Smart data: het nieuwe goud?

visie
Concurrentiestrijd in retail
spitst zich toe op smart data
Smart data:
het nieuwe goud?
Verticale integratie komt in een volgende fase, en dat
betekent dat retailers flink moeten sleutelen aan hun
informatiehuishouding. Naast big data zal ook smart data het
verschil gaan maken in de concurrentiestrijd binnen de retail.
Dat stellen Jos Voss en Alexander Heijkamp, sectorspecialisten
retail van Rabobank.
DOOR: JOS VOSS EN ALEXANDER HEIJKAMP
I
n RetailTrends 6 van dit jaar
werd ingezoomd op verticale
integratie: het zodanig organiseren van de supplychain dat de klant
optimaal bediend kan worden met
producten en diensten die voldoen
aan zijn behoeften. De kernboodschap van dat artikel was dat
verticale integratie in een nieuwe
fase komt en dat retailers in de
ontwikkeling mee moeten gaan om
succesvol te kunnen zijn in een
steeds meer concurrerende markt. Er
worden drie fasen van verticale
integratie onderscheiden. De eerste
fase Ketensamenwerking (1.0) is
gericht op het verbeteren of veranderen van de samenwerking tussen
producenten, groothandelaren,
retailers en logistieke dienstverleners. Deze verbeterde samenwerking
heeft meerdere doelen: de producten
beter afstemmen op de behoeften
van de klant, met meer en sneller
wisselde collecties de klanten meer
te verrassen en het verhogen van de
omloopsnelheid en daarmee het
verlagen van het voorraadrisico. In
de tweede fase Verbreding (2.0)
worden ook anderen in de supplychainsamenwerking betrokken:
klanten en beroemdheden. Via
| OKTOBER 2014
bijvoorbeeld co-creatie of co-sourcing
worden klanten onderdeel van de
supplychain. Door beroemdheden
(bijvoorbeeld sporters, ontwerpers,
artiesten) bij het ontwerp van
producten te betrekken – en hun
naam aan het product te verbinden,
eventueel in combinatie met het
label van de retailer – krijgt de
retailer unieke en exclusieve producten. De laatste fase (3.0) is Personali-
Smart data
helpt bij
het maken
van optimale,
flexibele
winkels
satie. Hierin worden kleine series of
individuele producten gemaakt voor
kleine groepen consumenten of voor
individuele consumenten. De 3Dprinttechnologie is ondersteunend
voor deze fase. Retailers moeten mee
in de voortdurende ontwikkeling
van verticale integratie om in een
steeds meer concurrerende markt een
onderscheidende positie te krijgen
en te houden. Dit is lastig door
alleen producten van anderen
(merkeigenaren) te verkopen. Immers: iedereen kan dit doen, zowel
offline als online. Door internet is de
prijstransparantie optimaal en dit
leidt tot een gevecht om de laagste
prijs (‘race to the bottom’) die alleen
door de grote spelers is te winnen.
Verticale integratie biedt daarentegen
aantrekkelijke mogelijkheden voor
een onderscheidende positie: eigen,
unieke producten en collecties, al
dan niet in samenwerking met de
klant of met beroemdheden, snel
wisselende collecties, inspelend op
veranderende consumentenvoorkeuren of weersomstandigheden, persoonlijke producten voor individuele
consumenten.
Veranderende informatie­
huishouding > Het meegaan in de
ontwikkeling van verticale integratie
heeft belangrijke gevolgen voor de
informatiehuishouding van retailers.
Er is immers goede informatie nodig
voor een goede terugkoppeling in de
supplychain richting leveranciers en
voor het doen van goede en relevante persoonlijke aanbiedingen aan
de klant. Omdat retailers (kunnen)
beschikken over steeds meer infor-
61
visie
matie uit een groeiend aantal bronnen, wordt vaak gesproken over het
big data-issue. De sectorspecialisten
van Rabobank spreken liever over
smart data omdat de kern is dat (big)
data moeten worden vertaald in
inzichten en uiteindelijk in acties.
De complexiteit van de datahuis­
houding neemt toe als gevolg van
een viertal kenmerken, de vier V’s:
Volume, Velocity, Variety en Veracity:
Informatiesysteem moet naar
hoger niveau > Om de toenemende complexiteit het hoofd te
bieden, moet het informatiesysteem
van de retailer naar een steeds hoger
niveau worden gebracht. Wat dit
betreft zijn vier fasen te onderscheiden: Rapportage, Analyse, Monitoring en Voorspellende analyse. De
startfase is Rapportage, waarin op
basis van de beschikbare data wordt
62
ongestructureerd
Variety aan data
gestructureerd
•Volume heeft betrekking op de
grote hoeveelheid data die nog
verder zal toenemen. Volgens een
rapport van de International Data
Cooperation (IDC) omvat het zogenaamde digitale universum in 2013
4,4 zettabytes aan data (‘zetta’
staat voor triljard) en zal dit stijgen
naar 44 zettabytes in 2020, een
gemiddelde groei van bijna veertig
procent per jaar.
•Velocity betreft de snelheid
waarmee deze data moet worden
opgeslagen en geanalyseerd. Soms
gaat het om vele duizenden transacties per seconde.
•Variety verwijst naar de zeer grote
variatie in type data en de
bronnen. Het gaat om zowel
interne als externe data, die deels
gestructureerd zijn maar ook deels
ongestructureerd. De data zijn
afkomstig van bedrijven, consumenten (‘consumer generated
content’, waaronder sociale media)
en machines/apparaten (‘machine
generated content’, waaronder
telefoons, sensoren, meters, auto’s,
logs van systemen). Het overzicht
hiernaast bevat een illustratie van
de ‘variety’ aan data.
•Veracity heeft te maken met de
kwaliteit en betrouwbaarheid van
de data.
Berichten op social media
Presentaties
Teksten
E-mails
Filmpjes
Klimaatgegevens
Afbeelden
Klantgegevens
Blogteksten
Gegevens over omvang/
groei van de markt
Verkoopgegevens
Profielgegevens social media
Voorraadinformatie
Voorraadgegevens van leveranciers
Gegevens over medewerkers
GPS data inzake smartphonelocaties
interne data
externe data
Bron: Rabobank, PwC
teruggekeken op de afgelopen periode. De centrale vraag is: ‘Wat is er
gebeurd?’. De fase Analyse gaat een
stap verder door na te gaan waarom
iets is gebeurd. Aan deze analyse
worden vaak voorstellen voor
bijsturing gekoppeld. Deze eerste
fasen betreffen het terugkijken op
basis van historische gegevens. De
fase Monitoring gebruikt actuele,
realtime gegevens. Op basis van
actuele inzichten in bijvoorbeeld
Het benutten van de
kansen die
smart data
bieden vergt
innovatief
vermogen en
voortdurend
experimenteren
omzet, voorraden, klanttevredenheid
en winkelbeeld kunnen direct beslissingen worden genomen om bij te
sturen. De laatste fase, Voorspellende
analyse, combineert alle beschikbare
data, zoekt en legt verbanden en
doet op basis daarvan uitspraken
over wat er zal gaan gebeuren. In de
eerste fase is vooral sprake van big
data waar relatief weinig mee
gebeurt, terwijl in de laatste fase
zoveel waarde aan big data is
toegevoegd dat sprake is van waardevolle smart data.
Persoonlijk, dynamisch,
flexibel en voorspellend >
Voor de retailers zijn er verschillende
toepassingsgebieden voor smart
data. In het verlengde van het
eerdergenoemde thema verticale
integratie worden hieronder vier
genoemd:
1. Persoonlijke selectie maken
Het maken van een persoonlijke
selectie voor de consument, eventueel gekoppeld aan promoties (aanbiedingen, coupons). Dit past goed in
OKTOBER 2014 |
de fase Personalisatie, de laatste fase
van verticale integratie. Een persoonlijke selectie levert veel toegevoegde
waarde voor de consument omdat de
retailer het enorme aanbod van
producten kan terugbrengen tot een
voor de consument relevant aanbod,
waardoor ook de ‘keuzestress’ wordt
verminderd. Belangrijk is wel dat de
selectie inderdaad voldoende relevant is voor de consument. Om dit te
bereiken, moet de selectie gebaseerd
zijn op zoveel mogelijk gegevens en
verbanden daartussen, bijvoorbeeld
demografie, sociale media profielen,
eerdere aankopen, online surfgedrag
en winkelbezoek. Een bekend
voorbeeld is de Amerikaanse retailer
Target. Een vader ontdekte dat zijn
dochter (een klant van Target) coupons en aanbiedingen kreeg voor
zwangerschapskleding, babykleertjes
en ledikanten. Hij dacht dat Target
‘fout’ zat met deze aanbiedingen,
maar moest later bekennen dat hij
niet op de hoogte was van de zwangerschap van zijn dochter en dat
Target het bij het rechte eind had op
basis van haar surf- en koopgedrag.
| OKTOBER 2014
2. Dynamic pricing
De prijs die een klant bereid is te
betalen voor een product, verschilt
per geografisch gebied, per moment
van het jaar of de dag of zelfs per
consument. Prijsstelling per land is
voor veel fabrikanten en retailers al
een bekend fenomeen, waarbij per
land rekening wordt gehouden met
onder meer de koopkracht en de
Met smart
data kan
klantwaarde
en onderscheidend
vermogen
gecreëerd
worden
Ontwikkeling informatiesysteem voor retailers
complexiteit
Toekomst
Heden
Voorspellende analyse
Wat zal er gaan gebeuren?
Monitoring
Wat gebeurt er nu?
Verleden
Analyse
Waarom is er iets gebeurd?
Rapportage
Wat is er gebeurd?
Bron: Rabobank
toegevoegde waarde voor business
concurrentie. Prijsstelling per regio
gaat nog een stap verder, rekening
houdend met bijvoorbeeld lokale
demografische omstandigheden,
lokale merkbekendheid en de lokale
concurrentieomgeving. De ultieme
stap is prijsstelling per individuele
consument, rekeninghoudend met
zijn profiel en voorkeuren, zijn
postcode (‘arme’ of ‘rijke’ buurt?),
het apparaat waarmee hij surft (iMac
of Windows computer?) en eerder
surf- en koopgedrag. Ook kan de
prijsstelling afhangen van andere
variabelen, waaronder prijsacties
door concurrenten, het seizoen
(zwembroeken duurder in de zomer
dan in de winter) en de weersverwachting (paraplus worden duurder
als het gaat regenen). Dynamische
pricing lukt beter met eigen, unieke
producten dan met producten van
anderen (merkeigenaren) omdat de
prijstransparantie dan lager is. Dus
ook hier is verticale integratie een
succesfactor. Onlineretailers zijn
meesters in dynamische pricing. Zo
wijzigt Amazon zijn prijzen 2,5
miljoen keer per dag en de frequen-
63
visie
tie van deze prijswijzigingen is de
laatste tijd flink opgevoerd (tot een
factor 10).
3. Flexibele winkels
Ieder gebied is anders qua demografie, weersomstandigheden en concurrentieomgeving. Winkels die
modulair zijn opgebouwd en flexibel
zijn qua grootte van de modules,
spelen hier het beste op in. Met
smart data kan de optimale inrichting van een winkel worden bepaald
en aangepast aan veranderende
omstandigheden. Het concept van
flexibele winkels past bij de verticale integratiefase Personalisatie:
winkels worden beter toegesneden
op groepen van consumenten. USG
(Aktiesport en Perry) is een voorbeeld van een retailer die zijn ‘smart
data’ op deze manier gebruikt.
4. Voorspellen van trends
In bijvoorbeeld de mode is het een
uitdaging voor retailers om te voorspellen wat de nieuwe trends
64
worden voor het komende seizoen,
om daar vervolgens met de nieuwe
collectie op in te spelen. Door data
over het koop- en surfgedrag van
klanten te combineren met andere
data – bijvoorbeeld social media en
blogs van trendwatchers – kan een
patroon zichtbaar worden en kunnen
betere voorspellingen worden
gemaakt.
Om de kansen van smart data goed
te kunnen benutten, zijn drie elementen van belang: er is een brede
aanpak voor implementatie nodig,
samenwerking is cruciaal en er zal
een nieuwe concurrentiestrijd ontstaan rond smart data.
Brede aanpak vereist voor
implementatie > Vaak wordt
gedacht dat smart data een ict-issue
is dat door ict-specialisten moet
worden opgelost. Smart data raakt
echter vele aspecten van het
business­model van een retailer en
vergt daarom een brede aanpak,
De winkelier
van vroeger,
die zijn
klanten
persoonlijk
kende en
wist wat zij
wilden, komt
weer terug
gesteund door het (top)management.
Er zijn drie belangrijke bouwstenen
die elk twee kerncompetenties
vereisen (bron: BCG, mei 2014):
gebruik van data, systeem en eco­
systeem. Het gebruik van data heeft
een interne en een externe component. Intern gaat het erom dat een
cultuur wordt gecreëerd waarin de
kansen die smart data bieden
worden onderkend en benut. Dit
vergt innovatief vermogen en voortdurend experimenteren. Er wordt
intensief gebruik gemaakt van
verschillende klantdata. Belangrijk is
daarom het scheppen van een
zodanige band met de klant dat deze
vertrouwen heeft in het gebruik van
de data door de retailer. Om dit te
bereiken moet de retailer verschillende dingen doen: duidelijk communiceren welke data op welke
manier gebruikt worden, de klant
keuzes en controle bieden (opt-in,
opt-out, bieden van een ‘menu’ met
verschillende opties voor gebruik
van data) en het duidelijk maken
OKTOBER 2014 |
Samenwerking van
doorslaggevend belang >
van de voordelen die het gebruik
van data biedt voor de klant. De
tweede bouwsteen is het systeem.
Dit omvat het ict-systeem dat het
mogelijk maakt om data te verzamelen, verwerken en analyseren, maar
ook de organisatie en de mensen
rondom dit systeem. Zo zijn er
mensen nodig die data analyseren,
verbanden zoeken, algoritmes
bedenken en conclusies trekken.
Deze kwantitatieve analisten
(‘quants’) staan echter niet op
zichzelf en moeten weer samen­
werken met bijvoorbeeld marketeers
of inkopers om data te vertalen in
acties. Het systeem van de retailer
staat niet los en is onderdeel van
een breder ecosysteem: de derde
bouwsteen. Voor deze bouwsteen
moet nagegaan worden met wie de
retailer moet samenwerken om de
smart data optimaal te benutten.
Vervolgens is een open samenwerkingscultuur vereist waarbinnen de
data gedeeld worden vanuit een
gezamenlijk belang.
| OKTOBER 2014
Samenwerking is cruciaal en heeft
verschillende facetten. Een daarvan
is hiervoor al belicht: samenwerkingspartners zijn nodig om het
ecosysteem te bouwen. Hierbij kan
aan verschillende partners worden
gedacht. Dataproviders kunnen data
leveren die de retailer nodig heeft,
maar waar hij zelf niet over beschikt, bijvoorbeeld demografische
gegevens, passantentellingen, gegevens over het weer en de weersverwachting. Data kunnen met leveranciers gedeeld worden om de
supplychain te versnellen (koopgedrag van klanten snel omzetten in
aanvoer van nieuwe producten).
Omgekeerd kan de leverancier weer
data hebben die voor de retailer van
belang zijn, bijvoorbeeld over
producten die bij hem goed of juist
niet goed lopen. Retailers die binnen
een formule werken (franchise of
keten) kunnen data met elkaar
delen, waardoor een vestiging zijn
data kan afzetten tegen bijvoorbeeld
een landelijk of regionaal beeld. Het
delen van klantendata met andere
retailers in een winkelcentrum kan
interessante aanknopingspunten
bieden voor het doen van persoonlijke aanbiedingen. Belangrijk is
natuurlijk wel dat de klant hiervan
op de hoogte is en toestemming heeft
verleend. Samenwerking is ook van
belang voor de kleinere spelers die
niet de mensen en middelen hebben
om aan smart data te komen. Zij
kunnen samenwerken in een inkoopcombinatie of franchise organisatie
Niet alleen
retailers,
maar ook
merkeigenaren en
uitgevers
zullen zich
mengen in
de strijd om
smart data
Smart data vereist
verschillende competenties
Gebruik
van data
• Innovatieve cultuur: onderkennen
en benutten van kansen
• Bouwen van een vertrouwensband met de klant
Systeem
• Bouwen van een ICT systeem
• Organisatie rondom het systeem:
mensen en samenwerking
Ecosysteem
• Selecteren van de goede
samenwerkingspartners
• Samenwerkingscultuur: delen van
data vanuit wederzijds belang
Bron: BCG, Rabobank
(mits deze diensten bieden op dit
gebied) of met een dienstverlener op
gebied van smart data.
Concurrentiestrijd om smart
data > De concurrentiestrijd spitst
zich op smart data toe omdat hiermee klantwaarde en onderscheidend
vermogen bereikt kan worden. In
feite komt met smart data de winkelier van vroeger weer terug die zijn
klanten persoonlijk kende en wist
wat zij wilden. Echter: de winkelier
van vroeger was vooral aangewezen
op zijn instinct en zijn geheugen en
zijn marktgebied was per definitie
klein. De smart data-retailer van nu
heeft veel betere systemen en data
en zijn marktgebied is onbegrensd.
De concurrentiestrijd om smart data
zal echter hevig zijn. Veel partijen
zullen zich in de strijd mengen. Niet
alleen retailers, maar ook bijvoorbeeld merkeigenaren die zelf klantdata hebben, uitgevers die beschikken over data van hun abonnees en
bedrijven als Google die over een
enorme schat aan data beschikken.
Daar zijn partijen bij die met
retailers gaan concurreren, maar er
zijn ook kansen voor retailers om
met partijen te gaan samenwerken.
Zo kan Google samen met retailers
producten gaan verkopen aan
consumenten en daarbij zijn data ter
beschikking stellen aan de retailers
waarmee wordt samengewerkt.
Merkeigenaren en retailers kunnen
gaan concurreren en discussiëren
over kanaalconflicten en over de
vraag: ‘Van wie is de klant?’. Het
zou echter verstandiger zijn als zij
samen de markt zo groot mogelijk
proberen te maken en daarbij de
data delen. Uitgevers kunnen hun
data en content gebruiken en samen
met retailers producten gaan verkopen. Er zal een jacht op het nieuwe
‘goud’ ontstaan waarbij op voorhand
niet duidelijk is wie de vriend en
wie de vijand is van de retailer.
Bovendien kunnen deze rollen snel
wisselen. De consument zal aan een
beperkt aantal partijen zijn vertrouwen en daarmee zijn data willen
schenken. De jacht zal daarom
minder winnaars dan verliezers
kennen.
> Jos Voss en Alexander Heijkamp zijn sectorspecialisten retail bij de Rabobank. Reacties: Jos.Voss@
rabobank.com of [email protected]
65