Meest voorkomende verpakkingen Om u snel op

GS1 Data Source
Meetregels voor de meest voorkomende verpakkingstypes in
de levensmiddelen en drogisterij
7 februari 2014 versie 1.2
Inhoud
1
Consumenteneenheden
4
1.1
1.2
1.3
1.4
De voorkant van een artikel bepalen
Het bepalen van de oriëntatie van de voorkant
De hoogte, breedte en diepte bepalen
Aanvullende richtlijnen en aandachtspunten
4
5
6
7
2
Handelseenheden
13
2.1
2.2
Het bepalen van de onderkant
Het bepalen van hoogte, breedte en diepte
13
14
3
Toegestane tolerantie in meetafwijkingen
16
3.1
3.2
3.3
Standaardtoleranties voor handelseenheden
Consumenteneenheden
Handelseenheden
16
17
18
Versiebeheer en contactinformatie
19
Inleiding
In dit document vindt u een verkorte versie van het
voor de wereldwijde, eenduidige vaststelling van
Hierin vindt u een overzicht van de meetregels
voorkomende consumenten- en handelseenheden
afwijkingen van het meten.
document Internationale meetregels,
nominale productverpakkingsmaten.
voor het meten van de meest
en de toegestane tolerantie in
Voor een volledig overzicht van de meetregels verwijzen wij u graag naar het document
“Internationale meetafspraken”.
De regels zijn bedoeld om een consistent en herhaalbaar proces mogelijk te maken voor
het vaststellen van de afmetingen van een bepaalde productverpakking en stemmen
mogelijk niet overeen met de oriëntatie van het product in het schap of in
promotiemateriaal.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
3
1
Consumenteneenheden
1.1
De voorkant van een artikel bepalen
De voorkant van het product is de kant met de grootste oppervlakte dat door de
fabrikant wordt gebruikt om het product aan de consument te verkopen/promoten – met
andere woorden, de kant waarop het merk en productinformatie is afgedrukt.
Let op: Dit stemt mogelijk niet overeen met de oriëntatie van het product in het
schap of in reclame
Figuur 1.1 De voorkant van een artikel bepalen
Voorkant
Uitzondering:
1. Bij producten waarvan 2 of meer zijden even
groot zijn en beide voldoen aan de definitie
van voorkant wordt de hoogste zijde (zijde B)
beschouwd als de voorkant.
2. Zachte papierproducten met een verticale rol
als kern (bijv. toiletpapier). De voorkant wordt
bepaald met de rol in verticale positie.
Voorkant
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
4
1.2
Het bepalen van de oriëntatie van de voorkant
De oriëntatie van het product wordt normaal gesproken bepaald door de plaatsing van
de merknaam. De oriëntatie is die waar de merknaam horizontaal ligt en gelezen kan
worden op een normale wijze.
Uitzondering:
1. Indien de merknaam in een positie ligt die dwingt het product te draaien naar
een “onnatuurlijke” oriëntatie zodat het merk weer horizontaal valt af te lezen
geldt dat:
a. het product dient te worden gedraaid totdat alle teksten weer horizontaal
leesbaar zijn.
b. indien er in de “natuurlijke” oriëntatie van het product minimaal één stuk
tekst of logo op de voorkant wel horizontaal is af te lezen dient het
product in de “natuurlijke” oriëntatie te worden opgemeten ongeacht de
oriëntatie van de merknaam.
Figuur 1.2 Merknaam in een afwijkende oriëntatie
Merknaam staat
schuin maar overige
tekst is af te lezen in
‘natuurlijke’ oriëntatie
en dus kan product
voor meting rechtop
blijven staan.
Product moet voor meten
worden omgedraaid
omdat alle tekst op de
voorkant incl. merknaam
verticaal staat.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
5
1.3
De hoogte, breedte en diepte bepalen
Nadat de voorkant en oriëntatie is bepaald kan de hoogte, breedte en diepte van een
artikel worden gemeten.
Met de voorkant naar u toe gericht in de in 1.2. bepaalde oriëntatie:
-
Hoogte: van het laagste punt tot aan het hoogste punt
-
Breedte: van het meest linkse punt tot aan het meest rechtse punt
-
Diepte: van de voorkant tot aan de achterkant
Meet altijd de uiterste afmetingen op en neem ook uitsteeksels, doppen, deksels en
gratis producten (bijvoorbeeld extra verpakkingen, verzamelartikelen of monsters) mee in
de meting.
Figuur 1.3 Hoogte, breedte en diepte van een artikel
Figuur 1.4 Meet altijd de uiterste afmetingen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
6
1.4
Aanvullende richtlijnen en aandachtspunten
Er is een grote variëteit aan verpakkingen. In alle gevallen geldt dat voor het bepalen
van de voorkant en oriëntatie van het product de hoofdregels uit 1.1 en 1.2 van
toepassing zijn. Voor een aantal verpakkingstypes geldt daarnaast een aantal aanvullende
richtlijnen en aandachtspunten.
1.4.1
Flexibele verpakkingen, afgesloten met “rechte” naden.
Flexibele verpakkingen waarvan de vorm gemakkelijk kan worden veranderd en waarvan
de inhoud vrij door de verpakking kan bewegen. De verpakking is afgesloten met
“rechte” (seal)naden. Voorbeelden zijn zakken van plastic, metallic folie of gecoat papier.
Deze producten worden gemeten inclusief de aanwezige sealnaden, waarbij het artikel
plat is neergelegd en de inhoud gelijkmatig verdeeld. Het meten moet gebeuren met de
voorkant van het artikel naar boven, nadat de naden zijn uitgetrokken en weer
losgelaten.
Voorbeelden van producten zijn zakken chips, zoutjes en snoep.
Figuur 1.5 Gevormd, gevuld en afgesloten met rechte naden
1.4.2
Stazakken (pouches)
Stazakken waarvan de afsluiting of naad bedoeld is om als bodem te functioneren,
zodat het artikel rechtop kan staan. Deze producten worden van rand tot rand gemeten,
inclusief naden, terwijl ze op een vlak oppervlak rechtop staan, met de voorkant naar u
toe.
Voorbeelden zijn zakken met nootjes of soep.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
7
Figuur 1.6 Stazakken
1.4.3
Verpakkingen waarvan de inhoud de grootte en/of vorm van de
verpakking bepaalt
Bij flexibele verpakking, met daarin een product- of binnenverpakking die de grootte
en/of vorm van de verpakking bepaalt, moet het overtollige flexibele verpakkingsmateriaal
(indien aanwezig) eerst strak om het product worden gevouwen.
Dit zijn producten die door hun grootte en vorm zich niet “vrij” door de verpakking
kunnen bewegen.
Leg het artikel bij het meten op een plat oppervlak (bijvoorbeeld een tafel) met de
voorkant naar boven, op een zodanige manier dat het product in de product- of
binnenverpakking zijn natuurlijke vorm aanneemt.
Voorbeelden van deze producten zijn onder andere candybars, snackrepen,
wegwerpbekertjes, brood, rijstwafels en vacuümverpakte artikelen zoals koffie.
Figuur 1.7 Product- of binnenverpakkingen die de grootte en/of vorm van de verpakking
bepalen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
8
Bepaalt de inhoud de
vorm van de verpakking?
Dan alle verpakking strak
om het product vouwen!!
1.4.4
Zak met driehoekige (gusset) naden
Zakken met driehoekige naden die zijn bedoeld om de om de zak hoeken te geven.
Deze naden kunnen zich aan een of beide uiteinden van het artikel bevinden. De naad
onderaan vormt een bodem. De artikelen moeten worden opgemeten terwijl ze met de
bodem op een vlak oppervlak staan met de voorkant naar u toe.
De naden dienen niet te worden omgevouwen, tenzij dit door de fabrikant al is gedaan
of als de naad door de slappe verpakking uit zichzelf wegzakt.
Voor artikelen met netto inhoud van meer dan 6,8 kg is 1.4.5. van toepassing.
Voorbeelden van dit soort producten zijn huisdiervoer, houtskool, koffie, pasta en snacks.
Figuur 1.8 Zakken met driehoekige gevormde naden
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
9
1.4.5
Grote flexibele verpakkingen (> 6.8 kg)
Deze artikelen worden plat liggend en inclusief eventuele sealnaden van rand tot rand
opgemeten, waarbij de inhoud gelijkmatig moet zijn verspreid. Het meten moet gebeuren
met de voorzijde naar boven, nadat de naden zijn uitgetrokken en weer losgelaten.
Voorbeelden van dit type artikel zijn zakken huisdiervoer, houtskool en kattengrit.
Figuur 1.9 Grote flexibele verpakkingen
1.4.6
Zakken met blokbodem (platte bodem)
Artikelen met een blokbodem of platte bodem (een naar binnen gevouwen, gesealde
bodem die ervoor zorgt dat de gevulde en gesealde zak rechtop kan staan). De artikelen
moeten worden opgemeten terwijl ze met de bodem op een vlak oppervlak staan met
de voorkant naar u toe.
Voorbeelden van dit soort artikelen zijn bloem, suiker en zout.
Figuur 2.17 Zakken met blokbodem (platte bodem)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
10
1.4.7
Staande verpakkingen met schuine of onregelmatige verticalen
Artikelen met een niet of nauwelijks flexibele verpakking die het product een bepaalde
vorm geeft, inclusief een basis waarop het product kan staan om in natuurlijke stand te
worden gepresenteerd.
Deze artikelen moeten worden opgemeten terwijl ze op hun basis staan, rechtop op een
vlak oppervlak met de voorkant naar u toe.
Voorbeelden van dit type artikel zijn voorverpakte boterhammen.
Figuur 2.14 Rechtopstaande verpakking met schuine of onregelmatige verticaal
1.4.8
Zachte papierproducten
Bij zachte papierproducten waarbij het product om een kartonnen rol is gerold gelden
afwijkende regels. De voorkant wordt bepaald met de rol in verticale positie, zoals hier
getoond:
Figuur 2.81 De voorkant bepalen
Voorkant
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
11
Stap 1: Zorg ervoor dat de kartonnen rol in verticale stand staat.
Stap 2: Stel vast wat de voorkant is: de voorkant is het grootste zijoppervlak dat door
de fabrikant wordt gebruikt om het product aan de consument te ‘verkopen’ –
met andere woorden, de kant waarop de productnaam en dergelijke zijn
afgedrukt.
Stap 3: Bepaal met de voorkant naar u toe de hoogte, breedte en diepte
1.4.9
Hangende artikelen
Meet hangende artikelen in een niet-flexibele verpakking op met de voorkant naar u toe,
alsof het hangt. Meet de uiterste afstand inclusief ophanglabel.
Figuur 1.6 Hangend artikel in een niet-flexibele verpakking
Hangende artikelen in een flexibele verpakking worden gemeten conform de regels voor
flexibele verpakkingen, waarbij de uiterste afstand moet worden gemeten inclusief
hanglabels.
1.4.10 Multi-Packs
Multi-packs zijn consumenteneenheden die meerdere eenheden bevatten die eveneens
los aan de consument kunnen worden verkocht. Multi-packs worden opgemeten volgens
de standaard regels.
Figuur 2.19 De voorkant van een multi-pack bepalen
Voorkant is grootste
oppervlak dat door
fabrikant wordt gebruikt
om product te verkopen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
12
2
Handelseenheden
2.1
Het bepalen van de onderkant
Voordat de hoogte, breedte en diepte van een handelseenheid kunnen worden
vastgesteld, moet de onderkant worden bepaald.
De onderkant is de onderzijde van het verpakte artikel vóór verzending (bijvoorbeeld een
kist).
Neem voor consistente metingen het volgende in acht:
-
Kijk of de onderkant op de omverpakking is aangegeven. Als de boven- of
onderkant is aangegeven met woorden, pijlen of andere symbolen, is dit bepalend
voor het vaststellen van de onderkant. Let op: de positie van een
logo/productkenmerk is niet leidend.
Figuur 2.1 Onderkant
-
Als er niets op de handelseenheid is aangegeven en de onderkant niet vanzelf
duidelijk is, dan is het product in ‘meeste stabiele’ positie leidend en worden daar
vervolgens de afmetingen van de handelseenheid vanaf geleid. Indien dat ook niet
een eenduidige positie oplevert, wordt de onderkant door de leverancier
gedefinieerd, en worden de afmetingen bepaald door de afmetingen van de
handelseenheid. Dat gebeurt op de volgende manier:
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
13
1
2
3
2.2
De hoogte is de kortste afmeting
De breedte is de op één na langste afmeting
De diepte is de langste afmeting
Het bepalen van hoogte, breedte en diepte
Nadat is bepaald wat de onderkant is, is het mogelijk om de hoogte, breedte en diepte
van een artikel te bepalen.
-
Hoogte: De afstand tussen de onderkant van het artikel en de bovenkant.
Breedte: De kortste zijde van de natuurlijke onderkant van het artikel.
Diepte: De langste zijde van de natuurlijke onderkant van het artikel.
Bij het opmeten van een handelseenheid moet voor elke afmeting de maximumafmeting
worden gehanteerd.
Het is daarnaast belangrijk dat handelseenheden vrij en zonder belemmering worden
opgemeten, dus niet gestapeld. Bovendien moet het op te meten artikel in goede staat
verkeren. Dus niet beschadigd, vochtig of gescheurd.
Figuur 2.3 Afmetingen van handelseenheid (omdoos)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
14
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
15
3
Toegestane tolerantie in
meetafwijkingen
Fysieke producten die met hetzelfde GTIN worden aangeduid vertonen inherente variaties
wat betreft bruto gewicht en lineaire afmetingen. Dit komt onder andere door het
productieproces, de manier waarop zij worden behandeld en de omgeving.
Standaardtoleranties zijn gedefinieerd als toelaatbare verschillen tussen de VERMELDE
(gesynchroniseerde) en GEMETEN (daadwerkelijke) bruto gewichten en lineaire afmetingen
van een GTIN. Eventuele strengere, lokale wetgeving met betrekking tot het meten van
gewichten of afmetingen prevaleert boven deze specificaties.
In onderstaande tabellen zijn toelaatbare standaardtoleranties gedefinieerd. De toleranties
voor handelseenheden en consumenteneenheden staan in twee tabellen.
3.1
Standaardtoleranties voor handelseenheden
Fabrikanten van zeer kleine en/of lichte handelseenheden worden aanbevolen om de
nieuwe toleranties te hanteren, aangezien de standaardtoleranties mogelijk niet praktisch
bruikbaar zijn, of bij het meten van de data mogelijk onhaalbaar. De nieuwe toleranties
hebben uitsluitend betrekking op een specifiek bereik aan afmetingen en gewichten (zie
hieronder). Let op: deze toleranties worden onafhankelijk van elkaar gehanteerd voor
afmetingen en gewicht. Dat betekent dat ze voor een handelseenheid mogelijk niet op
beide van toepassing zijn.
De aanbevolen tolerantiewaarden voor handelseenheden zijn als volgt:
Afmetingen:
Tolerantie = 7 mm / 0,25 inch
Brutogewicht: Tolerantie = 0,10 kg / 0,20 lbs
TOEPASSINGSGEBIED: Deze toleranties zijn alleen van toepassing onder de volgende
omstandigheden (die per afmeting worden bepaald):
Lineaire afmeting
= 160 mm (6,25 inch) of minder (onafhankelijk bepaald voor
diepte, breedte en hoogte)
Brutogewicht
= 2,27 kg (5,0 lbs) of minder
Voorbeeld: Een fabrikant produceert omdoos GTIN 10012345678905 met onderstaande
afmetingen/gewicht:
Diepte/lengte
Breedte
Hoogte
Brutogewicht
=
=
=
=
190 mm (7,5 inch)
89 mm (3,5 inch)
127 mm (5,0 inch)
1,14 kg (2,5 lbs)
Als de nieuwe regel wordt toegepast, worden de nieuwe toleranties (vet) gehanteerd:
Tolerantie diepte/lengte = 4% x 160 mm (7,5 inch) = 8 mm (0,30 inch) – standaardtolerantie
hanteren
Tolerantie breedte = 7 mm (0,25 inch) – nieuwe tolerantie hanteren, want breedte < 160 mm
(6,25 inch)
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
16
Tolerantie hoogte = 7 mm (0,25 inch) – nieuwe tolerantie hanteren, want breedte < 160 mm
(6,25 inch)
Tolerantie brutogewicht = 0,10 kg (0,20 lbs) – nieuwe tolerantie hanteren, want gewicht < 2,27
kg (5,0 lbs)
3.1.1
Zakelijke onderbouwing
Voor fabrikanten van zeer kleine en/of lichte handelseenheden heeft het de voorkeur om
bovenstaande toleranties te hanteren, aangezien de standaardtoleranties vaak niet
praktisch bruikbaar zijn, of bij het meten van de data onhaalbaar. Met deze nieuwe
toleranties zijn de toelaatbare afwijkingen zowel redelijk als haalbaar, zodat fabrikanten
hun huidige bedrijfsvoering niet hoeven aan te passen. De tolerantie voor lineaire
afmetingen van 7 mm (0,25 inch) voor handelseenheden sluit goed aan op de huidige
tolerantie voor de afmetingen van onbuigzame consumenteneenheden (ook 7 mm / 0,25
inch). Het is een redelijke aanname dat de variaties in onbuigzaam golfkarton
vergelijkbaar zijn met die van onbuigzame consumentenverpakkingen.
De nieuwe tolerantie voor brutogewicht van 0,1 kg (0,20 lbs) voor handelseenheden is
klein genoeg om de datakwaliteit te garanderen, zonder dat van fabrikanten van zeer
lichte handelseenheden een onredelijke nauwkeurigheid wordt verwacht. Let op: de
nieuwe tolerantiewaarde voor gewicht is alleen van toepassing als het brutogewicht in
totaal minder is dan 2,27 kg (5,0 lbs), wat ongebruikelijk is voor de meeste handelseenheden.
3.2
Consumenteneenheden
Verpakkingstype
Beschrijving
Voorbeelden
Dimensie
Tolerantie (+/-)
Afmetingen
7 mm
Gewicht
-
Cosmetica, pennen,
markers,
hobbyartikelen, lijm,
snacks, snoep,
speelgoed
Afmetingen
4 mm
Gewicht
-
Alle verpakkingstypes met
uitzondering van
hieronder genoemde
verpakkingstypes
Kleine, Inflexibele
eenheden waarvan
alle afmetingen niet
meer dan 64 mm
bedragen en het
gewicht niet meer
dan 0,9 kg per stuk
Blikjes, glazen
verpakkingen, kartonnen
doosjes, hard plastic
verpakkingen, producten
op een kaartje,
‘clamshell’-verpakkingen
Zachte papierproducten in
flexibele plastic
verpakking
Flexibele plastic
verpakking met zachte
papierproducten
Toiletpapier,
keukenpapier,
servetten, babydoekjes,
bordjes & bekertjes,
tissues
Afmetingen
13 mm
Gewicht
-
Flexibele
Flexibele verpakking:
Chips, dranken,
Afmetingen
20 mm
OPMERKING: Geldt niet
voor flexibele
verpakkingen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
17
omverpakking (strak
of los) om een
product heen
1. Gevormd, gevuld en
afgesloten zonder naden
2. Staande zakken
3. Verpakkingen waarvan
de grootte of vorm
wordt bepaald door de
inhoud
candybars, koekjes op
tray, brood,
wegwerpbekertjes,
huisdiervoer, kattengrit,
houtskool, snacks,
bloem, bakmixen
Gewicht
-
Huisdiervoer, houtskool,
kattengrit
Afmetingen
32 mm
Gewicht
4.0 %
4. Zakken met naden, en
zakken met blokbodem
Grote flexibele
eenheden
3.3
Grote flexibele
verpakkingen met een
vermelde netto inhoud
van meer dan 6,8 kg
Handelseenheden
Soort omverpakking
Soort binnenverpakking
Beschrijving
Voorbeelden
Alle types met
uitzondering van
hieronder genoemde
verpakkingstypes
Dimensie
Tolerantie
(+/-)
Afmetingen
4,0%
Brutogewicht
4,0%
Zachte papier-producten
in flexibele plastic
verpakking
Flexibele
plastic
verpakking
Flexibele plastic
verpakking met
zachte
papierproducten
Toiletpapier,
keukenpapier,
servetten, babydoekjes,
papieren en plastic
bekertjes, tissues
Afmetingen
5,0%
Brutogewicht
9,0%
Flexibele verpakking in
omverpakking van
krimpfolie
Flexibele
verpakking
Eenheid met of
zonder tray met
plastic
omverpakking
Huisdiervoer,
houtskool, bloem
Afmetingen
10,0%
Brutogewicht
4,0%
Diepvriesartikelen in
golfkartonnen verpakking
Gemengde
binnen
verpakking,
flexibele of
harde bakjes
Diepvriesartikele
n zijn
beschikbaar in
alle
verpakkingen op
handels-eenheid
niveau en
verpakt in
omdozen.
IJs, diepvriesmaaltijden,
patat, vis, groente,
fruit, pizza, ijslolly’s
Afmetingen
5,0%
Brutogewicht
6,0%
(Zie de opmerking in de
kolom Voorbeelden)
OPMERKING: Voor
flexibele
diepvriesproducten in
krimpverpakking
(oftewel een
handelseenheid), zijn
de toleranties op
hoogte, breedte en
diepte van “Flexibele
verpakking in
golfkartonnen dozen”
van toepassing. Voor
brutogewicht worden
wel de in deze rij
genoemde toleranties
gebruikt (6%).
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
18
Versiebeheer en contactinformatie
Datum
Versie
Dor
Wijziging
01-04-2012
1.0
Jan Schimmel
Eerste publicatie
21-11-2013
1.1
Petra Geerdink/
Gabriel Sobrino
-
07-02-2014
1.2
Reinier Prenger
-
-
Hoofdstuk 3.1 (minimale
toleranties voor
handelseenheden)
toegevoegd
Nieuwe visuals
Correctie op paragraaf
1.4.9 Hangende artikelen.
Correctie op paragraaf 2.1
Het bepalen van de
onderkant.
In paragraaf 3.1 de
metrische waarden eerst
vermeld.
De tekst uit deze publicatie mag zonder toestemming vooraf worden verveelvoudigd op
voorwaarde dat de bron wordt vermeld.
Hoewel alle zorg is betracht om te garanderen dat de inhoud van dit document juist is,
kan GS1 Nederland niet aansprakelijk worden gehouden voor fouten of ontbrekende
gegevens in deze publicatie. Neem bij vragen over de inhoud van deze publicatie
contact op met de Customer Support van GS1 Nederland. Deze is bereikbaar via
telefoonnummer 020 511 38 88 of door een e-mail te sturen aan [email protected].
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
19
Click here to enter text.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 7 februari 2014
20