Jaarverslag 2013 cie Steunverlening

Jaarverslag 2013
van de
Commissie Steunverlening
van de Protestantse Kerk in Nederland
Steunverlening
aan plaatselijke kerkelijke gemeenten
Utrecht, maart 2014
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2
Woord vooraf .......................................................................................................................................... 3
1. Werkzaamheden in 2013 .................................................................................................................... 4
1.2.
Aandachtspunten uit het verslagjaar ...................................................................................... 4
1.2.1 Rapport “van gemeenten voor gemeenten” ....................................................................... 4
1.2.2 Stimuleringsbijdrage revitaliseren gemeenten ................................................................... 4
1.2.3 Stimuleringsbijdrage project ‘Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving’ ............................ 4
1.2.4 Relatie met de RCBB’s en de gemeenteadviseurs ............................................................... 5
1.2.4 Communicatie..................................................................................................................... 5
2. Cijfers & Trends ................................................................................................................................ 6
2.1.
Subsidietoezeggingen aan de plaatselijke gemeenten in 2013 .............................................. 6
2.1.1 Ontwikkeling subsidietoezeggingen aan de plaatselijke gemeenten in 2013..................... 7
2.2.2 Middelen specifiek bestemd voor het bewaren en inbrengen van de Lutherse traditie.... 7
2.2.3 Stimuleringsbijdrage Samenwerkende Gemeenten ........................................................... 8
2.2.4 Ondersteuning verzelfstandiging pioniersplekken Missionair Werk en Kerkgroei ............. 8
2.2.5 Rentesubsidies................................................................................................................... 10
2.2.6 De beschikbare middelen .................................................................................................. 10
3. De organisatie van de steunverlening aan de plaatselijke gemeenten ............................................ 11
3.1
Commissie Steunverlening .................................................................................................... 11
3.2
Taakstelling voor de Commissie Steunverlening ................................................................... 11
3.3
Bureau Steunverlening .......................................................................................................... 11
4. Vooruitblik 2014 ................................................................................................................................ 12
2
Woord vooraf
De resultaten van de ingezette route uit 2011 aan de hand van het rapport ‘Van gemeenten voor
gemeenten” werden in 2013 duidelijk zichtbaar. Het aantal behandelde pastoraatsaanvragen zijn
flink gestegen. 2013 stond in het teken van het verder uitwerken van de criteria van het beleid.
Het resultaat hiervan was dat in 2013 twee protestante pioniersplekken zijn ondersteund om het
verzelfstandigingsproces mogelijk te maken. Verder zijn 81 subsidies toegezegd in het kader van het
project ‘Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving’. Ook werden in 2013 diverse stimuleringsbijdragen
aan samenwerkende gemeenten (SAGE project) toegezegd en zijn er kleine subsidies verstrekt
waarbij gemeenten gestimuleerd worden om samen met de gemeenteadviseur over de toekomst
van de gemeente na te denken en een revitaliseringsplan op te stellen.
De Commissie spreekt de intentie uit dat in 2014 de diverse programma’s binnen de Dienstenorganisatie ondersteunend aan de Commissie Steunverlening mogen zijn. Met als doel dat de Commissie
Steunverlening vanuit haar eigen opdracht en onafhankelijke functie de plaatselijke gemeente mag
ondersteunen.
3
1. Werkzaamheden in 2013
1.2.
Aandachtspunten uit het verslagjaar
De Commissie heeft naast het behandeling van de subsidieaanvragen zich ook meerdere malen gebogen over een aantal inhoudelijke zaken, die mede bepalend zijn voor het te voeren beleid. In het
hieronder gestelde treft u de hoofdmomenten op een rij.
1.2.1 Rapport “van gemeenten voor gemeenten”
De Commissie Steunverlening heeft evenals voorgaande jaren, het afgelopen jaar veel aandacht
gegeven aan het rapport “Van gemeenten voor gemeenten” om de criteria van het geformuleerde
beleid te implementeren. In 2011 heeft dit geleid tot het toezeggen van stimuleringsbijdragen voor
samenwerkende gemeenten en het besluit om het mogelijk te maken protestantse pioniersplekken
te ondersteunen. In 2012 is deze route verder uitgewerkt met als resultaat een stimuleringsbijdrage
aan gemeenten voor deelname aan ‘Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving’.
In 2013 heeft de Commissie een vervolgstap gezet en dit heeft geresulteerd in besluitvorming op een
tweetal punten:
1. Stimuleringsbijdrage revitaliseren gemeenten;
2. Continueren stimuleringsbijdrage ‘Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving’.
In de komende paragrafen zullen deze punten nader worden toegelicht. De Commissie is er van overtuigd dat met deze aanvullingen op de in 2011 en 2012 ingezette koers nieuwe mogelijkheden ontstaan voor en gemeenten extra ruimte krijgen om zich verder te ontwikkelen, kansen te zoeken en
ontdekken.
1.2.2 Stimuleringsbijdrage revitaliseren gemeenten
De Commissie Steunverlening ontvangt diverse subsidieverzoeken van gemeenten die in financiële
problemen verkeren maar niet over de kennis en de kunde beschikken om het tij ten positieve te
keren. In deze situaties heeft de Commissie begrip voor het verzoek van de gemeenten maar is van
mening dat het financieren van structurele tekorten niet de juiste oplossing is en dat de gemeente
gebaat is bij begeleiding en hulp door een gemeenteadviseur. Echter, financiële middelen om een
gemeenteadviseur in te huren ontbreken.
De Commissie biedt de gemeente dan de kans om samen met een gemeenteadviseur een revitaliseringsplan op te stellen waarin alle facetten van het gemeenteleven aan de orde komen. De gemeenteadviseur werkt hierbij nauw samen met de adviseur kerkbeheer. De kosten voor het begeleidingstraject wordt door de Commissie Steunverlening gesubsidieerd. Mocht uit het plan blijken dat
verdere financiële ondersteuning noodzakelijk is dan kan de gemeente een nieuw subsidieverzoek
indienen. De subsidie voor de ondersteuning bij het tot stand brengen van een revitaliserinsgplan
bedraagt maximaal € 2.000,-.
1.2.3 Stimuleringsbijdrage project ‘Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving’
In 2012 is de Commissie Steunverlening benaderd door afdeling Communicatie & Fondsenwerving
voor een mogelijke bijdrage aan het project ‘Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving’, hierna te
noemen OPG. Plaatselijke gemeenten staan financieel zwaar onder druk. Het is noodzakelijk extra
stappen te zetten om de financiële positie van plaatselijke gemeenten met het oog op vitalisering, te
versterken. Het project OPG wil gemeenten hierin helpen. Het project maakt gebruik van al beschikbare methodes en middelen ter ondersteuning, maar waaraan een extra impuls moet worden gegeven. De Commissie Steunverlening wil door het toezeggen van een stimuleringsbijdrage voor dit
project uitvoering geven aan de opdracht welke zij van de Kleine Synode heeft ontvangen. De bijdrage zal nooit hoger zijn dan de kosten voor 10 uur professionele begeleiding vanuit het project ‘Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving’. In 2013 hebben 81 gemeenten een subsidietoezegging mogen
ontvangen. Het projectteam OPG heeft eind 2013 aan de Commissie gevraagd of zij het project ook
4
in 2014 ondersteunen. De Commissie heeft hier toe positief besloten zodat ook in 2014 maximaal
100 gemeenten een stimuleringsbijdrage voor het project kunnen aanvragen.
1.2.4 Relatie met de RCBB’s en de gemeenteadviseurs
De Commissie hecht veel waarde aan een goede relatie met de regio’s en aan het advies vanuit de
onderscheiden Regionale Colleges voor de Behandeling van Beheerszaken (RCBB’s) omdat de adviezen van de RCBB’s belangrijk zijn bij het beoordelen van de subsidieaanvragen. Zij kennen de financiele en beheersmatige situatie van de gemeenten. Deze adviezen zijn daarom belangrijk en geven ten
behoeve van de beoordeling en het maken van de juiste afwegingen betreffende een subsidieaanvraag, vaak benodigde extra informatie die niet direct afleesbaar is uit beschikbare stukken van de
gemeenten zoals het algemeen beleidsplan en jaarrekeningen.
De Commissie richt zich eveneens op gemeenteadviseurs (IO en KIO). Er is de Commissie veel aan
gelegen om zoveel mogelijk gemeenten te helpen en de gemeenteadviseurs kunnen hier een belangrijke schakel in zijn. Daarom wil de Commissie hen meer betrekken bij zijn werk. Hierbij is communicatie essentieel. In 2012 is er een gebruikerskaart voor gemeenteadviseurs ontwikkeld die hen informeert over de werking van de Solidariteitskas. Met deze extra informatie hoopt de Commissie
deze groep te stimuleren om als ambassadeurs van de Commissie te fungeren en met name hun
kennis te vergroten zodat zij de gemeenten op de Solidariteitskas kunnen wijzen.
Behalve dat deze gebruikerskaart onder de aandacht is gebracht bij de gemeenteadviseurs van KIO
en IO is er in 2013 een werkgroep gestart, bestaande uit leden van de RCBB’s, adviseurs kerkbeheer
en de Commissie Steunverlening. Doel van deze werkgroep is om met elkaar na te denken over het
begrip steunwaardigheid (zowel inhoudelijk als financieel). Ook kwam de vraag aan de orde hoe de
RCBB’s de Commissie Steunverlening tot steun kunnen zijn. De werkgroep zal in 2014 haar werkzaamheden voortzetten zodat alle partijen elkaar optimaal van dienst kunnen zijn.
1.2.4 Communicatie
In hoofdstuk 2 zal er verder ingezoomd worden op het aantal behandelde subsidieverzoeken en de
ontwikkelingen daarbij. Hier willen we alvast een opmerking maken over het effect van de verbeterde communicatie.
Het aantal vragen is ten opzichte van vorig jaar flink gestegen. Het project OPG is daar mede verantwoordelijk voor maar afgezien van daar van, is er ook in het algemeen een duidelijke toename zichtbaar. De Commissie denkt dat dit te maken heeft met het feit dat de mogelijkheid van ondersteuning vanuit de Solidariteitskas steeds meer bekend raakt. Gemeenteadviseurs weten beter de weg
naar de Solidariteitskas te vinden en ook onder gemeenten lijkt de bekendheid toe te nemen. De
Commissie had zich ten doel gesteld om de verbondenheid te vergroten. Door diverse stimuleringsbijdragen worden er steeds meer verbanden, ook tussen gemeenten onderling , bevorderd.
Duidelijk is dat de ingezette communicatiestrategie haar vruchten afwerpt en de Commissie spreekt
de wens uit dat dit in 2014 gecontinueerd mag worden.
5
2.
Cijfers & Trends
2.1.
Subsidietoezeggingen aan de plaatselijke gemeenten in 2013
De Commissie Steunverlening is in 2013 vijf maal bijeen geweest.
In 2013 werden door de Commissie 188 steunaanvragen van plaatselijke gemeentes behandeld. Dat
waren er 91 meer dan het voorgaande jaar. De aanvragen voor pastorale projecten ten opzichte van
vorig jaar zijn flink gestegen. De aanvragen voor bouwsubsidies laten een lichte stijging zien. De aanvragen voor een rentesubsidie zijn gedaald en de aantal aanvragen in het kader van “het bewaren en
inbrengen van de lutherse traditie” zijn gelijk gebleven.
Tabel 1. Aantal behandelde subsidieverzoeken
CSV
Pastoraat
Rentesubsidie
Gebouwen
ELK
Totaal
2013
110
49
15
14
188
2012
17
46
20
14
97
2011
22
52
21
6
101
2010
22
52
32
3
109
2009
13
47
48
0
108
2008
18
64
51
0
133
Grafiek 1. Toegezegde bedragen in % van het werkelijk bestede totaalbedrag
6
Tabel 2. Toegezegde bedragen
CSV
2013
Aanvragen
Afgewezen
Aangehouden
Toezeggingen
Gemiddeld toegezegd bedrag in €
Totaal toegezegd in €
Budget
Regulier budget
2012
Aanvragen
Afgewezen
Aangehouden
Toezeggingen
Gemiddeld toegezegd bedrag in €
Totaal toegezegd in €
Budget
Regulier budget
Pastoraat
Rentesubsidie
Gebouwen
ELK
Totaal
110
-2
-2
106
49
-16
-4
29
15
-4
-5
6
14
-8
0
6
9.230
23.914
11.756
38.892
978.377
693.500
70.534
17
-3
0
14
46
-16
-2
28
20
-4
-1
15
14
-1
-2
11
32.686
33.074
6.297
23.591
457.605
926.070
94.450
188
-30
-11
147
233.350 1.975.761
2.050.000
97
-24
-5
68
259.500 1.737.625
2.050.000
2.1.1 Ontwikkeling subsidietoezeggingen aan de plaatselijke gemeenten in 2013
Voor het eerst sinds jaren heeft er dit jaar weer een flinke stijging in het aantal behandelde aanvragen plaatsgevonden. De implementatie van het nieuwe beleid vroeg een lange adem maar langzaam
worden de eerste resultaten zichtbaar in de cijfers.
Het nieuwe beleid kende zijn weerslag in het aantal ingediende aanvragen in 2011 en 2012. Toen
hadden respectievelijk 82 gemeenten in 2011 en 97 gemeenten in 2012 een verzoek tot subsidie
ingediend. Gemiddeld duurt een traject van indienen tot uiteindelijke behandeling en finale besluitvorming in de Commissie Steunverlening drie maanden.
2.2.2 Middelen specifiek bestemd voor het bewaren en inbrengen van de Lutherse traditie
Voor het bewaren en inbrengen van de Lutherse traditie in het geheel van de Protestantse Kerk in
Nederland is op synodaal niveau besloten om hiervoor een bedrag van € 375.000,- te reserveren.
7
In 2013 zijn er 14 aanvragen in dit kader behandeld. Wanneer gemeenten zich beroepen op deze
specifieke reservering wordt er altijd advies gevraagd aan de Synodale Commissie van de Evangelisch-Lutherse synode. De Commissie Steunverlening heeft dit advies nodig om, apart van het financiële aspect, te kunnen beoordelen of de aanvraag voldoet aan de criteria voor toekenning.
In 2013 heeft de Commissie Steunverlening uitgebreid stil gestaan bij de vraag waar de middelen
specifiek bestemd voor het bewaren en inbrengen van de Lutherse traditie, voor bestemd zijn. De
onduidelijkheid welke in de afgelopen jaren was ontstaan zorgde ervoor dat aanvragen van gemeenten met regelmaat meerdere keren op de agenda van de Commissie Steunverlening terugkeerde. Om
dit voor de toekomst te voorkomen en helderheid te creëren heeft de Commissie Steunverlening een
notitie opgesteld en voorgelegd aan het Moderamen van de Kleine Synode met als doel om voor alle
betrokken partijen, Commissie Steunverlening, Synodale Commissie Evangelisch-Lutherse Synode en
vooral voor de plaatselijke gemeenten duidelijkheid te creëren. Het Moderamen heeft de opgestelde
notitie besproken en beaamd dat meer duidelijkheid noodzakelijk is. Naar verwachting zal dit in 2014
leiden tot de gewenste helderheid.
2.2.3 Stimuleringsbijdrage Samenwerkende Gemeenten
In 2013 is het aantal toezeggingen voor een stimuleringsbijdrage voor het project ‘Samenwerkende
Gemeenten’ ten opzichte van 2011 (5 aanvragen) en 2012 (7 aanvragen) gestegen. De Commissie
werd geïnformeerd over de ontstane initiatieven in het land. Het gaat hierbij om het vormen van
clusters van gemeenten die bereid zijn om samen te werken met als doel het versterken van de vitaliteit van gemeenten in een bepaalde regio. De clusters worden met inzet van gemeenteadviseurs tot
stand gebracht. Clustervorming bestaat uit drie fasen: een oriëntatiefase, een startfase en een verdiepingsfase. De Commissie Steunverlening heeft zich in de besluitvorming met name laten leiden
door het belang van een goede en zorgvuldige oriëntatie van gemeenten op hun onderlinge samenwerking.
In steeds meer regio’s verkennen gemeenten de mogelijkheden van onderlinge samenwerking. Dat
zijn boeiende trajecten. Het begint vaak met één of twee initiatiefnemers uit de ene gemeente die
andere gemeenten uitnodigen voor een gesprek over kansen en mogelijkheden. Helaas vormen de
kosten van het onderzoek en de begeleiding die nodig zijn om de samenwerking mogelijk te maken
vaak een belemmering om deze weg verder op te gaan. De Commissie Steunverlening vindt samenwerking belangrijk voor de toekomstkansen van de gemeenten. Met een stimuleringsbijdrage uit de
Solidariteitskas wil de Commissie deze beginnende samenwerking een impuls bieden en het bezwaar van mogelijk te hoge kosten wegnemen.
De bijdrage is bedoeld voor begeleiding gedurende anderhalf tot twee jaar op het gebied van:
* opdoen van ervaring met samenwerking in verschillende aspecten van het kerkenwerk;
* inzicht krijgen in de perspectieven (kansen en bedreigingen) en visieontwikkeling van deelnemende gemeenten;
* stimuleren van samenwerking tussen de predikanten en kerkelijk werkers.
In 2013 zijn er in totaal 9 aanvragen voor een stimuleringsbijdrage ingediend en toegezegd. Voor de
gehonoreerde verzoeken werd een bedrag gereserveerd van € 106.000,- (dat is gemiddeld € 11.778,per toezegging).
2.2.4 Ondersteuning verzelfstandiging pioniersplekken Missionair Werk en Kerkgroei
In 2011 heeft de Commissie gesproken met het programma Missionair Werk en Kerkgroei over de
bestaande Protestantse Pioniersplekken. Missionair Werk en Kerkgroei zet zich in om jaarlijks nieuwe
Protestantse Pioniersplekken te stichten. Pioniersplekken worden daar gesticht waar nog geen kerk is
– zoals in Vinex-locaties – of daar waar de kerk verdwenen is. Zo’n plek kan gericht zijn op een bepaalde doelgroep. De eerste paar jaar ontvangt een pioniersgemeente subsidie vanuit Missionair
Werk en Kerkgroei. In die periode wordt er naar gestreefd zelf de financiën op orde te brengen met
8
als doel financiële zelfstandigheid. Soms is de periode van subsidiëring door Missionair Werk en
Kerkgroei te kort en heeft een gemeente toch nog voor een periode financiële ondersteuning nodig.
Dan kan een beroep gedaan worden op de solidariteitskas . In 2012 is de procedure omtrent deze
aanvragen verder uitgewerkt en in 2013 zijn de eerste 2 aanvragen in het kader van het verzelfstandigen van een pioniersplek behandeld. De subsidie betreft een garantiesubsidie voor maximaal vijf
jaren met een afbouwregeling. De Commissie beoordeelt en bepaalt of er een subsidiebijdrage wordt
toegezegd, voor hoe lang de subsidieperiode bedraagt en over de hoogte van de bijdrage. Om de
aanvraag zo goed mogelijk te kunnen beoordelen wordt naast het RCBB ook advies gevraagd aan
Missionair Werk en Kerkgroei.
Op deze wijze wil de Commissie er aan bijdrage dat de pioniersplek een volwaardige gemeente kan
worden die op den duur op eigen benen kan staan. De Commissie Steunverlening heeft met Missionair Werk en Kerkgroei afgesproken dat Missionair Werk en Kerkgroei tijdens de duur van de subsidie de gemeente van begeleiding voorziet zodat het proces tot verzelfstandiging goed begeleid
wordt.
9
2.2.5 Rentesubsidies
In het verslagjaar is meerdere malen aandacht gegeven aan de subsidievorm “rentesubsidie”.
De rentesubsidie is één van de ondersteuningsvormen waartoe door de Commissie besloten kan
worden. Sluit een gemeente – bij de Stichting Kerkelijk Geldbeheer – een lening af, of ontvangt ze
een krediet in rekening courant, dan kan daarop een rentesubsidie verworven worden. In 2013 is het
aantal verzoeken ten opzichte van 2012 licht gedaald. Vermoedelijk heeft dit te maken met het feit
dat gemeenten minder makkelijk een lening aangaan en dat de rentestand ten aanzien van de afgelopen jaren flink gedaald is.
2.2.6 De beschikbare middelen
Voor het jaar 2013 was er een regulier budget beschikbaar gesteld van € 2.050.000,-. De Commissie
Steunverlening heeft geen beroep hoeven te doen op de reserves. In 2013 is 97% van het reguliere
budget besteed.
10
3. De organisatie van de steunverlening aan de plaatselijke gemeenten
Sinds 1 januari 2004 kunnen plaatselijke gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland, die in
financiële problemen dreigen te raken, financiële steun ontvangen uit de Solidariteitskas van de kerk.
Conform de kerkordelijke regelingen benoemt de Kleine Synode de leden van de Commissie Steunverlening. De Commissie Steunverlening geeft invulling en uitvoering van het beleid met betrekking
tot de uitgaven uit de Solidariteitskas voor steunverlening aan de plaatselijke kerkelijke gemeenten.
3.1
Commissie Steunverlening
In de Commissie Steunverlening worden door de Kleine Synode 7 leden benoemd. De Commissie
wordt bijgestaan door 4 adviseurs.
In 2013 was de samenstelling van de Commissie Steunverlening als volgt:
Dhr. N. Belo te Veenendaal, voorzitter
Mevr. E. Crum-van Dellen te Veendam
Dhr. G.J. Boekestein te ‘s-Gravenzande
Dhr. P.B.G. Peerenboom te Doetinchem
Mevr. A.P. Severijnen-Nobels te Tilburg
Helaas overleed dhr. K. van de Wetering , gewoond hebbend te Delft, in het verslagjaar.
De commissie denkt met respect en waardering aan zijn inzet terug.
Adviseurs:
Dhr. P. Schreuder, bestuurslid Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland
Mevr. K. van den Broeke, preses moderamen Generale Synode
Dhr. F. Tjeerdsma, programmamanager Kerk in Ontwikkeling
Mevr. J.M.C. Bikker, projectmedewerker Bureau Steunverlening, Kerk in Ontwikkeling
3.2
Taakstelling voor de Commissie Steunverlening
De Commissie Steunverlening is belast met de verdere ontwikkeling en uitvoering van het door de
synode vastgestelde kaders inzake de steunverlening aan de plaatselijke kerkelijke gemeenten en
met de besluitvorming over de aanvragen voor financiële steunverlening van deze gemeenten. De
Commissie besluit zelfstandig over alle aanvragen die in behandeling genomen worden en rapporteert daarover jaarlijks aan de (kleine) Synode van de Protestantse Kerk in Nederland.
Randvoorwaarden voor te ondersteunen projecten en de diversiteit aan subsidies zijn vastgelegd in
diverse beleidsdocumenten van de Commissie Steunverlening.
3.3
Bureau Steunverlening
Voor de uitvoering van de werkzaamheden wordt de Commissie Steunverlening bijgestaan door het
Bureau Steunverlening (BSV), dat deel uitmaakt van het programma Kerk in Ontwikkeling van de
Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland. De projectmedewerker van dit Bureau
draagt zorg voor een tijdige verzending van alle vergaderstukken voor de Commissie. Deze medewerker is functioneel verantwoording schuldig aan de Commissie Steunverlening; in hiërarchische zin
aan de programmamanager van Kerk in Ontwikkeling. Het Bureau Steunverlening werkt conform
vastgelegde procedures en regelingen. De programmamanager Kerk in Ontwikkeling is (binnen de
dienstenorganisatie) budgethouder. Hij is degene die, na toezegging door de Commissie Steunverlening, de betalingsopdrachten ondertekent.
11
4. Vooruitblik 2014
Zowel de uitwerking van de notitie ‘Van gemeenten voor gemeenten’ als de casuïstiek van de aanvragen die bij de Commissie op tafel komen, vormen voor de Commissie een grote uitdaging.
Deze uitdaging concentreert zich rond de vraag hoe de steunverlening kan bijdragen aan een toekomstperspectief voor en vitaliteit van gemeenten. Veelal zijn het gemeenten die voor grote veranderingen staan. Een bijdrage uit de solidariteitskas beoogt deze verandering beter mogelijk te maken.
Dat geldt voor bijdragen op het gebied van pastoraat, voor bijdragen ter oplossing van een (stagnerend) exploitatietekort en idem die ten behoeve van gebouwen.
Tenslotte noemen we hier de bijdragen aan landbrede projecten zoals Samenwerkende Gemeenten
(SAGE) en Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving (OPG) die de gemeenten helpen om in een veranderde tijd en omstandigheden een levende geloofsgemeenschap te zijn.
In 2014 zal de Commissie de ingezette koers rondom communicatie voortzetten en wil zij onderzoeken welke projecten mogelijk nog meer voor subsidie in aanmerking komen. Hierbij wordt er aan
gedacht om in kader van SAGE mogelijkheden te scheppen voor aanstelling van een clusterpredikant.
Verder wordt de mogelijkheid onderzocht van subsidiëring van begeleiding door gemeenteadviseurs
na of bij visitatietrajecten en begeleiding van gemeenten die te maken hebben gekregen met seksueel misbruik in pastorale relaties (SMPR).
De Commissie houdt in haar werk en in haar communicatie de ontvangen opdracht van de Synode
steeds in het oog. Het beleid volgens ‘van gemeenten voor gemeenten’ is niet statisch in haar toepassing maar blijft vertaling vragen in het uitvoerende werk van Commissie en Bureau.
Hier werkt de Commissie in 2014 graag aan verder.
12