Tekst

stuk
ingediend op
162 (2014-2015) – Nr. 7
17 december 2014 (2014-2015)
Ontwerp van decreet
houdende diverse bepalingen onderwijs
Amendementen
voorgesteld na indiening van het verslag
Stukken in het dossier:
162 (2014-2015)–Nr. 1:Ontwerp van decreet
–Nr. 2 en 3: Amendementen
– Nr. 4: Verslag
–Nr. 5: Reflectienota
–Nr. 6: Amendement
verzendcode: OND
2Stuk 162 (2014-2015) – Nr. 7
AMENDEMENT Nr. 8
voorgesteld door mevrouw Tine Soens
na indiening van het verslag
Artikel 10
Dit artikel schrappen.
VERANTWOORDING
De maximumfactuur in het kleuter- en het lager onderwijs is een sociale maatregel die financiële drempels binnen participatie aan het onderwijs helpt voorkomen. Net daarom wordt het plafond best niet
verhoogd.

AMENDEMENT Nr. 9
voorgesteld door mevrouw Tine Soens
na indiening van het verslag
Artikel 44
A.In de bij 1° voorgestelde tekst de woorden ‘‘230 euro’’ vervangen door
de woorden ‘‘63 euro’’.
B.In de bij 2° voorgestelde tekst de woorden ‘‘11 euro’’ vervangen door de
woorden ‘‘9,3 euro’’.
VERANTWOORDING
Hoger onderwijs is een investering in de toekomst. Deze dient bijgevolg extra aangemoedigd te worden,
maar rekening houdend met de budgettaire context is het bewaren van de huidige inschrijvingsgelden
voldoende.

AMENDEMENT Nr. 10
voorgesteld door mevrouw Tine Soens
na indiening van het verslag
Artikel 44
Een punt 2°/1 invoegen, dat luidt als volgt:
“2°/1 aan paragraaf 1 wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
“3° studenten jonger dan 25 die in totaal met minder dan 27 credits inschrijven voor een diplomajaar, worden vrijgesteld van het vast gedeelte in 1° van dit artikel.”.”.
VERANTWOORDING
Zelfs studenten met een perfecte studievoortgang kunnen mits een schakeljaar of onvoorziene omstandigheden in een situatie belanden waar zij in het laatste jaar met enkele resterende credits eindigen, meestal de bachelor- of masterproef. Indien het totaal aantal credits lager is dan 27 komen
Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be
Stuk 162 (2014-2015) – Nr. 7
3
deze studenten, zelfs al zijn ze jonger dan 25, niet in aanmerking voor het kindergeld. Hun resterende
opleidingsonderdelen zijn ook onvoldoende om het volledige basisbedrag te verantwoorden. Bijgevolg
wordt in dit amendement een uitzondering voorgesteld voor de circa 12.000 studenten die zich in deze
situatie bevinden.

AMENDEMENT Nr. 11
voorgesteld door mevrouw Tine Soens
na indiening van het verslag
Artikel 45
A.In de bij 1° voorgestelde tekst de woorden ‘‘105 euro’’ vervangen door
de woorden ‘‘63 euro’’.
B. In de bij 2° voorgestelde tekst de woorden ‘‘0 euro’’ vervangen door de
woorden ‘‘0,7 euro’’.
C.In de bij 3° voorgestelde tekst de woorden ‘‘230 euro’’ vervangen door
de woorden ‘‘63 euro’’.
D.In de bij 4° voorgestelde tekst de woorden ‘‘4 euro’’ vervangen door de
woorden ‘‘5,8 euro’’.
VERANTWOORDING
Hoger onderwijs is een investering in de toekomst. Deze dient bijgevolg extra aangemoedigd te worden,
maar rekening houdend met de budgettaire context is het bewaren van de huidige inschrijvingsgelden
voldoende.

AMENDEMENT Nr. 12
voorgesteld door mevrouw Tine Soens
na indiening van het verslag
Artikel 45
A. Een punt 2°/1 invoegen, dat luidt als volgt:
“2°/1 aan §1, eerste lid, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
“3°beursstudenten jonger dan 25 die in totaal voor minder dan 27 credits inschrijven voor een diplomajaar, worden vrijgesteld van het
vast gedeelte in 1° van dit artikel.”.”.
B.Een punt 4°/1 invoegen, dat luidt als volgt:
“4°/1 aan §1, tweede lid, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
“3°bijna-beursstudenten jonger dan 25 die in totaal voor minder dan 27
credits inschrijven voor een diplomajaar, worden vrijgesteld van het
vast gedeelte in 1° van dit artikel.”.”.
V l a a m s Par l e m e nt
4Stuk 162 (2014-2015) – Nr. 7
VERANTWOORDING
Zelfs studenten met een perfecte studievoortgang kunnen mits een schakeljaar of onvoorziene omstandigheden in een situatie belanden waar zij in het laatste jaar met enkele resterende credits eindigen, meestal de bachelor- of masterproef. Indien het totaal aantal credits lager is dan 27 komen
deze studenten, zelfs al zijn ze jonger dan 25, niet in aanmerking voor het kindergeld. Hun resterende
opleidingsonderdelen zijn ook onvoldoende om het volledige basisbedrag te verantwoorden. Bijgevolg
wordt in dit amendement een uitzondering voorgesteld voor de circa 12.000 studenten die zich in deze
situatie bevinden.

AMENDEMENT Nr. 13
voorgesteld door mevrouw Tine Soens
na indiening van het verslag
Artikel 50
A.In de bij 1° voorgestelde tekst de woorden ‘‘230 euro’’ vervangen door
de woorden ‘‘63 euro’’.
B.In de bij 2° voorgestelde tekst de woorden ‘‘11 euro’’ vervangen door de
woorden ‘‘9,3 euro’’.
VERANTWOORDING
Hoger onderwijs is een investering in de toekomst. Deze dient bijgevolg extra aangemoedigd te worden,
maar rekening houdend met de budgettaire context is het bewaren van de huidige inschrijvingsgelden
voldoende.

V laams Par le m e n t