Nieuwsbrief editie december 2014

Nieuwsbrief Passend Onderwijs
December 2014
Beste lezers,
Vlak voor de kersvakantie ontvangt u bijgevoegd de derde nieuwsbrief van dit schooljaar. Alle
betrokkenen bij Passend Onderwijs informeren we graag weer over de laatste ontwikkelingen binnen
ons SWV. Daarnaast wensen we u allen natuurlijk een heel plezierige kersvakantie en de allerbeste
wensen voor het nieuwe schooljaar.
In deze nieuwsbrief
1.Decentralisatie van de jeugdzorg
2. Bestuur
3. Applicatie 1-loket
4. Inspectiebezoek
5. Uitbreiding School Ondersteuningsteam
6. De Commissie van Deskundigen
7. Groepsarrangementen
8. Werkgroep bovenschoolse voorziening
9. Bovo: Aanmelding nieuwe leerlingen
10. Groei VSO
1 Decentralisatie van de jeugdzorg
In de vorige nieuwsbrief is al uitgebreid stilgestaan bij het OOGO met de gemeenten over de
aansluiting van het onderwijs en de jeugdzorg. In november zijn alle overleggen met de drie
gemeenten afgerond en heeft ons SWV , net als het SWV PO (SPPOH) , overeenstemming bereikt met
Den Haag, Leidschendam/Voorburg en Rijswijk. De drie gemeenten hebben een geweldige prestatie
verricht met het vormgeven van de nieuwe wet op de Jeugdhulp. Een decentralisatie die vele malen
omvangrijker en complexer is dan de invoering van Passend Onderwijs. De afspraken over de
samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp zijn in principe voor de drie Gemeenten hetzelfde.
Kort samengevat komt het op het volgende neer:
 In alle scholen voor VO komt een “ Schoolmaatschappelijkwerker+”. Deze medewerker heeft 2
taken: allereerst het uitvoeren van het schoolmaatschappelijk werk zoals we dat kennen in de
school en daarnaast is hij/zij de vertegenwoordiger van de jeugdhulp in de school. Deze SMW+er is lid van het gemeentelijk Jeugdteam en vanuit die functie kan hij/zij direct toeleiden naar
verschillende vormen van meer gespecialiseerde jeugdhulp. Doel van deze opzet is dat de
jeugdhulp meer schoolnabij gaat werken en sneller ingezet kan worden. Daarnaast wordt het
mogelijk om voor een leerling die zowel ondersteuning in de school nodig heeft als jeugdhulp
1
gezamenlijk een plan te maken ( 1 kind één plan). Voor de inzet van de SMW+-er verdubbelen
de gemeenten per 1 augustus 2015 het urenaantal t.o.v. de huidige formatie voor deze
functionarissen.
 Het aanbod aan speciale jeugdhulptrajecten, zoals het onderwijs jeugdzorgtraject en de
ambulante jeugdhulptrajecten op het Flexcollege, die de afgelopen jaren door jeugdhulp en
SWV zijn ontwikkeld blijven beschikbaar.
De implementatie van de bovenstaande afspraken vereist flink wat uitwerkingsoverleg. Daarom
hebben we afgesproken dat de nieuwe structuur ingaat per 1 augustus 2015. Tot die tijd houden de
scholen de ondersteuning vanuit de jeugdhulp die ze hebben. Dit betekent dat de scholen kunnen
blijven beschikken over hun schoolmaatschappelijk werker, de voorloper op de deelnemende
scholen wordt gecontinueerd en de scholen met een ZAT kunnen rekenen op deelname aan hun ZAT
van een functionaris vanuit de jeugdteams in plaats van de voormalige BJZ – medewerker. BJZ is
immers als instelling per 1 januari 2015 opgeheven. Tenslotte zullen de 10 scholen die in 2014
deelnamen aan het project ‘Ondersteuning vanuit BJZ’ vanuit de jeugdteams extra worden
gefaciliteerd.
2 Bestuur
Begin december heeft een vergadering van het algemeen bestuur van het SWV plaatsgevonden. Dit
bestuur dat de toezichthoudende taak heeft binnen het SWV heeft de nieuwe samenstelling van het
DB goedgekeurd.
Dat betekent dat het DB bestaat uit:





Maarten Knoester
Arno Peters
Kees Richel
Johan Taal
Ewald van Vliet
Rijnlands Lyceum
VO-Haaglanden
Pleysier College
Responz
Lucas Onderwijs
Ook heeft het bestuur de begroting goedgekeurd ( zie bijlage ) en zal een commissie uit het AB zich
gaan buigen over de keuze van een nieuwe accountant.
Tenslotte is afgesproken om in het kader van de Code Goed Bestuur de vormgeving van het toezicht
nader uit te werken.
3 Applicatie 1-loket
In november hebben we na een vertraging van twee maanden eindelijk de applicatie 1-loket kunnen
presenteren. Na de algemene presentatie in november hebben alle zorgcoördinatoren en andere
belanghebbenden begin december een “knoppentraining” kunnen volgen. Na die training waren de
reacties over het algemeen positief. Zeker voor mensen die al gebruik maakten van de oude
applicatie van het loket Instroom of Bovo (beide ook producten van OT) is er veel bekends in deze
nieuwe applicatie.
1-Loket moet erin voorzien dat alle ondersteuning die een school aanvraagt via deze applicatie kan
worden geregeld. Het gaat daarbij om een aanvraag voor extra ondersteuning, een herplaatsing op
een andere school, een plaatsing in Rebound of op het Flexcollege, een plaatsing in het VSO (inclusief
TLV-aanvraag). Via DOD ( en in de toekomst OSO) kunnen gegevens vanuit het eigen
administratiepakket worden ingelezen, waardoor er niet onnodig informatie hoeft te worden
“overgetikt”.
2
De applicatie waarmee we nu starten is een generiek model, ontwikkeld voor 10
samenwerkingsverbanden. Dat betekent dat niet alles op maat is voor ons SWV. Daarom heeft het
SWV, naast de handleiding die Onderwijs Transparant heeft opgesteld, een “invulwijzer” gemaakt
die de aanvrager stap voor stap door een aanvraag leidt en aangeeft waaraan gedacht moet worden
bij het beantwoorden van een vraag. Doel van deze invulwijzer is dat een aanvraag voor de
Commissie van Deskundigen compleet wordt aangeleverd. Er kan dan snel een beslissing genomen
worden, zonder dat om verheldering of aanvullende informatie gevraagd hoeft te worden. Zie onze
website voor Handleiding en Invulwijzer.
De aanvraag dient antwoord te geven op de volgende vragen:







Wat is de extra ondersteuningsbehoefte van de leerling (VPI)
Wat heeft de school al in de basisondersteuning gedaan en waarom was dat ontoereikend?
Wat wil de school bereiken met de extra ondersteuning?
Welke concrete activiteiten wil de school daarvoor inzetten?
Hoe worden die activiteiten vertaald in tijd/geld?
Zijn ouders/leerling het eens met de aanvraag?
Voor hoe lang wordt de extra ondersteuning aangevraagd?
Bij de “knoppentraining” hebben we gepeild of de applicatie zo duidelijk is, dat we v.a. 1 februari
2015 mogen verwachten dat iedereen in staat is er gebruik van te maken. Dat bleek het geval.
Dat betekent dat de CvD en de consulenten tot 1 februari zowel aanvragen via het oude formulier als
de applicatie zullen behandelen. Na die datum uitsluitend via de applicatie.
3
4 Inspectiebezoek
In de vorige nieuwsbrief is al stilgestaan bij het inspectiebezoek van september jl.. In de bijlage van
deze nieuwsbrief vindt u de definitieve versie van het rapport van de Inspectie, waarin, n.a.v. de
reactie van het SWV op de eerste versie, enkele aanpassingen zijn opgenomen.
5 Uitbreiding School Ondersteuningsteam
Per 1 januari zal het schoolondersteuningsteam worden uitgebreid met 1 consulent voor 0,4 fte. De
reden daarvoor is dat enkele consulenten meer begeleiding gaan bieden op scholen in het kader van
extra ondersteuning en één consulent gedeeltelijk vrijgemaakt wordt om onderzoeken te doen op de
scholen. De nieuwe consulent is Anne Bijleveld, voormalig zorgcoordinator van Wellant Madestein.
Daarnaast is er een tijdelijke vacature voor 1 fte vanwege een project, die we op zo kort mogelijk
termijn willen invullen (zie bijlage).
Om de taken weer goed over alle medewerkers te verdelen, zullen enkele scholen een nieuwe
consulent krijgen. Cerise van Eck zal daarover contact opnemen met de betreffende scholen.
6 De Commissie van Deskundigen
De Commissie van deskundigen begint het flink druk te krijgen. Het aantal aanvragen voor extra
ondersteuning groeit met de week. Natuurlijk hebben zowel de scholen als de commissie er baat bij
dat een aanvraag zo snel mogelijk wordt beoordeeld. Voor de Commissie is het preadvies dat de
consulent geeft een belangrijk signaal. Is dat positief, dan is de eerste stap al gezet. Toch ziet de
Commissie zich genoodzaakt regelmatig aanvragen aan te houden en aanvullende informatie te
vragen. Veelal gaat het dan om een aanvraag, waar de relatie tussen de ondersteuningsvraag van de
leerling en de gevraagde middelen onduidelijk is. Ook ontbreekt regelmatig een antwoord op de
vraag: wat heeft de school tot nu toe in de basisondersteuning gedaan. Daarnaast spreekt het
vanzelf dat aanvragen zonder handtekening van ouders niet behandeld kunnen worden. Kortom:
hoe completer de aanvraag ( compleet is niet perse uitgebreid) en hoe duidelijker de relatie tussen
ondersteuningsbehoefte van de leerling, doel van de extra ondersteuning en de concrete inhoud
ervan, hoe beter en sneller de CvD een besluit kan nemen.
7 Groepsarrangementen
Vorig jaar is vastgesteld dat naast individuele arrangementen een school ook een groepsarrangement
kan aanvragen. Het gaat dan om een aanpak voor een specifieke groep leerlingen, die dezelfde
ondersteuningsbehoefte hebben. Een groep hoeft niet een klas te zijn. Hat kan ook een aantal
leerlingen uit verschillende klassen betreffen.
Helaas is de start van deze groepsarrangementen niet goed gegaan. De aanvragen die we voor de
zomervakantie ontvingen waren onvoldoende onderbouwd, maar bovenal van een omvang die niet
in verhouding staat tot de beschikbare middelen.
In overleg met het DB is de aanvraagprocedure aangescherpt en is het fiat van het schoolbestuur
nodig om een aanvraag in te dienen. Omdat het concept van een groepsarrangement als vorm van
extra ondersteuning toch de moeite waard is om verder te ontwikkelen, is het SWV met een aantal
scholen in gesprek over de inrichting van een groepsarrangement. Een paar voorbeelden:



een havo/vwo-school die een groepsarrangement wil ontwikkelen voor een groep (ASS –
leerlingen), verdeeld over verschillende leerjaren, die allen veel moeite hebben met plannen,
het werk organiseren, op tijd komen enz. (ASS=Autisme Spectrum Stoornissen)
Twee havo/vwo scholen die groepsarrangement willen ontwikkelen voor hoogbegaafden die
ook een persoonlijkheids- of psychosociale problematiek hebben
Een vmbo-school die in de basisondersteuning voor alle leerlingen een rots- en watertraining
aanbied, maar een kleine geroep leerlingen heeft die meer nodig hebben ( rots en water+)
In alle gevallen kan de school goed duidelijk maken wat de school al doet voor deze groep in de
basisondersteuning en welke vormen van extra ondersteuning nodig is om deze groep binnen de
school te houden.
8 Werkgroep bovenschoolse voorziening
Op 3 december jl. is voor het eerst een werkgroep, bestaande uit een aantal schoolleiders, bijeen
geweest om na te denken en voorstellen te doen over de (her) inrichting van de bovenschoolse
voorzieningen en m.n. de Rebounds. De vraag die centraal staat is: waar hebben de scholen behoefte
aan? Er komen tot aan de krokusvakantie nog (twee) vervolgbijeenkomsten. Op basis van de
resultaten van de discussie in deze werkgroep zal een voorstel worden opgesteld voor het DB.
9 Bovo: Aanmelding nieuwe leerlingen
Van zaterdag 17 januari tot vrijdag 13 februari is de eerste aanmeldperiode voor leerlingen met een
extra ondersteuningsvraag. VO-scholen kunnen in die periode aanmeldingen van leerlingen
verwachten waarvan de basisschool of de ouders van mening zijn dat de leerling extra ondersteuning
nodig heeft. Tot 26 maart hebben de scholen de tijd om te onderzoeken in hoeverre er inderdaad
sprake is van extra ondersteuning en dus de zorgplicht. Als een leerling met een extra
ondersteuningsvraag wordt aangemeld moet de school allereerst checken of het advies van de
basisschool past bij het onderwijsaanbod van de VO-school. Is dat niet het geval, dan mag de school
4
de leerling afwijzen. Als dat wel het geval is moet de school contact opnemen met de consulent van
het SWV. Die beoordeelt samen met de school in hoeverre er inderdaad sprake is van extra
ondersteuning. Bij het onderzoek staan 2 vragen centraal:
 Welke extra ondersteuning heeft de leerling nodig?
 Behoort de ondersteuning die de leerling nodig heeft tot de basisondersteuning of is er meer
nodig?
Als het dossier van de leerling voldoende informatie biedt kan op basis daarvan een oordeel gevormd
worden. Biedt het dossier onvoldoende inzicht dan kan de basisschool om aanvullende informatie
gevraagd worden. Ook kunnen ouder en leerling uitgenodigd worden voor een gesprek.
Als consulent en school samen concluderen dat er sprake is van een ondersteuningsbehoefte die de
basisondersteuning overschrijdt is er sprake van extra ondersteuning en zorgplicht.
Dat betekent dat de zorgplicht van toepassing is en de school de leerling moet plaatsen, of een
andere school moet zoeken die de leerling wel kan begeleiden.
De school die de leerling aanneemt kan een aanvraag voor extra ondersteuning doen.
Is er geen sprake van extra ondersteuning, dan kan de leerling geplaatst worden. Moet er geloot
worden, dan loten leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte gewoon mee!
10 Groei VSO
Op grond van de leerlingtellingen op 1 oktober 2014 is er opnieuw sprake van groei in het VSO.
Tussen 1 oktober 2012 en 1 oktober 2014 is het aantal VSO leerlingen gegroeid van 817 naar 976
leerlingen. Dat laatste getal kan nog hoger uitpakken, omdat er verschil zit tussen de tellingen van
DUO en de scholen zelf. Om de oorzaken voor de groei in beeld te krijgen hebben alle VSO-scholen
een Excel-bestand ontvangen waar ze hun leerlinggegevens moeten invullen. Op basis van die harde
gegevens kunnen we een analyse maken van oorzaken voor de groei en op basis daarvan beleid
ontwikkelen.
5
RAPPORT VAN BEVINDINGEN
KWALITEITSONDERZOEK
Stg Reg SWV PVO Den Haag e.o.
Plaats
Bestuursnummer
Onderzoeksnummer
Datum onderzoek
Datum vaststelling
:
:
:
:
:
's-Gravenhage
15765
277333
11 september 2014
1 december 2014
Pagina 2 van 13
INHOUDSOPGAVE
1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
REACTIE VAN HET BESTUUR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Pagina 3 van 13
Pagina 4 van 13
1
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs voerde een kwaliteitsonderzoek uit bij 'Stichting
Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Den Haag e.o.'
(verder: Samenwerkingsverband Zuid-Holland West). Binnen de gemeenten Den
Haag, Rijswijk en Leidschendam/Voorburg vormen 19 schoolbesturen met in
totaal 65 vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit rapport
geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer.
Kwaliteitsonderzoek
In het schooljaar 2014/2015 voert de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit bij
alle 152 samenwerkingsverbanden. Het doel van deze kwaliteitsonderzoeken is
tweeledig:
1.
2.
stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een
beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment;
toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden.
Bij alle samenwerkingsverbanden controleert en rapporteert de inspectie of zij
voldoen aan de wet- en regelgeving. Nieuw in schooljaar 2014/2015 is dat ieder
samenwerkingsverband -indien nodig- in het rapport verbeterpunten voor de
kwaliteit krijgt aangereikt, gerelateerd aan het waarderingskader van de
inspectie.
Toezichtkader
De inspectie baseert zich bij dit kwaliteitsonderzoek op het toezichtkader
samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een
waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het
samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Het document is te vinden
op www.onderwijsinspectie.nl.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek start met een bureauanalyse van het ondersteuningsplan en
overige gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig
zijn. Het betreft de volgende documenten:
•
Ondersteuningsplan 2014-2016, inclusief een reeks bijlagen;
•
Tien documenten met uitwerkingen van het beleid zoals dat in het
ondersteuningsplan is beschreven;
•
Eindevaluatie Voorlopersproject (conceptversie, datum onbekend);
•
Website: www.swvzhw.nl (geraadpleegd op 10 september 2014);
Pagina 5 van 13
•
Kengetallen samenwerkingsverband www.passendonderwijs.nl
(geraadpleegd op 8 september 2014).
Hierna vond op 11 september 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij:
•
het samenwerkingsverband de stand van zaken presenteerde en actuele
ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband besprak;
•
de inspectie gesprekken voerde:
◦
over de rol die het samenwerkingsverband speelt binnen de
verbinding onderwijs en jeugdzorg;
◦
over de ondersteuningstoewijzing;
◦
met een afvaardiging van de ondersteuningsplanraad over zijn rol bij
het samenwerkingsverband;
◦
met het bestuur over onder meer de organisatie van het intern
toezicht en de financiën.
Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het
bestuur en het management van het samenwerkingsverband.
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen (2.1),
gevolgd door een toelichting (2.2). De bevindingen over de naleving van de
wettelijke voorschriften geeft de inspectie in dat hoofdstuk weer in een
afzonderlijke paragraaf (2.3). Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd
gezag.
Pagina 6 van 13
2
BEVINDINGEN
2.1
Hoofdlijn
Het 'Samenwerkingsverband Zuid-Holland West' heeft de belangrijkste
randvoorwaarden voor het uitvoeren van passend onderwijs goed geregeld. Zo
is onder meer het samenwerkingsverband opgericht en ingericht, heeft het een
ondersteuningsplan vastgesteld en heeft het procedures en criteria voor het
aanvragen en toekennen van extra ondersteuning gereed en bekend gemaakt.
Uit gesprekken die de inspectie met afgevaardigden van de diverse geledingen
voerde, maakt de inspectie op dat het Haags onderwijsveld zich klaar voelt om
passend onderwijs vorm te geven. Ook constateert de inspectie dat er breed
draagvlak is voor het door het samenwerkingsverband opgestelde beleid. Dit
schooljaar staat in het teken van de uitvoering van dat beleid.
Het samenwerkingsverband kent, mede als gevolg van grootstedelijke
problematiek, een fors aantal thuiszitters. Het samenwerkingsverband zoekt
actief naar manieren om hier grip op te krijgen en werkt daarbij samen met
gemeenten en jeugdzorg. Voor een betere afstemming tussen onderwijs en
jeugdzorg voerde het samenwerkingsverband samen met de drie betrokken
gemeenten een 'Voorlopersproject' uit. Hoewel het samenwerkingsverband en
de gemeenten inhoudelijk op één lijn zitten, is het voor het
samenwerkingsverband nog niet duidelijk op welke wijze de gemeenten de
afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg in de nabije toekomst faciliteren. Dit
houdt verband met de transitie jeugdzorg waar de gemeenten nog middenin
zitten en die voor 1 januari 2015 moet zijn afgerond.
Of het gekozen beleid de juiste uitwerking heeft, zal de komende
periode moeten blijken. Het monitoren van de effecten van het beleid moet het
samenwerkingsverband nog nader uitwerken. Dat geldt eveneens voor het
uitwerken van het interne toezicht.
Hieronder volgt een nadere toelichting op de bevindingen, gerelateerd aan het
waarderingskader.
2.2
Toelichting
Kwaliteitsaspect 1: Resultaten
Samenwerkingsverband Zuid-Holland West zet zich actief in om passende
voorzieningen te organiseren voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig
hebben. Er is een bijna dekkend aanbod aan ondersteuningsvoorzieningen; voor
Pagina 7 van 13
het ontbrekende deel is ontwikkelingsbeleid opgenomen in het
ondersteuningsplan. Dat betreft de extra ondersteuning aan niet
Nederlandstalige leerlingen op de International School of The Hague. Ook is er
beleid om de moeilijk plaatsbare leerlingen een plek te geven. Hiervoor werkt
het samenwerkingsverband met herplaatsingstafels waarin scholen per
onderwijstype met elkaar de moeilijk plaatsbare leerlingen bespreken en een
plek op een school toekennen. Komen de scholen daar met elkaar niet uit, dan
beslist het dagelijks bestuur. Daarnaast voert het samenwerkingsverband actief
beleid om thuiszitters weer in het onderwijs te laten instromen. Hiervoor
organiseert men thuiszitterstafels, waarbij gemandateerde afgevaardigden
vanuit onderwijs, gemeenten en jeugdzorg individuele casussen bespreken.
Omdat deze thuiszitterstafels nog niet het door het samenwerkingsverband
gewenste resultaat hadden, heeft het samenwerkingsverband daar recent
externe ondersteuning bij ingeschakeld.
Het samenwerkingsverband heeft hoge ambities met betrekking tot het snel
kunnen toekennen van extra ondersteuning geformuleerd en heeft zijn beleid
daarop afgestemd. Scholen krijgen ondersteuning bij het aanvragen van extra
ondersteuning en toelaatbaarheidsverklaringen. De commissie van deskundigen
die de aanvragen beoordeelt, vergadert wekelijks en voorziet in een brede
expertise. Het monitoren van de inzet en het resultaat van de extra
ondersteuning is nog in ontwikkeling. De oplevering van een digitaal systeem
dat het samenwerkingsverband samen met negen omliggende
samenwerkingsverbanden voor voortgezet onderwijs (vo) laat ontwikkelen,
wordt in het najaar van 2014 verwacht. Gekozen is voor het verdeelmodel dat
het geld de leerling volgt, waarbij het samenwerkingsverband vooraf geen
inhoudelijke criteria voor extra ondersteuning stelt en er wordt gekeken naar
wat díe leerling op díe school nodig heeft. Het is bij zo’n verdeelmodel van groot
belang om de inzet en het effect van extra ondersteuning van begin af aan goed
te volgen. Een kader hiervoor ontbreekt nog.
Het beleid is op hoofdlijnen verwerkt in een meerjarenbegroting. Het
samenwerkingsverband werkt met elf programma's, waarbij het de informatie
per programma beperkt uitsplitst. Een meer uitgewerkte begroting zal het
samenwerkingsverband beter in staat stellen om na te gaan of de middelen
doelmatig worden besteed, omdat daarmee de inzet van middelen en de
bijbehorende resultaten directer aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Het ontbreken van een kader waarbinnen de extra ondersteuning kan worden
toegekend en de beperkte uitwerking van de begroting
maken het samenwerkingsverband kwetsbaar als het gaat om de controle op de
Pagina 8 van 13
te verwachte uitgaven. Gunstig zijn de positieve verevening en het rijke
inhoudelijke beleid.
Samen met de drie betrokken gemeenten (Den Haag, Rijswijk en Leidschendam/
Voorburg) ontwikkelt het samenwerkingsverband beleid over afstemming van
onderwijs en jeugdzorg. Hiervoor voerde men gezamenlijk een
'Voorlopersproject' uit, waarbij medewerkers vanuit het Centrum voor Jeugd en
Gezin (CJG) in de scholen werken om lichte hulpverlening te bieden
en afstemming met in gang gezette hulpverlening en een snelle verbinding naar
jeugdzorg te realiseren. Over de uitkomsten van het project en een visie voor
het vervolg zijn het samenwerkingsverband en de gemeenten het inhoudelijk
eens. Het is nog niet duidelijk in hoeverre de gemeenten de inzet van
medewerkers van de CJG's in de scholen verder gaat faciliteren. Dit is mede
onderwerp van het 'op overeenstemming gerichte overleg' (oogo) dat men eind
september 2014 over het jeugdplan van de gemeenten voert.
Kwaliteitsaspect 2: Management en organisatie
De organisatie en inrichting van het samenwerkingsverband passen bij de
doelstellingen zoals die in het ondersteuningsplan staan. Het
samenwerkingsverband maakt zichtbaar op welke wijze het invulling geeft aan
een code goed bestuur en aan de cyclus van planning en verantwoording. De
taken en verantwoordelijkheden die het dagelijks bestuur aan de directeur
mandateert, zijn vastgelegd in een directiestatuut. Een nog te zetten stap is het
uitwerken van het interne toezicht in een toezichtkader.
Binnen het samenwerkingsverband functioneren vijf directiekringen, een per
onderwijstype (vso, pro, vmbo b/k/t, mavo/havo/vwo en havo/vwo/
gymnasium), waarin schooldirecteuren de uitvoering van passend
onderwijs afstemmen. Daarnaast zijn er een stuurgroep, met een afgevaardigde
vanuit elke directiekring, en twee zogenaamde werkvelden waarin
zorgcoördinatoren onderling uitwisselen en afstemmen. Tot slot is er ook de
ondersteuningsplanraad. Deze is in aantal volledig bezet en bestaat uit 24 leden.
Maar de verhouding tussen personeelsgeleding en vertegenwoording van ouders
en leerlingen ligt nog scheef. Het samenwerkingsverband en de
ondersteuningsplanraad zien graag dat meer ouders en/of leerlingen in
de raad participeren. In het aantal stemmen is de verhouding wel gelijk, wat
betekent dat een aantal medewerkers deelneemt aan de
ondersteuningsplanraad maar niet mee stemt. De leden van de
ondersteuningsplanraad tonen zich zeer tevreden over de wijze waarop het
samenwerkingsverband de oprichting en werkwijze van de raad bevordert en
faciliteert. De ondersteuningsplanraad heeft zonder voorwaarden ingestemd met
het ondersteuningsplan en ziet voor dit schooljaar een rol in de monitoring van
Pagina 9 van 13
de uitvoering van het ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband heeft met
succes op overeenstemming gericht overleg met de drie gemeenten gevoerd.
Eind september 2014 vindt het op overeenstemming gericht overleg over het
jeugdplan van de gemeenten plaats.
Inhoudelijk voert het samenwerkingsverband overleg met de omliggende
samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs en het
samenwerkingsverband primair onderwijs uit de regio.
Voor het aanvragen en toekennen van extra ondersteuning en
toelaatbaarheidsverklaringen zijn procedures en instrumenten ontwikkeld. Wat
hier nog aan ontbreekt, zijn termijnen voor de diverse stappen in de
plaatsingsprocedure na afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring. De eerste
aanvragen voor een toelaatbaarheidsverklaring zijn ingediend en worden daags
na het kwaliteitsonderzoek door de commissie van deskundigen
beoordeeld. Totdat het digitale monitorinstrument beschikbaar is, zal de
monitoring van de werkzaamheden plaatsvinden op basis van gegevens van de
commissie zelf. Het samenwerkingsverband toont zich bewust van de opdracht
om de zittende vso-leerlingen binnen twee jaar te herindiceren en heeft
daarvoor een procedure. Voor het terugplaatsen van leerlingen vanuit het
voortgezet speciaal onderwijs naar een reguliere school moet het nog
een procedure opstellen.
Het samenwerkingsverband informeert de scholen en ouders via nieuwsbrieven
en een uitgebreide website. De ondersteuningsplanraad participeert in een vroeg
stadium bij de ontwikkeling van beleid. Ook stelt het samenwerkingsverband
zich actief op in de afstemming met de gemeenten over bijvoorbeeld jeugdzorg
en thuiszitters. Communicatie naar ouders en leraren verloopt naast via de
website voornamelijk via de scholen. Het samenwerkingsverband heeft weinig
zicht op de wijze, de inhoud en het effect van deze communicatie.
Kwaliteitsaspect 3: Kwaliteitszorg
In het ondersteuningsplan, opgesteld voor een periode van twee jaar, benoemt
het samenwerkingsverband diverse kwalitatieve resultaten. Voorbeelden
daarvan zijn dat alle scholen in augustus 2015 voldoen aan de
basisondersteuning, een tijdige toewijzing van extra en diepte-ondersteuning,
een dekkend aanbod per 1 augustus 2015 en dat alle scholen werken met het
VPI (Vraagprofiel Instrument) voor het in beeld brengen van de
ondersteuningsbehoefte van leerlingen. Het monitoren van de realisatie ervan
moet het samenwerkingsverband nog uitwerken, zoals bijvoorbeeld de wijze van
het meten en het bepalen van een normering bij de geformuleerde doelen. De
meerjarenbegroting geeft een voorlopige doorkijk tot 2020. Deze begroting kan
Pagina 10 van 13
nog specifieker en zal daarmee inzichtelijker zijn. Naar verwachting bevordert
dat de signalering en (bij)sturing.
Het digitale systeem dat wordt ontwikkeld, genereert gegevens over
leerlingenstromen, ingezette extra ondersteuning en doorlooptijden van
aanvragen voor extra ondersteuning en toelaatbaarheidsverklaringen. Mede op
basis van deze gegevens stelt de directeur twee keer per jaar een
managementrapportage op, welke wordt besproken met het dagelijks bestuur.
Voor de verantwoording (zowel intern als extern) gaat het
samenwerkingsverband werken met jaarplannen en jaarverslagen.
Alle scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Hierover heeft
afstemming plaats gevonden binnen de directiekringen.
Onderdelen van de kwaliteitszorg zoals het werken met zelfevaluaties,
tevredenheidsonderzoeken, een gedegen monitorsystematiek en het formuleren
van kwantitatieve doelen moet het samenwerkingsverband nog grotendeels
ontwikkelen. Het wil dat in de looptijd van dit ondersteuningsplan gaan
uitwerken.
2.3
Naleving wet- en regelgeving
De inspectie wil de naleving van wettelijke regels bevorderen. Hiervoor gebruikt
de inspectie het uitgangspunt van ‘programmatisch handhaven’ (Jaarwerkplan
2014). Jaarlijks kiest de inspectie een aantal onderdelen van wet- en
regelgeving die gericht aandacht krijgen. Onderstaande tabel bevat de
onderdelen die de inspectie voor het schooljaar 2014/2015 heeft vastgesteld
voor de controle op de naleving door de samenwerkingsverbanden.
Naleving wet- en regelgeving
N.1
N.2
N.3
Voldoende Onvoldoende
De tijdige (hernieuwde) vaststelling van het
ondersteuningsplan en het insturen aan de
inspectie - De artikelen 18a, tiende lid, WPO en
17a tiende lid, WVO.
•
De naleving van de regels met betrekking tot de
(hernieuwde) vaststelling van het
ondersteuningsplan en de instemming van de
ondersteuningsplanraad - De artikelen 18a,
zevende lid, WPO en 17a, zevende lid, WVO en
artikel 14a WMS.
•
Het ondersteuningsplan wordt niet eerder
vastgesteld dan nadat overleg (oogo) heeft
plaatsgevonden met gemeente(n) en met het
samenwerkingsverband, waarvan het gebied
(gedeeltelijk) samenvalt - De artikelen 18a,
negende lid, WPO en 17a, negende lid,WVO.
•
Pagina 11 van 13
Naleving wet- en regelgeving
N.4
N.5
Voldoende Onvoldoende
Het deskundigenadvies - De artikelen 18a, elfde
lid WPO jo artikel 34.8. Besluit bekostiging WPO
en 17a WVO, twaalfde lid jo artikel 15a
Inrichtingsbesluit WVO.
•
Scheiding toezicht en bestuur - Artikel 17a WPO
en 24d WVO.
•
Naleving voorschriften ondersteuningsplan
Het ondersteuningsplan moet aan een aantal wettelijke voorschriften voldoen.
Daarvoor is het nog nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande
onderdelen opneemt of nader uitwerkt:
•
Procedures en criteria plaatsing leerlingen (artikel 17a WVO lid 8d);
•
Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (artikel 17a WVO lid 8e);
•
Groeibekostiging vso-scholen (artikel 17a WVO, lid 8g);
•
Overdracht bekostiging ontoereikend budget vso-scholen (artikel 17a
WVO, lid 8h).
Pagina 12 van 13
3
REACTIE VAN HET BESTUUR
Het bestuur heeft d.d. 19 en 25 november 2014 gereageerd op een concept van
dit rapport. Daarin vermeldt het bestuur op welke wijze het de bevindingen uit
het rapport bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband zal
betrekken of al heeft betrokken.
Het samenwerkingsverband geeft aan zich in grote lijnen te herkennen in het
rapport. Ook de feedback die in het eindgesprek door de inspectie is gegeven,
vindt het samenwerkingsverband terug in de tekst. Een uitzondering vormt het
laatste gedeelte van het rapport onder het kopje ‘Naleving voorschriften
ondersteuningsplan’. Het samenwerkingsverband geeft aan zich niet te
herinneren dat in het gesprek deze punten aan de orde zijn geweest. Het zal
deze punten echter meenemen in de nieuwe versie van het ondersteuningsplan
dat vanwege de ophanden zijnde wijzigingen leerwegondersteunend
onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) in 2015 gewijzigd dient te worden.
Wel heeft het samenwerkingsverband de groeibekostiging al meegenomen in de
begroting voor 2015.
Verder gaat het samenwerkingsverband nog in op enkele details in het rapport:
•
Op pagina 8 van het conceptrapport staat dat een meer uitgewerkte
begroting het samenwerkingsverband beter in staat zal stellen om na te
gaan of de middelen doelmatig worden besteed, omdat daarmee de inzet
van middelen en de bijbehorende resultaten directer aan elkaar gekoppeld
kunnen worden. Het samenwerkingsverband neemt dit advies over en
heeft daar bij de jaarbegroting voor 2015 al een eerste stap in gezet.
•
Ook op pagina 8 van het conceptrapport staat dat het uitwerken van het
interne toezichtkader nog een te zetten stap is. Het
samenwerkingsverband neemt dit advies over.
•
Op pagina 10 van het conceptrapport staat dat de termijnen voor de
diverse stappen in de plaatsingsprocedure na afgifte van een
toelaatbaarheidsverklaring ontbreken. Dit zal het samenwerkingsverband
oppakken.
Pagina 13 van 13
Vacature
Consulent Schoolondersteuningsteam
Per 1 januari 2015 heeft het Samenwerkingsverband Zuid Holland West een vacature voor de
functie van consulent in het schoolondersteuningsteam. Het gaat om een projectaanstelling 1 fte
voor de duur van het kalenderjaar 2015. 0,8 fte is bespreekbaar.
Context:
Het Samenwerkingsverband Zuid Holland West is in de regio Den Haag/Leidschendam/Voorburg en
Rijswijk verantwoordelijk voor de vormgeving van Passend Onderwijs in het Voortgezet Onderwijs.
Het Samenwerkingsverband telt 19 besturen, ruim 32000 leerlingen en 65 scholen/locaties.
Om Passend Onderwijs vorm te geven opereert sinds 1 augustus 2014 het
schoolondersteuningsteam van het samenwerkingsverband. Dit team herplaatst leerlingen die niet
meer op de eigen school verder kunnen en voert een aantal taken uit, die tot 1 augustus jl. werden
verzorgd door de ambulante begeleiding cluster 4. Daarnaast hebben de consulenten de taak
scholen te ondersteunen en te adviseren bij het aanvragen van extra- en diepteondersteuning.
De missie van het team is scholen zodanig te ondersteunen, dat leerlingen de passende
ondersteuning krijgen en er geen leerlingen thuis (komen te ) zitten.
Het team bestaat uit deskundige, breed inzetbare en servicegerichte professionals, die
scholen op organisatorisch en inhoudelijk terrein kunnen ondersteunen bij het vormgeven
van Passend Onderwijs
Functieomschrijving consulent schoolondersteuningsteam
Positionering:
De consulenten van het schoolondersteuningsteam zijn breed inzetbare professionals, die
allen de range aan taken kunnen vervullen die bij het ondersteuningsteam horen. De
medewerker krijgt een aantal vaste scholen toegewezen. Voor deze scholen is hij/zij het
gezicht van het SWV. Daarnaast kan de medewerker op basis van zijn/haar specifieke
expertise ingezet worden op een school die in het kader van extra ondersteuning die
expertise nodig heeft.
Werkzaamheden:
Ondersteunen bij het aanvragen van extra ondersteuning
 Scholen op verzoek adviseren t.a.v. de (extra) ondersteuning van leerlingen
 Bij eerste aanmelding van een leerling op de school screenen en vaststellen of er
sprake is van extra ondersteuning en dus zorgplicht
 Scholen ondersteunen bij het aanvragen van extra- en diepteondersteuning


Scholen ondersteunen bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectief voor een
leerling
T.b.v. de Commissie van Deskundigen een preadvies geven t.a.v. een aanvraag voor
extra- en diepteondersteuning
Begeleiden van leerlingen en docenten/teams
 In het kader van extra ondersteuning, op aanvraag van de school, leerlingen
begeleiden/trainen/coachen
 Docenten/teams op verzoek trainen/begeleiden op pedagogisch/didactisch terrein
en het handelingsgericht werken.
 Lesobservaties uitvoeren
 Aanvullend onderzoek doen t.b.v. extra- en diepteondersteuning of een
onderwijskundig rapport
Herplaatsen van leerlingen
 Leerlingen herplaatsen die geen school hebben of niet op de school van herkomst
kunnen blijven.
Samenwerking en communicatie
 Een goede werkrelatie opbouwen en onderhouden met de zorgcoördinatoren en de
vertegenwoordigers van de jeugdteams in de scholen en ouders en leerlingen
 De sociale kaart van de regio kennen en investeren in goede relaties met
ketenpartners
Administratie
 Systematisch registreren van leerling gegevens en ingezette diensten t.b.v.
monitoring en verantwoording
 Registreren van het proces van herplaatsing van leerlingen
 Aanvragen voor extra- en diepteondersteuning verwerken en klaarmaken voor
behandeling in de CvD
Team
 Draagt bij aan het vergroten van de teamdeskundigheid op cognitief en didactisch
gebied en op het terrein van de psychosociale ontwikkeling van jeugdigen
 Ontwikkelt zich (mede door het volgen van scholing) op het terrein van
handelingsgericht werken
Functie eisen
Kennis er ervaring
 HBO of universitaire opleiding orthopedagogiek of
 HBO Lerarenopleiding met aanvullende opleiding op het terrein van orthopedagogiek
of didactiek
 Ervaring in het voortgezet (speciaal) onderwijs
 Kennis van de ontwikkelingen op het terrein van Passend Onderwijs
 Kennis van uitgangspunten van handelingsgericht werken
 Kennis van de structuur van het Voorgezet Onderwijs
Vaardigheden
 Vaardig in het begeleiden en coachen van leerlingen
 Vaardig in het adviseren, begeleiden en coachen van docenten/teams
 In staat om ouders te adviseren
 In staat om verbindingen te leggen met de jeugdhulp: werkt vanuit het principe 1
kind, 1 gezin, één plan en casusregisseur
 In staat op om basis van een dossier/observatie/onderzoek een handelingsgericht
advies te geven
 In staat om te beoordelen welke school passend is bij een leerling
 ICT-vaardig
 Kan goede relaties opbouwen en onderhouden met ketenpartners
 Kan trends en ontwikkelingen in een school signaleren en communiceren
Competenties
 Flexibel
 Bereidheid zichzelf verder te ontwikkelen
 Communicatief
 Servicegericht
 Analytisch
Dienstverband en inschaling
Het gaat hier om een projectaanstelling gedurende het kalenderjaar 2015 bij het
Samenwerkingsverband Zuid Holland West. Ook detachering voor deze periode is een
bespreekbare optie.
Afhankelijk van opleiding en ervaring wordt de medewerker ingeschaald in schaal 10 of 11
CAO-VO.
Solliciteren?
Belangstellenden wordt verzocht uiterlijk voor 12 januari 2015 per mail te reageren door
een sollicitatiebrief + cv te zenden aan de directeur van het samenwerkingsverband,
mevrouw K. Loggen: [email protected]
De sollicitatiegesprekken vinden plaats op 15 januari 2015.
Voor nadere inlichtingen kunt u telefonisch contact opnemen met de teamleider van het
schoolondersteuningsteam, Cerise van Eck, 070 -3052061