Dames gaan érvoor Een nieuw begin voor het vrouwencricket in Nederland Rapport van de Actiegroep Vrouwencricket Maart 2014 Leden van de Actiegroep Vrouwencricket: Rod Lyall (KNCB, voorzitter), Hans Peter van Arkel (Rood en Wit), Richard Cox (KNCB), Ingrid van der Elst (KNCB), Hannah Hofman (KNCB), Floris Jansen (Kampong), Inge Neeskens (Rood en Wit) en Renate Scheffer (VOC) 1 Voorwoord Vrouwencricket1 heeft in de afgelopen twee decennia net als andere onderdelen van de cricketsport in Nederland een forse terugval in het aantal leden gekend. In 1985, toen de Nederlandse Dames Cricket Bond met de KNCB fuseerde, waren er 26 verenigingen met in totaal 35 elftallen. In 1998 waren er nog 24 teams. Vijftien jaar later, in 2013, waren er nog over: acht verenigingen, negen teams, plus nog twee elftallen in de Twenty20, dus in totaal nog elf vrouwenteams. Het is niet overdreven om te zeggen dat vrouwencricket in Nederland in levensgevaar verkeert. Er is een begin gemaakt met initiatieven om deze terugval te stoppen: Vanaf 2011 bestaan er landelijke trainingsgroepen voor speelsters onder-13 en onder-15 . Inmiddels maken deze deel uit van een volledig Dutch Lionesses-programma Duizenden meisjes hebben kennisgemaakt met cricket door de scholenprojecten, onder andere voor het tweetalig onderwijs, van de KNCB Een aantal verenigingen is bezig met het (her)oprichten van een vrouwenteam en/of meisjesteams Sinds 2012 is een reeks meisjesfestivals gehouden om nieuwe speelsters aan te trekken en bestaande speelsters nieuwe vaardigheden te laten ontwikkelen. De kleinschaligheid blijft echter groot en het Nederlandse vrouwencricket is nog steeds zeer kwetsbaar. Om de problemen stevig aan te pakken, heeft het Bondsbestuur in juli 2013 een Actiegroep Vrouwencricket ingesteld om een plan te maken, met aandacht voor o.a. de volgende onderwerpen: Specifieke werving en behoud van de vrouwelijke jeugdspelers; Optimale competitiestructuren voor zowel meisjes als vrouwen; Mogelijkheden om jonge vrouwelijke volwassenen (18-25 jaar) voor cricket te werven Specifieke aandacht voor het werven van meisjes en vrouwen uit immigranten bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld van Pakistaanse afkomst. In dit rapport staan de conclusies en de aanbevelingen (zie punt 9) van de Actiegroep, samengesteld op basis van een onderzoek bij de verenigingen, gesprekken met diverse partijen en bijeenkomsten van de Actiegroep Vrouwencricket. De conclusie is dat er hard gewerkt moet worden om het Nederlandse vrouwencricket te doen groeien: door de KNCB, de verenigingen, bestuurders, coaches, én door de speelsters zelf! Er kan en mag geen twijfel over bestaan: vrouwen gaan érvoor! Rod Lyall Vicevoorzitter en commissaris Jeugd- en Vrouwencricket en Ontwikkeling van het KNCB-bestuur 1 Traditioneel werd het spel dat door vrouwen is gespeeld in Nederland ‘damescricket’ genoemd. De Actiegroep heeft bewust gekozen voor het begrip ‘vrouwencricket’; niet alleen omdat overal in de wereld ‘women’s cricket’ wordt gebruikt, maar ook om de sport een moderner imago te geven. 2 1. Aanleiding Het is overduidelijk dat er een grote crisis heerst in het Nederlandse vrouwencricket. In het seizoen 2013 namen negen teams aan de hoofdcompetitie deel, met daarnaast drie teams (Excelsior’20, Rood en Wit en VCC) die alleen in de T20 Cup speelden. Voor de negen teams was het zelfs lastig wekelijks een volledig elftal op de been te brengen. Zoals in de volgende tabel getoond wordt, waarin het aantal spelers per team per wedstrijd te zien is, aan de 47 wedstrijden in de hoofdcompetitie, waren er slechts 20 (42%) waarin beide ploegen tegelijkertijd elf speelsters op het veld hadden staan. Ajax Leiden Groen Geel Hermes-DVS Hilkamp Kampong Quick Haag Quick 1888 VOC VRA 1 11 11 11 10 11 10 10 11 9 2 11 11 10 11 10 8 11 11 11 3 10 11 10 9 10 10 8 10 11 4 10 11 11 11 10 11 11 9 11 5 11 11 10 11 11 11 10 11 11 6 9 11 11 10 10 11 11 11 11 7 11 11 10 10 11 11 11 9 11 8 11 11 11 10 11 11 10 8 11 9 9 11 10 10 11 11 11 11 11 10 10 11 11 11 11 11 10 12 10 11 11 11 11 11 11 1.2 Kenmerken van de crisis De problemen in het vrouwencricket zijn niet uniek. Cricket in het algemeen, maar ook andere sporten, hebben te maken met een terugloop in het aantal leden en een maatschappelijke tendens van een mindere betrokkenheid bij sport. Ook is het zo dat concurrentie met andere sporten –bij de vrouwen vooral door hockey- een grote rol speelt in de terugloop en/of de kleinere aanwas van het aantal (nieuwe) cricketsters. Er kan geen twijfel over bestaan dat vrouwencricket in Nederland in levensgevaar is, als volgt samengevat: Dalende aantallen speelsters, teams, en verenigingen met een vrouwenafdeling Competitiestructuren die te weinig wedstrijden bieden met echte concurrentie / topcricket; Gebrek aan jonge vrouwelijke spelers, waardoor er een grote kloof bestaat tussen de ervaren speelsters (35+) en de meisjes die in de jeugd actief zijn; Kleine aantallen meisjes in de jeugdafdeling van de meeste verenigingen, die dan ook nog eens onvoldoende behouden blijven voor de vrouwenteams; Geen duidelijk traject tussen jeugdcricket en vrouwencricket in de verenigingen, ondanks de invoering van het Dutch Lionesses programma; Momenteel lijken er onvoldoende jonge getalenteerde speelsters te zijn die een gezonde toekomst van het nationale elftal waarborgen; hierbij wel de aantekening dat dit aantal groeiende is; Ondervertegenwoordiging van het vrouwencricket in het besturen van en de beleidsplanning door de verenigingen; dit geldt voor zowel clubs met damesteams als clubs zonder een damesafdeling (en voor het KNCB Bestuur en zijn commissies). 1.3 De huidige stand 1.3.1 Seniorencompetitie Van de 317 vrouwelijke spelers (van alle leeftijden) die in 2013 in e-cricket stonden, namen er in 2013 slechts 155, plus een handvol anonieme ‘invallers’, deel aan competitiewedstrijden. 3 De volgende tabel laat per vereniging de verdeling per leeftijdsgroep zien: Leeftijd competitiespeelsters 2013 30 A a n t a l s p e e l s t e r s R&Wit 25 VOC 20 Hermes Quick Haag 15 Groen-Geel 10 Quick 1888 5 Ajax VRA 0 U16 16-20 21-25 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51+ Kampong Leeftijdsgroepen speelsters Van deze speelsters zijn er 43 (27,7%) 36 jaar of ouder, bijna net zoveel als de 45 speelsters tussen de 21 en 30 jaar. Dit heeft een positieve kant, want het is duidelijk dat cricket de kans biedt aan vrouwen om hun hele leven door te blijven sporten. Het betekent tevens een vergrijzing van de spelersgroep; het is dus erg belangrijk dat door het neerzetten van een duidelijk traject vanuit de jeugd, vooral binnen de verenigingen, een continue vernieuwing plaatsvindt. 1.3.2 Junioren (9-18 jaar) In 2013 werden de aantallen meisjes die in de jeugdcompetities van de KNCB als volgt: Leeftijden meisjes in jeugdcompetities 2013 A a n t a l m e i s j e s 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Hermes Excelsior Kampong VRA B'daal Ajax MOP VCC U9 U10 U12 Leeftijdsgroepen U14 U16 R&W HCC Hieruit blijkt dat de spreiding over de diverse clubs ongelijk is, en dat er geen vereniging is die meisjes in alle leeftijdsgroepen heeft. Aan de andere kant is een aantal verenigingen (bijv. VOC en VCC) bezig met een systematisch opbouw van hun groep cricketende meisjes. 4 Omdat mijn vader crickette kwam ik al van jongs af aan op Quick en begon ik zelf zodra de mogelijkheid zich aandiende ook te cricketen. Nu, bijna 30 jaar later doe ik dat nog steeds. Ik hou dit zo lang vol omdat ik nog steeds heel veel plezier in het spel heb. Met aan de ene, en belangrijkste, kant het teambelang en de wil om te winnen, maar aan de andere kant ook de mogelijkheid om je eigen doelen te stellen en prestaties bij te houden. Waar ik in mijn eerste jaren veel leerde van de oudere speelsters, ervaar ik het nu ook als erg leuk om de jongere speelsters van nu te helpen, te coachen en te ondersteunen. Maar daarnaast blijft het teamresultaat en mijn eigen presteren belangrijk voor mij. Ik hoop dat ik het nog een tijd kan volhouden en uiteindelijk met mijn dochter, die nu 10 jaar is, nog in het eerste van Quick te kunnen spelen. Caroline Rambaldo (Quick Haag) 1.4 Initiatieven De KNCB heeft vanaf het seizoen 2012-13 de onderstaande initiatieven genomen om een verdere kentering in het meisjescricket ten goede te doen keren. Schoolcricket Bij schoolcricket worden tijdens reguliere gymlessen cricketlessen gegeven aan gemengde klassen. Vanuit de vereniging wordt gevraagd een vrouwelijk cricketster te laten assisteren als rolmodel. Meisjes krijgen een aparte flyer met het programma van de meisjesfestivals waaraan zij gratis kunnen meedoen. De verenigingen worden aangemoedigd een eigen flyer mee te geven. Meisjesfestival Vanaf 2012 zijn landelijke indoor meisjesfestivals gehouden, die het karakter van een instuif hebben. Deze festivals, hebben zowel een kennismaking met de cricketsport, als behoud en werving als doel. Ze staan open voor alle meisjes onder 17 jaar die cricket leuk vinden (lid of geen lid) en meer willen oefenen en spelen. Zowel meisjes die al bij een club spelen als ‘vriendinnetjes van’ mogen meedoen. Om de toegankelijkheid te vergroten, is deelname hieraan gratis. P.R. vindt plaats via de KNCB-website, social media, (jeugd)secretarissen van clubs en ouders die bekend zijn in het systeem. De festivals worden steeds in een andere stad gehouden om voor iedereen de reisafstand te beperken en bereikbaarheid te vergroten. Nederlands Elftalspeelsters en coaches van de Dutch Lionesses begeleiden de festivals, om deelneemsters in direct contact te brengen met rolmodellen. Meisjestoernooien In maart 2014 is het eerste meisjestoernooi voor meisjes tussen de 9-16 jaar, lid van een vereniging, gehouden. Het doel is om hen met en tegen elkaar te laten spelen in de U16/U13 en U10 leeftijdscategorieën en hen het plezier hiervan te laten ondervinden. De toernooien hebben vooral het behoud van deze (jonge) meisjes als doel. In de zomer van 2014 biedt de KNCB door het jaar jeugdtoernooien voor meisjes op verschillende locaties aan. Ook hier zijn internationals bij als begeleiding. De KNCB vergroot de toegankelijkheid door deelname gratis te maken. 5 Nationale meisjesteams Er zijn vertegenwoordigende meisjesteams in de leeftijdscategorieën U11, U13 en U15/U17. Verenigingen kunnen meisjes opgeven voor trialtrainingen, waarna de geselecteerden een wintertrainingsprogramma volgen onder leiding van KNCB-coaches. Afhankelijk van de aantallen wordt na de winter middels trialwedstrijden een selectie gemaakt voor het zomerprogramma. Dit programma omvat wedstrijden tegen clubteams, trainingen en een tour naar Engeland tegen county meisjesteams. Om meisjes te stimuleren hun spel te verbeteren, worden zij soms uitgenodigd mee te spelen/trainen in een team boven hun eigen team. Bijvoorbeeld: de U17speelsters trainen een keer mee met het Nederlands XI, U11-speelsters met U13. De teams worden ondersteund door een coach en manager(s), i.s.m. het Bondsbureau. Vrouwencricket kan de dynamiek binnen een club een enorme oppepper geven; dat weten we op VRA met name uit de jaren dat we drie vrouwenteams hadden. Dat gold niet alleen voor de zaterdagen wanneer er een damesteam thuisspeelde; op de zondag kwam er een groot aantal dames naar Heren 1 kijken, ook bij uitwedstrijden. Het clubgevoel werd daar absoluut door versterkt. Door vrouwen die cricketen komen er ook meer kinderen van jongs af aan in aanraking met onze sport en dat zou een bijdrage kunnen leveren aan een groei van het aantal jeugdspelers in Nederland. Een groei die we hard nodig hebben! Dorien Rauwerda-Kolen Kerklaan, voorzitter, VRA 1.5 De voordelen van het vrouwencricket Een van de kenmerken van het Nederlandse cricket is het fenomeen dat er geen aparte verenigingen voor vrouwelijke cricketers bestaan, zoals in het buitenland vaak wel het geval is. In Nederland zijn vrouwenteams altijd onderdeel van een algemene cricketvereniging, of van de cricketafdeling van een grotere (omni)sportvereniging. Deze organisatorische structuur heeft voordelen, maar er zit ook een gevaarlijke kant aan: Te vaak is het vrouwencricket in deze verenigingen een ondergeschoven kindje, waardoor inmiddels een flink aantal vrouwenteams is verdwenen; Te vaak ook zijn de vrouwelijke leden tevreden (geweest) met alleen hun eigen team en spelplezier, en hebben ze te weinig aandacht (gehad) voor de toekomst van het vrouwencricket binnen hun club, én voor het bredere belang van de vereniging en het damescricket in zijn geheel. Het hebben van meer vrouwen- en meisjesteams kent een breed scala aan voordelen: Voordelen voor de vereniging: Aanzienlijke versterking van de vereniging in alle opzichten Een organisatie die de (lokale) maatschappij weerspiegelt, waarbij mannen en vrouwen gelijk zijn aan elkaar en met elkaar samenwerken én samenzijn Een gezellige sfeer die meer sociale mogelijkheden biedt 6 Vrouwen en meisjes erbij betekent een duurzame toekomst Verhoging van contributie-inkomsten door groei in het ledenbestand Optimaal gebruik van faciliteiten door een groter aantal teams Door betrokkenheid van ouders en partners een sterkere clubstructuur met meer beschikbare vrijwilligers Grotere toegankelijkheid voor nieuwe leden door herkenning van de brede basis van de vereniging. Voordelen voor het Nederlandse cricket: Een verhoging van het totaal aantal speelsters Door een betere balans in vrouwen en mannen een beter imago van de sport Betere kans op een grotere financiële bijdrage, zowel extern (sponsoring) als intern Waarborg van de toekomst van het nationale elftal als gevolg van een ruimere selectie van vrouwelijke spelers Voordelen voor de maatschappij: Bijdrage aan de verhoging van de participatie van vrouwen in de sport Meer bewegingsactiviteiten, zowel in de zomer als in de winter Een sport waarin normen en waarden een belangrijke rol spelen Integratiemogelijkheden binnen omnisportverenigingen en tussen verschillende bevolkingsgroepen. ‘Women have been playing cricket for centuries. The first recorded match between two female sides was Surrey v Hampshire in 1811. Women’s Test cricket began in 1934. The first cricket World Cup was contested by women in 1973, two years before the men. There are women cricket writers, photographers, physios, scorers, press officers, committee members and administrators. Behind almost every promising young cricketer there is a longsuffering mum, equipped with a car, a washing machine, formidable powers of organisation and a shoulder to cry on after a golden duck. Yet some men still behave as if cricket was an allmale game. It’s not just sexist – it’s stupid.’ - Young Wisden, p. 38 7 Van boven naar beneden Links: Twee cricketheldinnen van het Nederlands vrouwencricket, Caroline Salomons (VRA) en Pauline te Beest (R&W, rechts). Aanvoerster van het Nederlands XI, Denise Hannema, in volle vlucht bij het fielden Het MCC-vrouwenteam op bezoek in Nederland 2012 Rechts: Een gezellig en vrolijk Hilkamp-clubteam na een zomers potje cricket Meiden op de nationale jeugd openingsdag op Kampong, met international Eric Szwarczysnki Miranda Veringmeier (Hermes DVS), wicketkeeper en openingsbat van het Nederlandse XI 8 2. Groei 2.1 Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheid om de huidige stand van het vrouwencricket te verbeteren, ligt bij verschillende instanties en personen: bij de Bond, om geschikte kaders en structuren te ontwikkelen, en verenigingen steun te bieden waar en wanneer nodig; bij de verenigingen, om aantrekkelijke programma’s en faciliteiten voor meisjes- en vrouwencricket aan te bieden en doelgerichte wervingsprogramma’s uit te voeren. Huidige en voormalige speelsters kunnen ook een belangrijke bijdrage leveren door zich in te zetten bij het formuleren en uitvoeren van een beleid dat gericht is op vrouwen- en meisjescricket, bijvoorbeeld door lid te zijn van het clubbestuur, jeugdcommissie, optreden als coach, enz. 2.2 Aanpak De Actiegroep is ervan overtuigd dat het meisjes- en vrouwencricket cruciaal is voor de gezondheid van het spel en de samenstelling van cricketverenigingen in Nederland. Daarom dient het een veel hogere prioriteit te krijgen in de ontwikkelingsplannen van de verenigingen en van de Bond. Een geïntegreerde strategie dient gevolgd te worden om de huidige situatie radicaal te verbeteren. Een strategie waarin alle betrokkenen een duidelijke rol hebben. De belangrijkste elementen van de voorgestelde aanpak zijn: 1. Een doordachte wervingscampagne op landelijk, regionaal en plaatselijk niveau waarbinnen de KNCB en de verenigingen samenwerken (o.a. binnen de kaders van het KNCB Club Support Programma), waardoor de aantallen groeien in alle leeftijdsgroepen (vooral meisjes van 14 t/m 18 en vrouwen van 18 t/m 25) met wervingsactiviteiten die een specifiek, ambitieus einddoel bevatten en meerdere contactmomenten aanbieden 2. Cluborganisaties die in staat zijn jonge vrouwelijke cricketers aan te trekken en te behouden, en die de ouders op diverse manieren betrekken bij de organisatie 3. Werving van specifieke aandachtsgroepen 4. Regionale samenwerking van verenigingen om meisjes van 14 t/m 16 jaar samen te voegen in een regionaal meisjesteam en hen extra mogelijkheden geven om met en tegen elkaar te spelen 5. Competitiestructuren die aan iedere speelster de gelegenheid bieden om optimaal te presteren op een geschikt niveau, en van het spel te genieten 6. Coachingprogramma’s op club- en landelijk niveau, waardoor iedere speelster de kans krijgt haar prestaties te verbeteren 7. Een duidelijke traject van de jongste leeftijdsgroepen naar de seniorencompetitie en het nationale elftal (zie Bijlage A). 2.2.1 Werving Het hoofddoel van de wervingscampagne moet zijn om binnen een periode van vijf jaar het aantal vrouwen die actief cricketen te verhogen met 50% en het aantal meisjes te verdubbelen (100%). 9 De daarvoor benodigde aantallen nieuwe speelsters zijn in feite redelijk: Groeitargets 2013-2018 2014 2015 2016 2017 2018 Vrouwen (+8.5% p.j.) Begin Groei Totaal 150 13 163 162 15 177 177 15 192 192 16 208 208 17 225 50% verhoging in vijf jaar Meisjes (+15% p.j.) Begin Groei Totaal 70 10 80 80 12 92 92 12 104 104 16 120 120 20 140 Verdubbeling in vijf jaar Deze einddoelen zijn te bereiken door: Aantrekken van nieuwe speelsters, en Behoud van huidige speelsters. Als je aan de beurt bent om te bowlen of te batten, moet je echt presteren. Je doet het voor je team, maar het komt op jou aan. Ik vergelijk het vaak met optreden. Je staat voor een publiek en dan moet het gebeuren. Dat gevoel vergeet je nooit meer en je wordt er vanzelf beter in! En dan de sportiviteit en de verbroedering (of verzustering bij meisjes). Iedere cricketer weet hoe het voelt om op de eerste bal uit te gaan en om een slechte over te bowlen. Je leeft met elkaar mee, en meisjes zijn daar juist heel goed in. En dan zie je dat ook meisjes in de U10 leeftijd, die elkaar van tevoren helemaal niet kenden, als grote vriendinnen het veld verlaten, ook al speelden ze TEGEN elkaar. Annebo Verhoeven, Jeugdcommissie, VOC Meisjes Het werven van meisjes dient te bestaan uit een combinatie van werving uit bestaande jeugdprogramma’s en (nieuwe) clubinitiatieven, en competitiestructuren waarbinnen meisjesteams het hele jaar door kunnen spelen - binnen en buiten. De Actiegroep is ervan overtuigd dat de kansen op een succesvolle wervingscampagne voor meisjes veel hoger zijn, als het mogelijk is een bestaande groep (bijv. team- of klasgenoten, of een binnensportteam in de winter) te benaderen en erbij te trekken. De Actiegroep doet de aanbeveling dat dit een belangrijk aandachtspunt dient te zijn bij wervingsinitiatieven door verenigingen. Daarnaast is het van groot belang de ouders van de potentiële leden actief te betrekken in de werving. Als zij het spel leuk vinden en van de verenigingssfeer genieten, is de kans veel groter dat hun kinderen blijven of gaan spelen. Verder vormen deze ouders een potentiële bron van vrijwilligers c.q. begeleiders. 10 Vrouwen Gezien de huidige leeftijdsopbouw van de speelsters, is een zeer actieve campagne nodig om oudere speelsters te vervangen wanneer zij met cricket stoppen. Dit houdt in: Een campagne gericht op specifieke aandachtsgroepen (zie 2.3.3), en Vorming van nieuwe vrouwenteams in verenigingen waar vrouwencricket op dit moment niet (meer) bestaat. 2.2.2 Infrastructuur In overeenstemming met de visie van de KNCB om zorg te dragen voor een omgeving, structuur en organisatie zal het (jeugd)programma ook de randvoorwaarden moeten scheppen waarin iedere cricketer op een aangename manier zijn of haar sport kan bedrijven. Het gaat met name om een veilige en vertrouwde omgeving waarin: Kinderen kunnen genieten van het leren van het spel Door goede organisatie van trainingen en wedstrijden spelers / speelsters altijd de juiste uitdaging krijgen De cricketsters een optimale spelvreugde beleven en maximaal niveau behalen. De Actiegroep stelt dan ook voor dat alle verenigingen de voordelen van een duurzame vrouwenafdeling serieus in overweging nemen. Het helpt enorm als het duidelijk is dat de vereniging een warm hart heeft voor meisjes- en vrouwencricket, en dat vrouwen actief zijn en belangrijke functies vervullen in de organisatie. De Actiegroep denkt wel dat verenigingen met een nadrukkelijke doelstelling om het meisjes/vrouwencricket te laten groeien, zich bewust dienen te zijn van de verschillen tussen meisjes/dames en jongens/heren, en dit tot uiting laten komen in de benadering van de trainingen/wedstrijden en de ontwikkeling van de teamgeest. Afhankelijk van het niveau kan aandacht geschonken worden aan de onderlinge verbondenheid, het samenspel en organisatie van eventuele cricketactiviteiten gericht op meisjes/vrouwen. Voor wat betreft de crickettechnische kant kunnen enthousiaste en gekwalificeerde coaches een belangrijke basis leggen om het basisniveau neer te zetten en zo veel mogelijk uit de speelsters te halen. Technisch zijn er verschillen in het aanleren van crickettechnieken. De cricketbeleving bij meisjes is een andere dan bij jongens. Derhalve zullen de randvoorwaarden en de rol van de coaches (benadering spelelement in training en wedstrijden) en managers (benadrukken teamgeest) anders ingevuld dienen te worden om te voldoen aan de behoeftes van (jonge) speelsters en hun ouders. Daarnaast zijn actieve en betrokken managers onmisbaar voor het reilen en zeilen van cricketactiviteiten voor meiden. We moeten ons ook realiseren hoe belangrijk in dit opzicht betrokken en enthousiaste vrijwilligers zijn. Tot slot is de jeugdcommissie een belangrijke waarde in het realiseren van bovenstaande doelstelling om de randvoorwaarden te creëren en het beleid van KNCB en vereniging te vertalen naar cricketaanbod voor de jeugd. 2.2.3 Specifieke aandachtsgroepen De wervingsstrategie zal voor iedere vereniging anders zijn, maar de Actiegroep vindt dat in ieder geval de volgende groepen van belang zijn. Landelijke steun vanuit het Bondsbureau kan een belangrijke impuls betekenen voor het enthousiasmeren van deze groepen voor cricket. Al sinds mijn achtste zit ik op hockey. Half Nederland hockeyt, maar cricket was voor mij erg onbekend. Nu, na enkele weken 11 crickettraining, zijn de vooroordelen die ik voorheen had grotendeels verdwenen. Ik dacht dat het een passief en langdradig spelletje zou zijn, maar dit valt me reuze mee. Ook als je in het veld staat moet je in de gaten houden wat je positie en die van je teamgenoten is en moet je per slag inschatten waar je moet gaan staan. Je bent dus wel degelijk continu bezig! Het slaan is toch wel mijn favoriet. De bal hard raken geeft mij een enorme kick, maar de bal goed mikken is lastiger. Dit heeft alles te maken met mijn beroerde (hockeyachtige) slaghouding, dit is dus nog een puntje van aandacht… Net zoals dat ik andere (ongeschreven) regels binnen het cricket nog beter moet leren; lange broeken blijken hét te zijn, halverwege een wedstrijd wordt deze onderbroken voor ‘tea’, ons kent ons dus wees altijd vriendelijk tegen iedereen, bij ‘no ball’ komt er wel een bal en moet je altijd slaan en bij het roepen van ‘howzat?’ kan je zomaar eens je gelijk krijgen! Janneke Nix (Kampong) Leden van overige afdelingen van de eigen vereniging Voor sporters die onderdeel uitmaken van een omnisportvereniging, is de overstap naar een andere afdeling binnen die vereniging makkelijker. Dit geldt niet alleen voor bestaande leden, maar ook voor familieleden. Binnen die laatste groep bestaat zeker ook de mogelijkheid tot het werven van nieuwe cricketsters. Door het geven van clinics aan potentiële vrouwelijke cricketers zal met name het spelplezier benadrukt worden, en in mindere mate op de technische aspecten van het cricketspel worden gelet. Deze clinics hoeven geen op zich staand evenement te zijn, maar kunnen ook onderdeel uitmaken van een (periodiek) terugkerende (wervings)activiteit. Het moet voor iedereen duidelijk zijn hoe vrouwen en meisjes die belangstelling hebben voor cricket, verder kunnen komen door actief deel te nemen aan de oefen- en spelprogramma’s van de verenigingen. Leden van verenigingen uit de buurt Vaak zit een cricketvereniging op een complex waar meerdere clubs gevestigd zijn. Hoewel men elkaar vaak als ‘concurrent’ beschouwt, zijn er best mogelijkheden om samen te werken en hierdoor een extra bron van spelers aan te boren. De steeds grotere overlap met het voetbal- en hockeyseizoen maakt het er niet gemakkelijker op, maar het is zeker de moeite waard deze mogelijkheden te onderzoeken. In het bijzonder m.b.t. speelsters die in de winter bij een andere sport op recreatief niveau spelen. Leerlingen uit scholenprojecten De scholenprojecten die in het kader van het Jeugdplan 2012-2014 door de KNCB in samenwerking met het Bondsbureau en de verenigingen, en met ondersteuning van de ICC Europe Regional Support Grant, uitgevoerd worden, bestaan uit: Projecten met (groepen van) basisscholen in geselecteerde regio’s 12 De Bilingual Schools Cricket Challenge, georganiseerd in samenwerking met het ‘Europees Platform voor Tweetalig Onderwijs’, en gericht op leerlingen in het tweede jaar van de middelbare scholen die een Engelstalige leerweg bevatten. Natuurlijk vormen meisjes ongeveer de helft van de leerlingen in deze projecten. Ook zij krijgen een eerste basiskennis van de cricketsport en zij doen vaak mee aan een toernooi. Vanzelfsprekend dient het aanbod van verenigingen zo aantrekkelijk mogelijk te zijn: Hoe duidelijker het is dat de jeugdafdeling actief is op het gebied van meisjescricket, hoe makkelijker het is nieuwe vrouwelijke cricketers in het programma te integreren. Dit kan betekenen: meisjesteams in de huidige competities en de nog te ontwikkelen meisjescompetities, een programma van clinics en trainingssessies dat gericht is op het brengen van meisjes van beginnerniveau naar een niveau waarop zij mee kunnen doen in de Bondscompetities (zowel indoor als regulier). Een clubstructuur waarbinnen meisjes en hun ouders zich welkom voelen en een duidelijke rol kunnen spelen (zie 8 beneden). Hieruit volgt dat, indien een vereniging momenteel geen vrouwenteam heeft, er een duidelijke strategie ontwikkeld dient te worden waardoor meisjes op termijn ook bij hun eigen vereniging vrouwencricket kunnen beoefenen. In de ontwikkelingsfase kan samenwerking tussen verenigingen die zelf nog niet voldoende meiden/dames hebben om een eigen clubteam te vormen, een positieve rol spelen door het vormen van een combinatieploeg. Studenten In steden waar één of meerdere instellingen van hoger onderwijs zijn gevestigd en een cricketvereniging bestaat, zijn studenten een potentiële bron van nieuwe leden. Vaak zijn er al speelsters onder de studenten, die kunnen meewerken aan het werven van geïnteresseerde studiegenoten, hetzij vrouwen die vroeger hebben gecricket, hetzij beginners. Het Bondsbestuur heeft al de wens geuit om universiteitscricket te gaan/laten ontwikkelen, maar dit initiatief is nog niet geïnitieerd. Hiervoor is een organisatiestructuur binnen de universiteiten zelf een vereiste. Duidelijk moge zijn dat momenteel, gezien het grote aantal studentes, de mogelijkheden voor groei proportioneel groter zijn bij vrouwelijke studenten. 13 Onze aanbeveling is dat hiervoor een taakgroep gevormd wordt (of voor universiteitscricket als geheel, of specifiek voor vrouwencricket bij de universiteiten) om een landelijk initiatief op dit gebied van de grond te krijgen. Meisjes/vrouwen uit specifieke bevolkingsgroepen Een van de grootste verschillen tussen mannen- en vrouwencricket in Nederland is, dat bij de eerste tegenwoordig de meerderheid van de spelers van Pakistaanse, Indiase, Sri Lankaanse of Surinaamse afkomst is, terwijl er bij de vrouwen maar een handvol speelsters uit deze bevolkingsgroepen komt. De demografische veranderingen in het mannencricket hebben in zekere mate als tegenwicht gegolden voor de daling in aantallen spelers van Nederlandse afkomst. Bij de vrouwen is dit niet het geval. Zonder twijfel zitten er belangrijke culturele factoren achter dit grote demografische verschil. Toch zijn er aanwijzingen dat door een goed doordacht wervingsprogramma, ondersteund door belangrijke instanties binnen de bevolkingsgroepen zelf, een grotere vertegenwoordiging van meisjes en vrouwen van ‘Subcontinentale’ afkomst te bereiken is. Deze ontwikkeling zou positieve gevolgen hebben voor de betreffende verenigingen, voor het Nederlandse cricket, en voor de bredere maatschappij. Hier zouden rolmodellen ook van zeer groot belang zijn. De Actiegroep is van mening dat dit een belangrijk onderwerp is, dat met name op landelijk niveau en in samenwerking met (vertegenwoordigende) instanties uit de betreffende bevolkingsgroepen aangepakt dient te worden. 2.2.4. Regionale samenwerking In sommige gevallen kan een vorm van regionale samenwerking helpen, bijv. in regionale wervingsactiviteiten, het vormen van combinatieteams (zie boven), en het organiseren van gezamenlijke festivals en (kleine) toernooien. 2.2.5. Competities Meisjes Om meisjes langer bij cricket te blijven houden moet gestreefd worden om zo veel mogelijk meisjes teams te ontwikkelen. Dit is bijzonder belangrijk vanaf U14, waar het meestal niet meer mogelijk is voor meiden op competitief niveau in jongensteams te spelen. Uit ervaring is het ook duidelijk dat jongere meisjes de voorkeur geven aan het spelen met een groep meisjes. Om een duidelijk traject voor jonge vrouwelijke cricketers te creëren moeten nieuwe competities ontwikkeld worden. Een begin is al gemaakt met de in 2013 geïntroduceerde Lionesses Cup. In maart 2014 werd een eerste indoortoernooi voor meisjes gehouden, met twee teams per leeftijdsgroep bij U12, U14 en U16. Dit initiatief wordt in de komende jaren voortgezet. In overleg met de Jeugdcommissie van de KNCB wordt mogelijk voor meisjes(teams) een compacte competitie in de zomer van 2014 aangeboden om ze extra speelmogelijkheden met meiden onderling aan te bieden. Samengevat ziet het voorstel er als volgt uit: 2014 Indoor Meisjestoernooi (drie teams, u12 t/m u16) 14 Outdoor Club-/regiotoernooien, U12 en U14 Lionesses Cup 2015 Regiotoernooien 2016 Clubtoernooien (u10 t/m u14) Regiotoernooien (u12 én u16) Clubtoernooi (u10 t/m u14) Regiotoernooien (u12 én u16) 2017 2018 Clubtoernooien (u10, u12 én u14) Regiotoernooien (u12 én u16) Club-/regiotoernooien, U12 en U14 Lionesses Cup Regiocompetities (u12 én u14) Lionesses Cup Clubcompetitie (u12 t/m u14) Regiocompetities(u12 t/m u16) Lionesses Cup Clubcompetities (u12 t/m u16) Regiocompetities (u12 t/m u16) Lionesses Cup Senioren Gezien de kleine aantallen, en in bijzonder het kleine aantal speelsters dat op het hoogste niveau wil of kan presteren, moet een raamwerk ontwikkeld worden waardoor de doelstelling van dit rapport, iedere speelster cricket op haar niveau, gewaarborgd kan worden. Gebleken is dat het krachtsverschil in sommige wedstrijden tussen een aantal sterke teams en de andere teams zeker aanwezig is. De commissie heeft verschillende vormen besproken om een oplossing voor deze uitdaging te vinden. Voor de competitieve, sterke speelsters zal een competitievorm aanwezig zijn waarbij in belangrijke mate aangesloten zal worden bij de internationale vereisten. Voor de speelsters met minder ervaring en/of kwaliteit, voor wie het cricket een socialer karakter heeft, zal een, mogelijk kortere, competitievorm beter van toepassing zijn. Uiteraard dient hierbij zeker aandacht geschonken te worden aan de speelsters, die wel heel graag tegen b.v. Nederlands elftal-speelsters uit willen komen of jongere cricketers, die veel kunnen leren van de meer ervaren en betere speelsters. In overleg met vertegenwoordigers van de verenigingen die op dit moment een vrouwenelftal hebben, zijn de volgende grondbeginselen m.b.t. de vrouwencompetitie aangenomen. Een bijdrage leveren aan het herstel van het Nederlandse vrouwencricket; m.a.w. een structuur creëren die in de komende seizoenen uitgebreid kan worden met de beoogde groei in het aantal deelnemende teams Iedere speelster de gelegenheid bieden zoveel mogelijk spelplezier te hebben, m.a.w. een goede balans te krijgen tussen de behoeftes van zowel breedtesport als topsport De kans bieden aan de beste speelsters om zich optimaal voor te bereiden op hun internationale verplichtingen Een kweekplaats vormen voor jonge speelsters om hun talent maximaal te ontplooien. Om deze grondbeginselen voor 2014 concreet te maken, is een competitieopzet goedgekeurd door het Bondsbestuur die in Bijlage B is opgenomen. Als we in 2018 het doel van 225 speelsters bereiken, zal dat een totaal van minimaal 15 teams opleveren, waardoor de klassen meer teams kunnen bevatten. Hoogstwaarschijnlijk is er dan per vereniging meer dan 1 team ingeschreven, zodat de beste speelsters meer concurrentie krijgen, terwijl beginnende of recreatieve speelsters in een gepaste omgeving en sfeer spelen. 2.2.6. Coaching De Actiegroep is ervan overtuigd dat er duidelijke verschillen bestaan tussen de manier van coaches van meisjes en vrouwen , en die voor jongens en mannen. Verschillen in psychologische gesteldheid, motivatie, zelfvertrouwen, manieren van communicatie, de band met teamgenoten en met de coach, spelen allemaal een belangrijke rol in het opzetten van een succesvol programma voor meisjes en vrouwen. 15 Die verschillen dienen allemaal duidelijk in kaart gebracht te worden voor de manier van coaching bij de vereniging. Onze aanbevelingen zijn dat Waar mogelijk specifieke coachingprogramma’s voor meisjes en vrouwen op club en landelijk niveau georganiseerd worden Specifieke aandacht voor coaching van meisjes en vrouwen bij alle coaching cursussen en congressen (en/of een aparte cursus of workshop over dit onderwerp) en dat Bij iedere coaching cursus twee plaatsen gereserveerd worden voor coaches die een belangrijke rol willen gaan spelen in de coaching van vrouwen en meisjes op clubniveau. De coaches van het Dutch Lionesses zich bewust worden / zijn van deze specifieke verschillen en in hun terugkoppeling aan de speelster, in woord en geschrift, aandacht zullen geven aan de elementen van spelbenadering, teamgeest, onderlinge verhoudingen. 3. P.R. In alle wervingsactiviteiten (gedrukt materiaal, informatie online, clinics, sociale evenementen) is het belangrijk dat zoveel mogelijk aandacht wordt besteed aan rolmodellen c.q. meisjes en vrouwen die succes op het cricketveld weten te combineren met succes in het onderwijs, hun carrière enz. Creatief gebruik van het internet en de sociale media kan een positieve rol spelen. Aandacht dient er tevens te zijn voor het vrouwen- en meisjescricket bij het KNCB Cricket Gala. 3.1 Het internet en de sociale media Goed informatiemateriaal is uiteraard belangrijk en het Bondsbureau kan hierin een belangrijke rol spelen ter ondersteuning van de vereniging. 3.1.1 Website KNCB en verenigingen Het is belangrijk voor de werving van nieuwe speelsters in alle leeftijdsgroepen dat meisjes- en vrouwencricket een duidelijke plaats hebben op de websites van de Bond en van de verenigingen. Alle informatie over dit onderwerp moet makkelijk te vinden zijn en altijd actueel blijven. De Actiegroep weet dat er een structurele herziening van de KNCB website is uitgevoerd, en hierop is het zicht op het meisjes/vrouwencricket al zichtbaar verbeterd. Hetzelfde zou moeten gelden voor de aanwezigheid van meisjes- en vrouwencricket op de websites van de verenigingen. 16 Op de websites van de verenigingen en van de Bond kunnen meer actiefoto’s van speelsters ook dienen als uithangbord voor het vrouwencricket. 3.1.2. Social media De verschillende sociale media (Facebook, Twitter, WhatsApp enz.) zijn ook van groot belang in het verhogen van het profiel van (vrouwen)cricket. De Bond en meerdere verenigingen maken hier steeds meer gebruik hiervan. Aangezien het gebruik van sociale media door meiden/vrouwen anders en vaak veel intensiever is dan bij jongens/mannen, kan het een grote bijdrage vormen aan de informatievoorziening en ‘binding’. De Actiegroep adviseert om actief na te gaan hoe de communicatie van activiteiten in en rond meisjes- en vrouwencricket in deze media geoptimaliseerd kan worden. Een idee is dat iedere vereniging met een meisjes- en/of vrouwenteam z.s.m. een eigen Facebook-pagina maakt. A woman invented round-arm bowling! In the early 19th century Christina Willes, practicing with her brother John in their backyard, bowled round-arm as she could not deliver the ball underarm, as then was common practice, as it was the only way to stop her hooped skirt getting in the way. That round-arm technique resulted in a faster delivery, with more spin and cut. Her brother John tried this technique at Lord’s in 1821, and was immediately no-balled. Upset he ran from the field and rode away on his horse vowing never to play cricket again. Over-arm was only legalized in 1835. 17 4. Overzicht van aanbevelingen en acties Bestuur 1 2 3 4 5 6 7 Bureau Alle verenigingen nemen de voordelen van een duurzame vrouwenafdeling voor hun vereniging serieus in overweging. Uitvoeren Het streven is binnen een periode van vijf jaar het aantal vrouwen die actief cricketen met 50% te verhogen (150 > 300), en het aantal meisjes te verdubbelen (70 > 140). Een doordachte wervingscampagne uitvoeren op landelijk, regionaal en plaatselijk niveau, waarbij de KNCB en de verenigingen samenwerken (o.a. binnen de kaders van het Club Support Programma), met aandacht voor alle leeftijdsgroepen, maar vooral voor meisjes van 14 t/m 18 en vrouwen van 18 t/m 25). De focus In deze campagne ligt op: leden van overige afdelingen van de eigen vereniging leden van verenigingen in de buurt leerlingen uit bestaande scholenprojecten studenten, en meisjes en vrouwen uit specifieke bevolkingsgroepen. Steunt waar nodig In alle wervingsactiviteiten zo veel mogelijk aandacht besteden rolmodellen c.q. meisjes en vrouwen die succes op het cricketveld weten te combineren met succes in het onderwijs, hun carrière enz. . Een systeem opbouwen van club en regionale competities (inclusief festivals) voor meisjes op om een duidelijk traject vanuit de jongste jeugd tot de senioren te creëren. De seniorencompetities dusdanig structureren om: een bijdrage te leveren aan het herstel van het Nederlandse vrouwencricket iedere speelster de gelegenheid te bieden zoveel mogelijk spelplezier te hebben de kans te bieden aan de beste speelsters om zich optimaal voor te bereiden op hun internationale verplichtingen 18 Clubs Steunt Uitvoeren Leidt en steunt Uitvoeren Creëert de nodige kaders Nemen de locale initiatieven Steunt Uitvoeren Voert uit Beslist Stelt voor en organiseert een kweekplaats te vormen voor jonge speelsters om hun talent maximaal te ontplooien. 8 Waar mogelijk specifieke coachingprogramma’s voor meisjes en vrouwen op club en landelijk niveau georganiseerd worden. 9 Specifieke aandacht voor coaching van meisjes en vrouwen bij alle coaching cursussen en congressen (en/of een aparte cursus of workshop organiseren over dit onderwerp). 10 Wij reserveren bij ieder coaching cursus twee plaatsen voor coaches die een belangrijke rol gaan spelen in de coaching van vrouwen en meisjes op clubniveau. 11 Wij optimaliseren de communicatie van activiteiten in en rond meisjes- en vrouwencricket op het internet en in de sociale media. 12 Iedere vereniging met een meisjes- of vrouwenteam richt z.s.m. een eigen Facebookpagina daarvoor op. 19 Organiseert op landelijk niveau Organiseren op club en regionaal niveau Voert uit Voert uit Voert op Bondsniveau uit Voeren uit op clubniveau Uitvoeren Bijlage A Development pathways to 2018 U7/8 U9 U10 U12 U13 Interne club activiteiten (alle kinderen samen) Alle kinderen samen (meisjesteams waar mogelijk) Alle kinderen samen (meisjesteams waar mogelijk) Meisjescompetities (club) Meisjescompetities (regionaal) Meisjescompetities (club) Meisjescompetities (regionaal) Lionesses U13 U14 Lionesses U15 U15 Meisjescompetities (club) Meisjescompetities (regionaal) Lionesses’ Cup U16 Lionesses U17 U17 Senioren Vrouwencompetities Vrouwencompetities 20 Nederlands elftal Bijlage B Competitieopzet 2014 Het schema van de reguliere competitie gaat er vanuit dat er in 2014 minimaal negen en maximaal twaalf teams aan meedoen. Hiernaast is er ruimte voor een minder formele klasse, bestaand uit beginnende teams, die in ieder geval een aantal wedstrijden zullen willen spelen. Voor elke klasse de spelvorm aanpassen aan de ambities en de vaardigheden van de speelsters. In de T20 competitie stellen we een format op waarbij de meeste wedstrijden gespeeld worden op drie ‘festivaldagen’, waar vier teams twee wedstrijden spelen, of een vergelijkbare vorm. Reguliere competitie Fase 1 (mei) Twee poules van 4 à 6 teams (afhankelijk van inschrijvingen), ingedeeld op eindrangschikkingen van vorig seizoen (gemengd qua sterkte). Teams spelen één keer tegen elkaar. 40 overs. Beginnersklasse: 20 overs (misschien om de week, of in festivalvorm). Fase 2 (juli-augustus) Drie klassen: Hoofdklasse (twee beste teams uit elke poule): volledige competitie, zes wedstrijden van 45 overs. Geen play-offs. Eerste Klasse: (teams 3, 4, 5 en eventueel 6 uit elke poule): volledige competitie, zes wedstrijden van 40 overs Beginnersklasse (overige teams): voortzetting met festivals met meerdere teams op één dag op één club. Twenty20 Cup (juni) Vier poules, ingedeeld op sterkte. Optie: ieder team moet vooraf een spelerslijst van [?maximaal 18] speelsters indienen. Speelsters uit de nationale selectie mogen op de lijst van maar één team staan. Overige speelsters mogen op de lijst van maximaal twee teams staan. Vanaf het moment dat een speelster in de competitie deelneemt, mag zij niet meer in een ander team uitkomen. Voorstel: Poule A Quick Haag Kampong Hermes-DVS VRA Poule B Ajax Quick 1888 Groen Geel Poule C VOC Excelsior Kampong 2 Poule D Hilkamp VCC Kampong 3 Rood en Wit Poules A en B: halve competities (drie wedstrijden per team) Poules C en D: volledige competities (vier wedstrijden per team) Finaledag: Nr. 4 Groep A tegen Nr. 1 Groep B (play-off) Nrs. 1 en 2 Groep A om landkampioenschap, nr. 3 en winnaar play-off om 3e plaats Verliezer play-off en nr. 2 Groep B om eerste plaats Groep B, nrs. 3 en 4 om 3e plaats Nrs. 1 van groep C en D om het kampioenschap lagere klassen 21
© Copyright 2024 ExpyDoc