Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom SO Cluster 4 De Kornalijn Stichting Driespan Onderdeel van Koraal Groep Versie september 2014 Inhoudsopgave Inleiding Pagina 3 Algemene informatie Pagina 4 A. Visiebeschrijving Onderwijs, onderwijsondersteuning, profielbeschrijving Pagina 5 B. Onderwijsaanbod Curriculum Pagina 10 C. Expertise HRM, functiehuis en specialisaties Pagina 15 D. Pagina 16 Ruimtelijke omgeving E1. Basiszorg Schooldoelen voor de middellange termijn Pagina 17 E2. Breedtezorg Inzet ketenpartners / hulpbronnen Pagina 19 E3. Dieptezorg Verwijzing naar 2de lijnsondersteuning SO/SBO Pagina 20 Indiceren vanuit ondersteuningsbehoeften (IVO) Pagina 21 Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 2 van 24 Versie september 2014 Inleiding Voor u ligt het onderwijsondersteuningsprofiel van SO De Kornalijn. Dit profiel is opgesteld n.a.v. de prestatie-indicatoren die binnen Samenwerkingsverband PO Bergen op Zoom gelden. Op De Kornalijn is ervoor gekozen om per indicator een uitwerking te maken, zodat hiermee een duidelijk onderscheid gemaakt kan worden met het profiel van het reguliere (en speciale) basisonderwijs. Het laatste hoofdstuk over ‘Indiceren Voor Ondersteuningsbehoeften (IVO)’ is toegevoegd vanuit de ambitie van het Samenwerkingsverband PO Bergen op Zoom om m.i.v. 1 augustus 2014 te indiceren en te arrangeren vanuit de IVO-kenmerken. In het onderwijsondersteuningsprofiel wordt soms verwezen naar bijlagen. Deze bijlagen zijn, om het overzichtelijk te houden, in een apart document terug te vinden. Jessy van Meer Teamleider De Kornalijn Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 3 van 24 Versie september 2014 Algemene informatie Naam school: Adres: Telefoon: E-mail: Brinnummer: De Kornalijn Guido Gezellelaan 18 4624 GM Bergen op Zoom 0164-245853 [email protected] 07WD01 Leerlingenaantal: Onderwijsvorm: 116 (teldatum 1-10-2013) Cluster 4 Doorverwijzingen in schooljaar 2010-2011: Regulier basisonderwijs: 3 SBO: 0 Cluster 2: 0 Cluster 3: 0 Doorverwijzingen in schooljaar 2011-2012: Regulier basisonderwijs: 7 SBO: 5 Cluster 2: 0 Cluster 3: 0 Doorverwijzingen in schooljaar 2012-2013: Regulier basisonderwijs: 7 SBO: 1 Cluster 2: 1 Cluster 3: 0 Doorverwijzing in schooljaar 2013-2014: Regulier basisonderwijs: 5 SBO: 3 Cluster 2: 0 Cluster 3: 0 Aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief: 100% Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 4 van 24 Versie september 2014 A. Visiebeschrijving Onderwijs, onderwijsondersteuning, profielbeschrijving 1. De visie op onderwijs en op de onderwijsondersteuning omvat de volgende componenten: een breed gedragen zienswijze op onderwijs en onderwijsondersteuning, een ambitie, de waarden en de kwaliteiten van de school. De Kornalijn wil een (kind-)vriendelijk, open, gestructureerd en rustig klimaat creëren waarin leerlingen, ouders en medewerkers zich veilig voelen. De leeromgeving is uitnodigend ingericht, zodat iedereen kan leren, werken en zichzelf kan ontwikkelen. Het onderwijsaanbod richt zich zowel op de stimulering van de didactische als de sociaal-emotionele ontwikkeling en wordt zo optimaal mogelijk afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerling. Er wordt uitgegaan van de competenties en talenten van de leerling. Het team accepteert de leerling met zijn sterke en zwakke kanten, toont begrip en respect. Het team biedt optimale ontwikkelingskansen door een (zeer) individueel gerichte aanpak, zo veel mogelijk in groepsprocessen. Het passend onderwijs aanbod haalt het maximale uit de leerlingen en leert hen zo zelfstandig mogelijk te functioneren. In de begeleiding werkt De Kornalijn multidisciplinair. Goede samenwerking met de ouder(s)/verzorger(s) is noodzakelijk om het kind zich op school en thuis goed te laten ontwikkelen. De Kornalijn werkt nauw samen met Multidisciplinair Kinderdagcentrum De Stegel (Juzt) en de deeltijdbehandeling van De Zoomkant (GGZ-WNB). Met elkaar helpen wij de kinderen zoveel mogelijk vanuit één plan. Een geïntegreerd aanbod van zorg en onderwijs dat vorm krijgt vanuit ‘één kind, één plan’ biedt de leerling meer ontwikkelingskansen. Het team staat gezamenlijk voor het uitvoeren van haar opdracht en is gericht op ontwikkeling en leren. Gebruik maken van elkaars kwaliteiten, het steunen van elkaar en het bespreken van het professioneel handelen zijn daarbij belangrijke aspecten. De Kornalijn is een school in ontwikkeling en wil een vooraanstaande onderwijsinstelling zijn op het gebied van onderzoek en begeleiding van leerlingen die tot onze doelgroep horen. Het is een school met plannen en ambities die wil uitgroeien tot een volwaardig expertise centrum waarbij het vergroten en uitlenen van de kennis aan derden een belangrijke doelstelling is. De medewerkers van de school werken met hart en expertise om dit te verwezenlijken. 2. De school heeft een breed gedragen visie geformuleerd. De visie, beschreven in punt 1, is met het team opgesteld. Deze wordt breed gedragen en jaarlijks door het managementteam en deelraad opnieuw bekeken. Zo nodig wordt deze bijgesteld. 3. De schoolvisie sluit aan bij de bestuursvisie. De Kornalijn werkt volgens de missie/visie van het bestuur – Het Driespan. Het Driespan geeft in haar missie aan wat haar belangrijkste doel is: “Het Driespan is een orthopedagogisch onderwijsinstituut waar met hart en expertise onderwijs, ondersteuning en begeleiding wordt geboden aan leerlingen/studenten met ernstige gedragsen/of psychiatrische problemen en hun ouders/begeleiders.” Naast de missie heeft Het Driespan ook vier kernwaarden. Die geven aan waarvoor de stichting staat, wie ze willen zijn en wat alle medewerkers van het Driespan verbindt. Er wordt naar gestreefd, dat de vier kernwaarden telkens zichtbaar zijn in het handelen. De vier kernwaarden zijn: Samen Innovatief Transparant Onderscheidend Om de kernwaarden in de praktijk tot leven te laten komen, heeft Het Driespan zeven gouden regels beschreven die hierbij kunnen helpen. Deze regels zijn: 1.Creëer een betrokken omgeving 2.Stimuleer open communicatie Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 5 van 24 Versie september 2014 3.Ontwikkel jezelf en elkaar 4.Werk organisatiebreed samen 5.Blijf gericht op resultaat 6.Ga altijd uit van mogelijkheden 7.Zet de klant centraal 4. De school heeft een profielbeschrijving. De Kornalijn is een school voor speciaal onderwijs voor leerlingen die in het reguliere onderwijs niet optimaal begeleid kunnen worden. De school richt zich op kinderen van 4 tot ongeveer 12 jaar met expliciete sociale en/of emotionele problemen. Bij de leerlingen van De Kornalijn is sprake van psychiatrische- of gedragsproblematiek zoals: autisme spectrumstoornissen, aandachtstekortstoornissen (ADHD), (oppositionele) gedragsstoornissen, depressieve stoornissen, angststoornissen, relationele problemen, problemen door misbruik of verwaarlozing en andere stoornissen. Deze stoornissen zijn te classificeren in het kinderpsychiatrische classificatiesysteem DSM IV. De mate en aard van de psychiatrische en/of gedragsproblematiek maken een intensieve begeleiding op zowel pedagogisch als didactisch gebied noodzakelijk. Deze problematiek kenmerkt zich daarbij met name door de ernst ervan en doordat deze zich in alle leefsituaties (thuis, op school en met anderen) van het kind voordoet. Het onderwijsaanbod in het basiszorgprofiel richt zich op leerlingen van 4 tot en met 12 jaar die didactisch gezien boven een intelligentieniveau van 60 functioneren. Het aanbod kenmerkt zich door een duidelijke structurering en voorspelbaarheid, vormgegeven in routines. De leerling ontwikkelt zich met de groep als referentiekader. De begeleiding van de individuele leerling is ingebed in groepsprocessen. Empathie en de ‘groep als medium’ spelen hier belangrijke rollen. Interactie tussen leerlingen wordt ingezet om leerlingen te stimuleren in hun sociaalemotionele en didactische ontwikkeling. Groepsdynamische processen zijn gekaderd en waar nodig ingeperkt om een voldoende veilig klimaat te waarborgen. De leeromgeving is enerzijds prikkelgeleid, voorspelbaar en gestructureerd, maar anderzijds geeft het de leerling de ruimte. In de sociale vaardigheidslessen wordt gewerkt aan sociale flexibiliteit middels het leren omgaan met jezelf en bevorderen van inlevingsvermogen, sociaal initiatief en autonomie. De ondersteuning in het basiszorgprofiel draagt bij aan het voorkomen van acting outgedrag. Afhankelijk van de specifieke hulpvraag van de leerlingen kan de pedagogische benadering meer geïndividualiseerd worden waarbij er minder beroep gedaan wordt op sociale interacties en perspectiefname. Sociale situaties worden desgewenst meer begeleid en zo nodig ingekaderd. De begeleiding van de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerling wordt individueel gedifferentieerd en is één-op-één aansluitend bij diens behoeften. Het taalgebruik van de medewerker is eenduidig en enkelvoudig. Het onderwijsaanbod voor een leerling is in eerste instantie het basiszorgprofiel van de school, tenzij de plaatsing in deze groepen voor de leerling of diens medeleerlingen contra geïndiceerd is en er een meer toegespitste aanpak nodig is in een specifieker ondersteuningsprofiel. (Bijlage 2: Notitie klassenmanagement met als bijlage ‘Het Iga en Ziga profiel op De Kornalijn’) Op het didactisch vlak dient er verdere uitwerking op papier plaats te vinden. 5. De leerarrangementen. 5.1 De school is in staat om een voorspelbare en gestructureerde leeromgeving te bieden (t.b.v. autisme spectrumstoornissen, ADD en ADHD. Sommige van onze leerlingen beleven een klas als erg onoverzichtelijk en verwarrend. Veel leerlingen zijn erg prikkelgevoelig en hebben weinig grip op tijd (planning). Hierdoor ontstaat onduidelijkheid en voelen zij zich vaak onveilig. Bij de inrichting van het lokaal houden we niet alleen rekening met hen maar ook met de verschillende activiteiten die in het lokaal plaatsvinden en de plek waar het werk verricht wordt. De klas is opgeruimd en geordend. Dit zorgt voor rust bij de leerlingen, dat een positieve invloed heeft op de leerprestaties. Zo bieden we onze leerlingen een veilige, voorspelbare, tot relatie en exploratie uitnodigende leeromgeving. Een omgeving die de voor hen complexe onderwijsleersituaties verduidelijkt. Dit bevordert bovendien de actieve en zelfstandige rol van onze leerlingen. Structuur en ordening in de ruimte Veel van onze leerlingen zijn snel afgeleid door externe en interne prikkels en hebben behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid. Daarom hebben onze leerlingen een vaste plaats in de klas om te werken, waarbij ze in het zicht zijn van de leerkracht. Looproutes zijn zo ingericht dat leerlingen er zo min mogelijk door afgeleid raken. Door onze (zeer) individueel gerichte aanpak zitten de leerlingen op een individuele, eventueel afgeschermde, werkplek in de klas. Waar mogelijk zitten leerlingen, ter voorbereiding op hun vervolgschool, wel naast elkaar in de klas. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 6 van 24 Versie september 2014 Wij kiezen ervoor om als leerkrachten en klassenassistenten onze werkplek/ bureau niet frontaal voor de klas en niet direct naast elkaar te plaatsen. Dit zorgt voor rust in de klas omdat de nabijheid van een volwassene hierdoor voor veel leerlingen groter is. Daarnaast geeft deze opstelling een meer open en ontspannen uitstraling in de klas. Ter bevordering van de autonomie, zijn de materialen zo geordend dat leerlingen zelfstandig van hun werkmaterialen gebruik kunnen maken. In de klassen hangt visuele ondersteuning ten behoeve van het didactisch programma. Elke klas maakt gebruik van vaste computerwerkplekken tegen over het lokaal. Vanuit de klas heeft de leerkracht toezicht op het computergebruik van de leerlingen. Structuur en ordening in de tijd Onze leerlingen hebben behoefte aan voorspelbaarheid. Om onduidelijke situaties zo veel mogelijk te beperken werken we met dagschema’s. Deze hangen in alle klassen zichtbaar in het lokaal. Daarnaast hebben leerlingen die daar behoefte aan hebben ook een individueel dagschema bij hun werkplek. In de onderbouw bestaat het dagschema uit pictogrammen, zodra leerlingen kunnen lezen worden deze vervangen door geschreven dagschema’s. Het afbouwen van de structuur die de dagschema’s biedt, gebeurt volgens vastgelegde afspraken, zie Bijlage 2: Notitie klassenmanagement met als bijlage ‘Het Iga en Ziga profiel op De Kornalijn’. Om overzicht te creëren op langere termijn wordt in de groepen met een zeer individuele aanpak gebruik gemaakt van een twee weken rooster. Hierop kunnen leerlingen zien welke leerkrachten en assistenten er de komende periode aanwezig zijn. Ook kunnen leerlingen hier bijzondere gebeurtenissen als bezoek of een viering op terugvinden. Verder wordt er in afzonderlijke lessen structuur en ordening aangebracht in tijd door het werken met een timetimer. Door middel van deze ‘klok’, die de tijd visueel weg laat tikken, wordt zichtbaar gemaakt hoe lang de activiteit of les nog zal duren. Ten slotte wordt er elk schooljaar, per bouw, een urentabel opgesteld aan de hand waarvan de lesroosters worden gemaakt. De urentabel zorgt daarmee voor structuur en ordening in het weekrooster. 5.2 De school is in staat om aangepast en uitdagend onderwijs te bieden voor leerlingen met een eigen leerlijn die naar verwachting 1F niet halen (t.b.v. kinderen met een beperkte begaafdheid of vertraagde leerontwikkeling). (1F is het niveau dat leerlingen aan het einde van groep 8 moeten beheersen om de overstap naar het V(S)O goed te kunnen maken) Voor elke leerling wordt de standaard leerlijn beschreven in het ‘kerndocument handelingsgericht werken’. (zie bijlage 1) Voor leerlingen die niet binnen de standaard vallen en naar verwachting het 1F niveau niet gaan halen, wordt dit ook beschreven in dit document. In de klas volgen deze leerlingen hun eigen leerlijn op een enkel of meerdere vakgebieden. 5.3 De school is in staat om een uitdagende, verrijkende, verdiepende en verbrede leeromgeving te creëren (bijv. t.b.v. hoogbegaafde kinderen). De gedragsproblematiek van onze leerlingen speelt een grote rol in het aanbod van uitdagende, verrijkende, verdiepende en verbrede leerstof. Regelmatig is de gedragsproblematiek dermate fors dat een grote wijziging in de leeromgeving niet haalbaar en wenselijk is. Op De Kornalijn wordt een uitdagende, verrijkende, verdiepende en verbrede leeromgeving gecreëerd door het eventueel compacten van de leerstof, door het aanbieden van de verrijkende lesstof uit de standaard methoden en het aanbieden van extra materialen (voor meer begaafde leerlingen). Bij leerlingen met deze mogelijkheden wordt het coöperatief leren ook verder uitgebreid. Dit alles wordt in het kerndocument toegelicht en verantwoord. 5.4 De school is in staat om een taalrijke leeromgeving te bieden waarbij het ontwikkelen van taalvaardigheden plaatsvindt in een communicatief ingestelde omgeving met veel interactie tussen spreker en ontvanger (t.b.v. kinderen met spraak/taalproblemen, ASS, dyslexie). De Kornalijn kan zich sterk noemen op het communicatieve aspect van deze indicator. Met name leerlingen met ASS en dyslexie kunnen o.a. hierdoor op De Kornalijn goed begeleid worden. De voorspelbare en gestructureerde omgeving helpt leerlingen met communicatieproblemen zich te ontwikkelen. De leerkrachten gebruiken standaard korte eenduidige zinnen en visualiseren instructies. Voor spraaktaalproblemen is er op dit moment nog een individueel logopedisch aanbod en voor de onderbouw ook een groepsaanbod. Het logopedisch aanbod kan ook ingezet worden bij leerlingen met andere dan spraaktaalproblemen. Op het gebied van dyslexie is er een aanbod van remedial teaching individueel, in groepjes en in de klas. Voor zowel begeleiding van de logopediste als begeleiding van de remedial teacher is een individueel handelingsplan opgesteld, waarin doel, werkwijze en evaluatie beschreven worden. De verantwoording hiervan is terug te vinden in het kerndocument. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 7 van 24 Versie september 2014 5.5 De school is in staat, om op een oplossingsgerichte wijze, verschillende gedragsinterventietechnieken toe te passen (bijv. t.b.v. leerlingen met oppositioneel gedrag, ADHD, ASS). Naast de externe factoren die gedragsproblemen in de klas kunnen veroorzaken, kan de oorzaak ook in het kind zelf liggen. Door goed klassenmanagement kan ook tegemoet gekomen worden aan de individuele behoeften van de leerlingen. Sommige leerlingen kunnen niet met alle vakken het reguliere programma volgen. Door te differentiëren in bijvoorbeeld plaats, tijd en/of niveau kunnen gedragsproblemen worden voorkomen. Er zijn verschillende probleemsituaties die hun oorzaak binnen de klas vinden: Oorzaken binnen de klas: drukte en/of onrust bij leerlingen frustraties over schoolwerk onenigheid tussen leerlingen onduidelijkheid plotselinge veranderingen (bijv. nieuwe leerling) etc. Succesvol klassenmanagement richt zich in de eerste plaats op het voorkomen van problemen. In de klas kunnen allerlei probleemsituaties vooraf overdacht worden, waardoor de leerkracht bij het optreden in een probleemsituatie een betere beslissing kan nemen. Er zijn verschillende probleemsituaties die hun oorzaak buiten de klas vinden: Oorzaken buiten de klas: lesonderbreking, doordat er collega’s, leerlingen etc, even iets komen zeggen onrust op de gang leerlingen die te laat komen leerlingen die in de loop van het jaar instromen leerlingen die specifieke aandacht nodig hebben conflicten voor of na schooltijd (in de pauze, taxi) etc. Op het gebied van preventie van probleemsituaties is één van de voornaamste managementvaardigheden dat de leerlingen voelen/ervaren dat de leerkracht nabij is. Interactie leerkracht-leerling Elke leerling heeft specifieke behoeften als het gaat om de interactie die hij met de leerkracht heeft. Zo zal de ene leerling gebaat zijn bij een empatische houding, terwijl de ander meer baat heeft bij bijvoorbeeld een zakelijke houding van de leerkracht. Verder kan de ene leerling goed reageren wanneer hij aangesproken wordt met een ik-boodschap, terwijl de ander beter reageert op een neutrale boodschap. Omdat iedere leerling specifieke behoeften heeft in de interactie met de leerkracht, wordt voor iedere leerling een aanpak ‘op maat’ ontwikkeld (dit gebeurt door de CvB in samenspraak met de leerkracht en in overleg met ouders). Deze aanpak is terug te vinden in het kerndocument van de leerling. (zie punt 8, onderwijsbehoeften) Duidelijke afspraken en consequent leerkrachtgedrag zorgen voor veiligheid en voorspelbaarheid. Door het stellen van haalbare uitdagende doelen op zowel didactisch als sociaal-emotioneel gebied voelt het kind zich competent. Een positieve benadering en het geven van complimenten is hierbij het uitgangspunt. De leerkracht spreekt positieve verwachtingen uit. Door het bieden van structuur en voorspelbaarheid ervaart de leerling veiligheid en vertrouwen om zichzelf te ontwikkelen. Wanneer ondanks de preventieve maatregelen de situatie zich toch voordoet dat een leerling zich onacceptabel gedraagt, waardoor het pedagogische- en didactische klimaat dusdanig wordt verstoord dat het onderwijsleerproces voor de rest van de groep in het gedrang komt, kan de leerling een time-out krijgen. Dit kan zijn in de één van de daarvoor specifiek bedoelde ruimtes binnen onze school, maar er kan ook voor gekozen worden om de leerling tijdelijk in een andere klas te laten werken of onder toezicht te laten werken van de intern begeleider of teamleider. Wanneer er sprake is van agressie wordt volgens het protocol ‘omgaan met agressie’ gehandeld. Op stichtingsniveau wordt ook het protocol Gedrags en ordemaatregelen gevolgd. (zie bijlage 3 en 4) Professionalisering leerkracht Leerkrachten volgen met regelmaat scholing met betrekking tot onze doelgroep. Dit gebeurt middels studiedagen, themavergaderingen en individuele opleidingen. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 8 van 24 Versie september 2014 Leerkrachten zijn getraind in DDG. Hierdoor hebben zij inzicht en vaardigheden verworven ter preventie en reductie van dreigend destructief gedrag (DDG). Van belang hierbij is vooral het gebruik van het crisisinterventiemodel, territoriumleer en lichaamstaal wat binnen de DDG training wordt omschreven. Belemmeringen en incidenten worden door zelfreflectie en eventuele collegiale consultatie kritisch geanalyseerd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het MIL-formulier (Melding Incident Leerling). Hierbij wordt oplossingsgericht gewerkt om herhaling te voorkomen. Persoonlijkheidsontwikkeling leerling Middels de beschreven onderwijsbehoeften in het kerndocument (punt 8) wordt er op De Kornalijn gewerkt aan specifieke groeps- en individuele doelen op het gebied van de sociale en emotionele ontwikkeling. Doordat het PAD-programma in ons leeraanbod verweven is, krijgt de leerling de mogelijkheid om inzicht te verwerven in eigen emoties en gedrag en in dat van anderen. We streven naar bewustwording in eigen handelen en hoe te anticiperen in interacties. Op De Kornalijn wordt, indien nodig, aan individuele leerlingen het programma ‘Ik ben speciaal’ aangeboden. Door het volgen van dit programma krijgt de leerling beter zicht op eigen mogelijkheden en beperkingen. Daarnaast kan voor kleine groepjes leerlingen de ‘faalangstreductietraining’ worden ingezet om het zelfvertrouwen van leerlingen te vergroten. 5.6 De school is in staat om leerlingen met een vertraagde/stagnerende leesontwikkeling tot een adequaat leesontwikkelingsniveau te brengen. De Kornalijn maakt gebruik van een methode aanvankelijk technisch lezen en voortgezet technisch lezen (i.c.m. begrijpend lezen). In groep 3 wordt ook de herfstsignalering uitgevoerd voor vroege herkenning van mogelijke leesproblemen. Dit gebeurt in samenwerking met de remedial teacher. Bij uitvallers worden zij (tijdelijk) begeleid door de remedial teacher naast de extra ondersteuning in de klas. Op De Kornalijn wordt gebruik gemaakt van een dyslexieprotocol, wat betekent dat leerlingen met leesproblemen (tijdelijk) onder begeleiding van de remedial teacher komen. Waar nodig wordt een dyslexie-onderzoek aangevraagd/uitgevoerd. Aanpassingen die noodzakelijk zijn, worden beschreven in het ‘kerndocument handelingsgericht werken’. 5.7 De school is in staat om het rekenen en wiskunde diagnosticerend te onderwijzen (t.b.v. kinderen met een vertraagde ontwikkeling op het vakgebied rekenen en wiskunde). De Kornalijn maakt naast de reguliere rekenmethode waar nodig gebruik van de remediërende rekenmethode ‘Maatwerk’. Dit gebeurt in samenwerking met de remedial teacher. Bij uitvallers worden zij (tijdelijk) begeleid door de remedial teacher naast de extra ondersteuning in de klas. Aanpassingen die noodzakelijk zijn, worden beschreven in het ‘kerndocument handelingsgericht werken’. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 9 van 24 Versie september 2014 B. Onderwijsaanbod Curriculum 1. Het onderwijsaanbod voor de basisgroep is transparant vastgelegd. Het onderwijsaanbod van De Kornalijn staat vastgelegd in het schoolplan. Dit schoolplan is voor iedereen inzichtelijk. 2. Het onderwijsaanbod voor de basisgroep bevat tenminste de leergebieden: taal, lezen, spelling en rekenen Bovenstaande vakgebieden zijn beschreven in het schoolplan voor groep 3 t/m 8. Voor de kleuters wordt op dit moment een versie gemaakt waarin de leerlijnen en hulpmiddelen beschreven worden die leiden tot de kerndoelen. Op alle vlakken zijn de kerndoelen uitgangspunt. Gekozen methodes worden ook hierop geselecteerd, waardoor vanzelf rekening gehouden wordt met de leerlijnen van SLO/ tussendoelen en referentieniveaus. 3. In het onderwijsaanbod voor de basisgroep zijn de volgende onderwerpen ten minste beschreven: 3.1 Leerdoelen, wijze van evaluatie, onderwijsleersituatie Op dit moment wordt op De Kornalijn vanuit de methodes het onderwijsaanbod bepaald. Een verbeterpunt hierin is dat het beschreven dient te worden in onderwijsarrangementen. Dit wordt in 2014 opgepakt. 3.2 Aandacht Het leerlingaantal per klas is van enkele factoren afhankelijk. Van groep 3 t/m 8 is dit gemiddeld 14 leerlingen per groep. In groep 1/2 is de klassendeler bepaald op 11 leerlingen, in de MKD-klas (groep 1/2 i.c.m. behandeling) zijn 10-12 leerlingen mogelijk. De indeling van de groepen gebeurt zo veel mogelijk op didactisch niveau. Er wordt daarnaast ook rekening gehouden met het sociaal-emotionele niveau van de leerlingen, zodat de groepen zoveel mogelijk homogeen zijn. Vaak is er wel sprake van een combinatiegroep, waardoor 2 niveaugroepen in één klas zitten. In iedere klas staat logischerwijs een leerkracht. Deze wordt ondersteund door een klassenassistent voor minimaal 5 dagdelen. Hoe jonger en intensiever de groep, hoe meer klassenassistentie ingezet wordt. Het gehele team is geschoold in het omgaan met de diverse problematiek op De Kornalijn. De mensen in de klas worden ondersteund in hun werkzaamheden door het managementteam, orthopedagoog, intern begeleider, maatschappelijk werkende, remedial teacher en logopediste. Op De Kornalijn is een hoge mate van instroom, doorstroom, uitstroom. M.b.t. instromende leerlingen is er weinig inspraakmogelijkheid van De Kornalijn. De CvI bepaalt of een leerling wordt toegelaten tot REC-4 onderwijs. Dit zal straks mogelijk wat wijzigen in het nieuwe stelsel. Gedurende een schooljaar kunnen leerlingen instromen als er plek is in een passende groep. Wanneer dit niet het geval is, worden leerlingen op een wachtlijst geplaatst en z.s.m. alsnog geplaatst. Wat betreft doorstroom wordt er tweemaal per jaar bekeken of er leerlingen in de basisschoolleeftijd toe zijn aan een andere vorm van basisonderwijs. De CvB bekijkt dit samen met de mensen in de klas en ouders. De begeleiding naar een andere school toe gebeurt door het managementteam of de intern begeleider. Wat betreft uitstroom volgt De Kornalijn hetzelfde traject als het reguliere basisonderwijs. Eind januari worden schooladviezen besproken met ouders, waarna het vervolgtraject kan worden ingezet. 3.3 Tijd Jaarlijks wordt de opbouw van het lesrooster verantwoord in een urentabel per jaargroep. Dit is ingepland volgens de aanwijzingen van de methodes met daarnaast het eigen inzicht van het team. Ieder schooljaar maken de leerkrachten een lesrooster voor hun eigen groep en worden hierin begeleid door het managementteam of intern begeleider. Het vakantierooster op De Kornalijn is conform het vakantierooster van deze regio. Dit wordt jaarlijks vastgesteld door de GMR. De lestijden staan vermeld in de schoolgids. De Kornalijn voldoet aan de wettelijke normen van lesuren. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 10 van 24 Versie september 2014 3.4 Materiaal In het kerndocument staat beschreven welke materialen en methodes er gebruikt worden om de bepaalde leerdoelen te behalen. Dit is per individuele leerling beschreven. Het algemene overzicht van de gebruikte lesmethodes/leermiddelen is ook aanwezig op De Kornalijn. Er wordt gebruik gemaakt van reguliere methodes: Aanv. lezen: VLL Rekenen: Wereld in getallen, versie 4 Taal: Taal actief Spelling: Taal actief spelling Schrijven: Handschrift (Verbonden schrift) Schrijven op maat (Blokschrift) Begr. lezen: Grip Techn. lezen: Goed gelezen Engels: Hello world Geschiedenis: Speurtocht Aardrijkskunde: De blauwe planeet Natuur&techniek: In vogelvlucht Techniektorens Verkeer: Klaar over Muziek: Moet je doen Tehatex: Uit de kunst Sociaal emotioneel: PAD Kwink SOEMO Aanvullend op deze reguliere methodes wordt ook de leerlijn seksuele ontwikkeling elk jaar aangeboden welke is toegespitst op de doelgroep van De Kornalijn. De methodes worden wat betreft jaarplanning gevolgd en ook de toetsen worden volgens de inzichten van de methodes aangeboden. Daarnaast wordt de CITO toetskalender gevolgd. Op sociaal-emotioneel niveau wordt driemaal per jaar het volgsysteem ZIEN! gebruikt. Het gebruik van toetsen en testen is beschreven in een toetsprotocol wat jaarlijks wordt bijgesteld. Wat betreft de inrichting van de klassen zijn er op De Kornalijn afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn eerder beschreven in dit onderwijsondersteuningsprofiel bij hoofdstuk A, paragraaf 5.1. Het groepsplan gericht op opbrengsten is nog in ontwikkeling. Hierin wordt rekening gehouden met de wijze van evalueren en analyseren. Op dit moment gebeurt dit voornamelijk op leerlingniveau (beschreven in het kerndocument) en mondeling in de groepsbesprekingen op groepsniveau. 3.5 Pedagogiek: autonomie, relatie, competentie, betrokkenheid intrinsiek motiveren. Het onderwijsaanbod op De Kornalijn richt zich op leerlingen van 4 tot en met 12 jaar die didactisch gezien tussen beneden gemiddeld en hoogbegaafd functioneren. Om goed in te kunnen spelen op de behoeften van een leerling, zodat deze zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen, zijn er een tweetal onderwijsprofielen op De Kornalijn: De ‘individueel gerichte aanpak’ (IGA) & de ‘zeer individueel gerichte aanpak’ (ZIGA). Deze profielen kunnen in één klas gelijktijdig gehanteerd worden. Het aanbod kenmerkt zich in beide profielen door een duidelijke structurering en voorspelbaarheid, vormgegeven in routines. De leerling ontwikkelt zich met de groep als referentiekader. De begeleiding van de individuele leerling is ingebed in groepsprocessen. Empathie en de ‘groep als medium’ spelen hier belangrijke rollen. Interactie tussen leerlingen wordt ingezet om leerlingen te stimuleren in hun sociaal-emotionele en didactische ontwikkeling. Groepsdynamische processen zijn gekaderd en waar nodig ingeperkt om een voldoende veilig klimaat te waarborgen. De leeromgeving is enerzijds prikkelgeleid, voorspelbaar en gestructureerd, maar anderzijds geeft het de leerling de ruimte. In de sociale vaardigheidslessen wordt gewerkt aan sociale flexibiliteit middels het leren omgaan met jezelf en bevorderen van inlevingsvermogen, sociaal initiatief en autonomie. De ondersteuning op De Kornalijn draagt bij aan het voorkomen van acting out-gedrag. Afhankelijk van de specifieke hulpvraag van de leerlingen kan de pedagogische benadering binnen het ZIGA profiel meer geïndividualiseerd worden waarbij er minder beroep gedaan worden op sociale interacties en perspectiefname. Sociale situaties worden desgewenst meer begeleid en zo nodig ingekaderd. De begeleiding van de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerling wordt individueel gedifferentieerd en is één-op-één aansluitend bij diens behoeften. Het taalgebruik van de medewerker is eenduidig en enkelvoudig. Wanneer een leerling aangemeld wordt op De Kornalijn, analyseert de CvB volgens de werkwijze van handelingsgerichte diagnostiek (HGD) of de school aan de behoeften van de leerling kan voldoen. Als dit het Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 11 van 24 Versie september 2014 geval is, worden de behoeften van de leerling aan de hand van criteria bekeken, zodat er een keuze gemaakt kan worden voor de individueel of zeer individueel gerichte aanpak. De Kornalijn heeft vaste regels opgesteld welke regelmatig geëvalueerd en zo nodig herzien worden. Ook is er een pestprotocol en een BHV-plan, welke bevorderend werken voor het pedagogisch klimaat. Er zijn twee contactpersonen (vertrouwenspersonen) aangesteld voor zowel ouders, leerlingen als collega’s. Mochten er klachten zijn, is er een klachtenprocedure welke beschreven staat in een brochure. Deze brochure hebben ouders ontvangen aan het begin van het schooljaar. 2x per 4 jaar vindt er een kwaliteitsonderzoek plaats op De Kornalijn. Een keer is dat een interne audit, de andere keer een bezoek van de Onderwijsinspectie. Voorafgaande aan beide onderzoeken wordt er een zelfevaluatie uitgevoerd a.d.h.v. de kwaliteitskaarten van Het Driespan. Deze zijn opgesteld n.a.v. het toetsingskader van de Onderwijsinspectie aangevuld met eigen indicatoren. Verbeterpunten uit de verschillende onderzoeken worden opgenomen in het jaarplan. 3.6 Didactiek: waaronder ook het instructiemodel, samenwerkend leren, actief leren. Op De Kornalijn wordt het directe instructiemodel gevolgd. Deze is op enkele punten aangepast aan de doelgroep. Lesfases Toelichting 0. Warming-up De leerkracht motiveert de leerlingen. De leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen hun aandacht op het vakgebied richten. 1. Lesoverzicht De leerkracht motiveert de leerlingen door hen structuur en zekerheid te geven over wat er vandaag op het programma staat. 2. Periodieke herhaling De leerkracht kiest een onderdeel binnen dat vak dat extra oefening nodig heeft. 3. Presentatie van de lesonderdelen A. Ophalen voorkennis A. De leerkracht haalt relevante kennis bij de leerlingen op, om het vertrouwen Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Hoe uit te voeren in de individueel gerichte aanpak (IGA)? De leerkracht zorgt er voor dat boeken/schriften uitgedeeld worden. Dit geeft meer rust dan zelf pakken, waardoor er ruimte is voor deze fase. Wenselijk is dat verschillende niveaus samen meedoen met de periodieke herhaling om de instructie efficiënter te laten zijn. Hoe uit te voeren in de zeer individueel gerichte aanpak (ZIGA)? Wenselijk is dat de warming-up klassikaal gebeurt. Binnen de ZIGA moet gekeken worden per groep of dit haalbaar is. Eventuele uitvallers kunnen dit stuk met de onderwijsassistent uitvoeren. Wenselijk is dat het lesoverzicht klassikaal gegeven wordt. Binnen de ZIGA moet gekeken worden per groep of dit haalbaar is. Eventuele uitvallers kunnen dit stuk met de onderwijsassistent uitvoeren. Wenselijk is dat de periodieke herhaling klassikaal met alle niveaus samen gebeurt. Binnen de ZIGA moet gekeken worden per groep of dit haalbaar is. Eventuele uitvallers kunnen dit stuk met de onderwijsassistent uitvoeren. Fase 3 wordt per instructiegroep uitgevoerd. Over de gehele dag wordt regelmatig Pagina 12 van 24 Versie september 2014 B. Formulering doelstelling C. Presentatie lesonderdee l en de betrokkenheid te vergroten en tevens om nieuwe kennis aan te laten sluiten bij aanwezige kennis. B. De leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen hun aandacht richten op de essentie van de les: de leerlingen komen te weten wat ze gaan leren en waarom. De leerkracht geeft tevens de vorderingen in het leerproces aan. C. De leerkracht geeft de instructie (kern van de les). De (verschillende) leerstofonderdelen van de les komen aan bod. 4. Verwerking De leerkracht geeft leerlingen verlengde instructie, begeleidt leerlingen bij de verwerking (begeleide inoefening) of laat de leerlingen de leerstof zelfstandig verwerken. 5. Evaluatie De leerkracht bespreekt samen met de leerlingen het leerproces, de leerdoelen en de organisatie. De leerkracht gebruikt daarbij het lesoverzicht uit fase 1. 0 t/m 5. Terugkoppeling De leerkracht geeft tijdens alle fases van dit model positieve feedback aan de leerlingen over de gegeven antwoorden, de rekenstrategieën, het gemaakte werk of het gedrag van de leerlingen. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom voorkennis opgehaald om de stof te laten beklijven. Extra nadruk wordt er gelegd op het waarom van leerstof herhalen. Het verbeteren van fouten moet tijdens een vast moment, zoals tijdens zelfstandig werken of bij de inloop. De terugkoppeling vindt tijdens de les plaats door langs te lopen en de kinderen individueel aan te Om verlengde instructie te geven, moeten de andere kinderen zelfstandig kunnen werken aan de leerstof of eventueel extra werk. de Voor een 2 instructie aan een andere niveaugroep, stap je in bij fase 3. Gebeurt individueel door bijvoorbeeld gebruik te maken van het beloningssysteem. Door de problematiek van de kinderen is het niet wenselijk deze fase klassikaal op te pakken. Pedagogische terugkoppeling over hoe de les gegaan is, kan klassikaal op het eind. Op het gebied van de leerstof is het wenselijk dit individueel te doen. Dit is het gemakkelijkst in de onderbouw. Tijdens Pagina 13 van 24 Versie september 2014 spreken. de les loopt de leerkracht rond voor terugkoppeling. Naast het gebruik van het directe instructiemodel speelt ook de ‘Methode van Meichenbaum’ en rol op De Kornalijn en zie je het coöperatief leren terug in de groepen. 3.7 Wijze van clusteren Op De Kornalijn wordt waar nodig gedifferentieerd in de lesstof. Dit vindt op vele manier plaats. Er is op dit moment een omslag gaande richting het opbrengstgericht werken volgens ‘Duiden en Doen’ van het CED. Dit betekent dat de groep in 3 subgroepen wordt verdeeld. (basis, intensief, verrijkt arrangement) Tot op heden gebeurt deze differentiatie op basis van toetsresultaten en resultaten in de klas, waarbij de behoeften van de leerlingen voorop staan. Dit wordt nu nog onvoldoende beschreven. 3.8 Klassenmanagement Er is een uitgebreide notitie klassenmanagement op De Kornalijn. Het verdient aanbeveling deze te lezen in het kader van deze prestatie-indicator. (zie bijlage 2) Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 14 van 24 Versie september 2014 C. Expertise HRM, functiehuis en specialisaties 1. Professionaliserings- en ontwikkelingsbeleid is vastgelegd en wordt actief toegepast. De Commissie voor de Begeleiding (CvB) participeert actief in het samenwerkingsverband PO Bergen op Zoom. Daarnaast is er op gelijkwaardig niveau binnen de stichting – Het Driespan – regelmatig overleg en intervisie om professionalisering en ontwikkeling verder te bewerkstelligen. Tijdens het ontwikkelgesprek wat jaarlijks met elk teamlid gevoerd wordt, komen de ondersteuningsbehoeften en ambities aan bod. Op basis van deze gesprekken wordt een scholingsplan opgesteld en afgestemd met de opleidingscoördinator van Het Driespan. Zowel op schoolniveau als individueel niveau wordt er scholing aangeboden. 2. De specialisaties zijn geïnventariseerd en beschreven en worden op schoolniveau ingezet. Op De Kornalijn zijn de volgende specialisaties aanwezig: Gedragsspecialisten (complete team, geschoold op zowel MBO- , HBO- als WO-niveau): o Teamleider (5 dagen) o Orthopedagoog (3 dagen) o Interne begeleiding (6 dagen) o Groepsleerkrachten o Klassenassistenten o Dyslexie / remedial teacher (2 dagen) o Logopediste (2 dagen) o Vakleerkracht gym (2 dagen) o Psycho-educatie (0,5 dag) o Administratief medewerkster (4 dagen) o Schoolarts (2 uur per 6 weken) 3. De school heeft het afgelopen schooljaar gebruik gemaakt van de volgende expertises. Alle genoemde specialisaties bij indicator 2 worden elk schooljaar met grote regelmaat gebruikt. Daarnaast bestaat er een dagelijkse samenwerking met GGZ-WNB en Juzt. Een gedeelte van de leerlingen volgen in meer of mindere mate begeleiding/behandeling bij één van beide organisaties. Hierover is nauw contact in diverse overlegvormen. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 15 van 24 Versie september 2014 D. Ruimtelijke omgeving 1. Toegankelijkheid van de scholen is voor de doelgroepen van leerlingen met lichamelijke, audiologische en visuele problemen in kaart gebracht. Het schoolgebouw is niet geschikt voor leerlingen met een forse audiologische of visuele beperking. Het gebouw, in gebruik sinds augustus 2013, is m.u.v. de deuren rolstoelvriendelijk ingericht. Er is een lift naar boven en de vloeren zijn vlak. Het uitgangspunt in het gebouw van De Kornalijn is de doelgroep leerlingen met een gedrags- of psychische problematiek. 2. De school heeft een voorziening getroffen t.b.v. medicatie en rust voor leerlingen met een fysieke aandoening. In principe zijn er op De Kornalijn geen leerlingen met een fysieke aandoening. Er zijn echter wel twee rustruimtes aanwezig, die hiervoor ingezet zouden kunnen worden. Er is geen handelingsprotocol m.b.t. het verstrekken van medicatie. Er zijn wel afgesloten lades in de klassen waar medicatie bewaard wordt. Er zijn afspraken over het aanleveren van medicatie door ouders, welke zijn vastgelegd in de schoolgids. De Kornalijn heeft met de bouw van de school specifiek rekening gehouden met de REC4 doelgroep. Zo is de school prikkelarm en overzichtelijk ingedeeld. Er zijn twee rustruimtes / time-outruimtes, één op de begane grond en één op de eerste verdieping. Er kunnen op eenvoudige wijze aanpassingen gemaakt worden t.a.v. de leerlingenstroom door de gebruik te maken van gescheiden uitgangen. Ook zijn er diverse extra ruimten die voor verschillende doeleinden gebruikt worden zoals o.a. remedial teaching, logopedie, afname van toetsen door de gedragswetenschapper en individuele therapieën. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 16 van 24 Versie september 2014 E1. Basiszorg Schooldoelen voor de middellange termijn 1. Het HGW/HGPD 1 zorgroutemodel is gebruikt als basis voor de onderwijsondersteuningsstructuur. Binnen Het Driespan wordt Handelingsgerichte Diagnostiek en Handelingsgericht Werken (HGD/HGW) voor iedere leerling toegepast. Hierbij wordt het gedachtegoed van Noëlle Pameijer gevolgd. Als gevolg op de procedure ontstaat het Kerndocument Handelingsgericht Werken. In het Kerndocument wordt een beginsituatie, bevorderende en belemmerende leerlingkenmerken, onderwijsbehoeften op zowel pedagogisch als didactisch gebied en een ontwikkelingsperspectief beschreven. Uiterlijk binnen 6 weken na plaatsing heeft een leerling een Kerndocument, wat voor de leerkracht een startdocument is. Vanuit hier wordt het document 2x per jaar onderworpen aan een nieuwe HGD/HGW-cyclus, waarbij de leerkracht in overleg met en onder verantwoordelijkheid van de CvB het Kerndocument herziet. In overleg met ouders wordt het Kerndocument 2x per jaar afgerond en wordt het beschrevene in de klas uitgevoerd. De Kornalijn is bezig met een traject m.b.t. opbrengstgericht werken. Groepsplannen in bijpassende vorm zijn gevormd en worden in het huidige schooljaar geïmplementeerd. Op dit moment wordt opbrengstgericht werken vormgegeven door de leerkracht in overleg met intern begeleider / CvB. 2x per jaar wordt een plan van aanpak i.c.m. de opbrengsten besproken. 2x per jaar vindt er een tussentijdse evaluatie plaats. Dit alles gebeurt in groepsbesprekingen. Alle opbrengsten worden dus op individueel en groepsniveau geëvalueerd. Op schoolniveau gebeurt dit in mindere mate. 2. De school heeft afspraken vastgelegd over een aanbod voor leerlingen met ernstige leesproblemen of dyslexie en ernstige rekenproblemen of dyscalculie. De Kornalijn hanteert het bovenschoolse dyslexieprotocol als leidraad in de begeleiding van leerlingen met ernstige lees- en spellingsproblemen. Dit protocol is gebaseerd op het ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie (1 t/m 8)’ van Expertise Centrum Nederland. Met betrekking tot dyscalculie is de CvB en remedial teacher bekend met het protocol ‘ERWD’ en wordt dit gedeeltelijk waar nodig en mogelijk gebruikt. 3. De school heeft afspraken vastgelegd over (ortho) pedagogische en/of orthodidactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. Zoals eerder beschreven hanteert De Kornalijn een Kerndocument voor elke leerling waarin de pedagogische en didactische behoeften beschreven staan. Dit gebeurt in overleg met ouders. Wanneer er tegemoet gekomen wordt aan deze behoeften, zijn gedragsproblemen zo veel als mogelijk voorkomen en/of ingeperkt. Als sociaal-emotioneel programma wordt op De Kornalijn PAD (Programma Alternatieve Denkstrategieën) van het Seminarium van Orthopedagogiek gebruikt. De PAD-methode voorziet in 2 klassikale lessen per week (wat ook in kleinere groepen aangeboden kan worden). Gedurende de dag komt het PAD-programma ook buiten de ingeroosterde lessen aan bod. Er zijn 3x per dag emotierondes, waarin de leerlingen vertellen hoe ze zich voelen, waarom ze zich zo voelen en wordt ze geleerd hoe ze dit gevoel – bij een niet fijn gevoel – kunnen ombuigen. Ook leren ze rekening te houden met de gevoelens van andere leerlingen, omdat ze weten hoe een ander zich voelt. De leerkracht en assistent ondersteunen de leerlingen hierbij. Zij zijn geschoold in het PAD-programma en hebben dan ook een actieve rol in de klas om leerlingen op de juiste wijze te kunnen begeleiden. Om het pedagogisch handelen van de leerkrachten en assistenten te sturen wordt ook het leerlingvolgsysteem ZIEN! gebruikt. 3x per jaar wordt er een observatielijst ingevuld door de leerkracht, waaruit handelingsadviezen op zowel individueel als groepsniveau voortvloeien. Deze handelingsadviezen worden in de klas ingezet, bijv. door middel van de PAD-methode of op eigen inzicht van de leerkracht. Psycho-educatie wordt ook toegepast op De Kornalijn. Vooral in de bovenbouw staat omgaan met je eigen mogelijkheden en beperkingen centraal. Het team is geschoold in de methode ‘Ik ben speciaal’, die met name gericht is op Autisme Spectrum Stoornissen. Echter andere gedragsproblematiek wordt op groepsniveau ook met de klas opgepakt wanneer dit van toepassing is op één of meerdere leerlingen. Ook worden er trainingen met ‘Rots en water’ gegeven, een psychofysieke training voor jongens en meisjes. Het is een weerbaarheids -programma en effectief anti-pest-programma, dat zich onderscheidt van andere programma’s door zijn meervoudige doelstelling en het bredere pedagogische perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid samen gaat met de ontwikkeling van positieve sociale vaardigheden. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 17 van 24 Versie september 2014 Er is een pestprotocol op De Kornalijn. Een werkgroep voert hierin de regie om het actueel te houden op De Kornalijn. Daarnaast is er 1x per jaar een themaweek ‘Respect’. 4. De school past de afspraken zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan van het SWV adequaat toe. De Kornalijn volgt niet de afspraken zoals gemaakt in het ondersteuningsplan van het SWV, echter wanneer de afspraken bekeken worden, blijkt dat De Kornalijn toch past binnen de afspraken. Op De Kornalijn is een toetsprotocol, inclusief toetskalender, waarop alle gebruikte methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen benoemd staan. Elk jaar wordt dit protocol herzien. In de kalender staan tevens de afspraken wanneer CITOtoetsen worden afgenomen. De HGD/HGW-cyclus die gevolgd wordt, geldt voor alle leerlingen op De Kornalijn. Elke leerling krijgt een kerndocument (binnen 6 weken na plaatsing), waarin de bevorderende en belemmerende factoren en de onderwijsbehoeften beschreven staan. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Elke week heeft de Commissie voor de Begeleiding (CvB) overleg met elkaar. In de CvB zit ook een orthopedagoog die in elke casus meedenkt en waar nodig interventies inzet. Elke leerling van De Kornalijn komt minstens 4x per jaar aan bod n.a.v. de groepsbesprekingen, die de gekwalificeerde intern begeleiders met de groepsleerkrachten hebben gevoerd. Naast deze 4x komen leerlingen met een bepaalde zorgvraag nog extra aan bod in de CvB. 5. De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg t.b.v. interne en externe verantwoording. Elke 4 jaar komt een intern auditteam voor een tweedaagse audit op bezoek bij De Kornalijn. Alvorens dit bezoek vindt er een zelfevaluatie plaats met kwaliteitskaarten. Deze kwaliteitskaarten zijn opgesteld n.a.v. het toetsingskader van de Onderwijsinspectie. Deze zelfevaluatie vindt ook plaats alvorens het periodieke kwaliteitsonderzoek van de Onderwijsinspectie. In deze evaluatie komen naast het pedagogisch klimaat, didactisch proces, organisatie van de school, opbrengsten, ook het leerling- en oudertevredenheidsonderzoek aan bod. Deze tevredenheidsonderzoeken vinden ook in een 2-jaarlijkse cyclus plaats. 6. De communicatie met ouders is geregeld. Op De Kornalijn vindt er met alle ouders mailcontact plaats. Hier zijn afspraken over vastgelegd. Ouders die geen mail hebben of geen mailcontact wensen krijgen een contactschrift wat elke dag meegaat met de leerling. Hier gelden verder dezelfde afspraken voor. Naast dit regelmatige contact is er minimaal 2x per jaar een bespreking met ouders volgens de HGD/HGW-cyclus. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 18 van 24 Versie september 2014 E2. Breedtezorg Inzet ketenpartners / hulpbronnen 1. Wanneer de school zelf tijdelijk of langdurig niet in staat is in de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling te voorzien dan gaat de school die samenwerking aan die past bij de ondersteuningsbehoeften van de school t.a.v. die leerling. De school voert regie over deze ondersteuning en is verantwoordelijk voor het onderwijs van de leerling. De leerling blijft ingeschreven op de school. De Kornalijn is bekend met de ondersteuningsmogelijkheden van de sociale partners, zoals AMK, Jeugdzorg, Zorg voor Jeugd, Centrum Jeugd en Gezin en Integrale Vroeghulp. Omdat De Kornalijn zelf al dieptezorg is, is er al veelvuldig contact met bovengenoemde sociale partners. M.u.v. met AMK is er dan ook meer dan gemiddeld contact met deze sociale partners. Ook is er zeer regelmatig contact met hulpverlening vanuit meerdere organisaties, bijv. organisaties die PMT, speltherapie of psychosociale begeleiding bieden. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 19 van 24 Versie september 2014 E3. Dieptezorg Verwijzing naar 2de lijnsondersteuning SO/SBO 1. De onderwijsbehoeften van de leerling zijn van dien aard dat de school handelingsverlegen is in de tegemoetkoming van deze onderwijsbehoeften en waarbij breedteondersteuning ontoereikend is. De leerling is, in overleg met ouders, leerkracht, school en voorziening, verwezen naar een voorziening die een afgestemd arrangement heeft in de tegemoetkoming van de onderwijsbehoeften van de leerling. De Kornalijn is dieptezorg. Dit betekent dat De Kornalijn het ‘eindstation’ is wanneer het gedrags-/psychische problematiek betreft. Wanneer De Kornalijn handelingsverlegenheid ervaart met een leerling, is dit altijd van tijdelijke aard. Er is voldoende expertise in huis om handelingsverlegenheid om te buigen naar handelingsbekwaamheid. Wanneer De Kornalijn een leerling wil doorverwijzen naar een andere SO-school, SBO of reguliere basisschool is bekend welke stappen genomen dienen te worden. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 20 van 24 Versie september 2014 Indiceren vanuit ondersteuningsbehoeften (IVO) Voor De Kornalijn kunnen de IVO-kenmerken beschreven worden in aanbod en ambities, welke in het schema hieronder worden weergegeven. 1. De hoeveelheid aandacht en tijd (hoeveel extra tijd is er nodig of beschikbaar, welke eisen moeten we stellen aan het aantal handen in de klas of de groepsgrootte?) Aanbod: Het leerlingaantal per klas is van enkele factoren afhankelijk. Van groep 3 t/m 8 is dit gemiddeld 14 leerlingen per groep.In de MKD-klas (groep 1/2 i.c.m. behandeling) zijn 10-12 leerlingen mogelijk. De indeling van de groepen gebeurt zo veel mogelijk op didactisch niveau. Er wordt daarnaast ook rekening gehouden met het sociaal-emotionele niveau van de leerlingen, zodat de groepen zoveel mogelijk homogeen zijn. Vaak is er wel sprake van een combinatiegroep, waardoor 2 niveaugroepen in één klas zitten. In iedere klas staat logischerwijs een leerkracht. Deze wordt ondersteund door een klassenassistent voor minimaal 5 dagdelen. Hoe jonger en intensiever de groep, hoe meer klassenassistentie ingezet wordt. De mensen in de klas worden ondersteund in hun werkzaamheden door het managementteam, orthopedagoog, intern begeleider, maatschappelijk werkende, remedial teacher en logopediste. Ambities: Het streven is, mede door de invoering van referentieniveaus, dat de groepen nog meer didactisch homogeen worden ingedeeld, waarbij nog steeds rekening wordt gehouden met de sociaalemotionele behoeften van de leerlingen. Daarnaast wordt er gestreefd naar het behoud van het huidige aanbod, gezien reorganisatie en de invoering van ‘passend onderwijs’. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 21 van 24 Versie september 2014 2. Het onderwijsmateriaal (welke onderwijsmaterialen zijn nodig of beschikbaar?) Aanbod: In het kerndocument staat beschreven welke materialen en methodes er gebruikt worden om de bepaalde leerdoelen te behalen. Dit is per individuele leerling beschreven. Het algemene overzicht van de gebruikte lesmethodes/leermiddelen is ook aanwezig op De Kornalijn. Er wordt gebruik gemaakt van reguliere methodes: Aanv. lezen: VLL Rekenen: Wereld in getallen, versie 4 Taal: Taal actief Spelling: Taal actief spelling Schrijven: Handschrift (Verbonden schrift) Schrijven op maat (Blokschrift) Begr. lezen: Grip Techn. lezen: Goed gelezen Engels: Hello world Geschiedenis: Speurtocht Aardrijkskunde: De blauwe planeet Natuur&techniek: In vogelvlucht Techniektorens Verkeer: Klaar over Muziek: Moet je doen Tehatex: Uit de kunst Sociaal emotioneel: PAD Kwink SOEMO Naast deze reguliere methodes wordt ook de leerlijn seksuele ontwikkeling elk jaar aangeboden welke is toegespitst op de doelgroep van De Kornalijn. De methodes worden wat betreft jaarplanning gevolgd en ook de toetsen worden volgens de inzichten van de methodes aangeboden. Daarnaast wordt de CITO toetskalender gevolgd. Op sociaal-emotioneel niveau wordt driemaal per jaar het volgsysteem ZIEN! gebruikt. Het gebruik van toetsen en testen is beschreven in een toetsprotocol wat jaarlijks wordt bijgesteld. Ambities: De methodes worden in een cyclisch proces geëvalueerd en waar nodig vervangen voor vernieuwde/verbeterde/andere methodes. Dit proces dient te worden behouden. Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling wenst De Kornalijn een meer op de veranderende doelgroep afgestemde leerlijn. Dit wordt binnen Het Driespan opgepakt. De Kornalijn heeft in iedere groep een digibord. Deze wordt intensief gebruikt. Ambitie is om dit gebruik nog verder te intensiveren om het onderwijsaanbod prikkelender te maken voor de leerlingen. Het gebruik van leerlingtablets staat hierbij ook hoog op de agenda. Ze zijn aangeschaft, maar zullen de komende periode geïmplementeerd moeten worden in het huidige onderwijsaanbod. 3. De ruimtelijke omgeving (welke aanpassingen in de klas, in en om het schoolgebouw zijn nodig of beschikbaar om een normale schoolgang van de leerlingen met speciale behoeften te garanderen?) Aanbod: Sommige van onze leerlingen beleven een klas als erg onoverzichtelijk en verwarrend. Veel leerlingen zijn erg prikkelgevoelig en hebben weinig grip op tijd (planning). Hierdoor ontstaat onduidelijkheid en voelen zij zich vaak onveilig. Bij de inrichting van het lokaal houden we niet alleen rekening met hen maar ook met de verschillende activiteiten die in het lokaal plaatsvinden en de plek waar het werk verricht wordt. De klas is opgeruimd en geordend. Dit zorgt voor rust bij de leerlingen, dat een positieve invloed heeft op de leerprestaties. Zo bieden we onze leerlingen een veilige, voorspelbare, tot relatie en exploratie uitnodigende leeromgeving. Een omgeving die de voor hen complexe onderwijsleersituaties verduidelijkt. Dit Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 22 van 24 Versie september 2014 bevordert bovendien de actieve en zelfstandige rol van onze leerlingen. Structuur en ordening in de ruimte Veel van onze leerlingen zijn snel afgeleid door externe en interne prikkels en hebben behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid. Daarom hebben onze leerlingen een vaste plaats in de klas om te werken, waarbij ze in het zicht zijn van de leerkracht. Looproutes zijn zo ingericht dat leerlingen er zo min mogelijk door afgeleid raken. Door onze (zeer) individueel gerichte aanpak zitten de leerlingen op een individuele, eventueel afgeschermde, werkplek in de klas. Waar mogelijk zitten leerlingen, ter voorbereiding op hun vervolgschool, wel naast elkaar in de klas. Wij kiezen ervoor om als leerkrachten en klassenassistenten onze werkplek/ bureau niet frontaal voor de klas en niet direct naast elkaar te plaatsen. Dit zorgt voor rust in de klas omdat de nabijheid van een volwassene hierdoor voor veel leerlingen groter is. Daarnaast geeft deze opstelling een meer open en ontspannen uitstraling in de klas. Ter bevordering van de autonomie, zijn de materialen zo geordend dat leerlingen zelfstandig van hun werkmaterialen gebruik kunnen maken. In de klassen hangt visuele ondersteuning ten behoeve van het didactisch programma. Elke klas maakt gebruik van vaste computerwerkplekken tegen over het lokaal. Vanuit de klas heeft de leerkracht toezicht op het computergebruik van de leerlingen. Structuur en ordening in de tijd Onze leerlingen hebben behoefte aan voorspelbaarheid. Om onduidelijke situaties zo veel mogelijk te beperken werken we met dagschema’s. Deze hangen in alle klassen zichtbaar in het lokaal. Daarnaast hebben leerlingen die daar behoefte aan hebben ook een individueel dagschema bij hun werkplek. In de onderbouw bestaat het dagschema uit pictogrammen, zodra leerlingen kunnen lezen worden deze vervangen door geschreven dagschema’s. Het afbouwen van de structuur die de dagschema’s biedt, gebeurt volgens vastgelegde afspraken, zie Bijlage 2: Notitie klassenmanagement met als bijlage ‘Het Iga en Ziga profiel op De Kornalijn’. Om overzicht te creëren op langere termijn wordt in de groepen met een zeer individuele aanpak gebruik gemaakt van een twee weken rooster. Hierop kunnen leerlingen zien welke leerkrachten en assistenten er de komende periode aanwezig zijn. Ook kunnen leerlingen hier bijzondere gebeurtenissen als bezoek of een viering op terugvinden. Verder wordt er in afzonderlijke lessen structuur en ordening aangebracht in tijd door het werken met een timetimer. Door middel van deze ‘klok’, die de tijd visueel weg laat tikken, wordt zichtbaar gemaakt hoe lang de activiteit of les nog zal duren. Ten slotte wordt er elk schooljaar, per bouw, een urentabel opgesteld aan de hand waarvan de lesroosters worden gemaakt. De urentabel zorgt daarmee voor structuur en ordening in het weekrooster. Ambities: Momenteel is De Kornalijn erg content met de ruimte en middelen die beschikbaar zijn. In de zomer van 2014 is er nieuw meubilair aangeschaft zodat alle klassen een nog rustigere en eenduidige uitstraling hebben. 4. De expertise (welke teamexpertise is nodig of beschikbaar, welke specialistische expertise is nodig of beschikbaar, met welke intensiteit?) Aanbod: De Commissie voor de Begeleiding (CvB) participeert actief in het samenwerkingsverband PO Bergen op Zoom. Daarnaast is er op gelijkwaardig niveau binnen de stichting – Het Driespan – regelmatig overleg en intervisie om professionalisering en ontwikkeling verder te bewerkstelligen. Tijdens het ontwikkelgesprek wat jaarlijks met elk teamlid gevoerd wordt, komen de ondersteuningsbehoeften en ambities aan bod. Op basis van deze gesprekken wordt een scholingsplan opgesteld en afgestemd met de opleidingscoördinator van Het Driespan. Zowel op schoolniveau als individueel niveau wordt er scholing aangeboden. Het gehele team is geschoold in het omgaan met de diverse problematiek op De Kornalijn. Teamleden zijn geschoold en worden nageschoold t.a.v. psychiatrische problematiek (o.a. ADHD, ASS, angststoornissen, depressieve stoornissen, gedragsstoornissen, hechtingsstoornissen), t.a.v. sociaal-emotionele programmatuur en Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 23 van 24 Versie september 2014 leerlingvolgsysteem op dit gebied en t.a.v. het omgaan met grensoverschrijdend gedrag (DDG) Op De Kornalijn zijn de volgende specialisaties aanwezig: Gedragsspecialisten (complete team, geschoold op zowel MBO- , HBO- als WO-niveau): o Teamleider (5 dagen) o Orthopedagoog (3 dagen) o Interne begeleiding (6 dagen) o Groepsleerkrachten o Klassenassistenten o Dyslexie / remedial teacher (2 dagen) o Logopediste (2 dagen) o Vakleerkracht gym (2 dagen) o Psycho-educatie (0,5 dag) o Administratief medewerkster (4 dagen) o Schoolarts (2 uur per 6 weken) Alle genoemde specialisaties worden elk schooljaar met grote regelmaat gebruikt. Daarnaast bestaat er een dagelijkse samenwerking met GGZ-WNB en Juzt. Een gedeelte van de leerlingen volgen in meer of mindere mate begeleiding/behandeling bij één van beide organisaties. Hierover is nauw contact in diverse overlegvormen. Ambities: De Kornalijn heeft en wenst een CvB van 14 dagen per week. In welke functies dit is, is minder van belang, wanneer de verdeling maar in balans is. De professionalisering die al bestaat, zal nog verder worden uitgebreid. Op korte termijn staat o.a. professionalisering voor ICT in het onderwijs en psycho-educatie voor leerlingen op het programma. 5. De samenwerking met andere instanties (samenwerking op welke basis en met welke intensiteit is nodig of beschikbaar met welke instellingen buiten het onderwijs?) Aanbod: De Kornalijn werkt nauw samen met Multidisciplinair Kinderdagcentrum De Stegel (Juzt) en de deeltijdbehandeling van De Zoomkant (GGZ-WNB). Met elkaar helpen wij de kinderen zoveel mogelijk vanuit één plan. Een geïntegreerd aanbod van zorg en onderwijs dat vorm krijgt vanuit ‘één kind, één plan’ biedt de leerling meer ontwikkelingskansen. Het team staat gezamenlijk voor het uitvoeren van haar opdracht en is gericht op ontwikkeling en leren. Gebruik maken van elkaars kwaliteiten, het steunen van elkaar en het bespreken van het professioneel handelen zijn daarbij belangrijke aspecten. De Kornalijn is bekend met de ondersteuningsmogelijkheden van de sociale partners, zoals AMK, Jeugdzorg, Zorg voor Jeugd, Centrum Jeugd en Gezin en Integrale Vroeghulp. Omdat De Kornalijn zelf al dieptezorg is, is er al veelvuldig contact met bovengenoemde sociale partners. M.u.v. met AMK is er dan ook meer dan gemiddeld contact met deze sociale partners. Ook is er zeer regelmatig contact met hulpverlening vanuit meerdere organisaties, bijv. organisaties die PMT, speltherapie of psychosociale begeleiding bieden. Ambities: De samenwerking met GGZ-WNB en Juzt kan verder geïntensiveerd worden. De ambitie is om gezamenlijk één expertisecentrum te worden in Bergen op Zoom. De sociale kaart binnen het samenwerkingsverband gericht op de doelgroep van De Kornalijn dient te worden uitgewerkt in een overzichtelijk document. Onderwijsondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Bergen op Zoom Pagina 24 van 24
© Copyright 2025 ExpyDoc