vega.be

Handleiding
Trilvorkniveauschakelaar voor
vloeistoffen
VEGASWING 61
- Tweedraads
Document ID: 29227
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Over dit document
1.1 Functie ............................................................................................................................. 4
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4
2
Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel.................................................................................................. 5
2.2 Correct gebruik................................................................................................................. 5
2.3 Waarschuwing voor misbruik............................................................................................ 5
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument ............................................................................ 6
2.6 CE-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.7 SIL-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.8 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving .......................................................................... 6
2.9 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 6
3
Productbeschrijving
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 7
3.2 Werking ............................................................................................................................ 8
3.3 Bediening ......................................................................................................................... 8
3.4 Opslag en transport.......................................................................................................... 9
4
Monteren
4.1 Algemene instructies ...................................................................................................... 10
4.2 Montage-instructies........................................................................................................ 12
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 15
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 15
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing.............................................................................. 16
5.4 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar ............................................................... 18
6
In bedrijf nemen
6.1 Algemeen ....................................................................................................................... 19
6.2 Bedieningselementen .................................................................................................... 20
6.3 Functietabel.................................................................................................................... 20
6.4 Terugkerende beproeving en functietest (SIL, WHG) ..................................................... 21
7
Service en storingen oplossen
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 25
7.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 25
7.3 Elektronica vervangen .................................................................................................... 26
7.4 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 27
8
Demonteren
8.1 Demontagestappen........................................................................................................ 28
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 28
9
Bijlage
9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 29
9.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 36
2
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
1
Inhoudsopgave
Overige documentatie
Informatie:
Afhankelijk van de bestelde uitvoering hoort aanvullende documentatie tot de levering. Deze vindt u in hoofdstuk "Productbeschrijving".
29227-NL-141104
Handleidingen voor toebehoren en reserve-onderdelen
Tip:
Voor het veilig gebruik van uw VEGASWING 61 bieden wij toebehoren en reserve-onderdelen aan. De bijbehorende documentatie is:
•
•
Gebruiksaanwijzing "Separate behuizing - VEGASWING"
Handleiding "Elektronica VEGASWING serie 60"
Uitgave: 2014-10-08
VEGASWING 61 • - Tweedraads
3
1 Over dit document
1
Over dit document
1.1
Functie
1.2
Doelgroep
1.3
Gebruikte symbolen
Deze gebruiksaanwijzing geeft u de benodigde informatie voor de
montage, aansluiting en inbedrijfname plus belangrijke instructies
voor onderhoud en oplossen van storingen. Lees deze daarom voor
de inbedrijfname en bewaar deze daarom goed toegankelijk als
onderdeel van het product in de nabijheid van het instrument.
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwalificeerd vakpersoneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel
beschikbaar worden gesteld.
Informatie, tip, instructie
Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie.
Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen
storingen of foutief functioneren ontstaan.
Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan
persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan.
Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig
persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument
ontstaan.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
•
→
1
SIL-toepassingen
Dit symbool markeert instructies betreffende de functionele veiligheid,
die bij veiligheidsrelevante toepassing bijzonder zorgvuldig moeten
worden aangehouden.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
Handelingsstap
Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling.
Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
29227-NL-141104
4
VEGASWING 61 • - Tweedraads
2 Voor uw veiligheid
2
2.1
Voor uw veiligheid
Geautoriseerd personeel
Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen
alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de benodigde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2
Correct gebruik
De VEGASWING 61 is een sensor voor niveausignalering.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvullende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3
Waarschuwing voor misbruik
2.4
Algemene veiligheidsinstructies
Bij ondeskundig of niet correct gebruik kunnen door het instrument
toepassingsspecifieke gevaren ontstaan, zoals bijv. overlopen van
een tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage of
instelling.
Het instrument voldoet aan de laatste stand der techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Deze mag
alleen onder technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden
gebruikt. De eigenaar is verantwoordelijk voor het storingsvrij gebruik
van het instrument.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
29227-NL-141104
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handleiding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepalingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
Bovendien moeten de op het instrument aangebrachte veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
5
2 Voor uw veiligheid
2.5
Veiligheidsmarkering op het instrument
2.6
CE-conformiteit
2.7
SIL-conformiteit
2.8
Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
2.9
Milieuvoorschriften
De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn
aangebracht moeten worden aangehouden.
Dit instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EG-richtlijnen. Met het aanbrengen van de CE-markering bevestigt
VEGE de succesvolle beproeving. De CE-conformiteitsverklaring
vindt u in het download-bereik onder www.vega.com.
De VEGASWING 61 voldoet aan de eisen voor wat betreft de functionele veiligheid conform IEC 61508 resp. IEC 61511. Meer informatie
vindt u in de Safety Manual "VEGASWING Serie 60".
Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specifieke veiligheidsinstructies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en
worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd.
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de belangrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming constant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de milieu-instructies in deze handleiding.
•
•
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
29227-NL-141104
6
VEGASWING 61 • - Tweedraads
3 Productbeschrijving
3
Leveringsomvang
Componenten
Productbeschrijving
3.1
Constructie
De levering bestaat uit:
•
•
Niveauschakelaar VEGASWING 61
Documentatie
– Deze gebruiksaanwijzing
– Safety Manual "Functionele veiligheid (SIL)" (optie)
– Aanvullende gebruiksaanwijzing "Connectoren voor niveauschakelaars" (optie)
– Ex-specifieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen)
– evt. andere certificaten
De VEGASWING 61 bestaat uit de componenten:
•
•
•
Deksel behuizing
Behuizing met elektronica
Procesaansluiting met trilvork
1
2
3
Fig. 1: VEGASWING 61 met kunststof behuizing
1
2
3
Typeplaat
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identificatie en
toepassing van het instrument:
•
•
•
•
•
29227-NL-141104
Deksel behuizing
Behuizing met elektronica
Procesaansluiting
Artikelnummer
Serienummer
Technische gegevens
Artikelnummers documentatie
SIL-markering (bij SIL-kwalificatie af fabriek)
Met de serienummers is het mogelijk via www.vega.com, "VEGA
Tools" en "serial number search" de uitleveringsgegevens van het
instrument op te roepen. Naast op de typeplaat op het instrument
vindt u het serienummer ook intern in het instrument.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
7
3 Productbeschrijving
Toepassingsgebied
3.2
Werking
De VEGASWING 61 is een niveausensor met trilvork voor niveaudetectie.
Deze is ontwikkeld voor industriële toepassing op alle terreinen van
de procestechniek en kan in vloeistoffen worden toegepast.
Typische toepassingen zijn overvul- en droogloopbeveiligingen. Met
de slechts 40 mm lange trilvork kan de VEGASWING 61 bijv. ook in
leidingen vanaf DN 32 worden gemonteerd. De kleine trilvork maakt
toepassing mogelijk in tanks, containers en leidingen. Dankzij het
eenvoudige en robuuste meetsysteem kan de VEGASWING 61 nagenoeg onafhankelijk van de chemische en fysische eigenschappen
van de vloeistof worden toegepast.
Het instrument werkt ook onder zware meetomstandigheden zoals
turbulentie, luchtbellen, schuimvorming, aangroei, sterke externe
trillingen of wisselend product
Functiebewaking
De elektronica van de VEGASWING 61 bewaakt via de frequentie-analyse continu de volgende criteria:
•
•
•
Sterke corrosie of beschadiging van de trilvork
Uitval van de trilling
Kabelbreuk naar piëzobekrachtiging
Wanneer een functiestoring wordt geconstateerd, dan meldt de elektronica dit via een gedefinieerd stroomsignaal aan de meetversterker.
Bovendien wordt de verbindingskabel naar de sensor bewaakt op
kabelbreuk en kortsluiting.
Werkingsprincipe
De trilvork wordt piëzo-elektrisch aangedreven en trilt op de mechanische resonantiefrequentie van ca. 1200 Hz. De piëzo's zijn
mechanisch bevestigd en hebben daarom geen temperatuurschokbeperkingen. Wanneer de trilvork met medium wordt bedekt, wijzigt
de frequentie. Deze verandering wordt door de ingebouwde elektronica geregistreerd, als stroomwaarde aan het meetversterkersysteem
doorgegeven en daar in een schakelcommando omgezet.
Voedingsspanning
De VEGASWING 61 met de tweedraadselektronica kan, afhankelijk
van uw wensen, op verschillende meetversterkers worden aangesloten. De passende meetversterkers vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
3.3
Bediening
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningselementen:
8
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
De schakeltoestand van de VEGASWING 61 met kunststof behuizing
kan bij gesloten behuizing worden gecontroleerd (controle-LED). In
de basisinstelling kunnen media met een dichtheid > 0,7 g/cm³ worden gedetecteerd. Bij media met lagere dichtheid kan het instrument
worden aangepast.
3 Productbeschrijving
•
•
Verpakking
Controle-LED voor indicatie van de schakeltoestand (groen/rood)
DIL-schakelaar voor aanpassing op de productdichtheid
3.4
Opslag en transport
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton, is milieuvriendelijk en recyclebaar. De sensor is bovendien voorzien van een
beschermkap van karton. Bij speciale uitvoeringen wordt bovendien
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Transport
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de transportverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
Transportinspectie
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volledigheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
Opslag
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstellings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
•
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
29227-NL-141104
Opslag- en transporttemperatuur
•
•
•
•
•
•
VEGASWING 61 • - Tweedraads
9
4 Monteren
4
Geschiktheid voor de
procesomstandigheden
Monteren
4.1
Algemene instructies
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces
bevinden, in het bijzonder sensorelement, procesafdichting en procesaansluiting, geschikt zijn voor de betreffende procesomstandigheden. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestemperatuur en de chemische eigenschappen van het medium.
De specificaties daarvoor vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens"
en op de typeplaat.
Schakelpunt
In principe kan de VEGASWING 61 in iedere willekeurige positie
worden ingebouwd. Het instrument moet wel zodanig worden gemonteerd, dat de trilvork zich op de hoogte van het gewenste schakelpunt
bevindt.
De trilvork heeft markeringen op de zijkant (inkervingen), die het
schakelpunt bij verticale inbouw aangeven. Het schakelpunt is gerelateerd aan het medium water bij de basisinstelling van de dichtheidsschakelaar >= 0,7 g/cm³. Let er bij de inbouw van de VEGASWING
61 op dat het schakelpunt van het instrument verschuift, wanneer het
medium een van water afwijkende dichtheid heeft - water = 1 g/cm³.
Bij media ≤ 0,7 g/cm³ en ≥ 0,5 g/cm³ moet de dichtheidsschakelaar
worden ingesteld op >= 0,5 g/cm³.
Houdt er rekening mee, dat schuim met een dichtheid ≥ 0,45 g/cm³
ook door de sensor wordt gedetecteerd. Dit kan vooral bij toepassing
als droogloopbeveiliging foutieve schakelingen veroorzaken.
2
1
3
4
29227-NL-141104
Fig. 2: Inbouw verticaal
1
2
3
4
10
Schakelpunt ca. 13 mm (0.51 in)
Schakelpunt bij lage dichtheid
Schakelpunt bij hogere dichtheid
Schakelpunt ca. 27 mm (1.06 in)
VEGASWING 61 • - Tweedraads
4 Monteren
1
Fig. 3: Horizontale inbouw
1
Schakelpunt
1
2
Fig. 4: Horizontale inbouw (aanbevolen inbouwpositie, vooral bij aanhechtend
product)
1 Schakelpunt
2 Markeringbijschroefdraaduitvoeringboven-bijflensversiesopdeflensgaten uitgericht
Bij flensuitvoeringen is de vork als volgt op de flensgaten uitgericht.
Fig.5:Vorkstandbijflensuitvoeringen
Vochtigheid
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspanning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan.
29227-NL-141104
U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht
door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden.
Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij buitenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening
moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op
gekoelde resp. verwarmde tanks.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
11
4 Monteren
Fig. 6: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Transport
Opgelet:
Houdt de VEGASWING 61 niet vast aan de trilvork. Vooral bij de flensof buisuitvoering kan de trilvork door het gewicht van het instrument
beschadigd raken. Transporteer gecoate instrumenten met uiterste
voorzichtigheid en voorkom aanraken van de trilvork.
Verwijder de verpakking resp. de beschermkap pas direct voor de
inbouw.
Druk/vacuüm
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdichten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen
het product en de procestemperatuur.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Gebruik
De niveauschakelaar is een meetinstrument en moet dienovereenkomstig worden behandeld. Verbuigen van het trilelement veroorzaakt
schade aan het instrument.
Waarschuwing:
De behuizing mag niet worden gebruikt voor inschroeven van het
instrument! Het vastdraaien kan op die manier schade aan het draaimechaniek van de behuizing veroorzaken.
Gebruik voor het inschroeven de zeskant boven het schroefdraad.
Inlassokken
4.2
Montage-instructies
De VEGASWING 61 heeft een gedefinieerd schroefdraadbegin. Dat
betekent dat iedere VEGASWING 61 zich na het inschroeven altijd
in dezelfde vorkstand bevindt. Verwijder daarom de meegeleverde
afdichting van het schroefdraad van de VEGASWING 61. Deze afdichting is bij het gebruik van de inlassok met O-ring niet nodig.
Let erop, dat de inlassok niet geschikt is voor gecoate uitvoeringen
van het instrument.
12
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
Schroef de VEGASWING 61 tot aan de aanslag in de inlassok. U kunt
de latere stand al voor het lassen bepalen. Markeer de betreffende
stand van de inlassok. Voor het inlassen moet u de VEGASWING 61
uitschroeven en de rubberen ring uit de inlassok nemen. De inlassok
is voorzien van een markeringskerf. Las de inlassok in met de marke-
4 Monteren
ring naar boven gericht resp. in leidingen (DN 32 t/m DN 50) met de
markering in de doorstroomrichting.
1
Fig. 7: Markering op de inlassok
1
Hechtende media
Markering
Bij horizontale inbouw in aanhechtende en taaivloeibare producten
moeten de oppervlakken van de trilvork zo mogelijk verticaal staan,
om afzettingen op de trilvork zo gering mogelijk te houden. Bij de
schroefdraaduitvoering is een markering aanwezig op de zeskant.
Daarmee kunt u de stand van de trilvork bij het inschroeven controleren. Wanneer de zeskant op de vlakke pakking aanligt, kan het
schroefdraad nog ca. een halve slag verder worden gedraaid. Dat is
voldoende om de aanbevolen inbouwpositie te realiseren.
Bij flensuitvoeringen is de vork op de flensgaten uitgericht.
29227-NL-141104
Bij aanhechtende en taaivloeibare producten moet de trilvork zo
mogelijk vrij in de tank steken, om afzettingen te voorkomen. Vermijdt
daarom bij horizontale inbouw sokken voor flenzen en inschroefsokken.
Instromend medium
Wanneer VEGASWING 61 in de vulstroom is ingebouwd, kan dit
ongewenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer de VEGASWING 61 daarom op een plaats in de tank, waar geen storende
invloeden, zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen
optreden.
Stromingen
Om te zorgen dat de trilvork van de VEGASWING 61 bij productbewegingen zo min mogelijk weerstand biedt, moeten de oppervlakken
van de trilvork parallel aan de productbeweging staan.
Emaillering
Behandel geëmailleerde instrumenten bijzonder voorzichtig en
voorkom harde stoten en slagen. Neem de VEGASWING 61 pas vlak
voor de montage uit de verpakking. Plaats de VEGASWING 61 voorzichtig in de tankopening en voorkom daarbij aanraking met scherpe
tankonderdelen.
Gasdichte doorvoer
De gasdichte doorvoer (optie) voorkomt door een tweede afdichting
een ongecontroleerd ontsnappen van het medium. De standtijd van
de gasdichte doorvoer hangt af van de chemische bestendigheid van
het materiaal. Zie "Technische gegevens".
VEGASWING 61 • - Tweedraads
13
4 Monteren
Opgelet:
Wanneer wordt vastgesteld (bijv. door een storingsmelding van de
VEGASWING 61), dat al medium in het trillingselement is binnengedrongen, dan moet het instrument direct worden vervangen.
29227-NL-141104
14
VEGASWING 61 • - Tweedraads
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5
Veiligheidsinstructies
aanhouden
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
•
•
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Sluit het instrument in principe zodanig aan, dat spanningsloos
aansluiten en losmaken op de klemmen mogelijk is.
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschriften, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning
Sluit de voedingsspanning aan conform de hierna volgende aansluitschema's. Houd daarbij de algemene installatievoorschriften
aan. Verbind de VEGASWING 61 in principe met de tankaarde (PA)
resp. bij kunststof tanks met het naastgelegen aardpotentiaal. Aan
de zijkant op de behuizing van het instrument is daarvoor tussen de
kabelwartels een aardklem aanwezig. Deze verbinding is bedoeld
voor de afleiding van elektrostatische ladingen. Bij Ex-toepassingen
moet u eerste prioriteit geven aan de opstellingsvoorschriften voor
explosiegevaarlijke omgeving.
De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
Verbindingskabel
Het instrument word met standaard 2-aderige kabel zonder afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industriele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van
5 … 9 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwartel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt,
vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel.
Gebruik voor een VEGASWING 61 in explosiegevaarlijke omgevingen
alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor
Ex-toepassingen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden.
Sluit alle openingen in de behuizing af conform EN 60079-1.
29227-NL-141104
5.2
Aansluitstappen
Bij Ex-instrumenten mag het deksel van de behuizing alleen worden
geopend, wanneer er geen explosiegevaarlijke atomsfeer aanwezig
is.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
15
5 Op de voedingsspanning aansluiten
3. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
4. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
5. Aansluitklemmen met een schroevedraaier openen
6. Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen
steken
7. Aansluitklemmen met een schroevedraaier vastzetten
8. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
9. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
10. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
5.3
Overzicht behuizingen
Aansluitschema eenkamerbehuizing
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor
de Ex-d-uitvoering.
5
5
1
5
5
2
3
4
Fig. 8: Materiaalvarianten eenkamerbehuizing
1
2
3
4
5
Kunststof (niet bij EEx d)
Aluminium
RVS (niet bij EEx d)
RVS, elektrolytisch gepolijst (niet bij EEx d)
Filterelement voor luchtdrukcompensatie resp. blindplug bij uitvoering IP 66/
IP 68, 1 bar (niet bij EEx d)
29227-NL-141104
16
VEGASWING 61 • - Tweedraads
5 Op de voedingsspanning aansluiten
Elektronica- en aansluitruimte
SW E60Z
1
4
+
0,5 g / cm3
5
2
0,7 g / cm3
1
2
3
Fig. 9: Elektronica- en aansluitruimte
1
2
3
4
5
Aansluitschema
Controle-LED
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Aardklem
Aansluitklemmen
Meetversterkersysteem of PLC
Het verdient aanbeveling de VEGASWING 61 zodanig aan te sluiten,
dat het schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is
geopend (fail safe).
Voor aansluiting op een meetversterker VEGATOR dto. Ex, WHG.
voedingsspanning via de aangesloten meetversterker VEGATOR.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens",
"Ex-technische gegevens" vindt u in de meegeleverde "Veiligheidsinstructie".
Het schakelvoorbeeld geldt voor alle toepasbare meetversterkers.
De controle-LED op de VEGASWING 61 brandt in principe
•
•
rood - bij bedekte trilvork
groen - bij onbedekte trilvork
Houdt de gebruiksaanwijzing van de meetversterker aan. Geschikte
meetversterkers vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
29227-NL-141104
Wanneer de VEGASWING 61 in Ex-omgeving of als deel van een
overvulbeveiliging conform WHG wordt toegepast, houdt dan de
bepalingen uit de veiligheidsinstructies en conformiteitscertificaten
aan. Wanneer het instrument met elektronica SWE60Z, SWE 60Z Ex
Ei direct op de analoge ingang van een PLC moet worden aangesloten, dan moet een geschikte zenerbarrière worden tussengeschakeld.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
17
5 Op de voedingsspanning aansluiten
- +
1 2
1
2
3
4
Fig. 10: Aansluitschema eenkamerbehuizing
Aderbezetting aansluitkabel
5.4
Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar
1
2
Fig. 11: Aderbezetting aansluitkabel
1
2
br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker.
Afscherming
29227-NL-141104
18
VEGASWING 61 • - Tweedraads
6 In bedrijf nemen
6
In bedrijf nemen
6.1
Algemeen
De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de navolgende
afbeeldingen.
Functie/opbouw
De schakeltoestand van de elektronica kan bij een kunststof behuizing met gesloten deksel worden gecontroleerd (controle-LED). In de
basisinstelling kunnen media met een dichtheid ≥ 0,7 g/cm³ worden
gedetecteerd. Bij media met een lagere dichtheid moet u de schakelaar op ≥ 0,5 g/cm³ instellen.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningselementen:
•
•
Controle-LED (1)
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling (2)
Bedrijfsstandenomschakeling (A/B)
Op de meetversterker VEGATOR 121, 122 of 636 Ex, via de meetversterker (bij toepassings conform WHG alleen bedrijfsstand A
toegestaan).
Met de A/B-omschakeling kunt u de schakeltoestand wijzigen. U kunt
daarmee de gewenste bedrijfsstand conform de functietabel instellen
(A - maximaal niveaudetectie resp. overvulbeveiliging, B - minimum
niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging). Op de meetversterker
kunt u ook de schakelvertraging veranderen (meetversterker VEGATOR 121, 122 of 636Ex).
29227-NL-141104
Opmerking:
Dompel de trilvork van de VEGASWING 61 voor testdoeleinden altijd
in de vloeistof. Test het functioneren van de VEGASWING 61 niet met
de hand. Dit kan beschadiging van de sensor veroorzaken.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
19
6 In bedrijf nemen
6.2
Bedieningselementen
1
2
1
2
Fig. 12: Elektronica SWE60Z - tweedraads-uitgang
1
2
Controlelamp (LED)
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Controle-LED (1)
Controlelamp (LED) voor aanwijzing van de schakeltoestand.
Gevoeligheidsomschakeling (2)
Met deze DIL-schakelaar (2) kunt u het schakelpunt op vloeistoffen
instellen, die een dichtheid hebben tussen 0,5 en 0,7 g/cm³. In de
basisinstelling kunnen vloeistoffen met een dichtheid ≥0,7 g/cm³
worden gedetecteerd. Bij producten met een lagere dichtheid moet
u de schakelaar op ≥0,5 g/cm³ instellen. De specificaties van de
positie van het schakelpunt zijn gerelateerd aan het medium water
- dichtheidswaarde 1 g/cm³. Bij media met een afwijkende dichtheid
verschuift dit schakelpunt afhankelijk van de dichtheid en het type
inbouw in de richting van de behuizing of het uiteinde van de trilvork.
•
•
•
groen = trilvork onbedekt
rood = trilvork bedekt
uit = storing
Opmerking:
Houdt er rekening mee, dat schuim met een dichtheid ≥ 0,45 g/cm³
ook door de sensor wordt gedetecteerd. Dit kan vooral bij toepassing
als droogloopbeveiliging foutieve schakelingen veroorzaken.
6.3
Functietabel
De volgende tabel geeft een overzicht van de schakeltoestanden
afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand en het niveau.
29227-NL-141104
20
VEGASWING 61 • - Tweedraads
6 In bedrijf nemen
Sensor
Bedrijfsstand op
meetversterker
Bedrijfsstand A
Niveau
Signaalstroom
- sensor
ca. 8 mA
Overvulbeveiliging
ca. 16 mA
Bedrijfsstand B
ca. 16 mA
Bedrijfsstand B
ca. 8 mA
Overvulbeveiliging
Controle-LED
- meetversterker
> 3,8 mA
< 11,5 mA
> 12,5 mA
< 21,6 mA
Rood
Droogloopbeveiliging
> 12,5 mA
< 21,6 mA
Rood
Droogloopbeveiliging
> 3,8 mA
< 11,5 mA
Groen
Willekeurig ca. 1,8 mA
(bedrijfsstand A/B)
6.4
Analoge ingang
- besturing1)
Groen
Bedrijfsstand A
Storingsmelding
Meetversterker
Controle-LED
- sensor
≤ 3,6 mA
≥ 21 mA
Uit
Terugkerende beproeving en functietest (SIL,
WHG)
Algemeen
De VEGASWING 61 is gekwalificeerd voor toepassing in meetkringen
niveau SIL2 conform IEC 61508 (redundant uitgevoerd, niveau SIL3)
en heeft de toelating conform WHG.
WHG
Het uitvoeren van de herhalingstest conform WHG is in de "Allgemeinen bauaufsichtlichen Zulassung" geregeld, zie punt 8 van het
certificaat.
29227-NL-141104
Houdt rekening met deze toelatingen wanneer de VEGASWING
61Ex als onderdeel van een overvulbeveiliging conform WHG wordt
toegepast.
De volgende instrumentcombinaties voldoen aan de eisen conform
WHG:
VEGASWING 61 Ex met
1)
Elektronica direct via analoge ingang van een besturing verwerkt (zonder
meetversterker)
VEGASWING 61 • - Tweedraads
21
6 In bedrijf nemen
•
•
SIL
Elektronica SWE60Z EX
Meetversterkers VEGATOR 536Ex, 537Ex en 636Ex, VEGALOG
of SSPS (veiligheidsgerichte PLC)
Het meetsysteem kan voor niveausignalering van vloeistoffen worden
gebruikt en voldoet aan de speciale eisen van de veiligheidstechniek.
In een eenkanaals architectuur (1oo1D) is dit tot SIL2 mogelijk en in
een meerkanaals, redundante architectuur tot SIL3.
De volgende instrumentcombinaties voldoen aan de eisen conform
SIL:
VEGASWING 61 Ex met
•
•
Uitvoering - functietest
Elektronica SWE60Z EX
Meetversterker VEGATOR 636 Ex of SSPS (veiligheidsgerichte
PLC)
De volgende mogelijkheden bestaan, om de terugkerende functietest
uit te voeren:
1. Vullen van de tank tot het schakelpunt
2. Demonteren van de sensor en onderdompelen in origineel product
3. Korte onderbreking van de kabel naar de sensor
4. Bedienen van de testknop op de meetversterker
1 Vullen van de tank tot het schakelpunt
Wanneer dit probleemloos mogelijk is, dan kunt u de tank tot het
schakelpunt vullen en daarbij de correcte sensorreacties bewaken.
2 Demonteren van de sensor en onderdompelen in origineel
product
U kunt de sensor voor de test demonteren en de correcte sensorfunctie controleren door onderdompeling in het originele product.
3 Korte onderbreking van de kabel naar de sensor
De terugkerende functietest conform IEC 61508 kan door korte (> 2
seconden) onderbreking van de kabel naar de sensor worden gecontroleerd. Daarmee wordt een testprocedure gestart.
Daarbij moet de juistheid van de opeenvolgende schakeltoestanden
op de aanwijzing van de SSPS bewaakt worden. De sensor mag niet
worden gedemonteerd of aanspreken door vullen van de tank.
U kunt de functietest met de uitgestuurde stroomwaarden ook direct
via een PLC of een procesautomatiseringssysteem uitvoeren.
22
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
4 Bedienen van de testknop op de meetversterker
In de frontplaat van de meetversterker is een geïntegreerde testknop
verzonken aangebracht. Druk de testknop langer dan 2 seconden
in met een daarvoor geschikt object. Zo wordt een testprocedure
gestart. Daarbij moet de juistheid van de opeenvolgende schakeltoestanden via de beide LED's op de meetversterker en de nageschakelde inrichtingen worden bewaakt. De sensor mag niet worden
gedemonteerd of aanspreken door vullen van de tank.
6 In bedrijf nemen
Test zonder vullen of demontage van de sensor
(3, 4)
Deze testprocedure geldt, wanneer u de tankbelading niet kunt veranderen of de sensor niet wilt demonteren.
De terugkerende functietest conform IEC 61508 kan door bedienen
van de testknop op een bijbehorende meetversterker of door korte
(> 2 seconden) onderbreking van de kabel naar de sensor worden
uitgevoerd.
Daarbij moet de juistheid van de opeenvolgende schakeltoestanden
via de beide LED's op de meetversterker en de nageschakelde inrichtingen worden bewaakt. De sensor mag niet worden gedemonteerd of
door vullen van de tank aanspreken.
Dit gelt voor VEGASWING 61 met de tweedraadselektronica
SWE60Z.
U kunt de functietest met de uitgestuurde stroomwaarden ook direct
via een PLC of een procesautomatiseringssysteem uitvoeren.
Bij meetopstellingen in combinatie met de tweedraadselektronica
SWE60Z EX kan een functietest worden uitgevoerd.
Wanneer u daarvoor een meetversterker van het type VEGATOR
gebruikt, kunt u de test met de geïntegreerde testknop uitvoeren.
De testknop is in de frontplaat van de meetversterker verzonken
aangebracht. Druk op de testknop gedurende > 2 seconden met een
geschikt object (schroevendraaier, ballpoint, enz.).
Wanneer de VEGASWING 61 op een meetversterkersysteem of een
SSPS is aangesloten, dan moet u daarvoor de verbindingskabel met
de sensor gedurende > 2 seconden onderbreken. De schakelvertraging moet daarvoor op 0,5 s zijn ingesteld.
Na het loslaten van de testknop of onderbreking van de verbindingskabel naar de sensor kunt u het complete meetsysteem controleren
op correct functioneren. Gedurende de test worden de volgende
bedrijfstoestanden gesimuleerd:
•
•
•
Storingsmelding
Leegmelding
Volmelding
29227-NL-141104
I/mA
16
1
8
2
1,8
3
0,6
1,5
1,5
t/s
Fig. 27: Verloopdiagram functietest
1
2
3
VEGASWING 61 • - Tweedraads
Volmelding
Leegmelding
Storingsmelding
23
6 In bedrijf nemen
Controleer of deze drie schakeltoestanden in de juiste volgorde in en
gedurende de opgegeven tijd optreden. Wanneer dit niet het geval is
dan is een fout in het meetsysteem aanwezig (zie ook de handleiding
van de meetversterker). Let erop dat nageschakelde apparatuur tijdens de functietest wordt geactiveerd. Zo kunt u het correct functioneren van het meetsysteem controleren.
Opmerking:
Let erop, dat de aanlooptijd tA de voedingsspanning de tijd tot de
eerste keer schakelen kan verlengen (bijv. VEGATOR 636: +1 s)
Na het loslaten van de toets resp. na kortstondige kabelonderbreking.
Testprocedure
De opgegeven tijden gelden met een tolerantie van ±20 %.
Sensorstroom
- sensor
Niveaurelais A
- overvulbeveiliging
< 1,8 mA
Spanningsloos
Spanningsloos
Spanningsloos
2. Leegmelding
ca. 8 mA
Bekrachtigd
Spanningsloos
Bekrachtigd
3. Volmelding
ca. 16 mA
Spanningsloos
Bekrachtigd
Bekrachtigd
1. Storingsmelding
ca. 0,6 s
+ tA2)
(ca. 1,5 s)
(ca. 1,5 s)
Controle-LED A
- overvulbeveiliging
Niveaurelais B
- droogloopbeveiliging
ControStoringsle-LED B
meldrelais
- droogloopbeveiliging
Controle-LED
4. Terug
naar actuele
bedrijfstoestand
Opmerking:
Bij gebruik als overvulbeveiliging conform WHG en toepassing in
meetkringen conform IEC 61508 is bedrijfsstand B niet toegestaan.
Testbeooordeling (SSPS)
Test doorstaan
• Storingssignaal (< 3,6 mA) ≥ 400 ms
• Niet bedekt (ca. 8 mA) ≥ 1 s
• Bedekt (ca. 16 mA) ≥ 1 s
2)
24
Aanlooptijd van de voedingsspanning
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
Test niet doorstaan
Storingssignaal (< 3,6 mA) < 400 ms / ≥ 750 ms
Niet bedekt (ca. 8 mA) < 1 s / ≥ 2 s
Bedekt (ca. 16 mA) < 1 s / ≥ 2 s
•
•
•
7 Service en storingen oplossen
7
Service en storingen oplossen
7.1
Onderhoud
7.2
Storingen oplossen
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
Gedrag bij storingen
Storingsoorzaken
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
De VEGASWING 61 biedt een hoge mate aan functionele betrouwbaarheid. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze
kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
•
•
•
•
Sensor
Proces
Voedingsspanning
Signaalverwerking
Storingen verhelpen
De eerste maatregel is het controleren van het uitgangssignaal. In
veel gevallen kunnen oorzaken langs deze weg worden vastgesteld
en kunnen de storingen worden opgelost.
24-uurs service hotline
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr. +49 1805 858550.
29227-NL-141104
De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur
per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis,
alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
25
7 Service en storingen oplossen
Schakelsignaal controleren
Fout
Oorzaak
Oplossen
De VEGASWING VoedingsspanBedrijfsspanning controleren
ning te laag
61 meldt bedekt
zonder bedekking
Elektronica defect Bedrijfsstandenschakelaar op meetmet product (overversterker bedienen. Wanneer het
vulbeveiliging)
instrument daarna omschakelt, kan
De VEGAShet trilelement met afzettingen zijn beWING 61 meldt
dekt of mechanisch zijn beschadigd.
onbedekt met proWanneer de schakelfunctie bij de
ductbedekking
juiste bedrijfsstand weer niet correct
(droogloopbeveifunctioneert, moet u het instrument ter
liging)
reparatie aan ons opsturen.
Bedrijfsstandenschakelaar op de
meetversterker bedienen. Wanneer
het instrument daarna niet omschakelt, is de elektronica defect.
Elektronica vervangen.
Inbouwlocatie on- Instrument op een plaats inbouwen,
gunstig
waar geen dode ruimten of luchtbellen
in de tank kunnen optreden.
Controle-LED
knippert rood
Gedrag na oplossen
storing
Aanhechting op
het trilelement
Controleer het trilelement en de sokken op eventuele afzettingen en
verwijder deze.
Verkeerde
bedrijfsstand gekozen
Correcte bedrijfsstand op de meetversterker instellen (overloopbeveiliging,
droogloopbeveiliging). De aansluiting
moet conform het ruststroomprincipe
worden uitgevoerd.
Storing aan trilelement
Controleer, of het trilelement is beschadigd, of sterk is gecorrodeerd.
Storing elektronica
Elektronica vervangen
Instrument defect
Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroffen maatregelen moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschreven handelingen weer worden uitgevoerd.
7.3
Elektronica vervangen
Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervangen.
Bij Ex-toepassingen mag slechts één elektronica met bijbehorende
Ex-toelating worden ingezet.
Over het algemeen kan elektronica uit de serie SW60 onderling worden vervangen. Indien u elektronica met een andere signaaluitgang
wilt gebruiken, moet u de gehele inbedrijfname uitvoeren. De daarvoor noodzakelijke, passende handleiding vindt u op onze homepage.
26
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
Alle informatie over het vervangen van de elektronica vindt u in de
handleiding van de nieuwe elektronica.
7 Service en storingen oplossen
Opmerking:
Let erop, dat voor geëmailleerde instrumentuitvoeringen speciale
elektronica nodig is. Deze elektronica heeft als identificatie SW60E of
SW60E1.
7.4
Procedure in geval van reparatie
Een reparatieformulier en gedetailleerde informatie over de procedure
vindt u op www.vega.com/downloads en "Formulierenencertificaten".
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
•
•
•
29227-NL-141104
•
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatieblad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordiging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
27
8 Demonteren
8
8.1
Demonteren
Demontagestappen
Waarschuwing:
Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden
zoals bijv. druk in de tank, hoge temperaturen, agressieve of toxische
media enz.
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omgekeerde volgorde.
Bij Ex-instrumenten mag het deksel van de behuizing alleen worden
geopend, wanneer er geen explosiegevaarlijke atomsfeer aanwezig
is.
8.2
Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recyclingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn 2002/96/EG
Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de
betreffende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar
een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de
gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé
producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt.
Een deskundige afvoer voorkomt negatieve effecten op mens en
milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens"
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
29227-NL-141104
28
VEGASWING 61 • - Tweedraads
9 Bijlage
9
Bijlage
9.1
Technische gegevens
Algemenespecificaties
Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435.
Materialen, in aanraking met medium
Ʋ Procesaansluiting - schroefdraad
Ʋ Procesaansluiting - flens
Ʋ Procesafdichting
Ʋ Trilvork
316L, Alloy C22 (2.4602)
316L, 316L met alloy C22 geplateerd, staal geëmailleerd, 316L met ECTFE gecoat, 316L met PFA gecoat
Klingersil C-4400
316L, Alloy C22 (2.4602), Alloy C4 (2.4610) geëmailleerd
Ʋ Verlengingsbuis ø 21,3 mm (0.839 in) 316L, Alloy C22 (2.4602), Alloy C4 (2.4602) geëmailleerd, 316L met ECTFE gecoat, 316L met PFA gecoat
Materialen, niet in aanraking met medium
Ʋ Kunststof behuizing
Ʋ Gietaluminium behuizing
Ʋ RVS-behuizing - fijngietstaal
Kunststof PBT (polyester)
Gietaluminium AlSi10Mg, poedergecoat - basis: polyester
316L
Ʋ RVS-huis, geëlektropoleerd
316L
Ʋ Lichtgeleider in deksel behuizing
(kunststof)
PMMA (Macrolon)
Ʋ Afdichting tussen behuizing en deksel NBR (RVS-huis, fijngegoten), siliconen (aluminium/
behuizing
kunststof huis; RVS-huis, anodisch gepolijst)
Ʋ Aardklem
Ʋ Temperatuurtussenstuk (optioneel)
Gasdichte doorvoer (optioneel)
Ʋ Dragermateriaal
Ʋ Glasgietmassa
Ʋ Contacten
Ʋ Heliumlekkage
Ʋ Drukbestendigheid
Sensorlengte
Ʋ Lengte VEGASWING 61
Ʋ Schakelpunt als VEGASWING 81
resp. 81A
29227-NL-141104
Gewicht instrument (afhankelijk van
procesaansluiting)
Laagdikte
Ʋ Email
Ʋ ECTFE
Ʋ PFA
VEGASWING 61 • - Tweedraads
316L
316L
316L
Boorsilicaatglas - nummer 8421
1.4101
< 10-6 mbar l/s
PN 64
Zie hoofdstuk "Afmetingen"
+51 mm (+2 in)
0,8 … 4 kg
0,8 mm
0,5 mm
0,5 mm
29
9 Bijlage
Oppervlaktekwaliteit
Ʋ Standaard
Ʋ Levensmiddelenuitvoering (3A)
Ʋ Levensmiddelenuitvoering (3A)
Procesaansluitingen
Ʋ Pijpschroefdraad, cilindrisch (DIN
3852-A)
Ra 3 µm (1.18-4 in)
Ra < 0,8 µm (3.15-5 in)
Ra < 0,3 µm
G¾ A, G1 A
Ʋ Amerikaans pijpschroefdraad, conisch ¾ NPT, 1 NPT
(ASME B1.20.1)
Ʋ Flenzen
Ʋ Levensmiddelencompatibel aansluitingen
DIN vanaf DN 25, ASME ab 1"
Melkkoppeling DN 40 PN 40, Clamp 1" DIN 32676
ISO 2852/316L, Clamp 2" DIN 32676 ISO 2852/316L,
conus DN 25 PN 40, Tuchenhagen Varivent DN 50
PN 10
Max. aandraaimoment - procesaansluitingen
Ʋ Schroefdraad G¾ A, ¾ NPT
75 Nm (55 lbf ft)
Ʋ Schroefdraad G1 A, 1 NPT
100 Nm (73 lbf ft)
Ʋ Lekkage
< 10-6 mbar l/s
Gasdichte doorvoer (optioneel)
Ʋ Drukbestendigheid
Hoogspanningstest (email)
Uitgangsgrootheid
Uitgang
Uitgangssignaal
Ʋ Leeg (niet bedekt)
Ʋ Vol (bedekt)
Ʋ Storingsmelding
Mogelijke meetversterkers
PN 64
< 5 KV
Tweedraadsuitgang
8 mA
16 mA
< 1,8 mA
VEGATOR 636 Ex, VEGATOR 121, VEGATOR 122
Bedrijfsstanden (omschakeling via meetversterker)
ƲA
ƲB
Maximaal niveausignalering resp. overloopbeveiliging
Minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging
Meetnauwkeurigheid (volgens DIN EN 60770-1)
Referentieomstandigheden en invloedsgrootheden conform DIN EN 61298-1
Ʋ Omgevingstemperatuur
Ʋ Relatieve luchtvochtigheid
Ʋ Luchtdruk
Ʋ Viscositeit medium
Ʋ Druk boven medium
30
860 … 1060 mbar/86 … 106 kPa (12.5 … 15.4 psig)
+18 … +30 °C (+64 … +86 °F)
1 g/cm³ (0.036 lbs/in³) (water)
1 mPa s
0 kPa
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
Ʋ Mediumtemperatuur
Ʋ Mediumdichtheid
+18 … +30 °C (+64 … +86 °F)
45 … 75 %
9 Bijlage
Ʋ Sensorinbouw
Verticaal van boven
Ʋ Dichtheidskeuzeschakelaar
≥ 0,7 g/cm³
Meetnauwkeurigheid
Meetafwijking
± 1 mm (0.04 in)
Invloed procestemperatuur op het schakelpunt
1
4
10 ( 25/64")
8 ( 5/16")
6 ( 15/64")
4 ( 5/32")
3
2 ( 5/64")
0
2
-2 (-5/64")
-4 (-5/32")
-6 (-15/64")
-8 (-5/16")
-10 (-25/64")
0°C
(32 °F)
50°C
(122 °F)
100°C
(212 °F)
150°C
(302 °F)
200°C
(392 °F)
250°C
(482 °F)
Fig. 38: Invloed procestemperatuur op het schakelpunt
Verschuiving van het schakelpunt in mm
Procestemperatuur in °C (°F)
Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving)
Trilvork
29227-NL-141104
1
2
3
4
VEGASWING 61 • - Tweedraads
31
9 Bijlage
Invloed van de stortgoeddichtheid op het schakelpunt
1
6
10 ( 25/64")
8 ( 5/16")
6 ( 15/64")
4 ( 5/32")
5
2 ( 5/64")
0
-2 (-5/64")
-4 (-5/32")
3
-6 (-15/64")
2
4
-8 (-5/16")
-10 (-25/64")
0,6
(0,022)
0,8
(0,029)
1
(0,036)
1,2
(0,043)
1,4
(0,051)
1,6
(0,058)
1,8
(0,065)
2
(0,072)
2,2
(0,079)
2,4
(0,087)
Fig. 39: Invloed van de stortgoeddichtheid op het schakelpunt
1
2
3
4
5
6
Verschuiving van het schakelpunt in mm
Dichtheid medium in g/cm³ (lb/in³)
Schakelaarstand≥0,5g/cm³
Schakelaarstand≥0,7g/cm³(0.025lb/in³)
Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving)
Trilvork
Invloed procesdruk op het schakelpunt
1
4
10 ( 25/64")
8 ( 5/16")
6 ( 15/64")
4 ( 5/32")
3
2 ( 5/64")
0
2
-2 (-5/64")
-4 (-5/32")
-6 (-15/64")
-8 (-5/16")
-10 (-25/64")
12
(174,1)
25
(362,6)
38
(551,1)
51
(739,7)
64
(928,2)
Fig. 40: Invloed procesdruk op het schakelpunt
1
2
3
4
Verschuiving van het schakelpunt in mm
Procesdruk in bar (psig)
Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving)
Trilvork
0,1 mm (0.004 in)
Schakelvertraging
ca. 500 ms (aan/uit)
Hysterese
Meetfrequentie
32
ca. 2 mm (0.08 in) bij verticale inbouw
ca. 1200 Hz
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
Reproduceerbaarheid
9 Bijlage
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur aan behuizing
-40 … +70 °C (-40 … +158 °F)
Procescondities
Meeteenheid
Grensniveau van vloeistoffen
Opslag- en transporttemperatuur
Procesdruk
-40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
-1 … 64 bar/-100 … 6400 kPa (-14.5 … 928 psig)
De procesdruk is afhankelijk van de procesaansluiting,
bijv. clamp of flens (zie volgende diagram)
Maximale testdruk
100 bar/10000 kPa (1450 psig) resp. 1,5 maal procesdruk
Procestemperatuur (schroefdraad- resp.
flenstemperatuur)
De werking van het instrument is tot een bedrijfsdruk van
100 bar/10000 kPa (1450 psig) bij een maximale procestemperatuur van +50 °C (+122 °F) gegeven (alleen bij
schroefdraaduitvoeringen).
Ʋ VEGASWING 61 van 316L/Alloy C22 -50 … +150 °C (-58 … +302 °F)
(2.4602)
Procestemperatuur (schroefdraad- resp.
flenstemperatuur) met temperatuurtussenstuk (optie).
Ʋ VEGASWING 61 van 316L/Alloy C22 -50 … +250 °C (-58 … +482 °F)
(2.4602)
Ʋ VEGASWING 61 geëmailleerd
-50 … +200 °C (-58 … +392 °F)
Ʋ VEGASWING 61 met PFA gecoat
-50 … +250 °C (-58 … +482 °F)
Ʋ VEGASWING 61 met ECTFE gecoat
-50 … +150 °C (-58 … +302 °F)
2
3
70 °C
(158 °F)
40 °C
(104 °F)
-50 °C
(-58 °F)
0 °C
(32 °F)
-40 °C
(-40 °F)
1
50 °C
(122 °F)
100 °C
(212 °F)
150 °C
(302 °F)
200 °C
(392 °F)
250 °C
(482 °F)
29227-NL-141104
Fig. 41: Omgevingstemperatuur - procestemperatuur
1
2
3
Procestemperatuur in °C (°F)
Omgevingstemperatuur in °C (°F)
Temperatuurbereik met temperatuurtussenstuk
VEGASWING 61 • - Tweedraads
33
9 Bijlage
1
64
(928)
40
(580)
20
(290)
-1 (-14,5)
-50 °C
(-58 °F)
0°C
(32 °F)
50°C
(122 °F)
100°C
(212 °F)
150°C
(302 °F)
200°C
(392 °F)
250°C
(482 °F)
2
Fig.42:Procestemperatuur-procesdrukbijschakelaarstand≥0,7g/cm³(gevoeligheidsschakelaar)
1
2
Procesdruk in bar (psig)
Procestemperatuur in °C (°F)
1
64
(928)
40
(580)
20
(290)
-1 (-14,5)
-50 °C
(-58 °F)
0°C
(32 °F)
50°C
(122 °F)
100°C
(212 °F)
150°C
(302 °F)
200°C
(392 °F)
250°C
(482 °F)
2
Fig.43:Procestemperatuur-procesdrukbijschakelaarstand≥0,5g/cm³(gevoeligheidsschakelaar)
1
2
Procesdruk in bar (psig)
Procestemperatuur in °C (°F)
Viscositeit - dynamisch
Stroomsnelheid
Dichtheid
Trillingsbestendigheid
Ʋ Instrumentbehuizing
Ʋ Sensor
0,1 … 10000 mPa s (voorwaarde: bij dichtheid 1)
max. 6 m/s (bij een viscositeit van 10000 mPa s
0,7 … 2,5 g/cm³ (0.025 … 0.09 lbs/in³); 0,5 … 2,5 g/cm³
(0.018 … 0.09 lbs/in³) door omschakelen
1 g bij 5 … 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij
resonantie)
1 g bij 5 … 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij
resonantie) bij sensorlengte tot 50 cm (19.69 in)
29227-NL-141104
34
VEGASWING 61 • - Tweedraads
9 Bijlage
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar
Kabeldoorvoer/stekker3)
Ʋ Eenkamerbehuizing
– 1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x
blindplug M20 x 1,5
of:
– 1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT
of:
Schroefklemmen
– 1 x connector (afhankelijk van uitvoering), 1 x blindplug M20 x 1,5
voor aderdiameter tot 1,5 mm² (AWG 16)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 68 (1 bar)
Kabelinvoer
Ʋ Eenkamerbehuizing
Verbindingskabel
Ʋ Aderdiameter
Ʋ Aderweerstand
Ʋ Trekvastheid
Ʋ Standaard lengte
Ʋ Max. lengte
Ʋ Min. buigstraal
Ʋ Diameter ca.
Ʋ Kleur - standaard PE
Ʋ Kleur - standaard PUR
Ʋ Kleur - Ex-uitvoering
Bedieningselementen
Gevoeligheidsomschakelaar
Ʋ ≥ 0,5 g/cm³
Ʋ ≥ 0,7 g/cm³
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning
29227-NL-141104
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad
Ʋ Kunststof behuizing
Ʋ Aluminium en RVS behuizing standaard
3)
4)
– 1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug
M20 x 1,5
of:
– 1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT
> 0,5 mm² (AWG 20)
< 0,036 Ω/m (0.011 Ω/ft)
< 1200 N (270 lbf)
5 m (16.4 ft)
1000 m (3280 ft)
25 mm (0.984 in) bij 25 °C (77 °F)
8 mm (0.315 in)
Zwart
Blauw
Blauw
0,5 … 2,5 g/cm³
0,7 … 2,5 g/cm³ (0.025 … 0.9 oz/in³)
12 … 36 V DC (via het meetversterkersysteem)
IP 66/IP 67 (NEMA 4X)
IP 66/IP 68 (0,2 bar), NEMA 6P4)
Afhankelijk van de uitvoering M12 x 1, conform ISO 4400, Harting, 7/8" FF.
Voorwaarde voor het behouden van de beschermingsklasse is een passende kabel.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
35
9 Bijlage
Ʋ Aluminium en RVS behuizing (optioneel)
Overspanningscategorie
Veiligheidsklasse
IP 66/IP 68 (1 bar), NEMA 6P
III
II
Toelatingen
Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische specificaties hebben.
Bij deze instrumenten moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn met het instrument meegeleverd of kunnen onder www.vega.com via "VEGA Tools"
en "Instrument zoeken" en via "Downloads" en "Toelatingen" worden gedownload.
9.2
Afmetingen
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar
1
~ 116 mm (4.57")
2
M20x1,5
M20x1,5/
½ NPT
M20x1,5/
½ NPT
M20x1,5/
½ NPT
116 mm (4.57")
ø 86 mm (3.39")
117 mm (4.61")
112 mm (4.41")
112 mm (4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.11")
~ 59 mm
(2.32")
ø 80 mm
(3.15")
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.03")
3
4
Fig. 44: Behuizingsuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar
1
2
3
4
Kunststof behuizing
RVS-huis, geëlektropoleerd
RVS-behuizing,fijngietstaal
Aluminium behuizing
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar)
117 mm
(4.61")
ø 77 mm
(3.03")
116 mm
(4.57")
~ 150 mm
(5.91")
ø 84 mm
(3.31")
~ 103 mm
(4.06")
M20x1,5
M20x1,5
M20x1,5
2
Fig. 45: Behuizingsvarianten in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar)
1
2
36
RVS-behuizing,fijngietstaal
Aluminium behuizing
VEGASWING 61 • - Tweedraads
29227-NL-141104
1
9 Bijlage
57 mm
(2.24")
36 mm
(1.42")
2
55 mm
(2.17")
1
53 mm
(2.09")
32 (G¾A, ¾"NPT)
41 (G1A, 1"NPT)
G¾A, ¾"NPT
G1A, 1"NPT
6
3
5
49 mm
(1.93")
4
50 mm
(1.97")
ø 33,7 mm
(1.33")
53 mm
(2.09")
53 mm
(2.09")
50 mm
(1.97")
19 mm
(0.75")
G¾=66 mm (2.6")
G1=69 mm (2.72")
18,5 mm
(0.73")
VEGASWING 61
6
Fig. 46: VEGASWING 61
Schroefdraad
Clamp
Conus DN 25
Melkkoppeling DN 40
Flens
Tuchenhagen Varivent
29227-NL-141104
1
2
3
4
5
6
VEGASWING 61 • - Tweedraads
37
9 Bijlage
34 mm
(1.34")
178 mm (7.01")
VEGASWING 61, opties
1
2
Fig. 47: Opties
1
2
Gasdichte doorvoer
Temperatuurtussenstuk
29227-NL-141104
38
VEGASWING 61 • - Tweedraads
9 Bijlage
9.3
Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
Only in U.S.A.: Further information see patent label at the sensor housing.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuelle. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad industrial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com。
9.4
Handelsmerken
29227-NL-141104
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
VEGASWING 61 • - Tweedraads
39
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2014
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
E-mail: [email protected]
www.vega.com
29227-NL-141104
Printing date: