Mail & Messaging 8/3 NetMail 8/3.1 Inleiding De meest bekende mailserver die Novell in zijn productaanbod voert, is GroupWise. Welbeschouwd is GroupWise echter veel meer dan alleen een mailserver: het is een volledige Groupware-toepassing die ook functionaliteit biedt voor het beheer van gedeelde agenda’s of resources die door werknemers van een bedrijf moeten worden gedeeld. Waar GroupWise echter minder goed in is, is het snel afhandelen van zeer grote hoeveelheden berichten. NIMS Voor het snel afhandelen van grote aantallen berichten heeft Novell al sinds een enige tijd het Novell Internet Messaging System (NIMS) op de markt, dat ook bekendstaat als NetMail. NetMail is geen mailserver die kan worden vergeleken met GroupWise of Exchange. Deze server richt zich ook niet op middelgrote bedrijven die medewerkers met elkaar willen laten communiceren. Waar de NetMail mailserver zich wel op richt, zijn internetproviders en zeer grote omgevingen waar tienduizenden gebruikers van een mailaccount moeten worden voorzien. NetMail is beschikbaar voor verschillende platformen. U kunt het gebruiken op NetWare, Solaris, Windows en natuurlijk op Linux. In dit hoofdstuk wordt NetMail 3 behandeld zoals het wordt geleverd met Novell Nterprise Linux Services versie 1.0. Als u het op een ander platform wilt gebruiken, moet u er rekening mee houden dat de installatieprocedure afwijkend zal zijn. Voor de rest echter kan het programma op dezelfde wijze worden beheerd zoals hier besproken. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.1-1 GroupWise Voordelen 8/3.1.1 Features NetMail is een uitermate schaalbaar mailsysteem dat tevens een gedeelde agenda aanbiedt. Het is ontworpen op basis van gangbare internetstandaarden die worden gebruikt om berichten te versturen en in vergelijking met andere mailsystemen zijn de kosten per gebruiker laag. Een van de grote voordelen is dat het beheer van NetMail volledig vanuit eDirectory plaatsvindt. Ook is het systeem zeer robuust: u kunt er tot 30.000 gebruikers mee voorzien van een mailaccount terwijl slechts van één Linux-server gebruik wordt gemaakt. Ook is het systeem getest tot een belasting van 1,1 miljoen berichten per dag die foutloos werden afgehandeld. Wanneer u NetMail inzet, kunt u zowel POP- als IMAP-mail aan gebruikers aanbieden. Uiteraard worden ook alle gangbare beveiligingsprotocollen ondersteund: met SSL, TLS of S/MIME verstuurt u alle berichten zonder dat ze onderweg kunnen worden onderschept. NetMail kan heel goed op één enkele server worden ingezet, maar als u dat wilt, is het ook mogelijk meerdere servers in te zetten voor het versturen van NetMail-mail. Hierbij moet u vooral denken aan het verspreiden van de verschillende componenten die voorkomen in de NetMailomgeving. 8/3.1.2 Componenten NetMail bestaat uit een aantal onderdelen. Voordat beschreven wordt hoe u het systeem kunt installeren en onderhouden, volgt nu eerst een beschrijving van al deze componenten. Om efficiënt beheer te kunnen uitvoeren, is het namelijk nodig dat u een idee hebt welke rol de verschillende onderdelen allemaal vervullen. • 8/3.1-2 Internet Services Container Wanneer u NetMail installeert, wordt het eDirectoryschema uitgebreid en wordt de Internet Services Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging Container onder de root van de tree aangemaakt. Dit is een special NetMail-object dat dus verschilt van andere containerobjecten in de tree. Er kan slechts één Internet Services Container in een tree bestaan en in deze container komen alle NetMail-objecten voor. • Messaging Server De Messaging Server is de server in het netwerk waarop de NetMail-agents actief zijn. Voor deze fysieke server wordt in eDirectory ook een object aangemaakt. Meestal zal er maar één messaging-server worden gebruikt, maar het is zeker mogelijk ook meerdere messaging-servers in te zetten waarover de verschillende NetMail-componenten (de agents) worden verspreid. In dat geval wordt gesproken van een distributed environment (gedistribueerde omgeving). De verschillende messaging-servers werken dan samen als één geïntegreerd systeem. Het gaat er immers om dat de verschillende componenten met elkaar kunnen samenwerken en daarvoor is het niet nodig dat ze ook allemaal op dezelfde fysieke server aanwezig zijn. Of uw NetMail-omgeving gedistribueerd wordt verspreid of stand-alone is, kunt u op het messaging-serverobject bepalen. Hier vindt u de optie Distributed Processing Disabled. Als u deze selecteert, wordt automatisch een stand-alone omgeving aangemaakt. • Parent-objecten De NetMail-beheerstructuur is hiërarchisch van opbouw. Door gebruik te maken van parent-objecten, kunt u verschillende configuraties hangen aan verschillende groepen gebruikers. Per parent-object kan worden bepaald welke agents er allemaal actief zijn. Gedistribueerde omgeving Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.1-3 GroupWise Zo zou u bijvoorbeeld voor een universiteit een andere configuratie kunnen bouwen voor de docenten dan de omgeving waarvan de studenten gebruikmaken. Ook kunt u door deze hiërarchische onderverdeling het beheer delegeren. Om deze configuratie werkend te krijgen, wordt ook gebruikgemaakt van een apart parent-object dat wordt aangemaakt onder de Internet Services Container. • WebAccess en WebMail 8/3.1-4 Templates De templates bepalen van welke interfaces de mailclients gebruik kunnen maken. Er zijn er momenteel twee: de WebAccess-template en de WebMail-template. De WebAccess-interface geeft toegang tot alle componenten waaruit de NetMail-omgeving bestaat. Denk daarbij naast het versturen van berichten bijvoorbeeld ook aan de gedeelde kalender, takenlijst, notities en planning. Ook kan vanuit deze template het beheer worden uitgevoerd. De WebMail-template geeft ook toegang tot de functionaliteit van de standaard-mailclient. Daarnaast kunnen gebruikers vanuit deze interface een beetje hun eigen omgeving beheren. Denk daarbij aan het wijzigen van wachtwoorden of het configureren van afwezigheidsmeldingen. Beide templates zijn aanwezig op het systeem in de vorm van twee bestanden. Voor WebAccess wordt gebruikgemaakt van Webacc.CTP, voor Webmail van WebMail.CTP. Het gewenste template wordt ingeladen op het moment dat op de WebMail-server de Modular Web-agent wordt geladen. Om dit te kunnen doen, moet u echter van tevoren een template-object aanmaken in eDirectory. Dit object moet voorkomen in een templates-container die speciaal voor dit doel onder de Internet Services Container wordt aangemaakt. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging Bouwstenen • List Servers en mailinglijsten Uiteraard biedt NetMail ook een mogelijkheid om berichten te versturen aan meerdere gebruikers tegelijk. Voor dit doel wordt gebruikgemaakt van drie onderdelen in de NetMail-configuratie. Om te beginnen is er de List Server. Dit is een verzameling van emailadressen van gebruikers die voorkomen in eDirectory. Wanneer hiernaar een bericht wordt verstuurd, wordt het automatisch doorgestuurd naar alle gebruikers die zich hebben ingeschreven op deze lijst. Wanneer een gebruiker zichzelf inschrijft bij de List Server, wordt er automatisch ook een List Userobject voor hem aangemaakt. Een andere manier om een mailinglist aan te maken, is door middel van de NDS Mailinglist. Dit is een mailinglist die – zoals de naam al aangeeft –bestaat uit eDirectory-objecten. In deze mailinglist kunnen gebruikers worden toegevoegd, maar ook andere eDirectory-objecten zoals bijvoorbeeld groepen en containers. Zowel List Servers als NDS Mailing Lists worden aangemaakt in een speciale eDirectory-container: de Mailing List Container. Alle mailinglist-objecten moeten in deze container voorkomen, anders kan er geen gebruik van worden gemaakt. • NetMail-agents De NetMail-agents zijn in wezen de bouwstenen waaruit NetMail bestaat. Voor elk stuk functionaliteit moet een agent beschikbaar zijn. Deze agent hangt aan het Messaging Server-object. Zo zijn er bijvoorbeeld agents voor POP, SMTP, Calendering en meer. Voor het beheer van een NetMail-omgeving is het belangrijk dat u weet welke agents u nodig hebt. In de volgende paragraaf vindt u een beschrijving van de aanwezige agents. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.1-5 GroupWise • Bestandssysteem Naast heel veel objecten in eDirectory zorgt een NetMail-installatie er ook voor dat er op het bestandssysteem het een en ander gebeurt. U zult hier echter weinig mee te maken krijgen omdat vrijwel alle beheer plaatsvindt vanuit eDirectory. In de directory /var/opt/novell/netmail vindt u de Message Store en de directory’s van gebruikers. Daarnaast komen de programmabestanden voor in de directory /opt/novell/netmail. Onder de subdirectory bin die hierin voorkomt, vindt u bijvoorbeeld een programmabestand voor elke NetMail-agent. • WebAdmin Het beheer van NetMail is op dit moment nog niet geïntegreerd in iManager. Om de mailomgeving te beheren, maakt u gebruik van WebAdmin. Deze beheerinterface draait op poort 8018 (insecure) en poort 8020 (secure). U kunt hem dus benaderen via bijvoorbeeld https://servernaam:8020. Als alternatief vindt u in iManager ook een link waarmee deze beheerinterface kan worden gestart. 8/3.1.3 NetMail-agents Het belangrijkste component van de NetMail-omgeving zijn de NetMail-agents. Hiervan zijn er verschillende; u vindt de bijbehorende eDirectory-objecten allemaal onder het Messaging Server-object. • Address Book-agent De Address Book-agent zorgt ervoor dat u op basis van LDAP-adresgegevens uit eDirectory kunt halen. Elke LDAP-3-complianttoepassing kan deze agent gebruiken om bij de eDirectory-adresinformatie te komen. Denk bij dergelijke toepassingen bijvoorbeeld aan uw mailprogramma. 8/3.1-6 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging • • • • Alias-agent Deze agent wordt gebruikt om aliassen aan te maken voor gebruikers. Ook biedt deze agent een automatic aliassing feature: hiermee kunt u geheel automatisch mail-aliassen aanmaken voor eDirectory-gebruikers. De wijze waarop deze alias wordt aangemaakt, is afhankelijk van de configuratie die u hiervoor hebt gebruikt. Verwar overigens deze aliassen niet met normale eDirectory-aliasobjecten, het NetMail-alias is iets dat specifiek is voor de NetMail-omgeving. AntiSpam-agent Op basis van de AntiSpam-agent kunt u een lijst aanmaken van ongewenste maildomeinen en adressen. Wanneer het NetMail-systeem een bericht ontvangt van een domein dat in deze lijst voorkomt, wordt dit bericht zonder verdere actie gewist. AntiVirus-agent De AntiVirus-agent is het onderdeel dat er in samenhang met een commercieel antiviruspakket voor zorgt dat virussen uit mailberichten worden gefilterd. Waar het antivirusprogramma het echte werk doet, zorgt de AntiVirus-agent ervoor dat de eindgebruiker bijvoorbeeld een signaal krijgt wanneer iemand heeft geprobeerd hem een bericht met een virus te sturen. AutoReply-agent Wanneer een gebruiker een tijdje afwezig is, is het aardig als personen die aan deze gebruiker een bericht hebben verstuurd een melding krijgen dat ze op korte termijn geen antwoord hoeven te verwachten. Hiervoor dient de AutoReply-agent. De gebruiker kan een afwezigheidsbericht definiëren dat vervolgens in zijn eDirectory-object wordt opgeslagen. Het werkt overigens ook de andere kant op. Met behulp Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.1-7 GroupWise • • • • • 8/3.1-8 van de AutoReply-agent kunt u er bijvoorbeeld voor zorgen dat mailberichten worden doorgestuurd naar de mobiele telefoon van de gebruiker. Calendar-agent De Calendar-agent zorgt ervoor dat automatisch de status van evenementen in de kalender wordt bijgehouden. Zo wordt er bijvoorbeeld zorg voor gedragen dat uitnodigingen voor vergaderingen die door andere gebruikers worden geaccepteerd (of niet), in het kalendersysteem worden verwerkt. Connection Manager De Connection Manager houdt bij welke gebruikers er allemaal op het systeem zijn aangemeld. Op het moment dat een gebruiker zich met behulp van POP of IMAP aanmeldt, wordt er door de POP- of IMAPagent een bericht verstuurd naar de Connection Manager-agent. Deze houdt vervolgens bij vanaf welk IP-adres de gebruiker in kwestie contact heeft gemaakt. Hierdoor kan de gebruiker gebruikmaken van SMTP-functionaliteit zonder dat hij daarvoor apart hoeft aan te melden. IMAP-agent De IMAP-agent maakt het voor gebruikers mogelijk mail te downloaden. Houd er rekening mee dat deze agent extra geheugenbehoeften heeft: circa 300 Kilobytes per connectie. List Server-agent Door middel van de List Server-agent kunt u van een NetMail-server een list-server maken. Modular Web-agent De Modular Web-agent zorgt ervoor dat NetMail gebruik kan maken van de twee templates die worden geleverd. Daarnaast zorgt deze agent ervoor dat er minimale functionaliteit voor gebruikers aanwezig is Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging • Verplicht onderdeel • • • om vanuit de webbased mailclient wat eenvoudige beheertaken uit te voeren. NMAP-agent De NMAP-agent is een verplicht onderdeel dat in de NetMail-server moet voorkomen om ervoor te zorgen dat berichten die binnenkomen bij gebruikers kunnen worden afgeleverd. Ook zorgt deze agent ervoor dat in de message store mailbox directory’s worden aangemaakt voor alle gebruikers die dat nodig hebben. Daarnaast heeft deze agent nog wat andere fundamentele beheertaken die op de achtergrond worden uitgevoerd. POP-agent De POP-agent maakt het voor POP3-clients mogelijk berichten te downloaden van de mailserver. Proxy-agent De Proxy-agent zorgt ervoor dat een gebruiker zijn NetMail-account kan gebruiken als Proxy voor andere mailaccounts. Dat betekent dat berichten van de andere mailaccounts kunnen worden binnengehaald in het NetMail-account, zodat de eindgebruiker uiteindelijk maar met één programma te maken heeft om zijn mail af te handelen. SMTP-agent De SMTP-agent tot slot zorgt ervoor dat het messaging-systeem berichten kan versturen naar internet. Deze agent moet aanwezig zijn op minstens één messaging-server; anders kunnen er vanuit het NetMailsysteem geen berichten worden verstuurd naar mailgebruikers op het internet. Ook kunnen aan de SMTP-agent restricties worden verbonden die er bijvoorbeeld voor zorgen dat relaying niet mogelijk is. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.1-9 GroupWise 8/3.1-10 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging 8/3.2 Installatie en configuratie 8/3.2.1 Installatie Voordat u NetMail gaat installeren, moet u eerst hebben bepaald op welke wijze u het mailsysteem wilt gaan gebruiken. U kunt het immers inrichten als een SingleServer-configuratie, maar er kan ook gebruik worden gemaakt van een gedistribueerde infrastructuur waarbij verschillende componenten door diverse servers worden gehost. In heel grote omgevingen is het zelfs mogelijk de NetMail-configuratie in te delen in meerdere internetdomeinen, waarbij elk domein zijn eigen messaging-server heeft. Eisen Wanneer u hebt bepaald hoe u het mailsysteem wilt inrichten, moet u er ook voor zorgen dat u aan de minimale installatievereisten voldoet. Deze zijn momenteel als volgt: • Red Hat Advanced Server 2.1, Red Hat Enterprise Server 2.1 of SUSE Linux Enterprise Server 8 of later; • eDirectory 8.7.3 of later moet geïnstalleerd zijn; • 750 MHz Pentium III processor of beter; • 512 MB werkgeheugen; • 20 MB vrije schrijfruimte voor installatie van de programmabestanden, daarnaast het gewenste aantal gebruikers vermenigvuldigen met de grootte van de mailbox die u voor de gebruikers wilt instellen; • op elke NetMail-server moet een eDirectory-replica aanwezig zijn met daarin de gebruikers die door NetMail moeten worden ondersteund. Dit mag ook een filtered replica zijn; • Admin-rechten om NetMail te kunnen installeren; • de naam voor een internetdomein dat u in de mailnamen gaat gebruiken; • het IP-adres van minimaal één DNS-server; Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.2-1 GroupWise • Nterprise Linux Services (NNLS) Tot slot hebt u natuurlijk de NetMail installatiebestanden nodig. De goedkoopste manier om hier aan te komen, is door gebruik te maken van de Novell Nterprise Linux Services (NNLS) versie 1. U kunt dit product downloaden van www.novell.com/linux. We gaan er in de nu volgende beschrijving van uit dat u van dit product gebruikmaakt. Let erop dat u voor installatie een evaluatielicentie nodig hebt. U kunt deze downloaden van www.novell.com/ products/edirectory/licenses/eval_87.html. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 8/3.2-2 geen draaiende services op de standaard-mailpoorten 25, 110 en 143. Mount de NNLS-installatie-cd, activeer de directory waarop hij is gemount en geef hier het commando ./ install.sh. Het installatiescript voor NNLS wordt nu gestart. Selecteer de optie Install en druk op Enter. Druk op Enter om de standaardsuggestie voor een custom-installatie uit te voeren. Selecteer alleen de onderdelen eDirectory, NetMail en Red Carpet Client. De handigste manier om dit te doen is door eerst alles te de-selecteren en vervolgens alleen NetMail te selecteren. Dit zorgt ervoor dat ook eDirectory en Red Carpet Client automatisch worden geselecteerd. Druk nu op f om aan te geven dat u klaar bent met de selectie van de producten. Lees de licentiebepalingen als u daar zin in hebt en druk op y om aan te geven dat u het ermee eens bent. Specificeer de volledige naam van de NICI foundation key en druk vervolgens op Enter. Doorloop de procedure om een eDirectory-tree aan te maken. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Geef wanneer het onderdeel NetMail wordt geïnstalleerd eerst de naam van de admin-gebruiker die u nodig hebt om het product in eDirectory te installeren. Voer nu het wachtwoord van de gebruiker admin in. Specificeer nu het adres van de DNS-server waar NetMail gebruik van moet maken. Hier zal standaard hetzelfde adres worden ingevuld als het adres dat u reeds op uw systeem in gebruik hebt. Let erop dat een volledig werkende en goed geconfigureerde DNSserver nodig is om de NetMail-mailserver volledig in gebruik te kunnen nemen. Voer, indien gewenst, het IP-adres van een secondaire DNS-server in. Deze server wordt alleen gebruikt wanneer de eerste DNS-server niet bereikbaar is. Geef nu aan welke DNS-domeinnaam moet worden gebruikt voor de mailadressen van uw gebruiker. Hier hebt u uiteraard een geregistreerde DNS-domeinnaam voor nodig. Accepteer de standaardkeuzen voor de normale en beveiligde NetMail-webaccesspoorten. Neem er notie van dat gebruik wordt gemaakt van de standaardpoorten 52080 en 52443. Accepteer alle standaardkeuzen voor de installatie van de Red Carpet-client. De kans is aanwezig dat u dit product niet succesvol kunt installeren; dat is geen enkel probleem. Negeer alle foutmeldingen en ga gewoon door met de installatie. 8/3.2.2 NetMail-configuratie Na afloop van de installatie wordt de NetMail-server automatisch gestart. Bovendien wordt hij toegevoegd aan uw runlevel-configuratie zodat hij elke keer wordt gestart wanneer uw server wordt aangezet. Mocht het ooit nodig Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.2-3 GroupWise zijn de server handmatig te stoppen of te starten: u kunt dit doen met behulp van het script /etc/init.d/novell-netmail. Dit script luistert onder ander naar de parameters stop en start, zodat u ervoor kunt zorgen dat de service netjes aan- en uit- wordt gezet wanneer dat nodig is. Wanneer de NetMail-server actief is, kunt u hem vanuit WebAdmin benaderen. Start WebAdmin vanuit uw browser met behulp van de link https://servernaam:8020. Als u wilt, kunt u overigens ook over een normale http-poort contact leggen; gebruik in dat geval poort 8018. Er verschijnt nu een log-inscherm. Meld u hier aan met uw volledige admin-naam; dus niet ‘admin’ maar admin.mijnou.mijno. U ziet nu een overzicht van uw eDirectory-tree met onder het root-niveau de container Internet Services. Van hieruit kunt u de volledige NetMail-configuratie beheren. Vanuit de container Internet Services kan de volledige NetMail-configuratie worden beheerd. 8/3.2-4 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging Messaging Server Een van de eerste zaken die u moet regelen, is dat alle contexten waar gebruikers in voorkomen bekend worden bij de Linux Messaging Server. Dit doet u door het object van de NMAP-agent te bewerken. U vindt dit object in Internet Services onder Linux Messaging Server. Op het tabblad Context staat normaliter alleen de context ingevuld waarin de NetMail-server is geïnstalleerd. Met behulp van het vergrootglas kunt u hier extra contexten aan toevoegen. Zorg dat alle containers waarin gebruikers voorkomen worden toegevoegd, als u deze gebruikers tenminste toegang wilt geven tot het NetMail-systeem. Let erop dat containers niet worden geërfd; het is dus nodig om echt elke afzonderlijke container waar gebruikers in voorkomen op te nemen in deze lijst. Wanneer een gebruiker voorkomt in de containers die u hebt toegekend aan de NMAP-agent, wordt voor deze gebruikers automatisch een mailbox aangemaakt. Dit gebeurt op het moment dat de gebruiker voor het eerst een bericht krijgt. Voordat gebruikers in het adresboek verschijnen, moeten de contexten van deze gebruikers aan de NMAP-agent worden toegevoegd. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.2-5 GroupWise De Messaging Server laadt alle NMAP-contexts uit de NMAP-agent op het moment dat de server wordt gestart. Dit proces is dynamisch: dit betekent dat het niet nodig is de server opnieuw te starten wanneer er een container wordt toegevoegd. De NMAP-agent kan het echter niet zien wanneer er een gebruiker aan een bestaande context wordt toegevoegd. Om nieuwe gebruikers toe te laten voegen in het adresboek, moet de server wel opnieuw worden gestart. Interface bepalen 8/3.2-6 Een tweede onderdeel van de configuratie van de NetMailserver bestaat erin dat u moet bepalen met welke interface gebruikers werken op het moment dat ze inloggen vanuit de webmail-client. Hiervoor zijn twee template-bestanden beschikbaar: WebAccess en WebMail. Voordat deze templates kunnen worden gebruikt, moet u ze eerst toevoegen. Selecteer hiervoor onder Internet Services de Linux Messaging Server en vervolgens de optie Modular Webagent. Hier vindt u onder op de webpagina het kader Template. In dit kader kunt u invullen welk template moet worden gebruikt. Standaard staat hier het WebAccess-template, als alternatief kan gebruik worden gemaakt van het Webmail-template. Selecteer hier de template die u wilt gebruiken en klik daarna op Save. De instelling wordt nu bewaard en de gebruikers kunnen er direct gebruik van maken. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging Met behulp van de templates die u toekent aan de Modular Web-agent, bepaalt u hoe de Webmail-client er voor gebruikers uitziet en welke functionaliteit beschikbaar is. Leuk natuurlijk dat uw gebruikers door gebruik te maken van de Modular Web Agent vanuit een webmail-client berichten kunnen versturen. Veel gebruikers nemen daar echter geen genoegen mee en willen ook de mogelijkheid hebben om gewone POP-mail te versturen. Om dit voor elkaar te krijgen, moet u ook de POP-agent aanzetten. Dit is niet moeilijk: selecteer onder Linux Messaging Server de POP-agent en verifieer dat de optie Enabled geselecteerd is. Als dit het geval is, doet de POP-agent het gewoon en kunnen gebruikers dus POP-mail versturen. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.2-7 GroupWise Om gebruikers de mogelijkheid te geven POP-mail te versturen, moet u er zeker van zijn dat de POP-agent aanstaat. Wanneer u aan deze minimale configuratievoorwaarden voldoet, wordt het tijd voor een eerste test. Verzeker u ervan dat er gebruikers bestaan in de contexten die u aan de NMAP-agent hebt toegekend, anders valt er namelijk niet zo heel veel te versturen. Als u nog gebruikers moet toevoegen voordat u aan het werk kunt, moet u de NetMail-server opnieuw opstarten voordat u deze gebruikers ook te zien krijgt. Gebruik hiervoor het commando /etc/init.d/novell-netmail restart. 8/3.2-8 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging Vergeet niet de NetMail-server opnieuw te starten nadat u nieuwe gebruikers hebt toegevoegd. Voer nu de volgende procedure uit om een snelle test uit te voeren of de NetMail-server het doet: 1. Open een nieuw venster in uw browser en ga naar http://uwserver:52080. 2. Log in als een van de gebruikers die u in eDirectory hebt aangemaakt. Wanneer u succesvol bent aangemeld, verschijnt een webmail-pagina. 3. Klik helemaal rechts in het WebMail-scherm op de knop Compose Message. Vul nu in het to-veld de naam in van de gebruiker waaraan u een bericht wilt versturen. Gebruik hiervoor eventueel het adresboek, zodat u de gebruiker in kwestie kunt opzoeken. 4. Log nu in als de NetMail-gebruiker naar wie u zojuist een bericht hebt verstuurd. Als alles goed is gegaan, zult u het bericht daar hebben ontvangen. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.2-9 GroupWise Om te testen of de NetMail-server werkt, kunt u vanuit de Webmail-interface een bericht versturen naar een andere NetMail-gebruiker. 5. Stuur vervolgens een bericht naar uw eigen internetmailaccount. U zult zien dat ook dit gewoon werkt, zonder dat u daar iets voor hebt hoeven doen. Let er wel even op dat u waarschijnlijk geen bericht kunt terugsturen: dit vereist namelijk een goede DNS-configuratie. Verdere configuratie Als alles goed is gelopen, hebt u op dit moment een werkende mailserver. Gefeliciteerd! Leuk dat u nu berichten kunt versturen en ontvangen, maar NetMail heeft veel meer te bieden. Zo is er bijvoorbeeld ook een gedeelde agenda die aan de mailserver is verbonden. Voordat u echt leuk aan het werk kunt gaan, wilt u deze en andere items natuurlijk ook naar behoren inrichten. Het eerste gedeelte van het beheer van al deze services bestaat erin dat u de dienst in kwestie moet aanzetten. In veel gevallen is er 8/3.2-10 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging ook niet méér; kijk bijvoorbeeld maar eens onder de Calendar Agent. Op het tabblad Status kunt u deze agent aanzetten en dat is alles. Daarnaast is er nog het tabblad Monitored Queues waar verder niets op in te stellen is. Het beheer van heel veel onderdelen van de NetMail-mailserver is erg eenvoudig. Tot slot bekijken we nog een taak die u als beheerder van een mailserver waarschijnlijk regelmatig zult uitvoeren: het aanmaken van een mailinglist. Zoals eerder besproken, zijn er twee soorten mailinglists: de normale mailinglist die u met de hand moet aanmaken en de NDS-mailinglist. Vooral de laatste is heel handig: deze vult zich namelijk vanzelf op basis van gegevens in eDirectory. 1. Om een mailinglist te definiëren, klikt u onder Internet Services op Mailing Lists. Rechtsonder in het venster ziet u de knop Create; klik hierop om met het aanmaken te beginnen. 2. U mag nu eerst aangeven welk type mailinglist u wilt aanmaken. De gewone mailinglist geloven we wel, we Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.2-11 GroupWise Mailinglists laten u zien hoe u een NDS Mailing List kunt maken. Klik daarom op de optie NDS Mailing List. NetMail biedt ondersteuning voor twee soorten mailinglists. 3. Geef nu de mailinglist een naam en kies de queueserver die u wilt gebruiken. Over dit laatste hoeft u niet moeilijk te doen: waarschijnlijk is er namelijk maar één queue-server. Klik tot slot op Save om de zojuist aangemaakte NDS-mailinglist te bewaren. In een NDS-mailinglist worden automatisch alle gebruikers uit uw eDirectory toegevoegd. 8/3.2-12 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 Mail & Messaging 4. U ziet nu de zojuist aangemaakte mailinglist onder het container-object mailinglists verschijnen. Wanneer u erop klikt, ziet u dat er nog een tweetal tabbladen is waarop u wat eigenschappen kunt instellen. U moet er hier in elk geval voor zorgen dat er gebruikers aan de mailinglist worden toegekend. In tegenstelling tot de gewone mailinglist hoeft u geen mailadressen te specificeren; die worden namelijk automatisch op basis van de eDirectory-gegevens in de mailinglist opgenomen. Na het aanmaken kunt u gebruikers toevoegen aan de NDS-mailinglist. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12 8/3.2-13 GroupWise 8/3.2-14 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 12
© Copyright 2024 ExpyDoc