schoolgids 2014-2015 Ieder een deel, samen één

an
zelfst
en
erk
dig w
schoolgids
2014-2015
da
zorgleerlingen
el aandacht voor
g-
en
ve
creatie
f bezig
we
ek
pla
nn
ing
en
zijn
Ieder een deel, samen één geheel
(www.vuurvlinder-skovv.nl)
faciliteit
voorkant (wit)
n
aafde kindere
en hoogbeg
en voor meer-
U heeft onze schoolgids voor het schooljaar 2014-2015 ontvangen.
Met deze schoolgids informeren we ouders en verzorgers die op zoek zijn naar de juiste
school voor zijn of haar kind. In deze gids vindt u onder andere antwoorden op de vragen:
-
Waar staat de Vuurvlinder voor?
-
Hoe wordt er op de Vuurvlinder gewerkt?
-
Hoe staat het met de kwaliteit van het onderwijs op de Vuurvlinder?
-
Wat leren de kinderen op de Vuurvlinder?
Ook gaan wij in deze schoolgids nadrukkelijk in op de sterke kanten van de Vuurvlinder,
zoals: zelfstandig werken; dag- en weekplanningen; veel aandacht voor zorgleerlingen; extra
faciliteiten voor meer- en hoogbegaafde kinderen; veel aandacht voor creativiteit.
Tevens wordt er in de gids ook regelmatig verwezen naar onze website www.vuurvlinderskovv.nl. Op deze site kunt u, naast de inhoud van deze schoolgids, actuele informatie vinden.
Vergeet daarbij niet om een kijkje te nemen op onze fotogalerij.
1. Woord vooraf
Als Managementteam
(MT)
en team vanvinden
de Vuurvlinder
vinden
wijschool
het voor
directie en team van
de Vuurvlinder
wij het voor
onze
van onze
grootschool
belang dat:
Als Managementteam (MT) en team van de Vuurvlinder vinden wij het voor onze school
van
belang
dat:
- groot
Degroot
kwaliteit
vandat:
onderwijs goed is;
van
belang
--
--
-
-
--
-
-
-
- De
Deaandacht
kwaliteit
van
onderwijs
kwaliteit
van onderwijs
goed
is.goed is.
Er echte
is
voor
het
individuele
kind;
Er echte aandacht is voor het individuele kind.
Er echte
aandacht iszijn
voor
individuele
kind.
veel activiteiten
diehet
erop
gericht zijn
de zelfstandigheid en creativiteit van de Er veel activiteiten zijn die erop gericht zijn de zelfstandigheid en creativiteit van
Er
veelde
activiteiten
zijn
die erop gericht zijn de zelfstandigheid en creativiteit van
kinderen
te bevorderen;
kinderen
te bevorderen.
- de
Er
eentegemoedelijke
datopen
er een
open communicatie
is naar de
kinderen
bevorderen.
Er een
gemoedelijke
sfeer is sfeer
en datiseren
een
communicatie
is naar de ouders;
ouders.
Er
gemoedelijke
is en hen
dat er
een open communicatie
is naar dewordt
ouders.
Deeen
kinderen
iets – opsfeer
een voor
begrijpelijke
manier – meegegeven
op het De kinderen iets – op een voor hen begrijpelijke manier – meegegeven wordt
De
kinderen
iets
– op van
een
vooren
hen
begrijpelijke
manier
meegegeven
gebied
van
respect
omgang
met
en – met
op
hetidentiteit,
gebied
identiteit,
respect
enelkaar,
omgang
elkaar. wordt
- op
De
school
uitmaakt
van
de samenleving
waarin
weallen
metleven.
z'n allen
gebied
vanonderdeel
identiteit,
respect
omgang
met
elkaar.
De het
school
onderdeel
uitmaakt
van deen
samenleving
waarin
we
met z’n
leven.
De school onderdeel uitmaakt van de samenleving waarin we met z’n allen leven.
Mocht
u hetuidee
dat dedat
Vuurvlinder
de geschikte
school voor
uw voor
kind zou
kunnen
Mocht
het hebben
idee hebben
de Vuurvlinder
de geschikte
school
uw kind
zou
zijn,hebben
danunodigen
vaneens
harte
uituw
omkind
eens
uw kijken.
kind
te komen
Mocht
u het
idee
dat
de wij
Vuurvlinder
de
geschikte
school
voor
uw kind
zou kijken.
zijn, kunnen
dan
nodigen
wij
van
harte
uituom
met
te met
komen
kunnen zijn, dan nodigen wij u van harte uit om eens met uw kind te komen kijken.
Namens team en managementteam van Kbs de Vuurvlinder,
Namens het team van de Vuurvlinder,
Jo van
der
Namens
team
enCoelen
managementteam van Kbs de Vuurvlinder,
Hans Wibbens (directeur)
Jo
der Coelen
a.i van
directeur
(directeur)
Debby van Dam jd tot p
r ti
ub
va
er teit Z
n kleute
adjunct directeur
gzaam
or
groen
Onze school telt ongeveer 450 leerlingen verdeeld over twee locaties: Vuurvlinder-Noord en
Vuurvlinder-West. Op de voorkant van deze schoolgids vindt u enkele foto’s.
Bezoekadressen van de locaties
Hoofdgebouw Locatie West 1:
Stormzwaluw 25
Locatie West 2:
3905 RS Veenendaal
Boerenzwaluw 19
tel.: 0318-527745
3905 SG Veenendaal
(Groepen 1 t/m 4)
tel.: 0318-553295
(De gebouwen West 1 en West 2 liggen naast elkaar)
(Groepen 4 t/m 8)
Locatie Noord:
Tweespan 39
3902 GE Veenendaal
tel.: 0318-512659
(Groepen 1 t/m 8)
2. Waar vindt u onze school
Postadres:
Kbs. de Vuurvlinder
Stormzwaluw 25
3905 RS Veenendaal
Directieteam:
a.i. Directeur en
Hans Wibbens
dagelijkse leiding [email protected]
van locatie West
Tel.: 0318-527745
Adjunct-directeur en
Debby van Dam
dagelijkse leiding [email protected]
van locatie Noord
Tel.: 0318-512659
Intern begeleiders
Thea Reijnders
[email protected]
Tel.: 0318-527745
Paul Francken
[email protected]
Tel.: 0318-512659
Algemene mail intern begeleiders:
[email protected]
Overige teamleden: [email protected]
Website: www.vuurvlinder-skovv.nl
Kbs. de Vuurvlinder is de enige katholieke basisschool in Veenendaal. Onze school valt onder
de Stichting Katholiek Onderwijs Veluwe Vallei (SKOVV). Het bestuur en de directie stellen
zich ten doel het katholiek onderwijs in Veenendaal te handhaven en versterken.
Stafbureau SKOVV
Algemeen Directeur: Rob Welling
Groenendaal 7
6715 BA Ede
Tel.: 0318-640405
Fax.: 0318-647391
e-mail: [email protected]
Website: www.skovv.nl
De visie van de school
“Ieder een deel, samen één geheel”
De naam van onze school, de Vuurvlinder, is gekozen om de kleurrijke kenmerken en verwijst
naar onze multiculturele maatschappij. Wij proberen onze leerlingen dan ook normen en
waarden bij te brengen waarin voor vooroordelen, discriminatie en racisme geen plaats is.
Wij gaan er vanuit dat de ouders zich aan de visie en identiteit van onze school conformeren
en deze onderschrijven, ondersteunen en uitdragen naar de kinderen. Willen wij het maximale uit onze kinderen halen, dan zullen we ervoor moeten zorgen dat de kinderen zich thuis
voelen op onze school. Zij moeten zich prettig en geaccepteerd voelen. De basis voor goed
onderwijs ligt bij ons in een veilig pedagogisch klimaat. Als de sfeer in de klas goed is, zullen
de kinderen zich veilig voelen in de klas en zal de wil om iets te leren groter zijn: de betrokkenheid van de kinderen zal hierdoor groter zijn.
De identiteit van de school
De levensbeschouwelijke identiteit
Katholieke Basisschool “De Vuurvinder” is de enige katholieke basisschool in Veenendaal. De
identiteit van onze school krijgt gestalte in de manier van omgaan met de kinderen en in de
normen en waarden die wij de kinderen als voorbeeld geven en die we overdragen. Ons algemeen doel is om bij te dragen aan de ontwikkeling van een eigen levensbeschouwelijke identiteit van de kinderen. Wij bieden onderwijs aan vanuit een katholieke levensovertuiging en
laten daarbij de kinderen kennismaken met andere wereldgodsdiensten. Tevens oefenen wij
in het samen nadenken en spreken over levensvragen. Er is ruim aandacht voor de katholieke
tradities, voor de achtergrond van belangrijke katholieke feesten en gebruiken, maar vooral
voor de waarden die in de katholieke traditie centraal staat. We denken hierbij aan respect
voor de schepping, menselijke waardigheid en gelijkwaardigheid, gerechtigheid en het besef
dat mensen meer zijn dan een autonoom individu.
Met elkaar vormen we de wereld!
3. Visie en identiteit
De maatschappelijke identiteit
Als mens leven wij in een samenleving die steeds aan het veranderen is. Op de Vuurvlinder
willen wij meegeven dat:
• Elk mens in de maatschappij zijn eigen verantwoordelijkheid heeft.
Onze maatschappij heeft behoefte aan positieve medeburgers, die weerbaar
zijn en actief mee willen werken.
• Iedereen zich moet ontwikkelen volgens zijn eigen talenten.
• Mensen/kinderen op een constructieve manier moeten samenleven en samenwerken.
• Mensen/kinderen tolerant en met respect om moeten gaan met:
Mensen/kinderen die verschillen qua uiterlijk, huidskleur, cultuur,
levensbeschouwing, geslacht, geaardheid, politieke en andere opvattingen.
Zwakkeren in onze samenleving.
Het leven, de natuur, het milieu, de eigen leefomgeving maar ook die van
anderen.
• Het leven in onze multiculturele samenleving waardevol en verrijkend is.
• We open moeten staan voor maatschappelijke veranderingen.
De pedagogische identiteit
Ouders en leerkrachten zijn de opvoeders van de kinderen. Wij achten het van groot belang
dat deze opvoeders op één lijn zitten en elkaar ondersteunen. Contact met ouders is daarom
onmisbaar.
Het onderwijs moet er naar streven dat:
• Het zelfvertrouwen van het kind versterkt wordt.
• Kinderen zich veilig en aanvaard voelen.
• De zelfstandigheid van kinderen wordt bevorderd.
• De betrokkenheid van kinderen wordt bevorderd.
• Kinderen sociaal gedrag aanleren.
• Kinderen leren omgaan met onderlinge verschillen.
• Kinderen leren met respect om te gaan met anderen en met zichzelf.
Het onderwijs moet zo ingericht zijn dat het aansluit bij de behoefte van het kind en het kind
stimuleert en uitnodigt tot:
• Het ontdekken van de wereld in de ruimste zin van het woord.
• Het willen uiten van gevoelens.
• Zelf te willen spelen, werken en leren, alleen of met anderen.
• Eigen verantwoordelijkheid nemen.
• Een deel van het geheel te zijn.
De onderwijskundige identiteit
Als professionals staan wij in voor de kwaliteit van ons onderwijs. Ons onderwijs is zo ingericht dat kinderen zich kunnen ontplooien binnen het leerstofjaarklassensysteem. De leerstof
is afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het kind, zorgt voor nieuwe uitdagingen waardoor het zelfontdekken wordt gestimuleerd. De leerstof wordt gevarieerd en gedifferentieerd
aangeboden, waarbij we rekening houden met de verschillen in ontwikkeling.
We leren de kinderen zelfstandig te werken in hun eigen tempo en verantwoordelijkheid te
nemen voor hun eigen werk.
Er is extra verdieping en hulp voor zowel meerbegaafde kinderen als voor kinderen die
moeite hebben met de leerstof.
De organisatorische identiteit
Binnen het leerstofjaarklassensysteem van onze school, leren de kinderen zelfstandig te werken. De keuzes van de methoden en de didactische werkvormen zijn afgestemd op dit zelfstandig werksysteem. Verantwoordelijkheid nemen voor het eigen werk is daarbij belangrijk,
maar ook samenwerken met elkaar is belangrijk. Dit komt tot uitdrukking in verschillende
groepsactiviteiten, maar ook in groeps- en locatiedoorbroken activiteiten, zoals de creatieve
werkmiddagen, show time en de vieringen (o.a. Kerstmis, Carnaval en Pasen).
Ons team vindt het belangrijk om in te spelen op de meest recente onderwijskundige ontwikkelingen en vernieuwingen. Door middel van studiedagen, nascholing en intervisie blijven we
ons hierin verdiepen.
Om kwalitatief goed onderwijs te geven, hebben we als team de volgende keuzen gemaakt:
-
We kiezen voor een goed pedagogisch klimaat waarin elk kind tot ontplooiing kan
komen in een onderwijsleersituatie waarin we proberen elk kind te bieden wat het
nodig heeft.
-
We kiezen voor het zelfstandig werkensysteem voor alle leerlingen (zie ook hoofdstuk 6).
-
We kiezen voor een goede doorlopende lijn in de opbouw van de verschillende leervakken.
-
We kiezen voor het intensief gebruiken van een leerlingvolgsysteem en we hechten veel waarde aan de analyses en conclusies hiervan. Deze vertalen we naar het dagelijks
handelen in de klas.
-
We kiezen voor een leerlingvolgsysteem waarin we kijken naar de cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen.
-
We kiezen voor preventieve leerlingenzorg; in een vroegtijdig stadium in de groep
signaleren en stappen ondernemen om zo onderwijsleerproblemen te voorkomen.
-
We kiezen ervoor dat een zorgleerling een zorg is voor het gehele team. Er vinden daarom regelmatig leerlingbesprekingen plaats.
-
We kiezen voor een ruime aandacht voor meer- en hoogbegaafde kinderen. Zij kunnen in aanmerking komen voor de bovenschoolse plusklas van het SKOVV (in Ede voor groep 6-7-8) of de eigen plusklas van de Vuurvlinder (op woensdag op locatie Noord voor groep 6-7-8).
-
We kiezen ervoor om de computer gedurende de gehele schoolloopbaan een toegankelijk
medium voor de kinderen te laten zijn. Er zijn daarom op alle locaties netwerken aangelegd
zodat de kinderen informatie kunnen zoeken op het internet.
4. De kwaliteit van onze school
-
In alle groepen 3 tot en met 8 wordt gebruik gemaakt van digitale schoolborden.
-
Ook de groepen 1-2 gaan in de loop van dit schooljaar gebruik maken van de digitale schoolborden.
-
We kiezen voor één duidelijke uniforme werkwijze op het gebied van de leerlingenzorg. Onze interne begeleiders bewaken dit proces.
-
We kiezen voor de creatieve ontwikkeling van de kinderen. Voor elk kind is er ruimte om op eigen wijze en niveau aan opdrachten vorm te geven.
-
We kiezen voor ouderparticipatie: goed onderwijs is niet alleen een zaak van de school.
Identiteit, burgerschap en sociale integratie
Zoals al omschreven in hoofdstuk 3 over de visie en identiteit van de school, staat de
naam Vuurvlinder voor de kleurrijke kenmerken en verwijst daarmee naar onze multiculturele maatschappij. Wij proberen onze leerlingen dan ook normen en waarden
bij te brengen waarin voor vooroordelen, discriminatie en racisme geen plaats is.
Ook wordt hierin aangegeven dat wij als mens leven in een samenleving die
steeds aan het veranderen is. Daarom willen wij op de Vuurvlinder meegeven dat:
• Elk mens in de maatschappij zijn eigen verantwoordelijkheid heeft.
Onze maatschappij heeft behoefte aan positieve medeburgers, die weerbaar
zijn en actief mee willen werken.
• Iedereen zich moet ontwikkelen volgens zijn eigen talenten.
• Mensen/kinderen op een constructieve manier moeten samenleven en samenwerken.
• Mensen/kinderen tolerant en met respect om moeten gaan met:
Mensen/kinderen die verschillen qua uiterlijk, huidskleur, cultuur,
levensbeschouwing, geslacht, geaardheid, politieke en andere opvattingen.
Zwakkeren in onze samenleving.
Het leven, de natuur, het milieu, de eigen leefomgeving maar ook die van anderen.
• Het leven in onze multiculturele samenleving waardevol en verrijkend is.
• We open moeten staan voor maatschappelijke veranderingen.
De school is daarom bij uitstek de plek waar elke leerling kennismaakt met de verschillende
achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en een multiculturele samenleving vragen dat scholen actief burgerschap en
sociale integratie bevorderen. Actief burgerschap is het kúnnen en wíllen deelnemen aan
de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook
reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor
je omgeving.
Om datgene wat hierboven staat te realiseren, gebruiken wij op school voor catechese zowel
in de onderbouw als in de bovenbouw de methode ‘Trefwoord’. Deze methode werkt met
een kalender. Iedere dag wordt er een blad van de kalender gescheurd. Daarbij hoort de ene
keer een gedicht, lied of gebed, de andere keer weer een Bijbelverhaal of een verhaal uit
deze tijd dat dicht bij de belevingswereld van de kinderen ligt.
5. Wat leren de kinderen op onze school?
Daarnaast kennen we de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. De methode gaat ervan
uit dat kennis, vaardigheden en houding als het ware de gereedschappen zijn voor sociaal
competent gedrag, zoals aardig doen en jezelf presenteren. Maar er is meer. Ieder gedrag
wordt gekleurd door de waarden en normen die in de samenleving gelden, die bepalen wat
passend gedrag is. De methode helpt de kinderen deze normen en waarden voor zichzelf te
ontdekken. Ook leren ze hoe je je voelt in verschillende situaties en ze leren zich te verplaatsen in wat anderen zouden kunnen voelen in verschillende situaties.
Taal en lezen
Taal vormt de basis van het leren en daarom zijn dagelijks alle groepen intensief met dit vakgebied bezig. In de groepen 1 en 2 wordt rondom de afwisselende thema’s met taalaspecten
gewerkt: d.m.v. bijvoorbeeld klassen-, kring- en leergesprekken, vertellen, voorlezen, taalspelletjes, poppenkast, luisteren, vragen beantwoorden, woordenschatoefeningen, auditieve
oefeningen en begrippen. Er wordt op een gevarieerde wijze gewerkt en gespeeld met de
taal, zodat alle voorwaarden die nodig zijn om goed te kunnen starten met het (aanvankelijk)
leesonderwijs bij de kinderen aan bod komen. Wij maken hierbij gebruik van de methode
‘Onderbouwd’.
In groep 3 wordt gewerkt met de methode ‘Veilig leren lezen’. Deze methode biedt ons veel
differentiatiemogelijkheden voor zowel kinderen die extra hulp en instructie nodig hebben,
als voor kinderen die juist een extra uitdaging kunnen gebruiken.
Vanaf groep 4 wordt taal en lezen als vak gesplitst. Voor taal wordt
dan tot en met groep 8 de methode ‘Taal actief’ gebruikt. Deze
methode kenmerkt zich door in te spelen op de interesses, leerstijlen
en veelzijdige capaciteiten van kinderen. Het lezen wordt gesplitst
in technisch lezen en begrijpend lezen. We werken volgens de
richtlijnen van het Dyslexieprotocol en maken gebruik van het Lees
Interventie Programma. Er wordt ook veel aandacht besteed aan de
leesbeleving. D.m.v. voorlezen, Ralfi-lezen, boekbesprekingen en
lezen door de school stimuleren we de kinderen om zelf veel te
lezen en hun favoriete boeken te promoten. Verder hebben we
leesbevorderingsmaterialen op iedere locatie.
Schrijven
In de groepen 1 en 2 staat vooral het voorbereidend schrijven centraal. De kinderen krijgen
veel materiaal aangeboden om de fijne motoriek te bevorderen.
In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met de methode ‘Schrift’. De methode groeit met de
kinderen mee.
De kinderen starten in groep 3 tegelijk met het aanleren van de letters bij de methodes ‘Veilig
leren lezen’ en ‘Schrift’. De schrijfwijze van beide methodes komt overeen, zodat het leren
schrijven met het leren lezen meeloopt.
Voor het schrijven van de cijfers gaan we uit van de schrijfwijze van de cijfers die gebruikt
wordt in onze rekenmethode ‘Wereld in getallen’.
Rekenen
In groep 1 en 2 is dit onderdeel verweven in de lessen. Tijdens de dagelijkse activiteiten komen rekenelementen spelenderwijs en structureel aan bod: o.a. tellen, schatten, vergelijken,
begrippen als veel, weinig, meer, groter, kleiner, ver en dichtbij. In de groepen 1 en 2 wordt
hierbij gebruik gemaakt van de methode ‘Onderbouwd’.
Vanaf groep 3 werken we met de methode ‘Wereld in getallen’.
Deze rekenmethode biedt de rekenstof op een overzichtelijke en
gestructureerde manier aan. Zowel voor de kinderen die moeite
hebben met rekenen, als voor de kinderen die vlot rekenen, zijn
er voldoende differentiatie mogelijkheden. Hierdoor kunnen alle
leerlingen zo lang mogelijk in de methode blijven werken.
Voor de kinderen met ernstige reken- en wiskundeproblemen
die niet in de reguliere methode kunnen blijven, is er ook nog
de methode ‘Maatwerk’.
Wereldoriëntatie
Deze benaming omvat de volgende vakken: natuuronderwijs en
techniek, geschiedenis, aardrijkskunde en topografie. In de onderbouw ligt het accent bij deze vakken dichtbij de directe leefwereld
van de kinderen. Wat de kinderen bezighoudt, de seizoenen, feesten,
dieren, etc. kan als uitgangspunt voor de lessen gebruikt worden.
Er wordt veel met de kinderen gesproken, gewerkt en gezongen rond
deze thema’s.
In groep 5 verandert wereldoriëntatie meer en meer in het leren kennen van de wereld veraf. Het
vertrekpunt vormt wel de directe leefomgeving en belevingswereld van de kinderen. De schooltelevisie, DVD en digi-lessen vormen een uitstekend medium om de lessen te ondersteunen.
Natuuronderwijs en techniek:
Voor dit vak gebruiken we de methode ‘NatuNiek’. Deze methode heeft het uitgangspunt
‘Doen!’. De leerlingen van groep 3 tot en met 8 gaan met NatuNiek zelf actief op onderzoek
uit. Ze kijken, doen, voelen… en staan stil bij al die dingen die soms zo vanzelfsprekend lijken.
De kinderen worden zo uitgedaagd om op onderzoek uit te gaan in hun eigen, directe
omgeving.
Geschiedenis:
Bij dit vak starten we in groep 5 met de methode “Wijzer door de tijd”. Er wordt dan
gewerkt aan de hand van thema’s, waarbij geleidelijk het historisch besef van het kind wordt
ontwikkeld. Uitgangspunt daarbij is steeds het kind zelf, met zijn eigen leefwereld en zijn
eigen geschiedenis
Aardrijkskunde/topografie:
De methode ‘Geobas’ geeft goed aan wat de insteek van de methode is: de situatie van je
eigen leefomgeving vergelijken met die van andere bewoners van onze wereld. Groep 5 verkent via de eigen woonplaats een steeds grotere omgeving. De kinderen starten met het leren
lezen van een plattegrond. Het begin als het ware van de topografie. Ook hierbij verkennen
we eerst onze eigen omgeving. Bij de kinderen van groep 6 staat Nederland centraal in het
boek en bij de topografie. Welke verschillen en overeenkomsten zien we in de diverse streken
en provincies? Het werkterrein van de kinderen wordt in groep 7 steeds groter: Europa en de
verschillende landen en culturen worden behandeld. In deze groepen staat het werken met
de atlas en het interpreteren van kaarten eveneens centraal. In groep 8 komen de werelddelen in beeld. Bij topografie worden de landen van de wereld behandeld. Ook bij aardrijkskunde zijn de computer en de schooltelevisie onmisbare instrumenten.
Techniek:
Problemen oplossen bij techniek combineert het denken en doen. Het ontwerpen, het maken
en gebruiken gebeurt veelal door middel van samenwerken. Ook de creativiteit krijgt hierbij
een plaats. Juist leerlingen in de leeftijdsgroep van 4 t/m 12 jaar vragen om onderwijs waarin
denken en doen samengaan en waarbij de eigen leef- en belevingswereld als uitgangspunt
gekozen wordt voor een verbreding en verdieping op de wereld. Bij techniek krijgen kinderen
die handen en hoofd goed weten te combineren een uitgelezen kans.
Techniek zit verweven in onze maatschappij en cultuur. Door het verkennen van de wereld
van constructies, transportsystemen, manieren van produceren en communiceren krijgt de
wereld meer structuur. Lessen in techniek maken producten en processen zichtbaar in het
leven van alledag en dragen zodoende bij aan het structureren van deze alledaagse werkelijkheid. Bij het onderwijs in techniek gaat het erom dat leerlingen ervaringen opdoen met, en
inzicht krijgen in, het zelf doorlopen van de stappen binnen een techniekproces. Het onderwijs richt zich daarbij op het eigen probleemoplossend handelen van de leerling en de
reflectie daarop. Tevens biedt het een oriëntatie op het gebruik van materialen, energie,
informatie en gereedschappen en het leren hanteren van constructie- en bewegingsprincipes.
Verkeer
In alle groepen wordt er aandacht besteed aan verkeer. We gebruiken
hiervoor de methode ‘Klaar… over’. In groep 7 doen de kinderen mee
aan het landelijk verkeersexamen, dat bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte. De verkeersomgeving van de kinderen zal steeds groter
worden en het leren omgaan met het verkeer vindt dan ook plaats op
opeenvolgende niveaus:
-
Individuele redzaamheid: Hoe gedraag ik mij in het verkeer?
-
Sociale redzaamheid: Zich er bewust van zijn dat het eigen gedrag invloed heeft op het gedrag van andere verkeersdeelnemers en dat het gedrag van
anderen gevolgen heeft voor het eigen gedrag in het verkeer.
-
Maatschappelijke reflectie: Het verkeer met kritische ogen bekijken en inzicht krijgen in voorkomende verkeerssituaties.
Om de kinderen daadwerkelijk ervaring op te laten doen in het verkeer zullen de kinderen
regelmatig in de eigen wijk op stap gaan met de leerkracht.
Engels
In groep 7 en 8 wordt aandacht besteed aan de Engelse taal. We werken met de methode
‘The Team’. Deze methode is eigentijds en sluit goed aan bij de belevingswereld van de
leerlingen.
Creatieve vakken
Handvaardigheid/ tekenen
In de groepen 1 en 2 wordt dagelijks aan de creatieve ontwikkeling gewerkt aan de hand van
een thema. In de groepen 3 t/m 8 wordt eveneens aan creatieve ontwikkeling gedaan. Dit kan
zijn met behulp van ouders op creatieve middagen en/of met de eigen leerkracht naar aanleiding van een thema, een feest of een project. Daarnaast wordt er in de groepen met de eigen
leerkracht nog extra aan handvaardigheid gedaan. Tekenen wordt in elke groep wekelijks
gegeven, waarbij opdrachten uitgevoerd moeten worden met verschillende materialen en
technieken. De methode ‘Uit de kunst’ wordt als uitgangspunt genomen.
Expressieve vakken
Muziek, dans en drama
Bij de expressieve vakken horen muziek, dans en drama. Hiervoor gebruiken we de methode
‘Moet je doen… Muziek, dans en drama’. Bij muziek en dans staat centraal het luisteren naar
muziek, het bewegen op muziek en het gebruik van muziekinstrumenten. Daarnaast het
aanleren en zingen van liedjes al dan niet met gebruik van muziekinstrumenten. Bij drama
worden o.a. kringspelletjes en inspringspelen gedaan. Ook leren de kinderen een toneelstukje
voor te bereiden, te oefenen en uit te voeren.
Cultuureducatie
Onder cultuureducatie vallen alle activiteiten die bijdragen aan het leren omgaan met kunst:
het zelf leren maken van kunstproducten (actief), het leren kijken/luisteren naar kunstproducten (receptief) en het leren beoordelen van het kunstproduct (reflectief).
Op de Vuurvlinder wordt op allerlei gebied aandacht besteed aan het bovenstaande. Te
denken valt hierbij aan o.a.: bezoeken aan de voorstellingen in theater de Lampegiet; veel
aandacht voor de Kinderboekenweek; actief op het gebied van creativiteit; uitnodigen van
gastsprekers op allerlei gebied en het organiseren van excursies.
Lichamelijke opvoeding/bewegingsonderwijs
De kinderen hebben gymles op alle locaties. Bewegingsonderwijs is bij groep 1 en 2 een dagelijkse gebeurtenis. Vaak bewegen de kinderen buiten, met of zonder spelmateriaal. Regelmatig wordt er in de gymzaal
‘gespeeld’ en wordt er gebruik gemaakt van materialen zoals grote en kleine ballen, hoepels, banken, en
klim- en klautertoestellen. Tijdens de bewegingslessen in de gymzaal zijn de kinderen gekleed in hemd en
onderbroek en gymschoenen met een stevige zool (liever geen balletschoentjes, omdat de zolen erg dun
en glad zijn). De gymschoenen mogen geen zwarte zool hebben. De voorkeur gaat uit naar schoenen met
elastiek of klittenband. De naam van uw kind graag in de schoenen schrijven.
Groep 3 t/m 8 gymmen in de gymzaal. Op het programma staat zowel sport als spel, hierbij kunt u denken
aan bijvoorbeeld de balspelen en oefeningen aan de toestellen. Zij behoren dan aangepaste kleding te dragen. Dit kan zijn een gym- of balletpakje of een korte broek met T-shirt en gymschoenen met lichte (géén
zwarte), stroeve zool. In beide locaties krijgen groepen gymles van een vakleerkracht bewegingsonderwijs,
aangesteld vanuit het sportservicepunt van de gemeente Veenendaal.
•
Eenmaal per jaar wordt er door de gemeente Veenendaal een Gemeentelijke Sportdag georganiseerd voor de groepen 5 tot en met 7. Deze dag wordt gekoppeld aan ‘koningsdag’.
De andere groepen hebben die dag een aangepast programma.
•
Daarnaast zijn er nog diverse sportactiviteiten tijdens de gymuren, opgezet door ‘school en sport’ van de gemeente Veenendaal.
ICT-onderwijs
De kinderen komen vanaf de onderbouw in contact met de computer. Dankzij onze netwerken kunnen de
kinderen gebruik maken van het internet. Vanaf groep 3 wordt de computer structureel in het onderwijs
ingezet. Groep 3 werkt met een leesmethode-ondersteunend programma. In de volgende groepen leren de
kinderen steeds zelfstandiger omgaan met de computer. Daarbij maken ze gebruik van zowel educatieve
als zakelijke programma’s. In de bovenbouw stimuleren we de kinderen werkstukken zoveel mogelijk met
de computer te maken. We werken met ‘deklas.nu’. Dit internetsysteem is gericht op de basisschool.
Voor meer informatie kunt u een kijkje nemen op www.deklas.nu. Ook werken wij met ‘Leerwereld’ en
‘Teleblik’.
Inmiddels zijn er op iedere locatie digitale schoolborden aanwezig. Door deze borden breid je de mogelijkheid uit om gebruik te maken van internet, digitale lesmethodes, enz. Tevens kan het bord ingezet worden
voor Schooltelevisie en het geven van presentaties en spreekbeurten.
Zelfstandig werken
Zelfstandig werken neemt een belangrijke plaats in binnen onze school. Zelfstandig werken brengt met
zich mee dat leerlingen ongestoord, zonder anderen te storen, alleen, met z’n tweeën of in een groepje
aan het werk kunnen zijn. Elke leerling krijgt de tijd zijn/haar dag/weektaak onder eigen verantwoordelijkheid uit te voeren.
Onze doelstellingen voor het toepassen van het zelfstandig werken zijn van pedagogische aard: het is
belangrijk dat kinderen steeds meer zelfstandige taken leren uit te voeren en leren problemen samen op te
lossen, alsmede van onderwijskundige aard: de leerkracht krijgt de tijd en gelegenheid leerlingen te observeren en individuele aandacht/instructie te geven.
De dagelijkse zelfstandige werkperiode is een belangrijk onderdeel van het werkplan. Kinderen leren in
gebonden vrijheid en onder eigen verantwoordelijkheid zelfstandig te werken en samen te werken. Onder
eigen verantwoordelijkheid verstaan we, dat de kinderen zelf verantwoordelijk zijn voor het gemaakte
werk. In de zelfstandige werkperiode moeten de kinderen leren om rustig (samen) te werken. Bij dit proces
moeten we steeds blijven denken aan de behoefte van het kind om te bewegen, om zelfstandig bezig te
zijn, om samen te werken met leeftijdsgenoten en om een vaste en consequente leiding. Niet alleen het
product is belangrijk, maar ook het proces. Het proces van vorming waarbinnen kinderen een grotere bekwaamheid verwerven in het zelfstandig bezig zijn en in het met elkaar samenwerken.
Specifieke doelstellingen voor het zelfstandig werken:
- Kinderen leren zichzelf te ontwikkelen, een eigen planning te ontwikkelen en activiteiten te kiezen.
- Kinderen leren om te gaan met een grotere vrijheid en zelfstandigheid.
- Kinderen leren verantwoordelijkheid te krijgen, niet alleen voor zichzelf en voor hun werk, maar ook voor anderen.
- Kinderen moeten leren de tijd zo goed mogelijk te besteden en rustig en geconcentreerd bezig te zijn.
- Kinderen leren elkaar hulp te bieden en om hulp te vragen.
- Kinderen leren omgaan met een stukje ‘tijd’.
- Kinderen leren zelf oplossingen te zoeken.
6. Zelfstandig werken
Vanaf 1 augustus 2014 is ‘Passend Onderwijs’ in werking getreden. Passend Onderwijs is een gezamenlijk
streven van scholen binnen een regio om elk kind het onderwijs te bieden dat hem of haar helpt om zich
optimaal te kunnen ontwikkelen. Omdat alle leerlingen per definitie verschillend zijn, dienen we (nog meer
dan voorheen) uit te gaan van de verschillen tussen de leerlingen.
KBS De Vuurvlinder valt binnen een grote regio, waarbinnen basisscholen en scholen voor speciaal (basis)
onderwijs zich verenigd hebben in een Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs onder de naam
‘Rijn en Gelderse Vallei’.
Dit samenwerkingsverband heeft een Ondersteuningsplan opgesteld. Het Ondersteuningsplan beschrijft
hoe het samenwerkingsverband als geheel ‘passend onderwijs’ kan bieden aan alle kinderen binnen de
totale regio, zo thuisnabij mogelijk. Lukt ‘thuisnabij’ niet, dan op een school die dit wel kan bieden of op
een speciale school wat verder weg. Verdere informatie hierover kunt u vinden op de website van onze
school en het Samenwerkingsverband: swvrijnengeldersevallei.nl.
Iedere school binnen dit SWV heeft een SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) opgesteld. In dit Schoolondersteuningsprofiel beschrijft de school hoe zij vormgeeft aan de basisondersteuning, welke extra ondersteuning zij kan bieden en hoe de school zich verder wil professionaliseren. Dit is belangrijk voor ouders en
andere scholen binnen onze regio om te weten of een kind met een speciale onderwijsbehoefte geplaatst
kan worden op onze school. In dit hoofdstuk van de schoolgids vindt u de belangrijkste informatie uit ons
SOP. Het volledige SOP van de Vuurvlinder kunt u vinden op onze website.
Ontwikkeling
In de wet op het primair onderwijs is vastgelegd hoe tegen de voortgang van leerlingen wordt aangekeken: “De behoeften en ontwikkeling van de leerlingen zijn steeds het uitgangspunt voor het
onderwijsaanbod en de begeleiding van leerlingen van groep 1 t/m 8. Het onderwijs
moet zodanig zijn ingericht dat alle leerlingen een ononderbroken
ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.”
Onder het ontwikkelingsproces verstaan we niet alleen de cognitieve (verstandelijke) ontwikkeling van
uw kind, maar juist ook belangrijke factoren als welbevinden, motivatie, zelfstandigheid, taakgerichtheid,
zelfvertrouwen, concentratie, sociale vaardigheden en motoriek. In een natuurlijke ontwikkeling verloopt
deze progressief.
Als basis wordt daarom op school een sfeer en klimaat geschapen, waarin kinderen zich veilig voelen en
waardoor bij kinderen zelfvertrouwen ontstaat, nodig voor de verdere ontwikkeling. Het onderwijs moet
zo ingericht zijn, dat het aansluit bij de behoeften van ieder kind en kinderen stimuleert tot het ontdekken van de wereld in de ruimste zin van het woord. Het onderwijs moet kinderen uitnodigen zelf te willen
spelen, werken en leren, alleen of met anderen.
7. Ieder kind is er één
Handelingsgericht Werken
Wij gebruiken hiervoor het handelingsgericht werken (HGW), dat werkt volgens de volgende zeven uitgangspunten:
1.
HGW stelt de onderwijsbehoeften van de leerling centraal
In plaats van de zorg op ‘uitvallers’ te richten, probeert de leerkracht vroegtijdig leerlingen te
signaleren die extra of andere aandacht nodig hebben.
2.
Kinderen leren door interactie
Kinderen ontwikkelen zich in een context, dus in de wisselwerking tussen kind, leerkracht en
medeleerlingen. Thuissituatie door de omgang met broertjes en zussen en natuurlijk de ouders. HGW houdt nadrukkelijk rekening met deze invloeden. We kijken naar ‘DIT kind in DEZE groep bij DEZE leerkracht in DEZE school met DEZE ouders’. Vanuit deze visie zijn de ouders nadrukkelijk ‘partners’ voor de school. HGW geeft dan ook handvatten voor de communicatie met hen.
3.
De leerkracht doet ertoe
Uit onderzoek blijkt, dat een goede leerkracht veel toevoegt aan de ontwikkeling van kinderen. Wij vinden het daarom belangrijk dat iedere leerkracht zelf de regie moet kunnen voeren in de eigen klas en zich daarbij ondersteund moet voelen door de rest van het team. Goede leerkrachten werken
continu aan hun eigen ontwikkeling en mogen dus leren met en van elkaar.
4.
Positieve aspecten zijn van groot belang
HGW richt zich nadrukkelijk op het stérke van dit kind en van deze leerkracht, van deze groep, van deze ouders en van dit gezin. Hierin liggen aanknopingspunten om ontwikkelingen in een wenselijke richting (bij) te sturen!
5.
HGW werkt constructief samen
Samenwerken met álle direct betrokkenen tijdens het gehele traject is belangrijk bij HGW. Leerkracht en intern begeleider zijn de onderwijsprofessionals. De ouders zijn de ervaringsdeskundigen. Samen kennen zij het kind heel erg goed. Een sterke betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs is dus wenselijk én het loont als de school daar steeds in investeert.
HGW heeft ook veel oog voor de belevingswereld van het kind zélf. Kinderen hebben vaak zelf goede verklaringen en simpele oplossingen. Daarom is het volgens HGW heel belangrijk om mét het kind te praten, en niet alleen óver en tégen hen.
6.
HGW is doelgericht
Het goed volgen en evalueren van het geboden onderwijs zorgt ervoor dat duidelijk wordt of:
-
de leerlingen waar dat voor geldt, profiteren van de aanpassingen in het onderwijs;
-
alle leerlingen van de groep de gestelde doelen halen;
-
de instructie en/of hulp van de leerkracht en het aanbod op school effectief zijn.
7.
HGW staat voor systematiek en transparantie
Omdat het onderwijzen van kinderen een voortdurend en ingewikkeld proces is, zou er iets mis
kunnen gaan. Doordat de leerkrachten en de intern begeleider in logisch op elkaar volgende stappen werken, wordt dit zo veel mogelijk voorkomen.
Basisondersteuning
De centrale persoon in het volgen en begeleiden van de ontwikkeling van kinderen is natuurlijk de groepsleerkracht; hij of zij werkt dagelijks intensief met al zijn of haar kinderen. Zij werken daarbij binnen de
groep in drie groepen: *-groep, **-groep en ***-groep (één-ster, twee-ster, drie-ster). De *-groep is voor
kinderen die meer instructie, tijd of verwerking dan gemiddeld nodig hebben om zich de doelen eigen te
maken. Het **-niveau is voor de ‘gemiddelde’ leerlingen. En het ***-niveau is voor leerlingen, die naast of
in plaats van de groepsdoelen ook nog andere doelen kunnen bereiken. Het werken met die drie subgroepen binnen de klas is de kern van de basisondersteuning die wij bieden.
Leerlingvolgsysteem
Het woord zegt het al: de leerling wordt gevolgd in zijn/haar schoolontwikkeling. Elke leerkracht observeert
daarbij tijdens spel, instructie en verwerking van de leerstof. Zij maken notities van die observaties, registreren het werk de bijbehorende methodetoetsen. Daarnaast is er nog het leerlingvolgsysteem van CITO.
Dit zijn methode-onafhankelijke toetsen, waarmee we de vorderingen van de leerlingen objectief kunnen
nagaan en waarin die prestaties worden gerelateerd aan de landelijke ontwikkeling van leeftijdgenoten.
Als uw kind niet meer mee kan
Voor kinderen van wie we kunnen vaststellen dat zij de einddoelen van groep 8 niet kunnen behalen om
wat voor reden dan ook, stellen we een eigen leerlijn op. Deze eigen leerlijn, met het niveau dat we nastreven en de bijbehorende doelen, leggen we vast in een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het OPP is een
lange termijn document. Hierin staat aangegeven op de middellange en lange termijn wat de doelen
zijn en wanneer die bereikt dienen te zijn. Ook staat er in op welke wijze naar die doelen wordt toegewerkt en hoe er wordt geëvalueerd. Een OPP wordt altijd in overleg met ouders vastgesteld.
Als uw kind meer aankan
Kinderen die meer aankunnen vinden vaak een prima aanbod binnen onze ***-aanpak.
Daarnaast hebben wij ook kinderen die op school uitzonderlijke prestaties leveren of die in staat moeten
worden geacht om op school uitzonderlijke prestaties te leveren. We hebben het dan over meerbegaafde leerlingen. Voor deze kinderen hanteren wij ons protocol hoogbegaafdheid.
Met behulp van dit protocol gaan we op zoek naar de onderwijsbehoeften van uw kind. Op basis van
de onderwijsbehoeften van de leerling worden er maatregelen genomen: verdiepings- en verbredingsactiviteiten zullen tot een passend onderwijsaanbod leiden. Zo veel mogelijk maken we gebruik van de
mogelijkheden die onze methoden bieden. Daarmee houdt uw kind de aansluiting bij de groep. Daarnaast
is er verdiepingsmateriaal op school aanwezig.
Vanaf groep 6 kan de leerling in aanmerking komen voor de plusklas van de Vuurvlinder. Eén ochtend in
de week gaat de leerling buiten de groep naar de plusklas toe en krijgt daar een lesprogramma aangeboden dat tegemoet komt aan de bovengemiddelde talenten. Daarnaast blijft er in de klas ook een passend
programma aangeboden worden.
Leerlingen uit groep (5), 6, 7 (en 8) kunnen na het doorlopen van een selectieprocedure deelnemen aan de
bovenschoolse plusgroep SKOVV.
Dyslexie en dyscalculie
Onze school vindt het belangrijk dat onze kinderen goed leren lezen, spellen en rekenen. Bij milde problemen kunnen kinderen geholpen worden binnen bijvoorbeeld de *-groep van het betreffende vak. Indien
nodig kan een intensieve aanpak opgesteld worden voor één of meerdere vakgebieden.
Als er bij het lezen en spellen ondanks de intensieve begeleiding sprake blijft van beperkte ontwikkeling,
kan er sprake zijn van dyslexie. Een school heeft wel een signalerende functie m.b.t. dyslexie, maar kan dit
niet vaststellen. Daarom bespreken wij dat signaal met ouders en zij kunnen hun kind dan aanmelden bij
een extern bureau voor dyslexieonderzoek. In sommige gevallen wordt dat vergoed door de zorgverzekering.
Is er bij het rekenen ondanks de intensieve begeleiding sprake van een beperkte ontwikkeling, kan er
sprake zijn van dyscalculie. Ook hier geldt, dat een school dyscalculie niet kan vaststellen. Wij bespreken het
signaal met ouders en zij kunnen hun kind aanmelden voor dyscalculieonderzoek. Dyscalculieonderzoek
wordt (nog) niet vergoed door zorgverzekeraars. Het omgaan met dyscalculie in de school staat nog in de
kinderschoenen op de Vuurvlinder. Het is dan ook een ambitie om hier beter mee om te gaan.
Als dyslexie of dyscalculie wordt vastgesteld is enerzijds vaak een maatwerkprogramma nodig voor lezen,
spelling of rekenen. Daarnaast hebben kinderen met dyslexie of dyscalculie recht op compensatie binnen
andere vakgebieden. In ons protocol ‘dyslexie en leesproblemen’ beschrijven we op welke wijze we die
compensatie aanbieden. Een protocol ‘dyscalculie en rekenproblemen’ is in de maak.
Fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen
De schoolgebouwen van locatie West zijn rolstoeltoegankelijk. Locatie Noord kent daarin een beperking
voor mindervalide leerlingen. Er bevindt zich een trap in het gebouw.
(Ortho)pedagogische programma´s en methodieken
Als je goed in je vel zit, kun je goed leren. Daarom vinden we ons pedagogisch klimaat het belangrijkste
programma dat we bezitten. De manier waarop onze leerkrachten met elkaar en met de leerlingen omgaan, zijn een voorbeeld voor de kinderen. Verder zien we het terug in een stukje burgerschap, gezond
gedrag, binnen verschillende methodes en vakgebieden bijv. catechese en de wereldoriënterende vakken,
tijdens kringgesprekken enz. enz.
“ZIEN”
Het leerlingvolgsysteem ZIEN wordt gebruikt om de voorwaarden om tot leren te komen en het sociaal
functioneren van de leerlingen in kaart te brengen. Dit levert informatie op, zowel op groeps- als op individueel niveau. Waar nodig geeft het programma indicaties voor hulp, gekoppeld aan doelstellingen. Om
deze doelstellingen te bereiken is er tevens een uitgebreid arsenaal van handelingssuggesties voorhanden.
(bron: ParnasSys)
“Trefwoord”
Wij gebruiken door de hele school de methode ‘Trefwoord’. Trefwoord biedt veel mogelijkheden om met
de kinderen in gesprek te gaan over de omgang met elkaar en over levensbeschouwelijke vragen. Dit
gebeurt aan de hand van een gedicht, lied of gebed, een Bijbelverhaal of een verhaal uit deze tijd dat dicht
bij de belevingswereld van de kinderen ligt. Ook zijn er verwerkingsopdrachten.
“Kinderen en hun sociale talenten”
Daarnaast gebruiken wij de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. De methode gaat ervan uit dat
kennis, vaardigheden en houding als het ware gereedschappen zijn voor sociaal competent gedrag, als
aardig doen en jezelf presenteren. Maar er is meer. Ieder gedrag wordt gekleurd door de waarden en normen die in de samenleving gelden, die bepalen wat passend gedrag is. De methode helpt de kinderen deze
normen en waarden voor zichzelf te ontdekken. Ook leren ze hoe je je voelt in verschillende situaties en ze
leren zich te verplaatsen in wat anderen zouden kunnen voelen in verschillende situaties.
“Pestprotocol Basisschool De Vuurvlinder”
De beste manier om pesten aan te pakken, is een goed pedagogisch klimaat. Doordat wij hier als school
heel bewust vorm aan geven, voorkomen we zoveel mogelijk pestgedrag. Het pestprotocol geeft handvatten voor situaties waarin pestgedrag desondanks de kop opsteekt.
“Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling” (SKOVV)
Wij volgen de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in situaties waarin we huiselijk geweld of
kindermishandeling vermoeden. De meldcode bevat een stappenplan die beroepskrachten op school stap
voor stap door het proces leidt. Uiteraard bespreken wij altijd onze zorgen met de ouder(s)/verzorger(s)
van de leerling. Echter: bij ernstige situaties is het mogelijk om hiervan, in het belang van het kind, af te
zien.
Protocol “Medisch handelen”
Afspraken over het al dan niet verantwoord verrichten van medische handelingen zijn vastgelegd in het
protocol “Medisch handelen”.
Rijn en Gelderse Vallei: ondersteuning op niveau 2
De basisondersteuning op niveau 1 omvat alles wat hiervoor in dit hoofdstuk beschreven werd.
Als een kind meer nodig heeft dan wij vanuit de basisondersteuning kunnen bieden, kan onze school een
beroep doen op het expertisepunt van het Samenwerkingsverband. We komen dan in niveau 2: de extra
ondersteuning. Hier werken deskundige mensen die met de school meedenken. De ondersteuningsconsulenten proberen samen met de school en ouders zo goed mogelijk de verbinding te leggen tussen de
ondersteuningsvraag en de expertise en hulp die nodig is.
Om te bepalen wat nodig is, kijken we samen met het expertisepunt naar het kind en naar zijn leefomgeving. Hoe gaat het op school, hoe gaat het thuis en in de vrije tijd? Wat zijn de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van kind, ouders en leerkracht/school? Dit alles wordt vastgelegd in een ‘onderwijsarrangement’. Dit kan extra onderwijsondersteuning zijn, maar ook een combinatie van onderwijs en (jeugd)hulp.
In een onderwijsarrangement staan in ieder geval afspraken over de duur van het plan, doel, beoogde
opbrengsten en het onderwijs- ondersteuningsaanbod. Het arrangement kan soms in onze school plaatsvinden, eventueel met inzet van externe deskundigen. Zo kunnen wij samenwerken met een andere basisschool of een school voor speciaal (basis)onderwijs in ons samenwerkingsverband.
Doorverwijzen naar het Speciaal (Basis) Onderwijs: ondersteuning op niveau 3
Biedt de extra ondersteuning in de school onvoldoende antwoord op de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van het kind, dan kan het speciaal (basis) onderwijs eventueel het passende maatwerkarrangement
bieden. Natuurlijk altijd in afstemming met de ouders.
In ons samenwerkingsverband zijn 4 scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) en er is een breed aanbod
voor speciaal onderwijs (so). Hiermee heeft Rijn & Gelderse Vallei een ‘dekkend aanbod’ in onze regio.
Zie voor meer informatie over ons samenwerkingsverband: www.swvrijnengeldersevallei.nl
Van Basisschool naar Voortgezet Onderwijs
De Vuurvlinder heeft een protocol voor de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs voor ouders
en kinderen opgezet. Dit traject begint al in groep 7 en eindigt op het moment dat het kind op de school
voor voortgezet onderwijs is aangenomen in het daaropvolgende jaar als het kind in groep 8 zit.
Tijdens een schooljaar vinden verschillende activiteiten plaats . Veel van deze activiteiten gebeuren onder
schooltijd. Deze activiteiten worden door de school georganiseerd waarbij ook ouderhulp wordt gevraagd.
De Vieringen (feestdagen)
De vieringen lopen als een rode draad door het schooljaar.
• Verjaardagen van de kinderen en leerkrachten.
• Sinterklaasfeest, met bezoek van Sint en Pieten.
• Kerstviering
• Carnaval met een echte prins en prinses en natuurlijk de Raad van Elf.
• Paasviering
• Afscheidsfeest van groep 8.
Excursies
• Jaarlijks bezoekt een aantal groepen de bibliotheek.
• Minimaal één keer per jaar gaan alle groepen naar de Lampegiet voor een toneel-, dans- of muziek
voorstelling. Deze voorstellingen worden uitgekozen door de WET-Veenendaal (Werkgroep Educatieve Theatervoorstellingen voor Primair Onderwijs Veenendaal). In hoofdstuk 5, onder het kopje Cultuur-
educatie van deze schoolgids, vindt u meer over educatieve culturele activiteiten.
• Ook neemt de school met alle groepen deel aan de verschillende activiteiten van ‘School en Cultuur’. Als bekend is welke activiteiten dit voor dit schooljaar zijn, wordt dat bekend gemaakt via de website van de school.
• Er worden regelmatig excursies naar aanleiding van een thema of een project gehouden, o.a. herfst-
excursies.
Ontspanning en recreatie
- Het ene jaar gaan alle groepen op schoolreis en het andere jaar wordt er voor alle groepen een school
feest georganiseerd. Dit jaar hebben we de schoolreis.
- Het is belangrijk om de basisschoolperiode in groep 8 samen af te sluiten. Dit doen we door middel van het schoolverlaterskamp.
8. Activiteiten van de school
Schoolfotograaf
Elk jaar komt de schoolfotograaf. Naast de individuele foto en de groepsfoto, is
het ook mogelijk een foto te laten maken van alle, bij ons op schoolgaande,
kinderen uit het gezin. In het begin van het schooljaar wordt u over de juiste
datum geïnformeerd.
Sportactiviteiten
Tijdens de gymuren worden verschillende sportactiviteiten aangeboden door ‘school en sport’ van de
gemeente Veenendaal.
Buitenschoolse activiteiten
Jaarlijks wordt de school gevraagd om deel te nemen aan verschillende buitenschoolse activiteiten. Bij deze
activiteiten vragen we hulp van de ouders.
• De avondvierdaagse is de meest bekende en wordt komend jaar van 1 tot en met 4 juni gelopen. Bij deze activiteit vragen we ouders of zij met groepjes kinderen willen meelopen. De ouderraad helpt ons bij de organisatie van dit evenement.
• Daarnaast zijn er sportclubs die verschillende schooltoernooien organiseren zoal het
schoolvoetbaltoernooi, de schoolzwemkampioenschappen, het schoolschaaktoernooi,
het volleybaltoernooi voor de groepen 3 en 4 en het korfbaltoernooi. Ook bij deze
activiteiten worden ouders gevraagd of zij helpen bij de begeleiding van de teams.
• Via de website informeren we de ouders over de activiteiten die de diverse
sportclubs in Veenendaal organiseren voor de (individuele)basisschoolkinderen.
Schoolresultaten
We houden zorgvuldig bij welke resultaten we behalen. Dat doen we met behulp van
toetsen. Wij hanteren hierbij toetsen die bij onze methodes horen en toetsen van het Cito
behorend bij ons leerlingvolgsysteem. Op onze toetskalender staat aangegeven welke
toetsen worden afgenomen. De resultaten van de toetsen zijn voor ons signalen om extra
zorg aan individuele leerlingen te bieden en/of om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. Ook de
resultaten van de Cito Eindtoets voor de leerlingen van groep 8 geven ons een indicatie voor wat betreft
de kwaliteit van ons onderwijs. De scholen van het Voortgezet Onderwijs zijn buitengewoon tevreden over
onze adviezen en vinden dat wij onze leerlingen een goede werkhouding en een zelfstandige manier van
werken hebben bijgebracht.
Resultaten van de CITO Eindtoets over de afgelopen drie jaar:
Jaar
Ondergrens
inspectie
Bovengrens
Inspectie
Vuurvlinder
Alle leerlingen
Landelijk
gemiddelde
2014
533,5
535,5
537,2
537,5
2013
532,8
534,8
539,7
536,8
2012
532,3
534,3
531,2
536,3
Ieder jaar bekijkt de inspectie o.a. op grond van de Cito eindtoets of de school voldoende kwaliteit levert.
De Cito eindtoetsen moeten ten minste twee van de laatste drie schooljaren voldoende zijn om van de
inspectie de beoordeling voldoende te krijgen. Het totaaloordeel is dan ook voldoende.
De schoolbezoekrapporten van de Inspectie van het Onderwijs over scholen voor primair onderwijs zijn
openbaar en worden op internet gepubliceerd. U kunt ze vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Uitstroomgegevens 2013
9. Schoolresultaten
Uitstroomgegevens 2014
Vuurvlindernieuws/brieven/website
In het Vuurvindernieuws vindt u belangrijke data, mededelingen en berichten. Het Vuurvlindernieuws
wordt alleen nog digitaal aangeleverd via de website. Voor diegenen die niet over internet beschikken kan
een geprint exemplaar worden opgehaald bij de leerkracht.
Oudergesprekken
Een goed en open contact tussen ouders en school vinden wij een vereiste om ieder kind zo optimaal
mogelijk te kunnen laten functioneren. De groepsleerkracht is bereid na school met u over uw kind te
praten of maakt met u een afspraak. Dit is natuurlijk erg belangrijk, want het is tenslotte uw kind!
Daarnaast zijn er ook nog enkele vaste gespreksmomenten voor u:
De klassikale ouderavond:
In het begin van het schooljaar is er een klassenouderavond, waarop de leerkracht van de groep vertelt wat
er dit jaar voor uw kind in zijn/haar groep staat te gebeuren. Tevens wordt er iets uitgebreider ingegaan op
enkele onderwijskundige zaken die belangrijk zijn voor het leerjaar waarin uw kind zich bevindt.
De 10 minuten gesprekken
Voor deze gesprekken krijgen alle ouders/verzorgers een uitnodiging. In november is er een oudergesprek
over de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind. Tijdens de gesprekken in februari wordt er ingegaan
op de vorderingen van het kind(eren). Voor de groepen 1 en 2 gebeurt dit aan de hand van een observatielijst. Bij de groepen 3 t/m 8 gebeurt dit naar aanleiding van het rapport. Dit rapport krijgen de kinderen in
de week voorafgaand aan het oudergesprek mee naar huis. In juni vindt (indien nodig) het laatste oudergesprek plaats. De ouders en de leerkracht maken hiervoor zelf een afspraak.
En verder .....
U hebt natuurlijk als ouder te allen tijde de mogelijkheid om een afspraak te maken met de groepsleerkracht om zaken betreffende uw kind aan de orde te stellen. Tevens kan een leerkracht u verzoeken om
een gesprek betreffende uw kind. Voor u als ouders is het eerste aanspreekpunt de groepsleerkracht van
uw kind. Indien hij/zij u niet verder kan helpen zal hij/zij u doorverwijzen naar iemand van de directie.
10. Ouder/schoolcontacten, MR en SVOV
Rol van de ouders
Ouderparticipatie, het daadwerkelijke deelnemen van de ouders binnen het school- en groepsgebeuren, is
voor ons een wezenlijk onderdeel van het werken met kinderen in de school. Bij een aantal activiteiten vragen wij de ouders mee te helpen bij het werken met de kinderen onder schooltijd. U kunt zich aanmelden
als hulpouder middels een formulier dat bij het begin van elk schooljaar wordt uitgereikt. Een andere vorm
van ouderparticipatie is het zitting nemen in commissies die de verschillende festiviteiten voor de kinderen
voorbereiden, klassenouder zijn, het komen meewerken op een doe-avond of het meehelpen op de dag
van het feest. Wij hopen dat velen van u in de gelegenheid zijn om mee te helpen. Tot slot kunt u als ouder
ook participeren in de medezeggenschapsraad en de oudervereniging.
Medezeggenschapsraad (MR)
Zoals elke school heeft ook de Vuurvlinder een medezeggenschapsraad (MR). Dit is een wettelijk geregeld
orgaan, volgens de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS), waarin vooral beleidsmatige zaken van de
school worden besproken.
De MR van de Vuurvlinder ondersteunt de school op het gebied van het ontwikkelen van beleid en het
meedenken in de uitvoering hiervan.
Samenstelling en taken:
De MR bestaat uit een personeels- en een oudergeleding, voor de Vuurvlinder is dat voor elke geleding 4
personen. Door zitting in de MR te nemen kunnen zowel ouders als personeelsleden de belangen van beide
achterbannen behartigen en invloed uitoefenen op het beleid van de school.
De MR kan over allerlei zaken aan directie en bestuur (SKOVV) gevraagd en ongevraagd advies geven. Over
sommige onderwerpen heeft de MR instemmingsrecht en over andere alleen adviesrecht. Afhankelijk van
het onderwerp kan het ook zijn dat alleen de personeels- of alleen de oudergeleding instemmingsrecht
heeft. De andere geleding kan dan wel automatisch advies geven als zij dat wil.
Daarnaast is er ook het initiatiefrecht, waarmee de MR zaken die zij belangrijk vindt onder de aandacht
van de directie kan brengen. Inbreng van ouders en personeel (de achterban van de MR) wordt hierbij zeer
gewaardeerd.
De MR is een goed platform voor het voorbereiden van onderwijsbeleid. Er kunnen allerlei zaken besproken worden die zowel leerlingen, ouders als personeelsleden aangaan. Binnen de MR zijn naast het Dagelijks Bestuur twee werkgroepen gevormd. De werkgroep Schoolbeleid en de werkgroep Onderwijskundigbeleid. Binnen deze werkgroepen zijn de te behandelen onderwerpen ondergebracht en worden daarin
bekeken en beoordeeld.
Vergaderingen:
De MR vergadert gemiddeld acht keer per jaar, de directie van de Vuurvlinder is hierbij ook aanwezig. Een
vergadering van de MR is in de regel openbaar. De notulen van de MR vergaderingen worden op de pagina
van de MR van de website van de Vuurvlinder geplaatst.
De zittingsperiode voor de MR-leden bedraagt drie jaar. Bij het aflopen van een zittingsperiode of bij
eventueel tussentijds ontstaan van een vacature worden er verkiezingen gehouden – volgens de wettelijke
richtlijnen – waarbij ouders en/of personeel zich kunnen aanmelden.
Het afgelopen en het komende jaar:
Zoals aangegeven buigt de MR zich over vragen vanuit het bestuur en het schoolmanagement. Jaarlijks
staan o.a. het formatieplan, het SOP, de schoolgids en de begroting op de agenda, maar komen ook zaken
als ontoelaatbaar gedrag, ouderbijdragen en ontwikkelde protocollen aan de orde. Het afgelopen jaar
heeft de MR ook meegedacht over verandering van schooltijden, de aanpassing van het taakbeleid en het
concept schoolondersteuningsprofiel. Voor komend jaar zijn de samenwerking met de directie en de evaluatie van het schoolondersteuningsprofiel belangrijke punten. Tevens zal de MR het project schooltijden
blijven toetsen.
Meer informatie over de werkgroepen, vergaderdata, en de rechten van de MR kunt u vinden op de website van de Vuurvlinder bij de informatie voor ouders.
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).
De GMR is een wettelijk voorgeschreven inspraakorgaan, waarin ouders en personeel samenwerken aan
een gezonde organisatie. De GMR is de gesprekspartner van de Algemeen Directeur van de SKOVV en
behartigt de belangen van alle scholen tezamen. Zij bestaat uit 4 ouderleden en 4 personeelsleden van
verschillende scholen van de SKOVV.
De GMR heeft met name de taak de ideeën van de organisatie op beleidsmatig gebied te controleren.
Zij geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de Algemeen Directeur. Beleidsstukken worden regelmatig
geëvalueerd. De GMR vindt het belangrijk om in een vroegtijdig stadium bij ontwikkelingen te worden
betrokken en daarin een actieve rol te hebben. Belangrijke voorbeelden zijn: een gezond financieel beleid,
een goed huisvestingsbeleid, een goed personeelsbeleid, een open communicatiestructuur etc.
De GMR onderhoudt via het Dagelijks Bestuur een direct contact met de MR-en, tevens wordt iedere MR
jaarlijks bezocht door een GMR lid. Jaarlijks worden er door de GMR in ieder geval één gezamenlijke
themabijeenkomst met de MR-en georganiseerd, waarbij open communicatie en leren met en van elkaar
centraal staat. Informatie over de GMR vindt u op de website: www.skovv.nl
Voor overige informatie en vragen kunt u contact opnemen met het Dagelijks Bestuur van de SKOVV via
email: [email protected] of via de secretaris van uw MR.
En verder…..
Het behoeft waarschijnlijk geen betoog dat meedenkende ouders en leerkrachten essentieel zijn voor een
goed draaiende school.
Als u zaken bespreekbaar wilt maken of u heeft vragen kunt u dit mailen naar het adres van de MR:
[email protected], of bij de leden van de MR.
Algemene informatie over de rechten en plichten van de MR zijn te vinden op de site van het Ministerie
van OC &W (Ministerie van OCW - In de medezeggenschapsraad kun je zeggen waar het op staat) , de site
van de WMS (www.infowms.nl), de site van de AOB (www.aob.nl) of het CNV: (www.cnvo.nl/onderwijs/
medezeggenschap/nieuws/). Een andere site met praktische informatie over de MR is die van de katholieke
oudervereniging: (www.nko.nl/)
Oudergeleding:
1. Irene van Barneveld (secretaris), ouder locatie Noord
2. Monica Hensen, ouder locatie West
3. Esther Masselink, ouder locatie West
4. Alma Krivdic, ouder locatie West
Personeelsgeleding:
1. Sharon de Weerd (voorzitter), groep N7/8
2. Arjan Veggelers, groep W5a
3. Chantalle van den Brink, groep W7a
4. Daniëlle Nuvelstijn, groep W6a
Sharon de Weerd is tevens voorzitter van de GMR van de stichting.
Voor vragen kunt u altijd op school bij haar terecht of per email:
[email protected]
Het secretariaat is bereikbaar op: [email protected]
OUDERRAAD - S.V.O.V. (Stichting Verenigde Ouders Vuurvlinder)
De S.V.O.V. ook wel Ouderraad genoemd heeft vanuit elke locatie ouders in het bestuur, aangevuld met een
leerkracht per locatie.
Locatie
Ouder
Leerkracht
West
Annette Harmsen (secretaris)
Monique Brinkhof
Thea van der Weerd (penningmeester)
Yvonne Harmens
Karima Aazane
Daan Mulder
Noord Miranda van Dam (voorzitter)
Sandra Hensen
Adriana de Rijk
Hans Wibbens / Debby van Dam (directeur/adjunct-directeur) maken deel uit van het bestuur als vertegenwoordiger van de directie.
De Ouderraad heeft tot taak:
-
het innen van de vrijwillige ouderbijdrage. Alle ouder(s)/verzorger(s) ontvangen een overeenkomst ter ondertekening voor deze ouderbijdrage en worden verzocht hiervoor een machtiging af te geven.
In de overeenkomst staan de activiteiten vermeld waar uw bijdrage, ad.€ 45,00 voor het schooljaar 2014- 2015, voor wordt gebruikt op de Vuurvlinder.
Sinterklaas € 6,50
Carnaval € 4,00
Schoolfeest/schoolreisje € 20,00
Kerst
€ 5,50
Pasen
Koningsdag
Reserve
€ 5,00
€ 3,00
€ 1,00,00
-
het organiseren van bovenstaande en overige activiteiten; de Ouderraad verdeelt de geïnde ouderbij-
dragen naar rato over de locaties en coördineert over de twee locaties de activiteiten. De organisatie van de activiteiten wordt uitgevoerd door de Ouderraad samen met enkele ouders en een leerkracht van de locatie.
-
het innen van de oud papieropbrengsten ten behoeve van activiteiten en boeken voor de kinder-
boekenweek;
-
bestellen van petten en T-shirts met logo Vuurvlinder;
-
bestellen van pennen (afscheidskado groep 8)
-
advisering MR;
-
aanspreekpunt voor alle ouders.
Komend schooljaar wil de Ouderraad zich met name richten op de betrokkenheid van de ouders bij de school.
Wij vinden het belangrijk dat de school een fijne, schone en veilige plek is en blijft. Een plek waar onze kinderen zich veilig voelen en zich kunnen ontwikkelen. Daar hebben wij u hulp bij nodig. Wij willen het “wij gevoel” versterken, we hebben onze kinderen toch niet voor niets op deze kleine knusse school gedaan?. Om die
betrokkenheid nog meer te vergroten en de leerkrachten te ontlasten zullen we dit jaar meer (samen)werken
met de commissies en de klassenouders.
Wij horen graag van u wat er leeft, zodat wij deze onderwerpen bespreekbaar kunnen maken. Dat kan u
altijd doen via ons email adres: [email protected] maar u kan ons natuurlijk ook even persoonlijk
aanspreken op het schoolplein.
T.S.O. (Tussenschoolse opvang)
Wij hebben twee tussenschoolse coördinatoren in dienst. Deze coördinatoren zorgen ervoor dat de tussenschoolse opvang, het overblijven, goed
verloopt. Tot hun taken behoren onder meer:
- Het zorg dragen voor het optimaal functioneren van de voorziening voor tussenschoolse opvang voor leerlingen;
- Het coördineren en sturen van de sociaal-pedagogische en sociaal-
hygiënische taken van de voorziening voor tussenschoolse opvang, ten einde verantwoorde opvang van kinderen te realiseren;
- Het begeleiden van vrijwillige TSO-krachten ten aanzien van hun dagelijkse werkzaamheden;
- Het organiseren van periodiek overleg tussen TSO-coördinator en alle vrijwillige TSO-krachten
- Het uitvoeren van het aannamebeleid voor vrijwillige TSO-krachten
- Het opstellen van de werkplanning en het toezichtrooster;
- Het zorg dragen van de overblijfadministratie, waaronder de leerlingenadministratie, incasso betalingen en uitbetaling van de vrijwillige TSO-krachten;
- De dagelijkse verantwoordelijkheid voor de voorziening voor tussenschoolse opvang in gebruik zijnde accommodaties en inventaris;
- Het regelmatig rapporteren aan de directeur over de voortgang;
- Het informeren van de directie, leerlingen, ouders en leerkrachten over gedrag van leerlingen die de gewenste uitvoering van de overblijfregeling belemmeren, en
- Het voorbereiden van voorstellen aan de directie om een leerling (tijdelijk) niet meer toe te laten tot de overblijfvoorziening op grond van de bepalingen in het overblijfreglement en het huis-
houdelijk reglement. Deze reglementen vindt u terug op onze website onder het tabblad ‘TSO’.
Al deze taken worden uiteraard in overleg met het team en onder verantwoording van het MT uitgevoerd. Op onze website treft u meer informatie aan over de TSO.
De twee coördinatoren zijn:
- Tineke van de Berg (coördinator West)
- Ouafila Ben Messaoud (coördinator Noord)
e-mail: [email protected].
e-mail: [email protected].
B.S.O. door Kwink
Onze school heeft een samenwerkingsverband met Kwink
(kwaliteit in kinderopvang). Dit houdt in dat de opvang van de
kinderen van onze school, buiten de reguliere schooltijd (zowel
voor- als naschoolse opvang), wordt georganiseerd door Kwink.
Op locatie West gebeurt deze opvang binnen de
eigen school. Voor locatie Noord is de opvang aan
de Spitsbergenweg (Noordoost).
Voor vragen over de kinderopvang of voor werken bij Kwink kunt u contact opnemen
met tel: 0318-518036.
Voor meer informatie kunt u terecht op www.kwink.nl. U vindt deze link ook op onze website.
U bent als ouder uiteraard vrij om te kiezen voor een andere kinderopvang instantie. U zult begrijpen dat
de organisatie dan bij u ligt.
De school onderhoudt contacten met de volgende instanties:
Met de kerk
Als katholieke school hebben we regelmatig contact met de kerk en het pastoresteam. Pastor Guido is de
pastor waar wij het meest mee te maken hebben. Hij wordt regelmatig uitgenodigd op de locaties voor
het meevieren van kerkelijke feestdagen of het meewerken aan projecten of lessen. Het team kan natuurlijk ook altijd gebruik maken van zijn expertise. Er is over en weer contact over de viering van de Eerste
Communie, het vormsel, de gezinsvieringen en de kindernevendiensten. Bij studiedagen over de identiteit
worden wij ook ondersteund door pastor Guido.
Op de website www.willibrordparochie.nl kunt u meer informatie vinden over onze parochie.
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Vragen over school, vriendschappen, eten, gezondheid, opvoeding, pesten of geld?
Het CJG wil meedenken over vragen rondom opgroeien en opvoeden. Zowel ouders als jongeren en kinderen kunnen een beroep doen op het CJG. In het CJG werken het Consultatiebureau, Jeugdgezondheidszorg
4-19 jaar van GGD Midden Nederland en het maatschappelijk werk nauw met elkaar samen.
Elke gemeente heeft een eigen CJG. Het CJG is bereikbaar via e-mail, telefoon of u kunt binnen lopen op
het inloopspreekuur. Adres, telefoonnummers en spreekuurtijden (zowel inloop als telefonisch) zijn te
vinden op de website van het CJG van uw gemeente: www.cjgveenendaal.nl.
De GGD is kernpartner binnen het CJG.
De GGD voor kinderen in het basisonderwijs
De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Midden-Nederland werkt preventief aan een gezonde groei
en ontwikkeling van jeugdigen van 4 tot 19 jaar. Daarom onderzoekt de GGD alle kinderen op verschillende
leeftijden, om zodoende mogelijke problemen in het opgroeien tijdig op te sporen. Mochten er problemen
gesignaleerd zijn, dan helpt de GGD bij het bewandelen van de juiste weg. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige
en een doktersassistente.
Gezondheidsonderzoeken
U krijgt van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor onderzoek. De standaard preventieve onderzoeken
vinden plaats op het CJG en op school. In principe is het eerste onderzoek in de basisschoolleeftijd onderzoek in groep 2 met ouders op het CJG, daarna in groep 7 zonder ouders op school. Bij groep 2 krijgen
ouders direct de terugkoppeling. Bij groep 7 worden de ouders schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierbij staat ook vermeld of er nog een vervolgafspraak geadviseerd wordt met een jeugdarts of
jeugdverpleegkundige. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het spreekuur te komen.
11. School en omgeving
Extra afspraak voor vragen, een onderzoek of gesprek
Alle ouders en kinderen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om een extra afspraak te maken bij de
GGD. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of lichamelijke en/of geestelijke gezondheid van
uw kind of voor onderzoek of een gesprek. Deze afspraken vinden plaats in het CJG. U kunt gebruik maken
van de mogelijkheid voor een extra afspraak , als:
• U zelf vragen hebt over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind;
• Het consultatiebureau aangeeft dat onderzoek of een gesprek gewenst is;
• De leerkracht zich zorgen maakt, en in overleg met u een afspraak op het spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD, en/of
• Het onderzoek op school aanleiding geeft tot extra onderzoek of een gesprek.
In het eerste geval maakt u zelf een afspraak. In de overige drie gevallen ontvangt u een uitnodiging van
de GGD.
Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen
Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact met de GGD
opnemen van maandag t/m vrijdag tijdens kantoortijden. U wordt dan altijd dezelfde dag nog teruggebeld
door een jeugdverpleegkundige. U kunt de GGD bereiken op telefoonnummer 033-4600046. De GGD biedt
ook opvoedondersteuning via de e-mail: [email protected] en de mogelijkheid om te twitteren met
de jeugdarts via @deschoolarts.
Vaccinaties DTP en BMR
In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten vaccineren. Kinderen
krijgen twee vaccinaties: de DTP-prik tegen difterie, tetanus en polio, en de BMR-prik tegen bof, mazelen
en rode hond.
Meer informatie: www.ggdmn.nl of e-mail: [email protected].
Schoolgezondheidsbeleid
Preventie en het aanleren van een gezonde leefstijl begint op jonge leeftijd. Via school kan de jeugd
gemakkelijk worden bereikt. Het schoolgezondheidsbeleid van de GGD richt zich op het bevorderen van
gezond gedrag en een gezond schoolklimaat voor leerlingen en docenten. De GGD doet dat door het
ondersteunen van scholen met lesmateriaal, projecten, lezingen en adviezen op het gebied van de jeugdgezondheidszorg, maar ook op het gebied van veiligheid, hygiëne en pedagogisch klimaat binnen de school
zelf. ‘Schoolkracht’ is de naam voor het complete programma van de GGD Midden-Nederland dat zich richt
op het werken aan schoolgezondheidsbeleid (SGB). Het doel van SGB is het bevorderen van gezondheid en
een gezond schoolklimaat voor leerlingen, ouders, docenten en andere medewerkers op school. Kijk voor
meer informatie op www.schoolkracht.nl.
De logopedist
De gemeente biedt via de GGD logopedie op het basisonderwijs aan. In deze gemeente vindt een standaard onderzoek (screening) plaats bij alle 5-jarige kinderen. Voordat deze screening plaatsvindt krijgt u,
via school, informatie hierover. U laat door middel van uw handtekening weten of u toestemming geeft
voor de screening. In een aantal gemeenten, die daarvoor kiezen, kan ook een ‘onderzoek op verzoek’
aangevraagd worden.
Hoofdluis
De GGD heeft voor de scholen een ‘luizenwijzer’ samengesteld. Met deze luizenwijzer biedt de GGD ondersteuning bij het opsporen en bestrijden van hoofdluis. De doktersassistente van de GGD kan hulp bieden bij
het opzetten van ouderwerkgroepen.
Opvoedingsondersteuning
Bij de GGD MN is er veel kennis over opvoedsvraagstukken. Via de contactmomenten wordt die kennis ook
gedeeld. Er zijn diverse folders beschikbaar over slapen, eten, bedplassen, e.d. Steeds vaker worden er echter op verzoek ook thema-avonden georganiseerd over bijvoorbeeld: structuur en regels, positief opvoeden, verwachtingen naar kinderen toe, enz.
Tot slot
Bij vragen of zorgen over uw kind kunt u altijd contact opnemen met de GGD en vragen naar de jeugdarts,
verpleegkundige of de logopedist, die aan de school van uw kind verbonden is.
GGD Midden-Nederland
Hoofdkantoor: De Dreef 5, Postbus 51, 3700 AB Zeist
030-6086086, [email protected], www.ggdmn.nl
Schooltijden
Onderbouw (groep 1 tot en met 4)
Bovenbouw (groep 5 tot en met 8)
Maandag, dinsdag, donderdag:
Maandag, dinsdag,donderdag, vrijdag:
‘s ochtends 08.30 uur – 12.00 uur
‘s ochtends 08.30 uur – 12.00 uur
‘s middags 13.00 uur – 15.00 uur
‘s middags 13.00 uur – 15.00 uur
Woensdag:
Woensdag:
‘s ochtends 08.30 uur – 12.15 uur
‘s ochtends 08.30 uur – 12.15 uur
Vrijdag:
‘s ochtends 08.30 uur – 12.00 uur
Vakantierooster 2014 – 2015
Eerste dag
Laatste dag
Herfstvakantie
20 oktober 2014
24 oktober 2014
Kerstvakantie
22 december 2014
2 januari 2015
Voorjaarsvakantie
23 februari 2015
27 februari 2015
Goede vrijdag
3 april 2015
Paasmaandag
6 april 2015
Koningsdag
27 april 2015
Meivakantie/hemelvaart
4 mei 2015
Pinksteren
25 mei 2015
Zomervakantie
13 juli 2015
21 augustus 2015
Maandag
15 september 2014
Groepen 1 t/m 4
Dinsdag
14 oktober 2014
Groepen 1 t/m 4
Woensdag
19 november 2014
Groepen 1 t/m 8 !
Donderdag
11 december 2014
Groepen 1 t/m 4
Donderdag
15 januari 2015
Groepen 1 t/m 4
Vrijdag
27 maart 2015
Groepen 1 t/m 4
Vrijdag
5 juni 2015
Groepen 1 t/m 8 !
15 mei 2015
Studiedagen schooljaar 2014-2015
Gymrooster
Het gymrooster voor de groepen 3 t/m 8
wordt vermeld in de informatiekalender.
12. Team/groep indeling en overige info. (vakanties, contacten, e.d.)
Teamsamenstelling en groepsindeling 2014 – 2015
Locatie Noord:
1/2 Noord Adriana de Rijk José Looijs
3/4 Noord Marjo van den Bom Lisette Spiers
5/6 Noord Anita Zoeten
7/8 Noord Sharon de Weerd
1/2 a West Monique Brinkhof
1/2 b West Yvon Wester Gerrie Berkhout
1/2 c
West Yvette Boom Ine Ragas
3a West Maaike Arends Miram Fermont
3b West Yvonne Harmens Margje Wammes
4a West Marieke Schoofs
Miriam Fermont
4a West
Esther Westland Jolanda Oostermeijer
5a
West
Arjan Veggelers
5b West
Nienke Visser
Suzanne Meuz
6a West Daniëlle Nuvelstijn Daniëlle van Schepen
6b West Nynke Dragstra Wilma Vermeer
7a
West Chantalle van den Brink Kitty Wildeman
7/8 b West Marjolein de Wit Alfonds Bakker
8a West
Jose Groeneveld Alfonds Bakker
Locatie West:
Ondersteuningsteam
IB’er
Thea Reijnders
IB’er
Paul Francken
Individuele begeleiding
Ronald Frietman
Plusklas
Alfonds Bakker
Onderwijsondersteunend personeel
Conciërge Fred Nijland
Administratieve ondersteuning
Joyce Vleugels en Ingrid van Nimwegen
Directie
a.i. Directeur
Hans Wibbens
(o.a. leiding locatie West)
adjunct directeur
Debby van Dam (o.a. leiding locatie Noord)
Protocollen
Op onze school hanteren wij diverse protocollen. Deze protocollen kunt u terugvinden op onze website
www.vuurvlinder-skovv.nl, onder het tabblad ‘Protocollen’.
Klachtenregeling
Eerst goed overleg
Waar gaan ouders en leerlingen naar toe als ze een probleem
met de school hebben? Natuurlijk naar de groepsleerkracht, de
directie of uiteindelijk het schoolbestuur. In die volgorde. Ze zijn
het ergens niet mee eens en komen daarover praten. De meeste
problemen kunnen betrokkenen in goed overleg oplossen. Lukt
dat niet, dan kan bijvoorbeeld de intern begeleider, het locatieaanspreekpunt, de directeur of eventueel het schoolbestuur een
zaak bespreken en helpen oplossen. In de ideale situatie vormt
de school een team van leerkrachten en leidinggevenden dat
samen met de ouders en leerlingen een oplossing probeert te
vinden. Mocht er toch nog onvrede blijven bestaan, dan kan een onafhankelijke derde een serieuze
bemiddelingspoging wagen. Tenslotte kan een ouder of leerling zich wenden tot de klachtencommissie.
Deze ‘oplossing’ komt echter pas in beeld als de ouder of leerling nergens meer terecht kan of er ernstige
redenen zijn om direct een onafhankelijke instantie in te schakelen.
Samen overleggen
Onvrede signaleren, luisteren, praten, zoeken naar de juiste mensen om gezamenlijk het probleem aan
te pakken. Uiteindelijk bespaart dat een hoop negatieve emoties, tijd en werk. Bovendien valt er van elk
probleem veel te leren. Conflicten komen soms regelrecht bij de klachtencommissie terecht doordat ouders
met hun problemen direct doorlopen naar dit ‘loket’. En dat is niet de bedoeling, want een probleem hoeft
vaak niet te escaleren tot een klacht.
Ook wanneer de klacht bij de klachtencommissie is neergelegd heeft het nog steeds de voorkeur dat partijen er gezamenlijk uitkomen. Vaak zal het schoolbestuur het initiatief hiertoe nemen. Het is nooit te laat
om te praten.
Naast de informatie op de volgende pagina is de totale klachten- en geschillenregeling ook te vinden op de
website van het SKOVV: www.skovv.nl.
Vertrouwenspersonen
Als een probleem zich niet een-twee-drie laat oplossen, kunnen beide partijen erbij gebaat zijn een derde
in te schakelen. Bijvoorbeeld een onafhankelijke externe vertrouwenspersoon. Het bestuur heeft voor deze
taak één of meerdere mensen beschikbaar. Via bemiddeling van een vertrouwenspersoon kan een probleem vaak worden opgelost. Daarnaast heeft elke school ook een contact-vertrouwenspersoon. Bij hem/
haar kunnen ouders en leerlingen in eerste instantie terecht. De contact-vertrouwenspersonen zijn in de
meeste gevallen voor deze taak geschoold. Zij kunnen de klager verwijzen naar bijvoorbeeld de directeur,
het bestuur of een externe vertrouwenspersoon.
Seksuele intimidatie is een andere zaak
Door zorgvuldige communicatie met onder andere ouders en leerlingen kunnen problemen op school
vroegtijdig worden opgelost. Uitzondering op deze aanpak zijn omstandigheden waarin sprake is van een
beschuldiging van een zedendelict. Door de aard van de aantijging kan in de meeste gevallen een gesprek
niet tot een oplossing leiden.
Verbeteren
Een conflict betekent dat er iets mis is. Voor een school is het van belang te weten wat er niet goed zit. Als
beide partijen vervolgens zoeken naar helderheid, verklaringen en begrip, kan dat veel voordeel opleveren.
Hoe tegenstrijdig het ook klinkt: de klachtenregeling is er uiteindelijk om klachten te voorkomen. Door
namelijk lering te trekken uit eerdere fouten en vooral de wijze waarop deze zijn ontstaan.
Waar kunt u terecht?
In het kader van de klachtenregeling heeft elke school een contact-vertrouwenspersoon aangesteld. De
naam van de contactpersoon op de Vuurvlinder vindt u op de site onder het tabblad ‘Protocollen’.
De Stichting Katholiek Onderwijs Veluwe Vallei (SKOVV) heeft een contract met Hulpverlening Gelderland
Midden voor een externe vertrouwenspersoon met name t.b.v. klachten in het kader van (seksuele) intimidatie: Mevr. M. v.d. Brink, jeugdverpleegkundige Hulpverlening Gelderland Midden JGZ West, bezoekadres
Ede: Stationsweg 60, postadres: Postbus 5364, 6802 EJ Arnhem.
Daarnaast is een tweede externe vertrouwenspersoon benoemd voor overige klachten: Dhr. D.F.J. Ettema,
tel.: 0318-645831, postverzending via het bestuursbureau van de SKOVV, Groenendaal 7, 6715 BA Ede.
De onderwijsinspectie heeft geen specifieke taak bij het behandelen van klachten. Een uitzondering hierop
vormen klachten over seksuele intimidatie of geweld. Bij de onderwijsinspectie werken vertrouwensinspecteurs bij wie men terecht kan voor het melden van klachten over gebeurtenissen in het onderwijs op het
gebied van seksuele intimidatie en seksueel misbruik, lichamelijk geweld en grove pesterijen. De vertrouwensinspecteurs zijn tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief). De vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt voor betrokkenen bij scholen. De inspecteur helpt bij het zoeken naar oplossingen, bij het vinden van de juiste weg of bij het doen van aangifte.
SKOVV en alle scholen zijn, conform de klachtenregeling, aangesloten bij de Klachtencommissie Katholiek
Onderwijs, Postbus 82324, 2408 EH Den Haag, tel.: 070-3925508.
Het bestuur van de SKOVV is bereikbaar via het stafbureau:
Groenendaal 7, 6715 BA Ede, tel.: 0318-640405.
Extra verlof
Het toekennen van extra verlof buiten de reguliere schoolvakanties
is door de overheid drastisch beperkt. U kunt de gehele regeling nalezen op de site van de school onder het kopje ‘ouders’ -> ‘informatie
voor de ouders’. Hier vindt u ook het formulier voor de aanvraag van
extra verlof. Wij vragen u deze verzoeken om extra verlof schriftelijk,
minimaal twee weken van tevoren met opgave van redenen, aan de
groepsleerkracht te geven. Deze zorgt ervoor dat het bij de verantwoordelijke persoon terecht komt. Deze zal u tijdig een reactie geven
op uw verlofaanvraag.
Voor het aanvragen van extra verlof kunt u op de website een formulier downloaden. U kunt dit formulier uitprinten en inleveren bij de
groepsleerkracht. U kunt het formulier ook direct via e-mail verzenden op de site.
Ziek melden/te laat komen
Wanneer uw kind ziek is, dient u dit telefonisch door te geven tussen 08.00 en 08.30 uur ’s ochtends.
Het is vanzelfsprekend dat de kinderen op tijd op school komen. Het is even vanzelfsprekend dat er wel
eens iets gebeurt, waardoor uw kind niet op tijd kan zijn. Ook dit vragen wij u op bovengenoemde tijd
door te geven aan de school. Komt een kind vaak te laat zonder geldige reden, dan neemt de leerkracht
contact op met de ouders om dit te bespreken. Indien dit niet het gewenste resultaat heeft, zal de directie
contact opnemen met de ouders. Mocht dit ook geen verbetering opleveren, dan zal er een melding worden gedaan bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Veenendaal.
Het is voor de kinderen en de leerkracht erg storend wanneer een kind te laat binnenkomt. Wij verzoeken
u dan ook om samen met uw kind op een teken van de leerkracht te wachten alvorens binnen te komen.
Namenlijst
In een nieuwe wijk komen wonen, voor het eerst naar de basisschool gaan of in een nieuwe groep komen,
betekent voor de kinderen nieuwe vriendjes en vriendinnetjes, waarvan u niet altijd weet hoe ze heten,
waar ze wonen, etc. Een namen- en adressenlijst van alle kinderen uit de betreffende groep kunt u krijgen
bij de leerkracht van uw kind.
Wijzigingen adresgegevens e.d.
Voor de school is het belangrijk altijd de goede adresgegevens, telefoonnummers, opvanggegevens, e.d.
te hebben. Wij verzoeken u deze wijzigingen aan ons door te geven. Dit kan via de groepsleerkracht of via
een mailtje naar [email protected].
Hoofdluisbeleid op deze school
Hoofdluis is een terugkerend probleem. Op plaatsen waar
veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De
school is, ongewild, zo’n plaats.
Wij zijn van mening dat zowel school als ouders een stuk verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding
van hoofdluis. Het is de verantwoording van de school een
aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het
is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te
controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen.
Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden is op deze school gekozen voor een systematische
aanpak. Dit houdt in dat er op school voorzorgsmaatregelen getroffen worden die de verspreiding van
hoofdluis beperkt. Daarnaast bestaat er een ouderwerkgroep. Deze werkgroep heeft als taak om op een
aantal vaste tijdstippen, meestal in de eerste week na een vakantie, alle leerlingen op school te controleren
op hoofdluis. Tevens kan de werkgroep extra ingeschakeld worden in periodes dat het hoofdluisprobleem
weer wat actiever is. Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal die niet aan het kind zelf
meegedeeld worden, maar zal de leerkracht van uw kind telefonisch contact met u opnemen.
De ouders die in deze werkgroep zitten krijgen ondersteuning van de GGD. Zij werken volgens instructie
van de GGD.
Wanneer u vragen heeft of als u er bezwaar tegen heeft dat uw kind gecontroleerd wordt door de werkgroep, dan kunt u contact opnemen met de directie.
Jaarplanning toetskalender 2014-2015
Naast de methodegebonden toetsen maakt de school gebruik van methode onafhankelijke toetsen. Bij deze toetsen is het niet alleen de bedoeling het kind te
beoordelen, maar ook om te kijken of er voldoende vooruitgang geboekt wordt
en of er op school effectief onderwijs gegeven wordt. Ook kunnen we op deze manier zien of
onze leerlingen het zelfde niveau hebben als alle andere kinderen in Nederland die ook deze
toets gemaakt hebben. (Zie ook de hoofdstukken 7 en 9).
Op school worden de volgende toetsen afgenomen:
Cito eindtoets
Groep 8
Mei
Cito-entreetoets
Groep 7
Mei
Cito rekenen/taal voor kleuters
Groep 2
Jan.
Cito begrijpend lezen
Groepen 5-6-7-8
Jan.
Cito begrijpend lezen
Groep 4
Jan.
juni
Cito spelling
Groepen 3-4-5-6-7-8
Jan.
juni
Cito rekenen
Groepen 3-4-5-6-7-8
Jan.
juni
Cito woordenschat
Groepen 3-4-5-6-7-8
Jan.
juni
juni
Cito werkwoordenspelling
Groep 7-8
Jan.
Cito Zien (soc. emotioneel)
Groepen 1 t/m 8
Okt.
Reken tempotoets
Groepen 3-4-5-6-7-8
Jan.
Drempeltoets
Groep 8
Nov.
AVI toetsen + DMT + DLE bepaling extra ondersteuning
4-5-6-7-8
Sept.
1e toetsmoment protocol leesproblemen & Dyslexie
3-4-5-6-7-8
Okt.
2e toetsmoment protocol leesproblemen & Dyslexie
3-4-5-6-7-8
Jan.
3e toetsmoment protocol leesproblemen & Dyslexie
3-4-5-6-7-8
April
4e toetsmoment protocol leesproblemen & Dyslexie
3-4-5-6-7
Juni
juni