Document auditieve oefeningen – lente

Auditieve oefeningen - lente
Hakken en plakken
(hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen)
len-te
lam-me-tje
tuin-tje
tuin-man
in-sect
kro-kus
bloe-men
ro-zen
bij-en
zon-ne-bloem
tul-pen
zaai-en
vo-gel
rup-sen
groen-te
Nazeggen van eenvoudige zinnen.
(lees rustig de zin voor, laat de kinderen de hele zin herhalen)
In de lente schijnt de zon.
Het schaap loopt in de wei.
In het gras groeit een krokus.
Ik ga bonen zaaien in de groentetuin.
Rozen, tulpen en krokussen groeien in de tuin.
Het schaap heeft een lammetje.
Een vlinder is eerst een rups.
De tuinman loopt naar zijn tuintje.
De lente komt na de winter.
In de lente kun je fijn buiten spelen.
Nazeggen van woorden.
krokus
zaaien
bij
lente
zon
zaaien
krokus
tulp
lammetje
nestje
lente
tulp
lammetje
zonnebloem
seizoen
groente
madelief
zon
jonkie
voorjaar
zon
rups
wei
gras
schaap
lammetje
zon
lente
vogel
krokus
tuinman
tuinieren
bonen
spelen
potgrond
rups
tuinman
voorjaar
vogelei
vlinder
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(lees de vier woorden voor, laat de kinderen alle vier de woorden herhalen)
1
Welk woord hoor je 2 keer?
(lees de vier woorden voor, wie weet welk woord je twee keer zei?)
lente
tuinman
schaap
krokus
lente
tulp
lammetje
lente
rups
lente
voorjaar
tuinieren
lammetje
tulp
zon
tuintje
wei
lammetje
bij
voorjaar
voorjaar
tuinman
schaap
zaaien
buiten
potgrond
potgrond
lammetje
vlinder
krokus
zon
rups
wei
zaaien
lente
tulp
potgrond
vlinder
bij
krokus
Welk woord is het langste / kortste?
(Lees steeds 2 woorden voor, wie weet welk woord het langste is? Kun je later nog eens doen, maar dan
welk woord het kortste is?)
tuinman
schaap
krokus
zon
lente
zonnebloem
zaaien
rozen
tuintje
vlinder
tuin
lammetje
tulp
voorjaar
bij
wei
tuin
tuinieren
vogelnest
roos
Wat is het eerste woord, middelste woord of laatste woord?
roos
zon
tuintje
krokus
bij
rozen
schaapjes
buiten
hark
lente
krokus
lente
tuinman
zon
rups
zaaien
lammetjes
zaaien
krokus
tuinieren
tulp
voorjaar
tuinieren
lente
vlinder
zon
boontjes
potgrond
schep
rozen
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Lees steeds 3 woorden voor, wie weet welk woord je het eerste zei? Kun je later nog eens doen, maar
dan welk woord het middelste of laatste woord was.)
2
Welk woord hoort er niet bij?
(Lees de woorden voor, welk woord hoort niet bij dit thema?)
zon
zaaien
lammetje
olifant
bloemen
kuikentjes
schaatsen
groentetuin
zon
krokus
voorjaar
kabouter
krokus
lente
wei
lammetjes
voorjaar
zeemeermin
lam
december
najaar
rups
kerstbal
tuinman
schaap
herder
zonnebloem
tuinieren
rozen
vlinder
lente
schaap
hark
potgrond
vuurwerk
schaap
zaadjes
zaaien
ijscoman
hark
Reactiewoord herkennen
(Bij het vetgedrukte woord, gaan de kinderen staan, klappen in hun handen of …)
roos – krokus – tulp – roos – bloembol – roos – zon – roos – lam – schaap – roos
zaaien – tuinman – tulp – zaaien – zaaien – roos – groente – zaaien – schaapjes
voorjaar – lente – voorjaar – tulp – roos – rups – voorjaar – lam – voorjaar – krokus
tuin – tuin – tuin – tuinman – roos – tulp – bloembol – tuin – voorjaar – tuin – schaap
schaap – lam – vlinder – schaap – tuinman – schaap – bloembol – schaap – bij – roos
potgrond – lam – potgrond – tulp – potgrond – potjes – roos – potgrond – lammetje
bloembol – krokus – bloemen – bloembol – rups – insect – bloembol – bloembol
lente – lente – lente – voorjaar – tulp – zon – vlinder – lente – roos – lente – lammetje
boon – roos – boon – boom – boon – vlinder – boon – tuinman – boon – zaaien
rups – insect – boon – zaden – rups – potgrond – rups – tuin – wei – rups – lammetje
Een zin langer maken.
In de lente …
De rups …
De tuinman …
In de groentetuin …
Met de hark …
Zeven lammetjes …
Het is voorjaar …
Krokus, tulp, …
In de wei …
De bloemen …
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Lees het begin van iedere zin voor. Wie kan die zin afmaken? Moet natuurlijk wel bij het thema
passen.)
3
Tegenstellingen
(Lees voor, wie weet wat het tegenovergestelde is?)
De groentetuin is niet binnen, maar
Een hark heeft geen korte steel, maar
De planten groeien niet snel, maar
Het schaap heeft geen dunne vacht, maar
Een lammetje is niet groot, maar
Er groeien niet weinig tulpen, maar
In de zon is het niet koud, maar
Een bloembol is niet vierkant, maar
Een tuinman werk niet binnen, maar
De tuin is niet breed, maar
buiten
een lange steel
langzaam
een dikke vacht
klein
veel
warm
rond
buiten
smal
Rijmen
(Wat rijmt er op …?)
LAM; kam, zwam, ram, ham, tam
HARK; park, mark
ROOS; koos, boos, moos, poos, soos, doos, hoos, loos
BIJ; mij, rij, pij, zij, dij, tij, kei, wij, lei, mei
KUIKEN; ruiken, duiken, fuiken, luiken
Rara, …
Het kindje van een schaap.
In de lente groeit het aan de bomen.
Hieruit groeit een tulp.
De tuinman knipt hiermee de heg.
Hier groeit het eten voor de mensen.
Van dit zand houden zaadjes.
Het komt uit een ei en is meestal geel.
Bloemetjes doen dit, het rijmt op groeien.
Het is een bloem en rijmt op boos.
Mijn papa is een hengst, mijn mama een merrie.
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wat is het?
Rara, wie is het?
lammetje
blaadjes
bloembol
heggenschaar
groentetuin
potgrond
kuikentje
bloeien
roos
veulentje
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Leuke raadsels!)
4
Goed of fout?
(Lees voor, is het goed of fout? Is het fout, wat moet het dan eigenlijk zijn?)
goed
fout (groentes)
fout (vlinder)
goed
goed
fout (ook in de tuin)
goed
fout
fout (in de herfst)
goed
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
De mama van een lammetje is een ooi.
In de groentetuin groeien bloemen.
Een rups wordt een bij.
Na de lente komt de zomer.
Bonen, spinazie, bloemkool, allemaal groentes.
Potgrond hoort alleen in potten.
Uit een bloembol groeit een bloem.
Insecten wonen graag binnen.
In de lente vallen de blaadjes van de bomen.
De lente komt na de winter.
5