Verslag Tijdelijk Huisverbod Zaanstreek-Waterland 2013 GGD Zaanstreek-Waterland Ghislaine van Nooijen Kooij (MGZ, afdelingshoofd) Sarah Prins (MGZ, coördinator huiselijkgeweld) Jantine Voordouw (EBG, epidemioloog) April 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding: 3 Hoofdstuk 1: Kwantitatieve gegevens over het huisverbod 4 Hoofdstuk 2: Samenwerking en ontwikkelingen Tijdelijk Huisverbod 2011 11 Hoofdstuk 3: Voornemens en aandachtspunten 13 Hoofdstuk 4: Financieel overzicht 13 2 Inleiding Voor u ligt het verslag van de uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod 2013. Vanaf april 2009 werken gemeentes, politie, SMD, Reclassering , Bureau Jeugdzorg en GGD samen bij de uitvoering van het Tijdelijk Huisverbod. Na de politie is de GGD is verantwoordelijk voor het eerste contact en het opstellen van een zorg- en beleidsadvies. De SMD richt zich op de hulpverlening aan de achterblijver, de Reclassering op de hulpverlening aan de uithuisgeplaatste en Bureau Jeugdzorg is er voor de betrokken kinderen. Deze samenwerking is in 2013 onverminderd voortgezet. Voor dit verslag is gesproken met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen om de knel- en pluspunten van de uitvoering in kaart te brengen. Daarnaast zijn op basis van het digitale systeem Huisverbod online (Khonraad) een aantal analyses gemaakt betreffende aantal en aard van de huisverboden. Hoofdstuk 1 is een cijfermatige rapportage over 2010 t/m 2013. Hoofdstuk 2 beschrijft de verdere ontwikkeling van het proces rond het Tijdelijk Huisverbod en de samenwerking met de ketenpartners. Hoofdstuk 3 bespreekt de nieuwe voornemens voor 2014. Dit verslag wordt besproken in het Bestuurlijk Overleg Veiligheid. Daarna wordt het aangeleverd bij de colleges van B en W van de negen regiogemeentes. Voor vragen omtrent het jaarverslag kunt u contact opnemen met Sarah Prins, coördinator Huiselijk geweld ([email protected]) of Ghislaine van Nooijen Kooij, hoofd MGZ ([email protected]), te bereiken via 075-6518380. 3 Hoofdstuk 1: Kwantitatieve gegevens over het huisverbod Aantal RIHG en THV In 2013 heeft de politie 154 maal een Risico Inventarisatie Huiselijk Geweld (RIHG) ingevuld. In alle 9 gemeenten uit de regio is de politie één of meerdere keren ter plaatse geweest bij een huisverbod. Op basis van de risico-inventarisatie (RIHG) wordt besloten om al dan niet een huisverbod op te leggen. Het verschilt per gemeente hoe vaak een RIHG leidt tot een huisverbod. In Purmerend leidde in 2013 83% (2012: 74%) van de RIHG tot een huisverbod, in Zaanstad is dit 73% (2012: 69%). Het aantal RIHG en THV nemen nog steeds toe. Deze lijn lijkt te worden voortgezet. In tabel 1 wordt het aantal RIHG en huisverboden in de tijd weergegeven. Tabel 1: aantal RIHG en THV over de periode 2010 tot en met 2013 Gemeente Beemster EdamVolendam Landsmeer Oostzaan Purmerend Waterland Wormerland Zaanstad Zeevang Totaal Aantal RIHG’s 2010 1 4 Aantal RIHG’s 2011 3 5 Aantal RIHG’s 2012 2 11 Aantal RIHG’s 2013 4 7 Aantal THV’s 2010 0 4 Aantal THV’s 2011 2 3 Aantal THV’s 2012 1 9 Aantal THV’s 2013 4 7 3 0 40 4 0 33 1 86 1 0 42 1 4 39 2 92 3 2 43 1 3 62 0 127 3 1 60 10 4 60 5 154 3 0 29 3 0 29 0 68 1 0 31 0 4 33 1 75 3 2 32 1 1 43 0 92 2 1 50 10 4 44 4 126 In tabel 2 wordt het verloop van het aantal huisverboden per maand weergegeven. Het verloop is grillig. Over de hele linie lijkt het dit jaar hoger te liggen dan voorgaande jaren. In 2013 worden de minste huisverboden opgelegd in januari, mei en augustus (8); in november 2013 was het aantal huisverboden ruim twee keer zo hoog (17) en is hiermee de maand met de meeste huisverboden. Tabel 2: aantal huisverboden per maand over de periode 2010 tot en met 2013 Maand 2010 2011 2012 Januari 2 6 12 Februari 6 10 8 Maart 3 5 13 April 11 3 7 Mei 3 4 8 Juni 5 11 4 Juli 6 1 8 Augustus 3 7 9 September 5 5 4 Oktober 6 5 5 November 10 6 8 December 8 12 6 2013 8 9 11 12 8 10 12 8 10 11 17 10 Aantal recidieven In 2013 werd in 1 situatie na de eerste risico-inventarisatie geen huisverbod opgelegd; na de tweede keer leidde de RIHG wel tot een huisverbod. Bij 7 cliënten werd in 2013 tweemaal een huisverbod opgelegd. In de periode 2009 tot en met 2013 zijn in totaal 408 tijdelijk huisverboden opgelegd bij 380 personen. Bij 21 personen is meerdere keren een tijdelijk huisverbod opgelegd. Hiervan is bij 16 4 personen tweemaal, bij 4 personen driemaal en in één casus is viermaal een tijdelijk huisverbod opgelegd in de afgelopen jaren. Hieruit valt af te leiden dat gemiddeld 5,5% van de mensen die een tijdelijk huisverbod krijgen in herhaling vallen. Casus: een tweede Tijdelijk Huisverbod Jong stel van midden twintig met drie kinderen. Twee uit een eerdere relatie van de vrouw en een baby uit de huidige relatie. Na afloop van de eerste THV zijn er afspraken gemaakt en zouden Bureau Jeugdzorg, het maatschappelijk werk en de reclassering betrokken blijven. De hulpverlening is gestart maar heeft onvoldoende grip gekregen op de situatie. Het bleek dat de betrokkenen zich anders voordeden dan de werkelijkheid verliep. Het patroon van geweld was te hardnekkig om met de gemaakte afspraken te doorbreken. Een bespreking in het Veiligheidshuis werd gepland maar vlak voordat die plaatsvond was er een 2e THV. In plaats van het gebruikelijke Afsprakengesprek na 8 dagen vond er nu een opgeschaald gesprek direct in het Veiligheidshuis plaats met betrokken partijen als de Waag, toezichthouder Reclassering e.d. plaats. Zich realiserend dat er een ernstig agressie probleem is maar dat men ook de kans moet krijgen dit te veranderen binnen het gezin zijn er duidelijke afspraken gemaakt die van zowel de gezinsleden als de hulpverleners en politie een intensieve samenwerking en investering vragen. Ook zijn er consequenties in het vooruitzicht gesteld, in het belang van de kinderen, als het geweld niet zou stoppen en de ingezette hulpverlening niet zou lukken. Aantal verlengingen Wanneer een huisverbod is uitgesproken, wordt binnen 10 dagen een advies opgesteld omtrent de verlenging. De belangrijkste reden voor verlenging is dat de situatie met betrekking tot de veiligheid van betrokkenen onvoldoende is verbeterd. Incidenteel is het huisverbod ook verlengd omdat de hulpverlening nog niet alle betrokkenen heeft bereikt, waardoor er geen tot onvoldoende zicht is op de veiligheid. Dit is o.a. het geval als de uithuisgeplaatste gedetineerd is maar wel elk moment vrij kan komen waardoor de veiligheid nog onvoldoende gewaarborgd is. In 2013 zijn 53 huisverboden verlengd, dat is 42%. Na een daling in de afgelopen twee jaar (49% in 2010, 37% in 2011 en 32% in 2012) is er nu weer een stijging te zien. Er lijkt in 2012 51 maal sprake te zijn geweest van een samenloop met het strafrecht (40%). Het digitale registratiesysteem Huisverbod -online trekt deze conclusie op basis van de gegevens die zijn ingevoerd bij het Zorgadvies. De politie geeft echter aan dat het niet altijd mogelijk is te achterhalen wanneer er sprake is van samenloop en benadrukt dat er (nagenoeg) 100% samenloop is. Er zijn situaties die zich niet lenen voor inverzekeringstelling, terwijl wel sprake is van een mogelijk strafrechtelijke situatie. Huisverboden per woonplaats In de regio is in 2013 126 maal een huisverbod opgelegd. Bij bijna alle huisverboden woonden de uithuisgeplaatste en achterblijvers op hetzelfde adres. In 15 situaties was de uithuisgeplaatste niet woonachtig op het adres waarop het huisverbod betrekking had. Formeel gezien hoeft een uithuisgeplaatste niet ingeschreven te staan op hetzelfde woonadres om een huisverbod te kunnen opleggen. Het gaat om het met regelmaat aanwezig zijn op een adres. 5 Tabel 3: woonplaats van de uithuisgeplaatste over de periode 2010 tot en met 2013 Gemeente 2011 2012 2010 2013 Beemster 2 1 5 0 Edam-Volendam 3 9 5 4 Landsmeer 1 3 2 3 Oostzaan 0 2 1 0 Purmerend 31 29 49 26 Waterland 0 1 8 3 Wormerland 4 1 4 0 Zaanstad 33 43 42 27 Zeevang 1 0 3 0 Gemeente buiten de regio 0 2 6 4 Zonder vast woon/ verblijf adres *) 1 1 1 1 Totaal 75 92 126 68 *) In deze situaties wonen de partners wel bij elkaar, maar staat de uithuisgeplaatste niet ingeschreven op het adres waar het huisverbod geldt. Huisverboden per wijk Voor de grootste twee gemeentes in de regio zijn de opgelegde huisverboden opgesplitst naar wijk. Zaanstad Tabel 4a: aantal huisverboden per wijk in Zaanstad over de periode 2010 tot en met 2013 Wijk Zaanstad 2011 2012 2010 2013 Assendelft Noord 2 5 3 3 Assendelft Zuid 1 0 3 2 Hoornseveld 1 0 1 3 Kogerveld 2 2 0 2 0 5 1 1 Krommenie West Krommenie Oost 1 1 1 2 Nieuw West 2 4 0 3 Oud Koog aan de Zaan 1 0 2 1 1 1 0 0 Oud Zaandijk Peldersveld 2 2 3 1 Poelenburg 7 3 3 7 Rooswijk 1 4 2 2 Rosmolenwijk 1 2 0 1 Westerkoog 1 0 1 1 0 1 0 1 Westzaan Wormerveer 3 2 1 2 Zaandam Noord 1 2 1 1 2 0 0 2 Zaandam Oude Haven Zaandam West 0 1 1 5 Zaandam Zuid 4 8 4 4 Totaal 33 43 27 44 N.B. 2010-2012 is deze analyse gedaan op woonadres pleger. In 2013 is deze analyse gedaan op adres waarop THV van toepassing was want dit is niet altijd gelijk aan woonadres van de pleger. Het aantal opgelegde huisverboden verschilt per wijk. In 2013 zijn de meeste huisverboden opgelegd in Poelenburg, evenals in 2011. In 2012 en 2010 werden in Zaandam-zuid de meeste huisverboden opgelegd. De aantallen zijn echter (nog) te klein om verklaringen hiervoor te geven. Het totaal aantal huisverboden in 2013 was 42 en dat is nagenoeg gelijk aan 2012 toen waren er 43. 6 Sociale wijk teams In gemeente Zaanstad is in 2014 gestart met 10 sociale wijkteams. Op basis van deze indeling is ook een analyse gedaan over 2013, zodat dit een beeld geeft van de stand van zaken voor de invoering van de sociale wijk teams. Tabel 4b. aantal huisverboden per sociaal wijkteam in Zaanstad Sociale wijkteams 2013 Wormerveer 2 Zaandam Nieuw West, Westerkoog, 4 Rooswijk Zaandam West, Oude Haven 7 Assendelft, Westzaan 6 Krommenie 3 Zaandam Zuid, Rosmolenwijk 5 Pelders, Hoornseveld 4 Kogerveld, Zaandam Noord 3 Oud Koog, Oud Zaandijk 3 Poelenburg 7 Totaal 126 Purmerend Tabel 5: aantal huisverboden per wijk in Purmerend over de periode 2010 tot en met 2013 Wijk 2010 2011 2012 2013 Centrum 0 1 0 2 Purmer-Noord 10 2 4 9 Wheermolen 7 4 3 9 Purmer-Zuid 5 0 3 5 Overwhere 3 7 3 11 Gors 2 9 3 7 Weidevenne 4 6 2 7 Totaal 31 29 26 50 N.B. 2010-2012 is deze analyse gedaan op woonadres pleger. In 2013 is deze analyse gedaan op adres waarop THV van toepassing was want dit is niet altijd gelijk aan woonadres van de pleger. In 2013 zijn in Purmerend zijn de meeste huisverboden opgelegd in Overwhere (11), daarna volgen Purmerend-Noord (9) en Wheermolen (9). De aantallen zijn echter (nog) te klein om verklaringen hiervoor te geven. Edam-Volendam In 2013 zijn in de gemeente Edam-Volendam (7) zijn er 3 huisverboden opgelegd in Volendam en 4 in Edam. In 2012 waren er nog 7 huisverboden in Volendam en 2 in Edam. In 2011 werden er 3 huisverboden opgelegd in Edam en geen in Volendam. De aantallen zijn echter (nog) te klein om verklaringen hiervoor te geven. Waterland In 2013 waren in gemeente Waterland 10 THV opgelegd dit is een duidelijke stijging ten opzichte van voorgaande jaren (3 in 2010, geen in 2011 en 1 in 2012). Van deze tijdelijke huisverboden in Waterland zijn er 7 in Monnickendam en 3 in de overige kernen opgelegd. Hoewel de stijging opmerkelijk is zijn de aantallen (nog) te klein om een verklaring te kunnen geven. 7 Geslacht & leeftijd De uithuisgeplaatste was in 2013 121 maal een man. Dat betekent dat bij 5 huisverboden een vrouw uithuis geplaatst werd. In 2012, werd 1 vrouw en 2011 werden er 3 vrouwen uit huis geplaatst, in 2009 en 2010 werden er in beide jaren 2 vrouwen uit huis geplaatst. De leeftijd van de uithuisgeplaatste varieert. De meeste uithuisgeplaatsten zijn tussen de 20 en 50 jaar. De jongste uithuisgeplaatste was in 2013 18, de oudste 64. De gemiddelde leeftijd van een uithuisgeplaatste in 2013 is 37 jaar (sd 12,8). We zien dat in 2013 de uithuisplaatsingen in de leeftijdsgroep 30-39 jaar gedaald met 16% is ten opzichte van 2012. Verder zien we in de leeftijdsgroep 50-59 jaar een verdubbeling ten opzichte van 2012, maar dit is ten opzichte van 2010 en 2011 ongeveer gelijk, in de overige leeftijdsgroepen zijn er nauwelijks verschillen tussen de jaren te zien. Tabel 6: leeftijd van uithuisgeplaatste over de periode 2010 tot en met 2013 Leeftijd % 2011 % 2012 % % 2010 2013 2010 2011 2012 2013 Jonger dan 20 jaar 0 0 7 9 8 9 10 8 20 – 29 jaar 18 27 21 28 22 24 34 27 30 – 39 jaar 22 32 12 16 32 35 24 19 40 – 49 jaar 19 28 23 31 23 25 35 28 50 – 59 jaar 8 12 11 15 6 7 18 14 60 jaar of ouder 1 1 1 1 1 1 5 4 Totaal 68 100 75 100 92 101 126 100 Tabel 7: relatie van achterblijver tot uithuisgeplaatste Relatie % 2013 2013 (ex-)Partner 132 43 Kind 129 38 Ouder 42 13 Broer/zus 17 5 Anders 16 5 Totaal 336 100 Tabel 8: leeftijd van achterblijver Leeftijd Jonger dan 20 jaar 20 tot 30 jaar 30 tot 40 jaar 40 tot 50 jaar 50 tot 60 jaar 60 jaar of ouder Totaal 2013 128 55 27 45 43 8 306 % 2013 42 18 9 15 14 3 101 Naast de partner, (stief-, pleeg-,biologische) kinderen zijn achterblijvers ook inwonende ouders, broers of zussen of andere familieleden. De leeftijd van de achterblijvers in 2012 is het merendeel jonger dan 60 jaar; dit gold ook voor 2010, 2011, 2012. De groep achterblijvers jonger dan 20 jaar is net als in de voorgaande jaren de grootste groep. 8 Betrokken kinderen Voor het aantal betrokken kinderen wordt gekeken of bij de relatie tot de betrokkenen kind/dochter/zoon is ingevuld, dit kan een biologisch kind zijn maar ook stief- en pleegkinderen worden meegerekend. In 11 gevallen is er sprake van geweld door broer of zus. Deze zijn ook meegenomen bij de betrokken kinderen. Dat maakt een totaal van 128 kinderen betrokken bij 64 huisverboden. Ruim de helft van de betrokken kinderen was onder de 12 jaar. De percentages voor 2013 wijken niet erg af van voorgaande jaren. Ruim een kwart van de betrokken kinderen was tussen de 12 en 18 jaar. Tabel 9: leeftijd van betrokken kinderen over de periode 2010 tot en met 2013 Leeftijd 2011 %2011 2012 %2012 2010 % 2010 2013 Jonger dan 12 jaar 12 t/m 18 jaar 19 t/m 21 jaar Ouder dan 21 jaar Totaal 46 23 7 0 76 61 30 9 0 100 64 29 6 8 107 60 27 6 7 100 70 44 2 12 128 55 34 2 9 100 % 2013 72 36 7 13 128 56 28 5 10 100 Aard en achtergrond van het geweld Aan de hand van de gegevens uit de RIHG zijn onderstaande tabellen samengesteld. Tabel 10: Registraties van eerder geweld over de periode 2010 tot en met 2013 % 2011 % 2012 % 2010 2010 2011 2012 Registraties (HKS) geweld Registraties (HKS) zeden Registraties (HKS) wapengerelateerd Registraties (HKS) overig en mutaties en mutaties en mutaties en mutaties 2013 % 2013 45 66 58 77 67 73 82 65 3 4 2 3 5 5 8 6 5 7 10 13 12 13 13 10 34 50 47 63 46 50 73 58 Bij 82 huisverboden (65%) was er voorafgaand aan het huisverbod al een aantekening van geweld bekend bij de politie. Ten opzichte van 2012 (73%) is dit gedaald dit zou verklaard kunnen worden doordat de politie eerder de interventie van het tijdelijk huisverbod inzet. Tabel 11: Toename van geweld over de periode 2010 tot en met 2013 2010 De zwaarte van het geweld is de laatste jaren toegenomen De frequentie van geweld is de laatste jaren toegenomen %2010 2011 %2011 2012 %2012 2013 %2013 40 59 39 52 58 63 65 52 46 67 52 69 55 60 64 51 Uit politiegegevens blijkt dat de frequentie van het geweld de laatste jaren is toegenomen. De politie wordt meestal pas gewaarschuwd door het slachtoffer en/of de omgeving als er sprake is van zwaarder en langduriger geweld. Een eerdere benadering van de politie zou er toe kunnen leiden dat een huisverbod eerder wordt opgelegd. Het Steunpunt Huiselijk Geweld ontvangt jaarlijks de politiemeldingen omtrent huiselijk geweld. In 2013 heeft het Steunpunt 1266 meldingen ontvangen. Een aantal keer leidde de informatie in de politiemelding tot onderling overleg tussen de politie en het Steunpunt, waardoor bij een volgende mutatie direct een huisverbod werd opgelegd. 9 Tabel 12: Aard van het geweld over de periode 2010 tot en met 2013 62 49 16 25 % 2010 91 72 24 37 68 59 21 32 % 2011 91 80 28 43 78 71 23 41 % 2012 85 77 25 45 117 77 23 57 % 2013 93 61 18 45 30 44 44 59 42 46 50 40 13 19 9 12 2 2 7 6 29 43 36 48 34 37 55 44 32 47 23 31 38 41 56 44 56 82 65 87 80 87 112 89 20 29 15 20 24 26 23 18 10 18 15 27 7 16 9 21 9 25 10 27 6 43 5 34 Verkrachting of aanranding Gedwongen seks of prostitutie (Vermoeden van) kindermisbruik 8 7 3 12 10 4 8 7 0 11 9 0 5 4 2 5 4 2 15 9 2 12 7 2 In bezit van vuurwapen In bezit van wapenvergunning Gebruik van slagwapen, steekwapen of (nep-)vuurwapen Gebruik van ‘toevallige’ wapens (servies, asbak, keukenmes) 2 3 6 0 8 0 2 0 2 0 7 1 6 1 11 16 7 9 6 7 9 7 29 43 36 48 34 37 41 33 36 53 46 56 57 62 63 50 37 54 42 23 62 67 64 51 26 38 17 31 21 23 29 23 26 38 23 31 31 34 57 45 2010 Verbaal (schelden, schreeuwen) Dreigen met fysiek geweld Dreigen met wapen Dreigen met doden Geweld tegen kinderen en/of huisgenoten Geweld tegen huisdieren Vernielen (dierbare) eigendommen van het slachtoffer Slachtoffer vernederen of dwingen iets tegen de wil te doen Duwen, schoppen, stompen, haren trekken Zware kneuzingen, brandwonden, gebroken ledematen Verwonden met wapen Verwurging Geweld is willekeurig en volstrekt zonder aanleiding (Dreiging van) plotselinge, extreme uitbarsting van geweld Zwaar fysiek geweld (al dan niet met ernstig letsel) Slachtoffer is totaal niet weerbaar 2011 2012 2013 Tabel 13: Gebruik verdovende middelen over de periode 2010 tot en met 2013 Signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik alcohol Signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik soft drugs Signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik hard drugs Onder behandeling (geweest) voor verslaving Op het moment fors gedronken (of sterk vermoeden) Op het moment drugs gebruikt (of sterk vermoeden) 2010 % 2010 2011 % 2011 2012 % 2012 2013 % 2013 34 50 38 51 41 45 61 48 16 24 17 23 27 29 26 21 11 16 6 8 13 14 14 11 15 22 14 19 12 13 23 18 28 41 21 28 22 24 39 31 11 16 5 7 17 19 13 10 10 Tabel 14: Achtergronden van geweld over de periode 2010 tot en met 2013 Langdurige werkloosheid Recent ontslag/dreiging ontslag Problemen rondom WAO of WW uitkering Spanningen op het werk 33 12 % 2010 49 18 40 6 % 2011 53 8 40 10 % 2012 45 11 61 4 % 2013 48 3 11 16 6 8 6 7 5 4 10 15 8 11 14 15 15 12 Veel schulden Financieel niet kunnen rondkomen Vermoeden van een gokprobleem 34 32 5 50 47 7 25 17 3 33 23 4 41 22 7 45 24 8 43 44 6 34 35 5 13 19 9 12 11 12 14 11 4 18 6 27 0 18 0 24 0 18 0 20 3 19 2 15 7 10 8 11 5 5 8 6 8 37 2 12 54 3 12 29 1 16 39 1 11 30 0 12 33 0 7 49 1 6 39 1 12 18 15 20 13 14 15 12 11 16 7 9 7 8 7 6 16 24 14 19 21 23 25 20 12 18 12 16 16 17 13 10 16 24 18 24 14 15 30 24 6 9 9 12 8 9 15 12 2 3 3 3 5 4 7 9 8 9 7 6 60 2 1 80 3 1 53 2 0 58 2 0 65 8 6 52 6 5 5 7 6 7 12 10 2010 Problemen met kinderen uit een eerdere relatie Niet accepteren van een zwangerschap Onenigheid over opvoeding kinderen Gedragsproblemen bij kinderen (bijvoorbeeld huilbaby's) Lopende echtscheidingsprocedure Overige relatieproblemen Problemen rondom verblijfsvergunning Contacten strikt beperken (binnen eigen cultuur of geloof) Contacten met de buitenwereld alleen via pleger Verbieden van contact met vrienden of bekenden Pleger controleert financiën e.d. (of bijvoorbeeld paspoort) Slachtoffer heeft geen zeggenschap binnenshuis Slachtoffer mag niet/amper buitenshuis komen Er is geen contact te maken met het gezin Geschillen met andere worden door ruzie/geweld opgelost Binnen het gezin is er veel ruzie Antecedenten slachtoffer Antecedenten andere gezinsleden Sociaal isolement door excessief middelengebruik/verslaving 2011 2012 2013 In 2013 is ten opzichte van voorgaande jaren een toename te zien van schuldenproblematiek bij de opgelegde huisverboden. Door de huidige economische situatie zullen spanningen verband houdend met werkloosheid en financiële problematiek toenemen. 11 Tabel 15: Betrokkenheid kinderen over de periode 2010 tot en met 2013 % Kinderen getuige van geweld Kinderen apathisch, huilerig of schrikachtig Geweld gepleegd tegen kinderen (alle vormen) Kinderen gewond 5 Ondertoezichtstelling en/of andere 4 kinderbeschermingsmaatregel % % 2 2 % 2 0 2 0 2 2010 2011 2010 0 1 0 1 0 1 2 1 3 1 1 2 3 6 6 6 7 5 41 60 47 3 1 6 3 8 3 2 2 2 2 19 28 24 2 4 6 7 1 2 1 1 2 1 12 18 17 3 2 3 1 7 7 4 5 3 3 3 2 6 11 15 4 4 7 6 In 2013 lijkt het aantal kinderen dat getuige is van geweld afgenomen ten op zichten van voorgaande jaren. Ook het aantal kinderen die apathisch, huilerig of schrikachtig zijn, evenals het aantal kinderen dat gewond raakt lijkt af te nemen. Hoofdstuk 2 Samenwerking en ontwikkelingen Tijdelijk Huisverbod 2013 Net als in de voorgaande jaren is met de ketenpartners de THV praktijk geëvalueerd tijdens een bijeenkomst op 6 maart 2014. De cijfers, de onderlinge samenwerking en de actiepunten van het afgelopen jaar zijn besproken. Een aantal zaken die het afgelopen jaar relevant zijn gebleken, en de beleidsspeerpunten van 2013, komen hier naar voren. 1. Wederom is het aantal huisverboden toegenomen. Het aantal huisverboden is echter nog een ‘topje’ van de ijsberg. In 2013 heeft het Steunpunt Huiselijk Geweld 1266 politiemeldingen omtrent Huiselijk Geweld ontvangen. Bij ca 7% leidt een politiemelding tot een huisverbod. Uit landelijk onderzoek is bekend dat slechts een klein deel van de slachtoffers (20%) zich meldt bij de politie en vaak pas contact opneemt met de politie als er meerdere incidenten (gemiddeld 30) hebben plaatsgevonden. Dit percentage is de laatste jaren gestegen; aan het begin van deze eeuw was het percentage slachtoffers van huiselijk geweld dat contact zocht met de politie nog ca.10%. De landelijk campagnes Nu is het genoeg (2007) en Voor een veilig thuis (2012-2013) dragen hieraan ook bij. Uit de verschillende gezondheidsonderzoeken die de GGD in de periode 2009 t/m 2011 heeft uitgevoerd blijkt dat 4% van de 0-11 jarigen weleens getuige is geweest van huiselijk geweld ( regiorapportage 0 t/m 11 jarigen onderzoek, 2011), 5% van de jongeren uit het EMOVO onderzoek (2010) geeft aan zelf wel eens slachtoffer te zijn van huiselijk geweld, 9% van de volwassen en 2% van de senioren geeft aan ooit te maken te hebben gehad met huiselijk geweld gezondheidsonderzoek 2009). In totaal betreft dit 18000 volwassenen en 1000 senioren. Op grond van enerzijds politiegegevens en anderzijds zelfrapportage wordt geschat dat er jaarlijks minstens 200.000 personen in Nederland slachtoffer zijn van evident huiselijk geweld. Daarnaast zijn er jaarlijks afgerond 1 miljoen slachtoffers van incidenteel huiselijk geweld. Wanneer dit aantal omgerekend wordt naar Zaanstreek-Waterland blijkt dat er ruim 19.000 volwassenen en senioren incidenteel te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Gezien de omvang van het huiselijk geweld is een verdere stijging van het aantal huisverboden niet ondenkbaar. 2. De organisaties zijn nog steeds van mening dat een huisverbod hen de mogelijkheid biedt om in te grijpen en te helpen in gezinnen waar voorheen geen contact mee was, of waar het contact te vrijblijvend was. In 2013 was bij 82 huisverboden (65%), voorafgaand aan het huisverbod , al een aantekening van geweld bekend bij de politie. Het huisverbod biedt de mogelijkheid om in het systeem hulpverlening in te zetten. Vanuit een strafrechtelijk kader of wanneer de veiligheid van de kinderen onvoldoende te waarborgen is, zijn er mogelijkheden om de hulp met dwang en drang te organiseren. 12 3. In 2013 heeft men via het Steunpunt huiselijk geweld en het Casuïstiekoverleg een keer of zes samengewerkt met het Veiligheidshuis rondom een problematische casus. Hier kwamen verschillende afspraken en maatregelen met ketenpartners uit voort uit voort, waaronder een paar keer een “voorbereid” THV. 4. De samenwerking tussen de verschillende organisaties die betrokken zijn bij het THV-proces in de regio loopt goed. Het knelpunt dat af en toe optreedt heeft vooral te maken met de druk op de samenwerking vanwege de grote tijdsdruk op het proces in relatie tot de druk van de overige werkzaamheden en het parttime werken van veel betrokken professionals. 5. De inhoudelijke bijeenkomsten voor deskundigheidsbevordering die er twee keer per jaar gehouden worden over diverse thema’s bevallen erg goed. Er valt onderling en in de regio genoeg expertise te halen. 6. Gebrek aan onderdak blijft voor een klein deel van de uithuisgeplaatsten een belangrijk probleem. Jaarlijks gaat het om circa 5 -10 uithuisgeplaatsten, maar het belemmert de hulpverlening ernstig. Vaak betreft het jongere uithuisgeplaatsten of allochtonen. De dakloosheid maakt de betrokkene alleen maar bozer wordt én minder bereikbaar voor hulp, letterlijk en figuurlijk. Met een verlengingsmogelijkheid van de noodopvang en/of een bescheiden voorschotregeling zou dit probleem tegemoet getreden kunnen worden. Ook een opname vanuit de verslavingszorg wordt ernstig belemmerd als de betrokkene geen onderdak heeft. 7. De deelname van de Brijder aan het overleg omtrent de huisverboden is een welkome uitbreiding. De contactpersoon van de Brijder biedt intussen ook snel hulpverleningstrajecten die inhaken op de hulpvraag die voortkomt uit de Afsprakengesprekken. De GGZ wordt echter nog zeer gemist. Regelmatig is GGZ hulpverlening namelijk noodzakelijk in het traject na afloop van de THV. Daarbij is er vaak sprake van wachtlijsten bij zowel de GGZ als de geïndiceerde jeugdzorg als er na de THV-hulp verwezen moet worden. (Dit speelt in ongeveer 1 op 4 van de casussen) Tijdens het THV-traject zijn de huisartsen vaak zeer terughoudend in overleg over hun patiënten. Casus: een jonge uithuisgeplaatste Zoon van 23 uithuisgeplaatst, moeder en kinderen van 13 en 16 achtergebleven. Uitwonende dochter van 25. Het Steunpunt had ook al net een politiemelding binnen omdat moeder en oudste dochter op het bureau geweest waren om melding te doen van het geweld richting moeder. Door de ‘melding op locatie’ werd bij de volgende uitbarsting een huisverbod opgelegd. Schrijnend was dat er voor de jongeman geen onderdak beschikbaar was. Hij voelde zich bij het Leger des Heils totaal niet op z’n gemak. Moeder voelde zich daardoor enorm schuldig over haar gang naar de politie. Er was sprake van uit de hand lopend gedrag van zoon naar moeder vanwege verslaving. De zoon was erg afhoudend naar de reclassering toe. Uiteindelijk kwam hij op een afspraak met de reclassering, maar deze kon hem niet geven wat hij wilde namelijk een opheffing van het huis verbod. Omdat er geen afspraken gemaakt konden worden en de dreiging niet was afgenomen is het huis verbod verlengd. De familie kon het niet opbrengen om zoon niet in huis te laten. Dit resulteerde niet alleen tot het verbreken van het huis verbod, maar ook tot nieuwe agressie thuis. Na de THV bleef zowel het maatschappelijk werk als de reclassering betrokken. Bureau Jeugdzorg was ook betrokken vanwege de andere, jongere kinderen. De zoon heeft een andere verblijfplaats gevonden doch het is niet duidelijk of dit een blijvende situatie zal zijn. De familie voelde zich aan een kant gesteund door de hulpverlening, doch ook voor een onmogelijke situatie geplaatst, namelijk hun zoon op straat laten zwerven. 13 Hoofdstuk 3: Voornemens en aandachtspunten Voor 2014 worden de volgende beleidsvoornemens geformuleerd: 1. In overleg treden met de GGZ in verband met een snellere doorverwijzing van nieuwe cliënten voor vervolghulp. 2. Mogelijkheden onderzoeken voor meer opvangmogelijkheden voor (jonge) uithuisgeplaatsten. Op de huidige crisisplekken mag men maximaal 3 nachten achterheen verblijven. Een huisverbod duurt echter minimaal 10 dagen. 3. De samenwerking tussen hulpverlening en politie verder intensiveren, zodat, waar mogelijk, een huisverbod meer preventief kan worden ingezet. In 2012 was bij 67 huisverboden (73%), voorafgaand aan het huisverbod, al een aantekening van geweld bekend bij de politie. 4. Ontwikkeling van de wijkteams in Zaanstad en Purmerend. In de uitvoering van het Tijdelijk Huisverbod zijn de eerste 10 cq 28 dagen cruciaal voor de hulpverlening. In deze periode wordt de hulpverlening vanuit de SMD en Bureau Jeugdzorg uitgevoerd door een beperkt aantal medewerkers, zodat er een goed op elkaar ingespeeld team is ontstaan. De vervolg hulpverlening na afloop van het huisverbod, die deze instelling (blijven) leveren, zal verlopen via de wijkteams. Dit betekent dat de cliënt mogelijk met een andere hulpverlener te maken krijgt. Dit is kwetsbaar voor de continuïteit van zorg. 5. De mogelijkheid onderzoeken of met behulp van een stagiaire een onderzoek gedaan kan worden naar de ervaringen van de uithuisgeplaatsten en achterblijvers met het huisverbod en te inventariseren hoe de situatie in het gezin is een (half) jaar na afloop van het huisverbod. Hoofdstuk 4: Financieel overzicht De kosten voor het hulpverleningstraject, inclusief de procescoördinatie en het beleidsadvies, zijn opgenomen inde Gemeenschappelijke Regeling van de GGD. De verantwoording vindt ook plaats via de jaarverantwoording van de GGD. Naast deze kosten zijn er kosten voor Huisverbod online (Khonraad); deze kosten worden door de centrumgemeente gedragen. 14
© Copyright 2025 ExpyDoc