RAADSVOORSTEL 2014-20 UITVOERINGSPROGRAMMA GVVP Evaluatie jaarschijf 2013 Projecten jaarschijf 2014 26 februari 2014 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 -1- Inhoudsopgave 3 1 INLEIDING ............................................................................................................. 5 1.1 Ruimtelijke kaders ........................................................................................... 5 1.2 Samenhang GVVP .......................................................................................... 7 1.3 Relatie P&C-cyclus en GVVP-meerjarenprogramma en -jaarschijven ............ 8 1.4 Opbouw notitie ................................................................................................. 8 2 EXTERNE BELEIDSONTWIKKELINGEN ............................................................ 9 2.1 Europa ............................................................................................................. 9 2.2 Rijk ................................................................................................................. 10 2.3 Provincie ........................................................................................................ 14 2.4 Regio Noord-Limburg .................................................................................... 23 3 ONTWIKKELING MOBILITEIT ........................................................................... 25 3.1 Beleidscyclus ................................................................................................. 25 3.2 Doelstellingen verkeersbeleid ........................................................................ 26 3.3 Monitoring ontwikkeling verkeer .................................................................... 27 4 UITVOERINGSPROJECTEN .............................................................................. 33 4.1 Rijksprojecten ................................................................................................ 33 4.2 Provinciale projecten ..................................................................................... 35 4.3 GVVP: projecten jaarschijf 2011 .................................................................... 36 4.4 GVVP: projecten jaarschijf 2012 .................................................................... 38 4.5 GVVP: projecten jaarschijf 2013 .................................................................... 41 4.6 Verkeersprojecten majeure plannen .............................................................. 46 4.7 Overige verkeersprojecten ............................................................................. 49 5 STUDIEPROJECTEN .......................................................................................... 51 5.1 Rijksprojecten ................................................................................................ 51 5.2 Provinciale projecten ..................................................................................... 53 5.3 Regionale projecten ....................................................................................... 55 5.4 Gemeentelijke projecten ................................................................................ 58 6 JAARSCHIJF 2014 ............................................................................................. 61 6.1 Projecten ........................................................................................................ 61 6.2 Procesgang .................................................................................................... 61 7 DOORKIJK 2015 ................................................................................................. 63 7.1 Projecten ........................................................................................................ 63 7.2 Procesgang .................................................................................................... 63 : 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 -3- 1 Inleiding In juli 2005 heeft de gemeenteraad van Venlo de hoofdnota van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015 (GVVP) vastgesteld. Daaropvolgend zijn in mei 2007 de deelnota’s Bereikbaarheid en Parkeren, Fiets en Veiligheid alsmede het projectenprogramma vastgesteld. In maart 2013 heeft uw raad de deelnota Dynamisch VerkeersManagement vastgesteld. Als uitwerking en prioritering van het projectenprogramma heeft de raad in maart 2013 bij de behandeling van de kadernota het meerjarenprogramma voor 2014 en 2015 aangenomen. Om deze projecten op een adequate en voortvarende wijze uit te kunnen voeren heeft de raad besloten te werken met een systeem van ‘jaarschijven’. Bij de behandeling van het Uitvoeringsprogramma GVVP (raadsbesluit 2013-25 d.d. 27 maart 2013) heeft de raad de jaarschijf 2013 vastgesteld. Daarna is de uitvoering van deze projecten adequaat ter hand genomen. In onderhavig Uitvoeringsprogramma GVVP wordt teruggekeken op de verkeersprojecten van 2013 (evaluatie jaarschijf 2013), de jaarschijf 2014 ter besluitvorming voorgelegd én een doorkijk naar 2015 gegeven. 1.1 Ruimtelijke kaders Strategische visie Venlo 2030 en raadsprogramma’s In de gemeente Venlo is veel tegelijkertijd in ontwikkeling. Een goede onderlinge afstemming is derhalve van groot belang. Aanhaking van het GVVP bij de vigerende visies en beleidskaders zal leiden tot verknoping van het verkeerskundige beleid en projecten op de ruimtelijk-economische ontwikkelingen (en omgekeerd). Dit komt ten goede aan het functioneren van de stad. Bovenaan de beleidspiramide staat de integrale ‘Regiovisie. Die is verder uitgewerkt in visies en beleidskaders. Het binnenstedelijk GVVP (incl. uitvoeringsprogramma’s en jaarschijven) maakt onderdeel uit van de ruimtelijk economische structuurvisie. GVVP GVVP jaarschijf 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 -5- Ruimtelijke structuurvisie De gemeente Venlo stelt momenteel een ruimtelijke structuurvisie op. Naast een wettelijke verplichting, is de structuurvisie een ruimtelijk strategisch beleidsdocument dat de vertaling is van de ambities van Visie 2030, raadsprogramma’s en collegeprogramma naar een integraal ruimtelijk kader. De structuurvisie geeft de richting aan waarin Venlo zich ruimtelijk wil ontwikkelen, waarbij voor iedereen in algemene zin duidelijk is welke ruimtelijke kaders gelden en of initiatieven hierbinnen passen. Het beleid van het GVVP sluit, als nadere uitwerking op het gebied van verkeer en vervoer, ‘naadloos’ aan op de hoofdlijnen van de (concept) ruimtelijke structuurvisie. De belangrijkste punten zijn: Scheiden van lokaal en interlokaal verkeer. Voorkomen van congestie op het lokale wegennet als gevolg van toenemende druk op het rijkswegennet. Anderzijds dient het Rijkswegennet zoveel mogelijk gevrijwaard te blijven van overbelasting door lokaal verkeer. Schoon, stil en veilig mobiliteitssysteem. Venlo wil investeren in een robuust fietsnetwerk (utilitair en recreatief). Verder willen we naast openbaar vervoer ook schoon en stil combinatievervoer. stimuleren . Bereikbare binnenstad en werklocaties. Venlo wil voorkomen dat de bereikbaarheid van de binnenstad verslechterd. Ook een goede bereikbaarheid van de grote werklocaties is als ‘logistieke hotspot’ zeer belangrijk. Initiatieven en infrastructurele ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan bovenstaande doelstellingen krijgen de ruimte. Hierbij wordt gedacht aan bij voorbeeld: Dynamisch verkeersmanagement; P&R-faciliteiten nabij de binnenstad; versterken van de relatie binnenstad-Klavertje 4; robuust maken van de GreenportRing; tweede autoverbinding tussen Tegelen en Venlo; vergroten van de robuustheid van de hoofdwegenstructuur om Venlo; fietsbrug over de Maas tussen Venlo-Noord en Klavertje 4; elektrificatie en partiële verdubbeling van de Maaslijn; intercityverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf; extra overslagcapaciteit bij de rail- en bargeterminal/haven. Deze initiatieven kunnen/zullen de komende periode niet allemaal gerealiseerd worden, al is het maar vanwege financiële haalbaarheid. In een aantal gevallen moet onderzoek worden verricht naar de impact en haalbaarheid. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 -6- 1.2 Samenhang GVVP De samenhang tussen het GVVP, de deelnota’s, het meerjarenuitvoeringsprogramma en de jaarschijven is in onderstaand figuur weergegeven. Dit systeem van meerjarenuitvoeringsprogramma en jaarschijven dient meerdere doelen. Het biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om: Het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid te operationaliseren (en zo nodig bij te stellen); Op hoofdlijnen te sturen. De gemeenteraad bepaalt de prioritering van de 300 projecten; Dynamisch op ontwikkelingen in te spelen. Jaarlijks stelt de raad de prioritering vast; Efficiënt te werk te gaan. De gemeenteraad stelt in één keer (in het begin van het jaar) de projecten en bijbehorende budgetten vast. Bij grote en politiek gevoelige projecten wordt de gemeenteraad vaker geïnformeerd c.q. geconsulteerd. Het is een cyclisch proces met een gesloten beleidscyclus: het (uit)gevoerde beleid wordt jaarlijks geëvalueerd en gemonitord. Mede aan de hand daarvan worden nieuwe beleidsvoorstellen gedaan dan wel worden de beleidsdoelen bijgesteld (zie ook hoofdstuk 2). Nieuw is de deelnota over dynamisch verkeersmanagement. Deze nota is een nadere uitwerking van de hoofdnota GVVP op het gebied van benutten van het huidig wegennet. Verkenningennota Perspectievennota HOOFDNOTA GVVP Verkeerplan Deelnota Deelnota Arcen, Lomm, Velden Dyn. VerkeersManagement Fiets Deelnota Deelnota Verkeersveiligheid Bereikbaarheid en Parkeren Projectenprogramma 2007-2020 Evaluatie Uitvoeringsprogramma Jaarschijf 2013 Meerjarenuitvoeringsprogramma 2014-2015 Jaarschijf 2013 / 2014 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 -7- 1.3 Relatie P&C-cyclus en GVVP-meerjarenprogramma en -jaarschijven In onderstaand figuur is de afstemming tussen de P&C-cyclus en het GVVP-meerjarenprogramma en jaarschijf weergegeven. In onderhavige ‘Evaluatie jaarschijf 2013’ wordt verantwoording afgelegd over de voortgang van de projecten in 2013, en worden de uitvoeringsprojecten voor 2014 en een doorkijk voor 2015 gepresenteerd. P&C-cyclus Jan Programmarekening 2013 Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Kadernota 2015-2018 Voortgangsrapportage 2014 Programmabegroting 2015 1.4 GVVP Evaluatie jaarschijf 2013. Voorstel 2014 en doorkijk 2015 bespreken met klankbordgroep Presenteren doorkijk 2015 aan raad Voorstel projecten GVVP-projecten 2015-2018 Rapporteren van evt. afwijkingen Vaststellen jaarschijf 2015 Opbouw notitie In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de externe beleidsontwikkelingen. Hierin worden de strategische dossiers van het Rijk en Provincie in 2013 belicht. Hoofdstuk 3 gaat in op de (autonome) ontwikkelingen van mobiliteit in Venlo. In hoofdstuk 4 worden alle uitvoeringsprojecten belicht. Achtereenvolgend wordt ingegaan op de projecten van jaarschijf 2013 (incl. resterende projecten jaarschijf 2011+2012) en de verkeersprojecten van de majeure plannen. Hoofdstuk 5 gaat in op de studieprojecten. Hierin worden de resultaten van studieprojecten van het Rijk, provincie en gemeente in 2013 belicht. Hoofdstuk 6 bevat een voorstel voor de projecten van 2014. Hoofdstuk 7 geeft een doorkijk op de projecten voor 2015. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 -8- 2 Externe beleidsontwikkelingen 2.1 Europa 2.1.1 Transeuropees netwerk Transport (Ten-T) Na jarenlange voorbereiding hebben op 30 juni 2013 de EU-Commissie, EU-Raad en EU-Parlement een akkoord bereikt over het Transeuropees netwerk voor Transport (Ten-T). Dit Ten-T voorziet in één geïntegreerd multimodaal vervoersnetwerk dat zorgt voor een verschuiving van passagiers en goederen van de weg naar spoor, water en lucht. Het Ten-T bestaat uit twee lagen: kernnet én uitgebreid net. De infra rondom Venlo is hoofdzakelijk op het uitgebreide netwerk opgenomen: Alleen de A67 en Maas maken deel uit van het kernnet. Weg Kernnet A67 Spoor Water Maas Uitgebreid net A73-noord A74 Eindhoven-D’dorf railterminal haven Het kernnet moet in 2030 klaar zijn. Om de bestaande lappendeken van Europese wegen, spoorwegen, luchthavens en kanalen om te vormen tot een sluitend vervoersnetwerk heeft de Europese Commissie medio oktober een nieuw infrastructuurbeleid met daarin het kernnetwerk vastgesteld. Om het kernnetwerk te realiseren zijn 9 vervoerscorridors vastgelegd, waarvan 3 in Nederland: 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 -9- Warschau-Berlijn-Randstad-Felixstowe; Genua-Rotterdam; Amsterdam-Basel/Lyon-Marseille. Inzet Venlo De inzet van Venlo richt zich, als toegevoegde waarde voor Nederland en Europa, op drie punten: verdubbelen van het grensoverschrijdende spoor Kaldenkirchen-Dülken; realisatie van de railterminal TPN; vergroting van de haven/bargeterminal. In januari is een aanvraag ingediend voor de studie-fase van de railterminal. In juli is dit gehonoreerd met een financiële toezegging van € 681.000,-. 2.2 2.2.1 Rijk Bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur + Transport (BO-MIRT) Op 14 november 2013 heeft het jaarlijkse overleg van de Minister van I&M met de regio over het MIRT plaatsgevonden. De belangrijkste besluitpunten voor (de regio) Venlo zijn: Spoorverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf Min. I&M en regio zullen gezamenlijk de maatregelen verkennen om tijdens de aanleg van het 3e spoor Emmerich-Oberhausen meer goederenvervoer over Venlo mogelijk te maken. Min. I&M zal gezamenlijk met de regio het belang van spoorverdubbeling tussen Kaldenkirchen en Dülken onder de aandacht van het Bundesministerium brengen. Railagenda Vóór het BO MIRT wordt een bestuurlijk overleg spoor Noord-Brabant/Limburg gehouden waarbij NS en ProRail aansluiten. Railterminal Venlo De regio koerst aan op een keuze van een exploitant en bouwer in het eerste kwartaal van 2014. Min. I&M (in samenwerking met ProRail), Provincie Limburg en Trade Port Noord zullen tegelijk met de aanbesteding/keuze van de marktpartij(en) voor de bouw en exploitatie van de railterminal voor zover mogelijk de besluitvorming en aanleg van de aansluiting van de railterminal op het hoofdspoorwegnet voorbereiden en zo spoedig mogelijk na contractuering van exploitant voor de railterminal een besluit nemen over de spooraansluiting. Maaslijn De provincies Limburg, Brabant en Gelderland hebben grote ambities om het vervoer voor de reiziger over de Maaslijn aantrekkelijker te maken. Min. I&M geeft hierbij aan dat een stapsgewijze en een realistische aanpak van belang is. Daarom dienen eerst de maatregelen uit de Quick Scan Decentraal Spoor uit 2008 te worden gerealiseerd; Voor wat betreft een tweede stap is geconstateerd dat de maatregelen in het kader van Beter Benutten niet voldoen aan de criteria voor kosteneffectiviteit. Partijen spreken af om deze maatregelen nog eens goed onder de loep te nemen om zo mogelijk de kosten te verlagen of de opbrengsten te verhogen (met gebruik van expertise van Min. I&M). Voor de 3e stap, elektrificatie, is besproken dat de financiële mogelijkheden vanuit Min. I&M zeer beperkt zijn. In de periode tot februari 2014 zal wel gezamenlijk naar de mogelijkheden voor “vergroening”, inclusief de mogelijkheden voor de provincie om deze te elektrificeren, worden gekeken. De uitkomsten worden besproken in een bestuurlijk overleg in februari 2014. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 10 - MIRT Onderzoek Goederencorridor Rotterdam – Brabant/Limburg De geografische scope richten op de A16/A58/A67-Brabantroute; Gezamenlijk werken aan het opstellen van een projectplan voor dit MIRT Onderzoek; Min. I&M neemt de trekkersrol op zich. Regionale overheden, bedrijfsleven en andere partijen worden intensief betrokken; Het projectplan wordt begin 2014 vastgesteld. Zaarderheiken De reistijd bij Zaarderheiken voldoet in 2030 aan de streefwaarden uit de Nota Mobiliteit. Desalniettemin is sprake van een doorstromingsknelpunt bij Zaarderheiken, met name op de parallelbaan A73 richting noord. Met een totale investering van € 4,7 mln kan dit knelpunt robuust worden aangepakt; Vanwege het grote belang van een goede bereikbaarheid van de Greenport Venlo én om de doorstroming op de A67-achterlandverbinding te verbeteren is het Rijk bereid de helft van genoemde kosten voor haar rekening te nemen, dit op voorwaarde dat de Provincie de andere helft betaalt én alle overige risico’s voor haar rekening neemt; Alle overige afspraken over Zaarderheiken dienen te worden gemaakt in een af te sluiten bestuursovereenkomst tussen rijk en regio in het voorjaar van 2014. Bediening sluizen Maasroute Met de regio en sector is al op een eerder moment overeenstemming bereikt over de bedientijden op de Maasroute voor de komende 10 jaar; Vanaf 1 januari 2015 gaat er een nieuw flexibel bedienregime in, dat versoberde, vraaggestuurde 7x24-uurs bediening tot 1 januari 2024 mogelijk maakt. De provincie Limburg draagt € 1 mln bij in de investering voor de bediencentrale Maasbracht; In 2014 wordt het huidige verruimde bedienregime, waarbij de spertijd van zondag op maandag is opgeheven, voortgezet en gefinancierd door Min. I&M; Een licht versoberde bezetting op de bediencentrale Maasbracht overdag. Daarnaast wordt vraaggestuurde bediening ingevoerd gedurende de nacht op sluizen Weurt en Sambeek. Dit kan leiden tot het oplopen van de wachttijden; Het gezamenlijke bedrijfsleven heeft aangegeven zich in te spannen de vervoersstromen af te stemmen op de aangeboden service om hiermee de wachttijden te minimaliseren. 2.2.2 Bereikbaarheidsagenda Min. I&M heeft het initiatief genomen om, samen met decentrale overheden, een bereikbaarheidsagenda op te stellen. Min. I&M introduceert de bereikbaarheidsagenda tegen de achtergrond van de bezuinigingen in het MIRT en de afnemende middelen in het Infrastructuurfonds. Doel is om per gebied concrete maatregelen voor de bereikbaarheidsopgaven te verzamelen. De focus ligt daarbij niet op het grootschalig investeren, maar meer op het informeren, innoveren en benutten. In aansluiting op het programma Beter Benutten volgt het Rijk hierbij de zogenaamde vijf I’s: Innoveren: Beïnvloeden van de mobiliteitsvraag (met bijv. financiële prikkels als mobiliteitsbudgetten) of sturen van gedrag om de spits te mijden; Informeren. Verbeteren van de informatievoorziening om de doorstroming te bevorderen en de bestaande infrastructuur beter te benutten (in personen en goederenvervoer); Investeren. Alleen investeren waar de bijdrage c.q. rendement het grootst is en toekomstbestendig is. Om een goed beeld te krijgen van de bereikbaarheidsknelpunten wordt de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA) geactualiseerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een nieuwe Bereikbaarheidsindicator. Bij dit traject zullen verder de Lange Termijn Spooragenda (LTSA), het Kernnet Logistiek, MIRTonderzoeken en MIRT-verkenningen betrokken worden. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 11 - Instandhouden. De bestaande infrastructuur op een efficiëntere manier in stand houden; Inrichten. Beter gebruik maken van de ruimtelijke instrumenten voor het beïnvloeden van de mobiliteit. De ruimtelijke keuzes van regionale overheden en Rijk beter op elkaar aansluiten. De concrete maatregelen die naar aanleiding van deze brede en innovatieve benadering worden genomen, landen uiteindelijk in de uitvoeringsparagraaf van de Gebiedsagenda’s. Het Rijk zoekt daarbij naar samenwerkingsmodellen met overheden en bedrijven (Triple helix aanpak), waarbij gestreefd wordt naar bestuurlijk maatwerk per regio of stedelijke omgeving. Proces Afgelopen jaar zijn diverse landelijke bijeenkomsten gehouden, waar onder andere de NMCA en de bereikbaarheidsindicator zijn gepresenteerd. Dit heeft geresulteerd in een aantal regionale conceptgebiedsagenda's. Momenteel wordt dit afgerond tot een definitieve bereikbaarheidsagenda. 2.2.3 Lange Termijn Spooragenda De Lange Termijn Spooragenda omvat de visie en ambities van het Rijk op het spoor. De aanleiding voor het opstellen van deze agenda is het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor (Commissie Kuiken). Daarin werd de behoefte geuit voor een visie op de ontwikkelingen op het spoor. Ook spelen de verstoringen en incidenten van afgelopen jaar op het spoor een rol. Hoofdlijnen De hoofdpunten van de spooragenda zijn: Er is behoefte aan een integrale visie op het hoofdrailnet, decentrale spoorlijnen, bus, tram en metro (voor reizigers- en goederenvervoer); Een proactieve benadering van capaciteitsproblemen. Het is essentieel om het spoor te zien als een onderdeel van een groter vervoerssysteem; Een heldere rolverdeling en samenwerking. Betere afstemming tussen de spoorbeheerder en vervoerder op het Hoofdrailnet moeten leiden tot een beter vervoerssyteem. Één loket voor het goederenvervoer. Verladers hebben behoefte aan één aanspreekpunt. Verdere decentralisatie en samenloop op het spoor; Meer Europese context van de ontwikkeling van het spoor in Nederland. Belang voor Venlo In de totstandkoming van deze visie heeft Venlo geen bijdrage geleverd. De visie is echter wel van betekenis voor Venlo, namelijk: het spoor vormt een belangrijkere modaliteit voor zowel reizigers als goederen. Zeker voor Greenport Venlo dat alleen kan functioneren als werknemers én goederen snel naar Venlo kunnen komen. LTSA zet in op goede en naadloze internationale verbindingen voor reiziger en verlader. Voor Greenport Venlo met internationale allures is dit van eminent belang. Het spoor vervult een cruciale rol voor goed functionerende multi-modale knooppunten zoals Venlo (stations en terminals). LTSA speelt in op structurele aanpak van overwegproblematiek via een verbeterprogramma overwegen, waar mogelijk de spoorwegovergangen Vierpaardjes en Groot Boller voor in aanmerking komen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 12 - 2.2.4 Omgevingswet Het Rijk is bezig met een nieuwe Omgevingswet. Met deze wet wil het Rijk vijftien bestaande wetten gaan integreren; o.a. de planwet verkeer en vervoer uit 1998. Het Rijk wil daarmee het omgevingsrecht verbeteren, procedures versnellen en bestaande knelpunten oplossen. Bovendien moet het omgevingsrecht beter aansluiten op Europese regelgeving en goed kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen (krimp, verdergaande verstedelijking en toenemende mobiliteitsvraag). De noodzaak voor een zelfstandig strategisch plan voor verkeer en vervoer is in de loop van de jaren steeds verder afgenomen. In de praktijk ontwikkelen de betrokken overheden hun verkeers- en vervoerbeleid al steeds meer gezamenlijk en pakken ze hun opgaven gebiedsgericht op. Goede voorbeelden zijn de gebiedsagenda’s en het BO-MIRT. Het laten opgaan van de planwet in de nieuwe omgevingswet is daarmee een logische zaak. De VNG staat positief tegenover een nieuwe Omgevingswet. Met hulp van gemeenten heeft ze wel nog een reactie gegeven op het concept-wetsvoorstel. Op 6 juni 2013 hebben de koepels overlegd met Min. I&M over de uitkomsten op het wetsvoorstel. Het kabinet stemde 12 juli 2013 in met het wetsvoorstel en het ligt nu bij de Raad van State. Naast de planwet verkeer en vervoer gaan ook de crisis- en herstelwet, spoedwet wegverbreding, en de tracéwet op in de nieuwe omgevingswet. 2.2.5 Beleidsimpuls Verkeersveiligheid: Modelaanpak Veilig Fietsen Om het stijgende aantal ernstig verkeersgewonden te keren, heeft Min. I&M in 2012 samen met alle regionale overheden in de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid. De focus ligt daarbij op het verbeteren van de verkeersveiligheid van de risicogroepen ouderen, fietsers en jonge bestuurders. Onderdeel van de Beleidsimpuls is de toezegging van de VNG dat alle gemeenten uiterlijk eind 2013 een ‘Lokale aanpak veilig fietsen’ vast stellen, waarbij gemeenten lokale verkeersveiligheidsknelpunten voor fietsers in kaart brengen en een aanpak met gedrags- en/of infrastructurele maatregelen opstellen. Om de gemeenten te helpen bij het opstellen van de lokale aanpak veilig fietsen hebben Min. I&M, VNG en CROW/Fietsberaad in juli 2013 een Modelaanpak Veilig Fietsen gepresenteerd. Deze biedt praktische handvatten om lokale knelpunten in beeld te brengen. Het helpt efficiënte en effectieve keuzes te maken voor passende fietsveiligheidsmaatregelen, en het is een wegwijzer naar bruikbare informatie en samenwerkingspartners. De Modelaanpak Veilig Fietsen helpt gemeenten het bestaande beleid te toetsen en indien gewenst een impuls te geven met maatregelen gericht op de belangrijkste lokale doelgroepen en knelpunten. In het nieuwe GVVP dat in 2014 wordt opgestart krijgt de fietser een prominente rol. Daarmee wordt inhoud gegeven aan de toezegging van de VNG om aandacht te besteden aan de veiligheid van fietser. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 13 - 2.3 2.3.1 Provincie Herziening Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) is het overkoepelend en samenhangend plan van Limburg op hoofdlijnen met de status van Structuurvisie. Het omvat de hoofdlijnen van de ruimtelijke-fysieke en sociaal-culturele beleidsvelden. Het POL wordt herzien. Het aspect verkeer en vervoer heeft in het POL bijzondere aandacht in de vorm het Provinciaal Verkeers- en VervoersPlan (PVVP). Waar in het POL de hoofdlijnen zijn opgenomen, vindt in het PVVP (een POL-aanvulling) een nadere uitwerking plaats voor o.a. wegen, openbaar vervoer, logistiek en verkeersveiligheid, gericht op aansturing (incl. prioritering en fasering) van de uitvoering. Op basis hiervan kunnen de regio’s hun regionale verkeers- en vervoerplannen ontwikkelen. Proces In het najaar 2012 is de notitie ‘Bouwstenen voor de hoofdlijnenschets’ opgesteld. Deze is in het voorjaar van 2013 met de regio’s besproken op compleetheid en integraliteit. Op basis van deze gesprekken heeft GS op 8 juni de “Hoofdlijnenschets POL 2014, eerste contouren” vastgesteld. Na de zomer zijn de hoofdlijnen uitgewerkt in een voorkeursalternatief en een concept-POL. Eind oktober is het concept-POL voor GS vrijgegeven ter discussie. Begin 2014 zal GS het ontwerp-POL vaststellen en de formele besluitvormingsprocedure starten. Vaststelling van het POL is voorzien voor oktober 2014. 2.3.2 Actualisatie Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan (PVVP) Zoals hierboven aangegeven gaat het PVVP nader in op de aspecten verkeer en vervoer, gericht op aansturing van de uitvoering. De scheiding van visie en uitvoering past binnen de nieuwe Omgevingswet. Daarom wordt het PVVP gelijktijdig met POL herzien en vastgesteld. Daartoe worden ook de volgende deelnota’s geactualiseerd: regionaal verbindend wegennet (RWVN); nieuwe OV-concessie (‘16-‘26); verkeer- en vervoersmanagement; fietsbeleid; ambitiedocument logistiek; In nevenstaand figuur is de samenhang weergegeven. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 14 - De hoofdfilosofie van het nieuwe PVVP blijft gelijk: een goede (inter)nationale bereikbaarheid met voldoende aandacht voor de leefomgeving. Die is essentieel voor een goede economie en vooral de logistieke sector die zo belangrijk is voor Limburg. Ook de aanpak blijft gelijk met de trits van benutten, beïnvloeden en bouwen. Deze afwegingsvolgorde is inmiddels ook wettelijk verankerd in de ladder voor duurzame verstedelijking. Bij de uitwerking legt de Provincie de volgende accenten: een meer centrale rol voor de aanpak van het verkeers- en vervoersmanagement; actualisatie van het beleid voor het wegverkeer: Regionaal Verbindend Wegennet (RVWN); actualisatie van het fietsbeleid waarbij wordt ingespeeld op de gestegen populariteit van de elektrische fiets, de rol van de fiets in de ketenmobiliteit en de consequenties die dit heeft voor de infrastructuur en samenwerking; het OV-beleid wordt meer vraaggestuurd; het beleid t.a.v. logistiek en goederenvervoer wordt geactualiseerd op basis van vastgestelde Ambitiedocument Logistiek Limburg en daaraan gekoppelde actieprogramma; het verkeersveiligheidsbeleid staat sinds 2011 in het teken van "maak van de nul een punt". Dit is door vertaald in een Meerjarenuitvoeringsprogramma (MUP) 2012-2015, waarin de aanpak, opgaven en rolverdeling met de partners is beschreven. In de volgende paragrafen worden de deelnota’s nader toegelicht. Proces Begin 2014 zal, samen met het ontwerp-POL, een ontwerp-PVVP verschijnen. Deze stukken zullen in de eerste helft van 2014 de formele besluitvormingsprocedure doorlopen, eindigend met een vaststelling door PS (voorzien voor oktober 2014) Projecten Noord-Limburg In het concept-PVVP richt de aandacht in Noord-Limburg zich op de volgende projecten: De inzet van Venlo concentreert zich op de hoofdinfrastructuur: capaciteitsverruiming van de A67 en knooppunt Zaarderheiken; verdubbeling van het spoor tussen Kaldenkirchen en Dülken; intercityverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf; partiële verdubbeling en elektrificatie van de Maaslijn; realisatie van de railterminal op Tradeport-Noord als multi-modaal knooppunt; uitbreiding van Venlose haven c.q. bargeterminal; geschikt maken van de Maas voor klasse Vb-schepen en samenwerking havens. 2.3.3 Aanbesteding Openbaar Vervoer (OV) In 2016 loopt de huidige concessie voor het OV in Limburg af. Bij de huidige concessieverlening is gebleken dat de periode tussen het gunnen en de feitelijke start van de uitvoering door de concessiehouder te kort was. Om deze aanloopproblemen zoveel mogelijk te voorkomen wordt de nieuwe aanbesteding uiterlijk in 2014 afgerond. Het proces zoals de Provincie dat doorloopt valt in drie fasen uiteen, te weten: 1. Doelen, randvoorwaarden en uitgangspunten; 2. Programma van Eisen en bestek; 3. Aanbesteding. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 15 - Nota van uitgangspunten Als eerste stap in het aanbestedingsproces heeft de provincie Limburg in het voorjaar van 2013 een maatschappelijke verkenning uitgevoerd naar de kenmerken waaraan het OV in de toekomst moet voldoen. Ook is een marktconsultatie georganiseerd, waarin met potentiële vervoerders is gesproken over de komende aanbesteding. Op basis hiervan heeft de provincie een Nota van Uitgangspunten opgesteld. Deze is op 15 november 2013 vastgesteld door PS. De belangrijkste items zijn: De focus van het OV wordt verlegd van een sociale functie naar een meer economische functie; Van aanbodgericht naar vraaggericht OV. Het OV sluit straks zo goed mogelijk aan op de vraag van de reiziger. Daar waar de vraag zo beperkt is dat OV te groot en te duur is, wordt geen regulier OV meer aangeboden. Verder uitbouwen van het visgraatmodel, waarbij de regionale treinen de ruggengraat van het OV-systeem vormen; Flexibel inspelen op een veranderende wereld: bevolkingskrimp, vergrijzing en financiële krapte; De provincie kiest voor een heldere scheiding van OV en doelgroepenvervoer en bijbehorende verantwoordelijkheden. De provincie kiest derhalve voor een volgtijdelijke aanbesteding; Een verdere verbetering van het grensoverschrijdend OV, waaronder EindhovenVenlo-Düsseldorf; Decentralisatie van de stoptreinen Maastricht - Roermond en Sittard - Heerlen en eventueel Roermond – Weert; Verbetering van de Maaslijn als drager van het OV in Midden en Noord-Limburg door (gedeeltelijke) verdubbeling en elektrificatie; De concessie loopt 15 jaar. Wensbus In het kader van een verdere optimalisering van de bereikbaarheid van het landelijk gebied heeft de Provincie Limburg in samenwerking met de Vereniging Kleine Kernen, het Reizigersoverleg Limburg en gemeenten de pilot Wensbus opgestart. De pilot betreft (in aanvulling op bestaande buurt- en belbussen) een verkenning naar wenselijke vormen van maatwerkvervoer in de kleine kernen die nog geen goede aansluiting kunnen vinden bij het regulier openbaar vervoer. De Provincie Limburg heeft eind november dorps- en wijkraden en andere verenigingen uitgenodigd om hun wensen kenbaar te maken over kleinschalige aanvullende vormen van OV. Dit met als doel om in 6 kleine kernen ervaringen op te doen voor de nieuwe OV-concessie. Ook wijk- en dorpsraden uit Venlo zijn uitgenodigd. Voor zover bekend zijn geen Venlose verzoeken ingediend bij de Provincie. Inzet Venlo Aan de totstandkoming van de Nota van Uitgangspunten is een intensief proces vooraf gegaan waarbij de gemeente Venlo en het RMO Noord-Limburg nauw betrokken zijn geweest. Zowel ambtelijk als bestuurlijk heeft Venlo geparticipeerd in de stuurgroep c.q. werkgroep. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 16 - Vanuit Noord- en Midden-Limburg is een gezamenlijke OV-visie en reactie opgesteld. De visie is in juni door B&W onderschreven. In oktober is deze vertaald in een gezamenlijke regionale reactie en vastgesteld door B&W (2013/12389 dd 8 oktober 2013). Vervolg In het najaar is gestart met het programma van eisen. Dit zal in maart 2014 in concept gereed zijn en in het kader van de formele inspraakprocedure ter visie worden gelegd. Na verwerking van de ingekomen reacties zal het programma van eisen definitief worden gemaakt. Het programma van eisen vormt samen met de selectieleidraad en de financiële voorwaarden voor het bestek. Voor de aanbesteding van de nieuwe concessie wordt de volgende planning gehanteerd: Betrokkenheid raad Middels RIB 2013-113 is uw raad begin oktober geïnformeerd over de OV-visie. Ook in de nabije toekomst zal de raad (daar waar nodig) bij dit proces betrokken worden. Concreet zijn nu de volgende momenten voorzien consulteren van uw raad bij het Programma van Eisen op 15 januari 2014. De Provincie houdt in het begin van 2014 een formele inspraakprocedure rondom het programma van eisen; betrekken van uw raad bij de visie doelgroepenvervoer die direct aansluit op de OV-visie van de Provincie. Hiervoor wordt begin 2014 een intensief consultatie en besluitvormingsproces doorlopen. Doel is in het voorjaar van 2014 een regionaal conceptadvies gereed te hebben, dat vervolgens met maatschappelijke partners en belangenorganisaties gedeeld wordt en ter vaststelling aan uw raad wordt aangeboden. U ontvangt hiervoor een apart voorstel. 2.3.4 Regionaal Verbindend Wegennet, De huidige beleidsnota Regionaal Verbindend Wegen Net (RVWN) moet geactualiseerd worden. Het RVWN vormt het verbindend wegennet tussen het autosnelwegennet en het gemeentelijk wegennet, en vervult daarmee een (boven)regionale functie. In de beleidsnota RVWN worden de belangrijkste inrichtingseisen vastgelegd. Ter realisatie van de strategische mobiliteitsdoelen op het gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid wordt bepaald aan welke basiskenmerken de wegen van het RVWN moeten voldoen. Aan de hand van de belangrijkste basiskenmerken worden de wegen getoetst, en 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 17 - wordt een tactisch uitvoeringsprogramma ter verbetering opgesteld. Dit alles in nauw overleg met de betrokken wegbeheerders (RWS en gemeenten). Concrete onderwerpen waar de beleidsnota RVWN op ingaat zijn: Infrastructuur: waar zijn ontbrekende schakels in het netwerk; Beschikbaarheid: hoe is het gebruik en wat is de intensiteit-capaciteitsverhouding; Netwerkrelaties: welke wegen hebben een functie voor OV, fiets en het goederenvervoer; Vormgeving: waar is de vorm van de weg niet afgestemd op de functie en het gebruik. Aan de hand van de nieuwe nota kan de provincie sturen op functie en gebruik van het RVWN, de uitgangspunten voor het beheer formuleren, en het vormt input voor de gemeentelijke en regionale verkeers- en vervoersplannen. Inzet Venlo Het RVWN blijft vooralsnog hetzelfde. De punten waar Venlo op in zal zetten zijn: De A74 en de Greenportlane toevoegen aan het RVWN; De N271/Nijmeegseweg (A67-Europaplein) en de Krefeldseweg/Burg. Van Rijnsingel Nijmegen afvoeren van het RVWN ; Onder aandacht brengen van de (toekomstige) verkeersafwikkeling op de A67 en A73 rondom Venlo. Proces In het voorjaar en de zomer heeft de inventarisatie voor de nieuwe nota plaatsgevonden, en zijn de uitgangspunten geformuleerd. In het najaar is de conceptnota geschreven, en is deze voor commentaar voorgelegd aan een klankbordgroep en het PCOL. Begin 2014 wordt de nota afgerond, en ter besluitvorming voorgelegd aan GS. 2.3.5 Verkeers- en vervoersmanagement Mede door toedoen van de financiële crisis is er minder aandacht voor uitbreiding van infrastructuur en meer aandacht voor beïnvloeden van de mobiliteit en beter benutten van de bestaande infra (ladder voor duurzame verstedelijking). Bovendien zet het Rijk in op de aanpak van eerst benutten en beïnvloeden en dan pas bouwen. Voldoende aanleiding om samen met de drie overheden een Verkeers- en VervoersManagementplan op te stellen. In het verkeers- en vervoersmanagementplan staat het volgende ordeningsmodel centraal. Met de inzet van verschillende maatregelen wordt de reiziger/vervoerder geholpen bij het afwegen van de verschillende vervoersmogelijkheden (vervoersmanagement). Verder wordt de autogebruiker verleid/beïnvloed om het wegennet optimaal te benutten (verkeersmanagement). 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 18 - Maatregelen Bij de maatregelen worden twee ambitieniveaus onderscheiden. Het basisambitie beoogt het in stand houden van de huidige bereikbaarheid. Dit wordt nagestreefd voor geheel Limburg. Het andere ambitieniveau is plusambitie: in congestiegevoelige gebieden streven naar het verbeteren van de bereikbaarheid op bepaalde momenten: tijdens wegwerkzaamheden, evenementen, incidenten, buitenlandse feestdagen. Concreet worden de volgende taken/activiteiten onderscheiden: Incident Management: vaststellen van netwerk, alternatieve routes en afspraken over de inzet; Afstemmen wegwerkzaamheden en evenementen: formaliseren van coördinatieteams, vaststellen van het ‘hinderkader’ en opzetten van de evenementencoördinatie; Regionaal verkeersmanagement: opstellen van gebruikerscriteria voor de weg, signaleren knelpunten (incl. verbeteringen voorstellen), opstellen van tactisch kader RVM, en inventarisatie van het areaalbeheer; Aanbod alternatieven: bepalen van de gebruikerscriteria (e-)fiets, OV en overstappunten; Stimuleren van alternatieven: inventarisatie van bedrijven met beïnvloedingspotentieel en selectie van kansrijke werkgeversmaatregelen; Optimaliseren van logistieke processen: inventarisatie kansrijke gebieden voor uitrol bij goederenvervoer en opzetten van een vervoersmakelaar. Samenwerking Binnen de verschillende overheidsorganisaties wordt reeds uitvoering gegeven aan een aantal VVMmaatregelen. Dit vindt echter versnipperd plaats. Bij de uitvoering van de maatregelen is samenwerking tussen wegbeheerders, hulpdiensten, vervoerders (personen en goederen) en bedrijven essentieel. Daarom is een andere werkwijze nodig die bestaat uit het goed op elkaar afstemmen van maatregelen en in balans houden van het totale verkeer- en vervoerssysteem. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 19 - Planning In de zomer 2013 is het VVM beleidsmatig afgerond. In het najaar is dit verder uitgewerkt naar een uitvoeringsprogramma. Het wordt tegelijk met het PVVP in 2014 vastgesteld. 2.3.6 Fietsbeleid In het coalitieakkoord 2012-2015 heeft de Provincie de fiets tot een belangrijk thema verheven. Als primair transportmiddel (forensenverkeer en toeristisch), als voor- en natransport bij de ketenverplaatsing, maar ook voor gezondheid, sport, recreatie/ toerisme, milieu en veiligheid. Vanwege de actualisaties van het POL en het PVVP is het zaak om nu een geactualiseerd fietsbeleid op te stellen. Bovendien vergen de nieuwe OV-concessie en het verkeers- en vervoersmanagement een nieuwe, meerdere uitgebreide, rol van de fiets. Tenslotte is de elektrische fiets de laatste jaren geweldig in opkomst. Het doel is om het aandeel fiets in de Limburgse mobiliteit te verhogen. Dit vraagt om een samenhangend, compleet en hoogwaardig fietsroutenetwerk. Hiervoor is in het najaar een fietsbeleid opgezet dat inzet op de volgende speerpunten: optimaliseren van het utilitaire fietsroutenetwerk (zowel basisnetwerk als het netwerk voor snelle fietsverbindingen) vergroten van het comfort op het fietsroutenetwerk; vergroten van de fietsveiligheid; stimuleren van ketenmobiliteit: goede overstappunten en stallingvoorzieningen bij OV-haltes; zorgen voor verkeerseducatie, communicatie en marketing (incl. promotie) gericht op informatievoorziening én gedragsbeïnvloeding. monitoring en evaluatie van het fietsgebruik, ongevallen, diefstal en het gebruik van stallingen; organisatorisch vastleggen van rollen, taken en verantwoordelijkheden van relevante partijen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 20 - Proces Het startdocument voor het fietsbeleidsplan is medio augustus door GS vastgesteld. Daarna is de uitwerking van het plan ter hand genomen. Besluitvorming in PS is voorzien in 2014. Daarna wordt gestart met de uitvoering van het plan. Betekenis Venlo Het beleidsplan voorziet niet in echte concrete plannen. Voor Venlo zijn alleen de volgende punten benoemd: snelfietsroute Venlo – Horst (Greenport Bikeway) wordt gerealiseerd; snelfietsroute Sittard – Roermond – Venlo is in studie. 2.3.7 Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL) Het Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL) is een vervolg op het Goederenvervoerplan uit 2007, en een nadere uitwerking van het op 2 maart 2012 door Provinciale Staten vastgestelde Ambitiedocument Logistiek Topprovincie Logistiek. Het doel is een actualisering van het bestaande goederenvervoerbeleid, en een verbreding van dit beleidsplan tot een logistiek beleid, dat nauw aansluit bij het nieuwe Topsectorenbeleid en uitvoering geeft aan het Ambitiedocument Limburg. Het ALL bevat vier actielijnen, te weten: fysieke infrastructuur; innovatie; arbeidsmarkt en onderwijs; marketing, branding en PR. De themalijnen vormen als het ware een ‘blauwdruk’ die eenvoudig over bestaande én nog te initiëren projecten heen gelegd kan worden. De sterkte van de drie inhoudelijke themalijnen zit hem in een goede bundeling en weergave van resultaten en initiatieven van deze lijnen, die tot uiting moeten komen in de vierde themalijn ‘Algemeen/Marketing, branding en PR’ Voor alle themalijnen is een overzicht van alle logistieke projecten en/of acties, die reeds in uitvoering zijn of in de komende periode uitgevoerd worden. Dit uitvoeringsprogramma, dat aansluit op het geactualiseerde POL en het PVVP, heeft een flexibel karakter, waardoor het snel aangepast kan worden aan voortschrijdend inzicht. Op het gebied van de infrastructuur zijn de volgende projecten voor Venlo relevant: capaciteitsverruiming van Zaarderheiken; spoorverdubbeling tussen Kaldenkirchen en Dülken; realisatie van de railterminal op Tradeport-Noord als multi-modaal knooppunt; uitbreiding van de Venlose haven en geschikt maken voor klasse Vb-schepen; 24-uurs bediening van alle sluizen in de Maas. In dit kader wordt ook nauw aansluiting gezocht bij de Logistieke Agenda Brabant en het MIRTonderzoek naar de corridor Rotterdam-Brabant-Limburg-Duitsland. Daarmee heeft het ALL ook nadrukkelijk een grensoverschrijdende component, die voor Venlo cruciaal is om de internationale logistieke positie verder te versterken. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 21 - Proces Om een breed draagvlak te krijgen is het ALL en de uitvoeringsagenda opgesteld in nauwe samenwerking met de vele stakeholders: Greenport Venlo Innovation Center (GVIC), Limburg Economic Development (LED), Keyport (voorheen Ontwikkelingsmaatschappij Midden Limburg), European Logistics Center Limburg (ELC Limburg)/Kamer van Koophandel, Liof, Maastricht University, alsmede met de gemeenten Sittard-Geleen, Venlo en Venray. In het najaar is het eerste concept van het ALL met deze stakeholders besproken. Naar aanleiding van hun opmerkingen wordt momenteel een definitief concept-ALL opgesteld. Dit zal in het voorjaar van 2014 worden voorgelegd aan GS. 2.3.8 Jaarplan ROVL 2013 Het jaarplan 2013 van het ROVL is medio januari vastgesteld door het Bestuursplatform ROVL. Het bevat de activiteiten die het ROVL uitvoert onder het thema van: ‘maak van de nul een punt’ (#mvd01.). 2013 is uitgeroepen tot ’het jaar van de fiets’. Dit maakt onderdeel uit van het streven om de komende drie jaar de focus te leggen op zeer kwetsbare verkeersdeelnemers: fietser (2013), jonge beginnende bestuurder (2014) en senior (2015). In het kader van ‘het jaar van de fiets’ zijn voor 2013 de volgende doelen/resultaten geformuleerd: (her)audits ca. 100 labelscholen; koppeling (katalysatorwerking) activiteiten en netwerk rondom scholen aan agenda leefbaarheid en wijkgerichte aanpak; fiets 4-daagse basis onderwijs; implementatie Totally Traffic in het voortgezet onderwijs; organisatie verkeerscoördinatorendag voortgezet onderwijs; ‘fietsverlichting laat je zien’; fietsworkshop senioren; Veilige fietsroutes in kaart brengen met hulp van senioren; regionaal inzetten modules totally Traffic; Traffic Informers nieuwe stijl ontwikkelen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 22 - 2.4 2.4.1 Regio Noord-Limburg Openbaar Vervoervisie Noord- en Midden-Limburg De gemeenten hebben geen formele rol in de aanbesteding van het openbaar vervoer (OV) en het doelgroepenvervoer. Ze hechten evenwel grote waarde aan OV en willen dat het een volwaardig vervoeralternatief blijft. Om deze doelen en ambities te borgen in de nieuwe provinciale OV-aanbesteding heeft het RMO Noord-Limburg eind 2012 een regionale OV-visie voor Noord- en Midden-Limburg opgestart. Deze visie is eind juni 2013 vastgesteld in het bestuurlijk RMO, en toegestuurd aan de Provincie. Hiermee zijn de strategische keuzes op het gebied van OV vastgesteld en ingebracht in het provinciale OV-aanbestedingsproces. De visie vormt daarmee een van de vertrekpunten voor de Provinciale Nota van Uitgangspunten. In het najaar van 2013 is de visie vertaald in een referentie-OVnetwerk voor Noord- en Midden-Limburg. Dit netwerk, waarin treindiensten, buslijnen, bedieningstijden en OV-knooppunten zijn opgenomen, vormt mede de basis voor het Programma van Eisen dat in het voorjaar van 2014 door Provinciale Staten wordt vastgesteld. Over de regionale OV-visie en de provinciale Nota van uitgangspunten bent u begin oktober 2013 nader geïnformeerd middels RIB 2013-113. 2.4.2 Infra-visie Noord-Limburg Uw raad heeft bij de behandeling van de GVVP-jaarschijven 2012 en 2013 twee moties aangenomen over de bereikbaarheid van de hoofinfrastructuur om Venlo, te weten: motie ‘verkeersinfarct’ d.d. 29 feb 2012; motie ‘congestie snelwegen en hoofdwegenstructuur’ (2013-4515 dd 27 mrt 2013) aangenomen. Mede om aan deze moties invulling te geven is in het najaar van 2012, samen met Ondernemend Limburg (LWV, LLTB, MKB), een infra-ambitie voor Noord-Limburg opgestart. Doel van het project was een integrale geprioriteerde infrastructurele visie voor Noord-Limburg. Het resultaat van dit project is de ‘Infra-ambitie Noord-Limburg’. Een lobbybrochure die aangeeft op welke hoofd infraopgaven we ons richten in Noord-Limburg, en die wordt gebruikt om dit gezamenlijk en gecoördineerd uit te dragen. De volgende acht projecten zijn cruciaal geacht voor een goed bereikbaar Noord-Limburg (in willekeurige volgorde): Realisatie Railterminal Trade Port Noord; 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 23 - realisatie van een intercityverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf, inclusief verdubbeling spoor Kaldenkirchen-Dülken; verdubbeling en elektrificatie van de Maaslijn; uitbreiding van de bargeterminal Venlo, inclusief haven; uitbreiding van de capaciteit op de A67 en de randweg Venlo (A73/A75) inclusief de interimmaatregelen; uitbreiding van de capaciteit van de A73 tussen Boxmeer en Nijmegen; Via Venray, de N270 tussen Ring Eindhoven en de N271 bij Well; Greenportring Venlo. De Infra-ambitie is op 28 juni 2013 aangeboden aan gedeputeerde Van den Broeck, en is naar analogie van Brainport 2020 en de A2-verbreding een gedeeld product van de triple helix. Daarmee is de visie een gezamenlijk product van de overheid, ondernemers en onderwijs in de regio, bedoeld voor een gezamenlijke lobby in Maastricht, Den Haag en Brussel. In RIB 2013-120 d.d. 24 oktober 2013 bent u nader geïnformeerd over de Infra-ambitie NoordLimburg. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 24 - 3 Ontwikkeling mobiliteit 3.1 Beleidscyclus Om recht te doen aan het vastgestelde mobiliteitsbeleid moet er ‘regelmatig gecontroleerd’ worden of dat de uitgevoerde maatregelen het beoogde beleid ondersteunen, en daarmee de beoogde doelstellingen ook daadwerkelijk worden gehaald. Door het jaarlijks registreren van de ontwikkelingen ten aanzien van het verkeer en vervoer, wordt inzicht verkregen in de mate waarin de doelstellingen worden bereikt, zodat daar waar nodig tijdig bijgestuurd kan worden. De GVVP-jaarschijvenmethodiek is het instrument voor monitoring en evaluatie, omdat hierin wordt teruggekeken op het afgelopen jaar en vooruitgeblikt naar het komende jaar. Aan de hand van deze evaluatie kan het beleid (en daarmee het projectenprogramma) worden gecontinueerd, geïntensiveerd of daar waar nodig bijgesteld. Daarom is een gesloten beleidscyclus inclusief monitoring belangrijk Beleidsdoelen Bijstellen Evalueren 26 februari 2014 Maatregelen Monitoren Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 25 - 3.2 Doelstellingen verkeersbeleid In de GVVP-hoofdnota die in 2005 is vastgesteld, is de volgende hoofddoelstelling geformuleerd: Een verkeers- en vervoerssysteem, dat de ruimtelijke en economische ambities optimaal ondersteunt en zorgt voor een leefbare, veilige en bereikbare stad. Deze doelstelling is geconcretiseerd in een aantal beleidsaccenten, te weten: 1. verbetering doorstroming van het verkeer van en naar Venlo. Doorgaand verkeer, dat geen herkomst én bestemming in Venlo heeft, moet uit Venlo geweerd worden. Verplaatsingen tussen de stadsdelen moeten afgewikkeld worden op de hoofdontsluitingswegen, waarbij sluipverkeer door wijken en buurten geweerd wordt; 2. verkeersonveiligheid terugdringen door prioriteit te geven aan enkele specifieke categorieën binnen verkeersveiligheid. Meer inzetten op niet-infrastructurele maatregelen, zoals educatie en handhaving. Daarnaast zullen de meest onveilige locaties aangepakt moeten worden; 3. kwaliteitsslag fiets bewerkstelligen door de aanleg van een ruggengraat, een stelsel van fietsroutes door Venlo. Dit aangevuld met fietsenstallingen en overstapmogelijkheden, die passen in de ketenbenadering van reizen per fiets en openbaar vervoer. Een éénduidig en herkenbaar fietsnet geeft de stad Venlo een goed ‘fietsimago’. Het fietsgebruik in Venlo wordt gestimuleerd en maakt ruimte vrij voor bezoekend autoverkeer; 4. parkeervraag en -aanbod in balans brengen door vraag en aanbod van de parkeerplaatsen bij nieuwbouwwijken, scholen, wijkgebouwen, kerken, winkelcentra en bedrijven in evenwicht te brengen en te houden. Zoekverkeer wordt beperkt. De instrumenten daarbij zijn afgestemde parkeernormen, juiste tarifering en een verantwoorde invoering c.q. uitbreiding van parkeerregimes (betaald parkeren en/of vergunningenstelsel). De maatregelen zijn gericht op het waarborgen van bereikbaarheid en leefbaarheid; 5. keuze alternatieve vervoerwijzen stimuleren door te streven naar een realistische afstemming van netwerken op verschillende schaalniveaus en modaliteiten, het verhogen van prioriteiten voor het Regiotaxi en een multimodale bereikbaarheid op bedrijventerreinen; 6. positie voetganger verbeteren door het geven van een (ruimtelijke) kwaliteitsslag in het stedelijke centrum en de stadsdeelcentra. Het deels omzetten van (dominante) verkeersruimten naar verblijfsruimten betekent een aantrekkelijke randvoorwaarde voor het creëren van een prettig voetgangersklimaat. 7. het goederenvervoer verder faciliteren door de bereikbaarheid van de Trade Ports en de doorstroming op de autosnelwegen te verzekeren. Het stedelijke centrum Venlo goed bereikbaar houden voor goederenvervoer. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 26 - 3.3 3.3.1 Monitoring ontwikkeling verkeer Autonome verkeersgroei Indicator ontwikkeling van het aantal inwoners en autobezit Ontwikkeling aantal inwoners In nevenstaand figuur is de ontwikkeling van het aantal inwoners van de gemeente Venlo weergegeven. Hieruit blijkt dat het inwonertal van de nieuwe gemeente Venlo de laatste jaren rond de 100.000 inwoners schommelt. In onderstaand figuur is de ontwikkeling van het autobezit in de gemeente Venlo weergegeven. Ontwikkeling autobezit (aantal personenauto’s / 1000 inwoners) Het figuur illustreert dat het autobezit in Venlo onverminderd toeneemt. Het Venlose cijfer stijgt zelfs iets sneller dan het landelijke gemiddelde. Het Venlose autobezit is nu nagenoeg gelijk aan het landelijk gemiddelde: 471 personenauto’s / 1000 inwoners. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 27 - 3.3.2 Verkeersveiligheid Doel/taakstelling 15% minder doden in 2010 ten opzichte van 2002; 7,5% minder ziekenhuisgewonden in 2010 ten opzichte van 2002; 25% minder ernstige fietsslachtoffers in 2015 ten opzichte van 2002. Indicator Verkeersdoden. In het verleden werden ziekenhuisgewonden ook nog als indicator meegenomen. Door de zware onderregistratie van het aantal ziekenhuisgewonden biedt dit echter geen betrouwbaar beeld meer van de verkeersveiligheid in Venlo. Om de registratiegraad te verhogen hebben de politie, Verbond van Verzekeraars en Via-advies de handen in elkaar geslagen (STAR). Doel is om via een nieuwe App MobielSchadeMelden 100% van de verkeersongevallen te registreren, en snel over ‘real time’ ongevalsdata te beschikken. Ontwikkeling aantal verkeersdoden in Venlo In 2012 zijn er in de gemeente Venlo 4 doden gevallen. Daarmee blijft het aantal de laatste jaren constant: 4 à 5 doden per jaar. Vergelijking ontwikkeling doden Venlo met Limburg en Nederland In nevenstaand figuur is de ontwikkeling van het aantal doden in Venlo vergeleken met de provinciale en landelijk trend. Uitgezonderd een aantal uitschieters volgt Venlo de landelijke en provinciale trend. Ten opzichte van de peilperiode 2001-2003 is het aantal verkeersdoden ongeveer gehalveerd. Conclusie De gestelde doelstelling van 15% minder verkeersdoden in 2010 (t.o.v. 2002) is behaald. Verkeersveiligheid blijft echter een continu aandachtspunt, want ‘elke dode is er een teveel!’. In die zin onderschrijft Venlo het doel van het ROVL: ‘maak van de nul een punt’. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 28 - 3.3.3 Autoverkeer Doel/taakstelling verbetering van de doorstroming van het verkeer van en naar Venlo Indicator verkeerscijfers op de belangrijke wegen en Maasbruggen. Ontwikkeling verkeersintensiteiten In nevenstaand figuur is de ontwikkeling van de verkeersintensiteiten sinds 1995 weergegeven. Sinds de opening van de A73 is er een duidelijke tendens zichtbaar dat er meer verkeer over de autosnelwegen om de stad rijdt, en minder over de gemeentelijke en provinciale wegen door de stad. De opening van de A74 heeft dit beeld nog versterkt. intensiteit/capaciteit-verhouding in 2020-2025 De verwachting is dat het verkeer rond Venlo de komende jaren nog verder groeit als gevolg van de grootschalige ontwikkeling van Greenport Venlo en de autonome groei van het doorgaande (vracht)verkeer. Het verkeersaanbod (intensiteit) neemt het komende decennium gestaag toe terwijl het aanbod aan infrastructuur nauwelijks meer zal groeien. De intensiteit / capaciteitverhouding wordt dus steeds ongunstiger waardoor de doorstroming steeds slechter wordt en uiteindelijk resulteert in filevorming. Het figuur geeft dit congestiebeeld weer. Op de oranje en rode wegvakken zullen (bij ongewijzigd beleid) in de spits van 2020-2025 files staan. Alles bij elkaar een verkeersinfarct om de stad. Dat wordt voor Venlo – als Greenport en logistiek knooppunt – een groot probleem. Bovendien betekent congestie op de snelwegen om de stad dat er meer verkeersdruk in de stad ontstaat. Oneigenlijk verkeer gaat weer routes door de stad zoeken. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 29 - 3.3.4 Openbaar vervoer Doel/taakstelling Stimuleren alternatieve vervoerswijzen Indicator Het aantal in- en uitstappers op de stations Venlo, Blerick en Tegelen. Het aantal busreizigers in de stadsbussen Ontwikkeling aantal in- en uitstappers op NS-stations per dag In het figuur hiernaast is het totaal aantal inen uitstappers op de drie stations weergegeven. In 2012 stapten dagelijks ruim 12.000 reizigers in/uit. Dit lijkt een forse groei t.o.v. 2011 maar deze is volledig toe te schrijven aan de introductie van de OVchip-kaart. Overstappers van Veolia naar NS en omgekeerd worden bij de nieuwe registratie dubbel geregistreerd. Ontwikkeling aantal stadsbusreizigers per jaar (x1.000) In het nevenstaand figuur is de ontwikkeling van het aantal busreizigers weergegeven. Sinds de komst van Veolia in december 2006 in het aantal reizigers in de stadsdienst van Venlo gestaag gegroeid. In 2011 en 2012 is het aantal reizigers met 10 à 15% gedaald tot 1,1 mln stadsbusreizigers per jaar. De belangrijkste reden voor de daling is dat in december 2010 de stadslijnen 3 en 7 zijn geschrapt en zijn overgenomen door de streeklijnen. Lijn 3 wordt ingevuld door lijn 5. Lijn 7 naar Belfeld wordt sindsdien ingevuld door de streekbus naar Roermond. Conclusie Door de overgang naar de OV-chip-kaart is er een trendbreuk in de registratie van het aantal treinreizigers. Het aantal stadsbusreizigers is in 2012 met ca. 6% toegenomen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 30 - 3.3.5 Goederenvervoer Doel/taakstelling het goederenvervoer verder faciliteren Indicator Het aantal schepen in de haven; Het aantal containers in rail- en bargeterminal Ontwikkeling aantal schepen en tonnage haven Venlo per jaar Het aantal schepen dat in de Venlose haven wordt geladen/gelost groeit gestaag. In 2011 is een grote piek te zien. Deze is veroorzaakt door de verladingen van AVIassen en klei in verband met de aanleg van de A74 en Greenportlane. Ontwikkeling rail- en bargeterminal per jaar (TEU) De railterminal heeft het afgelopen decennium een grote groei doorgemaakt. In 2002 werd er 80.000 TEU behandeld. In 2011 was dit meer dan verdubbeld tot 167.000 TEU. Afgezet tegen de capaciteit van 200.000 betekent dit dat de railterminal voor 84% bezet is. In 2010 is de bargeterminal geopend. Sinds de opening kent deze terminal een stormachtige groei. Met 43.000 TEU in 2011 is al driekwart van de capaciteit (60.000) bezet. Conclusie Het aantal goederen dat per spoor en schip naar Venlo wordt vervoerd is het afgelopen decennium fors gegroeid. Met name door het aantal containers dat via de rail- en bargeterminal naar Venlo komt heeft een grote vlucht genomen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 31 - 4 Uitvoeringsprojecten In dit hoofdstuk is de stand van zaken van de verkeersprojecten in Venlo weergegeven. Allereerst worden de projecten van het Rijk, Provincie en RMO toegelicht. Vervolgens komen de diverse verkeersprojecten van de diverse GVVP-jaarschijven aan bod. Als laatste worden de verkeersonderdelen van de majeure plannen belicht. 4.1 4.1.1 Rijksprojecten A74 Als laatste onderdeel van de A74 is aan Duitse zijde de ‘oude’ BAB 61 gereconstrueerd. Vanaf de nieuwe A74 is de BAB 61 geamoveerd en vervangen door een nieuwe landesstraße. Deze landesstraße loopt van de grens naar de nieuwe aansluiting Kaldenkirchen op de BAB 61. Door de Duitse wijze van aanbesteding (de werkzaamheden worden in Duitsland in verschillende delen aanbesteed waarbij de landesstraße als laatste is gepland) is de landesstraße pas in de loop van 2012 opgepakt. Door problemen bij het viaduct over de Dellerweg en de lange winter hebben de werkzaamheden langer geduurd dan verwacht. Uiteindelijk is op 22 april 2013 de landesstraße opengesteld voor het verkeer. Daarmee is het omvangrijke wegenproject afgerond, en beschikt Venlo weer over een zuid-oostelijke ontsluitingsweg. 4.1.2 A67 No-regretmaatregelen Ter compensatie van het niet doorgaan van een MIRT-verkenning naar de A67 heeft de Minister van I&M in 2010, om de ergste problemen op te lossen, de zogenaamde no-regret maatregelen toegezegd. Naast een derde rijstrook tussen Geldrop en knooppunt Leenderheide behelsde dit voor Limburg in hoofdzaak een extra uitvoegstrook op knooppunt Zaarderheiken en het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen voor vrachtauto’s. Als gevolg van het ‘openbreken’ van het regeerakkoord heeft het Rijk begin 2013 echter een bezuinigingsronde doorgevoerd. In het kader van deze bezuinigingsronde heeft de Tweede Kamer in april 2013 besloten de doorstromingsmaatregelen op de A67 ad € 50 mln volledig weg te bezuinigen. Hiermee zijn alle beoogde maatregelen op de A67 komen te vervallen. Ter compensatie heeft RWS Limburg medio 2013 geprobeerd het geld dat gereserveerd was voor de afrit Imstenraderweg op de A76 te heralloceren voor het verbeteren van de doorstroming op knooppunt Zaarderheiken. Dit punt is besproken in het BO-MIRT van 14 november. Daarbij heeft de Minister aangegeven dat Zaarderheiken voldoet aan de streefwaarden uit de Nota Mobiliteit. Desalniettemin is er wel sprake van een doorstromingsknelpunt bij Zaarderheiken, met name op de parallelbaan A73 richting noord. Het Rijk is bereid de helft van de kosten ad € 4,7 mln te vergoeden, onder de voorwaarde dat de Provincie de andere helft betaalt. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 33 - Parkeren vrachtauto’s A67-corridor Expertsessie Vrachtwagenparkeerproblematiek European Logistics Center Limburg (ELC) heeft i.s.m. Kamer van Koophandel en RWS in december 2012 een “Expertsessie Vrachtwagenparkeerproblematiek” georganiseerd. Het doel van de expertsessie was het uitwisselen van kennis en ervaringen (verkeersonveiligheid en transportcriminaliteit); probleeminventarisatie van het vrachtautoparkeren; bewustwording en begrip creëren voor de problemen rondom het parkeren van vrachtwagens; registratie van oplossingsrichtingen. De overall-conclusie van de sessie was dat er eerst capaciteit gerealiseerd moet worden alvorens handhaving en ‘gedragsbeïnvloeding’ kan plaatsvinden. Initiatief Ondernemend Venlo / LWV Om de parkeerproblemen integraal te benaderen heeft RWS begin 2013 een oproep geplaatst voor geïnteresseerde marktpartijen met initiatieven, en Ondernemend Venlo gevraagd mee te denken over mogelijke oplossingen. In dit kader heeft Traffic Port Venlo met Hemelvaart 2013 (als proef) de gehele vliegstrip verhuurd voor parkerende vrachtauto’s. Daarmee werd de parkeercapaciteit uitgebreid met ca. 500 extra parkeerplaatsen. De resultaten hebben uitgewezen dat er met deze extra capaciteit voldoende parkeergelegenheid is om ook op de echte piekmomenten een adequate parkeeroplossing te bieden. Als vervolg willen LWV en Ondernemend Venlo deze pilot een structureel karakter geven. Momenteel vindt er overleg plaats tussen RWS, LWV, Ondernemend Venlo en gemeente Venlo hoe deze structurele oplossing gefinancierd zou kunnen worden. De gemeente Venlo is terughoudend met deze financiering omdat zij de mening is toegedaan dat RWS (als wegbeheerder van de A67) primair verantwoordelijk is voor het parkeren langs deze weg. Innovatieve in-car technologie Omdat de infra-investeringen op de A67 zijn wegbezuinigd proberen het Rijk, Provincie N-Brabant en de SRE de problemen aan te pakken met ICT-maatregelen. In 2014 worden op de A67 drie projecten met in-car-technologie uitgevoerd, met als doel de weggebruikers tijdig te informeren over verkeersdrukte, files e.d. De drie pilots zijn: Smoover. Een navigatie-app die files voorspelt en adviezen geeft over snelheid, afstand tot voorligger, wel/niet invoegen en over rijsstrookwisseling. Dynamische rijstrookbegeleiding. Uitbreiden van de huidige TomTom met berichtenvoorziening voor rijstrookbegeleiding. De berichten geven aan wat de weggebruiker kan verwachten 2 tot 4 km verderop Doorstroomrijden. Een app die via een smartphone informatie geeft over snelheid, volgafstand en keuze rijstrook. Om weggebruikers te prikkelen zich aan het advies te houden, wordt gamification ingezet; technologie uit game-industrie om deelnemen ‘leuk’ te maken De drie projecten kosten € 3,6 mln, waarvan Rijk, provincie Noord-Brabant en SRE € 1,5 mln betalen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 34 - 4.2 4.2.1 Provinciale projecten Greenportlane Na jarenlange inspanning is in oktober 2013 het laatste stukje van de Greenportlane (N295) gerealiseerd. Een groot deel van de centrale ontsluitingsweg van het gebied Klavertje 4, was al met de Floriade open, maar doordat een klein stukje grond nog niet verworven was kon de weg niet verder worden afgerond. Voor de grondonteigening is geprocedeerd tot aan de Hoge Raad. In juni 2013 heeft de rechter geoordeeld dat de onteigening rechtmatig was, en kon het laatste stukje weg worden gemaakt. Op 11 oktober 2013 is de 5,3 km lange weg door het toekomstige Klavertje Vier-gebied geopend. Daarmee is een essentiële voorwaarde voor de Greenport Venlo-ontwikkeling gerealiseerd. Als laatste van dit project moet nog een fietsviaduct over de Greenportlane worden gerealiseerd, maar dit is nog niet gelukt vanwege vertraagde grondaankoop. 4.2.2 7x24 uur sluisbediening Maas De Maas is een zeer belangrijke transportader. Alleen al langs de Limburgse deel van de Maas worden ruim 280.000 containers per jaar overgeslagen via terminals. Door de groei van de Rotterdamse haven zal dit de komende jaren steeds verder toenemen. Om deze groei te kunnen faciliteren is het van groot belang dat de sluizen in de Maas altijd (7x24 uur) open zijn. Om continue bediening van de sluizen te realiseren heeft de Provincie Limburg afgelopen jaren intensief overleg gevoerd met RWS. Het uiteindelijke resultaat is dat de Provincie Limburg een investeringsbijdrage van € 1 mln levert voor een centrale bedieningspost in Maasbracht, waardoor een 7x24 uursbediening tot 2024 mogelijk is. Op 6 november 2013 hebben Provincie Limburg en RWS bovenstaande formeel vastgelegd in de Overeenkomst Sluisbediening Maasroute. Dit is ook vastgelegd in het BO-MIRT van 14 november 2013. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 35 - 4.3 4.3.1 GVVP: projecten jaarschijf 2011 Reconstructie Tegelseweg Met het volledig aansluiten van de Prof. Gelissensingel op de Eindhovenseweg en het doortrekken van de Sloterbeekstraat is de ring rondom Venlo-Zuid gecompleteerd. Hierdoor is de Tegelseweg tussen de Hagerhofweg en de Zuidsingel ‘verlost’ van het doorgaande autoverkeer, en kan het oude straatbeeld van een woonstraat met statige panden weer in ere worden hersteld. Na een intensief planvormingsproces en uitgebreide voorbereiding is het werk aanbesteed op 11 juli 2013 en is de uitvoering gestart op 2 september. De weg is versmald en de verkeerslichten op de kruispunten zijn vervangen door verkeersremmende maatregelen. Daarnaast zijn er rode fietsstroken, nieuwe trottoirs en parkeervakken voor de aanpalende panden gerealiseerd. Verder is het voor de buurtbewoners aantrekkelijker geworden, doordat er extra groen is aangelegd, en op de Roermondsestraat is tussen de Zuidsingel en de Hamelstraat, een groene middenberm is gerealiseerd. In december 2013 is de weg opengesteld voor het verkeer. Zodra het weer het toelaat wordt na de winter de nog ontbrekende toplaag en markering aangebracht. Daarmee is de reconstructie afgerond. 4.3.2 St. Urbanusweg-vd Grintenstraat In het kader van dynamisch verkeersmanagement wordt de route St. Urbanusweg-vd Grintenstraat de komende jaren belangrijker als ontsluitingsweg van/naar de binnenstad. Doordat het Duits verkeer van de BAB40 meer via de Nijmeegseweg - St. Urbanusweg wordt geleid in plaats van via de Weselseweg – Krefeldseweg -Goltziusstraat wordt de route langs de Maas zwaarder belast. Het zwakke punt in deze route is de kruising St. Urbanusweg-vd Grintenstraat. Vooral de veiligheid van fietsers van/naar Velden (belangrijke schoolroute) komt door de grotere verkeersstroom op deze kruispunt in het gedrang. Om de veiligheid ter plaatse te waarborgen wordt deze kruising aangepast: 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 36 - ‘voorrang om de hoek’ voor verkeer vd Grintenstraat-St. Urbanusweg; tweerichtingenfietspad aan de westzijde van de St. Urbanusweg tussen de vd Grintenstraat en de Karbinderstraat; uitritconstructie op Oude Venloseweg voor de veiligheid van de overstekende fietser. In 2012 zijn diverse varianten ontwikkeld voor de kruising en beoordeeld op aspecten van bereikbaarheid, veiligheid, kosten en haalbaarheid. De gekozen variant zijn besproken met het stichtingsbestuur van kapel van OLV van Genooy en Océ. De benodigde grondaankoop heeft lange tijd op zich laten wachten. In december 2013 is overeenstemming bereikt over de grondverwerving. Uitvoering is voorzien voor voorjaar 2014. 4.3.3 Goltziusstraat - Puteanusstraat In het voorjaar van 2013 is de kruising Goltziusstraat - St. Martinusstraat aangepast om de veiligheid van de fietser ter plaatse te waarborgen. Door de bocht vanuit Puteanusstraat naar de St. Martinusstraat-zuid te verruimen, en te voorzien van een fysieke geleider, is de wachtende fietser beter beschermd tegen het indraaiende vrachtverkeer vanaf de Goltziusstraat naar de binnenstad. Daarnaast is er een verbod ingesteld voor vrachtverkeer om vanuit de richting van de Maas de St. Martinusstraat in te draaien. 4.3.4 Fietspad Weselsepad Het project fietspad Weselseweg is een initiatief dat al stamt uit de 80-er jaren. Na veel verzoeken én evenveel onderzoeken heeft de gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling van 2010 een amendement aangenomen waarin ze aangaf dat het fietspad Weselseweg moet worden uitgevoerd. Na een langdurige voorbereiding is in september 2012 begonnen met de uitvoering. Eind 2012 is als eerste fase het gedeelte tussen de Straelsebosweg en de Richardsweg gerealiseerd. Fase 2 is direct na de winter opgepakt. Op 15 april 2013 is het laatste stukje fietspad tussen de Richardsweg en de Duitse grens opengesteld voor het fietsverkeer. Daarmee is een langgekoesterde wens van de bewoners en wijkraad in vervulling gegaan. Het project is gefinancierd vanuit meerdere budgetten. Naast het GVVP hebben Groot Onderhoud en de Provincie (BDU-subsidie) substantieel bijgedragen aan het project. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 37 - 4.3.5 Greenport Bike Way: fietssnelweg Klavertje Vier Dit ambitieuze plan, dat geraamd is op € 5,65 mln, beoogt een hoogwaardige snelfietsroute tussen het centrum van Venlo en het nieuw te ontwikkelen Klavertje Vier-gebied in het noord-westen van de stad. Het bestaat uit twee parallelle routes tussen de binnenstad en het Klavertje 4-gebied: opknappen van de bestaande fietsroute vanaf de kazerne tot aan het buurtschap Californië: Horsterweg - Grubbenvorsterweg – Raayeind - Venrayseweg (15 km);. nieuw fietspad langs het spoor tussen station Blerick en station Horst-Sevenum (12 km); In 2012 is de 1e fase van de Greenport Bikeway gerealiseerd: vanaf de kazerne tot aan veiling. Fase 2 is in de loop van 2012 gestart. In 2013 zijn hiervoor de volgende voorbereidende werkzaamheden verricht: toetsing van de tracés aan de acht bestemmingsplannen. De Greenportbikeway is grotendeels planologisch toegestaan; opstellen van een ruimtelijke onderbouwing voor de omgevingsvergunning; diverse onderzoeken voor de ruimtelijke onderbouwing en de benodigde vergunningen: aanlegvergunning, archeologische waarden, grondwaterbeschermingsgebied, kapvergunning; aanbesteding en gunning van het communicatieplan; grondverwerving. Op 27 augustus 2013 is een inloopavond georganiseerd, om alle betrokkenen te informeren. Conform planning is het de verwachting dat deze snelfietsroute eind 2014 gereed is. 4.4 4.4.1 GVVP: projecten jaarschijf 2012 Verkeerslichten Eindhovenseweg-Groot Bollerweg De verkeerslichten op het kruispunt Groot Bollerweg – Eindhovenseweg dateren uit 1993, en zijn daarmee volledig afgeschreven. Vervanging is noodzakelijk omdat onderzoek aantoonde dat de verkeerslichten op het gebied van veiligheid en doorstroming achterhaald waren. In het kader van de nieuwe nota Dynamisch VerkeersManagement zijn de verkeerslichten in 2013 vervangen. Daarmee is de kruising voorbereid om (in geval van congestie in de binnenstad) te funcioneren als een verdeel- en doseerpunt. Conform het advies van het Groene-Golf-team, zijn vlak voor de zomer de volgende verkeersmaatregelen uitgevoerd: tweerichtingen fietspad langs GrootBollerweg; koppeling verkeerslichten en spoorwegovergang; verkeerslantaarns met LED-armaturen; extra verkeerslantaarns voor extra veiligheid. functionaliteit om de verkeerslichten te kunnen koppelen aan DVM-centrale KAR functionaliteit om OV te prioriteren. De Provincie Limburg heeft € 150.000,- BDU-subsidie toegezegd voor dit project. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 38 - 4.4.2 Verkeerslichten Eindhovenseweg-Alberickstraat De kruising Eindhovenseweg-Alberickstraat is een van de weinige ongeregelde kruisingen op een 2x2weg in Venlo. Hier gebeuren met enige regelmaat ongevallen, vaak met ernstige afloop. Met de aanleg van de Greenport Bikeway langs de Eindhovenseweg zal het aantal overstekende fietsers toenemen. Om de veiligheid van deze kwetsbare verkeersdeelemers te garanderen moet het kruispunt verder worden ‘beveiligd’. Gezien de locatie en de functie van de Eindhovenseweg zijn verkeerslichten de meest geëigende oplossing. Bovendien kan de kruising (in geval van congestie in de binnenstad) ook functioneren als een verdeel- en doseerpunt. Een rotonde is ter plaatse daarom minder wenselijk en ruimtelijk niet inpasbaar. De voorbereidende civiel- en regeltechnische werkzaamheden voor de verkeerslichten zijn in 2013 opgestart. De daadwerkelijke uitvoering wacht op de verkeersmaatregelen EindhovensewegKazernestraat (in het kader van de FHK-ontwikkeling) en de Greenportbikeway. Uitvoering is voorzien voor 2014. De Provincie Limburg heeft € 190.000,- BDU-subsidie toegezegd voor dit project. 4.4.3 Fietsruggengraat Blerick Aan de Venlose zijde is de fietsruggengraat de laatste jaren op verschillende plaatsen kwalitatief verbeterd. Aan de Blerickse zijde mondt de fietsruggengraat echter uit in enkele ‘gewone’ woonstraten zonder dat de infrastructuur is aangepast op deze hoogwaardige fietsfunctie. Om ook aan Blerickse zijde de kwaliteit te verbeteren zijn in 2013 de volgende maatregelen uitgevoerd: verlegde en verbeterde fietsinfrastructuur in de ‘berenkuil’, waardoor de fietsruggengraat past binnen de plannen van FHK én bovendien naadloos aansluit op de fietsvoorzieningen in stadsdeel Blerick en de geplande Greenportbikeway naar het Klavertje Vier-gebied; een plateau op de kruising St. Willebrordstraat-St. Servarvatiusstraat. Hierdoor heeft de fietser vanuit de “Berenkuil” voorrang op de automobilist, en wordt het autoverkeer afgeremd;. beperkt gereconstrueerde kruising St. Servatiusstraat-1e Lambertusstraat waardoor auto’s op de 1e Lambertusstraat gedwongen worden om rechts te houden. Zo komen fietsers uit de St. Servatiusstraat niet in de knel; verlegde fietsoversteek op de Burg. Gommansstraat naar de aansluiting met de Van Laerstraat, waardoor de fietsers gedwongen worden de Burg. Gommansstraat haaks over te steken. De beoogde uitritconstructie op de kruising St. Willebrordstraat-Antoniuslaan moet nog worden uitgevoerd. In verband met eventuele samenloop van verkeersmaatregelen t.b.v. ongelijkvloerse aansluiting Eindhovenseweg – Kazernestraat is deze maatregel nog niet uitgevoerd. De Provincie Limburg heeft € 60.000,- BDU-subsidie toegezegd voor deze fietsmaatregelen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 39 - 4.4.4 Voetpad Ulingsheide Tijdens de aanleg van de A74 heeft de wijkraad Op de Heide nadrukkelijk verzocht om langs Ulingsheide tussen de Kaldenkerkerweg en de nieuwe ontsluitingsweg naar Klein-Zwitserland een voetpad aan te leggen. Enerzijds omdat de autodrukte op Ulingsheide is toegenomen. Anderzijds omdat bewoners van Op de Heide het nieuw ‘ommetje’ EgypteUlingsheide maken. In verband met de beperkte ruimte kon het voetpad alleen achter de bomenrij aan de oostzijde van de weg worden gerealiseerd. Hiervoor moest echter het bestemmingsplan worden aangepast en grond van Rijkswaterstaat worden verworven. Na bestemmingsplanwijziging (medio 2012) en grondaankoop in het najaar 2012 is het voetpad in het voorjaar van 2013 aangelegd. Momenteel voert gemeente Venlo overleg met RWS hoe de klachten over de ‘chicanes’ op Ulingsheide opgelost kunnen worden. Inzet van Venlo hierbij is het verwijderen van de ‘chicanes’. 4.4.5 Trap stadsbrug Na enkele montageperikelen is half april 2013 een trap geplaatst aan de noordzijde stadsbrug. Dankzij deze trap kunnen voetgangers rechtstreeks van de Maasboulevard naar het Kazerneterrein lopen. Daarmee is een directe loopverbinding tot stand gekomen tussen beide nieuwe binnenstads ontwikkelingen aan weerszijden van de Maas. De trap maakt onderdeel uit van een groter pakket van maatregelen voor voetganger en fietser om de langzaam-verkeersverbinding tussen de binnenstad en Blerick te verbeteren. Zo is ook het voetpad op de brug verbreed en zijn de fiets- en voetpaden in de Berenkuil verlegd om aan te sluiten op de nieuwe plannen van het FHK en de Greenport Bikeway. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 40 - 4.5 4.5.1 GVVP: projecten jaarschijf 2013 Tegelseweg (A73-Hagerhofweg) Met de opening van de A74 is de VenlosewegTegelseweg de belangrijkste invalsroute van Venlo. Bovendien vervult deze route (door het ontbreken van een alternatieve verbinding (Guliksebaan)) ook nog de hoofdverbinding tussen Venlo en Tegelen. Dit maakt de route erg kwetsbaar. Daarom is een goede doorstroming op deze streng een primaire voorwaarde. Temeer omdat ook de brandweer en ziekenhuis in de directe nabijheid van deze invalsroute zijn gelegen. Medio 2013 zijn alle kruisingen en verkeerslichten op de streng vanaf de afritten A73 tot en met de Hagerhofweg geanalyseerd. Er is gekeken naar de huidige situatie en er zijn prognoses gemaakt voor het jaar 2023. De belangrijkste conclusies van deze analyses zijn: de 4 kruisingen op deze streng zijn zeer zwaar belast; in de huidige situatie doen zich al doorstromingsproblemen voor, dit zal richting 2023 steeds erger worden als er geen maatregelen getroffen worden; een nieuwe noord-zuid verbinding is wenselijk. Om bovenstaande knelpunten aan te pakken zijn in overleg met Fontys Hogeschool en Viecuri de volgende oplossingen uitgewerkt: verlengde linksaffer op de Hagerhofweg richting A73, waardoor filevorming op de Hagerhofweg verminderd wordt; verkeer wordt op de Tegelseweg middels fysieke geleiding gestimuleerd om gebruik te maken van de Prof. Gelissensingel en de Hagerhofweg (de ring van Venlo Zuid), zodat de Tegelseweg als woonstraat zoveel mogelijk ontlast wordt. verleggen van de uitrit van de Fontys Hogeschool naar de Hulsterweg. Daardoor wordt de kruising met de noordelijke op- en afrit meer ontlast. Om deze uitrit goed te bedienen wordt het vanuit de Hulsterweg (nu alleen rechtsaf richting Venlo) ook mogelijk om linksaf richting snelweg af te slaan. de huidige linksafstrook naar de ingang van de Fontys komt te vervallen, ten behoeve van een extra rechtsafstrook richting de oprit van de A73. Hierdoor kan verkeer sneller de snelweg oprijden, waardoor de terugslag ter hoogte van het ziekenhuis wordt verminderd. Voor het verkeer naar Fontys wordt op de Tegelseweg een aparte rechtsafstrook en op de afrit van de A73 een aparte rechtdoorstrook gerealiseerd. Hierdoor kan het fietsverkeer tussen Venlo en Tegelen conflictvrij geregeld worden; Bij de zuidelijke afrit van de A73 worden aanpassingen gedaan voor de overstekende fietsers; Implementeren van KAR bij alle verkeerslichtenregelingen, zodat de bereikbaarheid van de hulpdiensten en openbaar vervoer gegarandeerd is. De Provincie heeft € 300.000,- BDU-subsidie toegezegd voor deze reconstructie. Verder wordt voorgesteld het GVVP 2013-project Verkeersmanagement-Tegelseweg uit te breiden met veiligere fietsvoorzieningen ad € 200.000,-, en dit te dekken uit de Via-Limburg-middelen. De uitvoering is voorzien voor medio 2014. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 41 - 4.5.2 Nijmeegseweg-Van der Grintenstraat De route Nijmeegseweg-Van der Grintenstraat-St. Urbanusweg is de beoogde route om de huidige (op drukke zaterdagen en Duitse dagen overbelaste) route via de Weselseweg-KrefeldsewegGoltziusstraat te ontlasten. Naast de kruising Van der Grintenstraat-St. Urbanusweg moet de kruising Nijmeegseweg- Van der Grintenstraat worden aangepast. Met name het rechtsafslaande verkeer vanuit de Nijmeegseweg-Noord naar de Van der Grintenstraat moet worden gefaciliteerd. In het najaar van 2013 is een quick-scan gedaan naar de mogelijkheden om de rechtsafbeweging vanuit de Nijmeegseweg naar de Van der Grintenstraat te bevorderen. Hieruit is gebleken dat het dynamisch uitvoeren van deze maatregel regeltechnisch niet mogelijk is. Het aanbrengen van een apart rechtsafvak is de meest gewenste en toekomstvaste oplossing. In november en december is deze voorkeursvariant verder uitgewerkt in een definitief plan. Momenteel wordt het plan regeltechnisch uitgewerkt, en onderhandelingen gevoerd met de Provincie om het rechtsafvak zo spoedig mogelijk te kunnen realiseren. Streven is om het project (incl. vervanging van de verkeersregelinstallatie) voor de zomer van 2014 uit te voeren. De totale kosten worden geraamd op € 200.000,-. Omdat de Nijmeegseweg een provinciale weg is wordt met de Provincie onderhandeld over een bijdrage in de kosten. De kosten van vervanging van de regelinstallatie komen voor kosten van Openbare Werken. 4.5.3 DVM-systeem Op 27 maart 2013 heeft de raad de GVVP deelnota Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) vastgesteld (Centrum stad binnen bereik). Hiermee heeft de raad de keuze gemaakt om het accent van het bouwen te verleggen naar het benutten van bestaande infra. DVM is het middel om de bestaande infrastructuur beter te benutten. Het draagt bij aan een leefbaarder, veiliger en bereikbaarder Venlo door bijvoorbeeld de doorstroming van belangrijke delen van het netwerk te verbeteren, beter voorbereid te zijn op evenementsituaties en de weggebruiker tijdig te informeren. Onderdeel van deze deelnota is een (globaal) uitvoeringsprogramma waarin diverse projecten zijn opgenomen. Een van de belangrijkste zaken hierin is de aanschaf en implementatie van een integraal DVM systeem. Zoals bij de Raadsbehandeling is toegezegd heeft in 2013 een verdere verdieping van dit onderdeel plaatsgevonden waarbij ook een betere inschatting van de gemoeide kosten is gemaakt. Hiertoe is samen met een extern adviesbureau een uitvoerige analyse gemaakt over de benodigde functies en mogelijkheden van dit systeem. Tijdens een uitgebreide marktconsultatie zijn de diverse gewenste functionaliteiten en eisen van de gemeente Venlo getoetst aan de visie van marktpartijen en de concrete mogelijkheden die zij momenteel kunnen bieden. Doel van de marktconsultatie was het verkrijgen van een realistisch beeld van de haalbaarheid en de risico’s bij de mogelijke aanbesteding van een integraal DVM-systeem (vanaf data inwinning tot en met maatregelinzet) en de benodigde middelen. De belangrijkste conclusies van de marktanalyse en –consultatie zijn: De scope van de mogelijke aanbesteding is beschreven op basis van de doelstellingen in de deelnota DVM. Deze scope is in relatie tot het beschikbare budget haalbaar. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 42 - De kostenraming van de DVM-deelnota is reëel: data inwinning, software en hardware (wegkant systemen/DRIPS) op de belangrijke plekken in het netwerk kan naar verwachting aangeschaft worden binnen beschikbaar budget (reeds vastgesteld GVVP jaarschijf 2013 en de nu voorliggende jaarschijf 2014 en provinciale BDU subsidie). Diverse overheden hebben een vergelijkbaar integraal DVM-systeem (COTS) in gebruik. Dit verkleint voor Venlo de kans op complicaties. Om niet afhankelijk te worden van één leverancier (vendor lock in), is het raadzaam “open koppelvlakken” voor te schrijven die de deelsystemen met elkaar verbinden. Betrouwbaarheid en functionaliteit van het systeem begint bij kwaliteit en betrouwbaarheid van de data(inwinning). Venlo kan inhaken bij lopende onderzoeken naar datakwaliteit en dit gebruiken in een mogelijke aanbesteding. Er zijn verschillende nieuwe technieken in opkomst (zoals in-car technologie). De toekomstvastheid van een integraal DVM-systeem is vanwege deze ontwikkelingen belangrijk. De markt geeft aan hierop voorbereid te zijn met haar technische oplossingen. Vanwege de snelle ontwikkelingen is investeren in te veel (dure) systemen voor wegkantinformatievoorziening (bv. DRIPS) onverstandig. Daarom zijn enkele strategische plekken in het netwerk aangewezen voor wegkantinformatievoorziening. Het is raadzaam alleen op deze plekken in wegkantinformatievoorziening te investeren (en dus niet op alle mogelijke keuzepunten). De kwaliteit van de software bepaalt het succes. Om te voorkomen dat de software een sluitpost wordt, is het raadzaam kostbare onderdelen (wegkantinformatievoorziening) in een later stadium als bestek uit te vragen. Door het technische en functionele onderhoud onderdeel te maken van de aanbesteding, zal automatisch de Total Cost of Ownership (TCO) zo laag mogelijk zijn. Daarnaast heeft de opdrachtnemer de kans hier innovatief mee om te gaan. Om de aansluiting van het nieuwe systeem op de Venlose werkwijze te borgen, is opleiding voor de uiteindelijke gebruiker(s) onderdeel van de aanbesteding. Naar verwachting is maximaal 1 fte nodig om dit DVM systeem op een juiste wijze te gebruiken en beheer uit te voeren (getoetst met marktpartijen). 4.5.4 Venlobereikbaar.nl Om naast verkeersmanagement (beter benutten infra) ook in te zetten op mobiliteitsmanagement (beïnvloeden mobiliteitskeuze) heeft de gemeente Venlo de website venlobereikbaar.nl ontwikkelt als onderdeel van limburgbereikbaar.nl. Dit is een initiatief vanuit de provincie Limburg. Op dit moment is ook een applicatie (app) in ontwikkeling voor mobiele telefoons. Op deze website wordt naast actuele verkeersinformatie en geplande wegwerkzaamheden ook bijvoorbeeld het aantal beschikbare plekken in de parkeergarages real-time weergegeven. Daarnaast vindt de bezoeker hier actuele informatie over alternatieve vervoerwijzen (OV en fiets) inclusief OV-planner. Deze website is binnenkort ook in het Duits en Engels beschikbaar. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 43 - 4.5.5 Rotonde Klagenfurtlaan-Leutherweg Na de aanleg van de A74 is de Klagenfurtlaan niet langer meer de hoofdverbinding tussen de BAB 61 en de A67. Hiermee is de intensiteit op de Klagenfurtlaan meer dan gehalveerd: van 14.000 mvt/etmaal in 2010 naar minder dan 4.000 mvt/etmaal in 2012). De Klagenfurtlaan blijft echter wel een belangrijke verkeersfunctie vervullen als tangentiële ontsluitingsweg van Venlo. De verkeerslichten op het kruispunt met de Leutherweg zijn aan vervanging toe. Ook het asfalt op Klagenfurtlaan is dringend aan groot onderhoud toe. Gelet op het fors gewijzigde verkeersbeeld kunnen de verkeerslichten worden vervangen door een duurzaam veilige rotonde. De civieltechnische voorbereiding van de plannen is in de loop van 2013 ter hand genomen. Na deze planvoorbereiding is in het najaar van 2013 de grondverwerving opgestart. Bij de afstemming met WML blijkt dat ter plaatse twee hoofdwaterleidingen vervangen moeten worden. Rekening houdende met deze vervanging en het benodigde wegonderhoud is realisatie voorzien in het najaar van 2014. De rotonde is geraamd op € 445.000,-. De kosten worden mede gedekt uit de Via Limburg-middelen en het budget Groot Onderhoud wegen. 4.5.6 Rotonde Klagenfurtlaan-Postweg Evenals bij de kruising met de Leutherweg is de Klagenfurtlaan ter hoogte van de Postweg dringend aan groot onderhoud toe. Samen met het sterk verminderde verkeersaanbod is dit de aanleiding om de kruising Klagenfurtlaan-Postweg te reconstrueren. Ook hier is een rotonde de meest geëigende kruispuntvorm. De redenen zijn: Goede verkeersuitwisseling hoofd- en zijweg; Goede snelheidsremming ter hoogte van komgrens; Duurzaam veilig. De planning van deze rotonde loopt parallel aan die van de Klagenfurtlaan-Leutherweg. De totale kosten zijn geraamd op circa 385.000,-. Ook hier dragen de budgetten voor groot onderhoud wegen en Via Limburg bij aan de dekking van de kosten. De planning is erop gericht deze rotonde te realiseren in het voorjaar van 2014. 4.5.7 Fietsklemmen centrum In het najaar van 2012 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar het fietsparkeren in de binnenstad van Venlo. De conclusies van dit onderzoek waren: op piekmomenten zijn er ongeveer 700 fietsenklemmen te weinig in de binnenstad; op reguliere momenten circa 400 fietsklemmen. het aantal fietsenklemmen kan het beste worden uitgebreid door middel van kleine clusters op strategische locaties; er is behoefte aan een tweede bewaakte fietsenstalling aan de noordzijde van het centrum. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 44 - Omdat er momenteel geen structureel geld beschikbaar is om een tweede bewaakte fietsenstalling te exploiteren heeft B&W besloten (nog) geen tweede bewaakte stalling te realiseren, maar om het aantal fietsklemmen verspreid over de binnenstad uit te breiden, te weten: 200 fietsklemmen op de Maaskade voor het project Poppodium; 200 extra fietsklemmen op Vleesplein, Prinsessesingel en Kleine Beekstraat (540 i.p.v. 340); 140 fietsklemmen verspreid over zeven locaties: Romerstraat, Heilige Geeststraat, Sint Jorisstraat, Op de Miste, Parade/Lohofstraat en Parade/Keulsepoort. Als alle plannen in 2014 zijn gerealiseerd is het fietsparkeerareaal uitgebreid met 540 fietsklemmen. 4.5.8 Gedragsbeïnvloeding Naast de infrastructurele maatregelen is het afgelopen jaar ook weer aandacht besteed aan gedragsbeïnvloeding, een belangrijke component voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. Naast de bekende activiteiten (Veilig op weg (dode hoek), Streetwise, Verkeerstuin, VVN Promoteam, Buurt- en wijkondersteuning etc.) heeft het RMO in 2013 in Noord-Limburg de volgende extra activiteiten op het gebied van verkeerseducatie ontplooid. Fietsverlichtingscampagne 2013-2014 Omdat veel middelbare scholieren fietsverlichting nog steeds niet echt serieus nemen is half september weer de fietsverlichtingcampagne van het ROVL van start gegaan. Om elkaar attent te maken op veilig gedrag in het verkeer zijn de jongeren weer uitgedaagd om het campagne materiaal te ontwikkelen voor de fietsverlichtingscampagne. In Noord-Limburg zijn 39 campagneposters ingediend en 5 filmpjes. De Vijverhofschool is genomineerd voor het beste filmpje voor 2014. Het Bouwens van der Boijecollege uit Peel en Maas is genomineerd voor de beste poster. Licence your drivers seat Op initiatief van het RMO Noord-Limburg en het ROVL is samen met lokale partners, onder wie Ruud Rutten Verkeersopleidingen een pilot opgezet om het hoge ongevalsrisico van jonge beginnende bestuurders aan te pakken. Het project beoogt dat jonge automobilisten geen valse start maken, veiliger aan hun rijcarrière beginnen en op die manier ook in Noord-Limburg ‘van de nul een punt te maken’. Uitdaging van de pilot is om de theorie (wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek over de oorzaken van het risicovolle gedrag van jonge automobilisten) en praktijk (hoe vertaal je dat in concrete acties in de lesauto en hoe zorg je ervoor dat jongeren hun eerste jaren van zelfstandig rijden zonder kleerscheuren doorkomen) met elkaar te verbinden. Bij het project zijn diverse partijen betrokken die hun sporen hebben verdiend op het terrein van rijopleiding en verkeersassessment: Cito, Dreen Dino en Royal HaskoningDHV. De proef die in het voorjaar van 2014 zal starten past prima in het jaar van de beginnende bestuurder. Tevens sluit de proef aan bij initiatieven die vanuit de opleidingsbranche worden genomen om de kwaliteit van de rijopleiding naar een hoger niveau te tillen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 45 - 4.6 Verkeersprojecten majeure plannen Naast de GVVP-projecten zijn er afgelopen jaar (in het kader van de majeure plannen) diverse verkeersprojecten gerealiseerd. 4.6.1 Stadskantoor Na het bouwrijp maken van het terrein is begin 2013 gestart met het stadskantoor. In het voorjaar en zomer zijn de voorbereidingen getroffen voor het maken van de parkeergarage. In het najaar is daadwerkelijk gestart met het storten van de vloer van de parkeergarage. De parkeergarage kan pas in gebruik worden genomen zodra het gehele stadskantoor is gerealiseerd en de toegangsroute onder de Prof. Gelissensingel is aangelegd. Dit is voorzien voor de zomer van 2015. Dan worden ruim 400 parkeerplaatsen toegevoegd aan het parkeerareaal van de Venlose binnenstad. Doordeweeks zijn deze parkeerplaatsen hoofdzakelijk bestemd zijn voor de ambtenaren en stadskantoorbezoekers, maar op zaterdagen zijn deze beschikbaar voor het winkelend publiek. Met het realiseren van de toegangsroute onder de Prof. Gelissensingel komt een groot deel van het parkeerterrein bij de beoogde Rabo-toren met 130 parkeerplaatsen te vervallen. 4.6.2 Kazernekwartier De gemeenteraad heeft op 25 april 2012 ingestemd met de plannen voor het KazerneKwartier, en bijbehorende infraprojecten te weten: aansluiting van de Eindhovenseweg op de Kazernestraat middels een ongelijkvloerse aansluiting en een rotonde; aansluiting van het Kazernekwartier op de Kazernestraat middels een rotonde; doorgaande fietsverbinding tussen de Berenkuil en de Kazernestraat-Horsterweg; upgraden van station Blerick (toegankelijkheid en voetgangersverbinding met Kazernekwartier); optimalisatie van de langzaam-verkeersverbindingen over de Maas; aanpassing van verkeersregelingen en bewegwijzering; parkeervoorzieningen op maaiveld en in gebouwde voorzieningen (incl. flankerend beleid). Langzaam-verkeerverbindingen De aansluiting op de Kazernestraat is eind 2012 gerealiseerd. Daaropvolgend zijn in 2013 (mede vanwege het grote belang van de Maaskruisende langzaam-verkeerverbindingen) de fiets- en voetgangersverbindingen tussen Venlo en Blerick opgepakt. In de oude situatie zorgde de Berenkuil voor een gevoel van onveiligheid bij fietsers en voetgangers, en bovendien liep een deel van de langzaamverkeervoorzieningen over het terrein van het beoogde ECV. Daarom is in het voorjaar de Berenkuil opnieuw ingericht. Het lage groen en de struiken zijn gerooid, het voetpad over de stadsbrug is het verbreed en de openbare verlichting is vernieuwd. Het fietspad is verlegd en opnieuw bestraat. Om de looproute 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 46 - richting de Venrayseweg comfortabeler te maken is het voetpadlusje minder steil gemaakt. Tot slot is ook de aanzet voor de toekomstige Greenport Bikeway richting station Horst-Sevenum ingepast.. Extra parkeerplaatsen bij station Blerick In 2009 is het parkeerterrein bij het station Blerick al uitgebreid met ruim 50 parkeerplaatsen, maar het station wordt zo goed bezocht dat er op piekmomenten een tekort aan parkeerplaatsen is. Om dit tekort op te vangen zijn per 1 augustus 2013 46 extra parkeerplaatsen gerealiseerd op het kazerneterrein. Het parkeerterrein, dat aan de noordkant van de nieuwe toegangsweg naar het kazerneterrein ligt, is 24 uur per dag toegankelijk en er kan gratis worden geparkeerd. 4.6.3 BMV De Vilgaart Velden De bouw van de Brede Maatschappelijke Voorziening De Vilgaard in Velden is op 14 juni 2013 officieel van start gegaan. Na een tijdelijke bouwstop door het faillissement van de aannemer, is het werk aan het eind van het jaar weer hervat. Om veilige school-thuis-route voor de schoolkinderen te kunnen garanderen zijn voor het BMV de volgende verkeersmaatregelen voorzien: Rotonde op de kruising N271-Markt-Schandeloseweg; Kruispuntplateau op de kruising Schandeloseweg-Jan Verschurensingel; Parkeerterrein met circa 100 parkeerplaatsen en 160 fietsklemmen De voorbereidingen van de rotonde en het plateau zijn in de zomer 2013 ter hand genomen. Parallel aan de civieltechnische voorbereidingen zijn diverse overleggen gevoerd met de dorpsraad en de Provincie om hun wensen en eisen in te passen in de plannen. Op 10 december zijn de plannen gepresenteerd aan de bevolking. Op dit moment vinden er gesprekken plaats met direct betrokkenen. In de huidige planning is de aanbesteding voorzien voor voorjaar 2014, met als doel de verkeersmaatregelen gelijktijdig met de BMV gereed te hebben. 4.6.4 MFA Arcen Na de provinciale vergunningverlening is medio november de voorbereidende werkzaamheden voor de toekomstige MFA De Schans in Arcen van start gegaan. Na de ontgronding aan het eind van 2013 is een start gemaakt met de daadwerkelijk bouw. Om de veiligheid en verkeersafwikkeling te borgen is voor de MFA een Kiss&Ride-strook voorzien én worden in het ruimtelijk ontwerp enkele langzaam verkeersvoorzieningen ingepast (incl. oversteek naar parkeerplaatsen). 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 47 - 4.6.5 Vleesplein Op woensdag 4 december is het vernieuwde Vleesplein in gebruik genomen. Deze vernieuwing heeft ervoor gezorgd dat er weer een aantrekkelijk plein ligt aan één van de drukste winkelstraten van Venlo. Het Vleesplein vormt het sluitstuk van het project Kloosterkwartier/Vleesplein dat in de afgelopen jaren is gerealiseerd, en dat tot doel had de zuidrand van het centrum aantrekkelijker te maken. De belangrijkste verkeerskundige issues van dit project zijn de nieuwe bewaakte fietsenstalling en het omleggen van de fietsruggengraat (reeds gerealiseerd eind 2012). De nieuwe stalling op het plein biedt plek aan 220 fietsen. Daarnaast zijn ook nog extra onbewaakte stallingen op de Prinsessesingel en Kleine Beekstraat bijgeplaatst waardoor de totale capaciteit in dit gebied met circa 200 fietsenklemmen is uitgebreid. Naast de uitbreiding van de capaciteit zijn ook de voorzieningen uitgebreid. Zo zijn er in de nieuwe stalling op het Vleesplein speciale plaatsen voor scooters, bakfietsen en zijn er oplaadpunten voor elektrische fietsen. Met deze kwalitatieve en kwantitatieve impuls is de fietsbereikbaarheid van de binnenstad substantieel verbeterd. 4.6.6 Centrumplan Tegelen Wilhelminaplein/Grotestraat In het kader van het Centrumplan Tegelen is het afgelopen decennium het centrum van Tegelen successievelijk heringericht. Het centrale thema daarbij was het terugbrengen van de ‘huiskamer van Tegelen’. In het kader van dit majeur plan is het laatste (en wellicht belangrijkste) deel van de Grotestraat en het Wilhelminaplein opgepakt. Om het autoverkeer ‘terug te dringen’ en meer ruimte te geven aan de voetgangers en fietsers is het Wilhelminaplein autovrij gemaakt en de Grotestraat tussen Staccato en de Sint Martinuskerk heringericht. Het werk is, na voltooiing van de woontorens op het Wilhelminaplein, ter hand genomen. Het geheel is in de zomer opgeleverd. Aanvullende verkeersmaatregelen Na aanleiding van een brief van de Stichting BIZ Tegelen heeft het college op 19 november besloten (reg.nr. 13-15003) een aantal aanvullende verkeersmaatregelen te treffen, te weten: bijplaatsen van extra fietsenklemmen in het centrum van Tegelen; analyseren van de bestaande parkeerroutering in het centrum; naar voren halen van het parkeeronderzoek dat is toegezegd. De overige (verkeers)maatregelen moeten zorgvuldig worden afgewogen. ontsluiting van het parkeerterrein op het Smidseplein via de Grotestraat; instellen van een “blauwe zone” ter voorkoming van langparkeren; het volledig openstellen van de Gasthuisstraat komende vanuit de Grotestraat; verlagen van de maximum snelheid op de Grotestraat (Muldershof-Muntstraat). Deze maatregelen worden, onder regie van de gemeente Venlo, gezamenlijk met een vertegenwoordiging van de ondernemers in Tegelen beoordeeld en overwogen. Op 8 januari jl. is hiervoor een eerste bijeenkomst gehouden. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 48 - 4.7 4.7.1 Overige verkeersprojecten E-laadpalen voor elektrische voertuigen in Venlo Overeenkomstig het luchtkwaliteitsplan wil Venlo het gebruik van alternatieve brandstoffen stimuleren. Daarom is Venlo het afgelopen jaar ingegaan op een vraag van de stichting E-laad om deel te nemen aan een pilot om Elaadpalen te plaatsen in de gemeente. Doel van de pilot is om samen met de netbeheerders kennis en investeringen te bundelen en de invloed van het opladen van elektrische auto’s op het netwerk te onderzoeken. Zo kan ook inzicht in het laadgedrag van e-rijders worden verkregen. Rond de zomer zijn in Venlo 7 oplaadpalen voor elektrische voertuigen geplaatst, met elk twee oplaadpunten: Venlo: Craneveldstraat, Kaldenkerkerweg en Regentessestraat; Blerick: Garnizoenweg en Scholtis Coopmansstraat; Tegelen: Raadhuislaan; Arcen: de Schans. Momenteel wordt een quick scan opgesteld hoe duurzaamheid robuust in het nieuwe GVVP kan worden geïmplementeerd. 4.7.2 Reconstructie Professor Gelissensingel bij Viecuri Door de strenge winters van afgelopen jaren is het asfalt van de Professor Gelissensingel slecht geworden. Daarnaast is het met de opening van de A73 en A74 de nieuwe hoofdroute naar het centrum geworden, waardoor er steeds meer verkeer overheen rijdt. Deze combinatie zorgt ervoor dat de weg dringend toe is aan een nieuwe asfaltlaag. In het kader van werk-met –werk-maken is tegelijk met de nieuwe asfaltlaag ook de afslag naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis aangepast. De weg is over grotere lengte dubbelstrooks gemaakt, waardoor de doorstroming verbeterd is. Tevens is de spoedeisende hulp beter bereikbaar en heeft het verkeer meer ruimte en tijd om in te voegen. Op 5 juli is de Professor Gelissensingel opengesteld voor het verkeer. 4.7.3 Toeristische bewegwijzering De bestaande toeristische bebording in de binnenstad was gedateerd en niet overal juist meer. Om te komen tot een eenduidige bewegwijzering heeft de gemeente in 2013 een nieuw bewegwijzeringsplan opgesteld. Zo is bekeken op welke plekken bewegwijzering een meerwaarde heeft, en welke bestemmingen in aanmerking komen voor bewegwijzering: vrijetijdsbestemmingen, culturele bestemmingen met voldoende bezoekers en non-profit dienstverlening (bibliotheek, gemeentekantoor, VVV, politie). Naast Venlo-centrum wordt ook in de centra van Blerick, Arcen en Steyl de bewegwijzering vernieuwd. In het najaar van 2013 is in Venlo-centrum gestart. De andere gebieden worden gefaseerd uitgevoerd. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 49 - 4.7.4 Uitbreiding betaald parkeren Venlo-Zuid Om de parkeerdruk in Venlo Zuid als gevolg van Crescendo, Nedinsco en het stadskantoor beheersbaar te houden heeft de raad op 28 november 2012 besloten (raadsbesluit 2012-80) om het betaald parkeerregime in Venlo-Zuid uit te breiden. Na ampel beraad met veel belanghebbenden is half april 2013 op de volgende straten betaald parkeren ingevoerd: Dr. Cuypersstraat (Sinselveldstraat-Regentessestraat), Sophiastraat, Sinselveldstraat (Dr. Cuypersstraat-Sophiastraat), Tegelseweg, Walstraat (Dr. Cuypersstraat-Mariastraat), Via Crescendo, Hamelstraat en het Nedinscoplein. Omdat met de uitbreiding van de betaald parkeerzone woon-zorgcomplex Crescendo binnen deze zone valt, heeft het college op 23 april besloten (reg.nr 2013-5536) een pilot op te zetten met extra bezoekersparkeerkaarten voor mantelzorgers. Om voor de mensen die aantoonbaar zorg nodig hebben de bezoekersparkeerregeling te versoepelen, kunnen mantelzorgers tegen een gereduceerd tarief van €0,80 (i.p.v. €1,80) maximaal 200 uur per jaar parkeren. Tevens kunnen mantelzorgers langer parkeren dan de maximaal toegestane 2 uur. Inmiddels is deze pilot met de belanghebbenden geëvalueerd en is geconcludeerd dat er geen gebruik gemaakt is van de extra bezoekersparkeerkaart. Op 8 nov 2013 heeft de raad unaniem de motie ‘Parkeerketenonderzoek en mantelzorgparkeren (M6) aangenomen. Naar aanleiding van deze motie wordt er op dit moment gewerkt aan een voorstel m.b.t. het parkeren van mantelzorgers voor de gehele gemeente Venlo. De uitkomsten hiervan worden in het tweede kwartaal van 2014 aan college en raad voorgelegd. 4.7.5 Extra parkeerplaatsen op Noord Buitensingel Omdat Venlo een piekprobleem kent als het gaat om het parkeren in en om de binnenstad, is (op verzoek van de raad en ondernemers) onderzocht op welke locaties rondom de binnenstad extra parkeercapaciteit kan worden gerealiseerd. Naar aanleiding van deze opdracht zijn er vorig jaar 35 parkeerplaatsen aangelegd langs de St. Urbanusweg. Begin december 2013 is op de plek van de voormalige supermarkt Jan Linders aan de Noord Buitensingel in Venlo een tijdelijk parkeerterrein met 70 parkeerplaatsen aangelegd. Daarmee is de parkeerdruk aan de noordkant van de binnenstad op de zaterdagen en Duitse zondagen (deels) verlaagd. Het nieuwe parkeerterrein is openbaar terrein zonder slagboom, waar vooraf betaald moet worden. Het terrein is van tijdelijke aard in verband met de mogelijkheid tot andere initiatieven op die locatie. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 50 - 5 Studieprojecten 5.1 5.1.1 Rijksprojecten Programma Hoogfrequent Spoor In 2010 heeft het kabinet het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) vastgesteld. Hierbij is het doel dat er in de drukste delen van het land zes intercity’s en zes sprinters per uur per richting (spoorboekloos) rijden, en er meer ruimte komt voor het goederenvervoer. Een megaklus van € 4,4 miljard die in 2020 klaar moet zijn. Voor Venlo is de herroutering van het goederenvervoer het meest interessant. De hoofdopgave is om de Betuweroute optimaal te gebruiken voor doorgaande goederentreinen, en dat de goederentreinen richting Venlo via de Brabantroute blijven rijden. ‘Routering goederenvervoer Zuid-Nederland’ omvat de volgende maatregelen: Zuidwest-boog bij Meteren; Den Bosch – Vught: 4-sporig en vrije kruising; Vrije kruising bij Liempde. Inzet Venlo Bij PHS zet Venlo in op volgende punten: ‘Openhouden’ van de goederenpaden op de Brabantroute voor het groeiende spoorgoederenvervoer tussen de Rotterdamse/Antwerpse haven en Venlo (spoorgoederenknooppunt); Optimale benutting van de Betuweroute opdat doorgaand spoorgoederenvervoer (met evt gevaarlijke stoffen) Venlo niet onnodig belast; (Snelle) realisatie van de zuidwest-boog bij Meteren. In de situatie met de boog bij Meteren is Venlo via de Brabantroute én de Betuweroute bereikbaar en dus minder afhankelijk van de Brabantroute (en dus minder kwetsbaar); Snelle realisatie van de zuidontsluiting van Chemelotterrein zodat vervoer van gevaarlijke stoffen van Chemelot niet meer via Venlo naar Duitsland loopt. Een goede en directe intercity-verbinding naar de Randstad. Bij de beantwoording van vragen over de Fyra heeft de staatssecretaris aangegeven dat de huidige treindienst Den Haag – Venlo wordt vervangen door een treindienst vanaf Den Haag tot Eindhoven. Wel heeft ze aangegeven dat als uitgangspunt is opgenomen dat de treindienst Venlo – Eindhoven opnieuw wordt doorverbonden met een andere intercitydienst, bijvoorbeeld op de extra intercity’s richting Utrecht. 5.1.2 Landelijk Verbeterprogramma Overwegen In het Regeerakkoord VVD-PVDA ‘Bruggen slaan’ van oktober 2012 is opgenomen dat er een verbeterprogramma komt ‘om het aantal overwegincidenten te verminderen’. Met dit zogenaamde Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) wil Min. I&M een meer integrale aanpak waarbij zowel de wegkant als de spoorkant van de spoorwegovergangen meegenomen wordt. Naast de ‘harde kant’ van de overweg zal er aandacht zijn voor meer generieke aspecten zoals gedrag. Innovatie en kosteneffectiviteit zijn daarbij van groot belang. In het najaar van 2013 heeft een eerste afweging / selectie plaatsgevonden. Aan de hand van een wachtrijtool en een overwegenregister van ProRail is een integraal afwegingskader opgesteld. Dit 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 51 - afwegingskader identificeert de overwegen met een relatief hoog verbeterpotentieel (op basis van onveiligheid en/of bereikbaarheid). Momenteel is een eerste conceptlijst bekend. Die wordt nu in overleg met de wegbeheerders verder verfijnd. In eerste instantie zal het programma zich richten op al lopende initiatieven waar op korte termijn verbetermogelijkheden zijn. De uiteindelijke selectie van aan te pakken overwegen hangt af van: risicoprofiel, kosteneffectiviteit en cofinanciering door de decentrale wegbeheerders. Voor de uitvoering van het LVO is binnen de rijksbegroting een bedrag van € 200 miljoen gereserveerd voor de periode 2014 - 2028. Eén van de randvoorwaarden die het Rijk stelt, is een gezamenlijke financiering van deze oplossing door het Rijk en de regio. De provincie coördineert het LVO-programma vanuit Limburg. Inzet Venlo Venlo zet in om de overwegen bij Vierpaardjes en de Groot-Bollerweg hoog op de lijst te krijgen. : Vierpaardjes: door de vier sporen én de nabijheid van het emplacement ondervindt ook hier het auto- en fietsverkeer veel hinder van de spoorwegovergang. Doel is om de spoorwegovergang Vierpaardjes op de lijst van prioritaire projecten te krijgen. Daarmee wordt inhoud gegeven aan de aangenomen motie van de raad ‘Overleg mogelijke bijdrage oplossing Guliksebaan’ dd 30 okt 2013 (reg.nr. 2013-14731). Groot Bollerweg: door de dubbele spoorwegovergang op de Groot-Bollerweg én het direct nabij gelegen emplacement Blerick en de railterminals heeft het wegverkeer veel hinder van het treinverkeer. Doel is om de autobereikbaarheid op de korte termijn te verbeteren, en op de lange termijn de spoorwegovergangen ongelijkvloers te maken. 5.1.3 Nationaal kernnet logistiek: MIRT-onderzoek corridor Rotterdam-Duitsland De logistieke sector draagt substantieel bij aan de Nederlandse economie. Om de internationale toppositie die Nederland op dit vlak heeft te behouden heeft de Topsector Logistiek in haar rapport ‘Partituur naar de top (juni 2011)’ geconcludeerd dat er een gemeenschappelijke visie moet komen: kernnet logistiek. Dit is een visie van bedrijfsleven, havenbedrijven en (regionale) overheden op het netwerk van achterlandverbindingen (weg, spoor, shortsea en binnenvaart) en multimodale overslagpunten. Als uitwerking van het kernnet logistiek is afgesproken dat Min. I&M voor twee corridors in kaart gaat brengen wat de kansen en belemmeringen voor alle modaliteiten van het goederenvervoer (incl. knooppunten) zijn: Rotterdam – Arnhem/Nijmegen – Duitsland; Rotterdam – Brabant – Noord-Limburg – Duitsland. Min. I&M wil deze MIRT-onderzoeken samen uitvoeren met regionale overheden, bedrijven en logistieke spelers op de corridors. De studies sluiten aan bij diverse initiatieven uit de regio’s. Doel is om lopende activiteiten bij elkaar brengen en te versterken, witte vlekken op te sporen en een gezamenlijke agenda te bepalen voor concrete maatregelen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 52 - 5.1.4 Beter Benutten De doelstelling van het rijksprogramma Beter Benutten is: door het beter gebruiken van de bestaande infrastructuur het aantal files in 2014 met 20% te reduceren. Samen met de regionale overheden, investeert Min. I&M ruim € 1,1 miljard in ruim 250 benuttingsmaatregelen voor weg, water en rail. In het voorjaar heeft de minister aangegeven dat het programma Beter Benutten een vervolg krijgt voor de periode 2015 - 2020. Opnieuw op basis van cofinanciering door Rijk en regio samen. Het Rijk heeft daarvoor € 300 mln gereserveerd. Met de ervaringen van de afgelopen twee jaar is een 2013 een aantal gesprekken en bijeenkomsten gehouden. Daaruit is gebleken dat het vervolgprogramma nauw aansluit bij het voorgaande programma. De centrale thema’s zijn: bereikbaarheid & duurzaamheid, innovatie en samenwerking met bedrijfsleven. In het voorjaar van 2014 wordt een advies aan de minister verwacht, waarna zij in samenspraak met de trioleden (regionale bestuurder, een CEO en de minister) besluit over het vervolg. Betekenis Venlo Net zoals in de eerste fase van Beter Benutten is de regio Venlo geen primaire regio van Beter Benutten. Wel hebben de quick scan maatregelen voor de Maaslijn en de rijksbijdrage voor de Greenportbikeway indirect te maken met dit programma. Verder probeert de Provincie nog een aantal logistieke projecten onder dit programma te brengen: bijvoorbeeld Green last Mile. 5.2 5.2.1 Provinciale projecten Maaslijn In het kader van Quick Scan Markt- en Capaciteitsanalyse 2008, de railagenda Limburg 2012 en de beoogde elektrificatie en verdubbeling van de Maaslijn voert de Provincie Limburg diverse analyses uit van de mogelijkheden van de Maaslijn en de effecten van verschillende niveaus van investeringen daarop. Afgelopen jaar zijn diverse studies verricht. Op basis van deze studies worden de volgende onderdelen overwogen voor de 1ste fase ambitie Maaslijn: Korte termijn verbetermaatregelen t.b.v. robuustheid van de dienstregeling; Elektrificatie van de Maaslijn; Station Grubbenvorst. Dit totale pakket maatregelen vraagt om een investering van € 175 mln (+/- 40 %). Korte termijn verbetermaatregelen ProRail heeft een uitgebreide studie gedaan naar maatregelenpakket om de meest dringende knelpunten op de Maaslijn aan te pakken. Met de volgende maatregelen kan een meer robuuste en betrouwbare dienstregeling worden uitgevoerd: Aanpassen van bogen én beveiliging op de trajecten Nijmegen – Cuijk, Venlo – Venray en Reuver – Roermond waardoor treinen sneller kunnen rijden; Snelheidsverhoging bij het in- en uitrijden van station Nijmegen; Spoorverdubbelingen noordzijde Cuijk, zuidzijde Venray en op traject Swalmen-Reuver; twee ongelijkvloerse spoorkruisingen in Cuijk en Reuver als gevolg van de spoorverdubbelingen ter plaatse. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 53 - De totale (geraamde) kosten ad € 57 mln overschrijden het beschikbare budget ad € 35 mln royaal. Dit wordt met name veroorzaakt door de twee ongelijkvloerse kruisingen (ca. 23 € mln). Onderzocht wordt of dat de ongelijkvloerse kruisingen goedkoper kunnen worden uitgevoerd. Elektrificatie van de Maaslijn Elektrische treinen zijn goedkoper dan dieseltreinen. De onderhouds- en aanschafkosten van materieel zijn lager. Ook zijn er voordelen op het gebied van rijtijdwinst, betrouwbaarheid en milieu. Met name door het rijden met elektrische tractie wordt de uitstoot van CO2 ongeveer gehalveerd. Voor de elektrificatie van de Maaslijn is een SSKraming opgesteld. Op basis van deze kostenraming zijn de investeringskosten geraamd op circa € 110 mln (+/- 40%). In de raming zitten niet de kosten voor elektrificatie van de extra stukken spoor die voortkomen uit de versnellingsmaatregelen en de dubbelsporigheid tussen Venray and Meerlo om een station Grubbenvorst te realiseren. In het meest wenselijke scenario is de elektrificatie naar verwachting eind 2018 gereed. Voor de periode tussen het eind van de OV-concessie (december 2016) tot eind 2018 dient een tussenoplossing te worden gezocht om te kunnen rijden met dieseltreinen. In het voorjaar is een quick-scan Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) naar de elektrificatie uitgevoerd. De belangrijkste conclusies zijn: de baten-kostenverhouding ligt tussen de 0,6 en 0,9, waarbij de exprestrein ArnhemMaastricht het hoogst scoort. de MKBA score is gebaseerd op kosten en baten die direct gerelateerd zijn aan de concessie. Bij een eventuele voorfinanciering wordt de investering (deels) terugverdiend. de baten-kostenverhouding is redelijk positief in vergelijking met andere OV-projecten; de baten-kostenverhouding voor elektrificatie ligt (iets) lager dan bij vergelijkbare quick-scan studies voor elektrificatie tussen Zwolle – Kampen en Zwolle – Enschede. de baten-kostenverhouding neemt toe bij stijging van de dieselprijzen, hetgeen een denkbaar scenario is; elektrificatie is het meest kansrijk bij aanschaf van nieuw materieel bij het begin van een nieuwe OV-concessie. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 54 - Station Grubbenvorst – Greenport Venlo Voor een evt. opening van station Grubbenvorst is extra spoorinfra noodzakelijk. Voor het inpassen in de dienstregeling is het noodzakelijk om de treindienst tussen Venray en Venlo te versnellen. Dit is te realiseren door ca. 7 km dubbelspoor aan te leggen tussen Venray en Meerlo-Tienray. De opening van station Grubbenvorst-Greenport Venlo leidt tot extra en ook nieuwe reizigers. De hoeveelheid is sterk afhankelijk van de wijze waarop het station wordt aangesloten op Klavertje 4 (Greenport Venlo). Dit is onderdeel van de mobiliteitsstudie Klavertje 4. In het multi-modaal model Limburg dat momenteel wordt opgesteld, is een variant opgenomen met station Grubbenvorst-Greenport om de vervoerwaarde van het station vast te stellen. BO-MIRT In het bestuurlijk overleg over het MIRT op 14 november zijn de volgende afspraken gemaakt: de provincies Limburg, Brabant en Gelderland hebben grote ambities om het vervoer voor de reiziger over de Maaslijn aantrekkelijker te maken. Min. I&M geeft dat een stapsgewijze en realistische aanpak van belang is. Daarom dienen eerst de maatregelen uit de Quick Scan Decentraal Spoor uit 2008 te worden gerealiseerd; de maatregelen voldoen, in het kader van Beter Benutten, niet aan de criteria voor kosteneffectiviteit. De maatregelen worden nog eens goed onder de loep te nemen om zo mogelijk de kosten te verlagen of de opbrengsten te verhogen; Voor elektrificatie zijn de financiële mogelijkheden vanuit Min. I&M zeer beperkt. In de periode tot februari 2014 zal wel gezamenlijk naar de mogelijkheden voor “vergroening”, inclusief de mogelijkheden voor de provincie om deze te elektrificeren, worden gekeken. De uitkomsten zullen worden besproken in een bestuurlijk overleg in februari 2014 5.3 5.3.1 Regionale projecten Rock Eindhoven-Düsseldorf Regions of Connected Knowledge (RoCK) is het Interreg IVb-project dat onderzoek doet naar het verbinden van internationale kennisregio's. Het doel van het project is om het spoornetwerk te completeren en met verbeterde treinverbindingen de economische ontwikkeling in de regio te stimuleren. In dit project streeft Venlo naar een goede intercityverbinding van (Brainport) Eindhoven naar het HST-netwerk in Düsseldorf-(flughafen). De gemeente Eindhoven is trekker van dit project dat € 5,9 mln subsidie krijgt van EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling). Naast Eindhoven participeren Venlo, Mönchengladbach en Düsseldorf financieel en ondersteunen de provincies NoordBrabant en Limburg, NS-Reizigers en ProRail het project. In 2013 zijn de volgende relevante dingen gebeurd: 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 55 - Bundesverkehrswegeplan (BVWP) De resultaten van de maatschappelijke kosten-baten-analyse (MKBA) zijn eind 2012 doorgeleid naar het Verkehrsministerium van Nordrhein-Westfalen ter voorbereiding op het BVWP. In het voorjaar van 2013 heeft NRW de resultaten van de MKBA toegestuurd aan het BundesVerkehrsMinisterium met het verzoek dit opnemen in het BundesVerkehrsWegePlan 2015. Daarbij NRW heeft het project aangemeld als een prioriteit 2-project inclusief het (oorspronkelijke) tracédeel Rheydt-Odenkirchen opgevoerd. Onderzoek VRR/SMA: versnellen RE13 In reactie op de MKBA heeft de Duitse vervoersautoriteit van de RE13 VRR aangegeven dat op het bestaande enkelspoor tussen Kaldenkirchen en Dülken geen extra trein in te plannen is. Bovendien is doortrekken van de RE13 naar Eindhoven economisch onhaalbaar, omdat dan de gehele ‘vloot’ vervangen moeten worden door bicourant materieel. Dit vergt een te grote financiële investering. VRR stelt derhalve dat er voor de korte termijn (met enkelspoor) nog maar een optie denkbaar is: het versnellen van de bestaande IC tussen Eindhoven en Venlo inclusief een directe overstap in Venlo. Eind oktober 2013 heeft VRR samen met SMA een onderzoek afgerond naar versnellingsmogelijkheden aan Duitse zijde. De resultaten zijn: Vanuit Duits perspectief is optimalisatie van de aansluiting in Venlo mogelijk De RE13 kan met 3 minuten worden versneld door een kortere haltetijd in M’gladbach Hbf. Hiervoor moet: o de aansluitende RE42 uit Duisburg worden versneld om in Viersen de aansluiting te garanderen (uitnutten van resttijd, kortere overstaptijden); o de aansluitende RE8 worden versneld om in M’gladbach de aansluiting naar Köln te garanderen (uitnutten van resttijd, kortere overstaptijden); Voorwaarde voor een directe aansluiting in Venlo is dat de IC (Den Haag)-Eindhoven–Venlo 7-8 minuten versneld moet worden. Bestuurlijk MIRT-overleg In het bestuurlijk overleg inzake het MIRT zijn op 14 november de volgende afspraken gemaakt: Min. I&M betrekt de regio Brabant actief bij het proces rondom de aanleg van het 3e spoor Betuweroute, met name waar het de extra belasting van de Brabantroute betreft; Min. I&M en regio Brabant verzoeken NS om in overleg met het Duitse VRR na te gaan wat de mogelijkheden zijn om de treinverbinding tussen Eindhoven – Düsseldorf te versnellen; Min. I&M en regio Brabant brengen de spoorverdubbeling tussen Kaldenkirchen en Dülken actief onder de aandacht van het Bundesministerium met als inzet om in 2015 duidelijkheid te krijgen over de termijn waarop de spoorverdubbeling van dit baanvak wordt gerealiseerd; Min I&M en regio zullen gezamenlijk de maatregelen verkennen om tijdens de aanleg van het 3e spoor meer goederenvervoer over Venlo mogelijk te maken; 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 56 - De Staatsecretaris zal gesteund door Noord Brabant en Limburg het belang van de spoorverdubbeling onder de aandacht van de Duitse coalitieonderhandelaars brengen. Coalitieverdrag CDU/CSU/SPD In het nieuwe coalitieverdrag tussen CDU, CSU en SPD van eind november is het volgende opgenomen: „Für besonders dringende und schnell umzusetzende überregional bedeutsame Vorhaben wird im neuen BVWP und in den Ausbaugesetzen für die Verkehrsträger Schiene, Straße und Wasserstraße ein „nationales Prioritätenkonzept“ definiert. In diese Projekte sollen künftig als Zielgröße 80 Prozent der Mittel für den Neu- und Ausbau fließen. Dazu gehören der Ausbau hoch belasteter Knoten, Seehafenhinterlandanbindungen und Hauptachsen, die Schließung wichtiger überregional bedeutsamer Netzlücken sowie die Einbindung transeuropäischer und in völkerrechtlichen Verträgen vereinbarter Verkehrsachsen.“ Dit verhoogt de kansen voor spoedige positieve besluitvorming over de spoorverdubbeling. Planning In verband met het aanleggen van het 3e spoor tussen Emmerich en Oberhausen (en het omleiden van een deel van het goederenvervoer via Venlo) is de spoorverdubbeling Kaldenkirchen-Dülken nauwelijks/niet te verwachten voor 2023. Daarom wordt de lobby vooral gericht op het bespoedigen van de besluitvorming in Duitsland, en wordt de inhoudelijke focus vooral gelegd op het inplannen van een treindienst uitgaande van het enkel spoor. Onderzoek NS: verbeteren internationale trein Min. I&M heeft NS een ‘zware inspanningsverplichting’ gegeven om de eerstvolgende HSL-stations net over de grens (Aken, Luik, Düsseldorf, Antwerpen) mee te nemen in de nieuwe HRN-concessie 2015-2025. NS onderzoekt momenteel wat de mogelijkheden om de internationale trein te verbeteren op het enkelspoor. Daarbij worden diverse alternatieven onderzocht: een trein uit de richting Amsterdam in Eindhoven splitsen en naar Venlo doortrekken; versnellen van de IC Eindhoven-Venlo en het inplannen van een extra stoptrein tussen Eindhoven en Venlo; aparte trein tussen Eindhoven en Venlo inplannen. Uiterlijk 1 april 2014 moet NS dit plan van aanpak voorleggen aan Min. I&M. Inzet Venlo De verdubbeling van het enkelspoor Kaldenkirchen - Dülken alsmede de intercityverbinding naar Düsseldorf heeft topprioriteit voor de gemeente Venlo. De inzet is hierbij tweeledig: Lobby bij Min. I&M en Duitse rijksoverheid om het dubbelspoor zo snel mogelijk gerealiseerd te krijgen; Lobby bij NS en Min. I&M om tot aan het moment van spoorverdubbeling een (internationale) treinverbinding te krijgen tussen Eindhoven en Dusseldorf (met een verbeterde overstap in Venlo). 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 57 - 5.3.2 Mobiliteitsplan Klavertje 4 De uitdagingen in /voor het Klavertje 4-gebied in de nabije toekomst zijn groot. Het gebied is volop in ontwikkeling, en deze ontwikkelingen gaan de komende jaren door. Een robuust mobiliteitssysteem moet deze ambitieuze ruimtelijke en economische ontwikkelingen in Noord-Limburg ondersteunen en faciliteren. Om die reden heeft DCGV als regisseur van het Klavertje 4-gebied, in het voorjaar 2013 aangegeven, een mobiliteitsplan voor Klavertje 4 te willen opstellen. Een plan dat moet aansluiten bij de vigerende plannen van Rijk, Provincie, regio en omliggende gemeenten, maar dat met name de ‘witte vlekken’ tussen deze plannen moet invullen. In de zomer is het plan van aanpak opgesteld. Hierbij wordt de SUMP-methodiek gevolgd: Sustainable Urban Mobility Plan. Een tool, die door de Europese Commissie is opgesteld, om mobiliteitsplannen op een duurzame wijze te realiseren. Kenmerkend items hierbij zijn: stakeholders worden betrokken; een integrale benadering tussen de verschillende beleidssectoren en andere overheden; focus op het bereiken van haalbare en meetbare doelen; helder in beeld brengen van kosten en baten en externe effecten; doorlopen van de gehele beleidscyclus van analyse huidige situatie, monitoring tot evaluatie. Eind 2013 is een eerste concept-versie opgeleverd. De opmerkingen worden momenteel verwerkt in een eindversie. Deze zal naar verwachting in februari/maart (na bestuurlijke vrijgave) aan B&W en gemeenteraden van betrokken gemeenten worden voorgelegd. 5.4 5.4.1 Gemeentelijke projecten Parkeren spoorzone Bij de presentatie van de GVVP-jaarschijf 2012 is (bij de besluitvorming rondom de parkeergarage Julianapark) aan de gemeenteraad toegezegd dat er een onderzoek zou komen naar mogelijkheden om de bestaande parkeercapaciteit (in de piekperioden) uit te breiden. In 2012 is een verkenning uitgevoerd naar de uitbreidingsmogelijkheden van het bestaande parkeerareaal rondom het centrum van Venlo. Als uitvloeisel daarvan zijn in 2012/2013 op de St. Urbanusweg en Noord-Buitensingel ruim 100 parkeerplaatsen gerealiseerd. Een van de opties aan de zuidzijde van het centrum was een uitbreiding op de spoorzone. In vervolg op de onderhandelingen in 2012 zijn ook in 2013 weer diverse gesprekken gevoerd met ProRail. De laatste stand van zaken is dat ProRail, als grondeigenaar van het emplacement, akkoord is met de verkoop. Zij hebben daarbij echter wel een forse taxatieprijs bij de gemeente neergelegd. Daarnaast wil ProRail dat de gemeente ook nog de asfaltverharding voor een nieuwe laad- en losplaats voor diepladers bekostigt, omdat deze verplaatst moet worden door de nieuwe parkeerplaats. Momenteel worden exploitatieberekeningen gemaakt voor een parkeerterrein met ca. 175 plaatsen. Hieruit moet blijken wat de kosten van verwerving en aanleg zijn, en hoe lang het duurt totdat we de investering hebben terugverdiend. Het streven is om, indien overeenstemming wordt bereikt met Prorail over de aankoop, medio 2014 het parkeerterrein te openen. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 58 - 5.4.2 Fietsen langs de Maas Op 30 juni 2010 heeft de raad van Venlo de motie ‘fietsen langs de Maas’ aangenomen (reg.nr. 2010-16470). Hierin heeft de raad o.a. te kennen gegeven dat ze een fietspad wil langs de Maas. In vervolg op de reeds lopende fietsprojecten langs de Maas heeft een stagiair de ontbrekende fietsschakels op de oostoever geïnventariseerd: 1. Arcen-noord Ten noorden van Arcen moeten twee onverharde paden worden opgewaardeerd: Merkelsteeg en het pad noordelijk van het veer. 2. Lomm-Arcen Tussen het veer in Lomm en de Burg. Linderspromenade in Arcen moet een fietspad worden aangelegd; deels over een bestaand onverhard wandelpad, deels een nieuw pad langs de bosrand. 3. Velden-Lomm: Hasselt-Voort Een gedeelte van de Voort is afgesloten vanwege afgravingen door Rijkswaterstaat 4. Venlo-Velden: Valuas-Veerweg Ten noorden van Valuas gaat het verharde pad over in een onverhard pad, en ter hoogte van de A67 ontbreekt het pad volledig tot aan de Maasweg in Velden. Tot aan de Veerweg moet het fietspad opgewaardeerd worden. 5. Steyl: veerpont-Maasveld Ter hoogte van het klooster in Steyl ontbreekt een fietspad. Hier moet een ‘karrenspoor’ door de uiterwaarden worden opgewaardeerd tot fietspad. 6. Belfeld: stuw Bij de stuw moet de fietser om de kraanbaan heen fietsen. Deze omweg via de Rijksweg is niet comfortabel. Rijkswaterstaat staat vooralsnog niet toe om de kraanbaan te kruisen 7. Belfeld: Rijksweg-Aan de stuw Ten zuiden van ‘Maaszicht’ ontbreekt een schakel van ca. 600 m. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 59 - De belangrijkste conclusies van het rapport zijn: de fietsroute op de oostoever van de Maas is 27 km lang. Daarin ontbreken 7 schakels; bijna 5 km fietspad is onverhard, en over een lengte van bijna 6 km ontbreekt een fietspad. een aantal deeltrajecten kan mogelijk meeliften in lopende initiatieven: bochtverbreding Steyl, snelfietsroute Sittard- Roermond- Venlo en afgraving Lomm; er zijn voldoende rustplekken aanwezig; de kosten voor de aanleg van de ontbrekende 10,8 km fietspad zijn op basis van kengetallen grof ingeschat. Uitgaande van een 3 m brede asfaltverharding over een lengte van 10,8 km worden de kosten geraamd op bijna € 2,0 mln. Dit is exclusief bijzonderheden zoals kunstwerken, grondaankoop e.d; Uw raad is in februari 2014 uitgebreid geïnformeerd over de studie resultaat middels een RIB. 5.4.3 Bochtverbreding Maas, Steyl Een deelproject van ‘fietsen langs de Maas’ dat zich nu aandient is de bochtverbreding in Steyl. Rijkswaterstaat heeft plannen om de Maas ter hoogte van het klooster te verbreden. Zo wordt het overzicht in de bocht van de Maas voor binnenvaartschepen beter, en wordt ruimte gemaakt voor de rivier in geval van hoogwater. Over dit stukje oever loopt nu een onverhard pad dat regelmatig door (recreatieve) fietsers en wandelaars gebruikt wordt. Voor de afgraafwerkzaamheden heeft Rijkswaterstaat een strook met tijdelijke verharding nodig voor het bouwverkeer. Momenteel wordt onderzocht of dat na afloop van de werkzaamheden de tijdelijke bouwweg in te richten is als verhard fietspad. Probleem hierbij is dat ter plaatse van het geprojecteerde fietspad belangrijke kabels en leidingen lopen, en dat de dijk ter plaatse verzwaard moet worden met een dikkere kleifundering. Hiervoor wordt momenteel overleg gevoerd met het waterschap en Rijkswaterstaat. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 60 - 6 Jaarschijf 2014 6.1 Projecten Verkeersmanagement N271 Velden-Lomm Verkeersmaatregelen wijk- en dorpzaken 60 km/u-buitengebied GreenportRing: Celsiusweg, Marconistr fietsroutes: primaire routes, langs Maas, Venlo-Tegelen, fietsklemmen studie + voorbereiding TOTAAL DEKKING € 500.000 € 110.000 € 15.000 € 200.000 € 400.000 € 277.500 € 126.500 € 300.000 € 250.000 € 140.000 TOTAAL KOSTEN BDU indexering aanbestedingsmeevaller A73 (ViaLimburg) restant GVVP jaarschijf 2010 restant GVVP jaarschijf 2009 restant amendement begroting '13-'15: 922 b GVVP (rv 2012-44) GVVP jaarschijf 2014 Uitgaande van het beschikbare budget in de programmabegroting 2014-2017 wordt voor 2014 het volgende GVVP-programma (incl. dekking) voorgesteld: € 100.000 € 926.500 € 500.000 € 140.000 € 200.000 € 500.000 € 222.500 € 500.000 € 125.000 € 8.500 € 8.500 € 500.000 € 1.011.000 € 140.000 € 125.000 € 126.500 € 872.500 € 2.775.000 Het bedrag ad € 2.775.000,- (incl. VAT en bouwrente, excl. BTW) is taakstellend. De financiële onderverdeling over de projecten is nog indicatief en wordt bij de verdere uitwerking in 2014 definitief. De financiële consequenties van deze jaarschijf worden meegenomen in de reguliere P&C-cyclus. Hieruit blijkt dat er geen extra beslag wordt gelegd op de gemeentelijke middelen. Naast bovenstaande projecten zal de uitvoering van het GVVP meeliften met de uitvoering van een aantal majeure projecten, zoals de Stadskantoor, Klavertje 4 en het Kazernekwartier. Verder is voor 2014, conform motie (M6) van de raad (dd 8 nov 2013) een ‘Parkeerketenonderzoek en mantelzorgparkeren voorzien. Verder wordt een studie naar 60 km/u-zonering in het buitengebied uitgevoerd. Hiervoor zijn geen extra kosten voorzien. 6.2 Procesgang Om er voor te zorgen dat de GVVP-jaarschijf een weloverwogen en gedragen voorstel is, is het bovenstaande verkeersprogramma begin februari opiniërend besproken met de externe GVVP-klankbordgroep. Het verslag van dit overleg is separaat aan de raad toegezonden. Om goede wensen adequaat en concreet uit te kunnen voeren is een apart budget opgenomen voor verkeersmaatregelen in de wijk/dorp. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 61 - 7 Doorkijk 2015 7.1 Projecten Voor 2015 worden de volgende projecten beoogd. Hiermee is een globale investeringsopgave van € 1,6 mln gemoeid, dat volledig gefinancierd kan worden uit de programmabegroting 2014-2017 (GVVP) Project Verkeersmanagement (incl flankerend beleid) N271-Lomm-Velden Roermondseweg-Terracottalaan Fietsruggengraat, -schakels + -stallingen Totale kosten 2015 0.50 0.50 0.40 0.20 1.60 Om de vastgestelde GVVP-ambities voor 2016 en 2017 waar te kunnen maken, zullen we bij de kadernota 2014 een voorstel indienen. 7.2 Procesgang Ook de projectendoorkijk voor 2015 is begin februari opiniërend besproken met de stakeholders. Daar waar mogelijk en noodzakelijk worden de maatschappelijke en politieke wensen en/ opmerkingen meegenomen in de verkeersprogramma’s van de komende jaren. 26 februari 2014 Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015 - 63 -
© Copyright 2025 ExpyDoc