Walhalla van de flipperaars komt in Veenendaal

Walhalla van de flipperaars komt in Veenendaal
VEENENDAAL - 'Ik houd van een snel spel met veel multiball. Een TZ ligt me dus
niet zo maar de MM dus wel en dat is mijn favoriete kast. Snel spel, leuke schoten,
leuke humor, mooi eindspel, uitdaging, dat is wat ik zoek in een kast'. Waar gaat dit
over? Hier is een flipperaar aan het woord die in het viermaal per jaar uitkomende
tijdschrift Spinner aan zijn enthousiasme voor het spel uiting geeft. Het is het
tijdschrift van de Nederlandse Flipper Vereniging (NFV), sinds 1992 een landelijke
club met ruim 1100 leden in zowel Nederland als België. Over één maand hoopt de
NFV een mooi clubhuis in gebruik te nemen, aan de Veenendaalse Turbinestraat.
door Gerard van Wijk
Het Walhalla van de flipperaars noemt Arie Pijl (59) de ruimte, waar 120
flipperkasten in rijen staan opgesteld. De NFV heeft totaal 150 kasten. De oudste kast
is een Amerikaanse Gottlieb's 4 player Sweet Sioux uit 1959. Op de Comics uit 1965
werpt Pijl ook een verliefde blik. Eén van de echte liefhebbers van het spel. Hij is de
enige Veenendaler in het bestuur en verantwoordelijk voor het beheer en het
clubhuis. En zo'n mooi clubhuis als binnenkort in gebruik kan worden genomen heeft
de NFV niet eerder gehad.
De flipperaars hadden jarenlang, na een periode in Deventer, een eigen ruimte in een
voormalige kippenschuur in Ederveen. De verhuurder bleek echter bij een door een
buurman gewenste uitbreiding niet over de nodige vergunningen te beschikken en de
gemeente Ede was onvermurwbaar. De flipperaars stonden met hun flipperkasten op
straat. Pijl heeft de nodige tijd en energie gestoken in het vinden van een nieuw
clubhuis waar clubhuisdagen en toernooien zoals Funhouse Fridays en de Dutch
Pinball Masters kunnen worden gehouden. Een toernooi waar Europese
flippertoppers op af komen en al eens door een Amerikaan is gewonnen. Het flipperen
op dit niveau is geen onderonsje van wat regionale liefhebbers, het is een
internationaal gewaardeerd tijdverdrijf.
In Ederveen had de NFV honderd kasten van alle generaties opgesteld op 315
vierkante meter. In de nieuwe ruimte op het Veenendaalse bedrijventerrein Het
Ambacht is de spelruimte meer dan verdubbeld, naar 660 vierkante meter. De
hobbyclub is voor iedereen die het flipperen een warm hart toedraagt, zegt Pijl. Of het
nu spelen, sleutelen of verzamelen is. De contributie bedraagt 35 euro jaarlijks en
voor dit luttele bedrag kan het hele jaar door van de 150 opgestelde flipperkasten
gebruik worden gemaakt. De afgelopen maanden en ook de komende maand is de
locatie ingericht als tijdelijke opslagruimte. Pijl en andere flipperaars zijn druk
doende alles in gereedheid te brengen voor de officiële opening.
Het flipperen dateert bepaald niet van de laatste halve eeuw. Al in de 18e eeuw
bestonden er in Frankrijk flipperkasten en in de 19e eeuw ging het zogezegd echt los.
Het waren uiteraard nog niet de veelkleurige kasten met vele mogelijkheden zoals die
later te zien waren in uitgaansgelegenheden. De eerste flipperkasten bestonden uit
schuinstaande biljarttafels waar een bal met een kleine keu omhoog werd gestoten,
waarna hij tussen spijkertjes terug rolde. De keu werd later vervangen door een
afschietmechanisme. In 1938 kwamen er kasten op de markt die zelf de puntentelling
bijhielden op een bovenop gemonteerde kopkast door middel van oplichtende velden.
Aanvankelijk bleef dit beperkt tot de Verenigde Staten (Pinball), maar bij de
bevrijding brachten de Amerikanen het spel mee naar Europa.
De flipperkast werd kort na de oorlog geïntroduceerd. Eind jaren zeventig deed de
microprocessor zijn intrede in de techniek van de flipperkast. In plaats van talloze
relais wordt de hele flipperkast bestuurd door een centraal computerbord die met
geïntegreerde schakelingen en transistors alles in de kast regelt. Er werden nog talloze
verbeteringen doorgevoerd, maar langzamerhand sloten de fabrieken de deuren. Was
aanvankelijk een café of speelzaal zonder flipperkast nog ondenkbaar, dat veranderde
in de loop der jaren. Flipperkasten werden duur en leverden de uitbaters relatief
weinig op. Je ziet ze nu nog wel bij campings en amusementsparken.
Arie Pijl zet voor de gelegenheid even twee kasten onder stroom en we proberen
zoveel mogelijk punten te maken. Met drukknoppen op de zijkast bedienen we twee
flippers. Bedoeling is het stalen balletje met een doorsnede van 27 mm zo lang
mogelijk tegen de zwaartekracht in, in het spel te houden en punten te scoren door
het aanschieten van doelen op het speelveld. Het clubblad Spinner is genoemd naar
een ronddraaiend onderdeel. Vijftien jaar geleden zag de zoon van Pijl een flipperkast
in een kringloopwinkel. ,,Die moeten we kopen", zei hij thuis. ,,Van lieverlee hebben
we hem aan de gang gekregen, er waren nogal wat onderdelen weg of stuk. Zo kwam
ik op een lijst van afnemers van onderdelen en ontmoette ik iemand van de
Nederlandse Flipper Vereniging."
De leden van de vereniging komen overal vandaan en zo werd begin van deze eeuw
afgesproken om een centraal in het land gelegen clubhuis te zoeken, een locatie 50
kilometer om Utrecht. Zo kwamen de flipperaars terecht in een voormalige
kippenschuur in Ederveen. Ze gaan er in Veenendaal behoorlijk op vooruit. Pijl
benadrukt met name de verdiensten van Harry Hardeman (familiebedrijf, bouwen en
bouwproducten) bij het uiteindelijk in gebruik kunnen nemen van het Walhalla voor
de flipperaars. Thuis kan Pijl zijn gekoesterde spel ook beoefenen, hij heeft een aantal
kasten. ,,Je gaat een wedstrijd aan met de kast. De kast wint altijd. De uitdaging is om
de bal zolang mogelijk in het spel te houden en daarmee zo zoveel mogelijk punten te
halen." Zo eenvoudig is het eigenlijk.