14-913 - Gemeente Venlo

RAADSVOORSTEL 2014-20
UITVOERINGSPROGRAMMA GVVP
 Evaluatie jaarschijf 2013
 Projecten jaarschijf 2014
26 februari 2014
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
-1-
Inhoudsopgave
3 1
INLEIDING ............................................................................................................. 5
1.1 Ruimtelijke kaders ........................................................................................... 5
1.2 Samenhang GVVP .......................................................................................... 7
1.3 Relatie P&C-cyclus en GVVP-meerjarenprogramma en -jaarschijven ............ 8
1.4 Opbouw notitie ................................................................................................. 8
2
EXTERNE BELEIDSONTWIKKELINGEN ............................................................ 9 2.1 Europa ............................................................................................................. 9
2.2 Rijk ................................................................................................................. 10
2.3 Provincie ........................................................................................................ 14
2.4 Regio Noord-Limburg .................................................................................... 23
3
ONTWIKKELING MOBILITEIT ........................................................................... 25
3.1 Beleidscyclus ................................................................................................. 25
3.2 Doelstellingen verkeersbeleid ........................................................................ 26
3.3 Monitoring ontwikkeling verkeer .................................................................... 27
4
UITVOERINGSPROJECTEN .............................................................................. 33
4.1 Rijksprojecten ................................................................................................ 33
4.2 Provinciale projecten ..................................................................................... 35
4.3 GVVP: projecten jaarschijf 2011 .................................................................... 36
4.4 GVVP: projecten jaarschijf 2012 .................................................................... 38
4.5 GVVP: projecten jaarschijf 2013 .................................................................... 41
4.6 Verkeersprojecten majeure plannen .............................................................. 46
4.7 Overige verkeersprojecten ............................................................................. 49
5
STUDIEPROJECTEN .......................................................................................... 51
5.1 Rijksprojecten ................................................................................................ 51
5.2 Provinciale projecten ..................................................................................... 53
5.3 Regionale projecten ....................................................................................... 55
5.4 Gemeentelijke projecten ................................................................................ 58
6
JAARSCHIJF 2014 ............................................................................................. 61
6.1 Projecten ........................................................................................................ 61
6.2 Procesgang .................................................................................................... 61
7
DOORKIJK 2015 ................................................................................................. 63
7.1 Projecten ........................................................................................................ 63
7.2 Procesgang .................................................................................................... 63
:
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
-3-
1
Inleiding
In juli 2005 heeft de gemeenteraad van Venlo de hoofdnota van het Gemeentelijk Verkeers- en
Vervoersplan 2005-2015 (GVVP) vastgesteld. Daaropvolgend zijn in mei 2007 de deelnota’s
Bereikbaarheid en Parkeren, Fiets en Veiligheid alsmede het projectenprogramma vastgesteld. In
maart 2013 heeft uw raad de deelnota Dynamisch VerkeersManagement vastgesteld.
Als uitwerking en prioritering van het projectenprogramma heeft de raad in maart 2013 bij de
behandeling van de kadernota het meerjarenprogramma voor 2014 en 2015 aangenomen. Om deze
projecten op een adequate en voortvarende wijze uit te kunnen voeren heeft de raad besloten te
werken met een systeem van ‘jaarschijven’. Bij de behandeling van het Uitvoeringsprogramma GVVP
(raadsbesluit 2013-25 d.d. 27 maart 2013) heeft de raad de jaarschijf 2013 vastgesteld. Daarna is de
uitvoering van deze projecten adequaat ter hand genomen.
In onderhavig Uitvoeringsprogramma GVVP wordt teruggekeken op de verkeersprojecten van 2013
(evaluatie jaarschijf 2013), de jaarschijf 2014 ter besluitvorming voorgelegd én een doorkijk naar 2015
gegeven.
1.1
Ruimtelijke kaders
Strategische visie Venlo 2030 en raadsprogramma’s
In de gemeente Venlo is veel tegelijkertijd in ontwikkeling. Een goede onderlinge afstemming is derhalve van groot belang. Aanhaking van het GVVP bij de vigerende visies en beleidskaders zal leiden
tot verknoping van het verkeerskundige beleid en projecten op de ruimtelijk-economische ontwikkelingen (en omgekeerd). Dit komt ten goede aan het functioneren van de stad.
Bovenaan de beleidspiramide staat de integrale ‘Regiovisie. Die is verder uitgewerkt in visies en
beleidskaders. Het binnenstedelijk GVVP (incl. uitvoeringsprogramma’s en jaarschijven) maakt
onderdeel uit van de ruimtelijk economische structuurvisie.
GVVP
GVVP
jaarschijf
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
-5-
Ruimtelijke structuurvisie
De gemeente Venlo stelt momenteel een ruimtelijke structuurvisie op. Naast een wettelijke verplichting, is de structuurvisie een ruimtelijk strategisch beleidsdocument dat de vertaling is van de
ambities van Visie 2030, raadsprogramma’s en collegeprogramma naar een integraal ruimtelijk kader.
De structuurvisie geeft de richting aan waarin Venlo zich ruimtelijk wil ontwikkelen, waarbij voor
iedereen in algemene zin duidelijk is welke ruimtelijke kaders gelden en of initiatieven hierbinnen
passen.
Het beleid van het GVVP sluit, als nadere uitwerking op het gebied van verkeer en vervoer, ‘naadloos’
aan op de hoofdlijnen van de (concept) ruimtelijke structuurvisie. De belangrijkste punten zijn:
 Scheiden van lokaal en interlokaal verkeer.
Voorkomen van congestie op het lokale wegennet als
gevolg van toenemende druk op het rijkswegennet.
Anderzijds dient het Rijkswegennet zoveel mogelijk
gevrijwaard te blijven van overbelasting door lokaal
verkeer.
 Schoon, stil en veilig mobiliteitssysteem.
Venlo wil investeren in een robuust fietsnetwerk
(utilitair en recreatief). Verder willen we naast openbaar vervoer ook schoon en stil combinatievervoer.
stimuleren .
 Bereikbare binnenstad en werklocaties.
Venlo wil voorkomen dat de bereikbaarheid van de
binnenstad verslechterd. Ook een goede bereikbaarheid van de grote werklocaties is als ‘logistieke
hotspot’ zeer belangrijk.
Initiatieven en infrastructurele ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan bovenstaande doelstellingen krijgen de ruimte.
Hierbij wordt gedacht aan bij voorbeeld:
 Dynamisch verkeersmanagement;
 P&R-faciliteiten nabij de binnenstad;
 versterken van de relatie binnenstad-Klavertje 4;
 robuust maken van de GreenportRing;
 tweede autoverbinding tussen Tegelen en Venlo;
 vergroten van de robuustheid van de hoofdwegenstructuur om Venlo;
 fietsbrug over de Maas tussen Venlo-Noord en Klavertje 4;
 elektrificatie en partiële verdubbeling van de Maaslijn;
 intercityverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf;
 extra overslagcapaciteit bij de rail- en bargeterminal/haven.
Deze initiatieven kunnen/zullen de komende periode niet allemaal gerealiseerd worden, al is het maar
vanwege financiële haalbaarheid. In een aantal gevallen moet onderzoek worden verricht naar de
impact en haalbaarheid.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
-6-
1.2
Samenhang GVVP
De samenhang tussen het GVVP, de deelnota’s, het meerjarenuitvoeringsprogramma en de jaarschijven is in onderstaand figuur weergegeven. Dit systeem van meerjarenuitvoeringsprogramma en
jaarschijven dient meerdere doelen. Het biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om:
 Het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid te operationaliseren (en zo nodig bij te stellen);
 Op hoofdlijnen te sturen. De gemeenteraad bepaalt de prioritering van de 300 projecten;
 Dynamisch op ontwikkelingen in te spelen. Jaarlijks stelt de raad de prioritering vast;
 Efficiënt te werk te gaan. De gemeenteraad stelt in één keer (in het begin van het jaar) de
projecten en bijbehorende budgetten vast. Bij grote en politiek gevoelige projecten wordt de
gemeenteraad vaker geïnformeerd c.q. geconsulteerd.
Het is een cyclisch proces met een gesloten beleidscyclus: het (uit)gevoerde beleid wordt jaarlijks
geëvalueerd en gemonitord. Mede aan de hand daarvan worden nieuwe beleidsvoorstellen gedaan
dan wel worden de beleidsdoelen bijgesteld (zie ook hoofdstuk 2).
Nieuw is de deelnota over dynamisch verkeersmanagement. Deze nota is een nadere uitwerking van
de hoofdnota GVVP op het gebied van benutten van het huidig wegennet.
Verkenningennota
Perspectievennota
HOOFDNOTA GVVP
Verkeerplan
Deelnota
Deelnota
Arcen,
Lomm,
Velden
Dyn.
VerkeersManagement
Fiets
Deelnota
Deelnota
Verkeersveiligheid
Bereikbaarheid en
Parkeren
Projectenprogramma 2007-2020
Evaluatie
Uitvoeringsprogramma
Jaarschijf
2013
Meerjarenuitvoeringsprogramma 2014-2015
Jaarschijf 2013 / 2014
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
-7-
1.3
Relatie P&C-cyclus en GVVP-meerjarenprogramma en -jaarschijven
In onderstaand figuur is de afstemming tussen de P&C-cyclus en het GVVP-meerjarenprogramma en
jaarschijf weergegeven.
In onderhavige ‘Evaluatie jaarschijf 2013’ wordt verantwoording afgelegd over de voortgang van de
projecten in 2013, en worden de uitvoeringsprojecten voor 2014 en een doorkijk voor 2015 gepresenteerd.
P&C-cyclus
Jan
Programmarekening 2013
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Kadernota 2015-2018
Voortgangsrapportage 2014
Programmabegroting 2015
1.4
GVVP
Evaluatie jaarschijf 2013. Voorstel 2014 en
doorkijk 2015 bespreken met klankbordgroep
Presenteren doorkijk 2015 aan raad
Voorstel projecten GVVP-projecten 2015-2018
Rapporteren van evt. afwijkingen
Vaststellen jaarschijf 2015
Opbouw notitie
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de externe beleidsontwikkelingen. Hierin worden de strategische
dossiers van het Rijk en Provincie in 2013 belicht.
Hoofdstuk 3 gaat in op de (autonome) ontwikkelingen van mobiliteit in Venlo.
In hoofdstuk 4 worden alle uitvoeringsprojecten belicht. Achtereenvolgend wordt ingegaan op de
projecten van jaarschijf 2013 (incl. resterende projecten jaarschijf 2011+2012) en de verkeersprojecten van de majeure plannen.
Hoofdstuk 5 gaat in op de studieprojecten. Hierin worden de resultaten van studieprojecten van het
Rijk, provincie en gemeente in 2013 belicht.
Hoofdstuk 6 bevat een voorstel voor de projecten van 2014.
Hoofdstuk 7 geeft een doorkijk op de projecten voor 2015.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
-8-
2
Externe beleidsontwikkelingen
2.1
Europa
2.1.1
Transeuropees netwerk Transport (Ten-T)
Na jarenlange voorbereiding hebben op 30 juni 2013 de EU-Commissie, EU-Raad en EU-Parlement
een akkoord bereikt over het Transeuropees netwerk voor Transport (Ten-T). Dit Ten-T voorziet in
één geïntegreerd multimodaal vervoersnetwerk dat zorgt voor een verschuiving van passagiers en
goederen van de weg naar spoor, water en lucht.
Het Ten-T bestaat uit twee lagen: kernnet én uitgebreid net. De infra rondom Venlo is hoofdzakelijk
op het uitgebreide netwerk opgenomen: Alleen de A67 en Maas maken deel uit van het kernnet.
Weg
Kernnet
 A67
Spoor
Water

Maas
Uitgebreid net
 A73-noord
 A74
 Eindhoven-D’dorf
 railterminal
 haven
Het kernnet moet in 2030 klaar zijn. Om de bestaande lappendeken van Europese wegen, spoorwegen, luchthavens en kanalen om te vormen tot een sluitend vervoersnetwerk heeft de Europese
Commissie medio oktober een nieuw infrastructuurbeleid met daarin het kernnetwerk vastgesteld.
Om het kernnetwerk te realiseren zijn 9 vervoerscorridors vastgelegd, waarvan 3 in Nederland:
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
-9-



Warschau-Berlijn-Randstad-Felixstowe;
Genua-Rotterdam;
Amsterdam-Basel/Lyon-Marseille.
Inzet Venlo
De inzet van Venlo richt zich, als toegevoegde
waarde voor Nederland en Europa, op drie punten:
 verdubbelen van het grensoverschrijdende
spoor Kaldenkirchen-Dülken;
 realisatie van de railterminal TPN;
 vergroting van de haven/bargeterminal.
In januari is een aanvraag ingediend voor de studie-fase van de railterminal. In juli is dit gehonoreerd
met een financiële toezegging van € 681.000,-.
2.2
2.2.1
Rijk
Bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur + Transport (BO-MIRT)
Op 14 november 2013 heeft het jaarlijkse overleg van de Minister van I&M met de regio over het
MIRT plaatsgevonden. De belangrijkste besluitpunten voor (de regio) Venlo zijn:
Spoorverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf
 Min. I&M en regio zullen gezamenlijk de maatregelen verkennen om tijdens de aanleg van het
3e spoor Emmerich-Oberhausen meer goederenvervoer over Venlo mogelijk te maken.
 Min. I&M zal gezamenlijk met de regio het belang van spoorverdubbeling tussen Kaldenkirchen en Dülken onder de aandacht van het Bundesministerium brengen.
Railagenda
Vóór het BO MIRT wordt een bestuurlijk overleg spoor Noord-Brabant/Limburg gehouden waarbij NS
en ProRail aansluiten.
Railterminal Venlo
De regio koerst aan op een keuze van een exploitant en bouwer in het eerste kwartaal van 2014. Min.
I&M (in samenwerking met ProRail), Provincie Limburg en Trade Port Noord zullen tegelijk met de
aanbesteding/keuze van de marktpartij(en) voor de bouw en exploitatie van de railterminal voor zover
mogelijk de besluitvorming en aanleg van de aansluiting van de railterminal op het hoofdspoorwegnet
voorbereiden en zo spoedig mogelijk na contractuering van exploitant voor de railterminal een besluit
nemen over de spooraansluiting.
Maaslijn
 De provincies Limburg, Brabant en Gelderland hebben grote ambities om het vervoer voor de
reiziger over de Maaslijn aantrekkelijker te maken. Min. I&M geeft hierbij aan dat een stapsgewijze en een realistische aanpak van belang is. Daarom dienen eerst de maatregelen uit de
Quick Scan Decentraal Spoor uit 2008 te worden gerealiseerd;
 Voor wat betreft een tweede stap is geconstateerd dat de maatregelen in het kader van Beter
Benutten niet voldoen aan de criteria voor kosteneffectiviteit. Partijen spreken af om deze
maatregelen nog eens goed onder de loep te nemen om zo mogelijk de kosten te verlagen of
de opbrengsten te verhogen (met gebruik van expertise van Min. I&M).
 Voor de 3e stap, elektrificatie, is besproken dat de financiële mogelijkheden vanuit Min. I&M
zeer beperkt zijn. In de periode tot februari 2014 zal wel gezamenlijk naar de mogelijkheden
voor “vergroening”, inclusief de mogelijkheden voor de provincie om deze te elektrificeren,
worden gekeken. De uitkomsten worden besproken in een bestuurlijk overleg in februari 2014.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 10 -
MIRT Onderzoek Goederencorridor Rotterdam – Brabant/Limburg
 De geografische scope richten op de A16/A58/A67-Brabantroute;
 Gezamenlijk werken aan het opstellen van een projectplan voor dit MIRT Onderzoek;
 Min. I&M neemt de trekkersrol op zich. Regionale overheden, bedrijfsleven en andere partijen
worden intensief betrokken;
 Het projectplan wordt begin 2014 vastgesteld.
Zaarderheiken
 De reistijd bij Zaarderheiken voldoet in 2030 aan de streefwaarden uit de Nota Mobiliteit.
Desalniettemin is sprake van een doorstromingsknelpunt bij Zaarderheiken, met name op de
parallelbaan A73 richting noord. Met een totale investering van € 4,7 mln kan dit knelpunt
robuust worden aangepakt;
 Vanwege het grote belang van een goede bereikbaarheid van de Greenport Venlo én om de
doorstroming op de A67-achterlandverbinding te verbeteren is het Rijk bereid de helft van
genoemde kosten voor haar rekening te nemen, dit op voorwaarde dat de Provincie de andere
helft betaalt én alle overige risico’s voor haar rekening neemt;
 Alle overige afspraken over Zaarderheiken dienen te worden gemaakt in een af te sluiten
bestuursovereenkomst tussen rijk en regio in het voorjaar van 2014.
Bediening sluizen Maasroute
 Met de regio en sector is al op een eerder moment overeenstemming bereikt over de
bedientijden op de Maasroute voor de komende 10 jaar;
 Vanaf 1 januari 2015 gaat er een nieuw flexibel bedienregime in, dat versoberde, vraaggestuurde 7x24-uurs bediening tot 1 januari 2024 mogelijk maakt. De provincie Limburg
draagt € 1 mln bij in de investering voor de bediencentrale Maasbracht;
 In 2014 wordt het huidige verruimde bedienregime, waarbij de spertijd van zondag op
maandag is opgeheven, voortgezet en gefinancierd door Min. I&M;
 Een licht versoberde bezetting op de bediencentrale Maasbracht overdag. Daarnaast wordt
vraaggestuurde bediening ingevoerd gedurende de nacht op sluizen Weurt en Sambeek. Dit
kan leiden tot het oplopen van de wachttijden;
 Het gezamenlijke bedrijfsleven heeft aangegeven zich in te spannen de vervoersstromen af te
stemmen op de aangeboden service om hiermee de wachttijden te minimaliseren.
2.2.2
Bereikbaarheidsagenda
Min. I&M heeft het initiatief genomen om, samen met decentrale overheden, een bereikbaarheidsagenda op te stellen. Min. I&M introduceert de bereikbaarheidsagenda tegen de achtergrond van de
bezuinigingen in het MIRT en de afnemende middelen in het Infrastructuurfonds. Doel is om per
gebied concrete maatregelen voor de bereikbaarheidsopgaven te verzamelen. De focus ligt daarbij
niet op het grootschalig investeren, maar meer op het informeren, innoveren en benutten.
In aansluiting op het programma Beter Benutten volgt het Rijk hierbij de zogenaamde vijf I’s:
 Innoveren: Beïnvloeden van de mobiliteitsvraag (met bijv. financiële prikkels als mobiliteitsbudgetten) of sturen van gedrag om de spits te mijden;
 Informeren. Verbeteren van de informatievoorziening om de doorstroming te bevorderen en de
bestaande infrastructuur beter te benutten (in personen en goederenvervoer);
 Investeren. Alleen investeren waar de bijdrage c.q. rendement het grootst is en toekomstbestendig is. Om een goed beeld te krijgen van de bereikbaarheidsknelpunten wordt de Nationale
Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA) geactualiseerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een
nieuwe Bereikbaarheidsindicator.
Bij dit traject zullen verder de Lange Termijn Spooragenda (LTSA), het Kernnet Logistiek, MIRTonderzoeken en MIRT-verkenningen betrokken worden.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 11 -


Instandhouden. De bestaande infrastructuur op een efficiëntere manier in stand houden;
Inrichten. Beter gebruik maken van de ruimtelijke instrumenten voor het beïnvloeden van de
mobiliteit. De ruimtelijke keuzes van regionale overheden en Rijk beter op elkaar aansluiten.
De concrete maatregelen die naar aanleiding van deze brede en innovatieve benadering worden
genomen, landen uiteindelijk in de uitvoeringsparagraaf van de Gebiedsagenda’s. Het Rijk zoekt
daarbij naar samenwerkingsmodellen met overheden en bedrijven (Triple helix aanpak), waarbij
gestreefd wordt naar bestuurlijk maatwerk per regio of stedelijke omgeving.
Proces
Afgelopen jaar zijn diverse landelijke bijeenkomsten gehouden, waar onder andere de NMCA en de
bereikbaarheidsindicator zijn gepresenteerd. Dit heeft geresulteerd in een aantal regionale conceptgebiedsagenda's. Momenteel wordt dit afgerond tot een definitieve bereikbaarheidsagenda.
2.2.3
Lange Termijn Spooragenda
De Lange Termijn Spooragenda omvat de visie en ambities van het Rijk op het spoor. De aanleiding
voor het opstellen van deze agenda is het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor (Commissie Kuiken). Daarin werd de behoefte geuit voor een visie op de ontwikkelingen
op het spoor. Ook spelen de verstoringen en incidenten van afgelopen jaar op het spoor een rol.
Hoofdlijnen
De hoofdpunten van de spooragenda zijn:
 Er is behoefte aan een integrale visie op het
hoofdrailnet, decentrale spoorlijnen, bus, tram en
metro (voor reizigers- en goederenvervoer);
 Een proactieve benadering van capaciteitsproblemen.
Het is essentieel om het spoor te zien als een
onderdeel van een groter vervoerssysteem;
 Een heldere rolverdeling en samenwerking. Betere
afstemming tussen de spoorbeheerder en vervoerder
op het Hoofdrailnet moeten leiden tot een beter
vervoerssyteem.
 Één loket voor het goederenvervoer. Verladers
hebben behoefte aan één aanspreekpunt.
 Verdere decentralisatie en samenloop op het spoor;
 Meer Europese context van de ontwikkeling van het
spoor in Nederland.
Belang voor Venlo
In de totstandkoming van deze visie heeft Venlo geen bijdrage geleverd. De visie is echter wel van
betekenis voor Venlo, namelijk:
 het spoor vormt een belangrijkere modaliteit voor zowel reizigers als goederen. Zeker voor
Greenport Venlo dat alleen kan functioneren als werknemers én goederen snel naar Venlo
kunnen komen.
 LTSA zet in op goede en naadloze internationale verbindingen voor reiziger en verlader. Voor
Greenport Venlo met internationale allures is dit van eminent belang.
 Het spoor vervult een cruciale rol voor goed functionerende multi-modale knooppunten zoals
Venlo (stations en terminals).
 LTSA speelt in op structurele aanpak van overwegproblematiek via een verbeterprogramma
overwegen, waar mogelijk de spoorwegovergangen Vierpaardjes en Groot Boller voor in
aanmerking komen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 12 -
2.2.4
Omgevingswet
Het Rijk is bezig met een nieuwe Omgevingswet. Met deze wet wil het Rijk vijftien bestaande wetten
gaan integreren; o.a. de planwet verkeer en vervoer uit 1998. Het Rijk wil daarmee het omgevingsrecht verbeteren, procedures versnellen en bestaande knelpunten oplossen. Bovendien moet het
omgevingsrecht beter aansluiten op Europese regelgeving en goed kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen (krimp, verdergaande verstedelijking en toenemende mobiliteitsvraag).
De noodzaak voor een zelfstandig strategisch plan voor verkeer en vervoer is in de loop van de jaren
steeds verder afgenomen. In de praktijk ontwikkelen de betrokken overheden hun verkeers- en
vervoerbeleid al steeds meer gezamenlijk en pakken ze hun opgaven gebiedsgericht op. Goede
voorbeelden zijn de gebiedsagenda’s en het BO-MIRT. Het laten opgaan van de planwet in de
nieuwe omgevingswet is daarmee een logische zaak.
De VNG staat positief tegenover een nieuwe Omgevingswet. Met hulp van gemeenten heeft ze wel
nog een reactie gegeven op het concept-wetsvoorstel. Op 6 juni 2013 hebben de koepels overlegd
met Min. I&M over de uitkomsten op het wetsvoorstel. Het kabinet stemde 12 juli 2013 in met het
wetsvoorstel en het ligt nu bij de Raad van State.
Naast de planwet verkeer en vervoer gaan ook de crisis- en herstelwet, spoedwet wegverbreding, en
de tracéwet op in de nieuwe omgevingswet.
2.2.5
Beleidsimpuls Verkeersveiligheid: Modelaanpak Veilig Fietsen
Om het stijgende aantal ernstig verkeersgewonden te keren,
heeft Min. I&M in 2012 samen met alle regionale overheden in
de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid. De focus ligt daarbij op het
verbeteren van de verkeersveiligheid van de risicogroepen
ouderen, fietsers en jonge bestuurders.
Onderdeel van de Beleidsimpuls is de toezegging van de VNG
dat alle gemeenten uiterlijk eind 2013 een ‘Lokale aanpak veilig
fietsen’ vast stellen, waarbij gemeenten lokale verkeersveiligheidsknelpunten voor fietsers in kaart brengen en een aanpak
met gedrags- en/of infrastructurele maatregelen opstellen.
Om de gemeenten te helpen bij het opstellen van de lokale
aanpak veilig fietsen hebben Min. I&M, VNG en CROW/Fietsberaad in juli 2013 een Modelaanpak
Veilig Fietsen gepresenteerd. Deze biedt praktische handvatten om lokale knelpunten in beeld te
brengen. Het helpt efficiënte en effectieve keuzes te maken voor passende
fietsveiligheidsmaatregelen, en het is een wegwijzer naar bruikbare informatie en
samenwerkingspartners. De Modelaanpak Veilig Fietsen helpt gemeenten het bestaande beleid te
toetsen en indien gewenst een impuls te geven met maatregelen gericht op de belangrijkste lokale
doelgroepen en knelpunten.
In het nieuwe GVVP dat in 2014 wordt opgestart krijgt de fietser een prominente rol. Daarmee wordt
inhoud gegeven aan de toezegging van de VNG om aandacht te besteden aan de veiligheid van
fietser.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 13 -
2.3
2.3.1
Provincie
Herziening Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)
is het overkoepelend en samenhangend plan
van Limburg op hoofdlijnen met de status van
Structuurvisie. Het omvat de hoofdlijnen van de
ruimtelijke-fysieke en sociaal-culturele
beleidsvelden. Het POL wordt herzien.
Het aspect verkeer en vervoer heeft in het POL
bijzondere aandacht in de vorm het Provinciaal
Verkeers- en VervoersPlan (PVVP). Waar in
het POL de hoofdlijnen zijn opgenomen, vindt in
het PVVP (een POL-aanvulling) een nadere
uitwerking plaats voor o.a. wegen, openbaar
vervoer, logistiek en verkeersveiligheid, gericht
op aansturing (incl. prioritering en fasering) van
de uitvoering. Op basis hiervan kunnen de
regio’s hun regionale verkeers- en vervoerplannen ontwikkelen.
Proces
In het najaar 2012 is de notitie ‘Bouwstenen voor de hoofdlijnenschets’ opgesteld. Deze is in het
voorjaar van 2013 met de regio’s besproken op compleetheid en integraliteit. Op basis van deze
gesprekken heeft GS op 8 juni de “Hoofdlijnenschets POL 2014, eerste contouren” vastgesteld.
Na de zomer zijn de hoofdlijnen uitgewerkt in een voorkeursalternatief en een concept-POL. Eind
oktober is het concept-POL voor GS vrijgegeven ter discussie. Begin 2014 zal GS het ontwerp-POL
vaststellen en de formele besluitvormingsprocedure starten. Vaststelling van het POL is voorzien voor
oktober 2014.
2.3.2
Actualisatie Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan (PVVP)
Zoals hierboven aangegeven gaat het
PVVP nader in op de aspecten verkeer en
vervoer, gericht op aansturing van de uitvoering. De scheiding van visie en uitvoering past binnen de nieuwe Omgevingswet. Daarom wordt het PVVP gelijktijdig
met POL herzien en vastgesteld. Daartoe
worden ook de volgende deelnota’s geactualiseerd:
 regionaal verbindend wegennet
(RWVN);
 nieuwe OV-concessie (‘16-‘26);
 verkeer- en vervoersmanagement;
 fietsbeleid;
 ambitiedocument logistiek;
In nevenstaand figuur is de samenhang
weergegeven.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 14 -
De hoofdfilosofie van het nieuwe PVVP blijft gelijk: een goede (inter)nationale bereikbaarheid met
voldoende aandacht voor de leefomgeving. Die is essentieel voor een goede economie en vooral de
logistieke sector die zo belangrijk is voor Limburg.
Ook de aanpak blijft gelijk met de trits van benutten, beïnvloeden en bouwen. Deze afwegingsvolgorde is inmiddels ook wettelijk verankerd in de ladder voor duurzame verstedelijking. Bij de
uitwerking legt de Provincie de volgende accenten:
 een meer centrale rol voor de aanpak van het verkeers- en vervoersmanagement;
 actualisatie van het beleid voor het wegverkeer: Regionaal Verbindend Wegennet (RVWN);
 actualisatie van het fietsbeleid waarbij wordt ingespeeld op de gestegen populariteit van de
elektrische fiets, de rol van de fiets in de ketenmobiliteit en de consequenties die dit heeft voor
de infrastructuur en samenwerking;
 het OV-beleid wordt meer vraaggestuurd;
 het beleid t.a.v. logistiek en goederenvervoer wordt geactualiseerd
op basis van vastgestelde Ambitiedocument Logistiek Limburg en
daaraan gekoppelde actieprogramma;
 het verkeersveiligheidsbeleid staat sinds 2011 in het teken van
"maak van de nul een punt". Dit is door vertaald in een Meerjarenuitvoeringsprogramma (MUP) 2012-2015, waarin de aanpak,
opgaven en rolverdeling met de partners is beschreven.
In de volgende paragrafen worden de deelnota’s nader toegelicht.
Proces
Begin 2014 zal, samen met het ontwerp-POL, een ontwerp-PVVP verschijnen. Deze stukken zullen in
de eerste helft van 2014 de formele besluitvormingsprocedure doorlopen, eindigend met een
vaststelling door PS (voorzien voor oktober 2014)
Projecten Noord-Limburg
In het concept-PVVP richt de aandacht in Noord-Limburg zich op de volgende projecten:
De inzet van Venlo concentreert zich op de hoofdinfrastructuur:
 capaciteitsverruiming van de A67 en knooppunt Zaarderheiken;
 verdubbeling van het spoor tussen Kaldenkirchen en Dülken;
 intercityverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf;
 partiële verdubbeling en elektrificatie van de Maaslijn;
 realisatie van de railterminal op Tradeport-Noord als multi-modaal knooppunt;
 uitbreiding van Venlose haven c.q. bargeterminal;
 geschikt maken van de Maas voor klasse Vb-schepen en samenwerking havens.
2.3.3
Aanbesteding Openbaar Vervoer (OV)
In 2016 loopt de huidige concessie voor het OV in Limburg af. Bij de huidige concessieverlening is
gebleken dat de periode tussen het gunnen en de feitelijke start van de uitvoering door de concessiehouder te kort was. Om deze aanloopproblemen zoveel mogelijk te voorkomen wordt de nieuwe
aanbesteding uiterlijk in 2014 afgerond.
Het proces zoals de Provincie dat doorloopt valt in drie fasen uiteen, te weten:
1. Doelen, randvoorwaarden en uitgangspunten;
2. Programma van Eisen en bestek;
3. Aanbesteding.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 15 -
Nota van uitgangspunten
Als eerste stap in het aanbestedingsproces heeft de provincie Limburg in het voorjaar van 2013 een
maatschappelijke verkenning uitgevoerd naar de kenmerken waaraan het OV in de toekomst moet
voldoen. Ook is een marktconsultatie georganiseerd, waarin met potentiële vervoerders is gesproken
over de komende aanbesteding. Op basis hiervan heeft de provincie een Nota van Uitgangspunten
opgesteld. Deze is op 15 november 2013 vastgesteld door PS. De belangrijkste items zijn:
 De focus van het OV wordt verlegd van een
sociale functie naar een meer economische
functie;
 Van aanbodgericht naar vraaggericht OV. Het
OV sluit straks zo goed mogelijk aan op de
vraag van de reiziger. Daar waar de vraag zo
beperkt is dat OV te groot en te duur is, wordt
geen regulier OV meer aangeboden.
 Verder uitbouwen van het visgraatmodel,
waarbij de regionale treinen de ruggengraat
van het OV-systeem vormen;
 Flexibel inspelen op een veranderende
wereld: bevolkingskrimp, vergrijzing en
financiële krapte;
 De provincie kiest voor een heldere scheiding
van OV en doelgroepenvervoer en bijbehorende verantwoordelijkheden. De provincie
kiest derhalve voor een volgtijdelijke aanbesteding;
 Een verdere verbetering van het grensoverschrijdend OV, waaronder EindhovenVenlo-Düsseldorf;
 Decentralisatie van de stoptreinen Maastricht - Roermond en Sittard - Heerlen en eventueel
Roermond – Weert;
 Verbetering van de Maaslijn als drager van het OV in Midden en Noord-Limburg door
(gedeeltelijke) verdubbeling en elektrificatie;
 De concessie loopt 15 jaar.
Wensbus
In het kader van een verdere optimalisering van de bereikbaarheid van het landelijk gebied heeft de
Provincie Limburg in samenwerking met de Vereniging Kleine Kernen, het Reizigersoverleg Limburg
en gemeenten de pilot Wensbus opgestart. De pilot betreft (in aanvulling op bestaande buurt- en belbussen) een verkenning naar wenselijke vormen van maatwerkvervoer in de kleine kernen die nog
geen goede aansluiting kunnen vinden bij het regulier openbaar vervoer.
De Provincie Limburg heeft eind november dorps- en wijkraden en andere verenigingen uitgenodigd
om hun wensen kenbaar te maken over kleinschalige aanvullende vormen van OV. Dit met als doel
om in 6 kleine kernen ervaringen op te doen voor de nieuwe OV-concessie.
Ook wijk- en dorpsraden uit Venlo zijn uitgenodigd. Voor zover bekend zijn geen Venlose verzoeken
ingediend bij de Provincie.
Inzet Venlo
Aan de totstandkoming van de Nota van Uitgangspunten is een intensief proces vooraf gegaan
waarbij de gemeente Venlo en het RMO Noord-Limburg nauw betrokken zijn geweest. Zowel
ambtelijk als bestuurlijk heeft Venlo geparticipeerd in de stuurgroep c.q. werkgroep.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 16 -
Vanuit Noord- en Midden-Limburg is een gezamenlijke OV-visie en reactie opgesteld. De visie is in
juni door B&W onderschreven. In oktober is deze vertaald in een gezamenlijke regionale reactie en
vastgesteld door B&W (2013/12389 dd 8 oktober 2013).
Vervolg
In het najaar is gestart met het programma van eisen. Dit zal in maart 2014 in concept gereed zijn en
in het kader van de formele inspraakprocedure ter visie worden gelegd. Na verwerking van de
ingekomen reacties zal het programma van eisen definitief worden gemaakt. Het programma van
eisen vormt samen met de selectieleidraad en de financiële voorwaarden voor het bestek.
Voor de aanbesteding van de nieuwe concessie wordt de volgende planning gehanteerd:
Betrokkenheid raad
Middels RIB 2013-113 is uw raad begin oktober geïnformeerd over de OV-visie.
Ook in de nabije toekomst zal de raad (daar waar nodig) bij dit proces betrokken worden. Concreet
zijn nu de volgende momenten voorzien
 consulteren van uw raad bij het Programma van Eisen op 15 januari 2014. De Provincie houdt
in het begin van 2014 een formele inspraakprocedure rondom het programma van eisen;
 betrekken van uw raad bij de visie doelgroepenvervoer die direct aansluit op de OV-visie van
de Provincie. Hiervoor wordt begin 2014 een intensief consultatie en besluitvormingsproces
doorlopen. Doel is in het voorjaar van 2014 een regionaal conceptadvies gereed te hebben,
dat vervolgens met maatschappelijke partners en belangenorganisaties gedeeld wordt en ter
vaststelling aan uw raad wordt aangeboden. U ontvangt hiervoor een apart voorstel.
2.3.4
Regionaal Verbindend Wegennet,
De huidige beleidsnota Regionaal Verbindend Wegen Net (RVWN) moet geactualiseerd worden. Het RVWN vormt het verbindend wegennet tussen het autosnelwegennet en het gemeentelijk wegennet,
en vervult daarmee een (boven)regionale
functie.
In de beleidsnota RVWN worden de
belangrijkste inrichtingseisen vastgelegd.
Ter realisatie van de strategische mobiliteitsdoelen op het gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid
wordt bepaald aan welke basiskenmerken
de wegen van het RVWN moeten voldoen.
Aan de hand van de belangrijkste basiskenmerken worden de wegen getoetst, en
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 17 -
wordt een tactisch uitvoeringsprogramma ter verbetering opgesteld. Dit alles in nauw overleg met de
betrokken wegbeheerders (RWS en gemeenten).
Concrete onderwerpen waar de beleidsnota RVWN op ingaat zijn:
 Infrastructuur: waar zijn ontbrekende schakels in het netwerk;
 Beschikbaarheid: hoe is het gebruik en wat is de intensiteit-capaciteitsverhouding;
 Netwerkrelaties: welke wegen hebben een functie voor OV, fiets en het goederenvervoer;
 Vormgeving: waar is de vorm van de weg niet afgestemd op de functie en het gebruik.
Aan de hand van de nieuwe nota kan de provincie sturen op functie en gebruik van het RVWN, de
uitgangspunten voor het beheer formuleren, en het vormt input voor de gemeentelijke en regionale
verkeers- en vervoersplannen.
Inzet Venlo
Het RVWN blijft vooralsnog hetzelfde. De punten waar Venlo op in zal zetten zijn:
 De A74 en de Greenportlane toevoegen aan het RVWN;
 De N271/Nijmeegseweg (A67-Europaplein) en de Krefeldseweg/Burg. Van Rijnsingel
Nijmegen afvoeren van het RVWN ;
 Onder aandacht brengen van de (toekomstige) verkeersafwikkeling op de A67 en A73 rondom
Venlo.
Proces
In het voorjaar en de zomer heeft de inventarisatie voor de nieuwe nota plaatsgevonden, en zijn de
uitgangspunten geformuleerd. In het najaar is de conceptnota geschreven, en is deze voor commentaar voorgelegd aan een klankbordgroep en het PCOL. Begin 2014 wordt de nota afgerond, en
ter besluitvorming voorgelegd aan GS.
2.3.5
Verkeers- en vervoersmanagement
Mede door toedoen van de financiële crisis is er minder aandacht voor uitbreiding van infrastructuur
en meer aandacht voor beïnvloeden van de mobiliteit en beter benutten van de bestaande infra
(ladder voor duurzame verstedelijking). Bovendien zet het Rijk in op de aanpak van eerst benutten en
beïnvloeden en dan pas bouwen. Voldoende aanleiding om samen met de drie overheden een
Verkeers- en VervoersManagementplan op te stellen.
In het verkeers- en vervoersmanagementplan staat het volgende ordeningsmodel centraal. Met de
inzet van verschillende maatregelen wordt de reiziger/vervoerder geholpen bij het afwegen van de
verschillende vervoersmogelijkheden (vervoersmanagement). Verder wordt de autogebruiker
verleid/beïnvloed om het wegennet optimaal te benutten (verkeersmanagement).
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 18 -
Maatregelen
Bij de maatregelen worden twee ambitieniveaus onderscheiden. Het basisambitie beoogt het in stand
houden van de huidige bereikbaarheid. Dit wordt nagestreefd voor geheel Limburg. Het andere
ambitieniveau is plusambitie: in congestiegevoelige gebieden streven naar het verbeteren van de
bereikbaarheid op bepaalde momenten: tijdens wegwerkzaamheden, evenementen, incidenten,
buitenlandse feestdagen.
Concreet worden de volgende taken/activiteiten onderscheiden:
 Incident Management: vaststellen van netwerk, alternatieve routes en afspraken over de inzet;
 Afstemmen wegwerkzaamheden en evenementen: formaliseren van coördinatieteams,
vaststellen van het ‘hinderkader’ en opzetten van de evenementencoördinatie;
 Regionaal verkeersmanagement: opstellen van gebruikerscriteria voor de weg, signaleren
knelpunten (incl. verbeteringen voorstellen), opstellen van tactisch kader RVM, en
inventarisatie van het areaalbeheer;
 Aanbod alternatieven: bepalen van de gebruikerscriteria (e-)fiets, OV en overstappunten;
 Stimuleren van alternatieven: inventarisatie van bedrijven met beïnvloedingspotentieel en
selectie van kansrijke werkgeversmaatregelen;
 Optimaliseren van logistieke processen: inventarisatie kansrijke gebieden voor uitrol bij
goederenvervoer en opzetten van een vervoersmakelaar.
Samenwerking
Binnen de verschillende overheidsorganisaties wordt reeds uitvoering gegeven aan een aantal VVMmaatregelen. Dit vindt echter versnipperd plaats. Bij de uitvoering van de maatregelen is samenwerking tussen wegbeheerders, hulpdiensten, vervoerders (personen en goederen) en bedrijven
essentieel. Daarom is een andere werkwijze nodig die bestaat uit het goed op elkaar afstemmen van
maatregelen en in balans houden van het totale verkeer- en vervoerssysteem.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 19 -
Planning
In de zomer 2013 is het VVM beleidsmatig afgerond. In het najaar is dit verder uitgewerkt naar een
uitvoeringsprogramma. Het wordt tegelijk met het PVVP in 2014 vastgesteld.
2.3.6
Fietsbeleid
In het coalitieakkoord 2012-2015 heeft de Provincie de fiets tot een belangrijk thema verheven. Als
primair transportmiddel (forensenverkeer en toeristisch), als voor- en natransport bij de ketenverplaatsing, maar ook voor gezondheid, sport, recreatie/ toerisme, milieu en veiligheid.
Vanwege de actualisaties van het POL en het PVVP is het zaak om nu een geactualiseerd fietsbeleid
op te stellen. Bovendien vergen de nieuwe OV-concessie en het verkeers- en vervoersmanagement
een nieuwe, meerdere uitgebreide, rol van de fiets. Tenslotte is de elektrische fiets de laatste jaren
geweldig in opkomst.
Het doel is om het aandeel fiets in de Limburgse mobiliteit te verhogen. Dit vraagt om een
samenhangend, compleet en hoogwaardig fietsroutenetwerk. Hiervoor is in het najaar een fietsbeleid
opgezet dat inzet op de volgende speerpunten:
 optimaliseren van het utilitaire fietsroutenetwerk (zowel basisnetwerk als het netwerk voor
snelle fietsverbindingen)
 vergroten van het comfort op het fietsroutenetwerk;
 vergroten van de fietsveiligheid;
 stimuleren van ketenmobiliteit: goede overstappunten en stallingvoorzieningen bij OV-haltes;
 zorgen voor verkeerseducatie, communicatie en marketing (incl. promotie) gericht op
informatievoorziening én gedragsbeïnvloeding.
 monitoring en evaluatie van het fietsgebruik, ongevallen, diefstal en het gebruik van stallingen;
 organisatorisch vastleggen van rollen, taken en verantwoordelijkheden van relevante partijen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 20 -
Proces
Het startdocument voor het fietsbeleidsplan is medio augustus door GS vastgesteld. Daarna is de
uitwerking van het plan ter hand genomen. Besluitvorming in PS is voorzien in 2014. Daarna wordt
gestart met de uitvoering van het plan.
Betekenis Venlo
Het beleidsplan voorziet niet in echte concrete plannen. Voor Venlo zijn alleen de volgende punten
benoemd:
 snelfietsroute Venlo – Horst (Greenport Bikeway) wordt gerealiseerd;
 snelfietsroute Sittard – Roermond – Venlo is in studie.
2.3.7
Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL)
Het Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL) is een vervolg op het Goederenvervoerplan uit 2007, en
een nadere uitwerking van het op 2 maart 2012 door Provinciale Staten vastgestelde Ambitiedocument Logistiek Topprovincie Logistiek. Het doel is een actualisering van het bestaande goederenvervoerbeleid, en een verbreding van dit beleidsplan tot een logistiek beleid, dat nauw aansluit bij het
nieuwe Topsectorenbeleid en uitvoering geeft aan het Ambitiedocument Limburg.
Het ALL bevat vier actielijnen, te weten:
 fysieke infrastructuur;
 innovatie;
 arbeidsmarkt en onderwijs;
 marketing, branding en PR.
De themalijnen vormen als het ware een
‘blauwdruk’ die eenvoudig over bestaande
én nog te initiëren projecten heen gelegd
kan worden. De sterkte van de drie
inhoudelijke themalijnen zit hem in een
goede bundeling en weergave van resultaten en initiatieven van deze lijnen, die tot
uiting moeten komen in de vierde themalijn
‘Algemeen/Marketing, branding en PR’
Voor alle themalijnen is een overzicht van alle logistieke projecten en/of acties, die reeds in uitvoering
zijn of in de komende periode uitgevoerd worden. Dit uitvoeringsprogramma, dat aansluit op het geactualiseerde POL en het PVVP, heeft een flexibel karakter, waardoor het snel aangepast kan worden
aan voortschrijdend inzicht.
Op het gebied van de infrastructuur zijn de volgende projecten voor Venlo relevant:
 capaciteitsverruiming van Zaarderheiken;
 spoorverdubbeling tussen Kaldenkirchen en Dülken;
 realisatie van de railterminal op Tradeport-Noord als multi-modaal knooppunt;
 uitbreiding van de Venlose haven en geschikt maken voor klasse Vb-schepen;
 24-uurs bediening van alle sluizen in de Maas.
In dit kader wordt ook nauw aansluiting gezocht bij de Logistieke Agenda Brabant en het MIRTonderzoek naar de corridor Rotterdam-Brabant-Limburg-Duitsland. Daarmee heeft het ALL ook
nadrukkelijk een grensoverschrijdende component, die voor Venlo cruciaal is om de internationale
logistieke positie verder te versterken.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 21 -
Proces
Om een breed draagvlak te krijgen is het ALL en de uitvoeringsagenda opgesteld in nauwe
samenwerking met de vele stakeholders: Greenport Venlo Innovation Center (GVIC), Limburg
Economic Development (LED), Keyport (voorheen Ontwikkelingsmaatschappij Midden Limburg),
European Logistics Center Limburg (ELC Limburg)/Kamer van Koophandel, Liof, Maastricht
University, alsmede met de gemeenten Sittard-Geleen, Venlo en Venray.
In het najaar is het eerste concept van het ALL met deze stakeholders besproken. Naar aanleiding
van hun opmerkingen wordt momenteel een definitief concept-ALL opgesteld. Dit zal in het voorjaar
van 2014 worden voorgelegd aan GS.
2.3.8
Jaarplan ROVL 2013
Het jaarplan 2013 van het ROVL is medio januari vastgesteld door het Bestuursplatform ROVL. Het
bevat de activiteiten die het ROVL uitvoert onder het thema van: ‘maak van de nul een punt’
(#mvd01.). 2013 is uitgeroepen tot ’het jaar van de fiets’. Dit maakt onderdeel uit van het streven om
de komende drie jaar de focus te leggen op zeer kwetsbare verkeersdeelnemers: fietser (2013), jonge
beginnende bestuurder (2014) en senior (2015).
In het kader van ‘het jaar van de fiets’ zijn voor 2013 de volgende doelen/resultaten geformuleerd:
 (her)audits ca. 100 labelscholen;
 koppeling (katalysatorwerking) activiteiten en netwerk rondom
scholen aan agenda leefbaarheid en wijkgerichte aanpak;
 fiets 4-daagse basis onderwijs;
 implementatie Totally Traffic in het voortgezet onderwijs;
 organisatie verkeerscoördinatorendag voortgezet onderwijs;
 ‘fietsverlichting laat je zien’;
 fietsworkshop senioren;
 Veilige fietsroutes in kaart brengen met hulp van senioren;
 regionaal inzetten modules totally Traffic;
 Traffic Informers nieuwe stijl ontwikkelen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 22 -
2.4
2.4.1
Regio Noord-Limburg
Openbaar Vervoervisie Noord- en Midden-Limburg
De gemeenten hebben geen formele rol in de aanbesteding van
het openbaar vervoer (OV) en het doelgroepenvervoer. Ze
hechten evenwel grote waarde aan OV en willen dat het een
volwaardig vervoeralternatief blijft. Om deze doelen en ambities
te borgen in de nieuwe provinciale OV-aanbesteding heeft het
RMO Noord-Limburg eind 2012 een regionale OV-visie voor
Noord- en Midden-Limburg opgestart.
Deze visie is eind juni 2013 vastgesteld in het bestuurlijk RMO,
en toegestuurd aan de Provincie. Hiermee zijn de strategische
keuzes op het gebied van OV vastgesteld en ingebracht in het
provinciale OV-aanbestedingsproces. De visie vormt daarmee
een van de vertrekpunten voor de Provinciale Nota van
Uitgangspunten.
In het najaar van 2013 is de visie vertaald in een referentie-OVnetwerk voor Noord- en Midden-Limburg. Dit netwerk, waarin
treindiensten, buslijnen, bedieningstijden en OV-knooppunten
zijn opgenomen, vormt mede de basis voor het Programma van
Eisen dat in het voorjaar van 2014 door Provinciale Staten wordt
vastgesteld.
Over de regionale OV-visie en de provinciale Nota van uitgangspunten bent u begin oktober 2013
nader geïnformeerd middels RIB 2013-113.
2.4.2
Infra-visie Noord-Limburg
Uw raad heeft bij de behandeling van de GVVP-jaarschijven 2012 en 2013 twee moties aangenomen
over de bereikbaarheid van de hoofinfrastructuur om Venlo, te weten:
 motie ‘verkeersinfarct’ d.d. 29 feb 2012;
 motie ‘congestie snelwegen en hoofdwegenstructuur’ (2013-4515 dd 27 mrt 2013)
aangenomen.
Mede om aan deze moties invulling te geven is in
het najaar van 2012, samen met Ondernemend
Limburg (LWV, LLTB, MKB), een infra-ambitie voor
Noord-Limburg opgestart. Doel van het project was
een integrale geprioriteerde infrastructurele visie
voor Noord-Limburg. Het resultaat van dit project is
de ‘Infra-ambitie Noord-Limburg’. Een lobbybrochure die aangeeft op welke hoofd infraopgaven we ons richten in Noord-Limburg, en die
wordt gebruikt om dit gezamenlijk en gecoördineerd uit te dragen.
De volgende acht projecten zijn cruciaal geacht
voor een goed bereikbaar Noord-Limburg (in
willekeurige volgorde):
 Realisatie Railterminal Trade Port Noord;
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 23 -







realisatie van een intercityverbinding Eindhoven-Venlo-Düsseldorf, inclusief verdubbeling
spoor Kaldenkirchen-Dülken;
verdubbeling en elektrificatie van de Maaslijn;
uitbreiding van de bargeterminal Venlo, inclusief haven;
uitbreiding van de capaciteit op de A67 en de randweg Venlo (A73/A75) inclusief de interimmaatregelen;
uitbreiding van de capaciteit van de A73 tussen Boxmeer en Nijmegen;
Via Venray, de N270 tussen Ring Eindhoven en de N271 bij Well;
Greenportring Venlo.
De Infra-ambitie is op 28 juni 2013 aangeboden aan gedeputeerde Van den Broeck, en is naar
analogie van Brainport 2020 en de A2-verbreding een gedeeld product van de triple helix. Daarmee is
de visie een gezamenlijk product van de overheid, ondernemers en onderwijs in de regio, bedoeld
voor een gezamenlijke lobby in Maastricht, Den Haag en Brussel.
In RIB 2013-120 d.d. 24 oktober 2013 bent u nader geïnformeerd over de Infra-ambitie NoordLimburg.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 24 -
3
Ontwikkeling mobiliteit
3.1
Beleidscyclus
Om recht te doen aan het vastgestelde mobiliteitsbeleid moet er ‘regelmatig gecontroleerd’ worden of
dat de uitgevoerde maatregelen het beoogde beleid ondersteunen, en daarmee de beoogde doelstellingen ook daadwerkelijk worden gehaald.
Door het jaarlijks registreren van de ontwikkelingen ten aanzien van het verkeer en vervoer, wordt
inzicht verkregen in de mate waarin de doelstellingen worden bereikt, zodat daar waar nodig tijdig
bijgestuurd kan worden.
De GVVP-jaarschijvenmethodiek is het instrument voor monitoring en evaluatie, omdat hierin wordt
teruggekeken op het afgelopen jaar en vooruitgeblikt naar het komende jaar. Aan de hand van deze
evaluatie kan het beleid (en daarmee het projectenprogramma) worden gecontinueerd, geïntensiveerd of daar waar nodig bijgesteld. Daarom is een gesloten beleidscyclus inclusief monitoring
belangrijk
Beleidsdoelen
Bijstellen
Evalueren
26 februari 2014
Maatregelen
Monitoren
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 25 -
3.2
Doelstellingen verkeersbeleid
In de GVVP-hoofdnota die in 2005 is vastgesteld, is de volgende hoofddoelstelling geformuleerd:
Een verkeers- en vervoerssysteem, dat de ruimtelijke en economische ambities
optimaal ondersteunt en zorgt voor een leefbare, veilige en bereikbare stad.
Deze doelstelling is geconcretiseerd in een aantal beleidsaccenten, te weten:
1. verbetering doorstroming van het verkeer van en naar Venlo. Doorgaand verkeer, dat geen
herkomst én bestemming in Venlo heeft, moet uit Venlo geweerd worden. Verplaatsingen tussen
de stadsdelen moeten afgewikkeld worden op de hoofdontsluitingswegen, waarbij sluipverkeer
door wijken en buurten geweerd wordt;
2. verkeersonveiligheid terugdringen door prioriteit te geven aan enkele specifieke categorieën
binnen verkeersveiligheid. Meer inzetten op niet-infrastructurele maatregelen, zoals educatie en
handhaving. Daarnaast zullen de meest onveilige locaties aangepakt moeten worden;
3. kwaliteitsslag fiets bewerkstelligen door de aanleg van een ruggengraat, een stelsel van
fietsroutes door Venlo. Dit aangevuld met fietsenstallingen en overstapmogelijkheden, die passen
in de ketenbenadering van reizen per fiets en openbaar vervoer. Een éénduidig en herkenbaar
fietsnet geeft de stad Venlo een goed ‘fietsimago’. Het fietsgebruik in Venlo wordt gestimuleerd en
maakt ruimte vrij voor bezoekend autoverkeer;
4. parkeervraag en -aanbod in balans brengen door vraag en aanbod van de parkeerplaatsen bij
nieuwbouwwijken, scholen, wijkgebouwen, kerken, winkelcentra en bedrijven in evenwicht te
brengen en te houden. Zoekverkeer wordt beperkt.
De instrumenten daarbij zijn afgestemde parkeernormen, juiste tarifering en een verantwoorde
invoering c.q. uitbreiding van parkeerregimes (betaald parkeren en/of vergunningenstelsel). De
maatregelen zijn gericht op het waarborgen van bereikbaarheid en leefbaarheid;
5. keuze alternatieve vervoerwijzen stimuleren door te streven naar een realistische afstemming
van netwerken op verschillende schaalniveaus en modaliteiten, het verhogen van prioriteiten voor
het Regiotaxi en een multimodale bereikbaarheid op bedrijventerreinen;
6. positie voetganger verbeteren door het geven van een (ruimtelijke) kwaliteitsslag in het stedelijke centrum en de stadsdeelcentra. Het deels omzetten van (dominante) verkeersruimten naar
verblijfsruimten betekent een aantrekkelijke randvoorwaarde voor het creëren van een prettig
voetgangersklimaat.
7. het goederenvervoer verder faciliteren door de bereikbaarheid van de Trade Ports en de
doorstroming op de autosnelwegen te verzekeren.
Het stedelijke centrum Venlo goed bereikbaar houden voor goederenvervoer.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 26 -
3.3
3.3.1
Monitoring ontwikkeling verkeer
Autonome verkeersgroei
Indicator
ontwikkeling van het aantal inwoners en autobezit
Ontwikkeling aantal inwoners
In nevenstaand figuur is de ontwikkeling
van het aantal inwoners van de gemeente
Venlo weergegeven. Hieruit blijkt dat het
inwonertal van de nieuwe gemeente Venlo
de laatste jaren rond de 100.000 inwoners
schommelt.
In onderstaand figuur is de ontwikkeling van het autobezit in de gemeente Venlo weergegeven.
Ontwikkeling autobezit (aantal personenauto’s / 1000 inwoners)
Het figuur illustreert dat het autobezit in
Venlo onverminderd toeneemt. Het Venlose
cijfer stijgt zelfs iets sneller dan het landelijke gemiddelde. Het Venlose autobezit is
nu nagenoeg gelijk aan het landelijk gemiddelde: 471 personenauto’s / 1000 inwoners.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 27 -
3.3.2
Verkeersveiligheid
Doel/taakstelling
 15% minder doden in 2010 ten opzichte van 2002;
 7,5% minder ziekenhuisgewonden in 2010 ten opzichte van 2002;
 25% minder ernstige fietsslachtoffers in 2015 ten opzichte van 2002.
Indicator
Verkeersdoden.
In het verleden werden ziekenhuisgewonden ook nog als indicator meegenomen. Door de zware
onderregistratie van het aantal ziekenhuisgewonden biedt dit echter geen betrouwbaar beeld meer
van de verkeersveiligheid in Venlo.
Om de registratiegraad te verhogen hebben de politie, Verbond van Verzekeraars en Via-advies de
handen in elkaar geslagen (STAR). Doel is om via een nieuwe App MobielSchadeMelden 100% van
de verkeersongevallen te registreren, en snel over ‘real time’ ongevalsdata te beschikken.
Ontwikkeling aantal verkeersdoden in Venlo
In 2012 zijn er in de gemeente Venlo 4
doden gevallen. Daarmee blijft het aantal
de laatste jaren constant: 4 à 5 doden per
jaar.
Vergelijking ontwikkeling doden Venlo met Limburg en Nederland
In nevenstaand figuur is de ontwikkeling
van het aantal doden in Venlo vergeleken
met de provinciale en landelijk trend.
Uitgezonderd een aantal uitschieters volgt
Venlo de landelijke en provinciale trend.
Ten opzichte van de peilperiode 2001-2003
is het aantal verkeersdoden ongeveer
gehalveerd.
Conclusie
De gestelde doelstelling van 15% minder verkeersdoden in 2010 (t.o.v. 2002) is behaald.
Verkeersveiligheid blijft echter een continu aandachtspunt, want ‘elke dode is er een teveel!’. In die
zin onderschrijft Venlo het doel van het ROVL: ‘maak van de nul een punt’.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 28 -
3.3.3
Autoverkeer
Doel/taakstelling
 verbetering van de doorstroming van het verkeer van en naar Venlo
Indicator
verkeerscijfers op de belangrijke wegen en Maasbruggen.
Ontwikkeling verkeersintensiteiten
In nevenstaand figuur is de ontwikkeling
van de verkeersintensiteiten sinds 1995
weergegeven.
Sinds de opening van de A73 is er een
duidelijke tendens zichtbaar dat er meer
verkeer over de autosnelwegen om de stad
rijdt, en minder over de gemeentelijke en
provinciale wegen door de stad. De opening
van de A74 heeft dit beeld nog versterkt.
intensiteit/capaciteit-verhouding in 2020-2025
De verwachting is dat het verkeer rond
Venlo de komende jaren nog verder groeit
als gevolg van de grootschalige ontwikkeling van Greenport Venlo en de autonome
groei van het doorgaande (vracht)verkeer.
Het verkeersaanbod (intensiteit) neemt het
komende decennium gestaag toe terwijl
het aanbod aan infrastructuur nauwelijks
meer zal groeien. De intensiteit / capaciteitverhouding wordt dus steeds ongunstiger
waardoor de doorstroming steeds slechter
wordt en uiteindelijk resulteert in filevorming. Het figuur geeft dit congestiebeeld
weer. Op de oranje en rode wegvakken
zullen (bij ongewijzigd beleid) in de spits
van 2020-2025 files staan. Alles bij elkaar
een verkeersinfarct om de stad. Dat wordt
voor Venlo – als Greenport en logistiek knooppunt – een groot probleem. Bovendien betekent congestie op de snelwegen om de stad dat er meer verkeersdruk in de stad ontstaat. Oneigenlijk verkeer
gaat weer routes door de stad zoeken.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 29 -
3.3.4
Openbaar vervoer
Doel/taakstelling
 Stimuleren alternatieve vervoerswijzen
Indicator
 Het aantal in- en uitstappers op de stations Venlo, Blerick en Tegelen.
 Het aantal busreizigers in de stadsbussen
Ontwikkeling aantal in- en uitstappers op NS-stations per dag
In het figuur hiernaast is het totaal aantal inen uitstappers op de drie stations weergegeven. In 2012 stapten dagelijks ruim
12.000 reizigers in/uit. Dit lijkt een forse
groei t.o.v. 2011 maar deze is volledig toe
te schrijven aan de introductie van de OVchip-kaart. Overstappers van Veolia naar
NS en omgekeerd worden bij de nieuwe
registratie dubbel geregistreerd.
Ontwikkeling aantal stadsbusreizigers per jaar (x1.000)
In het nevenstaand figuur is de ontwikkeling
van het aantal busreizigers weergegeven.
Sinds de komst van Veolia in december
2006 in het aantal reizigers in de stadsdienst van Venlo gestaag gegroeid. In 2011
en 2012 is het aantal reizigers met 10 à
15% gedaald tot 1,1 mln stadsbusreizigers
per jaar.
De belangrijkste reden voor de daling is dat
in december 2010 de stadslijnen 3 en 7 zijn
geschrapt en zijn overgenomen door de
streeklijnen. Lijn 3 wordt ingevuld door lijn
5. Lijn 7 naar Belfeld wordt sindsdien
ingevuld door de streekbus naar Roermond.
Conclusie
Door de overgang naar de OV-chip-kaart is er een trendbreuk in de registratie van het aantal
treinreizigers.
Het aantal stadsbusreizigers is in 2012 met ca. 6% toegenomen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 30 -
3.3.5
Goederenvervoer
Doel/taakstelling
 het goederenvervoer verder faciliteren
Indicator
 Het aantal schepen in de haven;
 Het aantal containers in rail- en bargeterminal
Ontwikkeling aantal schepen en tonnage haven Venlo per jaar
Het aantal schepen dat in de Venlose
haven wordt geladen/gelost groeit gestaag.
In 2011 is een grote piek te zien. Deze is
veroorzaakt door de verladingen van AVIassen en klei in verband met de aanleg van
de A74 en Greenportlane.
Ontwikkeling rail- en bargeterminal per jaar (TEU)
De railterminal heeft het afgelopen decennium een grote groei doorgemaakt. In 2002
werd er 80.000 TEU behandeld. In 2011
was dit meer dan verdubbeld tot 167.000
TEU. Afgezet tegen de capaciteit van
200.000 betekent dit dat de railterminal voor
84% bezet is.
In 2010 is de bargeterminal geopend. Sinds
de opening kent deze terminal een stormachtige groei. Met 43.000 TEU in 2011 is al
driekwart van de capaciteit (60.000) bezet.
Conclusie
Het aantal goederen dat per spoor en schip naar Venlo wordt vervoerd is het afgelopen decennium
fors gegroeid. Met name door het aantal containers dat via de rail- en bargeterminal naar Venlo komt
heeft een grote vlucht genomen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 31 -
4
Uitvoeringsprojecten
In dit hoofdstuk is de stand van zaken van de verkeersprojecten in Venlo weergegeven. Allereerst
worden de projecten van het Rijk, Provincie en RMO toegelicht. Vervolgens komen de diverse
verkeersprojecten van de diverse GVVP-jaarschijven aan bod. Als laatste worden de verkeersonderdelen van de majeure plannen belicht.
4.1
4.1.1
Rijksprojecten
A74
Als laatste onderdeel van de A74 is aan Duitse
zijde de ‘oude’ BAB 61 gereconstrueerd. Vanaf de
nieuwe A74 is de BAB 61 geamoveerd en vervangen door een nieuwe landesstraße. Deze landesstraße loopt van de grens naar de nieuwe aansluiting Kaldenkirchen op de BAB 61. Door de
Duitse wijze van aanbesteding (de werkzaamheden worden in Duitsland in verschillende delen
aanbesteed waarbij de landesstraße als laatste is
gepland) is de landesstraße pas in de loop van
2012 opgepakt. Door problemen bij het viaduct over de Dellerweg en de lange winter hebben de
werkzaamheden langer geduurd dan verwacht. Uiteindelijk is op 22 april 2013 de landesstraße
opengesteld voor het verkeer. Daarmee is het omvangrijke wegenproject afgerond, en beschikt Venlo
weer over een zuid-oostelijke ontsluitingsweg.
4.1.2
A67
No-regretmaatregelen
Ter compensatie van het niet doorgaan van een
MIRT-verkenning naar de A67 heeft de Minister van
I&M in 2010, om de ergste problemen op te lossen,
de zogenaamde no-regret maatregelen toegezegd.
Naast een derde rijstrook tussen Geldrop en knooppunt Leenderheide behelsde dit voor Limburg in
hoofdzaak een extra uitvoegstrook op knooppunt
Zaarderheiken en het uitbreiden van het aantal
parkeerplaatsen voor vrachtauto’s.
Als gevolg van het ‘openbreken’ van het regeerakkoord heeft het Rijk begin 2013 echter een
bezuinigingsronde doorgevoerd. In het kader van
deze bezuinigingsronde heeft de Tweede Kamer in
april 2013 besloten de doorstromingsmaatregelen op
de A67 ad € 50 mln volledig weg te bezuinigen. Hiermee zijn alle beoogde maatregelen op de A67
komen te vervallen.
Ter compensatie heeft RWS Limburg medio 2013 geprobeerd het geld dat gereserveerd was voor de
afrit Imstenraderweg op de A76 te heralloceren voor het verbeteren van de doorstroming op knooppunt Zaarderheiken. Dit punt is besproken in het BO-MIRT van 14 november. Daarbij heeft de Minister aangegeven dat Zaarderheiken voldoet aan de streefwaarden uit de Nota Mobiliteit. Desalniettemin is er wel sprake van een doorstromingsknelpunt bij Zaarderheiken, met name op de parallelbaan
A73 richting noord. Het Rijk is bereid de helft van de kosten ad € 4,7 mln te vergoeden, onder de
voorwaarde dat de Provincie de andere helft betaalt.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 33 -
Parkeren vrachtauto’s A67-corridor
Expertsessie Vrachtwagenparkeerproblematiek
European Logistics Center Limburg (ELC) heeft i.s.m. Kamer van Koophandel en RWS in december
2012 een “Expertsessie Vrachtwagenparkeerproblematiek” georganiseerd. Het doel van de
expertsessie was het
 uitwisselen van kennis en ervaringen (verkeersonveiligheid en transportcriminaliteit);
 probleeminventarisatie van het vrachtautoparkeren;
 bewustwording en begrip creëren voor de problemen rondom het parkeren van vrachtwagens;
 registratie van oplossingsrichtingen.
De overall-conclusie van de sessie was dat er eerst capaciteit gerealiseerd moet worden alvorens
handhaving en ‘gedragsbeïnvloeding’ kan plaatsvinden.
Initiatief Ondernemend Venlo / LWV
Om de parkeerproblemen integraal te benaderen
heeft RWS begin 2013 een oproep geplaatst voor
geïnteresseerde marktpartijen met initiatieven, en
Ondernemend Venlo gevraagd mee te denken over
mogelijke oplossingen. In dit kader heeft Traffic Port
Venlo met Hemelvaart 2013 (als proef) de gehele
vliegstrip verhuurd voor parkerende vrachtauto’s.
Daarmee werd de parkeercapaciteit uitgebreid met
ca. 500 extra parkeerplaatsen. De resultaten hebben uitgewezen dat er met deze extra capaciteit
voldoende parkeergelegenheid is om ook op de
echte piekmomenten een adequate parkeeroplossing te bieden.
Als vervolg willen LWV en Ondernemend Venlo deze pilot een structureel karakter geven. Momenteel
vindt er overleg plaats tussen RWS, LWV, Ondernemend Venlo en gemeente Venlo hoe deze structurele oplossing gefinancierd zou kunnen worden. De gemeente Venlo is terughoudend met deze
financiering omdat zij de mening is toegedaan dat RWS (als wegbeheerder van de A67) primair
verantwoordelijk is voor het parkeren langs deze weg.
Innovatieve in-car technologie
Omdat de infra-investeringen op de A67 zijn wegbezuinigd proberen het Rijk, Provincie N-Brabant en
de SRE de problemen aan te pakken met ICT-maatregelen. In 2014 worden op de A67 drie projecten
met in-car-technologie uitgevoerd, met als doel de weggebruikers tijdig te informeren over verkeersdrukte, files e.d. De drie pilots zijn:
 Smoover. Een navigatie-app die files voorspelt en adviezen geeft over snelheid, afstand tot
voorligger, wel/niet invoegen en over rijsstrookwisseling.
 Dynamische rijstrookbegeleiding. Uitbreiden van de huidige TomTom met berichtenvoorziening voor rijstrookbegeleiding. De berichten geven aan wat de weggebruiker kan verwachten 2 tot 4 km verderop
 Doorstroomrijden. Een app die via een smartphone informatie geeft over snelheid, volgafstand
en keuze rijstrook. Om weggebruikers te prikkelen zich aan het advies te houden, wordt
gamification ingezet; technologie uit game-industrie om deelnemen ‘leuk’ te maken
De drie projecten kosten € 3,6 mln, waarvan Rijk, provincie Noord-Brabant en SRE € 1,5 mln betalen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 34 -
4.2
4.2.1
Provinciale projecten
Greenportlane
Na jarenlange inspanning is in oktober 2013 het
laatste stukje van de Greenportlane (N295) gerealiseerd. Een groot deel van de centrale ontsluitingsweg van het gebied Klavertje 4, was al met de
Floriade open, maar doordat een klein stukje grond
nog niet verworven was kon de weg niet verder
worden afgerond. Voor de grondonteigening is
geprocedeerd tot aan de Hoge Raad. In juni 2013
heeft de rechter geoordeeld dat de onteigening
rechtmatig was, en kon het laatste stukje weg worden gemaakt. Op 11 oktober 2013 is de 5,3 km lange
weg door het toekomstige Klavertje Vier-gebied geopend. Daarmee is een essentiële voorwaarde voor
de Greenport Venlo-ontwikkeling gerealiseerd.
Als laatste van dit project moet nog een fietsviaduct over de Greenportlane worden gerealiseerd,
maar dit is nog niet gelukt vanwege vertraagde grondaankoop.
4.2.2
7x24 uur sluisbediening Maas
De Maas is een zeer belangrijke transportader. Alleen al
langs de Limburgse deel van de Maas worden ruim
280.000 containers per jaar overgeslagen via terminals.
Door de groei van de Rotterdamse haven zal dit de
komende jaren steeds verder toenemen. Om deze groei
te kunnen faciliteren is het van groot belang dat de
sluizen in de Maas altijd (7x24 uur) open zijn.
Om continue bediening van de sluizen te realiseren
heeft de Provincie Limburg afgelopen jaren intensief
overleg gevoerd met RWS. Het uiteindelijke resultaat is
dat de Provincie Limburg een investeringsbijdrage van
€ 1 mln levert voor een centrale bedieningspost in
Maasbracht, waardoor een 7x24 uursbediening tot 2024
mogelijk is.
Op 6 november 2013 hebben Provincie Limburg en
RWS bovenstaande formeel vastgelegd in de
Overeenkomst Sluisbediening Maasroute. Dit is ook
vastgelegd in het BO-MIRT van 14 november 2013.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 35 -
4.3
4.3.1
GVVP: projecten jaarschijf 2011
Reconstructie Tegelseweg
Met het volledig aansluiten van de Prof. Gelissensingel op de Eindhovenseweg en het doortrekken
van de Sloterbeekstraat is de ring rondom Venlo-Zuid gecompleteerd. Hierdoor is de Tegelseweg
tussen de Hagerhofweg en de Zuidsingel ‘verlost’ van het doorgaande autoverkeer, en kan het oude
straatbeeld van een woonstraat met statige panden weer in ere worden hersteld.
Na een intensief planvormingsproces en uitgebreide
voorbereiding is het werk aanbesteed op 11 juli 2013
en is de uitvoering gestart op 2 september. De weg is
versmald en de verkeerslichten op de kruispunten
zijn vervangen door verkeersremmende maatregelen. Daarnaast zijn er rode fietsstroken, nieuwe
trottoirs en parkeervakken voor de aanpalende
panden gerealiseerd.
Verder is het voor de buurtbewoners aantrekkelijker
geworden, doordat er extra groen is aangelegd, en
op de Roermondsestraat is tussen de Zuidsingel en
de Hamelstraat, een groene middenberm is gerealiseerd.
In december 2013 is de weg opengesteld voor het verkeer. Zodra het weer het toelaat wordt na de
winter de nog ontbrekende toplaag en markering aangebracht. Daarmee is de reconstructie afgerond.
4.3.2
St. Urbanusweg-vd Grintenstraat
In het kader van dynamisch verkeersmanagement wordt de route St. Urbanusweg-vd Grintenstraat de
komende jaren belangrijker als ontsluitingsweg van/naar de binnenstad. Doordat het Duits verkeer
van de BAB40 meer via de Nijmeegseweg - St. Urbanusweg wordt geleid in plaats van via de
Weselseweg – Krefeldseweg -Goltziusstraat wordt de route langs de Maas zwaarder belast. Het
zwakke punt in deze route is de kruising St. Urbanusweg-vd Grintenstraat. Vooral de veiligheid van
fietsers van/naar Velden (belangrijke schoolroute) komt door de grotere verkeersstroom op deze
kruispunt in het gedrang. Om de veiligheid ter plaatse te waarborgen wordt deze kruising aangepast:
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 36 -



‘voorrang om de hoek’ voor verkeer vd Grintenstraat-St. Urbanusweg;
tweerichtingenfietspad aan de westzijde van de St. Urbanusweg tussen de vd Grintenstraat en
de Karbinderstraat;
uitritconstructie op Oude Venloseweg voor de veiligheid van de overstekende fietser.
In 2012 zijn diverse varianten ontwikkeld voor de kruising en beoordeeld op aspecten van bereikbaarheid, veiligheid, kosten en haalbaarheid. De gekozen variant zijn besproken met het stichtingsbestuur van kapel van OLV van Genooy en Océ. De benodigde grondaankoop heeft lange tijd op zich
laten wachten. In december 2013 is overeenstemming bereikt over de grondverwerving. Uitvoering is
voorzien voor voorjaar 2014.
4.3.3
Goltziusstraat - Puteanusstraat
In het voorjaar van 2013 is de kruising Goltziusstraat
- St. Martinusstraat aangepast om de veiligheid van
de fietser ter plaatse te waarborgen. Door de bocht
vanuit Puteanusstraat naar de St. Martinusstraat-zuid
te verruimen, en te voorzien van een fysieke geleider, is de wachtende fietser beter beschermd tegen
het indraaiende vrachtverkeer vanaf de Goltziusstraat naar de binnenstad.
Daarnaast is er een verbod ingesteld voor vrachtverkeer om vanuit de richting van de Maas de St.
Martinusstraat in te draaien.
4.3.4
Fietspad Weselsepad
Het project fietspad Weselseweg is een initiatief dat
al stamt uit de 80-er jaren. Na veel verzoeken én
evenveel onderzoeken heeft de gemeenteraad bij de
begrotingsbehandeling van 2010 een amendement
aangenomen waarin ze aangaf dat het fietspad
Weselseweg moet worden uitgevoerd.
Na een langdurige voorbereiding is in september
2012 begonnen met de uitvoering. Eind 2012 is als
eerste fase het gedeelte tussen de Straelsebosweg
en de Richardsweg gerealiseerd. Fase 2 is direct na
de winter opgepakt. Op 15 april 2013 is het laatste
stukje fietspad tussen de Richardsweg en de Duitse grens opengesteld voor het fietsverkeer. Daarmee is een langgekoesterde wens van de bewoners en wijkraad in vervulling gegaan.
Het project is gefinancierd vanuit meerdere budgetten. Naast het GVVP hebben Groot Onderhoud en
de Provincie (BDU-subsidie) substantieel bijgedragen aan het project.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 37 -
4.3.5
Greenport Bike Way: fietssnelweg Klavertje Vier
Dit ambitieuze plan, dat geraamd is op € 5,65 mln,
beoogt een hoogwaardige snelfietsroute tussen het
centrum van Venlo en het nieuw te ontwikkelen
Klavertje Vier-gebied in het noord-westen van de
stad. Het bestaat uit twee parallelle routes tussen de
binnenstad en het Klavertje 4-gebied:
 opknappen van de bestaande fietsroute vanaf
de kazerne tot aan het buurtschap Californië:
Horsterweg - Grubbenvorsterweg – Raayeind
- Venrayseweg (15 km);.
 nieuw fietspad langs het spoor tussen station
Blerick en station Horst-Sevenum (12 km);
In 2012 is de 1e fase van de Greenport Bikeway
gerealiseerd: vanaf de kazerne tot aan veiling.
Fase 2 is in de loop van 2012 gestart. In 2013 zijn hiervoor de volgende voorbereidende
werkzaamheden verricht:
 toetsing van de tracés aan de acht bestemmingsplannen. De Greenportbikeway is grotendeels
planologisch toegestaan;
 opstellen van een ruimtelijke onderbouwing voor de omgevingsvergunning;
 diverse onderzoeken voor de ruimtelijke onderbouwing en de benodigde vergunningen:
aanlegvergunning, archeologische waarden, grondwaterbeschermingsgebied, kapvergunning;
 aanbesteding en gunning van het communicatieplan;
 grondverwerving.
Op 27 augustus 2013 is een inloopavond georganiseerd, om alle betrokkenen te informeren. Conform
planning is het de verwachting dat deze snelfietsroute eind 2014 gereed is.
4.4
4.4.1
GVVP: projecten jaarschijf 2012
Verkeerslichten Eindhovenseweg-Groot Bollerweg
De verkeerslichten op het kruispunt Groot Bollerweg – Eindhovenseweg dateren uit 1993, en zijn
daarmee volledig afgeschreven. Vervanging is noodzakelijk omdat onderzoek aantoonde dat de
verkeerslichten op het gebied van veiligheid en doorstroming achterhaald waren.
In het kader van de nieuwe nota Dynamisch VerkeersManagement zijn de verkeerslichten in 2013
vervangen. Daarmee is de kruising voorbereid om (in geval van congestie in de binnenstad) te funcioneren als een verdeel- en doseerpunt. Conform het advies van het Groene-Golf-team, zijn vlak voor
de zomer de volgende verkeersmaatregelen uitgevoerd:
 tweerichtingen fietspad langs GrootBollerweg;
 koppeling verkeerslichten en spoorwegovergang;
 verkeerslantaarns met LED-armaturen;
 extra verkeerslantaarns voor extra veiligheid.
 functionaliteit om de verkeerslichten te
kunnen koppelen aan DVM-centrale
 KAR functionaliteit om OV te prioriteren.
De Provincie Limburg heeft € 150.000,- BDU-subsidie toegezegd voor dit project.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 38 -
4.4.2
Verkeerslichten Eindhovenseweg-Alberickstraat
De kruising Eindhovenseweg-Alberickstraat is een
van de weinige ongeregelde kruisingen op een 2x2weg in Venlo. Hier gebeuren met enige regelmaat
ongevallen, vaak met ernstige afloop. Met de aanleg
van de Greenport Bikeway langs de Eindhovenseweg zal het aantal overstekende fietsers toenemen.
Om de veiligheid van deze kwetsbare verkeersdeelemers te garanderen moet het kruispunt verder
worden ‘beveiligd’.
Gezien de locatie en de functie van de Eindhovenseweg zijn verkeerslichten de meest geëigende oplossing. Bovendien kan de kruising (in geval van congestie in de binnenstad) ook functioneren als een
verdeel- en doseerpunt. Een rotonde is ter plaatse daarom minder wenselijk en ruimtelijk niet
inpasbaar.
De voorbereidende civiel- en regeltechnische werkzaamheden voor de verkeerslichten zijn in 2013
opgestart. De daadwerkelijke uitvoering wacht op de verkeersmaatregelen EindhovensewegKazernestraat (in het kader van de FHK-ontwikkeling) en de Greenportbikeway. Uitvoering is voorzien
voor 2014.
De Provincie Limburg heeft € 190.000,- BDU-subsidie toegezegd voor dit project.
4.4.3
Fietsruggengraat Blerick
Aan de Venlose zijde is de fietsruggengraat de laatste jaren op verschillende plaatsen kwalitatief
verbeterd. Aan de Blerickse zijde mondt de fietsruggengraat echter uit in enkele ‘gewone’ woonstraten zonder dat de infrastructuur is aangepast op deze hoogwaardige fietsfunctie. Om ook aan
Blerickse zijde de kwaliteit te verbeteren zijn in 2013 de volgende maatregelen uitgevoerd:
 verlegde en verbeterde fietsinfrastructuur in de ‘berenkuil’, waardoor de fietsruggengraat past
binnen de plannen van FHK én bovendien naadloos aansluit op de fietsvoorzieningen in
stadsdeel Blerick en de geplande Greenportbikeway naar het Klavertje Vier-gebied;
 een plateau op de kruising St. Willebrordstraat-St. Servarvatiusstraat. Hierdoor heeft de fietser
vanuit de “Berenkuil” voorrang op de automobilist, en wordt het autoverkeer afgeremd;.
 beperkt gereconstrueerde kruising St. Servatiusstraat-1e Lambertusstraat waardoor auto’s op
de 1e Lambertusstraat gedwongen worden om rechts te houden. Zo komen fietsers uit de St.
Servatiusstraat niet in de knel;
 verlegde fietsoversteek op de Burg. Gommansstraat naar de aansluiting met de Van Laerstraat, waardoor de fietsers gedwongen worden de Burg. Gommansstraat haaks over te
steken.
De beoogde uitritconstructie op de kruising St. Willebrordstraat-Antoniuslaan moet nog worden
uitgevoerd. In verband met eventuele samenloop van verkeersmaatregelen t.b.v. ongelijkvloerse
aansluiting Eindhovenseweg – Kazernestraat is deze maatregel nog niet uitgevoerd.
De Provincie Limburg heeft € 60.000,- BDU-subsidie toegezegd voor deze fietsmaatregelen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 39 -
4.4.4
Voetpad Ulingsheide
Tijdens de aanleg van de A74 heeft de wijkraad Op
de Heide nadrukkelijk verzocht om langs Ulingsheide
tussen de Kaldenkerkerweg en de nieuwe ontsluitingsweg naar Klein-Zwitserland een voetpad aan te
leggen. Enerzijds omdat de autodrukte op Ulingsheide is toegenomen. Anderzijds omdat bewoners
van Op de Heide het nieuw ‘ommetje’ EgypteUlingsheide maken.
In verband met de beperkte ruimte kon het voetpad
alleen achter de bomenrij aan de oostzijde van de
weg worden gerealiseerd. Hiervoor moest echter het
bestemmingsplan worden aangepast en grond van Rijkswaterstaat worden verworven. Na bestemmingsplanwijziging (medio 2012) en grondaankoop in het najaar 2012 is het voetpad in het voorjaar
van 2013 aangelegd.
Momenteel voert gemeente Venlo overleg met RWS hoe de klachten over de ‘chicanes’ op Ulingsheide opgelost kunnen worden. Inzet van Venlo hierbij is het verwijderen van de ‘chicanes’.
4.4.5
Trap stadsbrug
Na enkele montageperikelen is half april 2013 een trap geplaatst
aan de noordzijde stadsbrug. Dankzij deze trap kunnen voetgangers rechtstreeks van de Maasboulevard naar het Kazerneterrein lopen. Daarmee is een directe loopverbinding tot stand
gekomen tussen beide nieuwe binnenstads ontwikkelingen aan
weerszijden van de Maas.
De trap maakt onderdeel uit van een groter pakket van maatregelen voor voetganger en fietser om de langzaam-verkeersverbinding tussen de binnenstad en Blerick te verbeteren. Zo is
ook het voetpad op de brug verbreed en zijn de fiets- en voetpaden in de Berenkuil verlegd om aan te sluiten op de nieuwe
plannen van het FHK en de Greenport Bikeway.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 40 -
4.5
4.5.1
GVVP: projecten jaarschijf 2013
Tegelseweg (A73-Hagerhofweg)
Met de opening van de A74 is de VenlosewegTegelseweg de belangrijkste invalsroute van Venlo.
Bovendien vervult deze route (door het ontbreken
van een alternatieve verbinding (Guliksebaan)) ook
nog de hoofdverbinding tussen Venlo en Tegelen. Dit
maakt de route erg kwetsbaar. Daarom is een goede
doorstroming op deze streng een primaire voorwaarde. Temeer omdat ook de brandweer en ziekenhuis in de directe nabijheid van deze invalsroute zijn gelegen.
Medio 2013 zijn alle kruisingen en verkeerslichten op de streng vanaf de afritten A73 tot en met de
Hagerhofweg geanalyseerd. Er is gekeken naar de huidige situatie en er zijn prognoses gemaakt voor
het jaar 2023. De belangrijkste conclusies van deze analyses zijn:
 de 4 kruisingen op deze streng zijn zeer zwaar belast;
 in de huidige situatie doen zich al doorstromingsproblemen voor, dit zal richting 2023 steeds
erger worden als er geen maatregelen getroffen worden;
 een nieuwe noord-zuid verbinding is wenselijk.
Om bovenstaande knelpunten aan te pakken zijn in overleg met Fontys Hogeschool en Viecuri de
volgende oplossingen uitgewerkt:
 verlengde linksaffer op de Hagerhofweg richting A73, waardoor filevorming op de
Hagerhofweg verminderd wordt;
 verkeer wordt op de Tegelseweg middels fysieke geleiding gestimuleerd om gebruik te maken
van de Prof. Gelissensingel en de Hagerhofweg (de ring van Venlo Zuid), zodat de
Tegelseweg als woonstraat zoveel mogelijk ontlast wordt.
 verleggen van de uitrit van de Fontys Hogeschool naar de Hulsterweg. Daardoor wordt de
kruising met de noordelijke op- en afrit meer ontlast. Om deze uitrit goed te bedienen wordt
het vanuit de Hulsterweg (nu alleen rechtsaf richting Venlo) ook mogelijk om linksaf richting
snelweg af te slaan.
 de huidige linksafstrook naar de ingang van de Fontys komt te vervallen, ten behoeve van een
extra rechtsafstrook richting de oprit van de A73. Hierdoor kan verkeer sneller de snelweg
oprijden, waardoor de terugslag ter hoogte van het ziekenhuis wordt verminderd.
 Voor het verkeer naar Fontys wordt op de Tegelseweg een aparte rechtsafstrook en op de
afrit van de A73 een aparte rechtdoorstrook gerealiseerd. Hierdoor kan het fietsverkeer tussen
Venlo en Tegelen conflictvrij geregeld worden;
 Bij de zuidelijke afrit van de A73 worden aanpassingen gedaan voor de overstekende fietsers;
 Implementeren van KAR bij alle verkeerslichtenregelingen, zodat de bereikbaarheid van de
hulpdiensten en openbaar vervoer gegarandeerd is.
De Provincie heeft € 300.000,- BDU-subsidie
toegezegd voor deze reconstructie. Verder wordt
voorgesteld het GVVP 2013-project Verkeersmanagement-Tegelseweg uit te breiden met veiligere
fietsvoorzieningen ad € 200.000,-, en dit te dekken
uit de Via-Limburg-middelen.
De uitvoering is voorzien voor medio 2014.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 41 -
4.5.2
Nijmeegseweg-Van der Grintenstraat
De route Nijmeegseweg-Van der Grintenstraat-St. Urbanusweg is de beoogde route om de huidige
(op drukke zaterdagen en Duitse dagen overbelaste) route via de Weselseweg-KrefeldsewegGoltziusstraat te ontlasten. Naast de kruising Van der Grintenstraat-St. Urbanusweg moet de kruising
Nijmeegseweg- Van der Grintenstraat worden aangepast. Met name het rechtsafslaande verkeer
vanuit de Nijmeegseweg-Noord naar de Van der Grintenstraat moet worden gefaciliteerd.
In het najaar van 2013 is een quick-scan gedaan
naar de mogelijkheden om de rechtsafbeweging
vanuit de Nijmeegseweg naar de Van der
Grintenstraat te bevorderen. Hieruit is gebleken dat
het dynamisch uitvoeren van deze maatregel
regeltechnisch niet mogelijk is. Het aanbrengen van
een apart rechtsafvak is de meest gewenste en
toekomstvaste oplossing. In november en december
is deze voorkeursvariant verder uitgewerkt in een
definitief plan. Momenteel wordt het plan regeltechnisch uitgewerkt, en onderhandelingen gevoerd
met de Provincie om het rechtsafvak zo spoedig
mogelijk te kunnen realiseren. Streven is om het project (incl. vervanging van de verkeersregelinstallatie) voor de zomer van 2014 uit te voeren.
De totale kosten worden geraamd op € 200.000,-. Omdat de Nijmeegseweg een provinciale weg is
wordt met de Provincie onderhandeld over een bijdrage in de kosten. De kosten van vervanging van
de regelinstallatie komen voor kosten van Openbare Werken.
4.5.3
DVM-systeem
Op 27 maart 2013 heeft de raad de GVVP deelnota Dynamisch Verkeersmanagement (DVM)
vastgesteld (Centrum stad binnen bereik). Hiermee heeft de raad de keuze gemaakt om het accent
van het bouwen te verleggen naar het benutten van bestaande infra. DVM is het middel om de
bestaande infrastructuur beter te benutten. Het draagt bij aan een leefbaarder, veiliger en bereikbaarder Venlo door bijvoorbeeld de doorstroming van belangrijke delen van het netwerk te
verbeteren, beter voorbereid te zijn op evenementsituaties en de weggebruiker tijdig te informeren.
Onderdeel van deze deelnota is een (globaal) uitvoeringsprogramma waarin diverse projecten zijn
opgenomen. Een van de belangrijkste zaken hierin is de aanschaf en implementatie van een integraal
DVM systeem. Zoals bij de Raadsbehandeling is toegezegd heeft in 2013 een verdere verdieping van
dit onderdeel plaatsgevonden waarbij ook een betere inschatting van de gemoeide kosten is
gemaakt.
Hiertoe is samen met een extern adviesbureau een uitvoerige analyse gemaakt over de benodigde
functies en mogelijkheden van dit systeem. Tijdens een uitgebreide marktconsultatie zijn de diverse
gewenste functionaliteiten en eisen van de gemeente Venlo getoetst aan de visie van marktpartijen
en de concrete mogelijkheden die zij momenteel kunnen bieden. Doel van de marktconsultatie was
het verkrijgen van een realistisch beeld van de haalbaarheid en de risico’s bij de mogelijke
aanbesteding van een integraal DVM-systeem (vanaf data inwinning tot en met maatregelinzet) en de
benodigde middelen.
De belangrijkste conclusies van de marktanalyse en –consultatie zijn:
 De scope van de mogelijke aanbesteding is beschreven op basis van de doelstellingen in de
deelnota DVM. Deze scope is in relatie tot het beschikbare budget haalbaar.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 42 -










De kostenraming van de DVM-deelnota is reëel: data inwinning, software en hardware
(wegkant systemen/DRIPS) op de belangrijke plekken in het netwerk kan naar verwachting
aangeschaft worden binnen beschikbaar budget (reeds vastgesteld GVVP jaarschijf 2013 en
de nu voorliggende jaarschijf 2014 en provinciale BDU subsidie).
Diverse overheden hebben een vergelijkbaar integraal DVM-systeem (COTS) in gebruik. Dit
verkleint voor Venlo de kans op complicaties.
Om niet afhankelijk te worden van één leverancier (vendor lock in), is het raadzaam “open
koppelvlakken” voor te schrijven die de deelsystemen met elkaar verbinden.
Betrouwbaarheid en functionaliteit van het systeem begint bij kwaliteit en betrouwbaarheid van
de data(inwinning). Venlo kan inhaken bij lopende onderzoeken naar datakwaliteit en dit
gebruiken in een mogelijke aanbesteding.
Er zijn verschillende nieuwe technieken in opkomst (zoals in-car technologie). De
toekomstvastheid van een integraal DVM-systeem is vanwege deze ontwikkelingen belangrijk.
De markt geeft aan hierop voorbereid te zijn met haar technische oplossingen.
Vanwege de snelle ontwikkelingen is investeren in te veel (dure) systemen voor
wegkantinformatievoorziening (bv. DRIPS) onverstandig. Daarom zijn enkele strategische
plekken in het netwerk aangewezen voor wegkantinformatievoorziening. Het is raadzaam
alleen op deze plekken in wegkantinformatievoorziening te investeren (en dus niet op alle
mogelijke keuzepunten).
De kwaliteit van de software bepaalt het succes. Om te voorkomen dat de software een
sluitpost wordt, is het raadzaam kostbare onderdelen (wegkantinformatievoorziening) in een
later stadium als bestek uit te vragen.
Door het technische en functionele onderhoud onderdeel te maken van de aanbesteding, zal
automatisch de Total Cost of Ownership (TCO) zo laag mogelijk zijn. Daarnaast heeft de
opdrachtnemer de kans hier innovatief mee om te gaan.
Om de aansluiting van het nieuwe systeem op de Venlose werkwijze te borgen, is opleiding
voor de uiteindelijke gebruiker(s) onderdeel van de aanbesteding.
Naar verwachting is maximaal 1 fte nodig om dit DVM systeem op een juiste wijze te
gebruiken en beheer uit te voeren (getoetst met marktpartijen).
4.5.4
Venlobereikbaar.nl
Om naast verkeersmanagement (beter benutten
infra) ook in te zetten op mobiliteitsmanagement
(beïnvloeden mobiliteitskeuze) heeft de gemeente
Venlo de website venlobereikbaar.nl ontwikkelt als
onderdeel van limburgbereikbaar.nl. Dit is een
initiatief vanuit de provincie Limburg.
Op dit moment is ook een applicatie (app) in
ontwikkeling voor mobiele telefoons. Op deze
website wordt naast actuele verkeersinformatie en
geplande wegwerkzaamheden ook bijvoorbeeld het
aantal beschikbare plekken in de parkeergarages
real-time weergegeven. Daarnaast vindt de bezoeker
hier actuele informatie over alternatieve vervoerwijzen (OV en fiets) inclusief OV-planner.
Deze website is binnenkort ook in het Duits en
Engels beschikbaar.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 43 -
4.5.5
Rotonde Klagenfurtlaan-Leutherweg
Na de aanleg van de A74 is de Klagenfurtlaan niet
langer meer de hoofdverbinding tussen de BAB 61 en
de A67. Hiermee is de intensiteit op de Klagenfurtlaan meer dan gehalveerd: van 14.000 mvt/etmaal in
2010 naar minder dan 4.000 mvt/etmaal in 2012). De
Klagenfurtlaan blijft echter wel een belangrijke verkeersfunctie vervullen als tangentiële ontsluitingsweg
van Venlo.
De verkeerslichten op het kruispunt met de
Leutherweg zijn aan vervanging toe. Ook het asfalt
op Klagenfurtlaan is dringend aan groot onderhoud
toe. Gelet op het fors gewijzigde verkeersbeeld kunnen de verkeerslichten worden vervangen door
een duurzaam veilige rotonde.
De civieltechnische voorbereiding van de plannen is in de loop van 2013 ter hand genomen. Na deze
planvoorbereiding is in het najaar van 2013 de grondverwerving opgestart. Bij de afstemming met
WML blijkt dat ter plaatse twee hoofdwaterleidingen vervangen moeten worden. Rekening houdende
met deze vervanging en het benodigde wegonderhoud is realisatie voorzien in het najaar van 2014.
De rotonde is geraamd op € 445.000,-. De kosten worden mede gedekt uit de Via Limburg-middelen
en het budget Groot Onderhoud wegen.
4.5.6
Rotonde Klagenfurtlaan-Postweg
Evenals bij de kruising met de Leutherweg is de Klagenfurtlaan ter hoogte van de Postweg dringend
aan groot onderhoud toe. Samen met het sterk verminderde verkeersaanbod is dit de aanleiding om
de kruising Klagenfurtlaan-Postweg te reconstrueren. Ook hier is een rotonde de meest geëigende
kruispuntvorm. De redenen zijn:
 Goede verkeersuitwisseling hoofd- en zijweg;
 Goede snelheidsremming ter hoogte van
komgrens;
 Duurzaam veilig.
De planning van deze rotonde loopt parallel aan die
van de Klagenfurtlaan-Leutherweg.
De totale kosten zijn geraamd op circa 385.000,-.
Ook hier dragen de budgetten voor groot onderhoud
wegen en Via Limburg bij aan de dekking van de
kosten.
De planning is erop gericht deze rotonde te realiseren in het voorjaar van 2014.
4.5.7
Fietsklemmen centrum
In het najaar van 2012 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar het fietsparkeren in de binnenstad van Venlo. De conclusies van dit onderzoek waren:
 op piekmomenten zijn er ongeveer 700 fietsenklemmen te weinig in de binnenstad; op
reguliere momenten circa 400 fietsklemmen.
 het aantal fietsenklemmen kan het beste worden uitgebreid door middel van kleine clusters op
strategische locaties;
 er is behoefte aan een tweede bewaakte fietsenstalling aan de noordzijde van het centrum.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 44 -
Omdat er momenteel geen structureel geld beschikbaar is om een tweede bewaakte fietsenstalling te
exploiteren heeft B&W besloten (nog) geen tweede bewaakte stalling te realiseren, maar om het
aantal fietsklemmen verspreid over de binnenstad uit te breiden, te weten:
 200 fietsklemmen op de Maaskade voor het project Poppodium;
 200 extra fietsklemmen op Vleesplein, Prinsessesingel en Kleine Beekstraat (540 i.p.v. 340);
 140 fietsklemmen verspreid over zeven locaties: Romerstraat, Heilige Geeststraat, Sint
Jorisstraat, Op de Miste, Parade/Lohofstraat en Parade/Keulsepoort.
Als alle plannen in 2014 zijn gerealiseerd is het fietsparkeerareaal uitgebreid met 540 fietsklemmen.
4.5.8
Gedragsbeïnvloeding
Naast de infrastructurele maatregelen is het afgelopen jaar ook
weer aandacht besteed aan gedragsbeïnvloeding, een belangrijke
component voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. Naast
de bekende activiteiten (Veilig op weg (dode hoek), Streetwise,
Verkeerstuin, VVN Promoteam, Buurt- en wijkondersteuning etc.)
heeft het RMO in 2013 in Noord-Limburg de volgende extra activiteiten op het gebied van verkeerseducatie ontplooid.
Fietsverlichtingscampagne 2013-2014
Omdat veel middelbare scholieren fietsverlichting nog steeds niet
echt serieus nemen is half september weer de fietsverlichtingcampagne van het ROVL van start gegaan. Om elkaar attent te
maken op veilig gedrag in het verkeer zijn de jongeren weer uitgedaagd om het campagne materiaal te ontwikkelen voor de fietsverlichtingscampagne. In Noord-Limburg zijn 39 campagneposters
ingediend en 5 filmpjes. De Vijverhofschool is genomineerd voor
het beste filmpje voor 2014. Het Bouwens van der Boijecollege uit
Peel en Maas is genomineerd voor de beste poster.
Licence your drivers seat
Op initiatief van het RMO Noord-Limburg en het ROVL is samen met lokale partners, onder wie Ruud
Rutten Verkeersopleidingen een pilot opgezet om het hoge ongevalsrisico van jonge beginnende
bestuurders aan te pakken. Het project beoogt dat jonge automobilisten geen valse start maken,
veiliger aan hun rijcarrière beginnen en op die manier ook in Noord-Limburg ‘van de nul een punt te
maken’. Uitdaging van de pilot is om de theorie (wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek over
de oorzaken van het risicovolle gedrag van jonge automobilisten) en praktijk (hoe vertaal je dat in
concrete acties in de lesauto en hoe zorg je ervoor dat jongeren hun eerste jaren van zelfstandig
rijden zonder kleerscheuren doorkomen) met elkaar te verbinden.
Bij het project zijn diverse partijen betrokken die hun sporen hebben verdiend op het terrein van
rijopleiding en verkeersassessment: Cito, Dreen Dino en Royal HaskoningDHV.
De proef die in het voorjaar van 2014 zal starten past prima in het jaar van de beginnende bestuurder.
Tevens sluit de proef aan bij initiatieven die vanuit de opleidingsbranche worden genomen om de
kwaliteit van de rijopleiding naar een hoger niveau te tillen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 45 -
4.6
Verkeersprojecten majeure plannen
Naast de GVVP-projecten zijn er afgelopen jaar (in het kader van de majeure plannen) diverse
verkeersprojecten gerealiseerd.
4.6.1
Stadskantoor
Na het bouwrijp maken van het terrein is begin 2013
gestart met het stadskantoor. In het voorjaar en
zomer zijn de voorbereidingen getroffen voor het
maken van de parkeergarage. In het najaar is
daadwerkelijk gestart met het storten van de vloer
van de parkeergarage. De parkeergarage kan pas in
gebruik worden genomen zodra het gehele
stadskantoor is gerealiseerd en de toegangsroute
onder de Prof. Gelissensingel is aangelegd. Dit is
voorzien voor de zomer van 2015. Dan worden ruim
400 parkeerplaatsen toegevoegd aan het parkeerareaal van de Venlose binnenstad. Doordeweeks zijn
deze parkeerplaatsen hoofdzakelijk bestemd zijn voor de ambtenaren en stadskantoorbezoekers,
maar op zaterdagen zijn deze beschikbaar voor het winkelend publiek.
Met het realiseren van de toegangsroute onder de Prof. Gelissensingel komt een groot deel van het
parkeerterrein bij de beoogde Rabo-toren met 130 parkeerplaatsen te vervallen.
4.6.2
Kazernekwartier
De gemeenteraad heeft op 25 april 2012 ingestemd met de plannen voor het KazerneKwartier, en
bijbehorende infraprojecten te weten:
 aansluiting van de Eindhovenseweg op de Kazernestraat middels een ongelijkvloerse
aansluiting en een rotonde;
 aansluiting van het Kazernekwartier op de Kazernestraat middels een rotonde;
 doorgaande fietsverbinding tussen de Berenkuil en de Kazernestraat-Horsterweg;
 upgraden van station Blerick (toegankelijkheid en voetgangersverbinding met
Kazernekwartier);
 optimalisatie van de langzaam-verkeersverbindingen over de Maas;
 aanpassing van verkeersregelingen en bewegwijzering;
 parkeervoorzieningen op maaiveld en in gebouwde voorzieningen (incl. flankerend beleid).
Langzaam-verkeerverbindingen
De aansluiting op de Kazernestraat is eind 2012 gerealiseerd. Daaropvolgend zijn in 2013 (mede
vanwege het grote belang van de Maaskruisende langzaam-verkeerverbindingen) de fiets- en
voetgangersverbindingen tussen Venlo en Blerick
opgepakt.
In de oude situatie zorgde de Berenkuil voor een
gevoel van onveiligheid bij fietsers en voetgangers,
en bovendien liep een deel van de langzaamverkeervoorzieningen over het terrein van het beoogde ECV.
Daarom is in het voorjaar de Berenkuil opnieuw
ingericht. Het lage groen en de struiken zijn gerooid,
het voetpad over de stadsbrug is het verbreed en de
openbare verlichting is vernieuwd. Het fietspad is
verlegd en opnieuw bestraat. Om de looproute
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 46 -
richting de Venrayseweg comfortabeler te maken is het voetpadlusje minder steil gemaakt. Tot slot is
ook de aanzet voor de toekomstige Greenport Bikeway richting station Horst-Sevenum ingepast..
Extra parkeerplaatsen bij station Blerick
In 2009 is het parkeerterrein bij het station Blerick al uitgebreid met ruim 50 parkeerplaatsen, maar
het station wordt zo goed bezocht dat er op piekmomenten een tekort aan parkeerplaatsen is. Om dit
tekort op te vangen zijn per 1 augustus 2013 46 extra parkeerplaatsen gerealiseerd op het
kazerneterrein. Het parkeerterrein, dat aan de noordkant van de nieuwe toegangsweg naar het
kazerneterrein ligt, is 24 uur per dag toegankelijk en er kan gratis worden geparkeerd.
4.6.3
BMV De Vilgaart Velden
De bouw van de Brede Maatschappelijke Voorziening De Vilgaard in Velden is op 14 juni 2013
officieel van start gegaan. Na een tijdelijke bouwstop
door het faillissement van de aannemer, is het werk
aan het eind van het jaar weer hervat.
Om veilige school-thuis-route voor de schoolkinderen
te kunnen garanderen zijn voor het BMV de volgende
verkeersmaatregelen voorzien:
 Rotonde op de kruising N271-Markt-Schandeloseweg;
 Kruispuntplateau op de kruising Schandeloseweg-Jan Verschurensingel;
 Parkeerterrein met circa 100 parkeerplaatsen
en 160 fietsklemmen
De voorbereidingen van de rotonde en het plateau zijn in de zomer 2013 ter hand genomen. Parallel
aan de civieltechnische voorbereidingen zijn diverse overleggen gevoerd met de dorpsraad en de
Provincie om hun wensen en eisen in te passen in de plannen. Op 10 december zijn de plannen
gepresenteerd aan de bevolking. Op dit moment vinden er gesprekken plaats met direct betrokkenen.
In de huidige planning is de aanbesteding voorzien voor voorjaar 2014, met als doel de
verkeersmaatregelen gelijktijdig met de BMV gereed te hebben.
4.6.4
MFA Arcen
Na de provinciale vergunningverlening is medio
november de voorbereidende werkzaamheden
voor de toekomstige MFA De Schans in Arcen
van start gegaan. Na de ontgronding aan het
eind van 2013 is een start gemaakt met de
daadwerkelijk bouw.
Om de veiligheid en verkeersafwikkeling te
borgen is voor de MFA een Kiss&Ride-strook
voorzien én worden in het ruimtelijk ontwerp
enkele langzaam verkeersvoorzieningen
ingepast (incl. oversteek naar parkeerplaatsen).
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 47 -
4.6.5
Vleesplein
Op woensdag 4 december is het vernieuwde Vleesplein in gebruik genomen. Deze vernieuwing heeft
ervoor gezorgd dat er weer een aantrekkelijk plein ligt aan één van de drukste winkelstraten van
Venlo. Het Vleesplein vormt het sluitstuk van het project Kloosterkwartier/Vleesplein dat in de
afgelopen jaren is gerealiseerd, en dat tot doel had de zuidrand van het centrum aantrekkelijker te
maken.
De belangrijkste verkeerskundige issues van dit
project zijn de nieuwe bewaakte fietsenstalling en het
omleggen van de fietsruggengraat (reeds
gerealiseerd eind 2012). De nieuwe stalling op het
plein biedt plek aan 220 fietsen. Daarnaast zijn ook
nog extra onbewaakte stallingen op de Prinsessesingel en Kleine Beekstraat bijgeplaatst waardoor de
totale capaciteit in dit gebied met circa 200
fietsenklemmen is uitgebreid. Naast de uitbreiding
van de capaciteit zijn ook de voorzieningen
uitgebreid. Zo zijn er in de nieuwe stalling op het
Vleesplein speciale plaatsen voor scooters,
bakfietsen en zijn er oplaadpunten voor elektrische fietsen. Met deze kwalitatieve en kwantitatieve
impuls is de fietsbereikbaarheid van de binnenstad substantieel verbeterd.
4.6.6
Centrumplan Tegelen
Wilhelminaplein/Grotestraat
In het kader van het Centrumplan Tegelen is het afgelopen decennium het centrum van Tegelen
successievelijk heringericht. Het centrale thema daarbij was het terugbrengen van de ‘huiskamer van
Tegelen’. In het kader van dit majeur plan is het laatste (en wellicht belangrijkste) deel van de Grotestraat en het Wilhelminaplein opgepakt. Om het autoverkeer ‘terug te dringen’ en meer ruimte te
geven aan de voetgangers en fietsers is het Wilhelminaplein autovrij gemaakt en de Grotestraat
tussen Staccato en de Sint Martinuskerk heringericht.
Het werk is, na voltooiing van de woontorens op het
Wilhelminaplein, ter hand genomen. Het geheel is in
de zomer opgeleverd.
Aanvullende verkeersmaatregelen
Na aanleiding van een brief van de Stichting BIZ
Tegelen heeft het college op 19 november besloten
(reg.nr. 13-15003) een aantal aanvullende
verkeersmaatregelen te treffen, te weten:
 bijplaatsen van extra fietsenklemmen in het
centrum van Tegelen;
 analyseren van de bestaande parkeerroutering in het centrum;
 naar voren halen van het parkeeronderzoek dat is toegezegd.
De overige (verkeers)maatregelen moeten zorgvuldig worden afgewogen.
 ontsluiting van het parkeerterrein op het Smidseplein via de Grotestraat;
 instellen van een “blauwe zone” ter voorkoming van langparkeren;
 het volledig openstellen van de Gasthuisstraat komende vanuit de Grotestraat;
 verlagen van de maximum snelheid op de Grotestraat (Muldershof-Muntstraat).
Deze maatregelen worden, onder regie van de gemeente Venlo, gezamenlijk met een vertegenwoordiging van de ondernemers in Tegelen beoordeeld en overwogen. Op 8 januari jl. is hiervoor een
eerste bijeenkomst gehouden.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 48 -
4.7
4.7.1
Overige verkeersprojecten
E-laadpalen voor elektrische voertuigen in Venlo
Overeenkomstig het luchtkwaliteitsplan wil Venlo het gebruik van alternatieve
brandstoffen stimuleren. Daarom is Venlo het afgelopen jaar ingegaan op
een vraag van de stichting E-laad om deel te nemen aan een pilot om Elaadpalen te plaatsen in de gemeente. Doel van de pilot is om samen met de
netbeheerders kennis en investeringen te bundelen en de invloed van het
opladen van elektrische auto’s op het netwerk te onderzoeken. Zo kan ook
inzicht in het laadgedrag van e-rijders worden verkregen.
Rond de zomer zijn in Venlo 7 oplaadpalen voor elektrische voertuigen
geplaatst, met elk twee oplaadpunten:
 Venlo: Craneveldstraat, Kaldenkerkerweg en Regentessestraat;
 Blerick: Garnizoenweg en Scholtis Coopmansstraat;
 Tegelen: Raadhuislaan;
 Arcen: de Schans.
Momenteel wordt een quick scan opgesteld hoe duurzaamheid robuust in het nieuwe GVVP kan
worden geïmplementeerd.
4.7.2
Reconstructie Professor Gelissensingel bij Viecuri
Door de strenge winters van afgelopen jaren is het asfalt van de Professor Gelissensingel slecht
geworden. Daarnaast is het met de opening van de A73 en A74 de nieuwe hoofdroute naar het
centrum geworden, waardoor er steeds meer verkeer overheen rijdt. Deze combinatie zorgt ervoor
dat de weg dringend toe is aan een nieuwe asfaltlaag.
In het kader van werk-met –werk-maken is tegelijk met de nieuwe asfaltlaag ook de afslag naar de
spoedeisende hulp van het ziekenhuis aangepast. De weg is over grotere lengte dubbelstrooks
gemaakt, waardoor de doorstroming verbeterd is. Tevens is de spoedeisende hulp beter bereikbaar
en heeft het verkeer meer ruimte en tijd om in te voegen.
Op 5 juli is de Professor Gelissensingel opengesteld voor het verkeer.
4.7.3
Toeristische bewegwijzering
De bestaande toeristische bebording in de binnenstad was
gedateerd en niet overal juist meer. Om te komen tot een
eenduidige bewegwijzering heeft de gemeente in 2013 een
nieuw bewegwijzeringsplan opgesteld. Zo is bekeken op
welke plekken bewegwijzering een meerwaarde heeft, en
welke bestemmingen in aanmerking komen voor bewegwijzering: vrijetijdsbestemmingen, culturele bestemmingen
met voldoende bezoekers en non-profit dienstverlening
(bibliotheek, gemeentekantoor, VVV, politie).
Naast Venlo-centrum wordt ook in de centra van Blerick,
Arcen en Steyl de bewegwijzering vernieuwd. In het najaar
van 2013 is in Venlo-centrum gestart. De andere gebieden
worden gefaseerd uitgevoerd.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 49 -
4.7.4
Uitbreiding betaald parkeren Venlo-Zuid
Om de parkeerdruk in Venlo Zuid als gevolg van Crescendo, Nedinsco en het stadskantoor beheersbaar te houden heeft de raad op 28 november 2012 besloten (raadsbesluit 2012-80) om het betaald
parkeerregime in Venlo-Zuid uit te breiden.
Na ampel beraad met veel belanghebbenden is half april 2013 op de volgende straten betaald
parkeren ingevoerd: Dr. Cuypersstraat (Sinselveldstraat-Regentessestraat), Sophiastraat, Sinselveldstraat (Dr. Cuypersstraat-Sophiastraat), Tegelseweg, Walstraat (Dr. Cuypersstraat-Mariastraat),
Via Crescendo, Hamelstraat en het Nedinscoplein.
Omdat met de uitbreiding van de betaald
parkeerzone woon-zorgcomplex Crescendo binnen
deze zone valt, heeft het college op 23 april besloten
(reg.nr 2013-5536) een pilot op te zetten met extra
bezoekersparkeerkaarten voor mantelzorgers. Om
voor de mensen die aantoonbaar zorg nodig hebben
de bezoekersparkeerregeling te versoepelen, kunnen
mantelzorgers tegen een gereduceerd tarief van
€0,80 (i.p.v. €1,80) maximaal 200 uur per jaar
parkeren. Tevens kunnen mantelzorgers langer
parkeren dan de maximaal toegestane 2 uur.
Inmiddels is deze pilot met de belanghebbenden geëvalueerd en is geconcludeerd dat er geen
gebruik gemaakt is van de extra bezoekersparkeerkaart.
Op 8 nov 2013 heeft de raad unaniem de motie ‘Parkeerketenonderzoek en mantelzorgparkeren
(M6) aangenomen. Naar aanleiding van deze motie wordt er op dit moment gewerkt aan een voorstel
m.b.t. het parkeren van mantelzorgers voor de gehele gemeente Venlo. De uitkomsten hiervan
worden in het tweede kwartaal van 2014 aan college en raad voorgelegd.
4.7.5
Extra parkeerplaatsen op Noord Buitensingel
Omdat Venlo een piekprobleem kent als het gaat om het parkeren in en om de binnenstad, is (op
verzoek van de raad en ondernemers) onderzocht op welke locaties rondom de binnenstad extra
parkeercapaciteit kan worden gerealiseerd. Naar aanleiding van deze opdracht zijn er vorig jaar 35
parkeerplaatsen aangelegd langs de St. Urbanusweg.
Begin december 2013 is op de plek van de
voormalige supermarkt Jan Linders aan de Noord
Buitensingel in Venlo een tijdelijk parkeerterrein met
70 parkeerplaatsen aangelegd. Daarmee is de
parkeerdruk aan de noordkant van de binnenstad op
de zaterdagen en Duitse zondagen (deels) verlaagd.
Het nieuwe parkeerterrein is openbaar terrein zonder
slagboom, waar vooraf betaald moet worden. Het
terrein is van tijdelijke aard in verband met de
mogelijkheid tot andere initiatieven op die locatie.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 50 -
5
Studieprojecten
5.1
5.1.1
Rijksprojecten
Programma Hoogfrequent Spoor
In 2010 heeft het kabinet het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) vastgesteld. Hierbij is het doel
dat er in de drukste delen van het land zes intercity’s
en zes sprinters per uur per richting (spoorboekloos)
rijden, en er meer ruimte komt voor het goederenvervoer. Een megaklus van € 4,4 miljard die in 2020
klaar moet zijn.
Voor Venlo is de herroutering van het goederenvervoer het meest interessant. De hoofdopgave is om
de Betuweroute optimaal te gebruiken voor
doorgaande goederentreinen, en dat de goederentreinen richting Venlo via de Brabantroute blijven
rijden. ‘Routering goederenvervoer Zuid-Nederland’
omvat de volgende maatregelen:
 Zuidwest-boog bij Meteren;
 Den Bosch – Vught: 4-sporig en vrije kruising;
 Vrije kruising bij Liempde.
Inzet Venlo
Bij PHS zet Venlo in op volgende punten:
 ‘Openhouden’ van de goederenpaden op de Brabantroute voor het groeiende spoorgoederenvervoer tussen de Rotterdamse/Antwerpse haven en Venlo (spoorgoederenknooppunt);
 Optimale benutting van de Betuweroute opdat doorgaand spoorgoederenvervoer (met evt
gevaarlijke stoffen) Venlo niet onnodig belast;
 (Snelle) realisatie van de zuidwest-boog bij Meteren. In de situatie met de boog bij Meteren is
Venlo via de Brabantroute én de Betuweroute bereikbaar en dus minder afhankelijk van de
Brabantroute (en dus minder kwetsbaar);
 Snelle realisatie van de zuidontsluiting van Chemelotterrein zodat vervoer van gevaarlijke
stoffen van Chemelot niet meer via Venlo naar Duitsland loopt.
 Een goede en directe intercity-verbinding naar de Randstad. Bij de beantwoording van vragen
over de Fyra heeft de staatssecretaris aangegeven dat de huidige treindienst Den Haag –
Venlo wordt vervangen door een treindienst vanaf Den Haag tot Eindhoven. Wel heeft ze
aangegeven dat als uitgangspunt is opgenomen dat de treindienst Venlo – Eindhoven
opnieuw wordt doorverbonden met een andere intercitydienst, bijvoorbeeld op de extra
intercity’s richting Utrecht.
5.1.2
Landelijk Verbeterprogramma Overwegen
In het Regeerakkoord VVD-PVDA ‘Bruggen slaan’ van oktober 2012 is opgenomen dat er een
verbeterprogramma komt ‘om het aantal overwegincidenten te verminderen’. Met dit zogenaamde
Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) wil Min. I&M een meer integrale aanpak waarbij
zowel de wegkant als de spoorkant van de spoorwegovergangen meegenomen wordt. Naast de
‘harde kant’ van de overweg zal er aandacht zijn voor meer generieke aspecten zoals gedrag.
Innovatie en kosteneffectiviteit zijn daarbij van groot belang.
In het najaar van 2013 heeft een eerste afweging / selectie plaatsgevonden. Aan de hand van een
wachtrijtool en een overwegenregister van ProRail is een integraal afwegingskader opgesteld. Dit
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 51 -
afwegingskader identificeert de overwegen met een
relatief hoog verbeterpotentieel (op basis van
onveiligheid en/of bereikbaarheid).
Momenteel is een eerste conceptlijst bekend. Die
wordt nu in overleg met de wegbeheerders verder
verfijnd. In eerste instantie zal het programma zich
richten op al lopende initiatieven waar op korte
termijn verbetermogelijkheden zijn. De uiteindelijke
selectie van aan te pakken overwegen hangt af van:
risicoprofiel, kosteneffectiviteit en cofinanciering door
de decentrale wegbeheerders.
Voor de uitvoering van het LVO is binnen de rijksbegroting een bedrag van € 200 miljoen
gereserveerd voor de periode 2014 - 2028. Eén van de randvoorwaarden die het Rijk stelt, is een
gezamenlijke financiering van deze oplossing door het Rijk en de regio.
De provincie coördineert het LVO-programma vanuit Limburg.
Inzet Venlo
Venlo zet in om de overwegen bij Vierpaardjes en de Groot-Bollerweg hoog op de lijst te krijgen. :
 Vierpaardjes: door de vier sporen én de nabijheid van het emplacement ondervindt ook hier het
auto- en fietsverkeer veel hinder van de spoorwegovergang. Doel is om de spoorwegovergang
Vierpaardjes op de lijst van prioritaire projecten te krijgen. Daarmee wordt inhoud gegeven aan de
aangenomen motie van de raad ‘Overleg mogelijke bijdrage oplossing Guliksebaan’ dd 30 okt
2013 (reg.nr. 2013-14731).
 Groot Bollerweg: door de dubbele spoorwegovergang op de Groot-Bollerweg én het direct nabij
gelegen emplacement Blerick en de railterminals heeft het wegverkeer veel hinder van het
treinverkeer. Doel is om de autobereikbaarheid op de korte termijn te verbeteren, en op de lange
termijn de spoorwegovergangen ongelijkvloers te maken.
5.1.3
Nationaal kernnet logistiek: MIRT-onderzoek corridor Rotterdam-Duitsland
De logistieke sector draagt substantieel bij aan de Nederlandse
economie. Om de internationale toppositie die Nederland op dit
vlak heeft te behouden heeft de Topsector Logistiek in haar
rapport ‘Partituur naar de top (juni 2011)’ geconcludeerd dat er
een gemeenschappelijke visie moet komen: kernnet logistiek. Dit
is een visie van bedrijfsleven, havenbedrijven en (regionale)
overheden op het netwerk van achterlandverbindingen (weg,
spoor, shortsea en binnenvaart) en multimodale overslagpunten.
Als uitwerking van het kernnet logistiek is afgesproken dat Min.
I&M voor twee corridors in kaart gaat brengen wat de kansen en
belemmeringen voor alle modaliteiten van het goederenvervoer
(incl. knooppunten) zijn:
 Rotterdam – Arnhem/Nijmegen – Duitsland;
 Rotterdam – Brabant – Noord-Limburg – Duitsland.
Min. I&M wil deze MIRT-onderzoeken samen uitvoeren met regionale overheden, bedrijven en
logistieke spelers op de corridors. De studies sluiten aan bij diverse initiatieven uit de regio’s. Doel is
om lopende activiteiten bij elkaar brengen en te versterken, witte vlekken op te sporen en een
gezamenlijke agenda te bepalen voor concrete maatregelen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 52 -
5.1.4
Beter Benutten
De doelstelling van het rijksprogramma Beter Benutten is: door het beter gebruiken van de bestaande
infrastructuur het aantal files in 2014 met 20% te reduceren. Samen met de regionale overheden,
investeert Min. I&M ruim € 1,1 miljard in ruim 250 benuttingsmaatregelen voor weg, water en rail.
In het voorjaar heeft de minister aangegeven dat het
programma Beter Benutten een vervolg krijgt voor de
periode 2015 - 2020. Opnieuw op basis van cofinanciering door Rijk en regio samen. Het Rijk heeft daarvoor € 300 mln gereserveerd. Met de ervaringen van
de afgelopen twee jaar is een 2013 een aantal gesprekken en bijeenkomsten gehouden. Daaruit is
gebleken dat het vervolgprogramma nauw aansluit
bij het voorgaande programma. De centrale thema’s
zijn: bereikbaarheid & duurzaamheid, innovatie en
samenwerking met bedrijfsleven. In het voorjaar van
2014 wordt een advies aan de minister verwacht, waarna zij in samenspraak met de trioleden (regionale bestuurder, een CEO en de minister) besluit over het vervolg.
Betekenis Venlo
Net zoals in de eerste fase van Beter Benutten is de regio Venlo geen primaire regio van Beter
Benutten. Wel hebben de quick scan maatregelen voor de Maaslijn en de rijksbijdrage voor de Greenportbikeway indirect te maken met dit programma. Verder probeert de Provincie nog een aantal
logistieke projecten onder dit programma te brengen: bijvoorbeeld Green last Mile.
5.2
5.2.1
Provinciale projecten
Maaslijn
In het kader van Quick Scan Markt- en Capaciteitsanalyse 2008, de railagenda Limburg 2012 en de
beoogde elektrificatie en verdubbeling van de Maaslijn voert de Provincie Limburg diverse analyses
uit van de mogelijkheden van de Maaslijn en de effecten van verschillende niveaus van investeringen
daarop. Afgelopen jaar zijn diverse studies verricht. Op basis van deze studies worden de volgende
onderdelen overwogen voor de 1ste fase ambitie Maaslijn:
 Korte termijn verbetermaatregelen t.b.v. robuustheid van de dienstregeling;
 Elektrificatie van de Maaslijn;
 Station Grubbenvorst.
Dit totale pakket maatregelen vraagt om een investering van € 175 mln (+/- 40 %).
Korte termijn verbetermaatregelen
ProRail heeft een uitgebreide studie gedaan naar maatregelenpakket om de meest dringende
knelpunten op de Maaslijn aan te pakken. Met de volgende maatregelen kan een meer robuuste en
betrouwbare dienstregeling worden uitgevoerd:
 Aanpassen van bogen én beveiliging op de trajecten Nijmegen – Cuijk, Venlo – Venray en
Reuver – Roermond waardoor treinen sneller kunnen rijden;
 Snelheidsverhoging bij het in- en uitrijden van station Nijmegen;
 Spoorverdubbelingen noordzijde Cuijk, zuidzijde Venray en op traject Swalmen-Reuver;
 twee ongelijkvloerse spoorkruisingen in Cuijk en Reuver als gevolg van de
spoorverdubbelingen ter plaatse.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 53 -
De totale (geraamde) kosten ad € 57 mln overschrijden het beschikbare budget ad € 35 mln royaal.
Dit wordt met name veroorzaakt door de twee ongelijkvloerse kruisingen (ca. 23 € mln). Onderzocht
wordt of dat de ongelijkvloerse kruisingen goedkoper
kunnen worden uitgevoerd.
Elektrificatie van de Maaslijn
Elektrische treinen zijn goedkoper dan dieseltreinen.
De onderhouds- en aanschafkosten van materieel
zijn lager. Ook zijn er voordelen op het gebied van
rijtijdwinst, betrouwbaarheid en milieu. Met name
door het rijden met elektrische tractie wordt de uitstoot van CO2 ongeveer gehalveerd.
Voor de elektrificatie van de Maaslijn is een SSKraming opgesteld. Op basis van deze kostenraming
zijn de investeringskosten geraamd op circa € 110
mln (+/- 40%). In de raming zitten niet de kosten
voor elektrificatie van de extra stukken spoor die
voortkomen uit de versnellingsmaatregelen en de
dubbelsporigheid tussen Venray and Meerlo om een
station Grubbenvorst te realiseren.
In het meest wenselijke scenario is de elektrificatie naar verwachting eind 2018 gereed. Voor de periode tussen het eind van de OV-concessie (december 2016) tot eind 2018 dient een tussenoplossing
te worden gezocht om te kunnen rijden met dieseltreinen.
In het voorjaar is een quick-scan Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) naar de elektrificatie uitgevoerd. De belangrijkste conclusies zijn:
 de baten-kostenverhouding ligt tussen de 0,6 en 0,9, waarbij de exprestrein ArnhemMaastricht het hoogst scoort.
 de MKBA score is gebaseerd op kosten en baten die direct gerelateerd zijn aan de concessie.
Bij een eventuele voorfinanciering wordt de investering (deels) terugverdiend.
 de baten-kostenverhouding is redelijk positief in vergelijking met andere OV-projecten;
 de baten-kostenverhouding voor elektrificatie ligt (iets) lager dan bij vergelijkbare quick-scan
studies voor elektrificatie tussen Zwolle – Kampen en Zwolle – Enschede.
 de baten-kostenverhouding neemt toe bij stijging van de dieselprijzen, hetgeen een denkbaar
scenario is;
 elektrificatie is het meest kansrijk bij aanschaf van nieuw materieel bij het begin van een
nieuwe OV-concessie.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 54 -
Station Grubbenvorst – Greenport Venlo
Voor een evt. opening van station Grubbenvorst is
extra spoorinfra noodzakelijk. Voor het inpassen in
de dienstregeling is het noodzakelijk om de treindienst tussen Venray en Venlo te versnellen. Dit is
te realiseren door ca. 7 km dubbelspoor aan te
leggen tussen Venray en Meerlo-Tienray.
De opening van station Grubbenvorst-Greenport
Venlo leidt tot extra en ook nieuwe reizigers. De
hoeveelheid is sterk afhankelijk van de wijze waarop
het station wordt aangesloten op Klavertje 4
(Greenport Venlo). Dit is onderdeel van de
mobiliteitsstudie Klavertje 4.
In het multi-modaal model Limburg dat momenteel
wordt opgesteld, is een variant opgenomen met station Grubbenvorst-Greenport om de
vervoerwaarde van het station vast te stellen.
BO-MIRT
In het bestuurlijk overleg over het MIRT op 14 november zijn de volgende afspraken gemaakt:
 de provincies Limburg, Brabant en Gelderland hebben grote ambities om het vervoer voor de
reiziger over de Maaslijn aantrekkelijker te maken.
 Min. I&M geeft dat een stapsgewijze en realistische aanpak van belang is. Daarom dienen
eerst de maatregelen uit de Quick Scan Decentraal Spoor uit 2008 te worden gerealiseerd;
 de maatregelen voldoen, in het kader van Beter Benutten, niet aan de criteria voor
kosteneffectiviteit. De maatregelen worden nog eens goed onder de loep te nemen om zo
mogelijk de kosten te verlagen of de opbrengsten te verhogen;
 Voor elektrificatie zijn de financiële mogelijkheden vanuit Min. I&M zeer beperkt. In de periode
tot februari 2014 zal wel gezamenlijk naar de mogelijkheden voor “vergroening”, inclusief de
mogelijkheden voor de provincie om deze te elektrificeren, worden gekeken. De uitkomsten
zullen worden besproken in een bestuurlijk overleg in februari 2014
5.3
5.3.1
Regionale projecten
Rock Eindhoven-Düsseldorf
Regions of Connected Knowledge (RoCK) is het Interreg IVb-project dat onderzoek doet naar het
verbinden van internationale kennisregio's. Het doel van het project is om het spoornetwerk te
completeren en met verbeterde treinverbindingen de economische ontwikkeling in de regio te stimuleren. In dit project streeft Venlo naar een goede intercityverbinding van (Brainport) Eindhoven naar
het HST-netwerk in Düsseldorf-(flughafen). De gemeente Eindhoven is trekker van dit project dat
€ 5,9 mln subsidie krijgt van EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling). Naast Eindhoven
participeren Venlo, Mönchengladbach en Düsseldorf financieel en ondersteunen de provincies NoordBrabant en Limburg, NS-Reizigers en ProRail het project.
In 2013 zijn de volgende relevante dingen gebeurd:
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 55 -
Bundesverkehrswegeplan (BVWP)
De resultaten van de maatschappelijke kosten-baten-analyse (MKBA) zijn eind 2012 doorgeleid naar
het Verkehrsministerium van Nordrhein-Westfalen ter voorbereiding op het BVWP. In het voorjaar van
2013 heeft NRW de resultaten van de MKBA toegestuurd aan het BundesVerkehrsMinisterium met
het verzoek dit opnemen in het BundesVerkehrsWegePlan 2015. Daarbij NRW heeft het project
aangemeld als een prioriteit 2-project inclusief het (oorspronkelijke) tracédeel Rheydt-Odenkirchen
opgevoerd.
Onderzoek VRR/SMA: versnellen RE13
In reactie op de MKBA heeft de Duitse vervoersautoriteit van de RE13 VRR aangegeven dat op het
bestaande enkelspoor tussen Kaldenkirchen en Dülken geen extra trein in te plannen is. Bovendien is
doortrekken van de RE13 naar Eindhoven economisch onhaalbaar, omdat dan de gehele ‘vloot’
vervangen moeten worden door bicourant materieel. Dit vergt een te grote financiële investering.
VRR stelt derhalve dat er voor de korte termijn (met enkelspoor) nog maar een optie denkbaar is: het
versnellen van de bestaande IC tussen Eindhoven en Venlo inclusief een directe overstap in Venlo.
Eind oktober 2013 heeft VRR samen met SMA een onderzoek afgerond naar versnellingsmogelijkheden aan Duitse zijde. De resultaten zijn:
 Vanuit Duits perspectief is optimalisatie van de aansluiting in Venlo mogelijk
 De RE13 kan met 3 minuten worden versneld door een kortere haltetijd in M’gladbach Hbf.
Hiervoor moet:
o de aansluitende RE42 uit Duisburg worden versneld om in Viersen de aansluiting te
garanderen (uitnutten van resttijd, kortere overstaptijden);
o de aansluitende RE8 worden versneld om in M’gladbach de aansluiting naar Köln te
garanderen (uitnutten van resttijd, kortere overstaptijden);
 Voorwaarde voor een directe aansluiting in Venlo is dat de IC (Den Haag)-Eindhoven–Venlo
7-8 minuten versneld moet worden.
Bestuurlijk MIRT-overleg
In het bestuurlijk overleg inzake het MIRT zijn op 14 november de volgende afspraken gemaakt:
 Min. I&M betrekt de regio Brabant actief bij het proces rondom de aanleg van het 3e spoor
Betuweroute, met name waar het de extra belasting van de Brabantroute betreft;
 Min. I&M en regio Brabant verzoeken NS om in overleg met het Duitse VRR na te gaan wat de
mogelijkheden zijn om de treinverbinding tussen Eindhoven – Düsseldorf te versnellen;
 Min. I&M en regio Brabant brengen de spoorverdubbeling tussen Kaldenkirchen en Dülken
actief onder de aandacht van het Bundesministerium met als inzet om in 2015 duidelijkheid te
krijgen over de termijn waarop de spoorverdubbeling van dit baanvak wordt gerealiseerd;
 Min I&M en regio zullen gezamenlijk de maatregelen verkennen om tijdens de aanleg van het
3e spoor meer goederenvervoer over Venlo mogelijk te maken;
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 56 -

De Staatsecretaris zal gesteund door Noord Brabant en Limburg het belang van de spoorverdubbeling onder de aandacht van de Duitse coalitieonderhandelaars brengen.
Coalitieverdrag CDU/CSU/SPD
In het nieuwe coalitieverdrag tussen CDU, CSU en SPD van eind november is het volgende
opgenomen:
„Für besonders dringende und schnell umzusetzende überregional bedeutsame Vorhaben
wird im neuen BVWP und in den Ausbaugesetzen für die Verkehrsträger Schiene, Straße und
Wasserstraße ein „nationales Prioritätenkonzept“ definiert. In diese Projekte sollen künftig als
Zielgröße 80 Prozent der Mittel für den Neu- und Ausbau fließen. Dazu gehören der Ausbau
hoch belasteter Knoten, Seehafenhinterlandanbindungen und Hauptachsen, die Schließung
wichtiger überregional bedeutsamer Netzlücken sowie die Einbindung transeuropäischer und
in völkerrechtlichen Verträgen vereinbarter Verkehrsachsen.“
Dit verhoogt de kansen voor spoedige positieve besluitvorming over de spoorverdubbeling.
Planning
In verband met het aanleggen van het 3e spoor tussen Emmerich en Oberhausen (en het omleiden
van een deel van het goederenvervoer via Venlo) is de spoorverdubbeling Kaldenkirchen-Dülken
nauwelijks/niet te verwachten voor 2023. Daarom wordt de lobby vooral gericht op het bespoedigen
van de besluitvorming in Duitsland, en wordt de inhoudelijke focus vooral gelegd op het inplannen van
een treindienst uitgaande van het enkel spoor.
Onderzoek NS: verbeteren internationale trein
Min. I&M heeft NS een ‘zware inspanningsverplichting’ gegeven om de eerstvolgende HSL-stations
net over de grens (Aken, Luik, Düsseldorf, Antwerpen) mee te nemen in de nieuwe HRN-concessie
2015-2025. NS onderzoekt momenteel wat de mogelijkheden om de internationale trein te verbeteren
op het enkelspoor. Daarbij worden diverse alternatieven onderzocht:
 een trein uit de richting Amsterdam in Eindhoven splitsen en naar Venlo doortrekken;
 versnellen van de IC Eindhoven-Venlo en het inplannen van een extra stoptrein tussen
Eindhoven en Venlo;
 aparte trein tussen Eindhoven en Venlo inplannen.
Uiterlijk 1 april 2014 moet NS dit plan van aanpak voorleggen aan Min. I&M.
Inzet Venlo
De verdubbeling van het enkelspoor Kaldenkirchen - Dülken alsmede de intercityverbinding naar
Düsseldorf heeft topprioriteit voor de gemeente Venlo. De inzet is hierbij tweeledig:
 Lobby bij Min. I&M en Duitse rijksoverheid om het dubbelspoor zo snel mogelijk gerealiseerd
te krijgen;
 Lobby bij NS en Min. I&M om tot aan het moment van spoorverdubbeling een (internationale)
treinverbinding te krijgen tussen Eindhoven en Dusseldorf (met een verbeterde overstap in
Venlo).
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 57 -
5.3.2
Mobiliteitsplan Klavertje 4
De uitdagingen in /voor het Klavertje 4-gebied in de
nabije toekomst zijn groot. Het gebied is volop in
ontwikkeling, en deze ontwikkelingen gaan de
komende jaren door. Een robuust mobiliteitssysteem
moet deze ambitieuze ruimtelijke en economische
ontwikkelingen in Noord-Limburg ondersteunen en
faciliteren. Om die reden heeft DCGV als regisseur
van het Klavertje 4-gebied, in het voorjaar 2013
aangegeven, een mobiliteitsplan voor Klavertje 4 te
willen opstellen. Een plan dat moet aansluiten bij de
vigerende plannen van Rijk, Provincie, regio en
omliggende gemeenten, maar dat met name de ‘witte
vlekken’ tussen deze plannen moet invullen.
In de zomer is het plan van aanpak opgesteld. Hierbij
wordt de SUMP-methodiek gevolgd: Sustainable
Urban Mobility Plan. Een tool, die door de Europese
Commissie is opgesteld, om mobiliteitsplannen op een duurzame wijze te realiseren. Kenmerkend
items hierbij zijn:
 stakeholders worden betrokken;
 een integrale benadering tussen de verschillende beleidssectoren en andere overheden;
 focus op het bereiken van haalbare en meetbare doelen;
 helder in beeld brengen van kosten en baten en externe effecten;
 doorlopen van de gehele beleidscyclus van analyse huidige situatie, monitoring tot evaluatie.
Eind 2013 is een eerste concept-versie opgeleverd. De opmerkingen worden momenteel verwerkt in
een eindversie. Deze zal naar verwachting in februari/maart (na bestuurlijke vrijgave) aan B&W en
gemeenteraden van betrokken gemeenten worden voorgelegd.
5.4
5.4.1
Gemeentelijke projecten
Parkeren spoorzone
Bij de presentatie van de GVVP-jaarschijf 2012 is (bij de besluitvorming rondom de parkeergarage
Julianapark) aan de gemeenteraad toegezegd dat er een onderzoek zou komen naar mogelijkheden
om de bestaande parkeercapaciteit (in de piekperioden) uit te breiden.
In 2012 is een verkenning uitgevoerd naar de uitbreidingsmogelijkheden van het bestaande parkeerareaal rondom het centrum van Venlo. Als uitvloeisel daarvan zijn in 2012/2013 op de St. Urbanusweg en Noord-Buitensingel ruim 100 parkeerplaatsen gerealiseerd. Een van de opties aan de
zuidzijde van het centrum was een uitbreiding op de spoorzone. In vervolg op de onderhandelingen in
2012 zijn ook in 2013 weer diverse gesprekken gevoerd met ProRail. De laatste stand van zaken is
dat ProRail, als grondeigenaar van het emplacement, akkoord is met de verkoop. Zij hebben daarbij
echter wel een forse taxatieprijs bij de gemeente neergelegd. Daarnaast wil ProRail dat de gemeente
ook nog de asfaltverharding voor een nieuwe laad- en losplaats voor diepladers bekostigt, omdat
deze verplaatst moet worden door de nieuwe parkeerplaats.
Momenteel worden exploitatieberekeningen gemaakt voor een parkeerterrein met ca. 175 plaatsen.
Hieruit moet blijken wat de kosten van verwerving en aanleg zijn, en hoe lang het duurt totdat we de
investering hebben terugverdiend. Het streven is om, indien overeenstemming wordt bereikt met
Prorail over de aankoop, medio 2014 het parkeerterrein te openen.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 58 -
5.4.2
Fietsen langs de Maas
Op 30 juni 2010 heeft de raad van Venlo de
motie ‘fietsen langs de Maas’ aangenomen
(reg.nr. 2010-16470). Hierin heeft de raad o.a.
te kennen gegeven dat ze een fietspad wil
langs de Maas. In vervolg op de reeds
lopende fietsprojecten langs de Maas heeft
een stagiair de ontbrekende fietsschakels op
de oostoever geïnventariseerd:
1. Arcen-noord
Ten noorden van Arcen moeten twee onverharde paden worden opgewaardeerd:
Merkelsteeg en het pad noordelijk van het
veer.
2. Lomm-Arcen
Tussen het veer in Lomm en de Burg.
Linderspromenade in Arcen moet een fietspad worden aangelegd; deels over een
bestaand onverhard wandelpad, deels een
nieuw pad langs de bosrand.
3. Velden-Lomm: Hasselt-Voort
Een gedeelte van de Voort is afgesloten
vanwege afgravingen door Rijkswaterstaat
4. Venlo-Velden: Valuas-Veerweg
Ten noorden van Valuas gaat het verharde
pad over in een onverhard pad, en ter
hoogte van de A67 ontbreekt het pad
volledig tot aan de Maasweg in Velden. Tot
aan de Veerweg moet het fietspad opgewaardeerd worden.
5. Steyl: veerpont-Maasveld
Ter hoogte van het klooster in Steyl
ontbreekt een fietspad. Hier moet een
‘karrenspoor’ door de uiterwaarden
worden opgewaardeerd tot fietspad.
6. Belfeld: stuw
Bij de stuw moet de fietser om de
kraanbaan heen fietsen. Deze omweg via
de Rijksweg is niet comfortabel.
Rijkswaterstaat staat vooralsnog niet toe
om de kraanbaan te kruisen
7. Belfeld: Rijksweg-Aan de stuw
Ten zuiden van ‘Maaszicht’ ontbreekt een
schakel van ca. 600 m.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 59 -
De belangrijkste conclusies van het rapport zijn:
 de fietsroute op de oostoever van de Maas is 27 km lang. Daarin ontbreken 7 schakels; bijna
5 km fietspad is onverhard, en over een lengte van bijna 6 km ontbreekt een fietspad.
 een aantal deeltrajecten kan mogelijk meeliften in lopende initiatieven: bochtverbreding Steyl,
snelfietsroute Sittard- Roermond- Venlo en afgraving Lomm;
 er zijn voldoende rustplekken aanwezig;
 de kosten voor de aanleg van de ontbrekende 10,8 km fietspad zijn op basis van kengetallen
grof ingeschat. Uitgaande van een 3 m brede asfaltverharding over een lengte van 10,8 km
worden de kosten geraamd op bijna € 2,0 mln. Dit is exclusief bijzonderheden zoals kunstwerken, grondaankoop e.d;
Uw raad is in februari 2014 uitgebreid geïnformeerd over de studie resultaat middels een RIB.
5.4.3
Bochtverbreding Maas, Steyl
Een deelproject van ‘fietsen langs de Maas’ dat zich
nu aandient is de bochtverbreding in Steyl. Rijkswaterstaat heeft plannen om de Maas ter hoogte van
het klooster te verbreden. Zo wordt het overzicht in
de bocht van de Maas voor binnenvaartschepen
beter, en wordt ruimte gemaakt voor de rivier in
geval van hoogwater. Over dit stukje oever loopt nu
een onverhard pad dat regelmatig door (recreatieve)
fietsers en wandelaars gebruikt wordt. Voor de
afgraafwerkzaamheden heeft Rijkswaterstaat een
strook met tijdelijke verharding nodig voor het
bouwverkeer. Momenteel wordt onderzocht of dat na
afloop van de werkzaamheden de tijdelijke bouwweg
in te richten is als verhard fietspad. Probleem hierbij
is dat ter plaatse van het geprojecteerde fietspad
belangrijke kabels en leidingen lopen, en dat de dijk
ter plaatse verzwaard moet worden met een dikkere
kleifundering. Hiervoor wordt momenteel overleg
gevoerd met het waterschap en Rijkswaterstaat.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 60 -
6
Jaarschijf 2014
6.1
Projecten
Verkeersmanagement
N271 Velden-Lomm
Verkeersmaatregelen wijk- en dorpzaken
60 km/u-buitengebied
GreenportRing: Celsiusweg, Marconistr
fietsroutes: primaire routes, langs Maas,
Venlo-Tegelen, fietsklemmen
studie + voorbereiding
TOTAAL DEKKING
€ 500.000
€ 110.000
€ 15.000
€ 200.000
€ 400.000
€ 277.500
€ 126.500 € 300.000
€ 250.000
€ 140.000
TOTAAL KOSTEN
BDU
indexering aanbestedingsmeevaller A73 (ViaLimburg)
restant GVVP
jaarschijf 2010
restant GVVP
jaarschijf 2009
restant amendement
begroting '13-'15:
922 b GVVP (rv 2012-44)
GVVP jaarschijf 2014
Uitgaande van het beschikbare budget in de programmabegroting 2014-2017 wordt voor 2014 het
volgende GVVP-programma (incl. dekking) voorgesteld:
€ 100.000
€ 926.500
€ 500.000
€ 140.000
€ 200.000
€ 500.000
€ 222.500
€ 500.000
€ 125.000
€ 8.500
€ 8.500
€ 500.000 € 1.011.000
€ 140.000 € 125.000 € 126.500 € 872.500 € 2.775.000
Het bedrag ad € 2.775.000,- (incl. VAT en bouwrente, excl. BTW) is taakstellend. De financiële onderverdeling over de projecten is nog indicatief en wordt bij de verdere uitwerking in 2014 definitief. De
financiële consequenties van deze jaarschijf worden meegenomen in de reguliere P&C-cyclus. Hieruit
blijkt dat er geen extra beslag wordt gelegd op de gemeentelijke middelen.
Naast bovenstaande projecten zal de uitvoering van het GVVP meeliften met de uitvoering van een
aantal majeure projecten, zoals de Stadskantoor, Klavertje 4 en het Kazernekwartier.
Verder is voor 2014, conform motie (M6) van de raad (dd 8 nov 2013) een ‘Parkeerketenonderzoek
en mantelzorgparkeren voorzien. Verder wordt een studie naar 60 km/u-zonering in het buitengebied
uitgevoerd. Hiervoor zijn geen extra kosten voorzien.
6.2
Procesgang
Om er voor te zorgen dat de GVVP-jaarschijf een weloverwogen en gedragen voorstel is, is het
bovenstaande verkeersprogramma begin februari opiniërend besproken met de externe GVVP-klankbordgroep. Het verslag van dit overleg is separaat aan de raad toegezonden.
Om goede wensen adequaat en concreet uit te kunnen voeren is een apart budget opgenomen voor
verkeersmaatregelen in de wijk/dorp.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 61 -
7
Doorkijk 2015
7.1
Projecten
Voor 2015 worden de volgende projecten beoogd. Hiermee is een globale investeringsopgave van
€ 1,6 mln gemoeid, dat volledig gefinancierd kan worden uit de programmabegroting 2014-2017
(GVVP)
Project
 Verkeersmanagement (incl flankerend beleid)
 N271-Lomm-Velden
 Roermondseweg-Terracottalaan
 Fietsruggengraat, -schakels + -stallingen
Totale kosten
2015
0.50
0.50
0.40
0.20
1.60
Om de vastgestelde GVVP-ambities voor 2016 en 2017 waar te kunnen maken, zullen we bij de
kadernota 2014 een voorstel indienen.
7.2
Procesgang
Ook de projectendoorkijk voor 2015 is begin februari opiniërend besproken met de stakeholders. Daar
waar mogelijk en noodzakelijk worden de maatschappelijke en politieke wensen en/ opmerkingen
meegenomen in de verkeersprogramma’s van de komende jaren.
26 februari 2014
Raadsvoorstel 2014-20: Uitvoeringsprogramma GVVP: Evaluatie jaarschijf 2013, jaarschijf 2014 + doorkijk 2015
- 63 -