VISIE ### Chiquita gaat terug naar de basis Chiquita heeft de afgelopen jaren belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. Met de reorganisatie in 2012 heeft het bedrijf de focus weer gericht op datgene waar ze altijd goed in is geweest: het produceren en distribueren van bananen. George Jaksch, senior director Corporate Responsibility and Public Affairs Europe & Middle East, Franklin Ginus, directeur Chiquita Benelux en Michelle den Boer, marketing manager Benelux, vertellen elk vanuit hun eigen expertise over het bedrijf en geven hun visie op de ontwikkelingen in de markt. Chiquita heeft de laatste jaren flink gereorganiseerd in de Benelux? Franklin: "Klopt. Maar we hebben niet alleen gereorganiseerd in de Benelux. We hebben in 2012 wereldwijd een reorganisatie doorgevoerd. Dat is nu al bijna 2,5 jaar geleden. We hebben Europa opgedeeld in twee regio’s: Noord en Zuid. Naast bananen distribueren we overigens ook ananassen en meloenen. In Antwerpen werken negen mensen - het Fresh Select-team, aan de distributie van ananassen en meloenen in Noord-Europa." 6 Hoe heeft Chiquita zich de afgelopen jaren ontwikkeld? George: "Chiquita heeft de afgelopen twintig jaar actief geïnvesteerd in haar sociale en economische verantwoordelijkheden en een programma ontwikkeld voor Corporate Social Responsibility (CSR). Zo werken we al sinds 1992 samen met Rainforest Alliance. Het is voor ons vanzelfsprekend dat we ons verantwoord gedragen tegenover mens en milieu en werken daarom al meer dan twintig jaar samen met de Rainforest Alliance. Daarnaast zijn onze farms gecertificeerd volgens SA 8000 - gebaseerd op de principes van de internationale mensenrechten - en zijn we in de loop van de jaren vele samenwerkingen aangegaan met organisaties als COLSIBA, maar ook met andere bedrijven en onderzoeksinstanties. Dat is niet alleen goed voor de omgeving en onze medewerkers, maar het vergroot ook onze mogelijkAGF Primeur 5 - 2014 heden om succesvol te kunnen ondernemen in een concurrerende markt." Welke waarden vinden jullie als Chiquita belangrijk? George: "Duurzaamheid is in de loop van de jaren geïntegreerd in onze bedrijfskolom. We nemen deel aan verschillende projecten. Zo participeren we in waterprogramma’s en projecten om de emissies te reduceren, maar we werken ook met lokale gemeenschappen aan de biodiversiteit van de omgeving. Deze individuele projecten willen we blijven ontwikkelen. We kunnen namelijk nog steeds stappen maken. Daarnaast willen we onze medewerkers echt bij het bedrijf betrekken. Je moet niet vergeten dat CSR in een organisatie vaak van boven naar beneden is georganiseerd. De baas zegt iets en de medewerkers voeren het uit. Maar dat is niet wat wij willen. Wij willen dat onze medewerkers partners zijn en hun mening kunnen geven. Het verstrekken van informatie is daarbij heel belangrijk. Soms weten medewerkers in grote bedrijven als laatste wat er gebeurd in het bedrijf. Dat willen wij niet. Bij ons kunnen ze de rapporten gewoon inkijken. Om de betrokkenheid te vergroten, organiseren we sinds 2011 jaarlijks een vrijwilligersdag voor onze medewerkers. En dat is een groot succes. Het gaat om communicatie, informatie en participatie. Wat dat betreft willen we ook veel meer werk maken van het informe- Franklin Ginus, directeur Chiquita Benelux. ren van een breder publiek. Dat voegt veel waarde toe en zorgt voor enthousiasme." Jullie zien sociale zekerheden dus als een toegevoegde waarde? George: "Absoluut, we zien het als een grote investering in de toekomst van ons bedrijf. Het is interessant om te zien dat ook andere bedrijven in onze sector steeds meer belang hechten aan kwaliteit. Als Chiquita willen we de mensen in ieder geval laten weten dat we een fatsoenlijk en betrouwbaar bedrijf zijn met nette en hoog gekwalificeerde medewerkers." Hoe belangrijk zijn de leveranciers in dit geheel? George: "Heel belangrijk. Doordat we bijna 10.000 grote en kleine leveranciers hebben in 30 tot 40 landen, is de leveranciersketen erg gecompliceerd. Maar we werken aan een programma dat Responsable Sourcing heet. We hebben een speciaal team dat zich focust op het vinden van de juiste leveranciers. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken met wie we kunnen samenwerken, waar er behoeftes zijn en wat de risico’s zijn." Waar halen jullie de bananen vandaan? George: "Centraal-Amerika is het belangrijkste gebied voor ons. Landen als Honduras, Guatemala, Ecuador, Panama en Costa Rica bieden mogelijkheden en er zitten bedrijven waarin we geloven. Het is voor ons belangrijk om een leidende producent te blijven. Op die manier kunnen we ook werken met hoge standaarden en nieuwe technieken. In Afrika hebben we geen activiteiten. Gezien de politieke situatie is het een moeilijk continent om er te werken. Het Verre Oosten is een ander verhaal. De Aziatische en vooral de Chinese markt zijn natuurlijk veelbelovend. Anderzijds focussen we ons nu op de afzetmarkten die we hebben. We willen terug naar de basis: de dingen doen waar we bekend mee zijn en waar we goede systemen voor hebben." Hoeveel procent van het totale volume komt van eigen farms? George: "Dat is nu ongeveer 40%. Maar we zoeken naar manieren om dat in de toekomst uit te breiden." Hoe ziet jullie productiecyclus eruit? Franklin: "We hebben weinig productie tussen januari en mei. Maar ondanks dat we dan weinig aanvoer hebben, verkopen we wel veel. In de zomer, wanneer we heel veel fruit hebben, verkopen we weer minder omdat we dan natuurlijk veel concurrentie hebben van zachtfruit." Hebben jullie veel last van de Panamaziekte? George: "Op dit moment is het alleen op lokaal niveau van invloed op de volumes. Maar het is wel een ziekte om rekening mee te houden. Het heeft zich inmiddels namelijk ook gemanifesteerd in Zuidoost-Azië, op de Filipijnen en in Taiwan, waar het desastreuze gevolgen heeft. In tegenstelling tot de ziekte black sigatoka wordt de Panamaziek- gaan we er wel op in. Maar de markten waar we altijd aanwezig zijn en waar je winst kunt maken, zijn Europa en Amerika." George Jaksch, senior director Corporate Responsibility and Public Affairs Europe & Middle East, te niet door de lucht verspreid, maar door de bodem. Het is een schimmel die bananenplanten aantast door vanuit de grond de wortels binnen te dringen. Daarom verspreidt het zich langzamer dan black sigatoka. Niettemin is het heel belangrijk voor iedereen die in Latijns-Amerika werkt om de ziekte niet te verspreiden. Als een perceel eenmaal besmet is, kan het namelijk niet meer ingeplant worden met bananen. En op dit moment zijn er ook nog geen resistente soorten die we kunnen gebruiken. Daarom is het van belang dat we samenwerken met de Panamese regering, met andere bananenbedrijven en onderzoekers." Wat zijn voor jullie de belangrijkste afzetmarkten? George: "De Europese en de Noord-Amerikaanse markt zijn nog altijd dé exportmarkten voor ons. In die twee sleutelmarkten proberen we de beste kwaliteit en service te leveren en op die manier een sterke positie te behouden. Natuurlijk zijn er mogelijkheden in landen als Turkije en Irak, maar het zijn geen makkelijke landen om iets te verkopen. Als de mogelijkheid zich voordoet, Kunnen jullie je marktaandeel in West-Europa nog vergroten? George: "Ja wij kunnen ons marktaandeel in West Europa zeker vergroten door onze huidige klanten verder met ons te laten groeien in volume, waarde en assortiment. Verder willen wij graag full category supplier worden, zodat wij onze klanten en eventuele nieuwe partners ontzorgen in de bananencategorie. Een belangrijke categorie als bananen heeft een groot potentieel en daar moet je zorgvuldig mee omgaan. Groei kan je op verschillende manieren bereiken: je kunt het gemiddelde aankoopgewicht en de aankoop frequentie verbeteren en je kunt je distributie uitbreiden. Wij gaan echter veel verder door door middel van consumenten onderzoek erachter te komen waar de consument voor gaat. Groei is wat mij betreft ook ons duurzaamheidsbeleid en dat is niet alleen schermen met Rainforest Alliance maar ook nadenken over derving, logistieke handelingen verminderen, kwaliteit gedurende het gehele jaar maar ook het juiste team aan boord hebben, die onze klanten kunnen helpen samen de KPI’s te behalen. Groeien kunnen wij niet alleen, groeien kan alleen wanneer de handen in één worden geslagen. Met andere woorden: samenwerken." Groeit de omzet van biologische bananen? Franklin: "Als je naar onze markt kijkt, maken de biologische bananen ongeveer 5% uit van het totale volume. En dat aandeel groeit ook niet erg snel. Daarom denken wij dat we ons beter kunnen focussen op de conventionele bananenmarkt. Die is nog altijd 95% van de wereldwijde productie. Er zijn in landen als Ecuador, Colombia en Peru wel mogelijkheden voor biologische productie. Maar omdat AGF Primeur 5 - 2014 7 RETAIL Whole Foods Market in Oklahoma City Geschiedenis Wholefoods Lokale leveranciers Whole Foods De Amerikaanse supermarktketen Whole Foods bestaat al ruim dertig jaar. In 1980 sloegen vier ondernemers uit het Texaanse Austin de handen ineen. Ze vonden dat het tijd werd voor een biologische supermarkt en dat bleek een schot in de roos. Sinds de eerste opening is de onderneming blijven groeien, eerst dichtbij huis in Texas, maar langzaam groeide de supermarktketen uit tot één van de grootste in de VS. En daar bleef het niet bij. Ook in Canada en Groot-Brittannië opende Whole Foods supermarkten. Vorige maand opende de keten een negende filiaal in de Britse hoofdstad London. In totaal zijn er ruim 370 filialen verspreid over Engeland, Canada en veertig staten van de VS. In een land met de afmetingen van de Verenigde Staten heeft lokaal een bredere definitie dan in Nederland. De exacte definities worden opgesteld door de individuele Whole Foods supermarkten en kan dus verschillend zijn. In het algemeen worden de staatsgrenzen gebruikt. Local betekent dan dus uit de staat. Grote staten worden verdeeld in regio’s. Whole Foods zet sector en samenleving op zijn kop "I n eerste instantie vroeg ik me af wat ze dachten bij Whole Foods, maar in dit vroege stadium lijkt hun strategie te werken" vertelde een investeringsanalyst bij Barclays Capital, aan de New York Times. Daarmee reageerde ze op het nieuws dat de supermarktketen streeft naar 1000 filialen. Ook klanten ontvangen de supermarkten met open armen. Eén klant vertelde de New York Times dat ze zelfs aandelen had gekocht nadat bekendgemaakt werd dat de keten een filiaal bij haar in de buurt zou openen. Dat wil zeggen: op een half uur rijden van haar adres. Authenticiteit geen exclusiviteit Zelfs als de retailer de groeiplannen waar kan maken, blijft het een relatief kleine onderneming in vergelijking met bijvoorbeeld Walmart. Walmart heeft meer dan 3000 filialen verspreid over de VS en is daarmee de grootste supermarktketen. Het enthousiasme waarmee Whole Foods wordt onthaald komt mede voort uit het onderscheidende assortiment. Alle producten zijn biologisch en er wordt gezocht naar lokale leveranciers. Daarmee richt Whole Foods zich op authenticiteit in plaats van exclusiviteit. Voor de producten zijn strikte eisen opgesteld. Op het gebied van groenten en fruit geldt bijvoorbeeld dat de producten niet genetisch gemanipuleerd mogen zijn Het eerste filiaal van Whole Foods in Austin, Texas, opende in 1980 de deuren. Walmarts per 1miljoen mensen Whole Foods per miljoen inwoners per staat toont. Het verschil is meteen duidelijk: Walmart is vooral te vinden in de centrale staten en Whole Foods is vooral actief in de kuststaten. Whole Foods per 1 miljoen mensen 20 AGF Primeur 5 - 2014 • Lokaal inkopen is duurzamer • Het karakter van de gemeenschap wordt beschermd • Telers kiezen er vaker voor verschillende gewassen aan te planten voor lokale afzet, waardoor de producten een betere versheid en smaak hebben. Foto: Een overzicht van de vestigingsplaatsen van lokale groente- en fruittelers Whole Foods langs Amerikaanse kust Een groot verschil tussen de Walmart en de Whole Foods is de regio waarin de filialen te vinden zijn. Op basis van data van Morgan Stanley maakt Business Insider Australia twee kaarten die het aantal Walmarts en • Er wordt een band opgebouwd tussen de gemeenschap en de telers • De lokale economie floreert door lagere transportkosten voor de telers en een groot deel van het geld wordt hier uitgegeven. Stijgende vastgoedprijzen, lokale leveranciers en pyjamafeestjes bij de baas Toen Whole Foods in 2010 aankondigde het aantal filialen te laten groeien van 300 tot 1000 supermarkten, werd het nieuws met enig sarcasme ontvangen. Dat sarcasme is de afgelopen twee jaar omgeslagen in enthousiasme. Naast een ander assortiment wordt de keten geleid op een hippie-achtige manier en dan is er ook het Whole Foods Effect: stijgende vastgoedprijzen door de komst van de keten. Wat is het succes en de impact van deze biologische winkelketen? De supermarktketen geeft vijf argumenten om lokaal in te kopen: en er zijn strenge regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ook voor andere verse producten gelden strenge eisen. Verboden ingrediënten Alle producten worden eerst aan een streng onderzoek onderworpen, voordat ze via Whole Foods verkocht worden. Er is een lijst met meer dan 70 ingrediënten die volgens Whole Foods onacceptabel zijn. Om in de schappen van Whole Foods te mogen liggen, is het gebruik van deze stoffen uit den boze. Om een indicatie te geven van de striktheid van Whole Foods regels: de Amerikaanse website slate.com vergeleek 19.900 voedingsproducten waarvan de ingrediënten op de site van Walmart te vinden zijn met de lijst verboden ingrediënten van Whole Foods. Uit het onderzoek bleek dat ruwweg 54 procent van het onderzochte Walmartassortiment niet in de schappen van Whole Foods mag liggen. Het is niet hard te maken, maar het lijkt er op dat Walmart vorige maand op het succes van Whole Foods reageerde door het assortiment biologische producten uit te breiden met ruim 100 nieuwe producten. Walmart vindt dat biologische producten niet duurder moeten zijn dan gewone. Consumenten die deze nieuwe producten kopen kunnen volgens Walmarts berekeningen tot 25 procent op hun boodschappen besparen in vergelijking tot andere biologische producten. Hippie-management Naast het afwijkende assortiment van Whole Foods is ook de bedrijfsstructuur en –cultuur afwijkend. Al vanaf het eerste uur wordt het bedrijf geleid met een haast hippie-achtige, jaren ’60 managementstijl. Zo is de functie van CEO verdeeld over twee mensen, Walter Robb en John Mackey. Maar dat is niet het enige. De ‘macht’ binnen Whole Foods is grotendeels gedecentraliseerd. Filialen hebben controle over de budgetten en het personeel heeft een grote mate van medezeggenschap. Zo mag het personeel via een anonieme stemming bepalen of een nieuwe medewerker na zijn proeftijd mag blijven of niet. Volgens de CEO’s is het belangrijk dat het personeel weet dat hun werk gewaardeerd wordt. "Als je een goede cultuur en een goede onderneming wilt creëren, moet je het personeel het gevoel geven dat ze er toe doen en dat hun werk belangrijk is," vertelden de CEO’s aan de BBC. Slaapfeestje bij de CEO Een manier waarop Walter Robb en John Mackey werken aan een goede relatie met de medewerkers is door ‘slaapfeestjes’ te organiseren. Hun filosofie is dat door ook in de privé-sfeer met collega’s op te trekken betere relaties ontstaan. "Ik weet dat het gek klinkt, maar er is iets met slapen onder hetzelfde dak en samen een ontbijt of diner bereiden. Dat verbindt mensen," lichten de CEO’s toe. Neus voor groeiregio’s De winkelketen heeft ook impact op de regio waar een filiaal geopend wordt. In negatieve zin wordt de supermarkt er van beschuldigd je hele salaris op te eisen. Positiever is dat de exclusieve supermarktketen een neus lijkt te hebben voor economische groeiregio’s. Whole Foods zou bekend staan om de eigenschap te kunnen voorspellen welke regio’s economisch gaan groeien. De directie moet volledig overtuigd zijn van de economische potentie van een regio, aangezien de klanten zich over het algemeen aan de bovenkant van de samenleving bevinden. AGF Primeur 5 - 2014 21 THEMA: BEWERKTE AGF Frank van den Oord: "Veel vraag naar niet-alledaagse producten" Wat doe je als heel je klantenkring wegvalt? De deuren sluiten of er tegenaan? Kees van den Oord besloot het laatste. Samen met zijn zoons zette hij zijn schouders eronder en tot op de dag van vandaag hebben ze een vaste groep afnemers, die dagelijks hun gesneden groenten ontvangt. L ouis van den Oord begon in 1923 met het venten van AGF in 's-Hertogenbosch. In 1955 werd een begin gemaakt met het beleveren van militaire kazernes. Toen zoon Kees het bedrijf twintig jaar later overnam, werden kazernes in heel Nederland voorzien van zijn producten. Elke dag werden twee volle bakwagens geladen voor verdere verspreiding in het land. "In 1983 kwamen de gesneden groenten op", vertelt Frank van den Oord. "Deze ontwikkeling ging heel hard en al snel nam bewerkte AGF de overhand binnen het bedrijf van mijn vader." Helaas verviel in 1995 de dienstplicht in Nederland en daarmee verloor Kees van den Oord zijn grootste klant. Uiteindelijk bleven er slechts twee militaire kazernes over voor belevering. "Het was echt een grote klap", herinnert Frank zich. "Mijn vader heeft ons toen gevraagd wat wij wilden. Louis en ik besloten het bedrijf voort te zetten en zo is hij begonnen met het zoeken van een nieuwe doelgroep." Kees benaderde grote horecazaken en in 1996 werd een nieuwe snijruimte gemaakt, die tot op de dag van vandaag aan alle gestelde eisen voldoet. Vanaf toen is het bedrijf zich gaan richten op horeca. "Inmiddels leveren we ook aan zorginstellingen en maaltijd- en snackfabrikanten." Naast gesneden groenten behoren ook fruit- en rauwkostsalades, roerbakgroenten, aardappelproducten en fruitsappen tot het assortiment. 28 AGF Primeur 5 - 2014 Vooral de capaciteit heeft volgens Frank een enorme vlucht genomen, dankzij machinale bewerking. Hij vertelt dat zijn vader begon met enkele honderden kilo’s per dag en dat dit nu is opgevoerd naar twintig ton per week. De producten die bij Kees van den Oord worden bewerkt, komen voor een groot deel van eigen telers. Frank vertelt een groep van producenten aan het bedrijf te hebben gebonden. "Op die manier zijn we verzekerd van aanvoer en kwaliteit. Daarnaast komen alle telers uit de regio wat het ook nog eens duurzaam maakt." De broers Frank en Louis runnen sinds 2008 het bedrijf van hun vader. Ze hebben samen besloten de naam van het bedrijf Kees van den Oord in ere te houden. "Niet alleen vanwege de naams-bekendheid, maar ook uit respect voor onze vader. Hij heeft ervoor gezorgd dat wij een mooi bedrijf kunnen voortzetten", aldus Frank. Hij verzorgt de in- en verkoop, terwijl Louis zich bezig houdt met hetgeen er gebeurt op de werkvloer. De bestellingen die ’s avonds binnenkomen, worden bij Kees van den Oord de volgende dag vers gemaakt en vertrekken nog diezelfde dag richting de klant. Op de vraag wat de ins & outs zijn binnen de gesneden groenten ziet Frank dat met name de roerbakgroenten een enorme vlucht hebben genomen. "Er wordt niet alleen heel veel gevraagd naar roerbakgroenten, maar er zijn ook allerlei varianten gekomen. Voor elke keuken is er een passende mix. Ook ‘vergeten groenten’ doen het nog steeds goed, maar de gewone koolsoorten zijn een beetje uit." Wat hem vooral opvalt, is het feit dat klanten uniek willen zijn. Hij vertelt dat er veel wordt gevraagd naar producten die niet alledaags zijn. Dit kan een ongewone snijmaat zijn of een speciaal product. Bij ons is vrijwel alles mogelijk. We kijken echt naar de wens van de klant en proberen zelf ook onze ogen open te houden." Ook op gebied van verpakkingen is de keus enorm toegenomen. Waar Kees van den Oord vroeger alles in kratzakken aan de kazernes leverde, is het nu al mogelijk om een verpakking van 100 gram te bestellen. De financiële crisis en de daaraan samenhangende bezuinigingen zijn ook het groentesnijbedrijf van Frank en Louis niet ontgaan. Deze zijn met name in de zorg volgens hem merkbaar. Hij vertelt dat de verantwoordelijken in zorginstellingen veel bewuster omgaan met de inkoop en vaker voor de goedkopere versie kiezen. "De afzet naar horeca is wel wat minder geworden, maar mede dankzij onze service en flexibiliteit richting de klanten behouden we ook in deze sector tevreden afnemers. Kees van den Oord is al bijna een eeuw een begrip in de AGF sector en we blijven ambitieus. We zetten ons dag in, dag uit met de volle 100% in om de goede naam, die is opgebouwd, te behouden." Frank laat weten de toekomst vruchtbaar in te zien door te blijven innoveren, met de markt mee te blijven ontwikkelen en vooral altijd met de klant mee te blijven denken." (CS) [email protected] Met de innovatieve FAM Centris® 315 brengt FAM een gloednieuwe centrifugale snijmachine met hoogwaardige afwerking op de markt. De FAM Centris 315 kan een gamma aan producten snijden in schijfjes en reepjes, zoals tomaten, wortelen, knolselder, aardappelen en witte kool. De FAM Centris 315 blinkt uit in perfecte snijkwaliteit, flexibiliteit, snelheid en hygiëne. Gaston De Baets: "Onze producten moeten smakelijk ogen en perfect gesneden zijn" Machines spelen een grote rol voor bewerkers van groenten en fruit. Waar vroeger alles handmatig werd gewassen en gesneden gebeurt dit nu grotendeels machinaal. Dit levert onder andere een enorme capaciteitverhoging op. E den levert een breed assortiment aan bewerkte AGF in alle denkbare mengelingen en verpakkingen. "Onze producten moeten snel en vers op het bord van onze klanten verschijnen, en daarbij speelt de houdbaarheid ook een grote rol", aldus de verwerker. Eden heeft voor de verwerking gekozen voor de machines van FAM, die gespecialiseerd is in het ontwikkelen en produceren van precisiesnijmachines van voedingswaren. Daarmee kan Eden zijn aardappelen, groenten en fruit snel verwerken zonder dat smaak en kwaliteit verloren gaat. De producten worden reepjes, blokjes of schijfjes gesneden waarbij er minimaal sprake is van restafval en sapverlies. "Dit komt de houdbaarheid van onze producten ten goede, met behoud van een volle smaak. Hoe langer de houdbaarheid, hoe efficiënter we kunnen produceren", zegt Gaston De Baets, plantmanager bij Eden. "Daarvoor hebben we betrouwbare machines nodig. Het is dan ook belangrijk dat de machines regelmatig worden nagekeken om eventuele defecten of storingen snel te herstellen, en zo de continuïteit van de productie te waarborgen." De laatste machine die aan het machinepark van Eden is toegevoegd is de FAM Dorphy. Deze machine neemt met ongeveer 1 m² heel weinig ruimte in. "We waren op zoek naar een snijmachine die een betere snijkwaliteit kon brengen, en die paste binnen onze werkruimte. Deze machine is heel goed in het snijden van blokjes. Sinds we de machines hebben aangekocht, is ons assortiment blokjes verdriedubbeld", vertelt Gaston. Bij Eden is innovatie klantgericht en daarbij is marktonderzoek een belangrijke pijler. Bij elk nieuw product dat ze op de markt brengen, wordt de smaakcombinatie en hoe het product eruitziet nauwkeurig gecontroleerd. "Het is voor ons belangrijk dat onze producten smakelijk ogen, want de klanten zijn op zoek naar een mooi kleurenpallet en perfect gesneden blokjes en reepjes. Voor het uitproberen van nieuwe producten, snijmaten en –vormen mogen we gebruik maken van de testkeuken van FAM." [email protected] In Europa is FAM marktleider voor industriële snijoplossingen voor voeding. Klanten in 72 landen maken wereldwijd gebruik van meer dan 4500 snijmachines. FAM is gekend voor haar klantgericht denken, de vele inoverende toepassingen en de kwaliteit van haar producten. FAM nv Neerveld 2 - B-2550 Kontich - België t. +32 3 450 92 20 - f. +32 3 450 92 50 [email protected] - www.fam.be HIFFERMAN cutting edge solutions for food AGF Primeur 5 - 2014 29
© Copyright 2024 ExpyDoc