rundveehouderij R E P O RTA G E Fokke Terpstra verkocht dit quotumjaar zijn melkquotum, maar melkt rustig verder. Omdat de leaseprijs te hoog is, neemt hij superheffing voor lief. Het laatste quotumjaar wacht hij af. R20 De droge koeien hebben in de verbouwde graanschuur de beschikking over een potstal. De vreetplaatsen zijn wel onderkelderd. Goed gevoel met nul kilo melkquotum I EDERE melkveehouder zag afgelopen zomer de quotumprijzen fors stijgen, ondanks het naderende eind van het quotumtijdperk. Fokke Terpstra in Wijnaldum (Fr.) wist al dat hij 125.000 kilo bij moest huren. Maar met de stijgende quotumprijzen ging hij rekenen. Een liquiditeitsberekening en een risicoanalyse bevestigden zijn voorgevoel. Hij belde de makelaar toen de prijzen voorbij 10 cent gingen. “Hij begon te lachen toen ik hem vertelde dat hij mijn quotum mocht verkopen als het richting 12 cent ging. Een paar maanden later was ons quotum van 175.000 kilo verkocht voor gemiddeld 11,75 cent. Prima, ik heb het geld en het risico is nihil.” Koel en berekend doet Terpstra zijn verhaal. Hij is een veehouder van de grote lijnen. Tot half februari keek hij regelmatig op Quotum.nu om de leaseprijzen in de gaten te houden, maar die bleven te hoog. Van achter de computer in zijn kantoor, tegen het woonhuis aan, kan Terpstra de koeien, melkrobot en een glimp van het afkalfhok in de gaten houden. FO T O ' S: MA R K PA SVE E R De veehouder hanteert een eenvoudige rekensom. Het superheffingsbedrag (€0,2783 per kilo melk, onafhankelijk van het geleverde vetgehalte) deelt hij door het gemiddelde vetgehalte op zijn bedrijf. Dat is 4,45 procent. Het omslagpunt ligt bij een leaseprijs van 6,25 cent. Aangezien de leaseprijs daar dit quotumjaar niet ver genoeg onder komt, rest hem maar één optie: over de gehele geleverde productie superheffing betalen. BOERDERIJ 99 — no. 22 (25 februari 2014) PROFIEL Naam: Tineke de Groot (51) en Fokke Terpstra (48). Woonplaats: Wijnaldum (Fr.). Bedrijf: vof Okkinga State melkt 43 koeien met vooral Montbéliarde-bloed. De gemiddelde productie is 7.500 kilo melk met 4,45 procent vet en 3,50 procent eiwit. De koeien krijgen jaarrond alleen balen kuilgras met aanvullend 19 kilo krachtvoer per 100 kilo melk. Het celgetal schommelt rond 100, de tussenkalftijd is 365 dagen. Terpstra houdt alle vaarskalveren aan. Vanaf 2015 wil Terpstra 125 koeien houden. Van de 55 hectare in eigendom gebruikt hij nu 20 hectare voor de grasteelt. De rest verhuurt hij momenteel aan zijn broer, die akkerbouwer is. Naar verwachting haalt FrieslandCampina dit quotumjaar ruim 300.000 liter melk op bij Terpstra. Afspraken met zuivelfabriek Toen de verkoop van het quotum was afgerond, nam de veehouder contact op met de binnendienst van FrieslandCam- De voergang ligt naast de oude graanschuur. De ligboxen zijn daar in dwarsopstelling geplaatst. BOERDERIJ 99 — no. 22 (25 februari 2014) pina. Daar zouden immers alarmbellen gaan rinkelen omdat een veehouder zonder quotum wel volop melk aanleverde. “Met de binnendienst ben ik het eens geworden. Ik heb direct een bepaald bedrag op de vrije ledenrekening geparkeerd en vanaf december houdt FrieslandCampina 25 cent per liter melkgeld in. Deze twee samen vormen een buffer voor de superheffing die ik deze zomer en najaar moet betalen.” Met de superheffing is Terpstra ruim de helft van de opbrengstprijs van het quotum kwijt. Voor het laatste quotumjaar moet hij nog wat regelen. “Het mooiste is als de lease- of koopprijzen volgend jaar weer naar de normale waarden van 4 cent gaan. Dan kan ik gewoon huren. Maar daarover denk ik nog niet na. Misschien komt er in Brussel nog wel extra beweging richting een zachtere landing.” Terpstra kijkt verder dan de directe geldstromen. Fiscale voordelen maken de verkoop interessant. De opbrengst van het quotum zit in de herinvesteringsreserve. Die wordt niet aan de boekwinst toegevoegd, dat betekent geen extra belasting. In 2015 of 2016 wil hij de reservering verrekenen met de aanschaf van een tweede melkrobot. “Ik heb de laatste twee quotumjaren extra aftrekposten door superheffing of lease en geen hogere boekwinst door de verkoop. Dat past me wel, zeker nu de melkprijzen hoog zijn”, glimlacht Terpstra. En hij is blij dat hij het dure quotum nu grotendeels op de bedrijfsspaarregeling heeft staan. → R21 rundveehouderij De shovel omvat het gehele machinepark van Terpstra. De koeien en het jongvee krijgen jaarrond balen kuilgras. Op naar het vrije melken R22 Terpstra richt zich op de tijd na het quotum. Daar is hij al meerdere jaren mee bezig. Het jongveedeel zit flink vol om langzaam in aantal dieren en kilo’s melk te groeien. In 2007 kocht hij het ouderlijk bedrijf. Daaraan moest veel gebeuren, dus verkocht hij destijds de koeien en het quotum. Zijn broer huurde alle grond. Drie jaar lang knapte Terpstra het bedrijf op, in 2010 kocht hij weer melkquotum. In Frankrijk vond hij een zuivere Montbéliarde-veestapel met 26 koeien en zes pinken. Aansluitend kocht hij in Nederland tien Montbéliarde-kruislingen. Ook plaatste hij een A3 Next-melkrobot, omdat hij vier dagen per week van huis is. Arbeidsgemak loopt als een rode draad door het bedrijf. Dus kwam er ook een Dochter Femke (10) is veel te vinden tussen de dieren. Kalfjes aan de drinkautomaat laten wennen vindt ze leuk werk. kalverdrinkautomaat. “Om zeven uur ’s ochtends ga ik de stal uit, dan moeten de koeien zich redden tot ’s avonds.” Dat lukt met dit koppel koeien en medewerking van diverse organisaties prima. De robot stuurt een opgegeven tochtige koe naar het separatiehok. De inseminator weet dat hij de koe na inseminatie terug kan sturen in het koppel. Hetzelfde verhaal voor de klauwverzorger van AB. Te bekappen koeien staan in de separatieruimte, de man redt zich alleen. “Ik ben blij dat dit zo kan”, zegt Terpstra. Al het landwerk besteedt hij ook uit. Met een shovel en zijn telefoon runt hij het bedrijf. Alle gras gaat in vierkante balen, deze zet hij om de paar dagen op de voergang en schuift ze zo nu en dan aan. Deze zomer komen er naast de stal een ruime mestkelder en zeventig extra ligboxen. Daarna zal het bedrijf met eigen aanwas langzaam doorgroeien naar 125 melkkoeien met jongvee. Tevreden kijkt Terpstra vanuit zijn kantoor naar de koeien, de melkrobot en de omgebouwde graanschuur. In zes jaar is er veel gebeurd en binnenkort is het bedrijf klaar voor een eventuele volgende generatie. “Onze dochter Femke van tien kent de koeien beter dan ik, dus wie weet. Maar eerst wil ik er zelf van genieten. Door de hoge quotumprijzen kan dat nu al zonder een kilo quotum op naam.” Werkwijzen uitwisselen door baan buiten de deur Terpstra werkt 32 uur per week als bedrijfsadviseur bij Countus. Die uren is hij daadwerkelijk weg van het melkveebedrijf. Momenteel verzorgt hij de ruim veertig koeien en 45 stuks jongvee min of meer alleen. Ook na de uitbreiding richting 125 koeien wil hij buiten de deur blijven werken. “Die mix wil ik graag vasthouden. Ik heb prikkels van buitenaf nodig. En in mijn functie zit ik vaak bij collega-veehouders om tafel en bespreken we allerlei zaken rondom het boerenerf. Soms kom ik dingen tegen die mij thuis ook passen en sommige werkwijzen passen thuis niet. Van die uitwisseling kan ik enorm genieten.” Terpstra zal het werk op de boerderij na uitbreiding wel met extra hulp van bijvoorbeeld een zzp’er invullen. Verder blijft eenvoud de boventoon voeren op zijn melkveebedrijf. De loonwerker krijgt het nog drukker, omdat het areaal dan groeit van 20 naar 55 hectare. Daarnaast zal een sober koppel koeien voor gemak moeten zorgen. Terpstra werkt met het kruisingssysteem Procross, waarbij de rassen Holstein, Montbéliarde en Zweeds roodbont elkaar opvolgen. Rob Hoefman BOERDERIJ 99 — no. 22 (25 februari 2014)
© Copyright 2024 ExpyDoc