Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Welkom in deze dienst
Voorganger is ds. P. Molenaar
Schriftlezing: Lukas 1: 67-75
Psalm 98 vers 1 (Schoolpsalm)
Psalm 118 vers 1
Psalm 84 vers 1
Psalm 132 vers 7, 11 en 12
Lofzang van Zacharias vers 1
Lofzang van Maria vers 1, 3, 5, 6 en 7
Psalm 100 vers 1 en 4
Zondag 14 december 8.45/11.00 uur
Kerkelijk Centrum Rehoboth
Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere,
Dien groten God, Die wond’ren deed!
Zijn rechterhand, vol sterkt' en ere,
Zijn heilig' arm, wrocht heil na leed.
Psalm 98 vers 1
Dat heil heeft God nu doen verkonden,
Nu heeft Hij Zijn gerechtigheid,
Zo vlekkeloos en ongeschonden.
Voor 't heidendom ten toon gespreid.
Psalm 98 vers 1
Laat ieder 's HEEREN goedheid loven;
Want goed is d' Oppermajesteit:
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!
Laat Isrel nu Gods goedheid loven,
En zeggen; "Roemt Gods majesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!"
Psalm 118 vers 1
Hoe lief’lijk, hoe vol heilgenot,
O HEER' der legerscharen God,
Zijn mij Uw huis en tempelzangen.
Hoe branden mijn genegenheên,
Om 's HEEREN voorhof in te treên!
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen;
Mijn hart roept uit tot God, Die leeft,
En aan mijn ziel het leven geeft.
Psalm 84 vers 1
Tot staving van de waarheid deed
De HEER', Die van geen wank’len weet,
Aan David enen duren eed:
"Ik zal", dus sprak Hij, "uwen Zoon
Eens zetten op uw glorietroon.
Psalm 132 vers 7
Daar zal Ik David door Mijn kracht,
Een hoorn van rijkdom, eer en macht
Doen rijzen uit zijn nageslacht.
'k Heb Mijn gezalfden knecht een licht,
Een held’re lampe toegericht.
Psalm 132 vers 11
Wat vijand tegen hem zich kant',
Mijn hand, Mijn onweerstaanb’re hand,
Zal hem bekleên met schaamt' en schand';
Maar eeuwig bloeit de gloriekroon
Op 't hoofd van Davids groten Zoon.
Psalm 132 vers 12
Lof zij den God van Israël,
Den HEER', Die aan Zijn erfvolk dacht,
En door Zijn liefderijk bestel,
Verlossing heeft teweeg gebracht;
Een hoorn des heils heeft opgerecht;
't Geen Davids huis was toegezegd,
Lofzang van Zacharias vers 1
Dat wil Hij ons nu schenken;
Gelijk Gods trouw, van 's aardrijks
ochtendstond,
Door der profeten wijzen mond,
Zich hiertoe aan de vaderen verbond.
Lofzang van Zacharias vers 1
Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij den HEER',
Mijn Zaligmaker noemen,
Die, in haar lagen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt,
Maar van Zijn gunst doet roemen.
Lofzang van Maria vers 1
Hoe heilig is Zijn Naam!
Laat volk bij volk te zaâm
Barmhartigheid verwachten;
Nu Hij de zaligheid,
Voor die Hem vreest, bereidt,
Door al de nageslachten.
Lofzang van Maria vers 3
Die stout zijn op hun macht,
Heeft Hij versmaad, veracht,
Gestoten van de tronen;
Maar Hij verhoogt en hoedt
Het nederig gemoed,
Waarin Zijn Geest wil wonen.
Lofzang van Maria vers 5
Hij heeft na lang geduld,
Met goederen vervuld
Der hongerigen monden.
Hij zag geen rijken aan,
Maar heeft z', in hunnen waan,
Gans ledig weggezonden.
Lofzang van Maria vers 6
Zijn goedheid klom ten top:
Hij nam Zijn Isrel op,
Naar 't heil, Zijn knecht beschoren;
Gelijk Hij, ons ten troost,
Aan Abram en zijn kroost
Voor eeuwig had gezworen.
Lofzang van Maria vers 7
Juich aarde, juich alom den HEER',
Dient God met blijdschap, geeft Hem eer;
Komt, nadert voor Zijn aangezicht;
Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.
Psalm 100 vers 1
Want goedertieren is de HEER';
Zijn goedheid eindigt nimmermeer;
Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht
Tot in het laatste nageslacht.
Psalm 100 vers 4
Wij wensen elkaar
een gezegende
zondag