West-Vlaamse landbouw in een maatschappelijk perspectief

West-Vlaamse landbouw
in een maatschappelijk perspectief
Boeren in Beeld
Welkom!
Dertig jaar boer, twaalf uur per dag, minstens zes dagen
op zeven. Als je het in uren uitrekent, heeft een boer van
55 jaar zeker recht op brugpensioen. Vreemd genoeg klinkt
die roep niet vanuit de landbouwwereld. Zouden wij - ondanks het feit dat mensen ons wel eens als klagers aanzien
- onze job dan toch zo graag doen?
Tuurlijk wel! Wat is er boeiender dan leven en werken met
de natuur? Dan zaaien en oogsten? Misschien is het wel de
essentie van het leven zelf? Als ik veertien dagen druk bezig geweest ben met ploegen, dan duurt het tot volgend jaar
vooraleer hetzelfde werk zich opnieuw aandient. Een jaar vol
afwisseling, vol groei, verzorging en afrijping. Een jaar van
zaaien, oogsten, opslaan en verkopen. Een jaar van meevallers en hopelijk zo weinig mogelijk tegenvallers…
“Zalig dat een klein jongetje na zijn
boerderijvakantie elke tractor in het
Antwerpse begroet met “Dag boer Guido”.
Dat maakt van mij een tevreden mens”
Heel wat landbouwers werken – net als ikzelf – samen
met hun partner en kinderen om de boerderij verder uit
te bouwen. Het geeft voldoening om telkens weer een stap
vooruit te zetten in de stille hoop je levenswerk te mogen
doorgeven aan een volgende generatie. Groei hoeft niet
noodzakelijk synoniem te zijn van ‘steeds groter’; je kan
ook kiezen voor ‘beter’.
Al die inzet gaat soms ten koste van onze vrije tijd, waardoor we vaak geen tijd over hebben om zelf naar ‘de platse’
te gaan. Maar dan komt de platse gewoon naar ons. De sociale contacten met de gasten op onze vakantieboerderij
compenseren dat ruimschoots. Zalig om te horen dat een
Boeren… Ik denk dat het een manier van leven is. Hoewel
moestuin met veel lekkers dat elke middag vers op tafel komt.
ik een tijd buitenshuis gewerkt heb, was de lokroep toch
Stiekem moet ik wel bekennen dat opa die voor zijn rekening
groot. Bijna tien jaar geleden trokken we de boerenkaart.
neemt. Ik zei het al, een vrouw zoals elke andere vrouw ;-)
We werken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, op zonen feestdagen. Want onze koeien kennen natuurlijk geen
vakantie. Op een boerderij is werken en leven sterk verweven. Soms zitten we al eens wat langer aan de keukentafel
of zijn we superblij met de geboorte van een kalfje.
Andere keren is de natuur wat grilliger. Dat veroorzaakt al
eens een flinke portie stress en spanning. Het harde werken
wordt immers niet altijd beloond. Maar ook dat hoort erbij als
“Hebben wij, boeren, dan nooit genoeg?
Nee, heus niet. We proberen, net als
iedere ondernemer, in een snel veranderende
omgeving een leefbaar bedrijf uit te bouwen. Met respect voor morgen”
je met levend materiaal werkt. Onze dieren zijn onze grootste
zorg! Als melkveehouder heb je immers een speciale band
Boeren is ook ondernemen. Je bouwt je hele leven je bedrijf
met elke koe. Ik sta dag en nacht paraat voor onze dieren en
verder uit zodat het niet alleen ecologisch maar ook econo-
dat mag je op sommige nachten vrij letterlijk nemen.
misch leefbaar blijft. Is dat omdat wij, boeren, nooit genoeg
hebben? Nee, heus niet. We proberen mee te zijn in een voort-
Maar vergis je niet. Ik ben ook een vrouw zoals vele andere.
durend veranderende omgeving, met vaak grote risico’s, met
Dus wil ik het op en rond ons landbouwbedrijf ook mooi ma-
steeds strenger wordende regels maar gelukkig ook met vele
ken. Luchtige stallen, wat groenbeplanting links en rechts…
nieuwe ideeën en innovatieve technologieën. Want wij als
Groene vingers komen goed van pas, zeker omdat er in het
boeren willen net als iedereen gewoon zorgen voor morgen…
voor- en najaar flink wat werk is op de velden. Er is ook een
Elke
klein jongetje, dat je op zondag meeneemt met de tractor,
praten wat bij, komen tot rust en blikken terug of vooruit,
vervolgens een half jaar lang elke tractor in het Antwerpse
naargelang hetgeen zich aandient. Op het erf zit dan een
begroet met ‘Dag boer Guido’. Of kinderen die enkel nog
tevreden mens. Zo mag het (boeren)leven nog wel een tijdje
chips willen van boer Tom, onze zoon.
zijn gang gaan…
Guido
Zelf pak ik daar op zondag een trappist bij en geniet met
familie en vrienden aan mijn zelfgebouwde fontein. We
Ontdek het verhaal van Elke en Guido op pagina 22-23.
West-Vlaamse
landbouw
- in -
kaart
Economisch belang van de sector
06 West-Vlaanderen als landbouwprovincie
bij uitstek
07 Landbouwstreken en bijhorende activiteiten
08 West-Vlaamse platteland in beeld
08Veehouderij
10Teelten
Vlaamse landbouw
12 West-Vlaamse goudklompjes
12Groente-industrie
13Aardappelindustrie
Heterogene bedrijven
15Schaalvergroting
- in een -
Europese context
Gemeenschappelijk landbouwbeleid
15 Toenemende specialisatie en automatisatie
30 Vijftig jaar landbouwgeschiedenis
16 Onzichtbare bedrijfsstructuur
35 6 x dierenwelzijn
16Professionalisering
17 Uiteenlopende bedrijfsvoering
Europese landbouwstructuur en handelsbeleid
38 Europese landbouwsector in kaart
De man en vrouw achter de landbouw
38 GLB heeft prijskaartje
19 3 x landbouwgeneraties
39 Globalisering van de landbouwmarkten
21 Landbouwer 2.0
40 Stimuleren van zelfredzaamheid
22Dagboek
40 Vlaamse productie: niet meer, maar anders
Functies van de landbouw
Noord-Zuidverhouding
24 6 x F + 1
41 Het GLB en de internationale handel
25 Food, Feed, Fuel, Fibre, Flower en Fun
42 De wereldvoedselproblematiek
42 Noord verschilt niet zoveel van Zuid
Vlaamse landbouw
- in -
duurzame
ontwikkeling
Hoe duurzaam is de Vlaamse landbouw?
44 Van stille lente naar nieuwe geluiden
44 Triple bottom line, een werkbaar begrip?
44 Duurzaamheidpijlers in de landbouw
45 Vlaams verhaal
46 De ster aan het landbouwfirmament
Duurzaam boeren in de praktijk
47 10 x schoon boeren
50 Schoon boeren met Inagro
53 Boeren in beeld
Bronnen
Interviews
Verklarende woordenlijst
West-Vlaamse
landbouw
- in -
kaart
6 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
Economisch belang van de sector
West-Vlaanderen als landbouwprovincie bij uitstek
De cijfers spreken voor zich. Een derde van het areaal, het aantal bedrijven, de productiewaarde, de toegevoegde waarde
en de tewerkstelling van onze Vlaamse landbouw kan je toewijzen aan West-Vlaanderen. Maar ook een derde van alle
Vlaamse koeien en pluimvee en zelfs de helft van alle Vlaamse varkens tref je in de kustprovincie aan.
Samengevat: West-Vlaanderen is goed voor een derde van de Vlaamse landbouw.
2011
RUIMTE
SECTOREN
PRODUCTIEWAARDE
WEST-VLAANDEREN
VLAANDEREN
210.000 hectare landbouwgrond
640.000 hectare landbouwgrond
2/3 van de grond is in gebruik door
bijna 1/2 van grond in gebruik door
landbouw
landbouw
1/2 van alle Vlaamse varkens
6.200.000 varkens
1/3 van alle Vlaamse runderen
1.250.000 runderen
1/3 van alle Vlaams pluimvee
31.500.000 pluimvee
2/3 van alle Vlaamse open luchtgroenten
28.000 hectare open luchtgroenten
1/2 van alle Vlaamse aardappelen
45.000 hectare aardappelen
Enkel land-en tuinbouw
Enkel land-en tuinbouw
1/3 van de Vlaamse landbouw-
5,7 miljard euro productiewaarde
productiewaarde
TEWERKSTELLING
LANDBOUWVERBREDING
Totale agrocomplex
Totale agrocomplex
10% van de West-Vlaamse economie
44 miljard euro omzet
Enkel land-en tuinbouw
Enkel land-en tuinbouw
9.000 bedrijven
25.000 bedrijven
21.000 arbeidsplaatsen
52.000 arbeidsplaatsen
Totale agrocomplex
Totale agrocomplex
15.000 bedrijven
40.000 bedrijven
46.000 arbeidsplaatsen
150.000 arbeidsplaatsen
1/5 doet aan landbouwverbreding:
1/5 doet aan landbouwverbreding,
hoeveverkoop, toerisme, educatie, zorg,
waarvan meer dan 1/2 natuur- en
natuur- en landschapsbehoud…
landschapsbeheer
180 zorgboerderijen
720 zorgboerderijen
Bronnen:
- Landbouwrapport 2012, p 80-82, www.vlaanderen.be/landbouw/lara
- Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2011-2012, mei 2013, p 78-80, www.vlaanderen.be/landbouw/studies
- Kerncijfers landbouw, 2013. De landbouw in België in cijfers, p 4, 8-9, 12, 20, 24, www.statbel.fgov.be
- Landbouwenquête mei 2012. Definitieve resultaten, statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/landbouw/bedrijven
- .Land- en tuinbouw in West-Vlaanderen. Provinciaal beleid op mensenmaat. Degelijk advies en professionele oplossingen, 2010, p 4-5,
www.west-vlaanderen.be/landbouw
- Facetten van West-Vlaanderen. Economische betekenis van het agrocomplex in West-Vlaanderen. WES 2009, www.wes.be
- Het Vlaamse agrovoedingscomplex, 2011, www.vlaanderen.be/publicaties
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
/ 7
Landbouwstreken en bijhorende activiteiten
West-Vlaanderen is de landbouwprovincie bij uitstek in Vlaanderen. Ruim twee derde van het grondgebied wordt gebruikt door boeren. De veehouderij situeert zich over heel West-Vlaanderen. Melkvee zit quasi over de hele provincie
verspreid, terwijl vleesvee zich concentreert in streken waar je minder groenten aantreft. Voor de gewassen ligt dat
anders. Er is een typische spreiding van het type teelt, in functie van de bodemsoort.
POLDERSTREEK
De Polders bestaan uit zware kleigrond. Die leent zich uitstekend tot akkerbouw, zoals graan, de typische polderaardappelen, suikerbieten, maïs en wat vlas. Aangezien de grond ook uiterst geschikt is voor grasland vind je er ook heel wat
melk- en rundveebedrijven. Er zitten ook een half miljoen varkens in de Polderstreek, niet onbelangrijk dus. Verder is
er weinig marge om over te schakelen op groenteteelt, omdat de zware kleigrond zich er niet toe leent.
ZANDSTREEK
Tussen Brugge en Torhout situeert zich de Zandstreek.
Op die armere gronden heeft zich een intensieve veehouderij ontwikkeld: varkens, kippen en rundvee. Naast
het gekende grasland, tref je er de laatste jaren ook heel
wat maïs aan. In de streek rond Oedelem, Beernem en
Maldegem, richting Oost-Vlaanderen vind je heel wat
boomkwekerijen. Onze wereldvermaarde chrysanten en
laurieren maar ook heel wat andere sierplanten worden
in de omgeving van Brugge geteeld.
ZANDLEEMSTREEK
Het overgrote deel van Midden-West-Vlaanderen tot aan
de Westhoek ligt in de Zandleemstreek. Centraal in de
provincie, met Roeselare voorop, bevindt zich de bakermat van onze gerenommeerde groenteteelt, zowel in
open lucht als in serres. Meestal combineren boeren de
groenteteelt met een intensieve veehouderij zoals varkens of pluimvee. In andere regio’s domineert de veehouderij in combinatie met akkerbouw.
LEEMSTREEK
In de Westhoek, rond de Kemmelberg, en in Zuid-West-Vlaanderen, ten zuiden van Kortrijk, bestaat de bodem uit leem.
Deze vrij zware grondstructuur is bijzonder geschikt voor akkerbouw, zoals graan, aardappelen en suikerbieten. Sommige van deze zware gronden zijn moeilijk bewerkbaar (te nat) of zijn erosiegevoelig (te steile hellingen). Die gronden
gebruiken boeren dus als weilanden. Daarom tref je op akkerbouwbedrijven vaak ook vleesvee aan.
Bron:
- Interview André Calus, ere-directeur Inagro
8 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
West-Vlaamse platteland in beeld
Wie langs West-Vlaamse velden en wegen rijdt, merkt
Het West-Vlaams Rood als dubbel doelras
het meteen. De landbouw in onze provincie telt heel wat
• In het verleden had elke streek zijn eigen rundveeras,
deelsectoren, elk met hun specifieke kenmerken.
aangepast aan de specifieke omstandigheden.
• Dit is een dubbel doelras, dat wordt aangehouden voor
Veehouderij
Rundvee
Melkvee
• Bestaat vooral uit zwartbonte holsteinkoeien, maar
ook uit roodbonte dieren.
• De grotere, gespecialiseerde melkveebedrijven tellen
120 tot 150 melkkoeien.
• Een gemiddelde melkkoe geeft 8.400 liter melk per
jaar; een echt goede koe tot 10.000 liter per jaar.
• De melkprijs schommelde de voorbije jaren tussen 20
en 40 euro per 100 liter.
• In 2015 valt het melkquotum weg. De melkveehouders
zijn zich hierop aan het ‘organiseren’, alhoewel dit voor
zowel vlees als melk. Dit betekent dat deze koeien op
beide fronten slechts matig scoren en dus moeilijk inpasbaar zijn in een moderne, vaak gespecialiseerde
bedrijfsvoering. De melkproductie is lager en de groei
(van het vlees) is trager. Niet onlogisch dat dit ras nagenoeg verdwenen is in onze contreien.
• Er zijn wel kweekprogramma’s om het ras in stand te
houden en het vlees werd een paar jaar terug erkend
als streekproduct.
Vleeskalveren
• Slechts heel beperkt in West-Vlaanderen.
• De kalveren blijven op stal tijdens het vetmesten.
hen een heel onzekere periode is. Hoe zal de markt
(en dus de melkprijs) evolueren? Er wordt heel wat gebouwd. De nieuwe stallen zijn vaak hoger en groter. De
Varkens
melkveestapel wordt uitgebreid en de nieuwe stallen
Zeugenbedrijven
bieden meer comfort aan de koeien: meer ligruimte,
• Ze fokken zeugen en verkopen de biggen.
hoge en luchtige stallen voor een beter stalklimaat.
• Een zeug werpt gemiddeld 24 biggen per jaar.
Soms worden ze uitgerust met een melkrobot.
Afmestbedrijven
Vleesvee
• Grazen vaak op gronden die voor andere teelten niet
geschikt zijn.
• Zij kopen biggen en gaan de varkens vetmesten tot ongeveer 110 à 130 kilo.
• Dan zijn ze klaar voor het slachthuis.
• Meestal zijn het dieren van het Belgisch witblauwe ras,
maar je ziet ook heel wat kruisingen en wat ‘exotische
Gesloten bedrijven
rassen’ zoals de Franse rassen blonde d’aquitaine en
• Ze fokken zeugen, produceren biggen en mesten die
limousin.
• Er zijn minder gespecialiseerde vleesveebedrijven.
Vleesvee wordt veelal gecombineerd met een andere
bedrijfstak.
zelf af.
• Alles gebeurt op hetzelfde bedrijf.
• Dit heeft als voordeel dat het een gesloten systeem is.
Nadeel is een minder sterk gespecialiseerde bedrijfsvoering.
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
De voorbije jaren is heel wat gebouwd.
groei in de varkenshouderij niet mogelijk, denk maar
Vaak zijn de nieuwe stallen ook groter en hoger. Dit
aan het strenge mestactieplan (MAP). De voorbije jaren
heeft zijn redenen.
werd de wetgeving gewijzigd. Varkenshouders kun-
Veel heeft te maken met de verplichting tot omscha-
nen nutriëntenemissierechten (NER’s) overnemen of
kelen naar groepshuisvesting van de zeugen. Dit ka-
kunnen uitbreiden door mest te verwerken. Dit maakt
dert in de regelgeving betreffende dierenwelzijn. De
bedrijfsontwikkeling opnieuw mogelijk. In stallen wor-
drachtige zeugen zitten niet langer vast in kooien,
den nieuwe milieutechnieken om emissies te beper-
maar kunnen vrij rond lopen. Dieren krijgen meer
ken ingebouwd, zoals luchtwassers. Deze technieken
plaats, stallen worden groter. Wanneer landbouwers
beperken ammoniak-, geur- en fijn stofuitstoot.
willen overleven, zijn ze genoodzaakt hierin te inves-
Vergeten we vooral niet dat ook heel wat varkensbe-
teren. Deze meerkost moet op een voldoende schaal-
drijven de voorbije jaren gestopt zijn. Dat hangt samen
grootte uitgevoerd worden om rendabel te zijn.
met de economisch moeilijke tijden of een gebrek aan
Er speelt ook een economische dynamiek. Eindelijk
zin of mogelijkheden om te investeren in milieu en die-
kan het bedrijf verder doorgroeien. Vele jaren was
renwelzijn.
/ 9
Mestverwerking
stikstof in de dunne fractie. De dikke fractie wordt verder
West-Vlaanderen telt momenteel een 70-tal mestver-
gecomposteerd. Dit product gaat vooral op export, rich-
werkingsinstallaties, zowel in agrarisch gebied als op
ting Frankrijk. Een welgekomen product voor akker- en
industrieterreinen. Dit biedt vooral pluimvee-, varkens-
wijnbouwers. De dunne fractie wordt verder biologisch
houders en een beperkt aantal rundveehouders moge-
behandeld, met behulp van bacteriën, die de stikstofver-
lijkheden om hun mestoverschotten te verwerken.
bindingen afbreken tot stikstofgas.
Vooral de installaties voor varkensmest vallen het mees-
Daarom zie je vaak ronde, betonnen behandelingsbek-
te op. De vaakst gebruikte techniek is de ‘biologie’. Na
kens en een lagune voor het eindproduct (of effluent). Dit
een scheiding van de mest in een dikke en dunne frac-
eindproduct bevat bijna geen stikstof en fosfor meer, wel
tie, meestal met behulp van een centrifuge, worden deze
nog kalium. Dit product kan terug op de Vlaamse bodem,
twee stromen apart behandeld. De aanwezige fosfor
waar het een wenselijke kalimeststof is voor bijvoorbeeld
komt voor het grootste deel terecht in de dikke fractie; de
de aardappelteelt.
10 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
Pluimvee
Legkippen
• Sinds 2012 zijn de pluimveehouders verplicht over te
schakelen naar diervriendelijke systemen, zoals de verrijkte kooi of het volièresysteem. Zo is er meer oppervlakte per dier en kan het dier makkelijker zijn natuurlijk
gedrag ontwikkelen (scharrelen, zitstokken, legnest...).
• Dit betekende enerzijds een heuse investeringsgolf in
de legkippenhouderij en anderzijds stopten er ook heel
wat bedrijven.
• Nieuwe stallen zijn groter waardoor er meer ruimte per
dier is. Bovendien zijn ze ook emissie-arm gebouwd.
Vleeskippen
• Eendagskuikentjes worden geleverd aan de boerderij.
Daar krijgen ze goede zorgen en aangepaste voeders,
zodat ze zich ontwikkelen tot volwassen vleeskippen,
die rijp zijn voor het slachthuis.
• Ook die nieuwe stallen worden tegenwoordig emissiearm gebouwd.
Schapen & geiten
• Hier gaat het om een heel beperkte professionele productie in West-Vlaanderen.
Teelten
Akkerbouw
Graan
• De graanteelt bestaat in onze streek vooral uit tarwe
en in mindere mate uit gerst.
• Het zijn wintergranen. Ze worden in oktober en november ingezaaid om in juli en augustus te oogsten.
Maïs
• Bestaat uit kuilmaïs en korrelmaïs.
• Het ziet er hetzelfde uit, maar eigenlijk zijn het andere
rassen.
• Ook de oogst is verschillend. Bij kuilmaïs oosten de landbouwers de volledige plant. Ze wordt verhakseld, ingekuild en dient als wintervoeding voor rundvee. Bij korrelmaïs wordt enkel de maïskorrels (het graan) geoogst.
Dat gebeurt ook later. Het wordt gedroogd en veelal gebruikt in veevoeding (vooral voor kippen en varkens).
Bieten
• Het gaat meestal om suikerbieten. Ze hebben een witte kleur.
• West-Vlaanderen kent slechts een beperkt areaal voederbieten, die er doorgaans rood of oranje uitzien.
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
/ 11
Aardappelen
Fruit
• Ook hier is er variatie troef. Je hebt vroege aardappelen
West-Vlaanderen is niet echt een fruitregio, maar we vin-
en bewaaraardappelen.
den natuurlijk wel boomgaarden met ongeveer evenveel
• Je kan witte en rode aardappelen onderscheiden
appelen als peren. Ook wijnbouw heeft zijn plaats.
(bloeien paars).
Daarnaast is de aardbeiteelt sterk in opmars. De teelt
• Sommige percelen zijn bestemd voor de versmarkt,
van aardbeien is al lang niet meer beperkt tot oogst in
andere gaan naar de verwerking.
• Tachtig procent van het Vlaams pootgoed wordt in
West-Vlaanderen geoogst.
mei en juni. Bijna het hele jaar door worden aardbeien
geplukt, uitgezonderd in de winter. Daarom worden aardbeien steeds meer geteeld onder plastiektunnels en in
serres van glas of plastiek. Steeds vaker wordt er geteeld
Nateelten
in teeltgoten op stellingen. Dit geeft een veel beter pluk-
• Die groenbedekkers, meestal gele mosterd, worden
comfort. Zo kan de fruitteler op werkhoogte plukken.
ingezaaid na de graanteelt.
• Ze gaan de resterende voedingsstoffen opnemen en
vastleggen en verhogen het humusgehalte.
• Typisch is de gele bloei in het late najaar.
Grasland
Sierteelt
West-Vlaanderen is geen uitgesproken sierteeltregio, in
tegenstelling tot Oost-Vlaanderen. Toch zijn er een aantal niches waarin West-Vlaanderen top is. Dit geldt onder
meer voor potchrysanten en perkplanten. Maar ook de
Een groot deel van het landbouwareaal in onze provincie
boomkwekerij mag niet vergeten worden met vooral de
is bedekt met grasland. Dit is nog altijd een van de be-
teelt van bosgoed en containerplanten.
langrijkste voedergewassen. Grasland is op te delen in
permanent grasland en tijdelijk grasland.
Nieuwe teelten
Tijdelijk grasland zit in teeltrotatie met andere gewassen
Innovatie in de landbouw doet ook nieuwe teelten ver-
en wordt dus gescheurd en gevolgd door een ander ge-
schijnen op het platteland. Denken we maar aan kool-
was. De akker kan na verloop van tijd opnieuw met gras
zaad, korte omloophout of hennep.
ingezaaid worden.
Groenten
Openluchtgroenten
• West-Vlaanderen telt 62 procent van de Vlaamse openluchtgroenten. Het gaat vooral om prei, koolgewassen
(bloemkolen, spruiten, witte en rode kool), wortelen en
spinazie.
• Veel van deze gewassen worden laat in het najaar en
zelfs in de winter geoogst.
Serregroenten
• De kustprovincie is koploper in bladgewassen: vooral
de klassieke kropsla, maar ook veldsla en andere slasoorten.
• Ook komkommer, tomaat, paprika en courgette zijn
Agrobusiness…complex!
In het kielzog van die typische landbouwbedrijven
met hun vee en velden groeide in de loop der jaren
een volledige toeleverings-, verwerkings- en afzetindustrie.
Concreet gaat het over de agrarische toelevering
zoals veevoederfabrieken en machinebouwers, de
landbouwsector zelf, de verwerkende industrie zoals de slachthuizen en de vele diepvriesbedrijven en
de afzet in veilingen en groothandels.
Dit agrobusinesscomplex staat in voor maar liefst 10
procent van de tewerkstelling, de omzet en de toegevoegde waarde van de West-Vlaamse economie.
veelvuldig aanwezig in onze streek.
Bron:
- Interview Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw Provincie West-Vlaanderen
12 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
West-Vlaamse goudklompjes
Een aantal van die sectoren zijn uitgegroeid tot absolute
goudklompjes van onze West-Vlaamse economie. Het
begon bij onze West-Vlaamse boeren die ook toen elke
dag opnieuw een topproduct afleverden.
In die voetsporen groeiden gaandeweg bedrijven die zich
vandaag mogen meten met de top van de wereld. Dat is
het geval voor onze varkens en melkverwerking die respectievelijk via onder meer Westvlees en Milcobel de weg
naar de consument vinden. Maar minstens even tot de
verbeelding sprekend is het West-Vlaams verhaal van
de diepvriesgroenten en de aardappelverwerking.
Groente-industrie
Terugblik
Hoe heeft die groenteteelt zich historisch ontwikkeld?
Aanvankelijk was de landbouwer bezig met akkerbouw.
De omschakeling van die extensieve teelt naar industriegroenten gebeurde geleidelijk aan, door de komst van
de conserven en later de diepvriesgroenten. Aan de hand
van die open luchtgroenten leerde de boer zijn stiel, bij
wijze van spreken. Pas veel later volgde het telen van
fijne groenten voor de veiling.
De teelt werd steeds intensiever, want hij moest een volwaardig inkomen vergaren door op datzelfde perceel gewassen efficiënter en rendabeler te gaan verbouwen. Dat
vergde meer kwaliteitszorg, waardoor velen onder hen
op een gegeven moment in de glastuinbouw terechtkwamen en sommigen overschakelden naar sierteelt.
Dat betekende uiteraard ook dat akkerbouw in de omgeving van Roeselare nagenoeg verdwenen is.
Veiling
Tot op vandaag vind je de groenteteelten die zich concentrisch rond de REO-veiling van Roeselare situeren. Die
centrumfunctie van Roeselare werd nog versterkt met de
komst van het onderzoeks- en voorlichtingscentrum in
Beitem. In een eerste perimeter met Roeselare, Ardooie,
Hooglede en Staden situeert zich vooral de glastuinbouw
met verse groenten zoals kropsla, veldsla, komkommer,
tomaat, paprika, aangevuld met aardbeien.
De volgende cirkel omvat de industriegroenten en groenten voor de versmarkt, waarbij bloemkolen en prei een
heel belangrijke plaats innemen.
Op een nog grotere afstand telen boeren vooral groenten
die ze machinaal kunnen oogsten zoals bonen, spinazie
en erwten.
Diepvriesfamilies
Vanaf het midden van de jaren 60 waagden de eerste
West-Vlaamse ondernemers, vaak zelf boeren, zich op de
diepvriesgroentemarkt. André Dejonghe richtte in 1965
samen met zijn broers Georges en Frans in Westrozebeke
Bronnen:
- Succesverhaal van diepvriesgroenten uit West-Vlaanderen. VILT 21 mei 2012, www.vilt.be
- Diepvriesgroentebedrijven starten met spoortransport. VILT 18 april 2012, www.vilt.be
- Ardo neemt diepvriesgroenteproducent Ploegmakers over. VILT 2 juni 2010, www.vilt.be
- Interview André Calus, ere-directeur Inagro
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
Pinguïn op. Spoedig ontstonden nog andere familiale diepvriesbedrijven in het
Roeselaarse. Zo ligt de familie Haspenslagh aan de basis van de bedrijven
Ardo in Ardooie en Unifrost (onderdeel van Dujardin Foods) in Koolskamp.
De meeste hadden al ervaring in de groentegroothandel of conservenindustrie. In 1975 waren er vier diepvriesbedrijven, in 1980 negen en in 1985 al
veertien. Tegenwoordig zijn er in de regio zo’n tiental bedrijven actief. De
sector is bijna volledig in handen van enkele families uit de plattelandsregio
rond Roeselare.
“Andere regio’s kunnen
soms goedkoper produceren,
maar wij zijn goed gewapend
dankzij onze ligging.
Bovendien is er in WestVlaanderen een enorme
concentratie van kennis. Dat
Wereldspelers
Amper een tiental jaren na het ontstaan van deze nieuwe industrietak domineerde West-Vlaanderen de hele sector. In 1984 werd meer dan 85 procent van
is een van onze belangrijkste
de Belgische productie van diepvriesgroenten gerealiseerd in onze kustpro-
troeven”.
vincie. Jaarlijks produceert de West-Vlaamse diepvriesindustrie 900.000 ton
Jan Haspeslagh
verwerkte producten.
Gedelegeerd bestuurder van Ardo
Omdat de binnenlandse markt voor diepvriesgroenten heel bescheiden is, moet
ze 90 procent van haar producten in het buitenland slijten. Hoewel ze inmiddels sterk geïnternationaliseerd zijn, met vestigingen in onder meer Nederland, Frankrijk en Duitsland, worden ze nog steeds vanuit West-Vlaanderen
aangestuurd.
Dankzij die centrale ligging en de inmiddels vergaarde kennis blijven ze tot de
top van de wereld horen. Dat is niet in het minst ook de verdienste van de vele
boeren die prei, bloemkolen of andere groenten telen. Het harde handwerk,
vaak ook in het weekend, ligt mee aan de basis van dit succesverhaal.
Aardappelindustrie
Aardappelteelt
West-Vlaanderen steekt er met kop en schouders bovenuit als het om aardappelteelt gaat. De vruchtbare bodem, het gunstige klimaat en de jarenlange ervaring van de telers legde ons geen windeieren. Met een opbrengst
van 50 ton per hectare zijn we opgeklommen tot de absolute nummer één in
de wereld als het om productiviteit gaat. Enkele cijfers op een rijtje.
West-Vlaanderen zit in de patatten
Aantal aardappeltelers
Ruim 3.400
Aardappelareaal
Ruim 18.000 hectare of de helft van de
aardappelvelden in Vlaanderen
Aardappelopbrengst
Meer dan 1 miljoen ton of bijna de helft van
de hele Vlaamse oogst
Productiviteit
Ruim 50 ton per hectare of numero uno
in de wereld
/ 13
14 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
Friet en chips
Een cruciale schakel in de aardappelketen zijn de verwerkers, die de aardappel transformeren tot diepgevroren of
gekoelde frieten, kroketten, andere aardappelspecialiteiten of chips. Acht West-Vlaamse aardappelverwerkende
bedrijven, met fabrieken in het zuiden van de provincie of net over de grens met Henegouwen, vormen een
krachtige groeipool. Het gaat om producenten van diepvriesfrieten en aanverwante aardappelbereidingen:
Agristo, Groep Clarebout, Ecofrost, Vanilo, Eurofreez en
de Groep Mydibel.
Daarnaast zijn er ook twee belangrijke producenten van
chips: Veurne Snackfoods (Lays) en Roger & Roger (Crokychips). Ze stonden in 2012 samen in voor ruim 2.400 arbeidsplaatsen. Deze bedrijven verwerken in totaal 1,8 miljoen ton (hoofdzakelijk Belgische) aardappelen en kwamen
recent voor het eerst boven 1 miljard euro omzet.
Exportkampioenen
De West-Vlaamse aardappelverwerkers zijn ook zeer
Florerende handel
bedrijvig op de exportmarkt. Ze exporteren gemiddeld
83 procent waarvan 16 procent buiten de EU. De sterke
West-Vlaanderen is het zwaartepunt van de Belgische
prestatie van de West-Vlaamse aardappelindustrie ver-
aardappelhandel. Een 35-tal zeer heterogene aardappel-
klaart mee waarom ons land is uitgegroeid tot de groot-
handelaars vormen de draaischijf van een dynamische dis-
ste exporteur van aardappelbereidingen in de wereld.
tributieketen, die steeds meer internationale allures krijgt.
Hiermee steken we voormalig aardappelkampioen Ne-
De grootste Belgische, en wellicht ook Europese expor-
derland voorbij.
teur van verse ongeschilde aardappelen is een bedrijf uit
de Westhoek. Bart’s Potato Company verhandelt 200.000
ton aardappelen per jaar, en dat tot in het Midden-Oosten
en Zuid-Amerika.
De elf grootste regionale spelers verhandelen jaarlijks
750.000 ton aardappelen (waarvan gemiddeld 70 procent
uit de Belgische oogst) en stellen samen 150 mensen
tewerk. Sommigen investeerden in opslagcapaciteit in
Henegouwen en in Frankrijk.
Andere handelaars zoeken toegevoegde waarde in de
behandeling (wassen, schillen, versnijden, blancheren)
of in de gesofisticeerde verpakking van de goudgele
aardappelen. Of ze blinken uit in een andere niche zoals
de distributie van bio-aardappelen. De meeste WestVlaamse handelaars hebben historische banden met de
aardappelteelt en zijn ook vandaag nog actief in de teelt.
Contractteelt
De diepvriesgroenten zijn, net als zo’n veertig procent
van de aardappelen, contractteelten. Je hebt volumecontracten, waarbij de landbouwer zich engageert voor
de teelt van bijvoorbeeld 40 ton aardappelen tegen een
vooraf afgesproken prijs. De discussie start dan wanneer
de boer slechts 35 ton kan leveren of wanneer hij 50 ton
kan oogsten. Bij oppervlaktecontracten spreekt de boer
vooraf een prijs af voor bijvoorbeeld twee hectare aardappelen. Doorgaans ligt de prijs lager dan op de markt
of bij de veiling. Voor aardappelen is dat wisselend. Bij
groenten ligt de prijs lager omwille van de andere eisen
die gesteld worden en de garantie op afzet die vooraf bepaald wordt bij contractteelt.
Bronnen:
- De aardappel: een goudklompje van de West-Vlaamse economie, WES persbericht 22 augustus 2013, www.wes.be
- Interview André Calus, ere-directeur Inagro
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
/ 15
Heterogene bedrijven
Schaalvergroting
Halvering en verdubbeling
Die schaalvergroting laat zich ook voelen in de gemiddel-
Dat er steeds minder boeren zijn en de bedrijven steeds
de veebezetting per bedrijf. Een doorsnee rundveebe-
groter worden, is een open deur intrappen. Elk jaar ver-
drijf telt tegenwoordig al snel meer dan 100 dieren, een
dwijnt zo’n 3 à 4 procent van de landbouwbedrijven wat
varkensbedrijf 1.700 en een pluimveebedrijf zelfs 42.000.
betekent dat op vijftien à twintig jaar het aantal halveert. Vooral de kleinere bedrijven stoppen.
Dure euro’s
Anderzijds blijft de productiewaarde jaar na jaar con-
Komt daar nog bij dat de marges (het verschil tussen
stant, in Vlaanderen tussen de 5 tot 6 miljard euro. Met
opbrengst en kost) steeds meer onder druk komen te
steeds minder Vlaamse landbouwbedrijven blijven we
staan. Deze tendensen leiden onherroepelijk tot steeds
met andere woorden evenveel produceren. Om dat vol
grootschaliger of intensievere landbouw of tot heroriën-
te houden, moet de productie per zetel elke vijftien tot
teren (verbreding). Want enkel die boeren die investeren
twintig jaar verdubbelen. In tien jaar tijd is de gemiddelde
en/of innoveren, kunnen overleven. Investeringsbedra-
bedrijfsoppervlakte bijna verdubbeld tot 24 hectare. Er
gen van 1, 2 tot zelfs 3 miljoen euro zijn lang geen uit-
zit een grote variatie in: akkerbouwers hebben vaak ruim
zondering meer. Het hoeft geen betoog dat die financiële
100 hectare grond terwijl groentetelers slechts enkele
inspanningen zwaar wegen op jonge starters.
hectare bewerken.
Toenemende specialisatie en automatisatie
De sector kent een sterke specialisatiegraad. Bijna ne-
ler aan de poot van de koe de landbouwer alarmeert bij
gen op de tien bedrijven zijn gespecialiseerd in een van
afwijkend gedrag? Dankzij de technologie kan de boer
de 3 subsectoren. Meer dan de helft legt zich toe op vee-
zijn aandacht toch volop richten op het dier dat dit nodig
teelt, 20 procent op akkerbouw en 13 procent op tuin-
heeft.
bouw. Het hoeft geen verwondering te wekken dat die
toenemende schaalvergroting en specialisatie gepaard
Van hype naar realisme
gaat met een grotere graad van automatisatie.
In de jaren 90 was precisielandbouw een hype. De informatie- en communicatietechnologie nam een hoge
Extra ogen en oren
vlucht en onderzoekers bedachten allerlei leuke snufjes
Als je vier melkkoeien hebt, kun je die van heel nabij op-
zonder zich af te vragen of die wel een meerwaarde had-
volgen. Als je er tweehonderd hebt, is dat een heel andere
den voor de landbouwer. De hype heeft inmiddels plaats
zaak. Dankzij de technologie kunnen boeren hun dieren
gemaakt voor realisme. Onderzoekers werken nauw sa-
nog beter opvolgen, want ze beseffen dat de verschillen
men met de landbouw en aanverwante industrie om ge-
tussen individuele koeien groot zijn. Wist je dat de melk-
bruiksvriendelijke toepassingen te ontwikkelen. Enkele
robot tijdens het melken automatisch allerlei gegevens
hiervan, zoals de gps-gestuurde tractors en landbouw-
over het dier meet en registreert? Dat een stappentel-
machines, zijn al stevig ingeburgerd.
Bron:
- Landbouwrapport 2012, p 106-116, www.vlaanderen.be/landbouw/lara
16 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
PRECISIELANDBOUW
“Grootschalig boeren en tegelijk elk
Maar precisielandbouw omvat meer dan een gps. Sensoren kunnen de gewasgroei monitoren vanuit satellieten, vliegtuigjes of vanuit de landbouwmachines zelf. Je kunt er ook de rijpheidsstadia van bijvoorbeeld appels mee meten. Precisielandbouw helpt de boer zo een perceel te segmenteren, optimale
kwaliteit voort te brengen, aangepast te bemesten en zo het milieu te sparen.
dier of elk stukje van je perceel de
kleinschalige aandacht geven die het
verdient. Dat is de meerwaarde van pre-
Onzichtbare bedrijfsstructuur
cisielandbouw”, zegt professor Wouter
De risico’s en bijhorende verantwoordelijkheden worden steeds groter, wat
Saeys van de Faculteit Bio-ingenieurs-
ook zijn impact heeft op de juridische bedrijfsstructuur. Om het kapitaal en
wetenschappen van de KU Leuven.
de risico’s te beheersen, brengen sommige boeren hun activiteiten onder in
“De kleinschalige boer van vroeger
een vennootschap.
kende zijn lapje grond door en door.
Anderen trekken extern kapitaal of arbeid aan, vaak in familiaal verband
Hij gaf zijn ogen en oren de kost en
onder bijvoorbeeld de vorm van samenuitbating. Naar schatting wordt 80
wist precies waar de opbrengst minder
procent van de bedrijven familiaal uitgebaat: man/vrouw, ouders/kind of
was of waar hij extra bij moest bemes-
broers/zussen. Die diversiteit is niet altijd even zichtbaar.
ten. Een boer met 100 hectare kan dat
Goed om weten: 2014 is het jaar van de familiale landbouw.
onmogelijk zo precies weten. Tenzij hij
zijn oren, ogen en neus technologisch
ondersteunt. Daar is het de precisielandbouw om te doen. En daar hebben
we nu ook de tools voor.”
Professionalisering
De gemiddelde leeftijd van de boeren ligt inmiddels boven de 50 jaar en blijft
stijgen. Die veroudering van de landbouwpopulatie brengt heel wat problemen met zich mee. Een harde stiel, een vaak onzeker inkomen en hoge investeringen… Het hoeft geen verwondering te wekken dat veel boeren geen
opvolging vinden. Weinig jonge mensen voelen zich geroepen. Vooral kleinere en/of verouderde bedrijven zijn moeilijk over te dragen. Hoe groter het
bedrijf, hoe meer kans op een opvolger.
Maar er is ook goed nieuws. Wie er toch aan begint, is doorgaans beter opgeleid. Zo’n 60 procent van de bedrijfsleiders jonger dan 40 jaar heeft een
landbouwopleiding genoten ten opzichte van 30 procent bij de oudere landbouwers. Hoe groter het bedrijf, hoe meer de bedrijfsleiders een hogere opleiding genoten hebben. De laatste decennia is er een sterke toename van het
opleidingsniveau waarbij een bacheloropleiding steeds meer de norm wordt.
Geen overbodige luxe want de administratieve last is alleen maar toegenomen. Afhankelijk van het type bedrijf en de activiteiten moet een landbouwer
een verzamelaanvraag en een VLIF-dossier voor zijn investeringen indienen,
een mest- en wateraangifte doen en milieu- en stedenbouwkundige vergunning aanvragen bij het bouwen van bijvoorbeeld een nieuwe stal. Uiteraard
komt daar de klassieke bedrijfsboekhouding en BTW bij. Wie dieren heeft,
houdt een logboek van bemesting en Sanitel bij. Landbouwers zijn ook onderworpen aan de verplichtingen van het Federaal Agentschap voor Voed-
Bronnen:
- Landbouwrapport 2012, p 106-116, www.vlaanderen.be/landbouw/lara
- Dossier Precisielandbouw. Extra ogen en oren voor de boer. VILT 5 maart 2013, www.vilt.be
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
selveiligheid. Ze moeten de sectorale lastenboeken volgen. Sommigen opteren ervoor om te voldoen aan extra eisen die gekoppeld zijn aan bepaalde
consumenten- of producentenlabels zoals Flandria of het Biolabel. Andere
landbouwers kiezen voor een eigen label waarvoor de eisen nog hoger liggen, zoals het Tomabel-label.
Wetenschappelijk
onderzoek
Steeds vaker werkt een van de partners buitenshuis. De vaak schommelende
inkomsten uit de landbouw zullen daar niet vreemd aan zijn. Voor de helft van
Net zoals in andere takken van de
hen is dat extra inkomen verwaarloosbaar, maar voor ongeveer een derde van
economie zijn onderzoek en ont-
hen bedraagt dit aandeel meer dan 25 procent van het gezinsinkomen. Zo’n
wikkeling essentieel in de landbouw.
15 procent haalt meer dan de helft van haar gezinsinkomen uit niet-landbouw.
Laboratoria ontwikkelen nieuwe
plantenvariëteiten, aangepast aan
toekomstige noden. Landbouwers
Uiteenlopende bedrijfsvoering
Van gangbaar over geïntegreerd tot bio
maken gebruik van de gegevens van
de nieuwste satellietgestuurde en
mobiele technologieën om weers-
Vanaf 2014 werken alle Europese landbouwers volgens de IPM-richtlijnen.
voorspellingen op te volgen.
IPM staat voor Integrated Pest Management, of geïntegreerde gewasbe-
Computers helpen hen om hun pro-
schermingsmethodes. De essentie van IPM is het voorkomen van ziekten
ductiekosten te voorspellen en om
en plagen (preventief), vervolgens veldwaarnemingen uitvoeren (monitoring)
het gebruik van chemische gewas-
om te kunnen overgaan tot bestrijding (interventie).
beschermingsmiddelen tot een mi-
Bij de bestrijding wordt eerst bijvoorbeeld mechanisch wieden of biologi-
nimum te beperken.
sche bestrijding ingezet, vooraleer gewasbeschermingsmiddelen gebruikt
Europa heeft het budget voor on-
worden. Heel wat fruit- en groentetelers passen die technieken al een aantal
derzoek en innovatie aanzienlijk
jaren toe, met succes. De biologische landbouw fungeert vaak als motor om
opgetrokken in haar begroting
duurzame technieken te introduceren in de gangbare landbouw.
2014-2020. Die fondsen zullen onderzoeksprojecten steunen om de
Biologische landbouw
kloof tussen labo en boerderij ver-
De biologische landbouw is een vorm van duurzame landbouw die nog een
der te dichten.
stap verder gaat. Bij deze teeltwijze gaan boeren de milieubelasting nog
meer beperken en de natuurlijke kringlopen zoveel mogelijk respecteren.
De bodemvruchtbaarheid behouden ze door hun vruchten ruim af te wisselen en groenbedekkers en organische bemesting te gebruiken. Chemische
bestrijdingsmiddelen, kunstmest, voeder met groeistimulatoren of antibiotica en genetisch gewijzigde organismen zijn verboden. In de veehouderij
ligt de klemtoon op grondgebondenheid, dierenwelzijn, preventieve gezondheidszorg en biologisch geteeld veevoeder, bij voorkeur op het bedrijf zelf.
Europa legt de bioboeren heel wat strikte regels op, wat zich vertaalt in een
Europees bio-logo. Vlaamse biobedrijven worden minstens twee keer per
jaar gecontroleerd of ze aan deze regel voldoen. Hierdoor is de consument
zeker dat die landbouwproducten wel degelijk biologisch zijn.
De biologische landbouw neemt gaandeweg in belang toe, maar de cijfers over het aantal bedrijven en de oppervlakte laten zien dat dit vooral
Bronnen:
- Landbouwrapport 2012, p 106-116, www.vlaanderen.be/landbouw/lara
- Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap
- Goed geboerd. Een portie landbouw op je bord, 2012, p 29-37, www.vlaanderen.be/publicaties
/ 17
18 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
een Waalse aangelegenheid is. In Vlaanderen kennen de
Verbrede landbouw
biobedrijven opnieuw een sterke opgang na een periode
Dergelijke nevenactiviteiten zijn niet nieuw. Wie een
van stagnatie. In onze contreien swingen de grondprijzen
beetje in de tijd teruggaat, herinnert zich ongetwijfeld
de pan uit, waardoor het areaal beperkter is maar wel
een oom of tante met een handicap op de boerderij of
intensiever. Vooral heel wat tuinbouwbedrijven zijn hier
de verkoop van melk en boter. Die historisch gegroeide
omgeschakeld.
zijsprongen waren een hele tijd wat weggedeemsterd om
de laatste jaren opnieuw aan belangstelling te winnen.
Ze zijn vaak de toegangspoort en het sympathieke ge-
2012
WestVlaanderen
Vlaanderen
Aantal biobedrijven
60
280
Die zogenaamde verbrede landbouw is een alternatieve
Bio-oppervlakte (in ha)
700
4.500
weg voor professionalisering en vormt een volwaardige
zicht van de sector. Maar het gaat verder.
manier om het bedrijf te leiden. Verbreding omvat een
Lokaal versus globaal?
Een andere, vaak gepolariseerde discussie is de vraag
of een landbouwbedrijf beter af is als het voor de korte
keten opteert of net andersom, wanneer het zich richt
op de Europese en/of wereldmarkt. Ook hier is er geen
juist antwoord.
Soms is het zelfs een en-en-verhaal, wanneer je als boer
aardappelen teelt voor de chipsfabriek en anderzijds de
melk van je koeien verwerkt tot kazen die je in je hoevewinkel verkoopt.
ruime waaier van activiteiten die we, samen met de
gangbare landbouwproductie, kunnen onderbrengen in
vijf categorieën:
• Witte diensten: gangbare landbouwproductie
• Gele diensten: sociale en toeristische activiteiten zoals
thuisverkoop, hoevetoerisme en zorgboerderijen
• Groene diensten: natuur- en landschapsbeheer
• Rode diensten: energieproductie
• Blauwe diensten: beheer van waterkwantiteit en
-kwaliteit
Bronnen:
- Kerncijfers landbouw, 2013. De landbouw in België in cijfers, p 4, 8-9, 12, 20, 24, www.statbel.fgov.be
- Interview Lode Tanghe, gebiedswerker landbouw Brugge-Oostende Provincie West-Vlaanderen
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
/ 19
De man & vrouw achter de landbouw
DRIE X LANDBOUWGENERATIES
50 -70
Eerste naoorlogse landbouwgeneratie
Vele kleine boeren van de naoorlogse generatie molken
kleinschalige gemengde bedrijven met zowel varkens
hun koeien met de hand en maaiden het gras met een
als runderen. De eerste stappen naar intensifiëring van
zeis. De tekorten en wachtrijen voor voedsel lagen nog
de veehouderij werden gezet.
vers in het geheugen.
Heel wat landbouwgronden gingen verloren aan wo-
Dankzij subsidies van het Landbouwinvesteringsfonds
ningbouw, industrie en wegenaanleg. Er waren jaren
konden de landbouwers machines kopen en gebouwen
waarin dat aan een tempo van 30 hectare per dag ging.
renoveren. Met hun hogere inkomsten investeerden ze
Opvolging van de bedrijven ging nog vlot omwille van de
vervolgens opnieuw in de verdere uitbouw van hun be-
rendabele prijzen toen. De opkomende industrie kaapte
drijf. De voedselproductie nam toe maar het
echter heel wat arbeidskrachten van het platteland weg.
boerenleven bleef zwaar op de typische
1
Witloofteelt in open lucht - Centrum Agrarische Geschiedenis
20 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
80 -90
Tweede landbouwgeneratie
De kinderen die in de voetsporen van hun
2
boerende ouders traden, zagen een nieuwe realiteit.
Om de overschotten weg te werken, lanceerde Europa een
hervormingsproces. Vraag en aanbod moesten voortaan beter op elkaar afgestemd worden.
In de jaren 90 stonden voedselkwaliteit, voedselveiligheid en dierenwelzijn voorop. Landbouwers werden zich
ook meer bewust van hun bijkomende verantwoordelijkheden zoals milieubescherming en duurzaam
gebruik van onder meer water en grond. Het leven van
deze generatie was anders en alleszins complexer dan
dat van hun ouders.
Meer lezen over de rol van de Europese Unie?
Zie pagina 30
90 - nu
Derde landbouwgeneratie
op kernactiviteiten. Dergelijke gespecialiseerde be-
Om tegemoet te komen aan de vele technologische
drijven zijn of grootschalig of heel intensief uitgebaat,
uitdagingen (bijvoorbeeld mestverwerking), de hoge
zoals bijvoorbeeld een varkenshouderij met een paar
investeringskosten, de onvoorspelbare markt-
3
duizend varkens en externe mestverwerking.
mechanismen en de maatschappelijke ten-
Andere bedrijven zijn nichegericht met bijvoorbeeld 40
densen focussen boeren zich op vandaag
melkkoeien, waarbij de lekkere hoeveproducten een
meerwaarde aan de melk geven. De landbouwer van
nu combineert de rol van boer met die van ondernemer
en hoeder van het platteland. De laatste reeks Europese hervormingen hebben de boeren meer marktgeoriënteerd doen produceren. Sommigen verwerken
en verkopen voedingsmiddelen op de boerderij wat de
plattelandseconomie doet opveren. Anderen geven de
rurale gemeenschap een boost via agrarisch toerisme,
de oprichting van nieuwe bedrijven en andere ecologische en culturele activiteiten. Zo vrijwaren zij niet alleen het specifieke karakter van het platteland maar
ook de toekomst van de volgende landbouwgeneraties.
De boer is manager geworden…
Meer lezen over types bedrijven: zie pagina 15,
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
Landbouwer 2.0
Imago
De landbouw wordt gezien als een sector die belangrijk is voor de economie
en voedselvoorziening. De kwaliteit en veiligheid van landbouwproducten is in de ogen van de Vlamingen goed. Gecombineerd met de bewondering voor landbouw zijn dit de belangrijkste elementen voor een goed
landbouwimago. De landbouwer zelf krijgt dan weer een positieve evaluatie
omwille van zijn knowhow. Ook de manier waarop de omgang met dieren
wordt gepercipieerd, heeft een belangrijke invloed op het beeld dat de Vlaming heeft van de boeren.
Beroepstrots
Als je aan boeren zelf vraagt wat ze het leukste aspect aan hun beroep vinden, dan krijg je als topantwoorden de voldoening die ze uit hun werk halen,
de onafhankelijkheid en het leven in de natuur. Wat ze minst belangrijk vinden is – misschien wat verrassend - de voortzetting van het familiebedrijf, de
verbondenheid met de buurt en de sociale status.
“De Vlaming ziet landbouw
als een belangrijke sector die
het nodige respect verdient.
Toch mag de sector zich niet
blindstaren op dit mooie
resultaat. Er blijven nog een
aantal kritische punten. Zo
is de kloof met de consument
nog steeds te groot, op mi-
lieuvlak wordt er iets minder
goed gescoord en de beeldvorming over biolandbouw
gaat erop achteruit ”,
waarschuwt UGent-professor
Gino Verleye.
Bronnen:
- Landbouwrapport 2012, p 80-82, www.vlaanderen.be/landbouw/lara
- Vlaming kijkt kritisch maar postief naar landbouw. VILT 17 december 2012, www.vilt.be
/ 21
24 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
Functies van de landbouw
6xF+1
Landbouw vormt de basis van onze menselijke bescha-
Met de opkomst van steenkool en elektriciteit tijdens de
ving. Al van oudsher verzamelden mensen vruchten,
industriële revolutie (vanaf 1780) en later de ontdekking
wortels en eieren en jaagden ze op wilde dieren over gro-
van aardolie (op het eind van de negentiende eeuw) leek
te afstanden. Zo’n 10.000 jaar geleden zochten ze hun
de rol van fuel in het Westen uitgespeeld. De komst van
voedsel niet langer uitsluitend in de vrije natuur, maar
aardolie veroorzaakte ook een terugval van fibre. Natuur-
zetten die natuur ook naar hun hand. De landbouw was
lijke vezels werden immers vervangen door kunststoffen
geboren.
op basis van petroleumderivaten. Voortaan kon je net zo
makkelijk textiel van nylon, polyester en pvc maken als
Van meet af aan leverde landbouw meer dan louter voed-
van wol, linnen en katoen. Bovendien groeiden de steden
sel voor mens en dier. Ze verschafte ook brandstoffen zo-
snel aan en was er meer voedsel nodig. Geen wonder dat
als hout, en grondstoffen voor kleren en werktuigen zoals
de landbouw zich toen en een lange tijd daarna concen-
leer, wol en vlas. Later kwamen daar ook een rol in na-
treerde op het produceren van zoveel mogelijk voedsel.
tuurbeheer en sierteelt bij en kreeg landbouw eveneens
een recreatief aspect. Samengevat gaat het om food,
Ook vandaag meer dan voedsel
feed, fuel, fibre, flower en fun, ofwel 6F. Soms voegen
De meest voor de hand liggende en ook prioritaire func-
wetenschappers er nog een zevende F aan toe: farmacie.
tie van onze Vlaamse landbouw is nog steeds de pro-
De gezondheidsbevorderende eigenschappen van hop
ductie van voedsel. Toch is ook vandaag geen bescha-
voor vrouwen in de menopauze is hiervan een voorbeeld.
ving mogelijk zonder landbouw in al zijn functies, al zijn
Niet al deze F’en zijn in de loop van de geschiedenis even
we ons hier in het rijke Westen daar vaak niet meer van
belangrijk geweest. Food en feed zijn constanten, de an-
bewust. Nu de voorraden van fossiele brandstoffen stil-
deren waren afhankelijk van technologische, economi-
aan uitgeput raken en de prijzen stijgen, merk je dat de
sche en maatschappelijke factoren.
landbouw haar historische taken van weleer opnieuw
opneemt. Dus krijgt fuel weer meer aandacht door de
Van 4F over 2F naar 6F
opmars van biobrandstoffen zoals bio-ethanol en biodie-
Tot in de achttiende eeuw waren food, feed, fuel en fibre
sel, en het gebruik van biomassa en methaangas voor
de pijlers van de toenmalige landbouw. Houthakkers en
het opwekken van groene stroom. Dit gaat hand in hand
turfstekers zorgden voor warmte, en bijen- en olijftelers
met hernieuwde aandacht voor fibre.
zorgden met hun was en olie voor licht. Textiel en touwen
Plantaardige vezels kunnen de plaats innemen van
werden in onze streken vooral gemaakt van schapenwol
kunst- of bouwstoffen, bijvoorbeeld vlas als verster-
en in de rivieren geroot vlas (roten is het blootstellen van
kingsmateriaal in plaats van carbon en hennep als bouw-
vlasstengels aan water zodat de vezels vrijkomen en ge-
materiaal. Met de stijging van de welvaart neemt ook het
bruikt kunnen worden in de textielindustrie).
belang van flower en fun toe. Samengevat kan je stellen
Meer over vlas lees je op pagina 27.
dat onze Vlaamse landbouw nog steeds de leverancier is
van de 6 F-en.
Meer info vind je op
www.kuleuven.be/lsue/susfood/landbouw_6f.pdf
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
FOOD
(voedsel)
1
FEED
(veevoeder)
Feed slaat op de veevoederproductie: voederbieten,
maïs, tarwe en weiden. Veel veetelers hechten een groot
belang aan akkerbouw omdat ze zelf voeders telen voor
hun dieren. Dat is zowel economisch als ecologisch een
kringloop. Ook hier rijzen een aantal vragen. Kunnen we
gewassen gebruiken als voeder als die ook geschikt zijn
voor menselijke consumptie?
Die ethische kwestie is relevanter voor varkens en pluimvee omdat ze voer krijgen dat ook voor menselijke consumptie kan dienen. Bij rundvee speelt dit minder want
koeien die grazen, vormen geen directe concurrentie
met menselijke consumptie. Koeien verwerken met hun
4 magen het gras tot een hoogwaardig voedingsproduct;
iets wat de mens niet kan. Veel voedingsgewassen heb-
Voedsel, bestaande uit groenten, vlees en granen voor
ben trouwens nevenstromen die ook in de dierenvoeding
menselijke consumptie is een primaire functie van land-
gebruikt worden, soms rechtstreeks van het veld, soms
bouw. Zo’n 17 procent van het aardoppervlak is geschikt
na het proces in de voedingsindustrie. Denken we maar
voor landbouw en de aarde kan tot 9 miljard mensen
aan bietenpulp, bierdraf, stro…
voeden. Tegelijk lijdt meer dan 1 miljard mensen hon-
Meer info over duurzame veeteelt lees
ger. Produceren we dan te weinig? Zo simpel ligt het niet.
je op pagina 56.
Aangezien we wereldwijd voldoende produceren om iedereen te voeden, gaat het meer om een probleem van
verdeling dan van productie. We gooien met zijn allen
trouwens meer dan een derde van ons voedsel weg. We
kampen met een voedselparadox: er zijn meer zwaarlijvigen dan hongerlijders.
Meer info over de Noord-Zuidverhouding op pagina 41.
“Velen menen dat landbouw enkel dient voor
voedselproductie. Mag koffie dan nog wel?
Of erger nog, tabak? Dat aanvaardt men,
maar biobrandstoffen zouden onethisch zijn.
Niet zo lang geleden was alle transport per
paard. De boer reserveerde voor hen een
flink deel van zijn grond. Niemand vond dat
toen onethisch.“
Wim Soetaert, professor UGent
2
/ 25
26 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
FUEL (energie)
3
GROENE CHEMIE EN
BIORAFFINAGE
Met de opkomst van groene chemie en ruimer de
bioraffinage gebruiken we natuurlijke grondstoffen
in plaats van aardolieproducten. Zo maken we plastic
zakken normaliter van de kunststof polyethyleen. Tegenwoordig kan dat ook van zogenaamd bioplastic op
basis van zetmeel uit maïs of aardappelen.
FIBRE
(natuurlijke vezels)
Steeds vaker worden natuurlijke vezels gebruikt in plaats
van kunstvezels. Denken we maar aan hennep voor isolatie.
Nog een voorbeeld: composietmateriaal. Lichte racefietsen bestaan uit carbonvezels (een aardolieproduct), die
Biomassa, zoals planten, restproducten of mest, is
een belangrijke bron van hernieuwbare energie of bioenergie. Processen zoals onder meer vergisting (of biogasproductie), chemische omzettingen en verbranding
maken het mogelijk om de energie uit deze biomassa te
benutten. Het gebruik van biomassa voor energie wordt
echter vaak ter discussie gesteld wanneer deze ook voor
andere doeleinden zou kunnen dienen zoals voedsel of
voeder.
Toch hoeft men deze doeleinden niet strikt gescheiden
te zien. Biomassa kan immers in een opeenvolging van
verschillende doeleinden ingezet worden of verschillende doeleinden kunnen integreren. Zo kunnen energiegewassen zoals korte omloophout een dubbele functie
krijgen wanneer ze enerzijds voor houtproductie aangeplant worden, maar tevens ook leefomgeving kunnen
bieden voor kippen in buitenloop. Restproducten uit de
voedings- en voederindustrie kunnen dan weer vergist
worden. Ook kan men alternatieve biomassa gebruiken
die eerder nog niet werd gevaloriseerd, zoals oogstresten, mest of bermmaaisel.
bij elkaar gehouden worden door kunsthars.
In sommige fietsen vervangen ze carbon
al door natuurlijke vlasvezels.
4
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
FLOWER
(sierteelt en natuurbeheer)
Flower hoef je niet alleen letterlijk te inter-
5
preteren. Het gaat om sierteelt in de ruimste
Natuurbeheer met hulp
van landbouwers
Andy Dewitte van ’t Schotsgoed getuigt
“Ons landbouwbedrijf ’t Schotsgoed bestaat sinds
zin van het woord. Ze is niet onbelangrijk, want goed
1863 en is traditioneel overgedragen van vader op
voor een derde van de hele tuinbouwproductiewaarde.
zoon. Het ligt in de omgeving van de Assebroekse
Deze sector kent een grote technologische vooruitgang.
Meersen in een complex van laaggelegen hooilan-
Denk maar aan veredeling van plantenrassen, efficiënte-
den, omzoomd door een knotwilgen en populieren.
re bemesting en milieuvriendelijker gewasbescherming.
Om die typische dottergraslanden te herstellen, begon
Het zijn technieken die vaak eerst op grote schaal voor
het Agentschap voor Natuur en Bos een paar jaar ge-
landbouw ontwikkeld worden en daarna hun weg vinden
leden die graslanden aan te kopen. Momenteel is het
naar liefhebbers van tuin en park. Wist je dat 8,2 procent
agentschap eigenaar van zo’n 75 hectare hier. Voor het
van de Vlaamse oppervlakte ingenomen wordt door tui-
beheer doen ze een beroep op 15 lokale landbouwers,
nen? Daarnaast telt onze oppervlakte 10 procent bos en
waaronder ikzelf. Dat is geregeld in een jaarlijkse gra-
13 procent ‘versteende oppervlakte’, zoals huizen.
tis gebruiksovereenkomst. Op al die percelen gelden
Ook het agrarisch natuurbeheer en de instandhouding
strenge voorwaarden zoals een late maaidatum, een
van natuur en biodiversiteit behoren tot dit landbouwseg-
nulbemesting en een maximum veebezetting.
ment. Sinds 2000 voorziet Europa steun voor landbouwers
Mijn bedrijfsvoering heb ik noodgedwongen moeten
die waardevolle landschappen creëren of in stand houden,
aanpassen. Zo kweek ik niet langer het Belgisch
zoals met houtwallen omzoomde akkers en weiden, akker-
witblauwras, maar het Franse ras limousin. Om
randen en poelen. Boeren worden ook steeds meer inge-
een eerlijke prijs te krijgen, verkoop ik het vlees via
schakeld in de uitbouw van grotere natuurgebieden en het
thuisverkoop. Bovendien krijg ik door dit direct con-
omvormen van landbouwgronden met natuurpotentieel.
tact veel waardering van mijn klanten en dat moti-
Je leest meer over Europese steun voor natuurbehoud
veert ook heel erg.”
op pagina 32.
VLAS, EEN NIEUW GEWAS?
Van oudsher is de Leievallei de bakermat van de vlasteelt en vooral -verwerking. De rassen kan je naar gebruik indelen
in vezelvlas dat als basisgrondstof vormt voor linnen en olievlas waaruit lijn(zaad)olie gewonnen wordt. De planten van
olievlas zijn kort en sterk vertakt en hun zaden bevatten ongeveer 40 procent olie. Bij het persen van dat lijnzaad bekom
je lijn(zaad)olie dat rijk is aan omega 3-vetzuren.
Naast toepassingen in de voedingsindustrie is de olie ook een grondstof voor verven, zepen en linoleum. De lijnzaadkoek
die overblijft na het persen gebruikt men in dierenvoeders. Vezelvlas wordt al meer dan 6.000 jaar geteeld. Linnen is de
meest bekende toepassing. Ook de overige plantdelen worden benut: de klodden (korte vezels) in de papierindustrie en de
vlaslemen (houtachtige deel van de plant) in spaanderplaten of als strooisel in de stallen. Het vlasareaal is in West-Europa
gedaald tot 72.000 hectare en op Belgisch niveau tot 12.000 hectare. Vlastelers trekken volop de kaart van innovatie en
gaan in samenwerking met onderzoekers op zoek naar nieuwe toepassingen (composietmaterialen) en markten.
VRAAG: Wat is de link tussen de Amerikaanse dollar en vlas?
/ 27
jaren 60 levert het West-Vlaamse bedrijf Vervaeke Fibre het vlas aan de VS. Wist je dat Vervaeke Fibre in Kuurne ‘s werelds oudste vlasbedrijf is?
rige 75 % uit katoen. Vlas moet het biljet steviger maken. Vroeger gebruikte men daarvoor oude lompen die verscheurd werden. Al sinds begin
ken met het iconische karakter van de dollar, maar ook met het vlas dat erin verwerkt is. Een biljet van 1 dollar bestaat voor 25 % uit vlas, de oveAls je een biljet van 1 Amerikaanse dollar in handen krijgt, vraag je je misschien af waarom het gevoel zo speciaal is? Dat heeft niet alleen te ma-
28 \
Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart
FUN
6
(recreatie)
Tegenwoordig omvat fun veel vormen
onmiskenbaar ook een sociale dimensie.
van recreatie. Hoevetoerisme is allicht
Landbouwers trekken mensen aan op hun bedrijf want
het bekendst, maar ook bezoek- en zorg-
boeren is vaak een geïsoleerd beroep. Bovendien bevor-
boerderijen en hoeveverkoop vallen hieron-
dert het de sociale cohesie. Onbekend is vaak nog on-
der. Vlaanderen telt zo’n 140.000 recreatieve paar-
bemind. Steeds meer boeren beseffen het belang van
den die een derde van de weiden bezetten. Fun is dus
een open houding naar hun omgeving toe. Ze hebben
in de Europese landbouw even fundamenteel aanwezig
de behoefte om hun idealisme en beroepstrots te delen.
als de andere F’en. Naast deze economische kant is er
Meer info hierover op www.onthaalopdeboerderij.be
Discussiethema’s
Deze 6 F’en hangen complex aan elkaar. Vraag is hoe dit delicate evenwicht in
de toekomst zal evolueren. Er is sowieso geen eensgezindheid hierover. Veel
hangt af van het eigen referentiekader en de maatschappelijke ontwikkelingen.
• Door sommige F’en te combineren op eenzelfde op-
• Gemiddeld geeft een gezin bij ons meer geld uit aan
pervlakte kunnen het aantal functies gemaximaliseerd
ontspanning dan aan voedsel. Is recreatie een minder
worden. Ken jij voorbeelden?
essentiële behoefte dan voedsel?
• Moeten we ingrijpen zodat de F met de grootste winstmarge niet domineert ten opzichte van het recht op voedsel?
• Wat met de ethische conflicten met food en feed, aangezien biobrandstoffen en groene chemie grondstoffen vra-
• Hoeveel voedsel gooien we dagelijks weg? Geven wij als
consument de waardering aan voedsel dat ze verdient?
• Wat denk jij van fenomenen als vertuining en verpaarding?
gen die eveneens als basis voor voedsel en voeder dienen?
Bronnen:
- Landbouw 6 F. Grenzen verleggen, 2009, p 7-9, 12-27, 30-31
- Interview André Calus, ere-directeur Inagro en Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw Provincie West-Vlaanderen
West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+
Vlaamse landbouw
- in een -
Europese context
/ 29
30 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context
Gemeenschappelijk landbouwbeleid
Vijftig jaar landbouwgeschiedenis
Zes landen, waaronder België, richtten in 1957 met de ondertekening van het Verdrag van Rome de Europese Economische
Gemeenschap (EEG) op. Van bij de aanvang in 1962 herstelt het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) Europa’s vermogen om zichzelf te voeden. ‘Ruim voldoende’ wordt echter al snel ‘overvloed’, waardoor in de jaren 1980 maatregelen
genomen worden om de boterbergen en melkplassen in te tomen. Het GLB richt zich voortaan op de kwaliteit, veiligheid
en betaalbaarheid van het voedsel en mikt op een groenere, eerlijkere en efficiëntere landbouw. Ook de rol van Europa
als ’s werelds grootste handelaar in landbouwgoederen brengt extra verantwoordelijkheden met zich mee.
1957
GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID
IN VOGELVLUCHT
De honger voorbij
Toen in 1945 de Tweede Wereldoorlog eindigde, klonk
meer dan ooit de roep naar voedselzekerheid. Aanvankelijk zocht elk land een eigen oplossing maar al snel
1957
kwamen ze tot de conclusie dat ze maar beter konden
De honger voorbij
samenwerken. Onder het motto “nooit meer oorlog,
1962
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid
krijgt vorm
nooit meer honger” ontstond een eerste toenadering die
in 1957 resulteerde in het Verdrag van Rome.
Zes Europese landen (Benelux, West-Duitsland, Frank-
1970-1980
rijk en Italië) ondertekenden het verdrag tot oprichting
Slachtoffer van eigen succes
van de Europese Economische Gemeenschap. Door
1992
Van marktsteun naar productiesteun
samen te werken en hun interne beperkingen op te heffen, wilden de zes economische en sociale vooruitgang
boeken. In praktijk ging alleen de integratie van het Eu-
Medio jaren 90
ropese landbouwbeleid echt van start. Doelstelling was
Kwaliteit primeert
betaalbaar voedsel voorzien voor de Europese burger
2000
Platteland in zicht!
2003
Subsidies en productie voortaan losgekoppeld
2004-2007
Welkom, wereld
en een redelijk inkomen voor de landbouwer in menswaardige omstandigheden.
1962
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid
(GLB) krijgt vorm
Het GLB steunde van meet af aan op drie pijlers:
• Eén vrije gemeenschappelijke markt met vrij verkeer
Quid na 2013?
Vergroening en verjonging troef
van landbouwproducten en gemeenschappelijke prijzen
• Voorrang aan de afzet van landbouwproducten uit Europa
• Financiële solidariteit om de kosten samen te dragen
Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+
Zo kregen granen in januari 1962 als eerste een gemeenschappelijke prijs.
Later volgden melk, boter en rundvlees. Naast een richtprijs kende Europa
aan veel producten ook een interventieprijs toe: een gegarandeerde minimumprijs wanneer een boer zijn producten niet op de markt kwijtraakte.
Deze oorspronkelijk tijdelijke maatregel bestaat vandaag nog steeds voor
een aantal producten. Om de Europese boeren te beschermen, golden invoerbeperkingen, waarbij de invoerder een heffing betaalde. Omgekeerd
betaalde de EEG aan de landbouwers exportrestituties, ofwel het verschil
tussen de Europese prijs en de soms lagere wereldmarktprijs.
Midden de jaren 60 waren de Europese winkelrekken goed gevuld. Dankzij
de toenemende modernisering en schaalvergroting was de Europese landbouw zo goed als zelfvoorzienend. De beoogde voedselzekerheid was bereikt. Alleen de doelstelling om een redelijk inkomen voor de landbouwer te
voorzien, hinkte achterop. De toenmalige Europese Commissaris voor Landbouw Sicco Mansholt wou de kleinschalige en familiale bedrijfjes rendabel
maken. Dit resulteerde in 1972 in een tweede pijler van het GLB (het latere
plattelandsbeleid). Hiermee zorgde Europa voor financiële steun om achtergestelde bedrijven en regio’s te moderniseren.
1970-1980
Slachtoffer van eigen succes
De schaarste van de oorlogsjaren maakte al snel plaats voor overproductie.
Door het gebruik van kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en uitgekiend veevoeder gingen plant en dier steeds beter presteren. De overschotten worden opgeslagen: het is de tijd van de melkplassen en boterbergen.
Onder druk van de stijgende uitgaven en kritiek van de Europese belastingbetaler stuurde Europa haar beleid bij. Ze voerde quota in zoals bijvoorbeeld
in 1984 de melkquota (die gelden tot 2015). Boeren mochten niet meer produceren dan vooraf afgesproken, anders volgde een boete onder de vorm
van een superheffing.
1992
Van marktsteun naar productsteun
De prijzen van de landbouwproducten lagen op de Europese markt aanzienlijk hoger dan op de wereldmarkt. Onder druk van een toenemende
globalisering en vrijhandel was dit niet langer houdbaar. Toenmalig landbouwcommissaris Ray Mc Sharry lanceerde een verdere hervorming. De
interventieprijzen werden verlaagd en de landbouwprijzen evolueerden geleidelijk richting die van de wereldmarkt. Om de verliezen voor de boeren te
compenseren, kregen ze nu directe inkomstensteun. Deze hervormingen
luidden een nieuwe manier van subsidiëren in. Die hectarepremies werden
gekoppeld aan bepaalde gewassen of types veeteelt.
/ 31
SICCO
MANSHOLT
De Nederlandse landbouwer en politicus Sicco Mansholt was de vader van
het Europees landbouwbeleid. Hij verdedigde de pijlers van gegarandeerde
prijzen en gemeenschappelijke financiering in een reeks marathononderhandelingen.
Mansholt was ver voor op zijn tijd en
waarschuwde al in 1968 voor overschotten. Hij drong aan om de landbouw te moderniseren en efficiënter te
maken.
32 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context
VOEDSELCONSUMPTIE
Medio jaren 90
Een gemiddeld Belgisch gezin spen-
Daar werd voor het eerst het principe van duurzame ontwikkeling gelan-
deert vandaag 13 procent van het inkomen aan voedsel, tegenover 30 procent
vijftig jaar geleden. Deze verlaging is
het gevolg van gestegen inkomsten,
maar is eveneens te danken aan de hogere efficiëntie en concurrentiekracht
van landbouwers.
Nadeel is dat we de beschikbaarheid
van betaalbaar kwaliteitsvoedsel als
evident ervaren, precies omdat het
geen grote hap uit ons budget meer
vergt. Nochtans is en blijft voedsel een
primaire behoefte.
Er is onmiskenbaar ook een tegenbeweging aan zet, die authenticiteit,
oorsprong en ambachtelijkheid hoog
Kwaliteit primeert
De hervormingen vielen ook samen met de wereldmilieuconferentie in Rio.
ceerd. De landbouw lag regelmatig onder vuur door het (veelvuldig) gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen, door mestoverschotten en door het eenzijdig gebruik van het platteland. Het GLB kreeg meer aandacht voor natuur
en leefmilieu.
In de jaren 1990 volgde de ene voedselcrisis de andere op. De gekkekoeienziekte, de varkenspest en de dioxinecrisis hakten genadeloos in op de landbouw. Miljoenen dieren werden vernietigd en er werden massaal producten
uit de rekken genomen. Consumenten en afzetmarkten verloren hun vertrouwen, boeren hun inkomen. In 2002 zag de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid het licht. Naast oormerken en een paspoort per dier moesten
vele controles en lastenboeken opvolging mogelijk maken. Traceerbaarheid
werd cruciaal. Het GLB richtte zich meer op voedselkwaliteit.
Het beleid introduceerde eveneens maatregelen die investeringen ondersteunden in marketing, opleiding en verbeterde productverwerking, onder
meer om traditioneel en regionaal voedsel te beschermen. Ook de eerste
in het vaandel draagt en verspilling wil
Europese wetgeving rond biologische landbouw was een feit.
tegengaan. Dit uit zich in diverse bot-
2000
tom-up initiatieven zoals zelfpluktuinen, community supported agriculture
(CSA) en sharing food-sites. Ook het
succes van hoeveverkoop kadert binnen deze tendens.
Meer info vind je op
www.csa-netwerk.be,
www.thuisafgehaald.be,
www.100procentwest-vlaams.be
en www.rechtvanbijdeboer.be.
Platteland in zicht!
Met Agenda 2000 zorgde een nieuwe hervorming ervoor dat plattelandsontwikkeling echt als tweede pijler van het beleid uitgewerkt werd, met
meer inspraak voor de regio’s. Het GLB voorzag ook steun voor landbouwers
die oog hebben voor biodiversiteit, agrarisch erfgoed of natuur- en landschapszorg. Om de maatschappelijke waardering voor landbouw te verhogen, stimuleert het GLB hun bedrijf open te stellen aan de hand van verbredingsactiviteiten. Boeren kregen steun voor het ontvangen van bezoekers,
het organiseren van hoeveverkoop of het inrichten van gastenverblijven.
Maar er was ook de bekommernis voor een leefbaar platteland. Bruisende
landelijke dorpen konden plattelandsvlucht tegengaan.
Bron:
- Belgisch gezin besteedt 13,2 procent van budget aan voeding. VILT 8 oktober 2013, www.vilt.be
Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+
/ 33
PLATTELANDSONTWIKKELING
Vandaag is twee derde van de Europese landbouwers ouder dan 55 jaar. Een volgende generatie warm maken, is
essentieel. Zo niet, dreigt het gevaar dat het platteland
leegloopt, de rurale bevolking vergrijst en de landbouwsector zelf wegdeemstert.
Het GLB moedigt in haar beleid jonge mensen aan om
landbouwactiviteiten op te starten. Ruimer wil Europa
het ondernemerschap stimuleren om te produceren in
functie van marktsignalen.
Hoe ze dat doen, bepalen de boeren zelf. Het hoeft zelfs
niet rechtstreeks gelinkt te zijn met landbouw, ook lokale
initiatieven om het dorpsleven aan te wakkeren, komen
in aanmerking voor steun. Zo voorziet Europa in een
leefbaar platteland waar het goed toeven is voor boeren,
bewoners en recreanten.
2003
Subsidies en productie voortaan
losgekopppeld
2004-2007
Welkom, wereld!
De uitbreiding van de Europese Unie naar Centraal- en
Met een mid term review werd definitief afgestapt van
Oost-Europa stelde het GLB voor de grootste uitdaging
het oude principe “hoe meer productie, hoe meer steun
sinds haar ontstaan in 1962. De twaalf nieuwkomers
de boeren krijgen”. De inkomenssteun – de financiële
hadden immers een landbouwstructuur die sterk ver-
vergoeding die een landbouwer één keer per jaar ontving
schilde van die van de West- en Zuid-Europese landen.
– stond voortaan volledig los van wat hij produceerde. Om
Na de toetreding in 2004 verdubbelde het landbouware-
in aanmerking te komen, moest hij wel voldoen aan een
aal en het aantal landbouwers in de Europese Unie. Ook
aantal randvoorwaarden op het vlak van natuur, milieu,
de productiviteit en de landbouwprijzen lagen een stuk
dierenwelzijn en voedselveiligheid.
lager. Om de integratie te doen slagen, moesten de on-
Voor de Europese boeren werd het begrip duurzaamheid
dersteuningsmaatregelen nu volledig herdacht worden.
plots heel concreet. Ook het systeem van interventieprij-
Met 27 lidstaten en 500 miljoen inwoners veranderde de
zen werd afgebouwd zodat landbouwers meer markt-
Europese landbouw en het rurale landschap volledig.
gericht konden produceren en hun concurrentiepositie
De Europese Unie werd intussen de grootste importeur
verbeteren.
van producten uit landen in ontwikkeling. Ze gaf vrije
markttoegang tot alle minst ontwikkelde landen.
Meer lezen over de Noord-Zuidverhouding kan op pagina 41.
34 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context
EUROPESE
DIVERSITEIT
Quid na 2013?
Vergroening en verjonging troef
Van 2014 tot 2020 reikt het nieuwe financiële meerjarenplan voor alle EUuitgaven. Met de daaraan gekoppelde nieuwe hervormingen van het GLB wil
Van korte groeiperioden in het bijna
Europa de economische en ecologische slagkracht van de landbouwsec-
Arctische noorden tot waterschaars-
tor versterken, innovatie bevorderen, de klimaatverandering bestrijden en
te in het subtropische zuiden…
werkgelegenheid en groei op het platteland ondersteunen.
De klimatologische omstandig-
Concreet zal dit zich vertalen in meer ruimte voor jonge boeren om te on-
heden of geografische situatie zijn
dernemen, een Europabrede hectarebetaling (inkomstensteun op basis van
sinds de uitbreiding van de EU sterk
je landbouwareaal) en de afschaffing van productiebeperkende regelin-
verschillend. Het is niet evident om
gen zoals melkquota (in 2015) en de suikerquota (in 2017).
een volwaardig inkomen te halen
De hectarebetaling of directe steun zal voor 30 procent gekoppeld zijn aan
uit landbouw in droge, afgelegen of
vergroeningsmaatregelen: landschappelijke diensten die de markt niet
bergachtige gebieden. Het GLB evo-
vergoed. Europa wil zo verzekeren dat landbouwers instaan voor blijvend
lueert niet alleen in functie van de
grasland, gewasdiversiteit en het inrichten van ecologisch focusgebied (zo-
veranderende behoeften van onze
als hagen, bufferstroken en bomenrijen die erosie tegengaan). Daarnaast
samenleving maar ook in die van
ligt, met Kroatië, een verdere uitbreiding van de Europese Unie in het ver-
het wijzigende plattelandsleven, zo-
schiet.
dat ook streken met natuurlijke belemmeringen er wel bij varen.
Bronnen:
- Mijlpalen in het GLB. ec.europa.eu
- Goed geboerd. Een portie landbouw op je bord, 2012, p 5-25, www.vlaanderen.be/publicaties
- ABS: “Vergroeningsmaatregelen blijven bittere pil”. VILT 26 juni 2013, www.vilt.be
Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+
/ 35
zes x dierenwelzijn
Dierenwelzijn is geen statisch fenomeen. Het is een wisselwerking met de consument die steeds hogere
eisen stelt aan de vleesproductie. Deze informele bezorgdheden vinden in samenwerking met onderzoekers en landbouwers hun realisatie en worden geformaliseerd in Europese wetgeving.
Volières
De huisvesting van
2
leghennen (ofwel kippen die eieren leggen) is er
sinds 2012 behoorlijk op vooruitgegaan. De meeste hennen
zitten in een verrijkte kooi. Die
is hoger en ruimer dan de vroegere kooien, heeft een zitstok en
een bijkomende nestruimte. Er
is ook nog een nestbakje waar
één kip tegelijk in kan.
Deze
verbeteringen
moeten
ervoor zorgen dat de hen haar
natuurlijk gedrag kan blijven
1
Koeborstels en -matras
vertonen en bijvoorbeeld even
kan scharrelen. In deze verrijkte
kooien zitten gemiddeld 3 tot 5
leghennen.
Sommige boeren houden hun
In de stal schurken de koeien met zichtbaar genoegen tegen deze grote,
leghennen in volières of met
langzaam draaiende borstels aan. De koeborstels verzachten eventuele
vrije uitloop. Dan hebben de
jeuk, geven de vacht van de koeien een weldadige borstelbeurt en dragen zo
dieren nog meer bewegingsvrij-
bij tot een gezonde en tevreden veestapel. Om goed te renderen, wil een koe
heid. Deze investeringen kosten
- net als wij - ook op tijd even pauzeren. Als ze hierbij niet comfortabel kan
natuurlijk een pak meer en wor-
liggen, zal ze na het eten en melken blijven rondlummelen. Dat kost energie
den deels doorgerekend aan de
en zal ook een nadelig effect hebben op de productie.
consument. Je betaalt je eieren
Heel wat veehouders installeren koematrassen zodat koeien optimaal
dan wat duurder, maar je draagt
kunnen uitrusten. Andere melkveehouders kiezen voor een ingestrooide
actief je ‘eitje’ bij in het dieren-
stal (potstal) waar de koe, als vanouds, in het stro haar siësta kan hou-
welzijnverhaal.
den. Er zijn tegenwoordig zelfs heuse waterbedden voor extra comfort.
36 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context
Schuilhok of schaduw in de wei?
Je hoort het wel eens vaker in het nieuws:
dieren die in barre winteromstandigheden
3
geen beschutting vinden op de wei. Het gaat dan
vaak om hobbydieren zoals paarden.
De meeste professionele veehouders hebben hun dieren in die periode van het jaar al lang op stal. Daarom
veroorzaakt een hittegolf veel meer problemen in de
landbouw. Op het platteland is immers steeds minder
schaduw beschikbaar omdat houtkanten, bomenrijen en
knotwilgen schaarser zijn.
Een schuilhok kan een oplossing bieden maar natuurlijke methoden van vroeger zoals houtkanten zijn zeker
ook een volwaardig alternatief. Bovendien hebben die
nog andere voordelen, omdat ze bijvoorbeeld bijdragen
aan de biodiversiteit en dus duurzaamheid van ons platteland.
Verbod op biggencastratie
4
Het vlees van mannelijke varkens (ook wel beren ge-
2018 verboden. Momenteel is de var-
noemd) kan bij het bakken een onaangename geur
kenshouderij op zoek naar alterna-
bevatten. Om te voorkomen dat de consument dit
tieven, zoals de dieren intact laten en
varkensvlees niet langer zou lusten, zien boeren zich
berengeur opsporen aan de slachtlijn of vac-
op vraag van de slachthuizen en/of afnemers genood-
cinatie tegen berengeur. Het blijft nog even wachten
zaakt om die mannelijke biggen op zeer jonge leeftijd
welke diervriendelijke methode logistiek en econo-
te castreren. Die onverdoofde biggencastratie is vanaf
misch haalbaar blijkt.
Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+
5
6
Groepshuisvesting
Weidegang
Zeugen (of moederdieren op de varkens-
Blij op de wei. Zo lijkt het toch als je die rustige koeien
boerderij) die in groep rondlopen, krijgen
ziet grazen in het groen. Je wordt er als wandelaar of
meer beweging, een beter ligcomfort en meer
fietser zowaar zelf een beetje vrolijk van, maar ook de
natuurlijke sociale interactie. Vanaf 2013 mogen die zeu-
veetelers zelf zien hun beestjes nog eens graag in de wei
gen niet meer in individuele hokken zitten als ze min-
vertoeven. Dat is goed voor hun poten en hun hele ge-
stens 4 weken drachtig (zwanger) zijn.
stel. De koeien vertonen natuurlijk gedrag en ook daar
Deze Europese vereiste vergde heel wat inspanningen
is best iets voor te zeggen. Maar er zijn eveneens te-
van onze Vlaamse varkenshouders. Ze moesten investe-
genargumenten. Koeien die buiten grazen, kunnen hun
ren in nieuwe stallen of renovatie van bestaande hokken.
uitgebalanceerd voedingspatroon niet langer volgen, wat
Deze ‘bouwwoede’ van nieuwe varkensstallen in onze
tot gezondheidsproblemen kan leiden. Heeft de boer een
provincie zien buren en voorbijgangers vaak als ‘nog
melkrobot, dan gaan de koeien spontaan een twee- tot
maar eens een uitbreiding’, terwijl de landbouwers hier
drietal keer naar de machine om gemolken te worden.
enkel willen voldoen aan de Europese wetgeving om var-
Maar als ze op de wei staan, hebben ze daar vaak minder
kens een beter comfort te bieden.
zin in. Zo raken ze wat ontregeld. En de mest die anders
Zelf een varkensboerderij met groepshuisvesting zien?
in de stallen in roosters verdwijnt, valt nu geconcentreerd
Dat kan vrij toegankelijk bij Wim Haeck, kruising
op weiden waardoor er die percelen een te hoog nitraat-
Driekavenstraat met Ricksteenweg in Zwevezele.
concentratie kunnen hebben. Zo zie je maar dat duurzaamheid niet altijd even eenduidig en zichtbaar is…
Bronnen:
- Varkenscastratie definitief verboden vanaf 2018. VILT 4 oktober 2013, www.vilt.be
- Interview Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw Provincie West-Vlaanderen
/ 37
38 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context
Europese landbouwstructuur
en handelsbeleid
Europese landbouwsector in kaart
Meer dan 77 procent van het EU-grondgebied bestaat
Hoewel Europa een amalgaam aan soorten landbouw
uit platteland: 47 procent landbouwgrond en 30% bos-
telt, gaat het vaak om familiale bedrijven die van de ene
sen. Ongeveer de helft van de bevolking woont in ruraal
op de andere generatie worden doorgegeven.
gebied. Er werken 12 miljoen mensen fulltime in land-
De 15 miljoen landbouwbedrijven en daaraan gekop-
bouwbedrijven met een gemiddelde bedrijfsoppervlakte
pelde levensmiddelenondernemingen zijn goed voor 46
van 15 hectare. Ter vergelijking: in de VS zijn er nauwe-
miljoen banen.
lijks 2 miljoen boeren met gemiddeld 180 hectare.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft prijskaartje
Beleidsdomeinen zoals onderwijs of gezondheidszorg
ooit was 72 procent in 1984, sindsdien is dat percentage
zijn grotendeels door de lidstaten zelf gereguleerd en be-
voortdurend gedaald.
kostigd. Van deze en veel andere beleidsdomeinen vind je
geen of nauwelijks een spoor van terug in de Europese
Vandaag bedragen de jaarlijkse uitgaven voor zowel land-
begroting. Voor de landbouw is dit een ander verhaal.
bouw als plattelandsontwikkeling samen zo’n 55 miljard
euro, bijna 40 procent van de totale EU-begroting. Dit is
Als enig echt gemeenschappelijk beleid wordt land-
zowel een gevolg van de uitbreiding van de taken van de
bouw gefinancierd via de Europese jaarbegroting. De lid-
EU als van de kostenbesparende hervormingen. Sinds
staten hoeven dus zelf niets bij te leggen. Bij lancering
2004 heeft de Unie 12 nieuwe lidstaten verwelkomd zon-
ruim 50 jaar geleden was het GLB de grootste slokkop
der stijging van de landbouwuitgaven.
van het beperkte Europese budget. Het grootste aandeel
Evolutie van GLB-uitgaven 1980-2010
Bronnen:
- Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap
- Landbouwbudget EU daalt met 13 procent tegenover 2007-2013, VILT 23 juli 2013, www.vilt.be
- Hoeveel geld gaat er naar landbouwbeleid EU en waarom? VILT 5 juli 2013, www.vilt.be
Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+
Met haar beleid streeft Europa 3 doelstellingen na: veilig
en betaalbaar voedsel voor de consument, een duurzaam
beheer van de natuurlijke hulpbronnen en een evenwichtige ontwikkeling van de landelijke gebieden in Europa.
Hiervoor draagt elke EU-burger 30 cent per dag bij. Ter
vergelijking: onze autotaks bedraagt gemiddeld 1 euro
per dag.
Alles bij elkaar kost het totale GLB minder dan één procent van de totale overheidsuitgaven van alle EU-landen
samen. Het totale budget voor het landbouwbeleid
2014-2020 is vastgelegd op 363 miljard euro. Dat is
13 procent lager dan het budget voor 2007-2013.
Verdeelsleutel voor de boer
Via het GLB krijgen landbouwers inkomstensteun voor
zover ze zich houden aan strenge eisen inzake voedselveiligheid, milieu, diergezondheid en dierenwelzijn.
Europa trekt hiervoor 70 procent van haar landbouwbegroting uit.
Het tweede soort maatregelen is marktondersteuning,
wanneer bijvoorbeeld slecht weer de markt destabiliseert. Voor deze betalingen is minder dan 10 procent van
het Europees budget voorzien.
Het derde pakket, plattelandsontwikkeling, helpt boeren
bij de modernisering van hun bedrijf en ondersteunt hun
ecologische en landschappelijke activiteiten. Dit is goed
voor circa 20 procent van de totale GLB-begroting. Maar
ook initiatieven die de plattelandsgemeenschap ondersteu-
Globalisering
van de landbouwmarkten
In tegenstelling tot landen zoals de Verenigde Staten die
vooral het eindproduct controleren, wil Europa ook haar
zeg doen over het productieproces. Europese boeren
moeten aspecten als dierenwelzijn, ggo’s en milieu mee
in rekening brengen vooraleer ze hun producten mogen
afzetten.
Een paar decennia terug waren het vooral de Europese
quota die bepaalden wat boeren produceerden. Onder
druk van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) staat tegenwoordig de vrije markt voorop. De WTO wil elke handelsbelemmering wegwerken, ook die in de landbouw.
Anderzijds is de vraag en het aanbod naar landbouwproducten inelastisch. Dat betekent dat bij een kleine stijging of daling van vraag of aanbod je meteen grote prijsschommelingen hebt. Speculaties op de voedselmarkten
werken die schommelingen nog in de hand. De (wereld)
marktgestuurde landbouw en haar inelastisch karakter
leiden bijgevolg tot een grote prijsschommeling van de
landbouwproducten zelf en de toelevering.
Tegenwoordig vormen non-tarifaire handelsbelemmeringen (los van de prijs) steeds vaker een achterpoortje.
Denk maar aan China en Rusland die plots Belgisch
vlees of fruit weigeren in te voeren omwille van – niet altijd even transparante – sanitaire redenen. Dat heeft vaak
grote gevolgen voor onze (West-)Vlaamse landbouw.
nen, los van de landbouw, kunnen daarvan gebruik maken.
EU-budget voor landbouw voor de periode 2014-2020
Budget pijler I (directe inkomenssteun aan landbouwers) 2014-2020
278 miljard euro
Budget pijler II (plattelandsontwikkeling) 2014-2020
85 miljard euro
Totaal budget 2014-2020
363 miljard euro
Bronnen:
- Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap
- Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de landbouw in Europa. Veel gestelde vragen. Memo Europese Commissie 26 juni 2013
- Samen zorgen voor onze roots, ec.europa.eu/agriculture/cap-for-our-roots
/ 39
40 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context
Stimuleren van
zelfredzaamheid
Vlaamse productie:
niet meer, maar anders
De globalisering van de wereldeconomie, waarbij voeding
De Vlaamse landbouw produceert voor meer dan 90
steeds meer als louter handelswaar beschouwd wordt,
procent voor de Europese markt en voedingsindustrie.
heeft de voormalige bescherming van het GLB doen af-
Daarvan gaat het grootste deel naar Centraal- en West-
brokkelen. Hierdoor is de Europese en dus ook Vlaamse
Europa. Die markten hebben de komende jaren niet met-
boer kwestbaarder geworden.
een nood aan grotere volumes, maar wel aan productin-
Maar het GLB biedt ook veiligheidsmechanismen of
novatie.
vangnetten om te voorkomen dat economische, gezond-
Wat de hulpbronnen betreft, ligt de zaak helemaal an-
heids- of weersproblemen een volledige branche uit-
ders. Voor belangrijke grondstoffen zoals veevoeders
schakelen. De laatste hervorming van 2013 heeft deze
en energie is zij vooralsnog afhankelijk van import, dus
instrumenten gemoderniseerd. Omdat er steeds meer
van de wereldmarkt. Die wereldmarkt is in volle evolu-
en heviger crisissituaties waren, is een krachtdadiger
tie. Denken we maar aan de verwachting dat tegen 2050
noodmechanisme in het leven geroepen.
het vleesverbruik zou verdubbelen. Dat biedt dan weer
Europa steunt voortaan ook boeren om onderlinge fond-
nieuwe kansen.
sen en verzekeringsmodules uit te werken en om lid te
worden van overkoepelende brancheverenigingen. Dat
moet boeren in staat stellen om beter te anticiperen en
te reageren op marktwispelturigheden en crisissen.
Discussiethema’s
WAAROM GEEFT EUROPA RECHTSTREEKSE
INKOMSTENSTEUN AAN DE BOEREN?
WAAROM ONTVANGEN BOEREN STEUN IN
PERIODE VAN HOGE VOEDSELPRIJZEN?
Rechtstreekse betalingen dragen bij tot een bepaalde
Wat de boer voor zijn product krijgt, is maar een fractie
inkomensstabiliteit van landbouwers en zorgen ervoor
van wat de consument ervoor betaalt. Neem nu brood.
dat de landbouw in de Europese Unie blijft bestaan. Het
Het graan maakt slechts 5 procent uit van de broodprijs.
beschermt de bedrijven vooral tegen al te grote prijs-
Als de consument dus een hogere prijs voor zijn brood
schommelingen. Gemiddeld 30 procent van het inkomen
moet betalen, betekent dat niet meteen dat ook het inko-
van een landbouwer komt uit die rechtstreekse Europese
men van de boer stijgt. Bovendien stijgen de productie-
betalingen. Bovendien kan Europa op die manier de boe-
kosten voor de landbouwers. Zo is hun energierekening
ren belonen voor hun werk dat ze niet in zijn prijs kun-
de afgelopen jaren met 223 procent gestegen en de prijs
nen doorrekenen, zoals bijvoorbeeld extra inspannin-
voor meststoffen met 163 procent terwijl de landbouw-
gen voor voedselveiligheid, dierenwelzijn, biodiversiteit,
prijzen gemiddeld slechts 50 procent toenamen.
bodemkwaliteit en milieu. Zo kunnen ze de concurrentie
Meer weten? Check de EU-campagne Samen zorgen
aangaan met niet-Europese landbouwers die produceren
voor onze roots op http://ec.europa.eu/agriculture/cap-
onder minder strenge productievoorwaarden, zoals on-
for-our-roots/index_nl.htm
der meer in de Verenigde Staten, Argentinië of Brazilië.
Bronnen:
- Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de landbouw in Europa. Veel gestelde vragen. Memo Europese Commissie 26 juni 2013
- Het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013. Uw mening telt! Publiek debat. Samenvatting van de bijdragen.
- Hoeveel geld gaat er naar landbouwbeleid EU en waarom? VILT 5 juli 2013, www.vilt.be
Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+
/ 41
Noord-Zuidverhouding
Het GLB en de internationale handel
De Europese Unie heeft de afgelopen twintig jaar heel
teren. Ongeveer een derde van de export van landen in
wat inspanningen geleverd om haar markt toegankelij-
ontwikkeling komt in de Europese Unie terecht.
ker te maken. Ruim twee derde van de ingevoerde land-
Omgekeerd gaf Europa twintig jaar geleden nog bijna
bouwproducten haalt ze in landen in ontwikkeling. Dat
10 miljard euro per jaar uit aan exportsubsidies. In 2011
is meer dan de VS, Australië, Japan, Canada en Nieuw-
was dat slechts 160 miljoen euro. Die exportsubsidies
Zeeland samen! Alleen al uit Afrika importeert de Euro-
hebben bovendien niet echt meer betrekking op landen in
pese Unie voor meer dan 12 miljard euro.
ontwikkeling maar vooral op het Middellandse Zeegebied
Dankzij bilaterale overeenkomsten gelden er lage invoertarieven en de 50 armste landen kunnen zelfs helemaal zonder invoerrechten onbeperkt naar de EU expor-
en de rest van Europa. Er is trouwens afgesproken om
vanaf 2014 het mechanisme van exportsubsidies slechts
in uitzonderlijke omstandigheden in te zetten.
42 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context
PROFESSOR
OLIVIER DE SCHUTTER
De wereldvoedselproblematiek
VNRAPPORTEUR
VOOR HET
RECHT OP
VOEDSEL
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) meldde
Decennia lang werden Zuiderse land-
lokale, regionale markt kunnen afzetten, beperken tussenschakels en over-
bouwmarkten overspoeld met goedkoop voedsel door overproductie in
het rijke Noorden. Voor de arme stedelingen was dit een zegen, maar voor
de lokale boeren betekende dit een niet
te winnen concurrentiestrijd. Doordat
goedkoop voedsel voorhanden was,
investeerden lokale overheden nauwe-
in 2009 dat het aantal hongerlijders tot het trieste record van 1,02 miljard opliep. Van hen is 70 procent zelf boer. De wereld produceert voldoende voedsel
om 9 tot 12 miljard mensen te voeden en toch sterven elke dag mensen van
de honger. Het is dus veeleer een probleem van verdeling dan van productie.
Hiervoor zijn verschillende oorzaken, zoals oneerlijke concurrentie, hoge
voedselprijzen, economische crisis, globalisering en dumping. Oplossingen
zijn niet eenvoudig, maar de aanknopingspunten zijn inmiddels bekend.
De lokale handel stimuleren is er één van. Boeren die hun voedsel op de
bodige voedselkilometers. Ze krijgen een eerlijke prijs voor hun werk op
voorwaarde dat het internationaal handelsbeleid een zekere bescherming
van die lokale markten toelaat. Dat is per slot van rekening wat Europa na
de Tweede Wereldoorlog ook met succes gedaan heeft.
De wereldvoedselproblematiek heeft dus niet alleen een sociale, maar ook
een ecologische en economische kant. Een voedselcrisis is meer dan enkel
productie en prijzen. Ook globalisering, mensenrechten, politieke instabiliteit en de Noord-Zuidverdeling dragen bij tot de huidige situatie.
lijks in eigen landbouw. Nu de voedseloverschotten min of meer weggewerkt
zijn, komt dit pijnpunt boven.
Noord verschilt niet zoveel van Zuid
Het is essentieel om de productie-
De landbouw in het Noorden kent eenzelfde problematiek als die in het Zui-
capaciteit en -efficiëntie van de Zuiderse
den. Een correcte prijsvorming en afzet is ook voor onze Vlaamse boeren
boeren op te drijven. Om de prijs-
niet zo evident. Alleen de schaal en de context verschillen. Het idee om ook
schommelingen op de wereldmarkt te
onze boeren niet te vergeten en zoveel mogelijk lokaal te eten, betekent niet
beperken, zouden voedselreserves aan-
dat de Zuiderse boeren erop achteruitgaan. Misschien wel integendeel! Vol-
gelegd kunnen worden.
gens Vredeseilanden hebben de boerenfamilies in het Zuiden de sleutel voor
Bij lage prijzen kan een land een voed-
de toekomst. Twee derde van mensen die honger lijden, leeft in een boeren-
selvoorraad (enkel droge producten
familie. Als zij een inkomen verdienen met duurzame landbouw werken ze
zoals graan en rijst) aanleggen om die
zichzelf uit de armoede, voeden ze een groot deel van de wereld en verlich-
bij hoge prijzen te verkopen, zodat
ten ze de druk op de planeet. Daarom is het zo belangrijk ook hen te helpen
prijsschommelingen eerder beperkt
om een duurzaam product op de markt te brengen en er een faire prijs voor
blijven.
te krijgen.
Lees meer op www.vredeseilanden.be of www.111111.be
Bronnen:
- Food Rock. Een duurzame maaltijd voor wereldsterren, 2009, p 6-7
- Vredeseilanden. Campagne De vraag van 9 miljard, 2013, www.vredeseilanden.be
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
Vlaamse landbouw
- in -
duurzame
ontwikkeling
/ 43
44 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
Hoe duurzaam is de Vlaamse landbouw?
Van stille lente naar
nieuwe geluiden
Duurzame ontwikkeling… Voor velen blijft het een con-
bij: proces of de transitieperiode die nodig is om te groeien. In veel publicaties krijgen deze pijlers gelijkwaardig
en gelijktijdig de aandacht.
kwetsbaar. Het is nochtans niet nieuw.
Duurzaamheidspijlers
in de landbouw
Sinds de eerste klokkenluiders - Rachel Carson in 1962
Er was ook in Vlaanderen een dialoog over duurzame land-
met Silent Spring en de Club van Rome met The limits to
bouw op gang gekomen. Concreet ging het om een eco-
growth in 1972 - is het belang van duurzaamheid alleen
logisch verantwoorde, economisch leefbare en sociaal
maar toegenomen. Duurzame ontwikkeling is het kern-
gedragen landbouw. Dit impliceerde een aantal richting-
begrip in het rapport Our Common Future, dat in 1987
gevende principes voor elk van de drie duurzaamheidpijlers.
tainerbegrip dat zich makkelijk nestelt in missieverklaringen en beleidsnota’s. Alomtegenwoordig, maar ook
werd uitgebracht door de VN-commissie Brundtland.
Daarin omschrijft de commissie het begrip als “de ont-
Ecologische dimensie van duurzame landbouw
wikkeling die aansluit op de behoeften van het heden
Duurzame landbouwsystemen minimaliseren hun ne-
zonder het vermogen van toekomstige generaties om in
gatieve milieu-impact minstens tot op een niveau dat
hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”.
de draagkracht van de ecosystemen niet overschrijdt.
Met het Biodiversiteitsverdrag in 1992 spraken de lidstaten
Werken aan de hoogst mogelijke eco-efficiëntie vormt
af om een nieuw beleid te voeren rond milieu en ontwikke-
hierbij een belangrijk onderdeel. Maar duurzaam onder-
ling. Sindsdien is duurzame ontwikkeling geïntegreerd in
nemen gaat veel verder dan het vermijden van schade.
alle EU-beleidsdomeinen, dus ook in landbouw.
Een ecologisch optimaal landbouwsysteem sluit (nutri-
Boeren kregen nieuwe verplichtingen om collectieve
ënten)kringlopen maximaal en zorgt voor de beste bo-
goederen te leveren: een goed onderhouden platteland,
dem-, water- en luchtcondities. Het gaat om positieve
een rijke biodiversiteit, verantwoord gebruik van na-
bijdragen aan het milieu, als dienst aan de maatschappij.
tuurlijke hulpbronnen en behoud van culturele locaties
We spreken over groene diensten zoals biodiversiteit, na-
en objecten. Omdat landbouwers de kosten hiervan niet
tuur en landschap en blauwe diensten als waterbeheer.
kunnen doorrekenen in hun prijzen, biedt de Europese
Of hoe landbouwers dus “landschapbouwers” worden…
Unie inkomenssteun.
Lees het verhaal van Andy Dewitte op pagina 27.
Triple bottom line,
een werkbaar begrip?
Sociale dimensie van duurzame landbouw
Duurzame ontwikkeling impliceert een optimale balans
tussen economische, ecologische en sociale aspecten,
ook wel de triple bottom line “people, planet and profit” genoemd. Soms komt daar nog een vierde element
Een eerste aspect van sociale duurzaamheid heeft betrekking op de sociale normen en waarden van de landbouwers zelf. Denk maar aan een voldoende inkomen,
rechtszekerheid, een aanvaardbare werkdruk en een
dragelijke administratieve last.
Daarnaast is er het sociaal kapitaal: de netwerken en
relaties tussen mensen die de sociale samenhang ver-
Bronnen:
- .Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap
- Beleidsnota Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid. Vlaams Parlement. Kris Peeters 2009-2014
- Erven van de toekomst. Over duurzame landbouw in Vlaanderen, 2006, p 15-19
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
sterkt en bijgevolg ook de stabiliteit van (plattelands)
gemeenschappen. Dit sociaal kapitaal resulteert in een
/ 45
Vlaams verhaal
maatschappelijk draagvlak voor landbouw, dat verder
In 2001 stelden Dirk Reheul, Erik Mathijs en Joris Re-
gaat dan louter acceptatie.
laes een visietekst op over de toekomst van de Vlaamse
landbouw. Het was een van de eerste teksten waarin as-
Economische dimensie van duurzame landbouw
pecten van duurzaamheid voor landbouw in Vlaanderen
Een bedrijf is economisch duurzaam als het streeft naar
op papier werden gezet. Het beschrijft dat er een maat-
een maximale meerwaardecreatie. Om hierbij concur-
schappelijk aanvaard draagvlak moet zijn voor land-
rentieel te zijn, moeten de ingezette productiefactoren,
bouwactiviteiten. De waardering die landbouw vanuit de
zijnde arbeid en vermogen, voldoende vergoed worden.
samenleving krijgt, is – volgens het document – recht
Die meerwaardecreatie kan door de productiekosten te
evenredig met de mate waarin landbouw een antwoord
verlagen of de opbrengsten te verhogen. Mogelijke stra-
formuleert op maatschappelijke vragen.
tegieën hiervoor zijn productdifferentiatie, verticale in-
Hoewel de tekst heftige positieve en negatieve reacties
tegratie (ketenbenadering), functieverbreding, schaal-
uitlokte, vormde ze de basis voor verder onderzoek. In
vergroting of innovatie.
2002 werd het Steunpunt Duurzame Landbouw (Stedula) opgericht om aan de hand van modellen uit te zoeken
wat duurzaamheid concreet betekende voor de Vlaamse
landbouwbedrijven.
Bronnen:
- Duurzame landbouw: een proces van leren. ILVO mededeling nr. 124, januari 2013, p 7-9, 31-34, www.ilvo.vlaanderen.be
- Erven van de toekomst. Over duurzame landbouw in Vlaanderen, 2006, p 15-19
46 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
DE STER IN
DE PRAKTIJK
De opbouw van de Ster had twee
voordelen. Aan de hand van drie
pijlers en tien thema’s maakte ze
duidelijk waar duurzaamheid in de
landbouw over gaat en liet ook toe
om er afzonderlijke items of indicatoren uit te halen. Het was dus
zowel een holistisch als flexibel instrument.
De context waarin dit onderzoekstraject tot stand kwam, verschilt
sterk met die van nu. De vraag naar
De ster aan het landbouwfirmament
De opdracht van Stedula was concrete inhoud te geven aan het streven naar
duurzame landbouw, en dit op wetenschappelijke basis. Stedula vertrok
vanuit beschikbare indicatoren in de literatuur en vulde die gaandeweg aan
met eigen fundamenteel onderzoek.
Stakeholders zoals experts, beleidsmedewerkers, landbouwers, adviseurs,
landbouworganisaties en specifieke instellingen zoals banken en Syntra
werden samengebracht voor participatief onderzoek. Om de verschillende
indicatoren van duurzaamheid in één instrument te gieten, opteerde Stedula
voor een radardiagram, de zogenaamde Ster.
Dit sterdiagram gaf duidelijk de sterke en zwakke punten van duurzaamheid
weer en had een hoge communicatieve waarde. De landbouwers gaven
aan bijgeleerd te hebben over hun bedrijf en de daaraan gekoppelde cijfers,
over ideeën om bepaalde problemen aan te pakken en om bewuster om te
springen met een aantal zaken. De Ster fungeerde met andere woorden als
hulpmiddel in een leerproces.
instrumenten inzake duurzaamheid
is momenteel veel sterker aanwezig
vanuit de praktijk van de landbouw
zelf.
De Duurzaamheidsster werd recent
nog toegepast in een project rond
het al dan niet beweiden, waarin
bedrijven die hun koeien beweiden
vergeleken werden met bedrijven
die kun koeien permanent opstallen. Elke deelnemende landbouwer
ontving achteraf een persoonlijk
rapport met advies en kon hiermee
dus concreet aan de slag.
De Ster laat toe om op een weten-
Duurzaamheidsster: de overzichtsster met 10 hoofdthema’s en legende voor interpretatie .
schappelijke manier het begrip
duurzaamheid heel concreet toe te
passen op de Vlaamse landbouwbedrijven.
Bron:
- Duurzame landbouw: een proces van leren. ILVO mededeling nr. 124, januari 2013, p 7-9, 31-34, www.ilvo.vlaanderen.be
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
/ 47
Duurzaam boeren in de praktijk
Ontdek de grote en kleine verhalen van West-Vlaamse landbouwers die zich dagelijks inzetten voor duurzaam boeren op
www.schoonboeren.be
tien x Schoon boeren
De landbouwers van nu staan voor heel wat uitdagin-
waarin er schaarste is. Dat komt door de hoge bevol-
gen om schoon oftewel duurzaam te boeren. Wetgeving
kingsdichtheid in onze streek maar ook door de speci-
maar ook heel vaak een eigen overtuiging dwingen hen
fieke eisen aan water. Grondwater is ideaal om te drinken
om antwoorden te vinden die bij hun bedrijf passen en
maar bijzonder schaars. Regen- en oppervlaktewater is
dus ook financieel haalbaar zijn. Uiteindelijk is de boer
uiterst geschikt om de velden te irrigeren of het bedrijf
slechts een eerste schakel in een lange keten vooraleer
te reinigen. Zuiver water is dan weer nodig in serres om
jij en ik als consument een finale prijs betaalt.
ziektes te voorkomen.
Kiezen we voor bewust en lokaal geteeld voedsel, dan
Schone oplossingen: waterzuivering, hergebruik van re-
belonen we de vele duurzame inspanningen die onze
genwater, dieptedrainage…
Vlaamse boeren leveren.
Bodemkwaliteit
Energie
Een optimale, vruchtbare bodem is essentieel voor een
Landbouw heeft heel wat energie nodig. Denk aan verwar-
goede oogst. Die gebeurt vaak met zware machines die
ming en verlichting in serres, ventilatie in stallen of kweek-
de bodem zowel aan de oppervlakte als in de diepte sa-
lampen. Maar energie is schaars en duur. Dat zet boeren
mendrukken. Zo’n bijeen gedrukte, zuurstofarme bodem
ertoe aan om creatief met energie om te springen, niet
is geen goede basis om te boeren. Daarvoor heb je een
alleen om het milieu te sparen, maar ook om hun bedrijf
luchtige bodemstructuur nodig met veel bodemleven.
rendabel te houden. Gelukkig zijn er heel wat mogelijkhe-
Daarnaast zorgt, vooral in streken met veel reliëf, erosie
den om zelf warmte en elektriciteit op te wekken. En nog
er vaak voor dat veel kwaliteitsvolle bodem wegspoelt.
goed nieuws, want sinds 2010 is de Vlaamse landbouw-
Ook dat is een continue zorg.
sector zelfs nettoproducent van elektriciteit geworden.
Schone oplossingen: groenbedekkers, tractors met lage
Schone oplossingen: zonnepanelen, warmtekrachtkop-
drukbanden, stalmest, machines met gps-sturing…
peling, biogasinstallaties…
Je ontdekt meer hierover op www.prosensols.eu
Meer info vind je op de energie-encyclopedie
www.enerpedia.be
Bemesting
Zonder bemesting is productieve landbouw onmogelijk.
Water
Wanneer landbouwers te veel bemesten, spoelt een deel
Zonder water geen landbouw. Hoewel het in onze con-
van de meststoffen naar het grond- en oppervlaktewater,
treien vaak met bakken uit de hemel valt, zijn er periodes
waardoor de waterkwaliteit afneemt. Bovendien produ-
48 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
ceert de intensieve veeteelt vooral in West-Vlaanderen
santen. Steeds meer mensen zoeken het platteland op
een overschot aan mest.
voor een vakantie of een daguitstap. Dat brengt nieuwe
De opeenvolgende mestactieplannen zorgden al voor een
uitdagingen en kansen met zich mee.
drastische omslag en ook op de landbouwbedrijven zelf
Landbouwbedrijven worden steeds groter en hebben po-
is er een mentaliteitswijziging merkbaar. Boeren verwer-
tentieel een grotere impact op de omgeving. Ook dat leidt
ken de mestoverschotten of gebruiken ze als basis voor
wel eens tot spanningen. De boer heeft alle belang bij
energieproductie.
een open relatie met zijn omgeving, letterlijk en figuur-
Schone oplossingen: bemestingsadvies op maat, bodem-
lijk.
analyse, aangepast veevoeder, mestverwerking…
Schone oplossingen: streekeigen beplanting, agrarische
architectuur, natuurlijke materialen, open communicatie
Gewasbescherming
met de buurt…
Boeren beschermen hun gewassen tegen ziektes (schimmels en bacteriën), plagen (insecten, wild) en onkruid.
Lucht
Sinds lang waren chemische gewasbeschermingsmid-
De landbouwsector produceert verschillende emissies:
delen het instrument bij uitstek in deze strijd. Maar te-
ammoniak, geur, fijn stof en broeikasgassen. De voorbije
genwoordig kiezen landbouwers voor meer duurzame
twee decennia hebben de boeren zware inspanningen
technieken.
geleverd om de uitstoot te doen dalen en daar zijn ze ook
Ze bestrijden onkruid mechanisch, gebruiken selectieve
deels in geslaagd. Het blijft een aanzienlijke uitdaging
middelen die gewasbeschadigers als bladluizen bestrij-
voor de landbouw in het dichtbevolkte Vlaanderen. Het
den en nuttige dieren zoals onzelieveheersbeestjes spa-
bouwen van nieuwe stallen gaat verplicht gepaard met
ren. Heel wat maatregelen die de sector toelaat om in
een beperkte uitstoot van ammoniak, fijn stof en beheer-
2015 de wettelijke verplichting van geïntegreerde bestrij-
sing van de geurhinder.
ding te halen.
Schone oplossingen: luchtwassers, overschakelen naar
Schone oplossingen: schoffelen, onkruid afbranden, aantrek-
efficiëntere en/of hernieuwbare brandstoffen, voeders
ken van natuurlijke vijanden, waarschuwingssystemen…
met een lage methaanemissie…
Dierenwelzijn
Biodiversiteit
Voor veel landbouwers zijn dieren een bron van inkom-
Nog niet eens zo lang geleden vormden onze eerder
sten. Daarom alleen al hebben ze er alle belang bij om ze
kleinschalige landbouwregio’s een veilige thuishaven
goed te verzorgen. Gelukkige en gezonde dieren produ-
voor tal van dieren. Ze vonden voedsel en beschutting in
ceren veel eieren, vlees of melk en zorgen voor mooie na-
hagen, houtkanten, poelen, bermen en bosranden. Con-
komelingen. Dat vertaalt zich in ruime stallen, extra lig-
sumentendruk en intensere activiteiten zorgden ervoor
en zitcomfort en een uitgebalanceerd voederrantsoen.
dat die kleine landschapselementen onder druk kwa-
Schone oplossingen: open en lichtrijke stallen, ventila-
men. Het platteland werd eentoniger en het landschap
tie en verwarming, comfortabele boxen en matrassen,
veel minder gevarieerd. Daar is de laatste jaren verande-
speelgoed voor de dieren…
ring in gekomen.
Je leest meer over dierenwelzijn op pagina 35.
Boeren zoeken opnieuw het natuurlijk evenwicht tussen
landbouw en natuur. In sommige formules, zoals de be-
Landschap
In Vlaanderen is de open ruimte steeds schaarser. Het
platteland is al lang niet meer van de boeren alleen. Zij
moeten de ruimte delen met nieuwe bewoners en pas-
heerovereenkomsten, ontvangen ze hiervoor een financieel duwtje in de rug.
Schone oplossingen: landschapsbeheer, natuurbescherming, beheerovereenkomsten…
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
/ 49
Maatschappelijke relatie
Consumenten zoals u en ik weten vaak niet meer hoe onze voeding op ons bord geraakt. De boer is een onbekende
schakel in de vaak lange weg die ons voedsel aflegt. Onbekend is nu eenmaal onbemind. Bovendien hebben enkele
opeenvolgende voedselcrisissen ons, de consument, wakker geschud. Plots waren alle ogen weer op de producent, op
de boer, gericht. We willen opnieuw weten wat hij doet en hoe hij aan onze verwachtingen tegemoetkomt. De recente
culinaire revival zorgde ook voor meer respect voor onze voeding en de boer die het produceert. Een gezonde dialoog
tussen boer en burger is dan ook cruciaal.
Schone oplossingen: hoevewinkels, groentepakketten, boerenmarkten, bezoekboerderijen, hoevetoerisme, coöperatieven,
zorgboerderijen…
Je ontdekt het allemaal op www.onthaalopdeboerderij.be.
Bron:
- Schoon boeren. Duurzame landbouw in eigen streek, p 20-22, www.schoonboeren.be
50 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
Schoon boeren met Inagro
Duurzame ontwikkeling is een veelomvattend begrip met zowel een economisch, ecologisch als sociaal aspect. Initieel
onder Europees impuls, later ook onder druk van een steeds mondiger en veeleisender consument en momenteel
vooral ook uit een persoonlijke overtuiging produceren hedendaagse landbouwers steeds duurzamer. Dit is een continu
proces, soms met vallen en opstaan.
Stoer, vrouwelijk en gepokt en gemazeld in duurzaam
Duurzaamheid speelt zich vooral af aan kostenzijde. Een
boeren. Melanie Vanstaen moeten we strikken voor een
uitzondering vormen de korte ketenbedrijven die zelf een
interview. Ze kent als geen ander de Vlaamse landbouw,
afzetmarkt zoeken en een meerprijs voor hun product
de bijhorende pijnpunten maar vooral ook de vele, duur-
kunnen vragen. Daar zijn heel wat succesvolle voorbeel-
zame inspanningen op het terrein. Pak rekenmachine,
den van, zoals bijvoorbeeld het Tomabel-label. Maar niet
proefbuis en fijn stofmeter ter hand, trek je mooiste Dina-
elke boer kan pruimtomaten of paarse patatten kweken
laarzen aan en spring mee achterop richting Melanie…
en verkopen natuurlijk. Als primaire producent blijven ze
economisch in een vaak kwetsbare positie.
Wat betekent duurzaam boeren concreet?
Dat je als landbouwbedrijf en sector kan blijven bestaan.
Zo simpel is het. Waarmee ik niet gezegd heb dat je ter
plaatse moet blijven trappelen, hé. De landbouw moet
“Boeren die van elkaar
leren, ook dat is duurzaam ondernemen”
kunnen mee-evolueren binnen het breder maatschappe-
Bovendien is onze Vlaamse boer nogal individualistisch.
lijk kader van sociale verwachtingen, ecologische grenzen
De coöperatiegedachte is in onze contreien veel minder
en financiële stabiliteit. Kortom, landbouw moet econo-
verankerd dan in pakweg Frankrijk. Toch merk je de laat-
misch efficiënt zijn en sociaal en ecologisch aanvaardbaar.
ste jaren meer openheid. Landbouwers engageren zich
voor groepsaankopen. Een beperkt engagement dat vrij
Hoe verhouden die drie duurzaamheidpijlers zich tot
succesvol is. Het verhaal van de machinering waarbij
elkaar? Laten we beginnen bij het begin: economisch…
boeren samen machines aankopen en gebruiken, is dan
De boer is meestal geen prijszetter, wel integendeel. Hij
weer eerder een dubbeltje op zijn kant. Sommige versies
ondergaat vaak wat de (wereld)markt dicteert. Daarom
zijn geslaagd, andere heel wat minder. Toch kan, wat als
zet hij meer in op besparingen van grondstoffen en ener-
kleine samenwerking begon, soms tot grote en sterke
gie en een hogere efficiëntie.
entiteiten leiden. Denk maar aan de veilingen of bijvoor-
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
/ 51
beeld Milcobel, een belangrijke coöperatie van om en bij
van je beschikbare tijd, middelen en uiteraard ook een
de drieduizend Vlaamse melkveehouders.
beetje je persoonlijkheid. Bij de uitvoering krijgen ze on-
Daarnaast zagen ook diverse telersverenigingen het licht,
dersteuning van onder meer Inagro.
zoals Ingro en Vegras voor de industriële groenten en Poco-
Naast dit individueel luik is er ook een collectief opleidings-
west voor pootgoedtelers. De samenwerkingsgedachte leeft
traject. Boeren krijgen een technische opleiding rond gewas-
alleszins, maar het is een verhaal van vallen en opstaan.
bescherming, water en energie en aanverwante, organisatorische bijsturing van bijvoorbeeld hun economische strategie,
Hoe belangrijk is de sociale dimensie van duurzaamheid?
hun communicatie, documentenbeheer of hun HR. Dat laatste
Vroeger kende iedereen wel een boer in zijn omgeving.
klinkt misschien vreemd maar op een boerderij komt volk van
Dat was normaal. Nu zijn ze veel minder talrijk en bo-
allerlei slag over de vloer zoals personeel, verkopers, veearts...
vendien ook nog eens veel minder zichtbaar geworden.
Bedoeling is om op een efficiënte manier met elk van hen te
Jarenlang was de kloof tussen de boer en burger gigan-
kunnen omgaan.
tisch. Dat is gelukkig aan het kenteren. In deze tijden van
crisis wint authenticiteit aan belang.De culinaire hype
met haar hang naar pure producten en korte keten vormt
een kans voor de landbouw.
Anderzijds kent de boer soms ook de burger niet meer en
is het hoog tijd dat hij ook zelf van zijn eiland komt. Dat gebeurt steeds meer. Landbouwers leren opnieuw hun buren
kennen, ontvangen ze letterlijk op hun boerderij en leggen
uit waarmee ze bezig zijn. Ze stappen ook actiever in de
wereld en engageren zich in oudercomités en onderne-
“Boeren die zorgvuldig bemesten, hun
dieren tot in de puntjes verzorgen of regenwater opvangen… Welke passant merkt
daar iets van? Ook voor de boeren zelf is
het vaak te vanzelfsprekend. Ze mogen dat
best wat meer uitdragen”
mersverenigingen. Daarvoor hebben ze hun beroepstrots
Doordat de opleiding plaatsvindt op het landbouwbedrijf
moeten terugwinnen. Je kan je maar goed naar de buiten-
van één van de deelnemers, leren ze vooral ook veel van
wereld richten als je je ook goed voelt op je eigen bedrijf.
elkaar. Die onderlinge kruisbestuiving is van onschatbare
waarde, maar niet vrijblijvend. Ze controleren elkaar ook,
Het lijkt wel alsof wij duurzaamheid vaak verengen tot
bij wijze van spreken. Die interne kwaliteitscontrole werkt
louter het ecologisch aspect. Ervaren boeren dat ook zo?
verrassend goed. Een aantal leerlingen van hun ‘klasje’
Ja, toch wel. Maar als het over landbouw gaat, is dat niet
beseft meestal zelf dat ze nog niet toe zijn aan het behalen
onlogisch. Boeren werken met levende organismen als
van de ISO-norm. Die autoregulering is belangrijk want de
bodem, plant en dier. Ze hebben in die constellatie een
ISO-certificering gebeurt collectief. Na een externe audit
vaak cruciale rol te vervullen. Daar zijn ze zich steeds
krijgt ofwel de hele groep het certificaat toegekend ofwel
meer van bewust. Met het ISO14001-certificaat hebben
niemand. Je merkt het, het ISO-certificaat is een mooi in-
we trouwens een goed instrument in handen voor con-
strument voor een meer duurzame landbouw.
tinue verbetering inzake milieuzorg bij de landbouwers.
Hoe zit het in West-Vlaanderen? Speelt de Provincie
Wat is een ISO14001-boer precies?
hierbij een rol?
ISO14001 is een internationaal erkende norm voor mili-
Het ISO-verhaal is tot op heden uitgewerkt in een cofi-
euzorgsystemen. ISO-boer word je niet zomaar. Dat gaat
nancieringproject met Europa en de Provincie. Dat is in-
gepaard met een aantal vereisten. In een bedrijfsbezoek
middels afgelopen, waarop de Provincie zich momenteel
wordt een risico-analyse van je bedrijfsactiviteiten opge-
geëngageerd heeft om de hele kost op zich te nemen.
maakt. Waar liggen je grootste verbeteringspunten?
Maar ook Inagro zelf krijgt als extern verzelfstandigd
Als boer bepaal je vervolgens zelf je actieplan in functie
agentschap heel wat middelen van West-Vlaanderen. We
52 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
voeren hiermee het landbouwbeleid van de Provincie uit
een stijgende specialisatie en/of verbreding. Dat maakt
en ontwikkelen tevens nieuwe zaken in het kader van di-
de sector weerbaarder tegen een grillige wereldmarkt-
verse projecten en onderzoeken. Vaak treedt de Provincie
conjunctuur.
op als onmisbare cofinancierder naast Europa of Vlaanderen. Deze inspanningen illustreren het belang dat de
Is er een verschil in duurzaamheid tussen de diverse
Provincie aan duurzaamheid hecht.
landbouwsectoren?
Zonder in al te grove veralgemeenheden te vervallen, zien
Hoe draagt onderzoek en ontwikkeling van onder
we inderdaad een verschil. De glastuinbouw en sierteelt
meer Inagro bij tot duurzaam boeren?
bijvoorbeeld richten zich meer op energie en het vermark-
Inagro probeert theoretisch onderzoek te hertalen naar
ten, waarbij de relatie met hun omgeving een belangrijk
praktijkgerichte oplossingen op maat van de landbouwers.
element is. Bij de intensieve veehouderij speelt dat ook
Zo zetten we hard in op de teelttechnische ondersteuning
maar draait het verder vooral rond geur, emissies, mest-
van boeren. We hebben verschillende projecten lopen rond
verwerking en dierenwelzijn. Akkerbouwers werken voor-
bodem, bemesting en gewasbescherming. Maar ook ras-
namelijk rond bodem, gewasbescherming en ecodriving,
senproeven en teeltmethoden komen aan bod.
want veel van hun machines slorpen liters mazout. Bij
Dit alles draagt heel concreet bij tot het ecologisch en
melkveehouders valt duurzame winst meestal te rapen
economisch verduurzamen van onze landbouw. Maar we
in energiebesparingen en dierenwelzijn en bij telers van
leven niet in een luchtbel. Inagro oriënteert zich ook bre-
grove groenten in gewasbescherming en water.
der op thema’s als energie, erosie, biodiversiteit, innovatie, verbreding en bedrijfsintegratie, die de sector ecolo-
Zijn korte ketenbedrijven duurzamer dan de rest?
gisch maar vooral ook sociaal duurzaam maken. Door bij
Dat zou ik niet durven beweren. Onderzoek is hierover
het bouwen van een nieuwe stal bijvoorbeeld bewust te
niet eensluidend. Het is niet omdat een landbouwbedrijf
kiezen voor agrarische architectuur en streekeigen be-
economisch en ecologisch duurzaam presteert, dat het
planting stel je letterlijk en figuurlijk je bedrijf meer open
ook sociaal duurzaam is. Of omgekeerd.
naar de omgeving.
Dus ongenuanceerd stellen dat thuisverkoop duurzamer
is, is niet correct. Maar korte ketenverkoop heeft uiter-
Bedrijfsbeplanting is een zeer visuele stap in het ver-
aard zijn specifieke kenmerken. Een korte ketenbedrijf
duurzamen. Zijn alle ingrepen zo zichtbaar?
doet aan verwerking en/of verkoop zodat het meer in-
Duurzaam boeren is vaak zeer onzichtbaar. Behalve de
komen kan genereren. Het is met andere woorden een
genoemde erfbeplanting, architectuur en pakweg zon-
prijszetter wat de economische duurzaamheid ten goede
nepanelen zijn de ingrepen nauwelijks opmerkbaar voor
komt. Omdat die boeren contact hebben met klanten en
het brede publiek. Boeren die zorgvuldig bemesten, hun
soms ook personeel, zijn ze ook sociaal (tot op zekere
dieren tot in de puntjes verzorgen of regenwater opvan-
hoogte) duurzaam.
gen… Welke passant merkt daar iets van?
Ecologisch valt er winst te halen omdat hun producten
Ook voor de boeren zelf is het vaak te vanzelfsprekend.
minder voedselkilometers tellen en vaak ook op verpak-
We zetten hen ertoe aan om dat meer uit te dragen. Vele
kingen sparen.
Vlaamse landbouwers werken daar elke dag opnieuw
Meer lezen over de activiteiten van Melanie en haar col-
hard aan. Daar mogen ze best trots op zijn. Ze kunnen
lega’s? Surf naar www.inagro.be
mooie resultaten voorleggen op vlak van energie en bemesting. De cijfers voor fijn stof zijn minder eenduidig
omdat die sterk gelinkt zijn met het aantal dieren. Hoe
meer dieren, hoe meer fijn stof. De economische duurzaamheid gaat vaak gepaard met schaalvergroting en
Bron:
- Interview Melanie Vanstaen, verantwoordelijke duurzame bedrijfsvoering Inagro
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
Boeren in beeld
“Dat het blijft duren”, antwoordt Guido laconiek op de vraag wat duurzaamheid voor hem concreet betekent. Hoewel hij zelf landbouwingenieur is en
een landbouwbedrijf runt met een eeuwenoude geschiedenis, licht Guido in
eenvoudige en nuchtere bewoordingen zijn visie op ‘schoon boeren’ toe.
Hij heeft meermaals de verhalen gehoord over hoe zijn grootvader Georges
de boerderij, toen nog een klassiek gemengd bedrijf met varkens, koeien en
kippen, met heel wat personeel runde. Handenarbeid was toen heel goedkoop. Mensen werkten voor kost en inwoon. De meiden molken de koeien
en de knechten hielpen op het veld. De grootmoeder van Guido verkocht de
melk, boter en eieren op de markt en grootvader Georges deed er af en toe
een kalf van de hand. Zo ging dat in die tijd.
Toen zijn vader Gerard aan het roer van De Torreele kwam te staan, moest hij
het zonder al dat personeel stellen. Een hele omwenteling. Heel wat kamers
van de majestueuze boerderij kwamen leeg te staan. Tot hij al pionierend
“Duurzaamheid is zorgen
dat het blijft duren. Ik
wil mijn grond in de beste
conditie achterlaten, zoals
mijn ouders en grootouders
dat deden.”
/ 53
54 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
zich op het hoevetoerisme gooide en in 1971 zijn eerste
Dat vergt een vrij groot machinepark. In 2005 richtte
gasten verwelkomde. Intussen waren ook de varkens en
hij een spuitplaats in met een olie-afscheiding om die
koeien van de boerderij verdwenen. Specialisatie deed
grond-, oogst- en sproeimachines te reinigen. In dat-
zijn intrede en boer Gerard legde zich toe op akkerbouw.
zelfde jaar zette hij een biofilter om te vermijden dat er
Nog een generatie later breidde Guido het landbouwbe-
resten van gewasbeschermingsmiddelen in het opper-
drijf stelselmatig uit. Naast akkerbouw begon hij met het
vlaktewater komen. De bacteriën in die biofilter breken
telen van aardappelen voor de chipsfabriek in Veurne.
de resten op een natuurlijke en goedkope manier hele-
Het oogsten van de spinazie, bonen en bieten besteedt hij
maal af. “Het begint uiteraard met zo weinig mogelijk
uit in loonwerk, maar het overige neemt Guido voor zijn
vervuild water over te houden”, vult Guido aan. “We doen
eigen rekening.
een extra spoeling op het veld en door onze biofilter hoef
ik niets te lozen in het oppervlaktewater”.
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
/ 55
Vijf jaar later engageert hij zich voor het project ‘Belof-
mijn kinderen op hun beurt hier ook kunnen boeren als
tevol boeren’ en volgt gedurende twee jaar opleidingen
ze dat willen. Financiële stabiliteit is uiteraard essentieel
en maakt excursies om nog duurzamer te werken. Dat
om je bedrijf duurzaam uit te bouwen. Als het bedrijf niet
resulteert in 2012 in het behalen van het ISO14001-cer-
overleeft, dan is er geen sprake van duurzaam boeren”.
tificaat.
Dat vertaalt zich in het hoevetoerisme dat echtgenote
Hiermee was hij een van de eerste Vlaamse landbouw-
Ann met veel passie voor haar rekening neemt. “Het
bedrijven die de norm haalde. Een bevestiging van zijn
inkomen dat we daaruit puren, is evenwaardig aan dat
voortdurend streven naar een lagere impact op de omge-
vanuit de akkerbouw maar veel stabieler. In 2012 zijn een
ving. “ISO is mijn midlife crisis”, lacht hij. “Het is een stok
deel van de aardappelen in de grond gebleven en was er
achter de deur en houdt me scherp om elke dag opnieuw
dus geen inkomen. Zo simpel is dat”.
het beste van mezelf te geven”.
Maar voor het geld doen ze het op De Torreele niet. “Ook
het hoevetoerisme vergt zware investeringen en het blijft
Gaandeweg koos Guido voor minder intensieve teelten
hard werken. Je kamers moeten voldoen aan allerlei
zoals graan en maximale groenbemesting. Aangezien
normen en als je zoals wij ook eten serveert, moet je heel
De Torreele zelf geen dieren heeft, koopt Guido duurdere
strenge voedselveiligheidseisen respecteren”.
stalmest in plaats van drijfmest. “Ongelooflijk hoe je het
verschil merkt. Na de tarweoogst voeren we die stalmest
Net als in de tijd van de meiden en knechten van weleer,
op de velden en daarna zaaien we bijvoorbeeld Japanse
houden ze ook nu nog van volk over de vloer. “We hebben
haver of gele mosterd in als groenbemester. Ik sta soms
zelf weinig tijd om naar ‘de platse’ te gaan, dus komt de
zelf versteld van het bodemleven dat zich laat zien, vol
platse naar hier”, lacht Guido.
wormen en wormengangen. Hij probeert wel eens wat
Elke zondag troont hij zijn gasten geduldig mee op de
meer. “Volgend jaar zaai ik een strook veldbloemen in.
boerderij en zet de kinderen op de tractor. In al die ja-
Benieuwd wat dat geeft naar insecten toe…”.
ren hebben ze een trouw publiek opgebouwd dat ont-
Guido heeft ook een beheerovereenkomst perceelsran-
vankelijk is voor het agrarisch verhaal. “We krijgen veel
denbeheer afgesloten. Die akkerranden bestaan uit puur
leerkrachten, verpleegkundigen, ingenieurs en mensen
gras, zonder enige vorm van bemesting of gewasbe-
uit de bankwereld over de vloer. Jobs die een zekere ver-
scherming. Ze liggen langs sloten, wat de kwaliteit van
antwoordelijkheid in de samenleving vergen”. Ook dat is
het oppervlaktewater meteen ten goede komt. Guido
duurzaamheid. Je gasten rondleiden en ze ’s avonds ge-
maait die kanten ook later, waardoor vogels, zogenaam-
zellig laten aanschuiven aan een gulle tafel met streek-
de grondbroeders, beschutting vinden.
eigen en seizoensgebonden lekkers. En soms, soms zit
het in kleine details. “In de zomer hebben we een aantal
“Gangbare landbouw hoeft niet minder duurzaam te zijn
jobstudenten die bijspringen op de boerderij en bij het
dan biologische landbouw”, aldus Guido. Onze familie
ontvangen van gasten. Als het regent, stoppen we al eens
boert hier al decennia lang. Ik ervaar het als mijn verant-
een fiets van hen in de auto en voeren we hen naar huis.
woordelijkheid om de grond hier optimaal te houden zodat
Dat soort kleine dingen, daar draait het om”.
Bron:
- Interview Guido Lammerant, landbouwer
56 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
“Onze melkkoeien zijn
topatleten, die een luxe
verzorging verdienen”
“Thuisverkoop, hoevetoerisme en biolandbouw hebben
Ze stootten de zeer arbeidsintensieve groenteteelt af, be-
mijn grootste respect, maar niet elke landbouwer hoeft
halve de wortelen die ze machinaal kunnen rooien.
dat pad in te slaan om duurzaam te boeren”, zegt Elke
“We hebben concrete plannen voor de bouw van een
nuancerend. Ze startte in 2005 met 200.000 liter melk-
nieuwe melkveestand met een wachtruimte (waar de
quotum in combinatie met akkerbouw, ruwvoer en volle
koeien samen wachten voor ze de melkstand ingaan) en
grondsgroenten. Twee jaar later voegden zij en haar man
verschillende stroboxen voor zieke en kalvende koeien.
het quotum van het bedrijf van Dries zijn ouders erbij. Ze
Er is ook een stukje ligboxenstal voorzien voor koeien
breidden de bestaande melkveestal uit en zorgden voor
die overdag mijn speciale aandacht vragen zoals pas ge-
optimaal koecomfort. Eind 2013 nam haar man Dries het
kalfde koeien of te bekappen of te insemineren dieren. Zo
ouderlijke bedrijf volledig over. Sindsdien hebben Elke en
hoef ik deze koeien niet te gaan zoeken in de hele kudde.
Dries 70 melkkoeien met bijhorend jongvee en 80 hectare
Dit zorgt voor minder stress, zowel voor de koeien als
in samenuitbating.
voor de boer! Onder de stal voorzien we dieptedrainage,
waarbij je water wint van onder de grond”.
Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+
/ 57
“Duurzaam boeren start voor mij vanaf de eerste dag dat
nog een voorkoeler. Na het melken wordt de melk van
je boer bent, met een toekomstgerichte visie die je dag
37°C in de koeltank zo snel mogelijk onder 4°C gebracht.
na dag probeert waar te maken”, verduidelijkt Elke hun
Klassiek gebeurt dit via directe koeling in de melkkoeler.
keuzes. “Je kan niet in elke landbouwtak top zijn. Daar-
Een voorkoeler is een technisch systeem dat door mid-
voor zijn de investeringen te hoog. Wij willen groeien naar
del van water de melk eerst laat afkoelen tot 20°C. Het
een gespecialiseerd melkveebedrijf dat, op vlak van da-
opgewarmde water stellen we straks beschikking aan de
gelijkse arbeid, door één persoon kan gerund worden”.
koeien die terug naar de stal gaan. Warmterecuperatie,
Waarom nemen ze dan nog de boerderij van Dries’ouders
waarbij Elke de warmte die vrijkomt bij het koelen van
over? “Om duurzaam te boeren, hebben wij voldoende
de melk hergebruikt om water op te warmen, is al aan-
grond nodig. Economisch en ecologisch, want zonder
wezig. Net zoals waterrecuperatie. Naast het opvangen
grond moeten we ruwvoer aankopen en dat is momen-
van regenwater hergebruiken ze het spoelwater van de
teel een heel dure zaak. Net zoals we de eigen mest duur
melkmachine om de melkstand te reinigen.
zouden moeten afvoeren. Maar meer grond is ook ecologischer boeren omdat we onze eigen stikstofstromen
Toch staat of valt alles bij Elke met het welzijn van haar
beter kunnen beheersen.”
dieren. “Mijn koeien verdienen tot in de kleinste details
mijn aandacht. Licht, lucht, liefde en water vormen de
Het jonge koppel investeerde ook heel wat in energie-
rode draad doorheen het koecomfort. Er is een roterende
besparing. Ze plaatsten zonnepanelen op de loods en
koeborstel, de roosters werden opgeruwd zodat de die-
installeerden natriumlampen in de stal. Straks komt er
ren niet uitglijden en we strooien tweemaal per dag de
58 \
Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling
koematrassen met vers zaagmeel in. Verder werden de
Hun melk leveren ze aan de coöperatie Milcobel, waar
ligboxen breder en hoger gemaakt en de volle muren
Elke ook in het regionaal bestuur zit. “We geloven sterk in
vervangen door lichtdoorlatende, witte rolgordijnen. Zo
het coöperatief gedachtegoed als duurzaam bedrijfsmo-
brengen we het weidegevoel tot in de stal.”
del. Als coöperant is de coöperatie het verlengstuk van je
eigen bedrijf”, vertelt Elke. Via een samenaankoop met
Dat betekent geenszins dat de dieren niet buiten mogen.
verschillende veehouders proberen ze bewust en kritisch
Integendeel. “We kozen bewust niet voor een melkrobot
aan te kopen. Een correcte prijs is samen met voldoende
en daardoor kunnen onze koeien nog de weide op”. Maar
appreciatie bij burgers en afnemers heel belangrijk voor
ook weer niet te lang want ze krijgen een heel uitgeba-
de jonge boerin. Dat respect, daar werken ze heel con-
lanceerd voederrantsoen. Dat evenwicht kan in gevaar
creet aan. Dries en Elke zijn bestuurslid in verschillende
komen als ze te veel gaan grazen. “We rekenen elke
verenigingen en ontvangen af en toe een kleuterklasje
week, soms elke dag aan hun rantsoen en voeren kleine
op de boerderij. Ze krijgen een rondleiding, mogen melk
aanpassingen door om een zo optimaal mogelijk resul-
proeven en een ijsje eten… Puur idealisme, ze willen laten
taat te behalen. Het onafhankelijke bedrijfsadvies Melk-
zien wat hedendaags boeren betekent. “De boerenstiel is
veehouderij van Inagro helpt ons hierbij. Je laten bege-
hard maar onze kinderen laten opgroeien op de boerderij
leiden is voor mij ook een vorm van duurzaam boeren”.
en ze getuige laten zijn van al wat groeit en bloeit, dat is
onbetaalbaar. We vergeten dat soms te veel”.
Bron:
- Interview Elke Deraedt, landbouwer
Boer in Beeld+
Bronnen
- ABS: “Vergroeningsmaatregelen blijven bittere pil”.
VILT 26 juni 2013, www.vilt.be
- Ardo neemt diepvriesgroenteproducent Ploegmakers
over. VILT 2 juni 2010, www.vilt.be
- Beleidsnota Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid.
Vlaams Parlement. Kris Peeters 2009-2014
- Belgisch gezin besteedt 13,2 procent van budget aan
voeding. VILT 8 oktober 2013, www.vilt.be
- De aardappel: een goudklompje van de West-Vlaamse
economie, WES persbericht 22 augustus 2013,
www.wes.be
- Diepvriesgroentebedrijven starten met spoortransport. VILT 18 april 2012, www.vilt.be
- Dossier Precisielandbouw. Extra ogen en oren voor de
boer. VILT 5 maart 2013, www.vilt.be
- Duurzame landbouw: een proces van leren. ILVO mededeling nr. 124, januari 2013, www.ilvo.vlaanderen.be
- Economische resultaten van de Vlaamse land- en
tuinbouw 2011-2012, mei 2013,
www.vlaanderen.be/landbouw/studies
- Erven van de toekomst. Over duurzame landbouw in
Vlaanderen, 2006
- Facetten van West-Vlaanderen. Economische betekenis van het agrocomplex in West-Vlaanderen. WES
2009, www.wes.be
- Food Rock. Een duurzame maaltijd voor wereldsterren, 2009
- Goed geboerd. Een portie landbouw op je bord, 2012,
www.vlaanderen.be/publicaties
- Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de landbouw in Europa. Veel gestelde vragen. Memo Europese Commissie 26 juni 2013
- Het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013.
Uw mening telt! Publiek debat. Samenvatting van de
bijdragen
- Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012,
ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap
- Het Vlaamse agrovoedingscomplex, 2011,
www.vlaanderen.be/publicaties
- Hoeveel geld gaat er naar landbouwbeleid EU en
waarom? VILT 5 juli 2013, www.vilt.be
- Kerncijfers landbouw, 2013. De landbouw in België in
cijfers, www.statbel.fgov.be
- Land- en tuinbouw in West-Vlaanderen. Provinciaal
beleid op mensenmaat. Degelijk advies en professionele oplossingen, 2010,
www.west-vlaanderen.be/landbouw
- Landbouw 6 F. Grenzen verleggen, 2009
www.kuleuven.be/lsue/susfood/landbouw_6f.pdf
- Landbouwbudget EU daalt met 13 procent tegenover
2007-2013, VILT 23 juli 2013, www.vilt.be
- Landbouwenquête mei 2012. Definitieve resultaten,
statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/landbouw/bedrijven
- Landbouwrapport 2012,
www.vlaanderen.be/landbouw/lara
- Mijlpalen in het GLB, ec.europa.eu
- Samen zorgen voor onze roots,
ec.europa.eu/agriculture/cap-for-our-roots
- Schoon boeren. Duurzame landbouw in eigen streek,
www.schoonboeren.be
- Succesverhaal van diepvriesgroenten uit West-Vlaanderen. VILT 21 mei 2012, www.vilt.be
- Varkenscastratie definitief verboden vanaf 2018. VILT 4
oktober 2013, www.vilt.be
- Vlaming kijkt kritisch maar postief naar landbouw.
VILT 17 december 2012, www.vilt.be
- Vredeseilanden. Campagne De vraag van 9 miljard,
2013, www.vredeseilanden.be
/ 59
60 \
Boer in Beeld+
Interviews
- André Calus, ere-directeur Inagro
- Elke Deraedt en Guido Lammerant, landbouwers
- Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw
Provincie West-Vlaanderen
- Lode Tanghe, gebiedswerker landbouw
Brugge-Oostende Provincie West-Vlaanderen
- Melanie Vanstaen, verantwoordelijke duurzame
bedrijfsvoering Inagro
Verklarende woordenlijst
• AGROBUSINESSCOMPLEX de hele agrarische keten,
gaande van de toelevering zoals veevoederfabrieken en
machinebouwers, de landbouwsector zelf, de verwerkende industrie zoals de slachthuizen en de vele diepvriesbedrijven tot de afzet in veilingen en groothandels.
sche gegevens of gegevens uit vergelijkbare gebieden.
Biodiversiteit hangt nauw samen met het klimaat.
• DUURZAME ONTWIKKELING volgens de definitie van
de VN-commissie Brundtland uit 1987 is dit de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden
• BIOBRANDSTOFFEN een verzamelnaam voor ver-
zonder het vermogen van toekomstige generaties om
schillende soorten brandstoffen die gemaakt worden
in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te bren-
uit biomassa. Als hernieuwbare brandstoffen vormen
gen. Het impliceert een optimale balans tussen econo-
ze een alternatief voor fossiele brandstoffen, waarvan
mische, ecologische en sociale aspecten, ook wel de
de voorraad eindig en dus niet hernieuwbaar is.
triple bottom line ‘people, planet and profit’ genoemd.
• BIOMASSA een verzamelnaam voor verschillende biologische producten die energie kunnen leveren. Onder de term
Soms komt daar nog een vierde element ‘proces’ bij,
de transitieperiode die nodig is om te groeien.
biomassa vallen organische materialen en hernieuwbare
• ECO-EFFICIËNTIE de verhouding van de gerealiseerde
grondstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong.
output van een bedrijf, bijvoorbeeld het aantal liters
Voorbeelden van biomassa zijn: planten, voedselresten,
melk, tot de milieu-impact van zijn activiteiten, bijvoor-
mest en energiegewassen zoals korte omloophout.
beeld stikstofoverschot en energiegebruik.
• BIOMASSA-INSTALLATIE een installatie waarbij bio-
• EXPORTSUBSIDIES de financiële steun die (landbouw)
massa kan omgezet worden in energie onder de vorm
bedrijven ontvangen bij uitvoer van producten, om het ver-
van warmte en/of elektriciteit. Deze omzetting kan ge-
schil met de veel lagere wereldmarktprijs te overbruggen.
beuren door rechtstreekse verbranding van biomassa,
vergisting gevolgd door verbranding of vergassing
gevolgd door verbranding. Deze omzetting kan zowel
op een biologische (bv. met behulp van micro-organismen) als op een fysico-chemische (bv. verbranding of
vergassing) manier gebeuren.
• BIODIVERSITEIT OF BIOLOGISCHE DIVERSITEIT de
graad van verscheidenheid aan levensvormen (soorten,
genen…) binnen een gegeven ecosysteem en, bij uitbreiding de gehele planeet. Het is vaak een indicator voor de
gezondheid van een ecosysteem. Daarvoor vergelijken
onderzoekers de aanwezige biodiversiteit met histori-
• (FUNCTIE)VERBREDING het verruimen van de klassieke landbouwactiviteiten met bijvoorbeeld groenbeheer
of recreatie.
• GLB het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de
Europese Unie had van bij haar ontstaan in 1962 als
doel om te voorzien in betaalbaar voedsel voor de
Europese burger en in een redelijk inkomen voor de
landbouwer, in menswaardige omstandigheden. Geestelijke vader was de Nederlandse boer en landbouwcommissaris Sicco Mansholt. Het GLB bestaat uit twee
pijlers: de marktordening en de plattelandsontwikkeling.
Boer in Beeld+
• GLOBALISERING het voortdurend proces van wereld-
van dieren en planten, het dierenwelzijn en de normen
wijde economische, politieke en culturele integratie.
voor het in stand houden van een goede landbouw- en
Het wordt mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op
milieuconditie van de landbouwgronden.
het gebied van vervoer en telecommunicatie. Ze kenmerkt zich door verregaande schaalvergroting, het
ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur.
/ 61
• SANITEL een Belgisch systeem voor een geïnformatiseerd beheer van de identificatie, de registratie en het
toezicht op dieren (runderen, schapen, geiten, herten,
pluimvee). Op die manier zijn de vele gegevens van die-
• GRONDGEBONDENHEID een belangrijk aspect van
ren in een centrale databank opgeslagen en beschik-
dierlijke productie bij bioboeren. Hierbij mag een vee-
baar voor controleorganen zoals het Federaal Voedse-
houder maar een bepaald aantal dieren houden, naar-
lagentschap (FAVV).
gelang de oppervlakte grond die hij heeft, zodat hij op
die grond zijn dierlijke mest kan afzetten en tegelijkertijd kan instaan voor (een deel van) zijn voeder.
• SOCIAAL KAPITAAL de netwerken en relaties tussen
mensen die de sociale samenhang versterkt en bijgevolg ook de stabiliteit van (plattelands)gemeenschap-
• INTENSIEVE LANDBOUW een landbouwproductiesys-
pen. Dit sociaal kapitaal resulteert in een maatschap-
teem dat veel productiemiddelen inzet om de productie
pelijk draagvlak voor landbouw, dat verder gaat dan
te optimaliseren. Veel arbeid wordt verricht door land-
louter acceptatie.
bouwmachines. Door de productiviteitswinsten daalde
de landbouwbevolking sterk, meestal in ontwikkelde
landen. Het tegenovergestelde van intensieve landbouw is extensieve landbouw, waarbij slechts in geringe mate wordt ingegrepen in de natuur.
• INTERVENTIEPRIJS een gegarandeerde minimumprijs waaronder (landbouw)producten niet verkocht mogen worden.
• INVOERRECHTEN belastingen die geheven worden op
importgoederen, die van buiten de Europese Unie komen en in prijsconcurrentie treden met de goederen
van de EU.
• (MELK)QUOTUM het recht om een bepaalde hoeveelheid koemelk te produceren. Sinds 1984 heeft elk land
van de Europese Unie een bepaald melkquotum. De
melkquota zijn ingevoerd omdat in de Europese Unie
meer melk werd geproduceerd dan geconsumeerd,
wat uiteindelijk leidde tot de zogenaamde ‘melkplassen’ en ‘boterbergen’. De Europese melkquota worden
in 2015 afgeschaft.
• RANDVOORWAARDEN landbouwers die rechtstreekse
inkomenssteun willen ontvangen in het kader van het
Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB),
moeten bepaalde randvoorwaarden naleven. De randvoorwaarden zijn ook gekend onder de naam ‘cross
compliance’. Deze randvoorwaarden hebben betrekking
op het leefmilieu, de volksgezondheid, de gezondheid
• SUPERHEFFING de boete die landbouwers betalen
voor het teveel aan melk dat ze leveren boven het vastgesteld quotum.
• TRIPLE BOTTOM LINE de uitdrukking ‘people, planet
and profit’ die staat voor de noodzakelijke integratie
van sociale, ecologische en economische doelstellingen bij het streven naar duurzaamheid.
• VERTICALE INTEGRATIE het combineren van de opeenvolgende fases in een productieproces (van primaire productie over verwerking tot afzet) zodat er een
keten ontstaat binnen het bedrijf.
• VERZAMELAANVRAAG een verzameldocument waarbij
Vlaamse landbouwers in één keer een aantal steunmaatregelen kunnen aanvragen en verplichte aangiften
kunnen uitvoeren ten aanzien van de Vlaamse overheid.
• VLIF het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voorziet
in vestigings- en investeringssteun. De vestigingssteun
moet jongeren aanmoedigen om zich als zelfstandige
land- of tuinbouwer te vestigen op een land- of tuinbouwbedrijf. De steun kan verkregen worden ongeacht
de aard van de land- of tuinbouwactiviteit, het bedrijf en
de productiemethode. Met een investeringssteun worden landbouwers aangezet om hun bedrijfsstructuren
aan te passen aan wijzigende (markt)omstandigheden.
62 \
Boer in Beeld+
Beeld van boeren
men met hun stoere tractoren sneeuw. Maar gelden die
Zelf ben ik opgegroeid in een beschermd en gelukkig
verwachtingen dan ook niet een beetje in de omgekeerde
landbouwgezin met vier kinderen. De boerenkriebel zit
zin? Mag van elk van ons niet een minimum aan respect
ons dus wel ergens in het bloed.
verwacht worden ten aanzien van de boer en tuinder?
Voor mij is een samenleving zonder boeren ondenkbaar.
Het verhaal van Elke en Guido bewijst dat ze dag en nacht
Niettemin staat de sector meer dan ooit onder druk. De
in de weer zijn om van hun landbouwbedrijf iets moois
administratieve, financiële en economische last neemt
te maken. Waar het goed toeven is, voor mens en dier.
toe, net zoals bij vele andere ondernemers trouwens.
Met deze bijdrage hopen wij vanuit Inagro en de Pro-
Voeg daar nog de ecologische en sociale verwachtingen
vincie West-Vlaanderen om hen een hart onder de riem
aan toe.
te steken. Maar vooral om u, beste lezer, een mooi en
eerlijk verhaal te vertellen over hoe de landbouw in onze
“We willen graag dat onze landbouwers
zorgzaam omgaan met mens en dier, en
als het even kan in een mooi groen kader.
Terechte verwachtingen die heel veel boeren inlossen. Wie de proef op de som wil
nemen, nodig ik graag uit om zelf eens op
verkenning te gaan bij een van hen... ”
Toch maken onze landbouwersgezinnen net zo goed deel
uit van onze leefgemeenschap op het platteland. Ze hebben, net als u en ik, dezelfde wensen rond onderwijs,
wegen, winkels en mooie dorpskernen. Bovendien bieden ze ons, plattelandsbewoners en recreanten, elke dag
opnieuw landschap en natuur aan. Daarbij is de maatschappij best veeleisend. We willen graag dat landbouwers duurzaam produceren en zorgzaam omgaan met
mens, dier en natuur. En als het even kan, dan zien we
die boerderijen ook graag in wat groen, met mooie luchtige stallen en zonder geurhinder.
Terechte verwachtingen allicht, die heel vaak ingelost
worden. Boeren openen hoevewinkels, pluktuinen en bezoekboerderijen. Ze verzorgen velden en wegen en rui-
contreien er nu echt uitziet. Wie de proef op de som wil
nemen, nodig ik van harte uit om zelf eens een erf op te
rijden. Bij Elke en Guido of bij een van hun vele fijne collega’s…
Bart Naeyaert
Landbouwgedeputeerde West-Vlaanderen
Boer in Beeld+
/ 63
64 \
Boer in Beeld+
Boer in Beeld+
Inagro
Deze publicatie werd opgemaakt in opdracht van Inagro.
Bij Inagro doen wij aan praktijkgericht en toegepast we-
Graag willen we hiermee docenten, gidsen en bezoek-
tenschappelijk onderzoek in land- en tuinbouw. Dit ge-
boerderijen een tool aanreiken om de Vlaamse landbouw
beurt objectief en onafhankelijk, met het accent op kwa-
te kaderen in een bredere, maatschappelijke context,
liteit, rendabiliteit en innovatie. We werken in labo’s en op
met specifieke aandacht voor West-Vlaanderen. Dat
proefvelden, testen rassen en teelten uit en geven cur-
doen we aan de hand van accurate maar toegankelijke
sussen en infosessies. Elk aspect van de hedendaagse
informatie, recent cijfer- en beeldmateriaal, nieuwe ge-
landbouw komt aan bod: water, bodem, energie, biodiver-
tuigenissen, citaten en discussiethema’s. Wanneer we
siteit… Maar ook heel concrete zaken zoals geur(hinder)
de term landbouw gebruiken, doelen we op het geheel
en landschapsarchitectuur. Die jarenlang opgebouwde
van land- en tuinbouw. De visserij maakt geen voorwerp
kennis en expertise delen wij graag met de landbouwers
uit van deze publicatie. Wij hopen dat u deze syllabus als
zelf en de hele aanverwante agro-industrie, maar ook en
een concreet en praktisch instrument ervaart om op uw
vooral met u, geïnteresseerde lezer.
beurt als een bonte vogel enthousiast het landbouwlied
Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact met ons
mee te zingen.
op. Wij helpen u graag verder.
Rechten: Er rust auteursrechterlijke bescherming op dit
Verantwoordelijke uitgever: M. Demeulemeester,
document. Indien u het educatief wil gebruiken, kan dit
Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke
zonder voorafgaandelijke toestemming, mits bronver-
Tekst en grafisch advies: Marijke Pollentier
melding. Wenst u het commercieel te gebruiken, neem
Beeld: Inagro - CAG - AF Fotografie
dan contact op met de opdrachtgever Inagro en uitvoe-
Maarten Devoldere - Peter Cardoen
rend journalist Marijke Pollentier om correcte afspraken
Vormgeving: Umami Concepts / Barbara Boels
te maken.
Druk: Lowyck Drukkerij
Depotnummer: D/2013/12.975/8
Aansprakelijkheidsbeperking: Deze publicatie werd
met de grootste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Zo-
Met dank aan: Bart Boerave, André Calus,
wel opdrachtgever Inagro als uitvoerend redacteur Marij-
Bart Debussche, Anneleen Dedeyne, Nele Dejonckheere,
ke Pollentier geven echter geen enkele garantie omtrent
Julie Delanote, Mia Demeulemeester, Elke Deraedt,
de juistheid of volledigheid van dit document. De gebrui-
Greet Ghekiere, Guido Lammerant, Bea Leus,
ker van deze publicatie ziet af van elke klacht of aanspra-
Lieven Louwagie, Danny Persyn, Lode Tanghe,
kelijkheidsstelling tegen Inagro of Marijke Pollentier, van
Jan Van Winghem, Melanie Vanstaen.
welke aard dan ook, met betrekking tot het gebruik van
En allen die als klankbord fungeerden.
de via deze publicatie beschikbaar gestelde informatie.
Inagro vzw
Ieperseweg 87
8800 Rumbeke-Beitem
T 051 27 32 00
E [email protected]
_
www.inagro.be