bij een
belangwekkend vonnis voor de praktijk.
Uiteraard horen wij graag van u als u
onderwerpen mist of andere suggesties
heeft!
Wat speelt er bij CoBrowser? 22
Leer meer met een Juridisch webinar 25
Internetrechtspraak 26
Noot bij rechtspraak 30
De curator krijgt recht op
toegang tot de cloud 32
Trainingsprogramma 34
Colofon
Dit is een uitgave van ICTRecht B.V., Sarphatistraat 610-612,
1018 AV, Amsterdam, 020-6631941, [email protected]. Dit
tijdschrift verschijnt vier keer per jaar.
Aan deze uitgave werkten mee:
Arnoud Engelfriet - auteur - [email protected]
Steven Ras - auteur - [email protected]
Itte Overing - auteur - [email protected]
Hugo Atzema - auteur - [email protected]
Maarten Braun - auteur - [email protected]
Maaike Lassche - auteur - [email protected]
Niels Winters - auteur - [email protected]
Rose Cameron - auteur - [email protected]
Esther Buitendijk - opmaak en (eind)redactie [email protected]
Brenno de Winter - columnist
Foto’s auteurs: Geert de Jong - CheeseWorks.nl
Foto pagina 12: © Brenno de Winter
ICTRecht - 3
Auteur:
Maarten Braun
Juridisch adviseur
Consumentenwetgeving:
wat gaat er veranderen?
Vanaf juni dit jaar gaat de nieuwe consumentenwet gelden. Het wordt een nieuwe wet
genoemd, maar het gaat vooral om aanpassingen in ons Burgerlijk Wetboek in met name
de regelgeving voor Koop op Afstand. Dit alles naar aanleiding van de Europese Richtlijn
Consumentenrechten 2011/83/EU. De ingangsdatum zal 13 juni 2014 zijn en heeft voor de online
handel een aantal grote en minder grote gevolgen. In dit artikel komen de meest opvallende
zaken aan bod.
Achtergrond
De Richtlijn heeft tot doel de online
(en offline) handel te harmoniseren en
derhalve de regelgeving binnen de EU
op eenzelfde lijn te krijgen. De Richtlijn is dan ook maximumharmonisatie,
de lidstaten kunnen er dus niet van
afwijken en moeten de regels zoals ze
zijn implementeren in de wet. Doel
is handel gemakkelijker te maken en
consumenten uit verschillende lidstaten
dezelfde rechten te geven.
De volledige titel Overeenkomsten op
Afstand verdwijnt uit boek 7 van het
Burgerlijk Wetboek (Afdeling 9A van
titel 1 vervalt) en verhuist naar boek
6 (Afdeling 2B titel 2). Hier wordt
ook een aantal artikelen vanuit de Wet
Financieel Toezicht (WFT) naartoe
verhuisd die te maken hebben met het
op afstand sluiten van een financiële
dienst. Verder wordt de Wet handhaving
consumentenbescherming iets aangepast en een aantal artikelen aangaande
4 - ICTRecht
consumentenkoop in boek 7 van het
Burgerlijk Wetboek.
Het gaat hierbij enkel om de verhouding
B2C. Zakelijke overeenkomsten vallen
hierbuiten, maar overeenkomsten tussen
een zakelijke partij en een consument
die via een platform als bijvoorbeeld
Marktplaats of eBay worden gesloten,
vallen wel onder de wetgeving.
Informatieplichten
Allereerst moet de verkoper op duidelijke en begrijpelijke wijze informatie
beschikbaar stellen aan de consument
voordat er een overeenkomst wordt
gesloten. Met andere woorden; de informatie moet snel en gemakkelijk vindbaar
zijn op de website, zodat de consument
eerst de informatie kan lezen, voordat hij
iets bestelt. Bovendien moet de informatie ook in begrijpelijke en duidelijke
taal geschreven zijn. De informatie die
bedoeld wordt, is informatie over het bedrijf, betaling, verzending, retourneren,
het aanbod, bestellen etcetera. Om welke
punten het inhoudelijk gaat, staat vermeld in het nieuwe artikel 6:230m BW.
Deze eisen op zich zijn niet nieuw.
Onder de huidige wetgeving gelden voor
het grootste gedeelte dezelfde informatieplichten. Een nieuwe verplichting is dat
de verkoper informatie moet geven over
de wettelijke conformiteitsregels. Dit is
de zogenaamde wettelijke garantie die de
consument ten opzichte van de verkoper altijd kan inroepen, ongeacht wat er
verder allemaal voor garanties gelden.
Daarnaast moet er informatie zijn over
op welke wijze en onder welke omstandigheden de klant klachten kan indienen
bij de verkoper.
De wijze van aanbieden van de informatie
is wel veranderd onder de vernieuwde
wet. De werkwijze bestaat eigenlijk uit
twee onderdelen. Allereerst moet de informatie voor het sluiten van de overeenkomst worden aangeboden. In de praktijk
betekent dit, dat de webshop bijvoorbeeld
middels een link in de footer of sidebar direct verwijst naar de informatie.
Gebruikelijk wordt dit “klantenservice”,
“informatie” of “faq” genoemd. Op die
pagina moet de informatie dan duidelijk
geordend en leesbaar/begrijpelijk worden
aangeboden.
Vervolgens verplicht de wet de verkoper ertoe de informatie nogmaals aan
de klant te verstrekken. Dat moet na
het sluiten van de overeenkomst; in
ieder geval uiterlijk bij levering van de
producten. De informatie moet verstrekt
worden op een duurzame gegevensdrager. Dat is een middel waarop informatie
op te slaan is. Dat kan gewoon papier
zijn, maar bijvoorbeeld ook een usbstick
of dvd. In de Richtlijn wordt duidelijk
aangegeven dat e-mail ook als duurzame
gegevensdrager beschouwd mag worden.
De beste oplossing voor een verkoper
is dat de informatie na het sluiten van
de overeenkomst in de bevestigingsmail
wordt vermeld. Een elektronisch geslo-
ten overeenkomst moet immers altijd
per mail bevestigd worden. Het meesturen op papier, usbstick of dvd, kan dan
achterwege gelaten worden.
Dit alles hoeft niet als de informatie die
voor het sluiten van de overeenkomst
vermeld moet worden al op een duurzame gegevensdrager aan de klant is verstrekt. Gewoon vermelden op de website
is dat overigens niet. Dat is immers niet
via een duurzame gegevensdrager en ook
niet direct aan de klant persoonlijk.
Het herroepingsrecht
Het recht van een consument om van
een aankoop af te zien, gaat van 7
werkdagen naar 14 kalenderdagen. De
termijn gaat in na ontvangst van de
producten door de klant. Wanneer er
sprake is van diensten, gaat de termijn
in na het sluiten van een overeenkomst.
Bij een bestelling van meerdere producten met verschillende levertijden, gaat
de termijn pas in na levering van het
laatste product. Het “periodiek ontvangen van producten”, zoals tijdschriften,
vitaminepillen etcetera, wordt apart
genoemd. Hierbij gaat de termijn in op
de dag van de eerste levering.
Bovendien moet de shop het zogenaamde modelformulier aanbieden (dat door
de wetgever wordt verstrekt). Door dit
formulier te gebruiken, kan de klant de
overeenkomst ontbinden. Het formulier
mag digitaal of printbaar aangeboden
worden, maar de klant móet dit kunnen
gebruiken als hij dat wil om aan te geven
dat hij van de overeenkomst af wil zien.
Hij kan het formulier dan invullen en
(digitaal)verzenden. De klant is echter
niet verplicht het formulier te gebruiken,
hij mag ook op andere manieren ontbinden, zoals per e-mail of via een duidelijke procedure op de website. Hierna heeft
de klant bij de koop van een product nog
eens 14 dagen om het terug te sturen. De
winkel kan een product dus maximaal
28 dagen kwijt zijn. De klant kan er ook
ICTRecht - 5
voor kiezen om het formulier bij het
product te stoppen en gezamenlijk terug
te sturen.
Overigens moet de winkel binnen 14
dagen na ontbinding alle betaalde bedragen, dus óók de verzend- en betaalkosten, terugbetalen. Dat de winkelier
hiertoe verplicht is, moet bovendien
vermeld staan op zijn website. De kosten
voor retourneren zijn voor de klant zelf,
mits van deze kosten een inschatting
wordt gegeven op de website, anders zijn
deze voor rekening van de webwinkel.
De verkoper is dus verplicht een inschatting te maken van het bedrag dat betaald
moet worden om een pakket terug te stu-
ren. Bijkomstigheid is nog dat wanneer
het formulier niet wordt aangeboden of
als andere informatie over retourneren
ontbreekt, de klant een jaar retourrecht
krijgt.
Binnen 14 dagen terugbetalen kan als
gevolg hebben dat de verkoper al terug
zou moeten betalen, voordat het product
terug is. De klant moet echter wel bewijzen dat het product al terug gezonden is.
Wanneer de klant dit niet kan bewijzen,
mag de winkel wachten tot hij het product ontvangen heeft.
Verder niet onbelangrijk: kapotte of te
veel gebruikte retouren mogen niet zo-
maar geweigerd worden, maar de schade
mag in rekening gebracht worden. De
verkoper kan dan bijvoorbeeld minder
terugbetalen. De klant mag immers nooit
verder gaan met uitproberen of gebruiken dan noodzakelijk is om de aard,
de kenmerken en de werking van de
bestelling vast te stellen. Heeft de klant
het product teveel gebruikt, of onnodig
beschadigd, dan mag de winkel daar
kosten voor in rekening brengen. Vergeet
de winkel informatie over het recht van
ontbinding of bijvoorbeeld het modelformulier te vermelden, dan is de klant
echter nooit aansprakelijk voor schade of
waardevermindering.
Diensten
Ook een afgenomen dienst, zoals een
telefoonabonnement, de levering van
gas, elektriciteit etcetera, kan herroepen
worden. Dat kan dus ook als de klant het
al gebruikt heeft! Wel mag aan hem uiteraard het gebruikte gerekend worden,
dat staat uitdrukkelijk in de nieuwe wet.
(art.6:230s BW). Dat kan bijvoorbeeld
twee weken telefoonabonnement zijn en
de daarbij gebruikte belminuten. Ook
hier geldt dat deze (geschatte) kosten en
rekenwijze vooraf op de website vermeld moeten worden, anders hoeft de
klant helemaal niks te betalen. Combinatie-aankopen (zoals een telefoon met
een abonnement) worden gezien als een
koop van een product, dus de termijn
gaat dan in na levering.
Overigens mag een dienstverlener pas
leveren binnen de 14-dagentermijn na
uitdrukkelijk verzoek van de klant.
Anders mag hij pas na de bedenktermijn
leveren. Vraagt de klant om levering,
dan móet dat echter wel gebeuren, maar
ook dan blijft de 14-dagentermijn voor
herroeping gelden en kan de klant van
de overeenkomst af. Hij moet dan wel
het gebruikte betalen.
De gehele situatie voor doorlopende
diensten is in onze ogen de meest ingrijpende wijziging, aangezien die voor
dienstverleners zowel bij de informatievoorziening naar de klant toe, als achter
de schermen grote aanpassingen vergt.
erotische artikelen, ondergoed, cosmetica
etcetera zijn. Het is immers onwenselijk
deze producten weer te verkopen als de
verkoper niet weet wat ermee gebeurd is.
Voor wat betreft de genoemde digitale
content die niet op een drager is geleverd, zoals bijvoorbeeld een download,
geldt dat de klant wel moet aangeven dat
hij de levering binnen de 14 dagen wil
hebben en dat hij van het herroepingsrecht afziet. Beide zaken moet de klant
verklaren in bijvoorbeeld het bestelproces. Daarna kan de winkel de link vrijgeven of de download aanbieden, zonder
dat de klant nog kan annuleren. Vergeet
de aanbieder dit te vragen, of levert hij
zonder verzoek, dan heeft de klant het
recht om van de “koop” af te zien. Voor
de levering vaan eenmalige diensten
geldt een soortgelijk regime.
Uitzonderingen
Uitzonderingen op het herroeppingsrecht
zijn er uiteraard ook. Die waren er immers altijd al, zoals de uitzondering voor
hotelboekingen, bederfelijke spullen,
maatwerk en losse kranten/tijdschriften.
Voor dit laatste geldt overigens, zoals in
de vorige alinea al is vermeld, dat een
abonnement dus wel geannuleerd kan
worden, ook als er al een tijdschrift is
bezorgd.
Aan de uitzonderingen zijn diensten
die geheel geleverd worden binnen de
ontbindingstermijn (dus geen abonnementen) toegevoegd, en downloads
zoals ebooks. Een andere belangrijke
uitzondering gaat over producten die
om hygiënische aard niet terug gestuurd kunnen worden. Deze producten
kunnen verzegeld verzonden worden
en alleen ongeopend en dus verzegeld
teruggestuurd worden. Is de verzegeling
weggehaald door de klant, dan vervalt
daarmee zijn retourrecht. Producten die
hieronder vallen kunnen bijvoorbeeld
De vraag die nog beantwoord moet worden, is hoe de klant dit moet verklaren
en of hem dit verplicht kan worden. De
winkelier kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de bestelling alleen doorgaat na
verplicht aanvinken van een opt-in.
Veilingen
Producten gekocht op een internetveiling mogen onder de nieuwe wet teruggestuurd worden. Dat geldt niet voor
faillissementsveilingen en openbare veilingen. Openbaar betekent dat de klant
ook fysiek bij een veiling aanwezig kan
zijn en er een veilingmeester is. De pure
internetveiling zal gezien worden als een
normale webwinkel. Dat geldt dus ook
voor eBay-veilingen, mits de verkoper
natuurlijk professioneel handelt en geen
particulier is. Onder de huidige wet konden alle type veilingen worden uitgesloten, binnenkort kan dat niet meer.
ICTRecht - 7
MERKBESCHERMING VOOR ONDERNEMERS DIE
NIET MET HUN HOOFD IN DE CLOUD ZITTEN
Prijstransparantie
Betaalnummers
De verkoper moet duidelijk de totale
en bijkomende (verzend)kosten van
een product of service weergeven, dus
inclusief eventuele extra toeslagen.
Niet transparant geweest? Dan hoeft
de consument ook niet voor deze extra
kosten te betalen. Dit geldt zowel voor
het besteloverzicht als voor de eerder
genoemde informatieplicht. Bovendien
mogen er geen hogere betaalkosten in
rekening worden gebracht dan de werkelijke kosten. Dus bijvoorbeeld geen uit
de lucht gegrepen creditcardtoeslagen
meer. Indien de verkoper geld vraagt
voor bepaalde betaalmiddelen, dan mag
dat enkel zijn wat hem de transactie
daadwerkelijk kost.
Geld vragen voor een klantenservicenummer, dat mag niet meer. Bestaande
klanten moeten contact op kunnen
nemen via een nummer dat niet meer
kost dan het basistarief. Het moet dan
gaan om contact van een door een
bestaande klant over de overeenkomst
zelf, bijvoorbeeld om te klagen over het
gekochte product. Voor nieuwe klanten
of voor contact over algemene informatie
geldt deze regel niet. Dit in de praktijk
gescheiden houden, is uiteraard heel
lastig. Het basistarief hoeft overigens niet
het “lokale tarief” te zijn. Er zijn nadere
regels die bepalen wat een basistarief is,
en dat kan ook per branche verschillen.
Leveringsrisico
Geen vooraf aangevinkte vakjes
Extra’s mogen pas verkocht worden
na uitdrukkelijke toestemming van de
consument. Hiermee wordt een einde gemaakt aan de vooraf aangevinkte vakjes.
Voor de reisbranche gold dit min of meer
al, voor andere verkopers nu ook. Bijkomende diensten, zoals een garantie op
elektronica, een servicecontract bij een
aangekochte pc etcetera, dit alles moet
de klant zelf kunnen kiezen.
Een nieuwe bestelknop
Volgens de nieuwe wet is iedere webwinkel die aan consumenten verkoopt,
straks verplicht om een bestelknop te
hanteren waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het plaatsen van een bestelling
ook een verplichting tot betaling inhoudt. De tekst bij de knop moet duidelijk zijn: “bestelling met betaalplicht”. Is
dit niet het geval? Dan kan de consument
niet aan de overeenkomst gehouden
worden. Het meest in het oog springende
is nog wel het wetsartikel dat dit bepaalt.
Daar staat extreem nauwkeurig hoe de
bestelknop en de tekst eruit moet komen
te zien. (art 6:230v)
8 - ICTRecht
Het risico van aflevering is voor de
verkoper, dat is niets nieuws. Raakt het
pakket kwijt, of komt het kapot aan,
dan is de verkoper hiervoor verantwoordelijk en mag hij de klant niet verwijzen
naar de postbezorger. Het risico gaat pas
over als de klant het heeft ontvangen
of een door de klant aangewezen derde
het pakket in ontvangst heeft genomen.
Levert de bezorger het pakket bij de buren, dan is het risico nog steeds voor de
verkoper, totdat de klant het heeft ontvangen. Dit kan voorkomen worden als
die specifieke buurman als ontvanger
is aangewezen. Daarnaast is en blijft de
termijn waarbinnen een verkoper moet
leveren staan op 30 dagen, tenzij er is
afgesproken dat dit korter of juist langer
zal zijn. Stelt de verkoper dat er binnen
24 uur geleverd wordt, dan moet hij dat
ook waarmaken.
Andere regels
De Richtlijn en nieuwe wet gaan voor op
andere regelgeving die dezelfde strekking
heeft, maar laat lidstaten toe eigen specifieke regels te behouden. Zo kunnen er
in verschillende landen andere overeen-
komsrechtelijke aspecten spelen. Zoals
specifieke eisen aan de totstandkoming
van een overeenkomst (aanbod-aanvaarding) en blijft Nederland zijn eigen
“achterafbetaalregel” houden. Consumenten moeten ook bij of na levering
kunnen betalen. Het gaat dan om minimaal 50% van het bedrag. Dat neemt
overigens niet weg dat de klant gewoon
alles vooruit met ideal mag betalen, mits
er maar andere opties zijn.
Gevolgen en Handhaving
Wat nu als een verkoper zich niet aan
de regels houdt? In veel gevallen zal de
consument nog meer rechten krijgen.
Zo kan er in sommige gevallen bijvoorbeeld geen overeenkomst tot stand
komen, of hoeft de klant de kosten voor
retour niet te betalen. Bovendien kan hij
ook een jaar retourrecht krijgen. Als de
kosten en gevolgen niet duidelijk zijn
vermeld, bijvoorbeeld dat de consument
voor onnodig gebruik de schade moet
betalen, dan hoeft hij dat niet en moet
de winkel een onverkoopbaar product
aannemen.
Tot slot is een belangrijk onderdeel de
handhaving door de Autoriteit Consument en Markt. De Richtlijn geeft
aan dat elke lidstaat doeltreffende en
afschrikwekkende maatregelen moet
nemen om inbreuken te voorkomen.
Voor het niet voldoen aan de consumentenwetgeving is in sommige gevallen het boetemaximum vastgesteld op
€450.000. Dat was altijd al het geval,
maar op dit moment wordt er bij de
wetgever over gesproken dit bedrag aanzienlijk te verhogen en/of omzetafhankelijk te maken.
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
trademarks
Create. Identify. Protect.
Auteur:
Maaike Lassche
Juridisch adviseur
Thuiskopieheffingen blijven gelijk
Wet- en regelgeving
Reclamecode Social Media
In januari 2014 is de Reclamecode Social Media
ingegaan. De code heeft betrekking op reclame via
Social Media en stelt hier gedragsregels voor op.
De code beoogt transparantie in Social Media Marketing te bevorderen, onder meer door de relatie
tussen de adverteerder en degene die de reclame-uiting verspreidt openbaar te maken.
Indien een adverteerder consumenten (kans op)
voordeel biedt voor het verspreiden van reclame
via Social Media én dit voordeel beïnvloedt de
geloofwaardigheid van de betreffende uiting, dan
moet de relatie tussen de adverteerder en de verspreider van de reclame duidelijk zijn.
Er moet wel sprake zijn van een afspraak tussen
de adverteerder en de verpreider om reclame te
maken, anders is de Reclamecode Social Media niet
van toepassing.
Bron:
http://bit.ly/1eEE0hX
Wetsvoorstel kansspelen op afstand
Het wetsvoorstel kansspelen op afstand is naar de
Raad van State verzonden.
Het wetsvoorstel tracht een basis te scheppen voor
een vergunningstelsel waardoor de Nederlanders
veilig en verantwoord kunnen deelnemen aan online kansspelen. Het is de bedoeling dat dit vergunningenstelsel vanaf begin 2015 van kracht wordt.
Op het gebied van wervings- en reclameactiviteiten
dienen de vergunninghouders aan een aantal eisen
te voldoen. Zo mogen vergunninghouders hun
wervings- en reclameactiviteiten niet richten op
kwetsbare groepen zoals minderjarigen.
Het wetsvoorstel komt verder met maatregelen om
kansspelverslaving te voorkomen. Daarnaast komt
het met regels om consumenten te beschermen en
om fraude en overige criminaliteit in het algemeen
tegen te gaan. Ook wordt de positie van de Kansspelautoriteit versterkt om illegaal aanbod tegen te
gaan.
10 - ICTRecht
De verwachting is dat het wetsvoorstel voor het
zomerreces bij de Tweede Kamer zal worden ingediend.
Bron:
http://bit.ly/1qe2JCd
Hogere straffen computerdelicten
Dit wetsvoorstel wil de richtlijn 2013/40/EU van
het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 over aanvullen op informatiesystemen
implementeren en dient eveneens ter vervanging
van Kaderbesluit 2005/222/JBZ van de Raad (PbEU
L218/8). De richtlijn moet uiterlijk op 4 september
2015 omgezet zijn in Nederlands recht.
Het wetsvoorstel voorziet in een verhoging van de
straffen met betrekking computercriminaliteit in het
Wetboek van Strafrecht. Ook zullen een aantal strafverzwarende omstandigheden aan de computerdelicten worden toegevoegd. Nederland voldoet grotendeels al aan de regels waartoe de richtlijn verplicht.
Bronnen:
http://bit.ly/Oqwu4t en
http://bit.ly/1oGmbdh
Einddatum SEPA verlengd
De einddatum voor SEPA is met toestemming van
het Europese parlement verlengd met zes maanden. In plaats van per 1 februari 2014 wordt de
einddatum nu 1 augustus 2014. Tot die tijd kunnen de nationale betaalproducten gebruikt worden.
De meeste landen liggen wel op schema, maar er
zijn ook een aantal landen die niet op 1 februari 2014 klaar waren voor SEPA. Zij hebben dus
baat bij de verlenging naar 1 augustus 2014. De
oorspronkelijke deadline van 1 februari 2014 blijft
wel gewoon staan en waar mogelijk wordt er ook
op aangedrongen deze datum te halen.
Bronnen:
http://bit.ly/1jn4AUn
http://bit.ly/1e4x8kd
De thuiskopieheffing is per 1 januari 2014 verlegd
voor de duur van twee jaar. De heffing blijft daarmee even hoog als voorgaande jaren. De Stichting
Onderhandelingen Thuiskopie (SONT) heeft ook
geadviseerd voor te schrijven dat de thuiskopieheffing zichtbaar op de factuur wordt vermeld. Verder
heeft de SONT geadviseerd het heffingssysteem uit
te breiden naar e-readers.
Bronnen:
Stb 2013, 400.
http://bit.ly/1oGd8sV
Kamerbrief betreffende het eID-stelsel
en een DigiD-kaart
De Nederlandse overheid en het bedrijfsleven
bieden hun diensten steeds vaker op digitale wijze
aan. De Ministeries van BZK en EZ, enkele grote
uitvoeringsorganisaties en medeoverheden hebben
daarom al in 2012 een strategische verkenning
uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een
publiek-privaat stelsel voor elektronische identificatie. Dit wordt het eID Stelsel genoemd.
Een gepland onderdeel van dat stelsel wordt de
invoering van een publiek uitgegeven eID middel
met een hoog betrouwbaarheidsniveau, de zogeheten DigiD-kaart.
Het eID Stelsel moet tevens een bijdrage leveren
aan de bestrijding van cybercrime en identiteitsfraude, omdat bij het gebruik van middelen met
een hoger betrouwbaarheidsniveau met grotere
zekerheid kan worden vastgesteld dat degene die
handelt ook werkelijk degene is die hij zegt te zijn
(authenticatie). Ook moet het stelsel bijdragen aan
een betere naleving van leeftijdsverificatie alvorens
bepaalde diensten of producten worden verleend
of verstrekt.
Bronnen:
Kamerstukken II 2012/13, 26 643 nr. 299
http://bit.ly/1l70HPM
Wetsvoorstel implementatie richtlijn
2012/28/EU inzake verweesde werken
De richtlijn bepaalt de voorwaarden waaronder
bibliotheken, onderwijs- en erfgoedinstellingen op
basis van een wettelijke exceptie verweesde werken
mogen digitaliseren en online beschikbaar mogen
stellen.
Nieuwe werkwijze ACM digitaal
onderzoek
De Autoriteit Consument en Markt heeft op 11
februari 2014 haar nieuwe werkwijzen gepubliceerd wat betreft de toepassing van haar wettelijke
onderzoeksbevoegdheden. De twee nieuwe werkwijzen voor digitaal onderzoek en voor de geheimhoudingsprivilege advocaat vervangen de huidige
werkwijze van de ACM sinds 12 februari 2014.
De werkwijzen zijn met name gericht op digitaal
onderzoek en dus niet meer zo zeer op analoog,
waarbij de kans aanwezig is dat de ACM tijdens
een onderzoek stuit op een geprivilegieerd document. Ook bij deze nieuwe werkwijzen is de vele
kritiek op de mogelijkheid dat de ACM de privilegieerde documenten toch vluchtig kan inzien niet
meegenomen.
Bronnen:
http://bit.ly/1qd19yn
http://bit.ly/1jnrnNK
Voorontwerp voor de Wet versterking
positie curator
Op 21 februari 2014 is er een voorontwerp gepubliceerd voor de Wet versterking positie curator.
Dit voorontwerp maakt deel uit van het wetgevingsprogramma herijking van het faillissementsrecht. Dit wetgevingsprogramma bestaat uit drie
pijlers: 1. Fraudebestrijding, 2. Versterking van
het reorganiserend vermogen van bedrijven en 3.
Modernisering van de faillissementsprocedure. De
“Wet versterking positie curator” maakt onderdeel
uit van de eerste pijler: Fraudebestrijding.
Op grond van de Wet versterking positie curator zal het verplicht worden voor de aanbieders
van online boekhoudsystemen om de administratie
op verzoek aan de curator beschikbaar te stellen.
In de praktijk zal dit betekenen dat de aanbieder van online boekhoudsystemen tenminste
een archiefsysteem moet aanbieden dat dan ook
zonder (extra) betaling toegankelijk moet zijn voor
curatoren. De clouddienstverlener moet ook de
middelen ter beschikking stellen om de boekhouddata (binnen redelijk termijn) leesbaar te maken.
Zie artikel op pagina 32.
Bron:
http://bit.ly/1ijiiSZ
Bron:
http://bit.ly/PQFyk5
ICTRecht - 11
COLUMN
Brenno de Winter
onderzoeksjournalist
Ver warring
met digitale handtekeningen
Een digitale handtekening moet dienen om
een overeenkomst tussen twee partijen
rechtsgeldig te laten zijn. Maar dat sluitend
regelen is nog een hele toer. Want al lijkt
technisch alles in orde, toch hoeft dat niet zo
te zijn.
Dat ontdekte ik recentelijk toen ik met Omroep Max onderzoek deed naar het bedrijf
Huurakte.nl. Dit bedrijf levert een dienstverlening die borgstellingen levert voor het huren
van huizen en stelt mensen te helpen als bij
het betalen problemen zijn. De klant tekent
een contract en een akte van cessie, waardoor
het bedrijf geld kan incasseren bij de werkgever. De route geeft aan een kant zekerheid,
maar ook psychologische druk omdat de ‘baas’
nu weet dat er een loonbeslag is.
Digitale handtekening
Maar voor veel mensen die zich bij Omroep
Max hebben gemeld, is het niet duidelijk wat
er nou precies wordt afgesloten. Het bedrijf
stuurt weliswaar het contract en de akte
12 - ICTRecht
van cessie op, maar belt meestal binnen een
minuut of tien op om het contract door te
spreken. Tekenen gaat dan via DocuSign waar
je zelf een handtekening kunt verzinnen en de
PDF dan terugstuurt. Volgens het bedrijf is er
dan overeenkomst op basis van de Wet elektronisch handtekening.
Als bewijsvoering zegt het bedrijf te kunnen
bouwen op de handtekening, -emailadres, het
telefoongesprek, het burgerservicenummer,
informatie over de werkgever, het IP-adres
en de NAW-gegevens. Die combinatie van
zaken is zo uniek, wat vervalsen ingewikkeld
maakt. Maar wie eventjes nadenkt, beseft dat
een jaloerse ex nu wel heel eenvoudig honderden euro’s aan schade kan creëren en dat
de bewijsvoering wel mager is. Google is your
best friend en een kopietje paspoort doet ook
wonderen.
wie niet veel van de materie weet, zal geloven dat dit geldend is. Maar de wet is niet
op deze methodiek van toepassing, omdat
volgens de wetgever sprake moet zijn van een
handtekening “die bestaat uit elektronische
gegevens die zijn vastgehecht aan of logisch
geassocieerd zijn met andere elektronische
gegevens en die worden gebruikt als middel
voor authentificatie.”
Een zelfverzonnen handtekening op basis
van een mailbox is op zijn minst mager te
noemen en biedt geen zekerheid dat iemand
rechtmatig verbonden is met het mailaccount. Dus gescande handtekeningen (wat
hier de elektronische handtekening moet
voorstellen) voldoen voor die wet niet. Van
een zogenaamde gekwalificeerde handtekening is in ieder geval geen sprake.
Blijft natuurlijk wel de vraag over of deze truc
werkt om mensen te binden aan een overeenkomst. Die vraag is lastiger te beantwoorden,
omdat daar het gedrag van de betrokkene een
rol speelt (wanneer klaagt hij) en afhangt van
vragen of hij echt is doorgedrongen van welke
verplichtingen zijn aangegaan. Huurakte.nl
stelt dat dit een fair businessmodel is, maar
lijkt wel doorspekt te zijn met slordigheden.
Creatief zijn ze wel, want met goede bluf
wordt de Wet elektronische handtekening verkocht als het ultiem bindende contract. Ik ben
benieuwd wat een rechter hiermee doet.
......................................................................................................advertentie.....................................................................................................
Alle vakmanschap
op het gebied van
ICT in huis.
Lexxyn Groep bundelt de krachten van ICT-bedrijven die zich
specifiek richten op de juridische sector. Met vaksoftware als CClaw,
FORTUNA, NEXTmatters, BigHand en ContactManager, maar ook
met cloud computing, kantoorautomatisering, documentmanagement,
webdiensten en portals en telefonie.
Vakmanschap begint hier: 088 - 002 84 00.
Maak een afspraak met onze specialisten of kijk op:
Elektronische handtekening
Het bedrijf is spitsvondig met een beroep op
de Wet elektronische handtekening (Weh) en
www.lexxyn.nl
ICTRecht - 9
Auteur:
Niels Winters
Juridisch adviseur
Zorg er voor dat duidelijk is wie welke verantwoordelijkheden heeft;
Checklist
Geef duidelijk aan wat onder ‘ondersteuning’ valt en voor welke werkzaamheden service level agreement
kosten in rekening worden gebracht;
Maak ook afspraken over de kosten voor eventueel meerwerk;
Maak afspraken over het maken van backups (hoe vaak, wanneer, waarvan), het bewaren en het terugzetten daarvan;
Neem een bepaling over de beschikbaarheid op, eventueel gedifferentieerd op type Tegenwoordig wordt steeds meer informatie online verwerkt. Hierbij wordt er over het algemeen
Maak een scheiding tussen de impact en urgentie van de verschillende storingen en gebruikgemaakt van SaaS- en cloudaanbieders. Deze aanbieders bieden hun specifieke software
(bijvoorbeeld voor uw klantenadministratie) aan via online platformen en verschillende apps. Dit
beschikbaarheid (dienst, netwerk, stroom);
verwerk dit in een impact- en urgentiematrix;
betekent dat u op ieder moment bij de data kan komen en deze data kan wijzigen. Dat deze data
Verbind acties aan de storingen op basis van de impact- en urgentieniveau’s;
ook op ieder moment beschikbaar is, is door verloop van tijd een gewoonte geworden. Verandering
Geef duidelijk aan welke responstijden gehanteerd dienen te worden bij de van de werktijden en flexibilisering van het thuiswerken of op locatie is hier over het algemeen de
oorzaak van.
verschillende impact- en urgentieniveau’s;
Neem eventueel oplostijden op in de overeenkomst;
Neem de contactgegevens op van de verantwoordelijke die op de hoogte gesteld dient Doordat de belangrijke gegevens worden
opgeslagen bij een derde, bent u afhankelijk van deze partij. Bij een storing
kunt u de data immers niet meer inzien
of wijzigen, waardoor u uw werkzaamheden niet kan voortzetten. Dit kan
behoorlijke gevolgen met zich meebrengen, waaronder schade als het gevolg van
het niet kunnen halen van deadlines. Het
is dan ook van groot belang dat u na een
storing weer zo snel mogelijk aan de slag
kan en liever nog wilt u dat er helemaal
geen storing mogelijk is.
De meeste SaaS-aanbieders en hostingbedrijven geven in eerste instantie weinig
garanties met betrekking tot de beschikbaarheid. Op grond van de wet dient de
dienstverlener te werken als een ‘goed
opdrachtnemer’. Een goed opdrachtnemer doet zijn best, werkt nauwkeurig en
conform de verwachtingen en is aansprakelijk voor zijn fouten. Vaak neemt de
dienstverlener in de overeenkomst op
14 - ICTRecht
dat het bedrijf haar uiterste best doet om
de website in de lucht te houden, óf er is
zelfs helemaal niets opgenomen over de
beschikbaarheid. Hier zijn de prijzen van
de diensten dan ook naar. Toch wilt u
specifieke afspraken maken met betrekking tot de beschikbaarheid omdat u zekerheid wilt hebben. Zo moet de dienst
99,9% van de tijd beschikbaar zijn, mag
onderhoud alleen ’s nachts plaatsvinden
en moet de aanbieder binnen één uur
reageren op een storingsmelding. Dit zijn
allemaal standaardafspraken die u maakt
met de dienstverlener. Ook over de
schadevergoeding dienen er afspraken te
worden gemaakt. Zonder een dergelijke
afspraak zal de dienstverlener aansprakelijk zijn voor de door u geleden schade.
Wanneer de schade moeilijk te bepalen
is, is het ook moeilijk om een vergoeding
te eisen. U zult immers de schade moeten kunnen bewijzen. Daarom wordt de
schadevergoeding vaak gefixeerd op een
bepaald bedrag per storingsincident.
Deze afspraken zullen worden vastgelegd
in een afzonderlijke overeenkomst, de
Service Level Agreement ofwel SLA. In
deze overeenkomst zullen de precieze
afspraken met betrekking tot de beschikbaarheid worden vastgelegd en zullen
ook de afspraken omtrent schadevergoedingen worden opgenomen. Veelal
hanteren de dienstverleners een standaard-SLA. SLA’s hebben verschillende
serviceniveaus. Hoe meer u als afnemer
betaalt, hoe meer garanties u krijgt van
de dienstverlener. Het is toch de vraag of
met deze standaard-SLA’s alle risico’s op
de juiste wijze worden afgedekt. Daarom
is het van belang om goed te kijken naar
de gevolgen bij storingen, de omschrijving van wat een storing precies is en wie
voor welke storing verantwoordelijk is.
Het is verstandig om naast deze generieke afspraken, ook te kijken naar de aanvullende afspraken. Wij hebben voor u
de belangrijkste zaken op een rijtje gezet.
te worden van de storingen en zorg er voor dat wijzigingen tijdig bekend zullen worden gemaakt;
Maak afspraken over het monitoren van de beschikbaarheidsgaranties en de periodieke rapportage van die cijfers;
Zorg voor een boeteclausule en een duidelijke omschrijving van wanneer de boete is verschuldigd;
Maak duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het claimen van de verschuldigde boete;
Neem een bepaling op over de evaluatie van een bepaalde periode en de bijbehorende rapportages;
Maak afspraken over de kosten voor het in stand houden van de SLA;
Zorg er voor dat de overeenkomst enkel met wederzijds goedvinden kan worden gewijzigd;
Laat de SLA meelopen met de hoofdovereenkomst en zorg er voor dat de SLA eindigt wanneer de hoofdovereenkomst eindigt.
ICTRecht - 15
Auteur:
Hugo Atzema
Juridisch adviseur
dus die zal eerder zes dan achttien maanden duren. De planning kan grofweg
worden ingedeeld in drie fasen: inventarisatie, selectie van leverancier, en
contracteren en implementeren.
Cloudsourcing:
outsourcing in de cloud
Bijna elke onderneming komt er vroeg of laat mee in aanraking: outsourcing, oftewel
het overdragen van bedrijfsprocessen van de eigen organisatie naar een externe partij.
Waar dit vroeger alleen was weggelegd voor grote bedrijven, is het tegenwoordig ook
voor kleinere ondernemingen een gangbare manier om kosten te besparen en processen
te verbeteren.
Afhankelijk van de te outsourcen bedrijfsprocessen, kan dit een zeer ingrijpende verandering in de onderneming
zijn. Bij IT-outsourcing zal er steeds
vaker gebruik worden gemaakt van ‘de
cloud’. Wanneer bedrijfsprocessen of
systemen worden uitgevoerd door een
clouddienstverlener, spreekt men steeds
vaker van ‘cloudsourcing’. Bij deze vorm
van outsourcing horen bepaalde aandachtspunten. Dit artikel zal ingaan op
de factoren die ‘cloudsourcing’ tot een
succes maken.
Veel ondernemers en managers zullen
zich afvragen welke stappen er moeten
worden gezet in zo’n proces. Welke functies draagt u over? Welke partij is het
meest geschikt? Welke garanties vraagt u
van de leverancier? Welke contractuele
afspraken maakt u op welk moment? Aan
de hand van deze en andere vragen zal
het cloudsourcingsproces zoveel mogelijk chronologisch worden doorlopen.
Outsourcing is een verzamelterm voor
het overdragen van bedrijfsprocessen
16 - ICTRecht
door de outsourcende partij (“de klant”)
aan een andere partij (“de leverancier”). Om het onderwerp te beperken
zal in dit artikel met name ingaan op
cloudsourcing waarbij een middelgroot
bedrijf zijn IT-infrastructuur door een
derde partij laat uitvoeren. Bij deze veel
voorkomende manier van cloudsourcing
wordt vaak gebruikgemaakt van een
‘remote desktop’ systeem. Hoewel veel
outsourcingsprojecten dezelfde aandachtspunten hebben, wordt niet ingegaan op situaties waarbij personeel wordt
overgedragen, joint ventures worden
aangegaan en off-shoring. De omvang
van de meeste outsourcingsprojecten is
beperkter en daarom blijven dit soort
projecten buiten beschouwing.
Allereerst zal er een persoon of een team
van personen moeten worden aangesteld
om de outsourcing te begeleiden. Dit
projectteam zal naar verhouding van
de organisatie uit meerdere personen
bestaan. In het team moeten personen
zitten die in de organisatie de macht
hebben om beslissingen te nemen (bij
voorkeur iemand uit het bestuur). Daarnaast moet het team ook iemand bevatten die voldoende kennis heeft van de
te outsourcen bedrijfsprocessen om de
eisen te kunnen bepalen. Wanneer een
onderneming bijvoorbeeld zijn desktopfuncties gaan outsourcen, zal er in ieder
geval iemand in het projectteam moeten
zitten die er dagelijks gebruik van maakt
of gaat maken.
Interne organisatie
Een van de eerste taken van dit projectteam is het maken van een planning. Met
name bij grote outsourcingsprojecten is
het gevaar dat er een te positieve planning wordt gemaakt. Een gemiddelde
outsourcing duurt zes tot achttien maanden. Een cloudsourcing voor remote
desktop functies is relatief eenvoudig,
Een geslaagd cloudsourcingstraject staat
of valt met een goede interne voorbereiding bij de klant. Binnen een organisatie
dienen (i) de juiste mensen op (ii) een
gestructureerde manier bezig te zijn met
de (iii) relevante issues.
Inventarisatie
De belangrijkste (en vaak lastigste) taak
van het projectteam is de inventarisatie
van de uit te besteden diensten. Vaak is er
wel een globaal idee van de uit te besteden
functies, maar om niet ten prooi te vallen
aan de verkoopverhalen van leveranciers,
is het goed om vooraf te bepalen welke
functies gewenst zijn. Om dit proces te
structureren kan het nuttig zijn om een
inventarisatiematrix op te stellen. Dit is
een matrix waarbij op de ene as alle productiemiddelen worden gezet (bijvoorbeeld pc’s, printers, servers, routers en
software) en op de andere as de verantwoordelijkheden (bijvoorbeeld relatiemanagement, aankopen, installeren,
onderhouden, security management). In
de matrix komen dan de activiteiten te
staan die wel of niet uitbesteed kunnen
worden (bijvoorbeeld aankopen servers).
Het is aan te raden om een intern
communicatieplan op te zetten over de
voorgenomen outsourcing. Intern zullen
er afspraken gemaakt moeten worden
over de interne en externe communicatie. Elke outsourcing heeft invloed op het
personeel, dus die dienen geïnformeerd
te worden. Om controle te houden over
de informatievoorziening naar de leverancier, is het verstandig dat één persoon
aangesteld wordt als contactpersoon.
Selecteren
Nadat de interne organisatie op orde is
en er besloten is welke activiteiten geoutsourced moeten worden, is het tijd
om een leverancier te selecteren. Aangezien er bij cloudsourcing een langdurige
afhankelijkheid van de leverancier ontstaat, is het van belang een goed overwogen keuze te maken.
De eerste fase bestaat uit het aanschrijven van meerdere potentiële leveranciers.
Bij dit eerste contact wordt informatie
gevraagd over de mogelijke diensten.
Door informatie op te vragen met een zo-
genaamde request for information (RFI),
kan er in kaart gebracht worden welke
leveranciers in aanmerking komen. De
informatie die leveranciers sturen in
reactie hierop zal zeer algemeen van aard
zijn, maar kan gebruikt worden om een
eerste scheiding te maken. Criteria die
hierbij gehanteerd kunnen worden zijn
reputatie, economische stabiliteit, ervaring en kwaliteit.
Wanneer er een keuze gemaakt is voor
een aantal leveranciers, is de volgende stap de offerte-aanvraag. Dit doet
men door een zogenaamde request
for proposal (RFP). Hierin worden de
doeleinden en de te bereiken oplossing van de outsourcing verwoord. Een
aantal onderwerpen die in een RFP aan
bod komen zijn algemene informatie
over de organisatie, de verantwoordelijke personen (het projectteam), een
omschrijving van de uit te besteden
diensten (de inventarisatiematrix), de
service levels, de vertrouwelijkheid van
informatie, het bewijs van financiële
stabiliteit etcetera. Een heldere RFP zal
ICTRecht - 17
leiden tot aanbiedingen die daadwerkelijk aansluiten op de behoeften. Door
de RFP gestructureerd en duidelijk op te
stellen, functioneert het als een visitekaartje naar de leverancier en zal het die
partij dwingen om met een goed aanbod
te komen.
Aan de hand van de antwoorden op de
RFP kunnen twee of meer leveranciers
gekozen worden om daarmee verder de
onderhandelingen in te gaan. Om de
antwoorden goed te kunnen vergelijken
is het zaak deze te structureren. Dit doet
u door een termsheet op te stellen. In
een termsheet vermeldt de outsourcende
partij alle commerciële en functionele
eisen die van belang zijn op een rij. De
termsheet wordt vervolgens door u of
samen met de leveranciers ingevuld aan
de hand van de gestelde eisen. Er ontstaat op die manier een tabel met een
aantal kolommen. In de eerste kolom
de eisen, in de tweede de reactie van de
leverancier(s) en in de derde de eventuele
compromissen ten aanzien van de eisen.
In de laatste kolom komt de status van
eis te staan (open/afgerond/n.v.t.). Bij een
remote desktop kan het bijvoorbeeld een
eis zijn dat er aan bepaalde (specifieke)
beveiligingseisen moet worden voldaan
voor dataverkeer. De leverancier zou
kunnen aangeven dat dit niet kan zonder
de huidige tarieven aan te passen. Vervolgens kan er een compromis ontstaan
waarin de kosten bijvoorbeeld worden
gedeeld, of een uitzondering op de eis
wordt gemaakt. Wanneer al deze eisen op
dezelfde wijze worden vergeleken, kan
hierna een weloverwogen keuze worden
gemaakt voor een leverancier.
Door op deze gestructureerde manier te
werk te gaan, kan de termsheet daarna
goed gebruikt worden om de latere contractonderhandelingen te stroomlijnen.
18 - ICTRecht
Due Diligence
van de financiële positie van het bedrijf.
Minstens zo belangrijk zijn onderwerpen
als beveiliging en kwaliteit van de systemen. Denk aan vragen als:
Contracteren
In het cloudsourcingstraject komt na de
Eenmaal een leverancier gekozen, is het
selectie van een of meer leveranciers de
tijd om de overeenkomst op te stellen
fase van het contracteren. Tussen deze
en beide partijen aan elkaar te binden.
twee fases is het voor partijHet opstellen van ICT-conen belangrijk om te ondertracten in het algemeen en
• Voldoet de leverancier aan bepaalde ISOzoeken of de ander (financioutsourcingscontracten in het
certificeringen?
Wanneer
u
als
bedrijf
eel) betrouwbaar is. Partijen
bijzonder is geen gemakkegevoelige informatie zoals persoonsgegevens
worden door de te sluiten
lijke exercitie. De contracten
in
de
cloud
verwerkt,
wilt
u
er
zeker
van
zijn
overeenkomst van elkaar
moeten rekening houden met
dat de beveiliging voldoende geregeld is.
afhankelijk voor een langere
een langetermijnrelatie en nu
periode, dus is het goed om
al situaties afdekken die zich
• In hoeverre maakt de leverancier gebruik van
te weten of de wederpartij
over vijf jaar wellicht gaan
andermans
intellectuele
eigendom?
Welke
toekomstbestendig is. Een
voordoen. In de snel verandelicenties spelen hierbij een rol? Heel veel
due diligence-onderzoek
rende ict-branche is dat geen
clouddiensten
bestaan
uit
een
bundel
van
oftewel kwaliteitsonderzoek
sinecure.
licenties van derde partijen (zoals Microsoftis daarom voor beide partijen
office pakketten).
zeer nuttig.
Afhankelijk van de omvang
van een project, zal er gewerkt
• Hoe is continuïteit gewaarborgd bij deze
Het doel van een due
worden met een manteloverleverancier?
diligence is om te voldoen
eenkomst waaraan verschilaan een bepaalde mate van
lende bijlagen worden gehan• Welke exitstrategie is beschikbaar en tegen
zorgvuldigheid. Meer specigen. De mantelovereenkomst
welke kosten?
fiek: of de keuze voor deze
bevat algemene bepalingen en
de leverancier voldoende
bijlagen die ervoor zijn om
zorgvuldig is gemaakt. Dit
specifieke zaken te regelen.
Een leverancier zal ook vragen hebben ten
onderzoek kan veel tijd kosten en het
aanzien van de betrouwbaarheid van zijn
is daarom verstandig om een duidelijke
De kern van de overeenkomst is het
planning met deadlines te maken. De on- klant. Naast een financieel gedeelte zal de
beschrijven van de te leveren diensten.
leverancier ook naar technische en organiderwerpen die in een due diligence-onHet blijkt vaak een hele uitdaging te zijn
satorische onderwerpen kijken. Wanneer
derzoek aan bod komen zijn niet altijd
om de diensten nauwkeurig op papier te
een leverancier zich verbindt om alle
hetzelfde. Van een leverancier wilt u als
krijgen. Als er in de voorbereidende fase
huidige functionaliteiten over te nemen via reeds gewerkt is met een termsheet, dan
klant bijvoorbeeld weten of ze financieel
een clouddienst, zal hij willen weten wat
gezond is. Als een clouddienstverlener
kan dat een goed uitgangspunt zijn om
de huidige status is. De huidige gebruikte
failliet gaat, kan dat zeer grote gevolde diensten te omschrijven. Laat u als
hardware en software kan bijvoorbeeld
gen hebben. Aan de andere kant wil de
afnemer van de diensten niet verleiden
meespelen, maar ook de omvang en de
leverancier de technische status van de
door een lijst met vooraf omschreven
verwachte groei van personeel die geklant weten.
functies van de leverancier over te nemen
bruik gaat maken van de dienst. Voor een
in het contract. De kans dat er specifieke
leverancier kan het ook van belang zijn om eisen missen is groot en het zorgt voor
Wanneer een financieel rapport over
te weten of de klant onder een toezichtde leverancier gewenst is, is het aan te
tunnelvisie. Wanneer vooraf alle functies
raden dit door een gespecialiseerd bedrijf houder valt. Dit kan extra regels met zich
zijn bepaald in de termsheet, dan kunt u
brengen waar de leverancier aan moet volte laten doen. In zo’n rapport komen
die eisen opnemen in het contract.
doen. De uitkomst van het due diligencescores te staan op financiële parameters
als solvabiliteit, quick/current ratio, beta- onderzoek zal u helpen een completer
De specifieke aard van clouddienstverbeeld te krijgen van de partij waarmee het
lingsverplichtingen en de algemene faillening brengt met zich mee dat inkooplissementsscore. Dit geeft een goed beeld outsourcingscontract gesloten wordt.
voorwaarden vaak niet toereikend zijn.
ICTRecht - 19
Inkoopvoorwaarden zijn meestal gericht
op algemene dienstverlening (of soms
zelfs uitsluitend op productinkoop) en
daarbij wordt zelden rekening gehouden
met ict-dienstverlening op afstand.
Minstens zo belangrijk zijn de service
levels. De service levels beschrijven de
kwaliteit van de te leveren diensten door
de leverancier. Zaken als beschikbaarheid (bijvoorbeeld een uptime van 98%),
het onderhoud (zowel preventief, constructief en correctief) en bereikbaarheid
van een helpdesk vallen onder de service
levels. Meestal worden deze zaken in een
aparte overeenkomst, een zogenaamde
Service Level Agreement (SLA) opgenomen. De SLA zal dan als bijlage bij de
mantelovereenkomst worden gevoegd.
Hoewel een SLA vooral een procedu-
reel document is, heeft het belangrijke
juridische implicaties. Als partijen elkaar
willen afrekenen op de opgenomen
afspraken, kan het verschil tussen een
inspanningsverplichting en een garantie
van groot belang zijn. De exacte bewoordingen zijn daarom zeer belangrijk. Een
SLA kan dan ook pas worden geaccepteerd als ook de bedrijfsjurist dit goedgekeurd heeft. Maar uiteraard hebben óók
de businessverantwoordelijken iets te
zeggen over de SLA.
Daarnaast zullen in de overeenkomst
bepalingen moeten worden opgenomen
over betaling, looptijd, rechtskeuze,
overmacht en aansprakelijkheid. Dit
zijn standaardonderwerpen die in ieder
contract een plek verdienen. Specifiek bij
cloudcontracten is het daarnaast wense-
lijk een exitplan op te nemen. Wanneer
partijen om welke reden dan ook uit
elkaar gaan, is het goed om vooraf al
een regeling te treffen met betrekking
tot de overdracht naar een vergelijkbare
leverancier of het veilig stellen van data.
Juridisch hebt u namelijk géén recht uw
data op te eisen als het cloudcontract is
beëindigd of ontbonden.
Privacy & security
Elke onderneming verwerkt persoonsgegevens. Gegevens van klanten en
personeel zoals namen, e-mailadressen
en telefoonnummers zullen altijd ergens
worden opgeslagen in de systemen van
een bedrijf. Hierdoor valt iedere ondernemer onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), waarin regels met
betrekking tot privacy zijn opgenomen.
In dit kader zijn drie verschillende rollen
te onderscheiden. Volgens de Wbp wordt
degene die het doel en de middelen vaststelt van de verwerking als verantwoordelijke aangemerkt. Wanneer een verantwoordelijke een derde partij inschakelt
voor de verwerking, dan wordt die partij
volgens de wet een bewerker. De persoon
op wie de gegevens betrekking heeft is
ten slotte de betrokkene. Om die laatste te beschermen, zijn de meeste regels
gericht aan de verantwoordelijke.
Wanneer u als onderneming gaat cloudsourcen, betekent dit dat u als verantwoordelijke de clouddienstverlener als bewerker
inschakelt. De Wbp schrijft voor dat de
rechtsverhouding tussen verantwoordelijke
en bewerker geregeld moet worden in een
zogenaamde bewerkersovereenkomst.
Het doel van de overeenkomst is dat de
verantwoordelijkheden van beide partijen
ten aanzien van de verwerking duidelijk
worden. Onderwerpen die in ieder geval
in een bewerkersovereenkomst thuishoren leest u in het kader onderaan deze
pagina.
Helaas wordt in de praktijk weinig gevolg
gegeven aan de wettelijke plicht tot het
overeenkomen van een bewerkersovereenkomst. Dit terwijl de aansprakelijkheden voor dataverlies voor substantiële
financiële risico’s kunnen zorgen. Denk
hierbij ook aan reputatieschade in het
geval er klantgegevens op straat zouden komen te liggen. Bovendien is het
een teken van professionaliteit om na te
denken over privacy en security van uw
klantgegevens.
Onderwerpen
bewerkersovereenkomst
Aan de slag
Een cloudtraject is een ingrijpende operatie voor een bedrijf. Maar het moet goed
worden geregeld, want een uitbestede
dienst die niet goed geleverd wordt door
de leverancier, kan tot grote problemen
leiden. Met een goede overeenkomst en
Service Level Agreement (en indien nodig
een bewerkersovereenkomst) dekt u de
juridische kant van het traject. Dit helpt
u grip te houden op de gang van zaken.
Een succesvolle outsourcing is niet alleen
gelegen in een goed eindcontract, maar
veel meer een combinatie van goed operationeel leiderschap, technische kennis
en tijdige juridische ondersteuning.
de bewerker werkt conform de standaarden van
een ISO-27001-certificaat, kan hiernaar verwezen
worden.
De doeleinden van de verwerking
De doeleinden zullen duidelijk omschreven
moeten worden, waarbij aangehaakt kan
worden bij de strekking van de achterliggende
overeenkomst. Het is de bewerker niet toegestaan
om buiten de omschreven doeleinden de gegevens
te verwerken.
Contractuele beveiligingsmaatregelen
Geheimhouding en vertrouwelijkheid moeten
worden gewaarborgd in de overeenkomst.
Persoonsgegevens mogen door de bewerker niet
aan derden worden verstrekt.
Recht op inzage en verwijdering
Technische beveiligingsmaatregelen
Een voorbeeld is het implementeren van
beveiligde netwerkverbindingen via Secure Socket
Layer (SSL) technologie of een beveiligd intern
VPN-netwerk.
Organisatorische beveiligingsmaatregelen
Denk aan beperkte toegang of het registreren
(loggen) van het opvragen van gegevens. Indien
20 - ICTRecht
ICTRecht - 19
De bewerker dient ervoor te zorgen dat de
betrokkene op verzoek inzage kan hebben tot de
verwerkte gegevens.
Auditregeling
De verantwoordelijke moet de mogelijkheid
hebben om bij de bewerker een audit uit te voeren
om te kunnen bepalen of de gemaakte afspraken
worden nagekomen.
ICTRecht - 21
Auteur:
Steven Ras
Partner bij ICTRecht
Wat speelt er bij CoBrowser?
CoBrowser.net is een snelgroeiend bedrijf dat live chat & cobrowsing software levert aan meer dan
500 klanten. CoBrowser.net bedient hiermee partijen die live chat als volwassen contactkanaal
inzetten en waar duidelijke doelstellingen aan gekoppeld zijn. Dit doen zij onder andere voor KLM,
Oxxio, Universiteit Utrecht, Beslist.nl en Bol.com.
“
CoBrowser.net stelde ons de volgende vraag:
Onze klanten hanteren veelal inkoopvoorwaarden. In deze voorwaarden wordt
bepaald dat wij de auteursrechten moeten
overdragen, dat wij voor alles volledig aansprakelijkheid zijn et cetera. Hoe gaan wij
hier mee om? Wij willen als jong bedrijf
de opdracht namelijk niets mislopen, maar
als wij bepaalde inkoopvoorwaarden lezen,
dan dragen wij nog net niet ons bedrijf
over.
”
Hoe om te gaan met inkoopvoorwaarden?
Inkoopvoorwaarden worden met name door de overheid en
grotere bedrijven gehanteerd. U brengt eerst een offerte uit
met uw eigen voorwaarden en zal dan over het algemeen een
bericht terug krijgen dat uw eigen voorwaarden van de hand
worden gewezen en dat de inkoopvoorwaarden van de afnemer (inkopende partij) van toepassing zijn. Vervolgens zou
u deze inkoopvoorwaarden weer uitdrukkelijk van de hand
kunnen wijzen en uw voorwaarden van toepassing verklaren;
maar deze “battle of the forms” zal de verstandhouding niet ten
goede komen en uiteindelijk ook niet gewonnen worden van
grote(re) partijen.
In geval van inkoopvoorwaarden is het gebruikelijk om een bijlage bij de offerte te maken die u uitbrengt (of bij de te sluiten
overeenkomst), met daarin uitsluitingen of andere bepalingen.
Waar moet u op letten?
• Vaak zal in de inkoopvoorwaarden een ruime en eenzijdige
bepaling zijn opgenomen met betrekking tot uw mogelijke
aansprakelijkheid. Een dergelijke bepaling zal vaak tot een
bepaald bedrag beperkt kunnen worden, waarbij bijvoorbeeld aangesloten kan worden bij het bedrag waarvoor u
verzekerd bent of de jaaromzet voor de betreffende opdracht.
• In de inkoopvoorwaarden kan een verstrekkende bepaling
zijn opgenomen met betrekking tot de overdracht van eventuele intellectuele eigendomsrechten. In principe gaat het
in zo’n geval om een onwenselijke bepaling die uitgesloten
kan worden, mogelijk met uitzondering van het intellectuele
eigendom op maatwerk dat geproduceerd wordt.
• In de inkoopvoorwaarden kan een bepaling zijn opgenomen
die ertoe strekt dat er een onbeperkte licentie op het gebruik
van een bepaalde dienst wordt verkregen. Met name in gevallen waarbij u Software-as-a-Service levert kan het onvoordelig zijn om een dergelijke onbeperkte licentie te verstrekken.
• Wat betreft garanties kunnen er vergaande eisen worden
gesteld aan bijvoorbeeld het beveiligingsniveau of bepaalde
specificaties waaraan voldaan moet worden. Als u denkt dat
u de gevraagde garanties niet kunt geven, verdient het de
aanbeveling om de bepaling(en) waar deze worden geformuleerd uit te sluiten. In het geval van vergaande beveiligingseisen is het gangbaar om dit in een separaat document overeen
te komen. Denk bijvoorbeeld aan een bewerkersovereenkomst.
• Als het een buitenlandse partij met inkoopvoorwaarden
betreft, dan verdient het de aanbeveling om een afwijkende bepaling op te nemen waarin het Nederlands recht van
toepassing wordt verklaard met een forumkeuze voor de
Nederlandse rechter. In het geval van een conflict hoeft u dan
niet in het buitenland te procederen.
......................................................................................................advertentie.....................................................................................................
VEILIG INTERNET
BEGRIJP DE RISICO’S
PRAKTISCHE ONLINE INTERNET TRAININGEN
DÉ AUTORITEIT OP HET GEBIED VAN
PRAKTISCHE IT SECURITY KENNIS
22 - ICTRecht
CERTIFIED SECURE B.V. • LOIRE 128A • 2491AJ • DEN HAAG • (T) +31 70 - 310 13 40 • KVK 27289765
WWW.CERTIFIEDSECURE.COM • [email protected]
Auteur:
Niels Winters
Juridisch adviseur
Leer meer met een juridisch webinar
Het onderhouden van uw professionele kennis is van groots belang. De ontwikkelingen in de ICT en
het recht leveren iedere week weer nieuwe vragen en antwoorden op. Het is dan ook goed om van
tijd tot tijd deze nieuwe vragen en antwoorden te bestuderen en uzelf op de hoogte te stellen van
de ontwikkelingen. Hiervoor zijn er al tal van mogelijkheden: de juridische tijdschriften, de technische
vakbladen en cursussen. Het probleem is echter dat u met het lezen van de al deze tijdschriften en
het volgen van enkele cursussen veel tijd kwijt bent. In een tijdschrift leest u ook vaak de minder
relevante artikelen en met een cursus bent u in de meeste gevallen een dag kwijt.
Waarom webinars?
De tijd die u kwijt bent met het lezen van
de tijdschriften en het bezoeken van de
cursussen kunnen al gauw een behoorlijk
deel van uw werktijd in beslag nemen.
Vooral in een branche waarin tijd kostbaar
is, zou men dit zoveel mogelijk willen beperken. Ook wilt u zich natuurlijk vooral
richten op de specifieke kennis van uw
vakgebied en het reeds bekende achterwege laten. Met de huidige mogelijkheden
lukt dit over het algemeen niet.
Naast het feit dat het opdoen van de kennis over het algemeen veel tijd in beslag
neemt, zijn de abonnementen en de cursussen vaak erg duur. Dit levert voor u of
uw kantoor een hoge kostenpost op. Vooral wanneer niet ieder tijdschrift(artikel) of
iedere cursus relevant is, is het natuurlijk
een post die u weinig oplevert.
De webinars van ICTRecht
ICTRecht biedt sinds kort, naast haar juridische trainingen, ook webinars aan voor
zowel de advocatuur als voor het algemeen
(technische) publiek. Met een webinar
kunt u vanaf uw computer kennisnemen
van relevante informatie over een specifiek
onderwerp. Dit kan thuis, op kantoor of zo
u wilt zelfs in de trein. In het tijdsbestek
van een uur wordt u op de hoogte gebracht
van alle juridische en technische ontwikkelingen binnen uw vakgebied.
ICTRecht heeft webinars ontwikkeld over
een groot aantal recente onderwerpen, van
24 - ICTRecht
auteursrecht op internet tot sociale media
of de nieuwe Privacyverordening.
De webinars worden regelmatig gegeven en
starten op vaste tijden: ’s middags om twee
uur en ’s avonds om acht uur. Omdat het
ook mogelijk is een webinar in de avond te
volgen, kunt u een datum en tijd uitzoeken
die het beste in uw drukke agenda past.
De webinars worden gegeven door de
juristen van ICTRecht. Zij zijn gespecialiseerd in zowel de juridische als de technische kant van de verschillende niches
van het ICT- en internetrecht. Hiermee
is de juridische diepgang en relevantie
van de onderwerpen gegarandeerd. Maar
onze webinars zijn praktijkgericht: geen
lange theoretische verhalen maar concrete
cases, geïllustreerd met vele voorbeelden
en tips voor uw eigen praktijk. Ook geven
de specialisten antwoorden op uw vragen
die u tijdens de een webinar kunt stellen.
Daarnaast heeft u de mogelijkheid om met
de andere deelnemers te discussiëren.
Opleidingspunten
ICTRecht is door de Nederlandse Orde van
Advocaten erkend als opleidingsinstelling.
Dat geeft ons de bevoegdheid om opleidingspunten (PO) toe te kennen, die advocaten in het belang van het onderhoud van
hun vakbekwaamheid dienen te behalen.
Webinars die voldoen aan de eisen van de
Orde van Advocaten, herkent u meteen
aan het puntenlogo. Onze webinars duren
een uur en leveren u dus één PO-punt
op. Om dit te claimen, dient u na afloop
van het webinar een aantal controlevragen
te beantwoorden. Daarna ontvangt u het
certificaat van deelname per post.
Hoe werkt het?
Om een webinar te volgen, heeft u niets
meer nodig dan een computer met
internetverbinding en de mogelijkheid
Flash-video’s te bekijken. Als u Youtube
kunt bekijken, dan lukt het ook met onze
webinars. Na aanmelding ontvangt u van
ICTRecht de logingegevens per e-mail.
Vanaf een uur voordat het webinar start,
kunt u zich aanmelden op de webinarpagina en daar met een testvideo controleren of
uw computer echt geschikt is. Bij problemen kunt u bellen naar ICTRecht. Mocht
het vogen van een webinar onverhoopt
toch niet lukken, dan krijgt u uiteraard
zonder discussie uw geld terug.
Nu zult u zich uiteraard afvragen wat de
kosten zijn. Voor een niet-juristen webinar
vragen we een kleine vergoeding van
€ 59,- exclusief btw en voor een juristenwebinar € 99,- exclusief btw. Een fractie
dus van de kosten van een cursus of tijdschriftenabonnement. U kunt online betalen met iDeal, creditcard of Paypal. Ook
betaling op factuur is natuurlijk mogelijk.
Kijk voor het actuele aanbod op pagina 35
van dit tijdschrift of kijk op onze website.
https://ictrecht.nl/trainingen
ICTRecht - 25
Auteur:
Arnoud Engelfriet
Partner bij ICTRecht
Internetrechtspraak
Rechtbank Rotterdam 12 december 2013
(BUMA-factuur geen wilsuiting)
Buma/Stemra stuurde factuur voor muziekgebruik aan
exploitant van een bar. B/S stelt dat betaling factuur leidt
tot ontstaan duurovereenkomst met plicht tot jaarlijkse
betaling, dit omdat factuur vermeldde dat “betaling binnen
30 dagen na datum van de bij het bewijs van licentie meegestuurde factuur leidt tot aanvaarding van haar aanbod”.
Rechtbank wijst dit af: geen bewijs dat er een expliciet
aanbod is gedaan, bovendien is er niet binnen 30 dagen
maar pas na 40 dagen betaald.
http://bit.ly/PF33wO
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17
december 2013 (Handelsnaamprocedure)
De in artikel 6 van de Handelsnaamwet voorziene procedure is een bodemprocedure ten opzichte van het kort
geding en een hoofdzaak in de zin van artikel 1019i Rv.
Bijgevolg hoeft na een dergelijke procedure geen aparte
bodemprocedure te worden ingesteld, wat bij IE-zaken
normaliter wel moet na een kort geding of andere voorlopige voorziening (art. 50 TRIPS Verdrag).
en zijn de persoonlijke mening van de ex-werknemer.
Onvoldoende bewijs dat de uitlatingen zien op de arbeidsperiode, alsook onduidelijkheid of het geheimhoudingsbeding zou moeten doorwerken na beëindiging arbeidsovereenkomst.
http://www.boek9.nl, IEPT20131220
Rechtbank Amsterdam 2 januari 2014
(Persoonlijk onderzoek door verzekeraar)
Verzekeraar liet uitgebreid onderzoek uitvoeren naar een
vrouw met klachten na een verkeersongeval. Dit omdat
geconstateerd internetgebruik (posten op forums, blog
bijhouden en sociale activiteiten) afweek van de gemelde klachten (ernstige fysieke beperkingen aan nek en
schouders, veel moeten rusten). Fysieke observatie van
huis en persoon bevestigde dit: de vrouw kon winkelen,
haar kind halen en brengen en leek op vakantie te zijn
geweest. Rechtbank verklaart fysiek onderzoek onrechtmatig; uitvoering was in strijd met de door verzekeraars
gehanteerde Gedragscode Persoonlijk Onderzoek, welke
proportionaliteit en subsidiariteit vereist. Internetonderzoek was onvoldoende grondslag om tot fysiek volgen
over te gaan. Zie de noot op pagina 30.
http://bit.ly/OrashX
http://bit.ly/1bNlNNJ
Rechtbank Overijssel 20 december 2013
(Uitlatingen ex-werknemer)
Ex-werknemer van hulpverlenend bedrijf werkt mee aan
EO-programma, en stelt daar misstanden uit het bedrijf
aan de kaak. Bedrijf eist uitzendverbod, onder meer uit
hoofde van overtreding van het geheimhoudingsbeding
uit de arbeidsovereenkomst. Rechtbank wijst dit af: de
gedane uitlatingen vinden voldoende steun in de feiten
26 - ICTRecht
Conclusie A-G Hof van Justitie EU 9 januari
2014 (Downloaden illegale bron)
Conclusie na verzoek om een prejudiciële beslissing
door Hoge Raad (HR 21 september 2012, LJN BW5879)
inzake geschil tussen Stichting Thuiskopie en Stichting
Onderhandelingen Thuiskopievergoeding. De Auteurswet
laat kopieën voor eigen gebruik (‘thuiskopie’) toe van
muziek en films, maar schrijft een thuiskopievergoeding
voor indien deze op daartoe bestemde dragers (zoals
dvd’s of mp3-spelers) worden gemaakt. Bij de vraag hoe
de hoogte van de vergoeding moet worden bepaald,
ontstond twistpunt of downloads uit illegale bron mogen tellen als thuiskopie. Art. 16b en 16c Auteurswet
zeggen hier niets over. Gerechtshof had uit bedoeling
wetgever geconcludeerd van wel (Gerechtshof Den Haag
15 november 2011, LJN BO3982). In cassatie werden
prejudiciële vragen gesteld. Conclusie van A-G is dat de
thuiskopie-exceptie alleen mag gelden voor kopieën vervaardigd van legale bronnen. Vergoeding mag geen rekening houden met derving downloads of andere kopieën
uit illegale bron.
http://cura.europa.eu, zaaknr. C-435/12.
Rechtbank Oost-Brabant 9 januari 2014
(Advertentie als duurovereenkomst)
Gedaagde had bij telefonische acquisitie akkoord gegeven
op plaatsen advertentie. Eiser wil deze herplaatsen en
beroept zich op algemene voorwaarden die dit zouden
regelen. Omdat geen orderbevestiging van eerste akkoord
beschikbaar is, kan niet worden vastgesteld of algemene
voorwaarde van verlenging/herplaatsing overeengekomen is. Verder is gezien aard van de opdracht het zeer
onlogisch dat verlenging te verwachten is, zodat eiser dit
expliciet had moeten melden en niet slechts in algemene
voorwaarden ‘verstoppen’.
http://bit.ly/1gCVIDy
Hoge Raad 17 januari 2014 (Bescherming
prijzen op internet)
Ryanair verzet zich tegen overname prijsinformatie door
een online prijsvergelijker. Databank met prijzen is niet
beschermd onder Databankenwet (geen substantiële
investering in opbouw/onderhoud daarvan). Beroep op
geschriftenbescherming afgewezen omdat databanken
conform HvJEU 1 maart 2012, C-604/10 (Football Dataco) alleen auteursrechtelijk beschermd mogen zijn als zij
oorspronkelijk/creatief zijn. Geschriftenbescherming is
hiermee definitief afgeschaft (vooruitlopend op wetsvoorstel TK 33800). Ryanair beroept zich nog op algemene
voorwaarden website die overname verbieden. HR stelt
prejudiciële vraag: mag de vrijheid om gebruik te maken
van dergelijke onbeschermde databanken contractueel
worden ingeperkt?
http://bit.ly/1qehTr8
Hof van Justitie EU 23 januari 2014
(Technische voorziening spelcomputer)
Nintendo voorziet haar spelcomputers van technische
voorzieningen die illegale kopieën van spellen blokkeren. Voorziening blokkeert echter ook onafhankelijke
applicaties die spelcomputer voor andere doelen bruikbaar maken (bv. als home entertainment systeem met
opensource-pakket Linux als basis). Hof bepaalt dat een
voorziening als deze onder artikel 6 Auteursrechtrichtlijn
(art. 29a Auteurswet) valt, ook als deze niet op of bij het
werk zelf is aangebracht maar in de (spel-)computer die
de werken moet uitvoeren. Videogames zijn daarbij niet
slechts computerprogramma’s maar ook ‘gewone’ werken onder de Auteurswet, zodat art. 29a van toepassing
is en niet slechts het beperktere art. 32a Auteurswet. Of
de voorziening toegelaten is, moet de nationale rechter
bepalen aan de hand van kosten en doeltreffendheid van
de verschillende soorten mogelijke voorzieningen. Een
balans tussen bescherming auteursrecht en niet nodeloos
beperken legitieme markten moet worden getroffen.
http://cura.europa.eu, zaaknr. C-355/12
Hoge Raad 24 januari 2014
(Model-ondernemingsplannen KVK)
Sinds 1996 stellen Kamers van Koophandel modellen
beschikbaar voor ondernemingsplannen voor startende
ondernemers. Het bedrijf Easystart ziet dit als onrechtmatig omdat KVK hierdoor in strijd handelt met het
mededingingsverbod van art. 30 Wet KvK: de goede
marktwerking komt in het geding als de kamers van
koophandel een dienst aanbieden die in voldoende mate
door het bedrijfsleven wordt verricht. Hiervan is, aldus
HR, ook sprake als één bedrijf de dienst aanbiedt wanneer haar aanbod “in voldoende mate” is. Beoordeling
van dit verbod volgens criteria uit Mededingingswet is
hierbij niet vereist.
http://bit.ly/1hWkXW8
ICTRecht - 27
Gerechtshof Den Haag 28 januari 2014 (Blokkade Pirate Bay)
De aan internetproviders XS4All en Ziggo opgelegde blokkadeverplichting voor
de Bittorrentsite thepiratebay.org wordt
in hoger beroep afgewezen op de grond
dat niet aan het effectiviteits- en evenredigheidsvereiste is
voldaan. Blokkade was opgelegd om een eind te maken aan
auteursrechtinbreuken door klanten van de providers (die
muziek en films uploaden via Bittorrent). Het gekozen middel (ontoegankelijk maken Pirate Bay) bleek niet effectief,
nu zeer veel gebruikers eenvoudig andere Bittorrentsites
konden gebruiken. Ook niet evenredig want verstoring van
ondernemersvrijheid van internetproviders. Dat stichting
Brein “ergens moest beginnen”, wordt niet geaccepteerd als
argument, zeker niet omdat nu twee jaar na de blokkade er
geen blokkades van andere Bittorrentsites zijn gevorderd.
http://bit.ly/1lFCPFt
Gerechtshof Amsterdam 28 januari 2014
(Technische fout na publicatieverbod)
In kort geding werd tijdschrift Quote verplicht een onrechtmatige publicatie te staken en gestaakt te houden,
onder meer door deze van haar website te verwijderen.
De publicatie verschijnt enige tijd later door een technische fout bij installatie van nieuwe website-software
toch weer op het internet, waarop de wederpartij dwangsommen opeist. Het Hof acht die niet verbeurd, omdat
“de situatie die het bevel beoogde tegen te gaan louter
en alleen is ingetreden als een niet beoogd neveneffect
van een andere, volstrekt geoorloofde handeling.” Een
redelijke uitleg van het vonnis brengt met zich mee dat
een onbedoeld beschikbaar zijn door zo’n fout niet telt
als hernieuwd ‘publiceren’. Ook heeft Quote zich niet
onvoldoende ingespannen om na ontdekken van de fout
deze te herstellen.
http://bit.ly/Orjfk3
dagboek/jaarboek van een werknemer. Het recherchebureau verstrekt daarop inzage in dat jaarboek aan de werkgever. Dit is onrechtmatig: bij begin onderzoek is gemeld
dat het beperkt zou zijn tot zoektocht naar die mails.
Jaarboek is niet relevant voor die zoektocht. Schade voor
het onrechtmatig handelen moet in aparte schadestaatprocedure worden vastgesteld.
http://bit.ly/MCd8sn
Website in Nederlands gesteld, Nederlandse klantenservice, Nederlands telefoonnummer, betaling mogelijk via
het typisch Nederlandse iDeal. Daarmee valt de site onder
Nederlands recht (HR 18 februari 2005, LJN: ECLI:NL:HR:2005:AR4841). Hoewel de site bezoekers op IP-adres
kon blokkeren, is dat voor Nederland niet gedaan. Disclaimer op site dat men alleen mocht spelen als dat legaal was
onder lokale wetgeving wordt compleet genegeerd. Bezwaar
aangetekend.
http://bit.ly/1gD1RQ5
Hof Den Haag 4 februari 2014 (Fishing
expedition)
In incidenteel beroep wordt een beroep op afgifte van
bewijsstukken (art. 843a Rechtsvordering) afgewezen.
Hierom was gevraagd met als motivatie “om te zien wat
partijen over [gebruik en onderhoud van een watergemaal] hebben afgesproken”. Hof acht dit een fishing
expedition oftewel meer vragen dan redelijk is: er stond
allerminst vast dat er dergelijke afspraken waren, laat
staan hoe die relevant waren voor de onderhavige zaak.
http://bit.ly/1gCZflc
Rechtbank Gelderland 5 februari 2014
(Fotoclaim)
Een makelaarskantoor publiceerde op haar website een
van internet geplukte foto. De rechthebbende claimt
met een hark: licentievergoeding van € 360, vergoeding
kosten voor maken van vervangende foto à € 1079,90,
buitengerechtelijke kosten à € 3.299 én proceskosten
volgens het liquidatietarief. Licentievergoeding is op
tarievenlijst van belangenorganisatie Pictoright gebaseerd,
echter zonder onderbouwing. Daarbij komt dat de licentievergoeding gelijk blijkt te zijn aan de prijs waarvoor
de rechthebbende de auteursrechten destijds verworven
heeft. Voorts werd geen bewijs overlegd van het bezit van
de rechten en is direct een jurist ingeschakeld. Dit alles
gaat de kantonrechter te ver: €255 is genoeg als schadevergoeding, plus € 273 proceskosten.
Hof van Justitie EU 13 februari 2014
(Hyperlinken legaal)
Het plaatsen van een hyperlink naar informatie elders
op internet schendt geen auteursrechten, ook niet als dit
gebeurt via technieken als dieplinken, embedded linken
of framen. Hyperlinken is nameijk geen mededeling aan
een nieuw publiek zoals bedoeld in HvJ EU 4 oktober
2011 (C‑403/08, Premier League). Wie informatie op
internet plaatst, staat daarmee toe dat het gehele internet
als publiek er kennis van neemt. Zou de informatie beperkt toegankelijk zijn (bv. betaalmuur of afgeschermde
URL) dan zou het voor heel internet toegankelijk maken
wél een nieuw publiek aanboren en daarmee inbreuk op
auteursrecht opleveren.
Na negatieve anonieme mails te hebben ontvangen laat
een bedrijf onderzoek doen naar laptops van werknemers. Hoewel geen kopie van de mail wordt aangetroffen,
blijken enkele trefwoorden voor te komen in een digitaal
28 - ICTRecht
http://curia.europa.eu/ zaaknr C-409/12
Hoge Raad 7 maart 2014 (Thuiskopieheffing
op digitale recorders)
Voor het in de privésfeer maken van kopieën van films of
muziek is een thuiskopievergoeding verschuldigd bij wijze van billijke compensatie aan auteursrechthebbenden.
Deze wordt geheven op daarvoor geschikte opslagmedia
zoals blanco dvd’s. De Staat heeft digitale audio- en
videospelers (zoals harddiskrecorders) in 2007 aangewezen als ‘daarvoor geschikte media’ maar vervolgens de
heffing op nul gezet. Dit is volgens de HR niet toegestaan.
Weliswaar kan de Staat de vorm, de wijze van financiering en inning en de hoogte van de vergoeding bepalen,
maar deze handelwijze is niet coherent. Staat heeft een
resultaatsverplichting dat rechthebbenden daadwerkelijk
betaling van de billijke vergoeding ontvangen. Deze is
geschonden, en de Staat moet nu een schadevergoeding
(op te maken bij staat) betalen.
http://bit.ly/1h7GXh8
http://curia.europa.eu/ zaaknr C‑466/12
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20
februari 2014 (Verbalisantcode 404040)
Bij APK-keuringsregistercontrole door de RDW kan het
hof niet vaststellen dat de administratieve sanctie is opgelegd door een daartoe bevoegde ambtenaar. De verbalisantcode 404040 wordt volgens uitleg van de RDW
gebruikt om aan te geven dat de sanctie geautomatiseerd
is opgelegd. Hof verklaart dergelijke sancties nietig: geautomatiseerde systemen zijn geen bevoegde ambtenaren.
http://bit.ly/1g0yiss
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 februari
2014 (Onderzoek laptops)
geworden voor de betrokken waar. Met name te wijten
aan feit dat de tussenpersonen niet meedelen dat het een
merk betreft. Hierdoor gingen de afnemers denken dat
dit de soortnaam was. Het doet niet ter zake of er andere
benamingen voor deze waar bestaan.
http://goo.gl/HT8ynH
Kansspelautoriteit 6 februari 2014 (Casino.com)
Hof van Justitie EU 6 maart 2014
(Verwording tot soortnaam)
Twee bedrijven beboet door Ksa voor het zonder vergunning
een kansspel aanbieden gericht op de Nederlandse markt.
Woordmerk wordt ongeldig verklaard omdat dit voor de
consument de gebruikelijke benaming (soortnaam) is
Gerechtshof Den Bosch 11 maart 2014
(Gelekte offertes)
Werknemer van eiser mailt prijzen en offertes door aan gedaagde, waarna deze regelmatig scherpere offertes uitbrengt
dan eiser. Hoewel het op zich niet onrechtmatig is om te
profiteren van andermans wanprestatie, wordt dat anders
bij bijzondere omstandigheden. Hof ziet deze aanwezig in
welbewust samenspannen tussen werknemer en gedaagde.
Overlegde e-mails wekken het beeld dat werknemer gedurende een periode van vele maanden bedrijfsgevoelige
informatie van eiser aan gedaagde heeft doorgesluisd. Deskundigenonderzoek in boekhouding van gedaagde om vast
te stellen of gedaagde in de betreffende periode zaken heeft
gedaan met vaste relaties van de eiser.
http://bit.ly/1qeli9e
ICTRecht - 29
Auteur:
Arnoud Engelfriet
Partner bij ICTRecht
Noot bij Rechtbank Amsterdam
2 januari 2014 (Persoonlijk
onderzoek door verzekeraar)
ECLI:NL:RBAMS:2014:10 - http://bit.ly/1bNlNNJ
Voor verzekeraars is internet een dankbare
bron om dubieuze claims te verifiëren.
Weinig dingen zo eenvoudig als even op
Facebook kijken of iemand daar poseert
met de zonnebril die een week eerder
als gestolen opgegeven is, of op Twitter
nalezen of een ziek persoon toch naar
een feestje is geweest. Al in 2011 werd
in de media gemeld dat verzekeraars ook
daadwerkelijk dergelijke online controles van claims uitoefenen. Vooral als ze
vermoeden dat er fraude in het spel is,
kijken ze naar de Facebook- of (destijds
nog bestaande) Hyvespagina van degene
die declareert, aldus RTL Nieuws (1).
In een geruchtmakende zaak in 2012
(2) moest een man een arbeidsongeschiktheidsuitkering van verzekeraar
Aegon terugbetalen tot een bedrag van
€75.336. De uitkering werd verstrekt
na een bedrijfsongeval met als gevolg
ernstige fysieke en psychische klachten,
zoals niet meer dan twintig minuten te
kunnen lopen of zitten. Feitenonderzoek op internet een jaar later liet echter
zien dat de man op sportief, zakelijk en
sociaal gebied ook na het ongeval nog
actief was geweest. Zo kwam hij vijf maal
voor in de online uitslagenlijst van de
Amstel Curaçao Race (80 kilometer) en
werd hij vermeld als succesvol deelnemer
een wielertocht van 250 kilometer van
Luxemburg naar Valkenswaard. En dat
terwijl de man had gezegd “als een zombie
op een fiets te zitten” en pijnstillers te
30 - ICTRecht
moeten slikken. Ook werd hij op online
foto’s (met bijschriften) gesignaleerd als
vaste supporter en in een krantenartikel omschreven als “vaste chauffeur en
psychologisch begeleider” van een lokaal
zaalvoetbalteam.
De vrouw in de zaak uit deze noot was
slachtoffer van een aanrijding door een
persoon verzekerd bij Reaal. De conclusie
van een neuroloog was dat de vrouw een
“whiplash-like injury” had opgelopen,
met pijn in de nek, rechterschouder en
arm als gevolg. Dit leverde een aantal
beperkingen op bij haar werk, hetgeen
leidde tot een langdurig re-integratietraject.
De aanleiding is niet geheel duidelijk,
maar op enig moment besloot Reaal een
persoonlijk onderzoek naar de vrouw te
laten uitvoeren. Dit onderzoek bestond
uit een dossieranalyse, deskresearch
en uit het volgen, observeren en filmen van de vrouw. De ‘deskresearch’
bestaat uit internetonderzoek – naar ik
vermoed googelen op naam van mevrouw, mogelijk aangevuld met andere
persoonsgegevens zoals e-mailadressen
of telefoonnummers. Dit is een bekende
tactiek: zwart bijverdienende bijstandsgerechtigden worden door het UWV regelmatig opgespoord door hun 06-nummer
te googelen en dan advertenties voor
schoonmaakwerk of Marktplaatshandel
aan te treffen.
Het internetonderzoek riep enkele vraagtekens op:
Uit de informatie van internet is naar
voren gekomen dat betrokkene actiever lijkt
te zijn dat wat ze heeft verklaard. Zo kan ze
bijvoorbeeld meer dan alleen maar e-mails
beantwoorden (ze is actief op diverse
forums en schrijft blogs), lijkt ze actief (op
zoek) te zijn met zaken gerelateerd aan
recruitment en lijkt ze een actiever sociaal
leven te hebben dan wat ze heeft verklaard.
Het advies op basis van bovenstaande
was om over te gaan tot een persoons -​
gerichte observatie bij wijze van vervolgonderzoek. Deze observatie werd van
oktober 2010 tot en met december 2010
uitgevoerd, en onthulde dat de vrouw
actief is geweest bij verschillende activiteiten, waaronder:
• Het meerdere malen brengen en halen
van haar kind naar en van school;
• Het op verschillende dagen winkelen
en spullen kopen in verschillende
winkels;
• Het aanwezig zijn als een begeleider
van schoolkinderen bij een ijsbaan en
vermoedelijk ook bij een kinderfeest;
• Het sporten in een sportschool;
• Betrokkene is daarbij meerdere malen
waargenomen terwijl ze gevulde tassen
bij zich droeg.
• Het in december een week lang afwezig zijn (geen brandend licht in huis,
auto onder dik pak sneeuw bedolven),
vermoedelijk op vakantie.
“Op geen enkel moment zijn er tijdens
de observatie ogenschijnlijk enige fysieke
beperkingen bij betrokkene waargenomen”, sluit het rapport af. Hierop werd
een medisch advies aangevraagd, dat
pleitte tegen het bestaan van de door
de vrouw geclaimde klachten. Daarop
stapte de vrouw naar de rechter, met
onder meer de eis om het persoonlijk-​
onderzoeksrapport als bewijs uit te laten
sluiten bij de herbeoordeling van haar
arbeidsongeschiktheid.
Hoewel een persoonlijk onderzoek als dit
een inbreuk op de privacy oplevert, is het
vaste jurisprudentie (3) dat een inbreuk
op de privacy op zich geen reden is om
bewijs uit te sluiten in civiele procedures.
Daarvoor moet de inbreuk “rechtens ontoelaatbaar” zijn, en daarvan is pas sprake
als er méér is dan alleen een schending
op zich. Een ongeoorloofd inzetten van
camera-observatie door een werkgever
was in 2001 bij de Hoge Raad (4) geen
reden om gebruik van de beelden in een
ontslagprocedure bij de kantonrechter te
verbieden.
Een bijzondere omstandigheid in deze
zaak is dat verzekeraars sinds 1997 werken met de zogeheten Gedragscode Persoonlijk Onderzoek (5). Deze code geeft
de beginselen aan die een verzekeraar in
acht moet nemen bij het uitvoeren van
een persoonlijk onderzoek. Als centraal
beginsel geldt dat een onderzoek als in
deze zaak alleen mag worden verricht als
voldaan is aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De inbreuk op de
persoonlijke levenssfeer mag niet onevenredig zijn, en het doel van het onderzoek
(en de daarbij te hanteren bijzondere
onderzoeksmethoden en -middelen) kan
in redelijkheid niet op een andere voor
betrokkene minder nadelige wijze worden bereikt.
De rechtbank stelt vast dat niet aan deze
eisen is voldaan bij het persoonlijk onderzoek. Met name wreekt zich hier dat
er geen navraag is gedaan op basis van
het internetonderzoek alvorens het persoonlijk onderzoek is ingesteld, hoewel
dat eenvoudig had gekund. Dat de vrouw
dan wellicht niet eerlijk zou hebben geantwoord, kan niet op voorhand worden
aangenomen. Dit levert een wezenlijk
verschil op met het onder (4) aangehaalde arrest: daar was er geen andere
mogelijkheid dan de inzet van camera’s
om de winkeldief op heterdaad te kunnen
betrappen. Het gerechtvaardigde belang
in die situatie woog in die zaak dan ook
zwaarder dan de geringe privacyinbreuk,
nu “de opnamen slechts de gedragingen
van het personeel bij de kassa betroffen”.
Op grond van een wederzijdse afweging
van de belangen van beide partijen in
deze zaak besluit de rechtbank vervolgens dat het rapport moet worden uitgesloten van het bewijs. Een verzekeraar die
de Gedragscode schendt, behoort niet te
worden beloond door het aldus verkregen bewijs te kunnen gebruiken, lijkt
hier de gedachte. Buiten de internetcontext is dit argument al vaker gehanteerd
(6). Afgezien van het rapport is er geen
bewijs van fraude of misleiding, zodat
een eerder deskundigenrapport leidend
wordt verklaard. De verzekeraar en de
vrouw moeten nu opnieuw in gesprek
om tot een vaststellingsovereenkomst te
komen.
Opmerkelijk genoeg rept de rechtbank
met geen woord over de toelaatbaarheid
van het online onderzoek. De Gedragscode zelf werkt dit ook niet nader uit, tenzij
men onder “inwinnen van informatie bij
derden” ook het raadplegen van zoekmachines of openbare websites van derden
rekent (artikel 7.2). In de onder (2) aangehaalde zaak uit 2012 had de rechtbank
ook geen moeite met een internetonderzoek naar een verzekerde. Daarmee lijkt
het vooralsnog geen praktisch juridisch
probleem te zijn om verzekerden te
googelen bij claims. Maar hoe ver mag
men daarbij gaan?
Bronnen
1
RTL Nieuws 7 november 2011, ‘Verzekeraar jaagt op oplichters via Facebook’,
http://bit.ly/1bm3h5J
2
Rechtbank Almelo 12 december 2011, LJN BV0428 (Feitenonderzoek op internet)
3
Hoge Raad 16 oktober 1987, NJ 1988, 850 (Van Driessen/Van Gelder)
4
Hoge Raad 27 april 2001, LJN AB1347 (Onrechtmatig gefilmde kassadiefstal)
5
Verbond van Verzekeraars, Gedragscode persoonlijk onderzoek, versie 21 december
2011, http://bit.ly/1k2VGPO
6
Rechtbank Zwolle 4 mei 2011, LJN BV6594 en
Hof ‘s-Hertogenbosch 4 september 2012, LJN BX9465
ICTRecht -31
Auteur:
Itte Overing
Juridisch adviseur
De curator krijgt recht op
toegang tot de cloud
Steeds meer bedrijven maken gebruik van de cloud voor hun administratie. De voordelen zijn
legio, maar wanneer een bedrijf in zwaar weer komt, ontstaat er een probleem voor de curator
Alles weten over de nieuwe consumentenwet?
Ons herziene boek Webwinkels: Deskundig en
praktisch juridisch advies is nu leverbaar!
Het boek zet de regels en uw
rechten en plichten over alle
belangrijke zaken op een rijtje,
waaronder:
of zaakwaarnemer. Deze heeft toegang nodig tot de administratie, maar de clouddienstverlener
weigert nog wel eens die toegang omdat ook hij achterstallige facturen heeft bij het bedrijf. Een
nieuwe wet zal de positie van de curator hierbij versterken.
De positie van de curator jegens een cloudleverancier was wettelijk niet geregeld. In twee rechtszaken (Oilily, LJN BJ5559 en
Vict, LJN BZ5770) werd toegang onder voorwaarden geregeld.
De curator kan een clouddienstverlener verzoeken om afgifte van administratie. Kosten die hiervoor gemaakt moesten
worden - bijvoorbeeld om het online boekhoudprogramma
en data van de failliet weer aan te zetten en toegankelijk te
maken - kon de clouddienstverlener verhalen bij curator. Dit
gaat veranderen.
Op 21 februari (2014) is een voorontwerp met de werktitel:
“Wet versterking positie curator” gepubliceerd. Het voorontwerp maakt onderdeel uit van het wetgevingsprogramma
herijking van het faillissementsrecht. Het programma bestaat
uit drie pijlers: 1. Fraudebestrijding, 2. Versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven en 3. Modernisering van
de faillissementsprocedure. De Wet versterking positie curator
maakt onderdeel uit van de eerste pijler: Fraudebestrijding.
Op grond van de Wet versterking positie curator zal het verplicht worden voor de aanbieders van online boekhoudsystemen om de administratie op verzoek aan de curator
beschikbaar te stellen. In het voorstel staat letterlijk (nieuw
artikel 105b lid 2 zoals in te voegen in de Faillissementswet):
“Derden die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke
wijze dan ook, de administratie van de gefailleerde geheel of
gedeeltelijk onder zich hebben, stellen deze desgevraagd aan de
curator ter beschikking, zo nodig met inbegrip van de middelen
om de inhoud binnen redelijke tijd leesbaar te maken.”
32 - ICTRecht
Saillant detail is dat in de uitleg (Memorie van Toelichting) bij
de wet staat dat de dienstverlener hier wel een redelijke vergoeding voor mag vragen, maar daar geen recht op heeft indien
de boedel niet voldoende middelen bevat. Eventuele kosten
dient de dienstverlener te verdisconteren in zijn tarieven, de
wetgever stelt dat het hier om minimale kosten zou gaan.
In de praktijk zal dit betekenen dat de aanbieder van online
boekhoudsystemen tenminste een archiefsysteem moet aanbieden dat dan ook zonder (extra) betaling toegankelijk moet zijn
voor curatoren. Na faillissement blijken er immers vaak geen
of niet voldoende middelen in de boedel te zitten om schulden
mee te betalen. In dit geval zou het wel gaan om een schuld
ontstaan na datum faillissement. Deze boedelschulden worden
altijd eerst voldaan, daarna (uiteraard iets gechargeerd) worden
pas de schulden ontstaan voor datum faillissement voldaan
indien er nog voldoende middelen zijn. In de meeste gevallen
zijn er echter niet voldoende middelen beschikbaar, ook niet
om enkel de boedelschulden te voldoen.
De clouddienstverlener moet ook de middelen ter beschikking
stellen om de boekhouddata (binnen redelijk termijn) leesbaar te maken. Ik neem aan dat dit niet betekent dat de volledige applicatie (weer) moet werken. Waarschijnlijk heeft het
dan ook de voorkeur niet de volledige applicatie weer aan te
zetten en in te richten of op een zelfstandige drager af te geven.
Een standaard archieffunctie kan wel iets afdoen aan vendor
lock-in, aan de andere kant is het een “upsell” en is vendor
lock-in wat mij betreft een ouderwetse en door gezonde concurrentie steeds meer achterhaalde wijze van klantenbinding.
•
•
•
•
•
•
ondernemingsvormen
wettelijke garantie
het retourrecht
algemene voorwaarden
online reclame
auteursrecht op uw winkel
Als bijlage vindt u handige
checklists voor de wettelijk
verplichte informatie op uw
site. Het boek telt twaalf
hoofdstukken en kost:
€ 19,95
inclusief btw
Bestel direct online:
ictrecht.nl/boeken/webwinkels
Meer informatie? Bezoek ictrecht.nl
ICTRECHT
Auteur:
Rose Cameron
Juridisch adviseur en opleidingscoördinator
Trainingsprogramma
Voor algemeen publiek
De nieuwe privacywet
27 mei 2014
De nieuwe Europese wetgeving is
nóg strenger dan de wetten die we
nu hebben. Opslaan of gebruiken
van persoonlijke gegevens wordt
lastiger. Wat mag er nog wel? En
wat moet er nu?
ICT vs arbeidsrecht
10 juni 2014
ICT op de werkvloer is onmisbaar
maar roept nieuwe juridische
vragen op. Mag u werknemers monitoren? Welke privacy- rechten
gelden bij cameratoezicht? Wie
mag in de mailbox van een zieke
collega? En wat kunt u doen bij
gescheld op collega’s op Facebook?
Games & Kansspelen onder de wet
28 oktober 2014
Van auteursrecht op avatars tot
aansprakelijkheid voor rare taal
van spelers of virtuele valuta.
Heeft u een vergunning van de
AFM voor die in-game credits? En
als het spel een gokelement bevat,
dan geldt de strenge Wet op de
kansspelen.
Security en continuïteit in
de cloud
18 november 2014
De focus ligt bij deze training
op clouddiensten en de manier
waarop deze diensten kunnen
professionaliseren. Vanuit onze
praktijk zoomen we in op de
twee onderwerpen die hierbij de
hoofdrol spelen: continuïteit en
security. Deze interactieve training
is gericht op de praktijk van de
ICT-professional.
Voor advocaten en
(bedrijfs)juristen
Security en continuïteit in
de cloud, 6 PO
13 mei 2014
De focus ligt bij deze training
op clouddiensten en de manier
waarop deze diensten kunnen
professionaliseren. In het onderdeel over security leert u onder
andere hoe de open normen uit
de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) omtrent beveiliging
van informatie concreet worden
toegepast bij cloud-diensten. Bij
continuïteit gaan we in op waar de
cloud-dienst praktisch uit bestaat
en wat er nodig is om continuïteit
te bieden aan de afnemers.
Actualiteiten ICT en
Recht, 6 PO
24 juni 2014
Relevante rechtspraak, wetgeving
en andere juridische ontwikkelingen van het afgelopen half jaar, in
duidelijke taal becommentarieerd
door de experts van ICTRecht.
De wet voor webwinkels,
6 PO
14 oktober 2014
Wat betekent de nieuwe Wet koop
op afstand voor webwinkels? Tijdens de training praten wij u bij
over de ins- en outs van de nieuwe
wet en de gevolgen ervan voor de
praktijk. Ook spam en reclamerecht komen aan de orde.
Masterclass ICT contracten in de praktijk, 6 PO
4 november 2014
Aan de hand van ICT-contracten uit de praktijk bespreken
we de belangrijkste valkuilen en
aandachtspunten voor uw praktijk. Van NDA tot cloudcontract,
ICTRecht is een door de Nederlandse Orde van Advocaten erkend opleidingsinstituut. Wanneer er achter de trainingstitel PO-punten vermeld staan, is deze
training enkel toegankelijk voor advocaten en (bedrijfs)juristen. Onze trainingen
dragen bij aan de persoonlijke ontwikkeling en vakbekwaamheid van de juridische professional.
softwarelicentie en inkoopvoorwaarden. Wat werkt, en wat kunt
u eisen als inkoper of leverancier?
Ervaring met ICT is gewenst.
Wilt u meer informatie over onze trainingen of u aanmelden?
ictrecht.nl/trainingen
ICT vs arbeidsrecht, 6 PO
8 december 2014
ICT op de werkvloer is onmisbaar
maar roept nieuwe juridische
vragen op. Mag u werknemers
monitoren? Welke privacyrechten
gelden bij cameratoezicht? Wie
mag in de mailbox van een zieke
collega? En wat kunt u doen bij
gescheld op collega’s op Facebook?
Webinars
Voor algemeen publiek
Actualiteiten ICT & Recht,
6 PO
Cameratoezicht
Relevante rechtspraak, wetgeving
en andere juridische ontwikkelingen van het afgelopen half jaar, in
duidelijke taal becommentarieerd
door de experts van ICTRecht.
Merken en domeinnamen
De privacyverordening in
de praktijk, 6 PO
Modereren en aansprakelijkheid
9 december 2014
11 december 2014
De nieuwe Europese Privacyverordening bevat strenge regels over
privacy en persoonsgegevens. Hou
verhoudt dit zich tot de huidige
wetgeving en wat betekent dit
voor de praktijk?
Open source licenties,
6 PO
12 december 2014
Welke eisen stellen de meest voorkomende open source licenties?
Welke knelpunten komen daarbij
kijken? Wie kan ik aanspreken
voor garanties? Hoe ga ik om
met het aanbestedingsrecht? En
hoe kan daar in de praktijk mee
worden omgegaan? Vanuit het
juridisch kader bieden wij u handvatten voor de praktijk.
29 april, 3 juni
29 april, 3 juni
ICT versus arbeidsrecht
1 mei, 5 juni, 10 juni
1 mei, 5 juni
Cloud security & continuiteit
5 mei, 19 juni
Auteursrecht op internet
6 mei, 10 juni
Notice en takedown voor hosters
6 mei, 10 juni
De Privacywet nader bekeken
8 mei, 12 juni
Computercriminaliteit
13 mei, 17 juni
In één uur wordt u bijgepraat over een onderwerp naar keuze.
U hebt enkel een computer met internetverbinding en de mogelijkheid Flash-video’s te bekijken nodig. Uitgebreide informatie over de webinars vindt u op pagina 25.
Software en auteursrecht
20 mei, 24 juni
Innovatiebescherming
22 mei, 26 juni
De nieuwe consumentenwet
27 mei, 29 mei
Nieuwe wetgeving voor webwinkels
27 mei
De nieuwe privacywet
27 mei
Voor advocaten en (bedrijfs)juristen
Privacy 2.0: de aankomende privacyverordening, 1 PO
6 mei, 8 mei, 12 juni
Sociale media juridisch bekeken, 1 PO
15 mei, 19 juni
Uitingsvrijheid op internet, 1 PO
22 mei, 26 juni
ICT monitoring op het werk
Impact van het nieuwe consumentenrecht,
1 PO
Open Source software
Softwarebescherming, 1 PO
13 mei, 17 juni
20 mei, 24 juni
29 mei
29 mei
ICTRecht - 35
ICTRECHT
Sarphatistraat 610-612 | 1018 AV Amsterdam | +31 (0) 20 66 31 941 | ictrecht.nl