Bijlage 5 bij RZ15a-Brief doorlooptijd van DBC

Newtonlaan 1-41
3584 BX Utrecht
Ministerie van VWS
de heer Van Halder
Postbus 20350
2500 EJ 'S-GRAVENHAGE
Postbus 3017
3502 GA Utrecht
030 296 81 11
030 296 82 96
E [email protected]
I www.nza.nl
T
F
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mailadres
Kenmerk
JLAS/djon/GGZ
030 296 8938
[email protected]
86725/0121248
Onderwerp
Datum
doorlooptijd van DBC-zorgproducten
11 juni 2014
Geachte heer Van den Dungen,
In de brief van 8 januari 2013 (kenmerk: CZ-3148478) heeft u de NZa
verzocht om advies uit brengen over de mogelijkheden om de maximale
doorlooptijd van DBC-zorgproducten terug te brengen. Eén van de
doelen hiervan is het eerder kunnen vaststellen van de definitieve totale
schadelast over een bepaald jaar. Op 27 juni 2013 heeft de NZa dit
advies uitgebracht. We hebben geadviseerd de maximale doorlooptijd
van DBC-zorgproducten terug te brengen naar 120 dagen. In uw brief
van 23 augustus 2013 (kenmerk:1306-106559-CZ) heeft u de opdracht
gegeven om deze verkorting door te voeren per 1 januari 2015. Ook
verzoekt u in deze brief om het effect van de verkorting op de schadelast
in 2015 door te rekenen.
Als gevolg van het verkorten van de doorlooptijd treedt een eenmalige
dip op in de schadelast. Bovendien is het voor het verkorten van de
doorlooptijden noodzakelijk dat verzekeraars en aanbieders hun tarieven
bijstellen. Deze brief licht kort toe:

hoe het verkorten van de doorlooptijd een eenmalige dip
veroorzaakt;

wat de orde van grootte is van deze dip;

welk financieel risico u loopt als verzekeraars en aanbieders hun
tarieven niet bijstellen;

welke maatregelen wij nemen om dit risico te beperken.
Dip in de schadelast
Het uitgangspunt van schadelast is dat de openingsdatum van een DBCzorgproduct leidend is voor het jaar waarin de declaratie van het DBCzorgproduct valt. De schadelast van een jaar bepalen we dus door de
kosten op te tellen van alle DBC-zorgproducten die in dat jaar zijn
geopend. Hierbij is niet van belang wanneer het werk in dat DBCzorgproduct is uitgevoerd. Ook de kosten van een DBC-zorgproduct dat
op 31 december 2014 wordt geopend, maar waarvoor al het relevante
werk na de jaarwisseling zal plaatsvinden, rekenen we toe aan 2014.
Het verkorten van de doorlooptijd kan ervoor zorgen dat DBCzorgproducten over meerdere trajecten worden verdeeld, met elk een
eigen startdatum en bijhorende kosten. Als opvolgende trajecten pas in
het volgende jaar worden geopend, zullen deze voor schadelast in het
daaropvolgende jaar zorgen. Dit effect vindt zowel aan het begin als het
eind van het jaar plaats:


een willekeurig jaar krijgt extra schadelastomzet aan het begin van
het jaar omdat DBC zorgproducten van het voorgaande jaar eerder
worden afgesloten
hetzelfde jaar krijgt minder schadelastomzet aan het eind van het
jaar omdat DBC zorgproducten eerder worden afgesloten.
Bij het invoeringsjaar 2015 treedt het tweede effect wel op, maar het
eerste effect niet. Hierdoor neemt per saldo de schadelast voor 2015 af.
Naar aanleiding van uw verzoek hebben wij dit schadelasteffect
doorgerekend. Hieruit concluderen wij dat er in 2015 een dip in de
schadelast valt te verwachten van ongeveer 660 miljoen euro. In
bijgevoegd memo is dit bedrag verder onderbouwd.
Risico bij niet bijstellen tarieven door veldpartijen
Naast de eenmalige dip in de schadelast, verwachten we ook een
toename van het aantal zorgtrajecten als gevolg van de verkorte
doorlooptijden. Dit wordt veroorzaakt door het opknippen van
langlopende DBC-zorgproducten over meerdere trajecten. Voor het
gereguleerde segment zullen we de tarieven hierop bijstellen. Voor het
vrije segment gaan we ervan uit dat het veld de tarieven bijstelt op een
manier die aansluit bij de verkorte doorlooptijden. Wij zullen de
veldpartijen helpen om tot passende tarieven voor de verkorte DBCzorgproducten te komen. Dit doen we door te laten zien hoe we
verwachten dat de kosten van zorgproducten tussen 2014 en 2015 zullen
wijzigen als gevolg van het verkorten van de maximale doorlooptijden.
Ook laten we zien hoe de aantallen te declareren zorgproducten kunnen
wijzigen. Met deze informatie zijn veldpartijen in staat om hun tarieven
op een juiste manier bij te stellen.
Wanneer veldpartijen de tarieven in het geheel niet bijstellen voor de
verkorting van de doorlooptijd, loopt u het risico dat door aanbieders in
2015 ongeveer 4% extra schadelast zal worden gedeclareerd. In het
memo lichten we dit verder toe.
Verantwoording
De bovengenoemde bedragen zijn tot stand gekomen op basis van een
simulatie van historische data en vervolgens toegepast op het BKZ voor
2015 zoals door u aan ons is aangeleverd. Deze brief is expliciet niet
bedoeld als advies om het BKZ bij te stellen en doet ook geen uitspraak
over een eventuele doorvertaling van het beschreven effect naar
verzekeraars en verzekerden. Het beantwoordt slechts de vragen en
verzoeken die door u aan ons zijn gesteld.
Met vriendelijke groet,
Nederlandse Zorgautoriteit
mr. drs. T.W. Langejan
voorzitter Raad van Bestuur
Kenmerk
86725/0121248
Pagina
2 van 2