"Gortdroge lessen Da Costakweekschool Bloemendaal" Niets wees er op dat ik als vlijtige, twintigjarige, onbezoldigde kwekeling zonder akte aan de Da Costa kweekschool voor onderwijzers het door de gewichtig doende staf zo gevreesde artistieke pad alras zou verkiezen boven het suffe, ingeslapen schoolmeesters bestaan ergens in een achter af dorp in Drenthe, (k.t met krenten!), met in het vooruit zicht een karig, doch waardevast, keurig ambtenarenpensioen en vakantie toeslag! Vakantie? Het zou betekenen dat je ieder jaar tijdens de schoolvakanties in kuddes zou vertrekken en in kuddes weer terug komen. Een slaven bestaan, wurgend als de liefdevolle omhelzing van een aan hankelijke boa constrictor. Mijn aanstaande verloofde Els was streng gereformeerd; Twee tot drie maal op een zondag naar de kerk was nog niet genoeg. Door de week Bijbelstuide avonden, in de vakanties christelijke conferenties en jeugdkampen op griffer meerde grondslag leiden. Eén van die kampen heette De Kale Bieten. En dat waren zij ook! De kampleiders zaten allemaal stiekem onderuit naar Els te gluren en aan hun verhitte boerenbietenkoppen te zien koesterden zij geheime ontuchtige gedachten. Ik vond het een stel ouwe rukkers van de eerste orde en de bovenste plank. De gortdroge lessen kunsthistorie aan de Da Costakweekschool van de stotterende, weinig geïnspireerde in stoffig ribfluweel geklede zwaar brillende, ouwe hoerende tekenleraar, de door een over dosis aan schoolbordkrijt reeds vroeg kalende jonge, vroeg oude meneer de Groot, lijdend aan de ziekte van Hedel. Meer haar op zijn l.l (drie letter woord, plat voor manlijk geslachstdeel) dan op z’n schedel! Dat zwaar bestofte, bescheten tiepe, droegen niet bij tot verhoging van de interesse in de eigen tijdse, swingende kultuur van de silver sixties. Verder dan Kretenzische kruiken van of Hellenistische hufters met hellebaarden zijn we nooit gekomen en de karakteristieken van Dorische of Ionische zuilen heb ben mij nooit erg kunnen opwinden. De ziekte van Hedel is verwant aan de ziekte van Mul. Een te lange zak en een te korte...(drieletterwoord, plat voor manlijk geslachtsdeel). De tot mijn oververhitte, adolescente verbeelding sprekende powezie van de invrouwelijke, sappige, losgeslagen dichteres Sappho van Lesbos, de heldin der lesbische vrouwen, die daar in haar een tje ook nog de saffiese liefde op een zwoele avond tussen neus en lippen door moest uitvinden om historici, sexuologen, pornofilmers en aanhangsters van het lesbisme op marxistiesfeministies leninistiese grondslag tevreden te stellen, interesseerde mij veel meer. Knap werk van die Sappho! Een dijk van een wijf! Wat een heksentoer van die hete teef! Een enorm lekker wijf als ik daar fotos van zie in de Penthouse en de Hustler in d'r blote togus! En dat zoveel jaren geleden! Ziet er nog prima uit! Ze was haar tijd ver voor uit toen er nog geen discotheken als de It en de Roxy bestonden om aan de stoutste, onsmakelijkste, sodommietische en Gonorrheuze fantasietjes van de vroegrijpe, vroeg rotte Nederlandse tieners tegemoet te komen. Losbandigheid, labiliteit, drankzucht, drugsverslaving, onmatigheid, hang naar perverse sexuele praktijken noch hoererij in de stijl van volksschrijver Jan Cremer, hetzij gokverslaving speelden ooit een rol in mijn dagelijke leven als oersaaie serieuze, zwaar tillende, brillende, licht depressieve kalvinistische, adspirant beeldend kunstenaar, beweren mijn naaste kennissen en als GPV stemmende behuwd vader en schoonvader, nu al meer dan enkele decennia lang (ik ben de tel al lang kwijt alhoewel ik er soms meer, soms minder op pas) aan een stuk gehuwd zonder hoog op lopen de crises of voortdurend vreemd gaan, behalve zo nu en dan tot 1989, maar wie zal een gezonde Hollandse jongen met de hormonen op de juiste plaats, een boy met brains en balls, dat anno nu nog kwalijk nemen, zoals in kunstenaars land tegenwoordig zelfs onder die fijn gereformeerde kunstenmakers van de amateur artiesten vereniging Christian Artists in Kampen zo bon ton is. Een van zijn eerste echtgenote gescheiden “vooraanstaand lid” (de gereformeerde glimpieper tekenleraar-amateur kletskous vrije tijdsfilosoof bierbuik kulturele onbegaafde jatmous en in weemoed en sjaggerijn zwem mende epigoon M. ) van bovengenoemd gezelschap mocht op de EO televisiebuis in het lullige, achterhaalde, plattelandshuisvrouwen programma “Vrouw zijn” kond doen van zijn huwelijksleed (slaan met de deuren, schreeuwen, vloeken, schelden, krabben, spugen, jankpartijen tussen de beide, voor de buitenwereld o-zo-fatsoenlijke,aangepaste ingereformeerde echtelieden). Hij ging het breed uitmeten met schijnheilige omhaal van woorden, zoals gebruikelijk in kristelijke kringen. Een ouwe hoer programma waar deze tekenleraar als oud wijf trouwens zelf prima in paste. Wie te laf is voor de handel en te stom voor de universiteit wordt teken- of handenarbeidleraar! Bijna iedere serieuze museum- of galerie bezoeker wil wel eens weten waarom een geniale kunst schilder zoals Fred van der Wal kunst schildert in tegenstelling tot de gemene huisschilder of de korporaalvliegtuigcamouflage kleurenschilder bij de vaderlandse luchtmacht, die de afgelopen vijftig jaar aan de grond staat vast te roesten, nooit in aktie hoefde te komen en alleen in het nieuws kwam door dat meer dan honderderdtien starfighters vanzelf uit de lucht vielen. Een hele prestatie;vooral als men weet dat de prijs per stuk dertig miljoen gulden bedroeg, doch om verspild be lastinggeld wordt niet getreurd, zeker niet door de belijdende gelovigen van de christelijke partijen. Voor de prijs van vier gevechtsvliegtuigen draaide de overheid de aankoop regeling voor nood lijdende kunstenaars, de BKR de nek om in de jaren ’80! © juli 2014, fredvanderwal, BasicPublishing.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc