West-Vlaamse landbouw in een maatschappelijk perspectief Boeren in Beeld Welkom! Dertig jaar boer, twaalf uur per dag, minstens zes dagen op zeven. Als je het in uren uitrekent, heeft een boer van 55 jaar zeker recht op brugpensioen. Vreemd genoeg klinkt die roep niet vanuit de landbouwwereld. Zouden wij - ondanks het feit dat mensen ons wel eens als klagers aanzien - onze job dan toch zo graag doen? Tuurlijk wel! Wat is er boeiender dan leven en werken met de natuur? Dan zaaien en oogsten? Misschien is het wel de essentie van het leven zelf? Als ik veertien dagen druk bezig geweest ben met ploegen, dan duurt het tot volgend jaar vooraleer hetzelfde werk zich opnieuw aandient. Een jaar vol afwisseling, vol groei, verzorging en afrijping. Een jaar van zaaien, oogsten, opslaan en verkopen. Een jaar van meevallers en hopelijk zo weinig mogelijk tegenvallers… “Zalig dat een klein jongetje na zijn boerderijvakantie elke tractor in het Antwerpse begroet met “Dag boer Guido”. Dat maakt van mij een tevreden mens” Heel wat landbouwers werken – net als ikzelf – samen met hun partner en kinderen om de boerderij verder uit te bouwen. Het geeft voldoening om telkens weer een stap vooruit te zetten in de stille hoop je levenswerk te mogen doorgeven aan een volgende generatie. Groei hoeft niet noodzakelijk synoniem te zijn van ‘steeds groter’; je kan ook kiezen voor ‘beter’. Al die inzet gaat soms ten koste van onze vrije tijd, waardoor we vaak geen tijd over hebben om zelf naar ‘de platse’ te gaan. Maar dan komt de platse gewoon naar ons. De sociale contacten met de gasten op onze vakantieboerderij compenseren dat ruimschoots. Zalig om te horen dat een Boeren… Ik denk dat het een manier van leven is. Hoewel moestuin met veel lekkers dat elke middag vers op tafel komt. ik een tijd buitenshuis gewerkt heb, was de lokroep toch Stiekem moet ik wel bekennen dat opa die voor zijn rekening groot. Bijna tien jaar geleden trokken we de boerenkaart. neemt. Ik zei het al, een vrouw zoals elke andere vrouw ;-) We werken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, op zonen feestdagen. Want onze koeien kennen natuurlijk geen vakantie. Op een boerderij is werken en leven sterk verweven. Soms zitten we al eens wat langer aan de keukentafel of zijn we superblij met de geboorte van een kalfje. Andere keren is de natuur wat grilliger. Dat veroorzaakt al eens een flinke portie stress en spanning. Het harde werken wordt immers niet altijd beloond. Maar ook dat hoort erbij als “Hebben wij, boeren, dan nooit genoeg? Nee, heus niet. We proberen, net als iedere ondernemer, in een snel veranderende omgeving een leefbaar bedrijf uit te bouwen. Met respect voor morgen” je met levend materiaal werkt. Onze dieren zijn onze grootste zorg! Als melkveehouder heb je immers een speciale band Boeren is ook ondernemen. Je bouwt je hele leven je bedrijf met elke koe. Ik sta dag en nacht paraat voor onze dieren en verder uit zodat het niet alleen ecologisch maar ook econo- dat mag je op sommige nachten vrij letterlijk nemen. misch leefbaar blijft. Is dat omdat wij, boeren, nooit genoeg hebben? Nee, heus niet. We proberen mee te zijn in een voort- Maar vergis je niet. Ik ben ook een vrouw zoals vele andere. durend veranderende omgeving, met vaak grote risico’s, met Dus wil ik het op en rond ons landbouwbedrijf ook mooi ma- steeds strenger wordende regels maar gelukkig ook met vele ken. Luchtige stallen, wat groenbeplanting links en rechts… nieuwe ideeën en innovatieve technologieën. Want wij als Groene vingers komen goed van pas, zeker omdat er in het boeren willen net als iedereen gewoon zorgen voor morgen… voor- en najaar flink wat werk is op de velden. Er is ook een Elke klein jongetje, dat je op zondag meeneemt met de tractor, praten wat bij, komen tot rust en blikken terug of vooruit, vervolgens een half jaar lang elke tractor in het Antwerpse naargelang hetgeen zich aandient. Op het erf zit dan een begroet met ‘Dag boer Guido’. Of kinderen die enkel nog tevreden mens. Zo mag het (boeren)leven nog wel een tijdje chips willen van boer Tom, onze zoon. zijn gang gaan… Guido Zelf pak ik daar op zondag een trappist bij en geniet met familie en vrienden aan mijn zelfgebouwde fontein. We Ontdek het verhaal van Elke en Guido op pagina 22-23. West-Vlaamse landbouw - in - kaart Economisch belang van de sector 06 West-Vlaanderen als landbouwprovincie bij uitstek 07 Landbouwstreken en bijhorende activiteiten 08 West-Vlaamse platteland in beeld 08Veehouderij 10Teelten Vlaamse landbouw 12 West-Vlaamse goudklompjes 12Groente-industrie 13Aardappelindustrie Heterogene bedrijven 15Schaalvergroting - in een - Europese context Gemeenschappelijk landbouwbeleid 15 Toenemende specialisatie en automatisatie 30 Vijftig jaar landbouwgeschiedenis 16 Onzichtbare bedrijfsstructuur 35 6 x dierenwelzijn 16Professionalisering 17 Uiteenlopende bedrijfsvoering Europese landbouwstructuur en handelsbeleid 38 Europese landbouwsector in kaart De man en vrouw achter de landbouw 38 GLB heeft prijskaartje 19 3 x landbouwgeneraties 39 Globalisering van de landbouwmarkten 21 Landbouwer 2.0 40 Stimuleren van zelfredzaamheid 22Dagboek 40 Vlaamse productie: niet meer, maar anders Functies van de landbouw Noord-Zuidverhouding 24 6 x F + 1 41 Het GLB en de internationale handel 25 Food, Feed, Fuel, Fibre, Flower en Fun 42 De wereldvoedselproblematiek 42 Noord verschilt niet zoveel van Zuid Vlaamse landbouw - in - duurzame ontwikkeling Hoe duurzaam is de Vlaamse landbouw? 44 Van stille lente naar nieuwe geluiden 44 Triple bottom line, een werkbaar begrip? 44 Duurzaamheidpijlers in de landbouw 45 Vlaams verhaal 46 De ster aan het landbouwfirmament Duurzaam boeren in de praktijk 47 10 x schoon boeren 50 Schoon boeren met Inagro 53 Boeren in beeld Bronnen Interviews Verklarende woordenlijst West-Vlaamse landbouw - in - kaart 6 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart Economisch belang van de sector West-Vlaanderen als landbouwprovincie bij uitstek De cijfers spreken voor zich. Een derde van het areaal, het aantal bedrijven, de productiewaarde, de toegevoegde waarde en de tewerkstelling van onze Vlaamse landbouw kan je toewijzen aan West-Vlaanderen. Maar ook een derde van alle Vlaamse koeien en pluimvee en zelfs de helft van alle Vlaamse varkens tref je in de kustprovincie aan. Samengevat: West-Vlaanderen is goed voor een derde van de Vlaamse landbouw. 2011 RUIMTE SECTOREN PRODUCTIEWAARDE WEST-VLAANDEREN VLAANDEREN 210.000 hectare landbouwgrond 640.000 hectare landbouwgrond 2/3 van de grond is in gebruik door bijna 1/2 van grond in gebruik door landbouw landbouw 1/2 van alle Vlaamse varkens 6.200.000 varkens 1/3 van alle Vlaamse runderen 1.250.000 runderen 1/3 van alle Vlaams pluimvee 31.500.000 pluimvee 2/3 van alle Vlaamse open luchtgroenten 28.000 hectare open luchtgroenten 1/2 van alle Vlaamse aardappelen 45.000 hectare aardappelen Enkel land-en tuinbouw Enkel land-en tuinbouw 1/3 van de Vlaamse landbouw- 5,7 miljard euro productiewaarde productiewaarde TEWERKSTELLING LANDBOUWVERBREDING Totale agrocomplex Totale agrocomplex 10% van de West-Vlaamse economie 44 miljard euro omzet Enkel land-en tuinbouw Enkel land-en tuinbouw 9.000 bedrijven 25.000 bedrijven 21.000 arbeidsplaatsen 52.000 arbeidsplaatsen Totale agrocomplex Totale agrocomplex 15.000 bedrijven 40.000 bedrijven 46.000 arbeidsplaatsen 150.000 arbeidsplaatsen 1/5 doet aan landbouwverbreding: 1/5 doet aan landbouwverbreding, hoeveverkoop, toerisme, educatie, zorg, waarvan meer dan 1/2 natuur- en natuur- en landschapsbehoud… landschapsbeheer 180 zorgboerderijen 720 zorgboerderijen Bronnen: - Landbouwrapport 2012, p 80-82, www.vlaanderen.be/landbouw/lara - Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2011-2012, mei 2013, p 78-80, www.vlaanderen.be/landbouw/studies - Kerncijfers landbouw, 2013. De landbouw in België in cijfers, p 4, 8-9, 12, 20, 24, www.statbel.fgov.be - Landbouwenquête mei 2012. Definitieve resultaten, statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/landbouw/bedrijven - .Land- en tuinbouw in West-Vlaanderen. Provinciaal beleid op mensenmaat. Degelijk advies en professionele oplossingen, 2010, p 4-5, www.west-vlaanderen.be/landbouw - Facetten van West-Vlaanderen. Economische betekenis van het agrocomplex in West-Vlaanderen. WES 2009, www.wes.be - Het Vlaamse agrovoedingscomplex, 2011, www.vlaanderen.be/publicaties West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ / 7 Landbouwstreken en bijhorende activiteiten West-Vlaanderen is de landbouwprovincie bij uitstek in Vlaanderen. Ruim twee derde van het grondgebied wordt gebruikt door boeren. De veehouderij situeert zich over heel West-Vlaanderen. Melkvee zit quasi over de hele provincie verspreid, terwijl vleesvee zich concentreert in streken waar je minder groenten aantreft. Voor de gewassen ligt dat anders. Er is een typische spreiding van het type teelt, in functie van de bodemsoort. POLDERSTREEK De Polders bestaan uit zware kleigrond. Die leent zich uitstekend tot akkerbouw, zoals graan, de typische polderaardappelen, suikerbieten, maïs en wat vlas. Aangezien de grond ook uiterst geschikt is voor grasland vind je er ook heel wat melk- en rundveebedrijven. Er zitten ook een half miljoen varkens in de Polderstreek, niet onbelangrijk dus. Verder is er weinig marge om over te schakelen op groenteteelt, omdat de zware kleigrond zich er niet toe leent. ZANDSTREEK Tussen Brugge en Torhout situeert zich de Zandstreek. Op die armere gronden heeft zich een intensieve veehouderij ontwikkeld: varkens, kippen en rundvee. Naast het gekende grasland, tref je er de laatste jaren ook heel wat maïs aan. In de streek rond Oedelem, Beernem en Maldegem, richting Oost-Vlaanderen vind je heel wat boomkwekerijen. Onze wereldvermaarde chrysanten en laurieren maar ook heel wat andere sierplanten worden in de omgeving van Brugge geteeld. ZANDLEEMSTREEK Het overgrote deel van Midden-West-Vlaanderen tot aan de Westhoek ligt in de Zandleemstreek. Centraal in de provincie, met Roeselare voorop, bevindt zich de bakermat van onze gerenommeerde groenteteelt, zowel in open lucht als in serres. Meestal combineren boeren de groenteteelt met een intensieve veehouderij zoals varkens of pluimvee. In andere regio’s domineert de veehouderij in combinatie met akkerbouw. LEEMSTREEK In de Westhoek, rond de Kemmelberg, en in Zuid-West-Vlaanderen, ten zuiden van Kortrijk, bestaat de bodem uit leem. Deze vrij zware grondstructuur is bijzonder geschikt voor akkerbouw, zoals graan, aardappelen en suikerbieten. Sommige van deze zware gronden zijn moeilijk bewerkbaar (te nat) of zijn erosiegevoelig (te steile hellingen). Die gronden gebruiken boeren dus als weilanden. Daarom tref je op akkerbouwbedrijven vaak ook vleesvee aan. Bron: - Interview André Calus, ere-directeur Inagro 8 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart West-Vlaamse platteland in beeld Wie langs West-Vlaamse velden en wegen rijdt, merkt Het West-Vlaams Rood als dubbel doelras het meteen. De landbouw in onze provincie telt heel wat • In het verleden had elke streek zijn eigen rundveeras, deelsectoren, elk met hun specifieke kenmerken. aangepast aan de specifieke omstandigheden. • Dit is een dubbel doelras, dat wordt aangehouden voor Veehouderij Rundvee Melkvee • Bestaat vooral uit zwartbonte holsteinkoeien, maar ook uit roodbonte dieren. • De grotere, gespecialiseerde melkveebedrijven tellen 120 tot 150 melkkoeien. • Een gemiddelde melkkoe geeft 8.400 liter melk per jaar; een echt goede koe tot 10.000 liter per jaar. • De melkprijs schommelde de voorbije jaren tussen 20 en 40 euro per 100 liter. • In 2015 valt het melkquotum weg. De melkveehouders zijn zich hierop aan het ‘organiseren’, alhoewel dit voor zowel vlees als melk. Dit betekent dat deze koeien op beide fronten slechts matig scoren en dus moeilijk inpasbaar zijn in een moderne, vaak gespecialiseerde bedrijfsvoering. De melkproductie is lager en de groei (van het vlees) is trager. Niet onlogisch dat dit ras nagenoeg verdwenen is in onze contreien. • Er zijn wel kweekprogramma’s om het ras in stand te houden en het vlees werd een paar jaar terug erkend als streekproduct. Vleeskalveren • Slechts heel beperkt in West-Vlaanderen. • De kalveren blijven op stal tijdens het vetmesten. hen een heel onzekere periode is. Hoe zal de markt (en dus de melkprijs) evolueren? Er wordt heel wat gebouwd. De nieuwe stallen zijn vaak hoger en groter. De Varkens melkveestapel wordt uitgebreid en de nieuwe stallen Zeugenbedrijven bieden meer comfort aan de koeien: meer ligruimte, • Ze fokken zeugen en verkopen de biggen. hoge en luchtige stallen voor een beter stalklimaat. • Een zeug werpt gemiddeld 24 biggen per jaar. Soms worden ze uitgerust met een melkrobot. Afmestbedrijven Vleesvee • Grazen vaak op gronden die voor andere teelten niet geschikt zijn. • Zij kopen biggen en gaan de varkens vetmesten tot ongeveer 110 à 130 kilo. • Dan zijn ze klaar voor het slachthuis. • Meestal zijn het dieren van het Belgisch witblauwe ras, maar je ziet ook heel wat kruisingen en wat ‘exotische Gesloten bedrijven rassen’ zoals de Franse rassen blonde d’aquitaine en • Ze fokken zeugen, produceren biggen en mesten die limousin. • Er zijn minder gespecialiseerde vleesveebedrijven. Vleesvee wordt veelal gecombineerd met een andere bedrijfstak. zelf af. • Alles gebeurt op hetzelfde bedrijf. • Dit heeft als voordeel dat het een gesloten systeem is. Nadeel is een minder sterk gespecialiseerde bedrijfsvoering. West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ De voorbije jaren is heel wat gebouwd. groei in de varkenshouderij niet mogelijk, denk maar Vaak zijn de nieuwe stallen ook groter en hoger. Dit aan het strenge mestactieplan (MAP). De voorbije jaren heeft zijn redenen. werd de wetgeving gewijzigd. Varkenshouders kun- Veel heeft te maken met de verplichting tot omscha- nen nutriëntenemissierechten (NER’s) overnemen of kelen naar groepshuisvesting van de zeugen. Dit ka- kunnen uitbreiden door mest te verwerken. Dit maakt dert in de regelgeving betreffende dierenwelzijn. De bedrijfsontwikkeling opnieuw mogelijk. In stallen wor- drachtige zeugen zitten niet langer vast in kooien, den nieuwe milieutechnieken om emissies te beper- maar kunnen vrij rond lopen. Dieren krijgen meer ken ingebouwd, zoals luchtwassers. Deze technieken plaats, stallen worden groter. Wanneer landbouwers beperken ammoniak-, geur- en fijn stofuitstoot. willen overleven, zijn ze genoodzaakt hierin te inves- Vergeten we vooral niet dat ook heel wat varkensbe- teren. Deze meerkost moet op een voldoende schaal- drijven de voorbije jaren gestopt zijn. Dat hangt samen grootte uitgevoerd worden om rendabel te zijn. met de economisch moeilijke tijden of een gebrek aan Er speelt ook een economische dynamiek. Eindelijk zin of mogelijkheden om te investeren in milieu en die- kan het bedrijf verder doorgroeien. Vele jaren was renwelzijn. / 9 Mestverwerking stikstof in de dunne fractie. De dikke fractie wordt verder West-Vlaanderen telt momenteel een 70-tal mestver- gecomposteerd. Dit product gaat vooral op export, rich- werkingsinstallaties, zowel in agrarisch gebied als op ting Frankrijk. Een welgekomen product voor akker- en industrieterreinen. Dit biedt vooral pluimvee-, varkens- wijnbouwers. De dunne fractie wordt verder biologisch houders en een beperkt aantal rundveehouders moge- behandeld, met behulp van bacteriën, die de stikstofver- lijkheden om hun mestoverschotten te verwerken. bindingen afbreken tot stikstofgas. Vooral de installaties voor varkensmest vallen het mees- Daarom zie je vaak ronde, betonnen behandelingsbek- te op. De vaakst gebruikte techniek is de ‘biologie’. Na kens en een lagune voor het eindproduct (of effluent). Dit een scheiding van de mest in een dikke en dunne frac- eindproduct bevat bijna geen stikstof en fosfor meer, wel tie, meestal met behulp van een centrifuge, worden deze nog kalium. Dit product kan terug op de Vlaamse bodem, twee stromen apart behandeld. De aanwezige fosfor waar het een wenselijke kalimeststof is voor bijvoorbeeld komt voor het grootste deel terecht in de dikke fractie; de de aardappelteelt. 10 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart Pluimvee Legkippen • Sinds 2012 zijn de pluimveehouders verplicht over te schakelen naar diervriendelijke systemen, zoals de verrijkte kooi of het volièresysteem. Zo is er meer oppervlakte per dier en kan het dier makkelijker zijn natuurlijk gedrag ontwikkelen (scharrelen, zitstokken, legnest...). • Dit betekende enerzijds een heuse investeringsgolf in de legkippenhouderij en anderzijds stopten er ook heel wat bedrijven. • Nieuwe stallen zijn groter waardoor er meer ruimte per dier is. Bovendien zijn ze ook emissie-arm gebouwd. Vleeskippen • Eendagskuikentjes worden geleverd aan de boerderij. Daar krijgen ze goede zorgen en aangepaste voeders, zodat ze zich ontwikkelen tot volwassen vleeskippen, die rijp zijn voor het slachthuis. • Ook die nieuwe stallen worden tegenwoordig emissiearm gebouwd. Schapen & geiten • Hier gaat het om een heel beperkte professionele productie in West-Vlaanderen. Teelten Akkerbouw Graan • De graanteelt bestaat in onze streek vooral uit tarwe en in mindere mate uit gerst. • Het zijn wintergranen. Ze worden in oktober en november ingezaaid om in juli en augustus te oogsten. Maïs • Bestaat uit kuilmaïs en korrelmaïs. • Het ziet er hetzelfde uit, maar eigenlijk zijn het andere rassen. • Ook de oogst is verschillend. Bij kuilmaïs oosten de landbouwers de volledige plant. Ze wordt verhakseld, ingekuild en dient als wintervoeding voor rundvee. Bij korrelmaïs wordt enkel de maïskorrels (het graan) geoogst. Dat gebeurt ook later. Het wordt gedroogd en veelal gebruikt in veevoeding (vooral voor kippen en varkens). Bieten • Het gaat meestal om suikerbieten. Ze hebben een witte kleur. • West-Vlaanderen kent slechts een beperkt areaal voederbieten, die er doorgaans rood of oranje uitzien. West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ / 11 Aardappelen Fruit • Ook hier is er variatie troef. Je hebt vroege aardappelen West-Vlaanderen is niet echt een fruitregio, maar we vin- en bewaaraardappelen. den natuurlijk wel boomgaarden met ongeveer evenveel • Je kan witte en rode aardappelen onderscheiden appelen als peren. Ook wijnbouw heeft zijn plaats. (bloeien paars). Daarnaast is de aardbeiteelt sterk in opmars. De teelt • Sommige percelen zijn bestemd voor de versmarkt, van aardbeien is al lang niet meer beperkt tot oogst in andere gaan naar de verwerking. • Tachtig procent van het Vlaams pootgoed wordt in West-Vlaanderen geoogst. mei en juni. Bijna het hele jaar door worden aardbeien geplukt, uitgezonderd in de winter. Daarom worden aardbeien steeds meer geteeld onder plastiektunnels en in serres van glas of plastiek. Steeds vaker wordt er geteeld Nateelten in teeltgoten op stellingen. Dit geeft een veel beter pluk- • Die groenbedekkers, meestal gele mosterd, worden comfort. Zo kan de fruitteler op werkhoogte plukken. ingezaaid na de graanteelt. • Ze gaan de resterende voedingsstoffen opnemen en vastleggen en verhogen het humusgehalte. • Typisch is de gele bloei in het late najaar. Grasland Sierteelt West-Vlaanderen is geen uitgesproken sierteeltregio, in tegenstelling tot Oost-Vlaanderen. Toch zijn er een aantal niches waarin West-Vlaanderen top is. Dit geldt onder meer voor potchrysanten en perkplanten. Maar ook de Een groot deel van het landbouwareaal in onze provincie boomkwekerij mag niet vergeten worden met vooral de is bedekt met grasland. Dit is nog altijd een van de be- teelt van bosgoed en containerplanten. langrijkste voedergewassen. Grasland is op te delen in permanent grasland en tijdelijk grasland. Nieuwe teelten Tijdelijk grasland zit in teeltrotatie met andere gewassen Innovatie in de landbouw doet ook nieuwe teelten ver- en wordt dus gescheurd en gevolgd door een ander ge- schijnen op het platteland. Denken we maar aan kool- was. De akker kan na verloop van tijd opnieuw met gras zaad, korte omloophout of hennep. ingezaaid worden. Groenten Openluchtgroenten • West-Vlaanderen telt 62 procent van de Vlaamse openluchtgroenten. Het gaat vooral om prei, koolgewassen (bloemkolen, spruiten, witte en rode kool), wortelen en spinazie. • Veel van deze gewassen worden laat in het najaar en zelfs in de winter geoogst. Serregroenten • De kustprovincie is koploper in bladgewassen: vooral de klassieke kropsla, maar ook veldsla en andere slasoorten. • Ook komkommer, tomaat, paprika en courgette zijn Agrobusiness…complex! In het kielzog van die typische landbouwbedrijven met hun vee en velden groeide in de loop der jaren een volledige toeleverings-, verwerkings- en afzetindustrie. Concreet gaat het over de agrarische toelevering zoals veevoederfabrieken en machinebouwers, de landbouwsector zelf, de verwerkende industrie zoals de slachthuizen en de vele diepvriesbedrijven en de afzet in veilingen en groothandels. Dit agrobusinesscomplex staat in voor maar liefst 10 procent van de tewerkstelling, de omzet en de toegevoegde waarde van de West-Vlaamse economie. veelvuldig aanwezig in onze streek. Bron: - Interview Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw Provincie West-Vlaanderen 12 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart West-Vlaamse goudklompjes Een aantal van die sectoren zijn uitgegroeid tot absolute goudklompjes van onze West-Vlaamse economie. Het begon bij onze West-Vlaamse boeren die ook toen elke dag opnieuw een topproduct afleverden. In die voetsporen groeiden gaandeweg bedrijven die zich vandaag mogen meten met de top van de wereld. Dat is het geval voor onze varkens en melkverwerking die respectievelijk via onder meer Westvlees en Milcobel de weg naar de consument vinden. Maar minstens even tot de verbeelding sprekend is het West-Vlaams verhaal van de diepvriesgroenten en de aardappelverwerking. Groente-industrie Terugblik Hoe heeft die groenteteelt zich historisch ontwikkeld? Aanvankelijk was de landbouwer bezig met akkerbouw. De omschakeling van die extensieve teelt naar industriegroenten gebeurde geleidelijk aan, door de komst van de conserven en later de diepvriesgroenten. Aan de hand van die open luchtgroenten leerde de boer zijn stiel, bij wijze van spreken. Pas veel later volgde het telen van fijne groenten voor de veiling. De teelt werd steeds intensiever, want hij moest een volwaardig inkomen vergaren door op datzelfde perceel gewassen efficiënter en rendabeler te gaan verbouwen. Dat vergde meer kwaliteitszorg, waardoor velen onder hen op een gegeven moment in de glastuinbouw terechtkwamen en sommigen overschakelden naar sierteelt. Dat betekende uiteraard ook dat akkerbouw in de omgeving van Roeselare nagenoeg verdwenen is. Veiling Tot op vandaag vind je de groenteteelten die zich concentrisch rond de REO-veiling van Roeselare situeren. Die centrumfunctie van Roeselare werd nog versterkt met de komst van het onderzoeks- en voorlichtingscentrum in Beitem. In een eerste perimeter met Roeselare, Ardooie, Hooglede en Staden situeert zich vooral de glastuinbouw met verse groenten zoals kropsla, veldsla, komkommer, tomaat, paprika, aangevuld met aardbeien. De volgende cirkel omvat de industriegroenten en groenten voor de versmarkt, waarbij bloemkolen en prei een heel belangrijke plaats innemen. Op een nog grotere afstand telen boeren vooral groenten die ze machinaal kunnen oogsten zoals bonen, spinazie en erwten. Diepvriesfamilies Vanaf het midden van de jaren 60 waagden de eerste West-Vlaamse ondernemers, vaak zelf boeren, zich op de diepvriesgroentemarkt. André Dejonghe richtte in 1965 samen met zijn broers Georges en Frans in Westrozebeke Bronnen: - Succesverhaal van diepvriesgroenten uit West-Vlaanderen. VILT 21 mei 2012, www.vilt.be - Diepvriesgroentebedrijven starten met spoortransport. VILT 18 april 2012, www.vilt.be - Ardo neemt diepvriesgroenteproducent Ploegmakers over. VILT 2 juni 2010, www.vilt.be - Interview André Calus, ere-directeur Inagro West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ Pinguïn op. Spoedig ontstonden nog andere familiale diepvriesbedrijven in het Roeselaarse. Zo ligt de familie Haspenslagh aan de basis van de bedrijven Ardo in Ardooie en Unifrost (onderdeel van Dujardin Foods) in Koolskamp. De meeste hadden al ervaring in de groentegroothandel of conservenindustrie. In 1975 waren er vier diepvriesbedrijven, in 1980 negen en in 1985 al veertien. Tegenwoordig zijn er in de regio zo’n tiental bedrijven actief. De sector is bijna volledig in handen van enkele families uit de plattelandsregio rond Roeselare. “Andere regio’s kunnen soms goedkoper produceren, maar wij zijn goed gewapend dankzij onze ligging. Bovendien is er in WestVlaanderen een enorme concentratie van kennis. Dat Wereldspelers Amper een tiental jaren na het ontstaan van deze nieuwe industrietak domineerde West-Vlaanderen de hele sector. In 1984 werd meer dan 85 procent van is een van onze belangrijkste de Belgische productie van diepvriesgroenten gerealiseerd in onze kustpro- troeven”. vincie. Jaarlijks produceert de West-Vlaamse diepvriesindustrie 900.000 ton Jan Haspeslagh verwerkte producten. Gedelegeerd bestuurder van Ardo Omdat de binnenlandse markt voor diepvriesgroenten heel bescheiden is, moet ze 90 procent van haar producten in het buitenland slijten. Hoewel ze inmiddels sterk geïnternationaliseerd zijn, met vestigingen in onder meer Nederland, Frankrijk en Duitsland, worden ze nog steeds vanuit West-Vlaanderen aangestuurd. Dankzij die centrale ligging en de inmiddels vergaarde kennis blijven ze tot de top van de wereld horen. Dat is niet in het minst ook de verdienste van de vele boeren die prei, bloemkolen of andere groenten telen. Het harde handwerk, vaak ook in het weekend, ligt mee aan de basis van dit succesverhaal. Aardappelindustrie Aardappelteelt West-Vlaanderen steekt er met kop en schouders bovenuit als het om aardappelteelt gaat. De vruchtbare bodem, het gunstige klimaat en de jarenlange ervaring van de telers legde ons geen windeieren. Met een opbrengst van 50 ton per hectare zijn we opgeklommen tot de absolute nummer één in de wereld als het om productiviteit gaat. Enkele cijfers op een rijtje. West-Vlaanderen zit in de patatten Aantal aardappeltelers Ruim 3.400 Aardappelareaal Ruim 18.000 hectare of de helft van de aardappelvelden in Vlaanderen Aardappelopbrengst Meer dan 1 miljoen ton of bijna de helft van de hele Vlaamse oogst Productiviteit Ruim 50 ton per hectare of numero uno in de wereld / 13 14 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart Friet en chips Een cruciale schakel in de aardappelketen zijn de verwerkers, die de aardappel transformeren tot diepgevroren of gekoelde frieten, kroketten, andere aardappelspecialiteiten of chips. Acht West-Vlaamse aardappelverwerkende bedrijven, met fabrieken in het zuiden van de provincie of net over de grens met Henegouwen, vormen een krachtige groeipool. Het gaat om producenten van diepvriesfrieten en aanverwante aardappelbereidingen: Agristo, Groep Clarebout, Ecofrost, Vanilo, Eurofreez en de Groep Mydibel. Daarnaast zijn er ook twee belangrijke producenten van chips: Veurne Snackfoods (Lays) en Roger & Roger (Crokychips). Ze stonden in 2012 samen in voor ruim 2.400 arbeidsplaatsen. Deze bedrijven verwerken in totaal 1,8 miljoen ton (hoofdzakelijk Belgische) aardappelen en kwamen recent voor het eerst boven 1 miljard euro omzet. Exportkampioenen De West-Vlaamse aardappelverwerkers zijn ook zeer Florerende handel bedrijvig op de exportmarkt. Ze exporteren gemiddeld 83 procent waarvan 16 procent buiten de EU. De sterke West-Vlaanderen is het zwaartepunt van de Belgische prestatie van de West-Vlaamse aardappelindustrie ver- aardappelhandel. Een 35-tal zeer heterogene aardappel- klaart mee waarom ons land is uitgegroeid tot de groot- handelaars vormen de draaischijf van een dynamische dis- ste exporteur van aardappelbereidingen in de wereld. tributieketen, die steeds meer internationale allures krijgt. Hiermee steken we voormalig aardappelkampioen Ne- De grootste Belgische, en wellicht ook Europese expor- derland voorbij. teur van verse ongeschilde aardappelen is een bedrijf uit de Westhoek. Bart’s Potato Company verhandelt 200.000 ton aardappelen per jaar, en dat tot in het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. De elf grootste regionale spelers verhandelen jaarlijks 750.000 ton aardappelen (waarvan gemiddeld 70 procent uit de Belgische oogst) en stellen samen 150 mensen tewerk. Sommigen investeerden in opslagcapaciteit in Henegouwen en in Frankrijk. Andere handelaars zoeken toegevoegde waarde in de behandeling (wassen, schillen, versnijden, blancheren) of in de gesofisticeerde verpakking van de goudgele aardappelen. Of ze blinken uit in een andere niche zoals de distributie van bio-aardappelen. De meeste WestVlaamse handelaars hebben historische banden met de aardappelteelt en zijn ook vandaag nog actief in de teelt. Contractteelt De diepvriesgroenten zijn, net als zo’n veertig procent van de aardappelen, contractteelten. Je hebt volumecontracten, waarbij de landbouwer zich engageert voor de teelt van bijvoorbeeld 40 ton aardappelen tegen een vooraf afgesproken prijs. De discussie start dan wanneer de boer slechts 35 ton kan leveren of wanneer hij 50 ton kan oogsten. Bij oppervlaktecontracten spreekt de boer vooraf een prijs af voor bijvoorbeeld twee hectare aardappelen. Doorgaans ligt de prijs lager dan op de markt of bij de veiling. Voor aardappelen is dat wisselend. Bij groenten ligt de prijs lager omwille van de andere eisen die gesteld worden en de garantie op afzet die vooraf bepaald wordt bij contractteelt. Bronnen: - De aardappel: een goudklompje van de West-Vlaamse economie, WES persbericht 22 augustus 2013, www.wes.be - Interview André Calus, ere-directeur Inagro West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ / 15 Heterogene bedrijven Schaalvergroting Halvering en verdubbeling Die schaalvergroting laat zich ook voelen in de gemiddel- Dat er steeds minder boeren zijn en de bedrijven steeds de veebezetting per bedrijf. Een doorsnee rundveebe- groter worden, is een open deur intrappen. Elk jaar ver- drijf telt tegenwoordig al snel meer dan 100 dieren, een dwijnt zo’n 3 à 4 procent van de landbouwbedrijven wat varkensbedrijf 1.700 en een pluimveebedrijf zelfs 42.000. betekent dat op vijftien à twintig jaar het aantal halveert. Vooral de kleinere bedrijven stoppen. Dure euro’s Anderzijds blijft de productiewaarde jaar na jaar con- Komt daar nog bij dat de marges (het verschil tussen stant, in Vlaanderen tussen de 5 tot 6 miljard euro. Met opbrengst en kost) steeds meer onder druk komen te steeds minder Vlaamse landbouwbedrijven blijven we staan. Deze tendensen leiden onherroepelijk tot steeds met andere woorden evenveel produceren. Om dat vol grootschaliger of intensievere landbouw of tot heroriën- te houden, moet de productie per zetel elke vijftien tot teren (verbreding). Want enkel die boeren die investeren twintig jaar verdubbelen. In tien jaar tijd is de gemiddelde en/of innoveren, kunnen overleven. Investeringsbedra- bedrijfsoppervlakte bijna verdubbeld tot 24 hectare. Er gen van 1, 2 tot zelfs 3 miljoen euro zijn lang geen uit- zit een grote variatie in: akkerbouwers hebben vaak ruim zondering meer. Het hoeft geen betoog dat die financiële 100 hectare grond terwijl groentetelers slechts enkele inspanningen zwaar wegen op jonge starters. hectare bewerken. Toenemende specialisatie en automatisatie De sector kent een sterke specialisatiegraad. Bijna ne- ler aan de poot van de koe de landbouwer alarmeert bij gen op de tien bedrijven zijn gespecialiseerd in een van afwijkend gedrag? Dankzij de technologie kan de boer de 3 subsectoren. Meer dan de helft legt zich toe op vee- zijn aandacht toch volop richten op het dier dat dit nodig teelt, 20 procent op akkerbouw en 13 procent op tuin- heeft. bouw. Het hoeft geen verwondering te wekken dat die toenemende schaalvergroting en specialisatie gepaard Van hype naar realisme gaat met een grotere graad van automatisatie. In de jaren 90 was precisielandbouw een hype. De informatie- en communicatietechnologie nam een hoge Extra ogen en oren vlucht en onderzoekers bedachten allerlei leuke snufjes Als je vier melkkoeien hebt, kun je die van heel nabij op- zonder zich af te vragen of die wel een meerwaarde had- volgen. Als je er tweehonderd hebt, is dat een heel andere den voor de landbouwer. De hype heeft inmiddels plaats zaak. Dankzij de technologie kunnen boeren hun dieren gemaakt voor realisme. Onderzoekers werken nauw sa- nog beter opvolgen, want ze beseffen dat de verschillen men met de landbouw en aanverwante industrie om ge- tussen individuele koeien groot zijn. Wist je dat de melk- bruiksvriendelijke toepassingen te ontwikkelen. Enkele robot tijdens het melken automatisch allerlei gegevens hiervan, zoals de gps-gestuurde tractors en landbouw- over het dier meet en registreert? Dat een stappentel- machines, zijn al stevig ingeburgerd. Bron: - Landbouwrapport 2012, p 106-116, www.vlaanderen.be/landbouw/lara 16 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart PRECISIELANDBOUW “Grootschalig boeren en tegelijk elk Maar precisielandbouw omvat meer dan een gps. Sensoren kunnen de gewasgroei monitoren vanuit satellieten, vliegtuigjes of vanuit de landbouwmachines zelf. Je kunt er ook de rijpheidsstadia van bijvoorbeeld appels mee meten. Precisielandbouw helpt de boer zo een perceel te segmenteren, optimale kwaliteit voort te brengen, aangepast te bemesten en zo het milieu te sparen. dier of elk stukje van je perceel de kleinschalige aandacht geven die het verdient. Dat is de meerwaarde van pre- Onzichtbare bedrijfsstructuur cisielandbouw”, zegt professor Wouter De risico’s en bijhorende verantwoordelijkheden worden steeds groter, wat Saeys van de Faculteit Bio-ingenieurs- ook zijn impact heeft op de juridische bedrijfsstructuur. Om het kapitaal en wetenschappen van de KU Leuven. de risico’s te beheersen, brengen sommige boeren hun activiteiten onder in “De kleinschalige boer van vroeger een vennootschap. kende zijn lapje grond door en door. Anderen trekken extern kapitaal of arbeid aan, vaak in familiaal verband Hij gaf zijn ogen en oren de kost en onder bijvoorbeeld de vorm van samenuitbating. Naar schatting wordt 80 wist precies waar de opbrengst minder procent van de bedrijven familiaal uitgebaat: man/vrouw, ouders/kind of was of waar hij extra bij moest bemes- broers/zussen. Die diversiteit is niet altijd even zichtbaar. ten. Een boer met 100 hectare kan dat Goed om weten: 2014 is het jaar van de familiale landbouw. onmogelijk zo precies weten. Tenzij hij zijn oren, ogen en neus technologisch ondersteunt. Daar is het de precisielandbouw om te doen. En daar hebben we nu ook de tools voor.” Professionalisering De gemiddelde leeftijd van de boeren ligt inmiddels boven de 50 jaar en blijft stijgen. Die veroudering van de landbouwpopulatie brengt heel wat problemen met zich mee. Een harde stiel, een vaak onzeker inkomen en hoge investeringen… Het hoeft geen verwondering te wekken dat veel boeren geen opvolging vinden. Weinig jonge mensen voelen zich geroepen. Vooral kleinere en/of verouderde bedrijven zijn moeilijk over te dragen. Hoe groter het bedrijf, hoe meer kans op een opvolger. Maar er is ook goed nieuws. Wie er toch aan begint, is doorgaans beter opgeleid. Zo’n 60 procent van de bedrijfsleiders jonger dan 40 jaar heeft een landbouwopleiding genoten ten opzichte van 30 procent bij de oudere landbouwers. Hoe groter het bedrijf, hoe meer de bedrijfsleiders een hogere opleiding genoten hebben. De laatste decennia is er een sterke toename van het opleidingsniveau waarbij een bacheloropleiding steeds meer de norm wordt. Geen overbodige luxe want de administratieve last is alleen maar toegenomen. Afhankelijk van het type bedrijf en de activiteiten moet een landbouwer een verzamelaanvraag en een VLIF-dossier voor zijn investeringen indienen, een mest- en wateraangifte doen en milieu- en stedenbouwkundige vergunning aanvragen bij het bouwen van bijvoorbeeld een nieuwe stal. Uiteraard komt daar de klassieke bedrijfsboekhouding en BTW bij. Wie dieren heeft, houdt een logboek van bemesting en Sanitel bij. Landbouwers zijn ook onderworpen aan de verplichtingen van het Federaal Agentschap voor Voed- Bronnen: - Landbouwrapport 2012, p 106-116, www.vlaanderen.be/landbouw/lara - Dossier Precisielandbouw. Extra ogen en oren voor de boer. VILT 5 maart 2013, www.vilt.be West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ selveiligheid. Ze moeten de sectorale lastenboeken volgen. Sommigen opteren ervoor om te voldoen aan extra eisen die gekoppeld zijn aan bepaalde consumenten- of producentenlabels zoals Flandria of het Biolabel. Andere landbouwers kiezen voor een eigen label waarvoor de eisen nog hoger liggen, zoals het Tomabel-label. Wetenschappelijk onderzoek Steeds vaker werkt een van de partners buitenshuis. De vaak schommelende inkomsten uit de landbouw zullen daar niet vreemd aan zijn. Voor de helft van Net zoals in andere takken van de hen is dat extra inkomen verwaarloosbaar, maar voor ongeveer een derde van economie zijn onderzoek en ont- hen bedraagt dit aandeel meer dan 25 procent van het gezinsinkomen. Zo’n wikkeling essentieel in de landbouw. 15 procent haalt meer dan de helft van haar gezinsinkomen uit niet-landbouw. Laboratoria ontwikkelen nieuwe plantenvariëteiten, aangepast aan toekomstige noden. Landbouwers Uiteenlopende bedrijfsvoering Van gangbaar over geïntegreerd tot bio maken gebruik van de gegevens van de nieuwste satellietgestuurde en mobiele technologieën om weers- Vanaf 2014 werken alle Europese landbouwers volgens de IPM-richtlijnen. voorspellingen op te volgen. IPM staat voor Integrated Pest Management, of geïntegreerde gewasbe- Computers helpen hen om hun pro- schermingsmethodes. De essentie van IPM is het voorkomen van ziekten ductiekosten te voorspellen en om en plagen (preventief), vervolgens veldwaarnemingen uitvoeren (monitoring) het gebruik van chemische gewas- om te kunnen overgaan tot bestrijding (interventie). beschermingsmiddelen tot een mi- Bij de bestrijding wordt eerst bijvoorbeeld mechanisch wieden of biologi- nimum te beperken. sche bestrijding ingezet, vooraleer gewasbeschermingsmiddelen gebruikt Europa heeft het budget voor on- worden. Heel wat fruit- en groentetelers passen die technieken al een aantal derzoek en innovatie aanzienlijk jaren toe, met succes. De biologische landbouw fungeert vaak als motor om opgetrokken in haar begroting duurzame technieken te introduceren in de gangbare landbouw. 2014-2020. Die fondsen zullen onderzoeksprojecten steunen om de Biologische landbouw kloof tussen labo en boerderij ver- De biologische landbouw is een vorm van duurzame landbouw die nog een der te dichten. stap verder gaat. Bij deze teeltwijze gaan boeren de milieubelasting nog meer beperken en de natuurlijke kringlopen zoveel mogelijk respecteren. De bodemvruchtbaarheid behouden ze door hun vruchten ruim af te wisselen en groenbedekkers en organische bemesting te gebruiken. Chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest, voeder met groeistimulatoren of antibiotica en genetisch gewijzigde organismen zijn verboden. In de veehouderij ligt de klemtoon op grondgebondenheid, dierenwelzijn, preventieve gezondheidszorg en biologisch geteeld veevoeder, bij voorkeur op het bedrijf zelf. Europa legt de bioboeren heel wat strikte regels op, wat zich vertaalt in een Europees bio-logo. Vlaamse biobedrijven worden minstens twee keer per jaar gecontroleerd of ze aan deze regel voldoen. Hierdoor is de consument zeker dat die landbouwproducten wel degelijk biologisch zijn. De biologische landbouw neemt gaandeweg in belang toe, maar de cijfers over het aantal bedrijven en de oppervlakte laten zien dat dit vooral Bronnen: - Landbouwrapport 2012, p 106-116, www.vlaanderen.be/landbouw/lara - Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap - Goed geboerd. Een portie landbouw op je bord, 2012, p 29-37, www.vlaanderen.be/publicaties / 17 18 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart een Waalse aangelegenheid is. In Vlaanderen kennen de Verbrede landbouw biobedrijven opnieuw een sterke opgang na een periode Dergelijke nevenactiviteiten zijn niet nieuw. Wie een van stagnatie. In onze contreien swingen de grondprijzen beetje in de tijd teruggaat, herinnert zich ongetwijfeld de pan uit, waardoor het areaal beperkter is maar wel een oom of tante met een handicap op de boerderij of intensiever. Vooral heel wat tuinbouwbedrijven zijn hier de verkoop van melk en boter. Die historisch gegroeide omgeschakeld. zijsprongen waren een hele tijd wat weggedeemsterd om de laatste jaren opnieuw aan belangstelling te winnen. Ze zijn vaak de toegangspoort en het sympathieke ge- 2012 WestVlaanderen Vlaanderen Aantal biobedrijven 60 280 Die zogenaamde verbrede landbouw is een alternatieve Bio-oppervlakte (in ha) 700 4.500 weg voor professionalisering en vormt een volwaardige zicht van de sector. Maar het gaat verder. manier om het bedrijf te leiden. Verbreding omvat een Lokaal versus globaal? Een andere, vaak gepolariseerde discussie is de vraag of een landbouwbedrijf beter af is als het voor de korte keten opteert of net andersom, wanneer het zich richt op de Europese en/of wereldmarkt. Ook hier is er geen juist antwoord. Soms is het zelfs een en-en-verhaal, wanneer je als boer aardappelen teelt voor de chipsfabriek en anderzijds de melk van je koeien verwerkt tot kazen die je in je hoevewinkel verkoopt. ruime waaier van activiteiten die we, samen met de gangbare landbouwproductie, kunnen onderbrengen in vijf categorieën: • Witte diensten: gangbare landbouwproductie • Gele diensten: sociale en toeristische activiteiten zoals thuisverkoop, hoevetoerisme en zorgboerderijen • Groene diensten: natuur- en landschapsbeheer • Rode diensten: energieproductie • Blauwe diensten: beheer van waterkwantiteit en -kwaliteit Bronnen: - Kerncijfers landbouw, 2013. De landbouw in België in cijfers, p 4, 8-9, 12, 20, 24, www.statbel.fgov.be - Interview Lode Tanghe, gebiedswerker landbouw Brugge-Oostende Provincie West-Vlaanderen West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ / 19 De man & vrouw achter de landbouw DRIE X LANDBOUWGENERATIES 50 -70 Eerste naoorlogse landbouwgeneratie Vele kleine boeren van de naoorlogse generatie molken kleinschalige gemengde bedrijven met zowel varkens hun koeien met de hand en maaiden het gras met een als runderen. De eerste stappen naar intensifiëring van zeis. De tekorten en wachtrijen voor voedsel lagen nog de veehouderij werden gezet. vers in het geheugen. Heel wat landbouwgronden gingen verloren aan wo- Dankzij subsidies van het Landbouwinvesteringsfonds ningbouw, industrie en wegenaanleg. Er waren jaren konden de landbouwers machines kopen en gebouwen waarin dat aan een tempo van 30 hectare per dag ging. renoveren. Met hun hogere inkomsten investeerden ze Opvolging van de bedrijven ging nog vlot omwille van de vervolgens opnieuw in de verdere uitbouw van hun be- rendabele prijzen toen. De opkomende industrie kaapte drijf. De voedselproductie nam toe maar het echter heel wat arbeidskrachten van het platteland weg. boerenleven bleef zwaar op de typische 1 Witloofteelt in open lucht - Centrum Agrarische Geschiedenis 20 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart 80 -90 Tweede landbouwgeneratie De kinderen die in de voetsporen van hun 2 boerende ouders traden, zagen een nieuwe realiteit. Om de overschotten weg te werken, lanceerde Europa een hervormingsproces. Vraag en aanbod moesten voortaan beter op elkaar afgestemd worden. In de jaren 90 stonden voedselkwaliteit, voedselveiligheid en dierenwelzijn voorop. Landbouwers werden zich ook meer bewust van hun bijkomende verantwoordelijkheden zoals milieubescherming en duurzaam gebruik van onder meer water en grond. Het leven van deze generatie was anders en alleszins complexer dan dat van hun ouders. Meer lezen over de rol van de Europese Unie? Zie pagina 30 90 - nu Derde landbouwgeneratie op kernactiviteiten. Dergelijke gespecialiseerde be- Om tegemoet te komen aan de vele technologische drijven zijn of grootschalig of heel intensief uitgebaat, uitdagingen (bijvoorbeeld mestverwerking), de hoge zoals bijvoorbeeld een varkenshouderij met een paar investeringskosten, de onvoorspelbare markt- 3 duizend varkens en externe mestverwerking. mechanismen en de maatschappelijke ten- Andere bedrijven zijn nichegericht met bijvoorbeeld 40 densen focussen boeren zich op vandaag melkkoeien, waarbij de lekkere hoeveproducten een meerwaarde aan de melk geven. De landbouwer van nu combineert de rol van boer met die van ondernemer en hoeder van het platteland. De laatste reeks Europese hervormingen hebben de boeren meer marktgeoriënteerd doen produceren. Sommigen verwerken en verkopen voedingsmiddelen op de boerderij wat de plattelandseconomie doet opveren. Anderen geven de rurale gemeenschap een boost via agrarisch toerisme, de oprichting van nieuwe bedrijven en andere ecologische en culturele activiteiten. Zo vrijwaren zij niet alleen het specifieke karakter van het platteland maar ook de toekomst van de volgende landbouwgeneraties. De boer is manager geworden… Meer lezen over types bedrijven: zie pagina 15, West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ Landbouwer 2.0 Imago De landbouw wordt gezien als een sector die belangrijk is voor de economie en voedselvoorziening. De kwaliteit en veiligheid van landbouwproducten is in de ogen van de Vlamingen goed. Gecombineerd met de bewondering voor landbouw zijn dit de belangrijkste elementen voor een goed landbouwimago. De landbouwer zelf krijgt dan weer een positieve evaluatie omwille van zijn knowhow. Ook de manier waarop de omgang met dieren wordt gepercipieerd, heeft een belangrijke invloed op het beeld dat de Vlaming heeft van de boeren. Beroepstrots Als je aan boeren zelf vraagt wat ze het leukste aspect aan hun beroep vinden, dan krijg je als topantwoorden de voldoening die ze uit hun werk halen, de onafhankelijkheid en het leven in de natuur. Wat ze minst belangrijk vinden is – misschien wat verrassend - de voortzetting van het familiebedrijf, de verbondenheid met de buurt en de sociale status. “De Vlaming ziet landbouw als een belangrijke sector die het nodige respect verdient. Toch mag de sector zich niet blindstaren op dit mooie resultaat. Er blijven nog een aantal kritische punten. Zo is de kloof met de consument nog steeds te groot, op mi- lieuvlak wordt er iets minder goed gescoord en de beeldvorming over biolandbouw gaat erop achteruit ”, waarschuwt UGent-professor Gino Verleye. Bronnen: - Landbouwrapport 2012, p 80-82, www.vlaanderen.be/landbouw/lara - Vlaming kijkt kritisch maar postief naar landbouw. VILT 17 december 2012, www.vilt.be / 21 24 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart Functies van de landbouw 6xF+1 Landbouw vormt de basis van onze menselijke bescha- Met de opkomst van steenkool en elektriciteit tijdens de ving. Al van oudsher verzamelden mensen vruchten, industriële revolutie (vanaf 1780) en later de ontdekking wortels en eieren en jaagden ze op wilde dieren over gro- van aardolie (op het eind van de negentiende eeuw) leek te afstanden. Zo’n 10.000 jaar geleden zochten ze hun de rol van fuel in het Westen uitgespeeld. De komst van voedsel niet langer uitsluitend in de vrije natuur, maar aardolie veroorzaakte ook een terugval van fibre. Natuur- zetten die natuur ook naar hun hand. De landbouw was lijke vezels werden immers vervangen door kunststoffen geboren. op basis van petroleumderivaten. Voortaan kon je net zo makkelijk textiel van nylon, polyester en pvc maken als Van meet af aan leverde landbouw meer dan louter voed- van wol, linnen en katoen. Bovendien groeiden de steden sel voor mens en dier. Ze verschafte ook brandstoffen zo- snel aan en was er meer voedsel nodig. Geen wonder dat als hout, en grondstoffen voor kleren en werktuigen zoals de landbouw zich toen en een lange tijd daarna concen- leer, wol en vlas. Later kwamen daar ook een rol in na- treerde op het produceren van zoveel mogelijk voedsel. tuurbeheer en sierteelt bij en kreeg landbouw eveneens een recreatief aspect. Samengevat gaat het om food, Ook vandaag meer dan voedsel feed, fuel, fibre, flower en fun, ofwel 6F. Soms voegen De meest voor de hand liggende en ook prioritaire func- wetenschappers er nog een zevende F aan toe: farmacie. tie van onze Vlaamse landbouw is nog steeds de pro- De gezondheidsbevorderende eigenschappen van hop ductie van voedsel. Toch is ook vandaag geen bescha- voor vrouwen in de menopauze is hiervan een voorbeeld. ving mogelijk zonder landbouw in al zijn functies, al zijn Niet al deze F’en zijn in de loop van de geschiedenis even we ons hier in het rijke Westen daar vaak niet meer van belangrijk geweest. Food en feed zijn constanten, de an- bewust. Nu de voorraden van fossiele brandstoffen stil- deren waren afhankelijk van technologische, economi- aan uitgeput raken en de prijzen stijgen, merk je dat de sche en maatschappelijke factoren. landbouw haar historische taken van weleer opnieuw opneemt. Dus krijgt fuel weer meer aandacht door de Van 4F over 2F naar 6F opmars van biobrandstoffen zoals bio-ethanol en biodie- Tot in de achttiende eeuw waren food, feed, fuel en fibre sel, en het gebruik van biomassa en methaangas voor de pijlers van de toenmalige landbouw. Houthakkers en het opwekken van groene stroom. Dit gaat hand in hand turfstekers zorgden voor warmte, en bijen- en olijftelers met hernieuwde aandacht voor fibre. zorgden met hun was en olie voor licht. Textiel en touwen Plantaardige vezels kunnen de plaats innemen van werden in onze streken vooral gemaakt van schapenwol kunst- of bouwstoffen, bijvoorbeeld vlas als verster- en in de rivieren geroot vlas (roten is het blootstellen van kingsmateriaal in plaats van carbon en hennep als bouw- vlasstengels aan water zodat de vezels vrijkomen en ge- materiaal. Met de stijging van de welvaart neemt ook het bruikt kunnen worden in de textielindustrie). belang van flower en fun toe. Samengevat kan je stellen Meer over vlas lees je op pagina 27. dat onze Vlaamse landbouw nog steeds de leverancier is van de 6 F-en. Meer info vind je op www.kuleuven.be/lsue/susfood/landbouw_6f.pdf West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ FOOD (voedsel) 1 FEED (veevoeder) Feed slaat op de veevoederproductie: voederbieten, maïs, tarwe en weiden. Veel veetelers hechten een groot belang aan akkerbouw omdat ze zelf voeders telen voor hun dieren. Dat is zowel economisch als ecologisch een kringloop. Ook hier rijzen een aantal vragen. Kunnen we gewassen gebruiken als voeder als die ook geschikt zijn voor menselijke consumptie? Die ethische kwestie is relevanter voor varkens en pluimvee omdat ze voer krijgen dat ook voor menselijke consumptie kan dienen. Bij rundvee speelt dit minder want koeien die grazen, vormen geen directe concurrentie met menselijke consumptie. Koeien verwerken met hun 4 magen het gras tot een hoogwaardig voedingsproduct; iets wat de mens niet kan. Veel voedingsgewassen heb- Voedsel, bestaande uit groenten, vlees en granen voor ben trouwens nevenstromen die ook in de dierenvoeding menselijke consumptie is een primaire functie van land- gebruikt worden, soms rechtstreeks van het veld, soms bouw. Zo’n 17 procent van het aardoppervlak is geschikt na het proces in de voedingsindustrie. Denken we maar voor landbouw en de aarde kan tot 9 miljard mensen aan bietenpulp, bierdraf, stro… voeden. Tegelijk lijdt meer dan 1 miljard mensen hon- Meer info over duurzame veeteelt lees ger. Produceren we dan te weinig? Zo simpel ligt het niet. je op pagina 56. Aangezien we wereldwijd voldoende produceren om iedereen te voeden, gaat het meer om een probleem van verdeling dan van productie. We gooien met zijn allen trouwens meer dan een derde van ons voedsel weg. We kampen met een voedselparadox: er zijn meer zwaarlijvigen dan hongerlijders. Meer info over de Noord-Zuidverhouding op pagina 41. “Velen menen dat landbouw enkel dient voor voedselproductie. Mag koffie dan nog wel? Of erger nog, tabak? Dat aanvaardt men, maar biobrandstoffen zouden onethisch zijn. Niet zo lang geleden was alle transport per paard. De boer reserveerde voor hen een flink deel van zijn grond. Niemand vond dat toen onethisch.“ Wim Soetaert, professor UGent 2 / 25 26 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart FUEL (energie) 3 GROENE CHEMIE EN BIORAFFINAGE Met de opkomst van groene chemie en ruimer de bioraffinage gebruiken we natuurlijke grondstoffen in plaats van aardolieproducten. Zo maken we plastic zakken normaliter van de kunststof polyethyleen. Tegenwoordig kan dat ook van zogenaamd bioplastic op basis van zetmeel uit maïs of aardappelen. FIBRE (natuurlijke vezels) Steeds vaker worden natuurlijke vezels gebruikt in plaats van kunstvezels. Denken we maar aan hennep voor isolatie. Nog een voorbeeld: composietmateriaal. Lichte racefietsen bestaan uit carbonvezels (een aardolieproduct), die Biomassa, zoals planten, restproducten of mest, is een belangrijke bron van hernieuwbare energie of bioenergie. Processen zoals onder meer vergisting (of biogasproductie), chemische omzettingen en verbranding maken het mogelijk om de energie uit deze biomassa te benutten. Het gebruik van biomassa voor energie wordt echter vaak ter discussie gesteld wanneer deze ook voor andere doeleinden zou kunnen dienen zoals voedsel of voeder. Toch hoeft men deze doeleinden niet strikt gescheiden te zien. Biomassa kan immers in een opeenvolging van verschillende doeleinden ingezet worden of verschillende doeleinden kunnen integreren. Zo kunnen energiegewassen zoals korte omloophout een dubbele functie krijgen wanneer ze enerzijds voor houtproductie aangeplant worden, maar tevens ook leefomgeving kunnen bieden voor kippen in buitenloop. Restproducten uit de voedings- en voederindustrie kunnen dan weer vergist worden. Ook kan men alternatieve biomassa gebruiken die eerder nog niet werd gevaloriseerd, zoals oogstresten, mest of bermmaaisel. bij elkaar gehouden worden door kunsthars. In sommige fietsen vervangen ze carbon al door natuurlijke vlasvezels. 4 West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ FLOWER (sierteelt en natuurbeheer) Flower hoef je niet alleen letterlijk te inter- 5 preteren. Het gaat om sierteelt in de ruimste Natuurbeheer met hulp van landbouwers Andy Dewitte van ’t Schotsgoed getuigt “Ons landbouwbedrijf ’t Schotsgoed bestaat sinds zin van het woord. Ze is niet onbelangrijk, want goed 1863 en is traditioneel overgedragen van vader op voor een derde van de hele tuinbouwproductiewaarde. zoon. Het ligt in de omgeving van de Assebroekse Deze sector kent een grote technologische vooruitgang. Meersen in een complex van laaggelegen hooilan- Denk maar aan veredeling van plantenrassen, efficiënte- den, omzoomd door een knotwilgen en populieren. re bemesting en milieuvriendelijker gewasbescherming. Om die typische dottergraslanden te herstellen, begon Het zijn technieken die vaak eerst op grote schaal voor het Agentschap voor Natuur en Bos een paar jaar ge- landbouw ontwikkeld worden en daarna hun weg vinden leden die graslanden aan te kopen. Momenteel is het naar liefhebbers van tuin en park. Wist je dat 8,2 procent agentschap eigenaar van zo’n 75 hectare hier. Voor het van de Vlaamse oppervlakte ingenomen wordt door tui- beheer doen ze een beroep op 15 lokale landbouwers, nen? Daarnaast telt onze oppervlakte 10 procent bos en waaronder ikzelf. Dat is geregeld in een jaarlijkse gra- 13 procent ‘versteende oppervlakte’, zoals huizen. tis gebruiksovereenkomst. Op al die percelen gelden Ook het agrarisch natuurbeheer en de instandhouding strenge voorwaarden zoals een late maaidatum, een van natuur en biodiversiteit behoren tot dit landbouwseg- nulbemesting en een maximum veebezetting. ment. Sinds 2000 voorziet Europa steun voor landbouwers Mijn bedrijfsvoering heb ik noodgedwongen moeten die waardevolle landschappen creëren of in stand houden, aanpassen. Zo kweek ik niet langer het Belgisch zoals met houtwallen omzoomde akkers en weiden, akker- witblauwras, maar het Franse ras limousin. Om randen en poelen. Boeren worden ook steeds meer inge- een eerlijke prijs te krijgen, verkoop ik het vlees via schakeld in de uitbouw van grotere natuurgebieden en het thuisverkoop. Bovendien krijg ik door dit direct con- omvormen van landbouwgronden met natuurpotentieel. tact veel waardering van mijn klanten en dat moti- Je leest meer over Europese steun voor natuurbehoud veert ook heel erg.” op pagina 32. VLAS, EEN NIEUW GEWAS? Van oudsher is de Leievallei de bakermat van de vlasteelt en vooral -verwerking. De rassen kan je naar gebruik indelen in vezelvlas dat als basisgrondstof vormt voor linnen en olievlas waaruit lijn(zaad)olie gewonnen wordt. De planten van olievlas zijn kort en sterk vertakt en hun zaden bevatten ongeveer 40 procent olie. Bij het persen van dat lijnzaad bekom je lijn(zaad)olie dat rijk is aan omega 3-vetzuren. Naast toepassingen in de voedingsindustrie is de olie ook een grondstof voor verven, zepen en linoleum. De lijnzaadkoek die overblijft na het persen gebruikt men in dierenvoeders. Vezelvlas wordt al meer dan 6.000 jaar geteeld. Linnen is de meest bekende toepassing. Ook de overige plantdelen worden benut: de klodden (korte vezels) in de papierindustrie en de vlaslemen (houtachtige deel van de plant) in spaanderplaten of als strooisel in de stallen. Het vlasareaal is in West-Europa gedaald tot 72.000 hectare en op Belgisch niveau tot 12.000 hectare. Vlastelers trekken volop de kaart van innovatie en gaan in samenwerking met onderzoekers op zoek naar nieuwe toepassingen (composietmaterialen) en markten. VRAAG: Wat is de link tussen de Amerikaanse dollar en vlas? / 27 jaren 60 levert het West-Vlaamse bedrijf Vervaeke Fibre het vlas aan de VS. Wist je dat Vervaeke Fibre in Kuurne ‘s werelds oudste vlasbedrijf is? rige 75 % uit katoen. Vlas moet het biljet steviger maken. Vroeger gebruikte men daarvoor oude lompen die verscheurd werden. Al sinds begin ken met het iconische karakter van de dollar, maar ook met het vlas dat erin verwerkt is. Een biljet van 1 dollar bestaat voor 25 % uit vlas, de oveAls je een biljet van 1 Amerikaanse dollar in handen krijgt, vraag je je misschien af waarom het gevoel zo speciaal is? Dat heeft niet alleen te ma- 28 \ Boer in Beeld+ \ West-Vlaamse landbouw in kaart FUN 6 (recreatie) Tegenwoordig omvat fun veel vormen onmiskenbaar ook een sociale dimensie. van recreatie. Hoevetoerisme is allicht Landbouwers trekken mensen aan op hun bedrijf want het bekendst, maar ook bezoek- en zorg- boeren is vaak een geïsoleerd beroep. Bovendien bevor- boerderijen en hoeveverkoop vallen hieron- dert het de sociale cohesie. Onbekend is vaak nog on- der. Vlaanderen telt zo’n 140.000 recreatieve paar- bemind. Steeds meer boeren beseffen het belang van den die een derde van de weiden bezetten. Fun is dus een open houding naar hun omgeving toe. Ze hebben in de Europese landbouw even fundamenteel aanwezig de behoefte om hun idealisme en beroepstrots te delen. als de andere F’en. Naast deze economische kant is er Meer info hierover op www.onthaalopdeboerderij.be Discussiethema’s Deze 6 F’en hangen complex aan elkaar. Vraag is hoe dit delicate evenwicht in de toekomst zal evolueren. Er is sowieso geen eensgezindheid hierover. Veel hangt af van het eigen referentiekader en de maatschappelijke ontwikkelingen. • Door sommige F’en te combineren op eenzelfde op- • Gemiddeld geeft een gezin bij ons meer geld uit aan pervlakte kunnen het aantal functies gemaximaliseerd ontspanning dan aan voedsel. Is recreatie een minder worden. Ken jij voorbeelden? essentiële behoefte dan voedsel? • Moeten we ingrijpen zodat de F met de grootste winstmarge niet domineert ten opzichte van het recht op voedsel? • Wat met de ethische conflicten met food en feed, aangezien biobrandstoffen en groene chemie grondstoffen vra- • Hoeveel voedsel gooien we dagelijks weg? Geven wij als consument de waardering aan voedsel dat ze verdient? • Wat denk jij van fenomenen als vertuining en verpaarding? gen die eveneens als basis voor voedsel en voeder dienen? Bronnen: - Landbouw 6 F. Grenzen verleggen, 2009, p 7-9, 12-27, 30-31 - Interview André Calus, ere-directeur Inagro en Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw Provincie West-Vlaanderen West-Vlaamse landbouw in kaart / Boer in Beeld+ Vlaamse landbouw - in een - Europese context / 29 30 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context Gemeenschappelijk landbouwbeleid Vijftig jaar landbouwgeschiedenis Zes landen, waaronder België, richtten in 1957 met de ondertekening van het Verdrag van Rome de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op. Van bij de aanvang in 1962 herstelt het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) Europa’s vermogen om zichzelf te voeden. ‘Ruim voldoende’ wordt echter al snel ‘overvloed’, waardoor in de jaren 1980 maatregelen genomen worden om de boterbergen en melkplassen in te tomen. Het GLB richt zich voortaan op de kwaliteit, veiligheid en betaalbaarheid van het voedsel en mikt op een groenere, eerlijkere en efficiëntere landbouw. Ook de rol van Europa als ’s werelds grootste handelaar in landbouwgoederen brengt extra verantwoordelijkheden met zich mee. 1957 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN VOGELVLUCHT De honger voorbij Toen in 1945 de Tweede Wereldoorlog eindigde, klonk meer dan ooit de roep naar voedselzekerheid. Aanvankelijk zocht elk land een eigen oplossing maar al snel 1957 kwamen ze tot de conclusie dat ze maar beter konden De honger voorbij samenwerken. Onder het motto “nooit meer oorlog, 1962 Het gemeenschappelijk landbouwbeleid krijgt vorm nooit meer honger” ontstond een eerste toenadering die in 1957 resulteerde in het Verdrag van Rome. Zes Europese landen (Benelux, West-Duitsland, Frank- 1970-1980 rijk en Italië) ondertekenden het verdrag tot oprichting Slachtoffer van eigen succes van de Europese Economische Gemeenschap. Door 1992 Van marktsteun naar productiesteun samen te werken en hun interne beperkingen op te heffen, wilden de zes economische en sociale vooruitgang boeken. In praktijk ging alleen de integratie van het Eu- Medio jaren 90 ropese landbouwbeleid echt van start. Doelstelling was Kwaliteit primeert betaalbaar voedsel voorzien voor de Europese burger 2000 Platteland in zicht! 2003 Subsidies en productie voortaan losgekoppeld 2004-2007 Welkom, wereld en een redelijk inkomen voor de landbouwer in menswaardige omstandigheden. 1962 Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) krijgt vorm Het GLB steunde van meet af aan op drie pijlers: • Eén vrije gemeenschappelijke markt met vrij verkeer Quid na 2013? Vergroening en verjonging troef van landbouwproducten en gemeenschappelijke prijzen • Voorrang aan de afzet van landbouwproducten uit Europa • Financiële solidariteit om de kosten samen te dragen Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+ Zo kregen granen in januari 1962 als eerste een gemeenschappelijke prijs. Later volgden melk, boter en rundvlees. Naast een richtprijs kende Europa aan veel producten ook een interventieprijs toe: een gegarandeerde minimumprijs wanneer een boer zijn producten niet op de markt kwijtraakte. Deze oorspronkelijk tijdelijke maatregel bestaat vandaag nog steeds voor een aantal producten. Om de Europese boeren te beschermen, golden invoerbeperkingen, waarbij de invoerder een heffing betaalde. Omgekeerd betaalde de EEG aan de landbouwers exportrestituties, ofwel het verschil tussen de Europese prijs en de soms lagere wereldmarktprijs. Midden de jaren 60 waren de Europese winkelrekken goed gevuld. Dankzij de toenemende modernisering en schaalvergroting was de Europese landbouw zo goed als zelfvoorzienend. De beoogde voedselzekerheid was bereikt. Alleen de doelstelling om een redelijk inkomen voor de landbouwer te voorzien, hinkte achterop. De toenmalige Europese Commissaris voor Landbouw Sicco Mansholt wou de kleinschalige en familiale bedrijfjes rendabel maken. Dit resulteerde in 1972 in een tweede pijler van het GLB (het latere plattelandsbeleid). Hiermee zorgde Europa voor financiële steun om achtergestelde bedrijven en regio’s te moderniseren. 1970-1980 Slachtoffer van eigen succes De schaarste van de oorlogsjaren maakte al snel plaats voor overproductie. Door het gebruik van kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en uitgekiend veevoeder gingen plant en dier steeds beter presteren. De overschotten worden opgeslagen: het is de tijd van de melkplassen en boterbergen. Onder druk van de stijgende uitgaven en kritiek van de Europese belastingbetaler stuurde Europa haar beleid bij. Ze voerde quota in zoals bijvoorbeeld in 1984 de melkquota (die gelden tot 2015). Boeren mochten niet meer produceren dan vooraf afgesproken, anders volgde een boete onder de vorm van een superheffing. 1992 Van marktsteun naar productsteun De prijzen van de landbouwproducten lagen op de Europese markt aanzienlijk hoger dan op de wereldmarkt. Onder druk van een toenemende globalisering en vrijhandel was dit niet langer houdbaar. Toenmalig landbouwcommissaris Ray Mc Sharry lanceerde een verdere hervorming. De interventieprijzen werden verlaagd en de landbouwprijzen evolueerden geleidelijk richting die van de wereldmarkt. Om de verliezen voor de boeren te compenseren, kregen ze nu directe inkomstensteun. Deze hervormingen luidden een nieuwe manier van subsidiëren in. Die hectarepremies werden gekoppeld aan bepaalde gewassen of types veeteelt. / 31 SICCO MANSHOLT De Nederlandse landbouwer en politicus Sicco Mansholt was de vader van het Europees landbouwbeleid. Hij verdedigde de pijlers van gegarandeerde prijzen en gemeenschappelijke financiering in een reeks marathononderhandelingen. Mansholt was ver voor op zijn tijd en waarschuwde al in 1968 voor overschotten. Hij drong aan om de landbouw te moderniseren en efficiënter te maken. 32 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context VOEDSELCONSUMPTIE Medio jaren 90 Een gemiddeld Belgisch gezin spen- Daar werd voor het eerst het principe van duurzame ontwikkeling gelan- deert vandaag 13 procent van het inkomen aan voedsel, tegenover 30 procent vijftig jaar geleden. Deze verlaging is het gevolg van gestegen inkomsten, maar is eveneens te danken aan de hogere efficiëntie en concurrentiekracht van landbouwers. Nadeel is dat we de beschikbaarheid van betaalbaar kwaliteitsvoedsel als evident ervaren, precies omdat het geen grote hap uit ons budget meer vergt. Nochtans is en blijft voedsel een primaire behoefte. Er is onmiskenbaar ook een tegenbeweging aan zet, die authenticiteit, oorsprong en ambachtelijkheid hoog Kwaliteit primeert De hervormingen vielen ook samen met de wereldmilieuconferentie in Rio. ceerd. De landbouw lag regelmatig onder vuur door het (veelvuldig) gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, door mestoverschotten en door het eenzijdig gebruik van het platteland. Het GLB kreeg meer aandacht voor natuur en leefmilieu. In de jaren 1990 volgde de ene voedselcrisis de andere op. De gekkekoeienziekte, de varkenspest en de dioxinecrisis hakten genadeloos in op de landbouw. Miljoenen dieren werden vernietigd en er werden massaal producten uit de rekken genomen. Consumenten en afzetmarkten verloren hun vertrouwen, boeren hun inkomen. In 2002 zag de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid het licht. Naast oormerken en een paspoort per dier moesten vele controles en lastenboeken opvolging mogelijk maken. Traceerbaarheid werd cruciaal. Het GLB richtte zich meer op voedselkwaliteit. Het beleid introduceerde eveneens maatregelen die investeringen ondersteunden in marketing, opleiding en verbeterde productverwerking, onder meer om traditioneel en regionaal voedsel te beschermen. Ook de eerste in het vaandel draagt en verspilling wil Europese wetgeving rond biologische landbouw was een feit. tegengaan. Dit uit zich in diverse bot- 2000 tom-up initiatieven zoals zelfpluktuinen, community supported agriculture (CSA) en sharing food-sites. Ook het succes van hoeveverkoop kadert binnen deze tendens. Meer info vind je op www.csa-netwerk.be, www.thuisafgehaald.be, www.100procentwest-vlaams.be en www.rechtvanbijdeboer.be. Platteland in zicht! Met Agenda 2000 zorgde een nieuwe hervorming ervoor dat plattelandsontwikkeling echt als tweede pijler van het beleid uitgewerkt werd, met meer inspraak voor de regio’s. Het GLB voorzag ook steun voor landbouwers die oog hebben voor biodiversiteit, agrarisch erfgoed of natuur- en landschapszorg. Om de maatschappelijke waardering voor landbouw te verhogen, stimuleert het GLB hun bedrijf open te stellen aan de hand van verbredingsactiviteiten. Boeren kregen steun voor het ontvangen van bezoekers, het organiseren van hoeveverkoop of het inrichten van gastenverblijven. Maar er was ook de bekommernis voor een leefbaar platteland. Bruisende landelijke dorpen konden plattelandsvlucht tegengaan. Bron: - Belgisch gezin besteedt 13,2 procent van budget aan voeding. VILT 8 oktober 2013, www.vilt.be Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+ / 33 PLATTELANDSONTWIKKELING Vandaag is twee derde van de Europese landbouwers ouder dan 55 jaar. Een volgende generatie warm maken, is essentieel. Zo niet, dreigt het gevaar dat het platteland leegloopt, de rurale bevolking vergrijst en de landbouwsector zelf wegdeemstert. Het GLB moedigt in haar beleid jonge mensen aan om landbouwactiviteiten op te starten. Ruimer wil Europa het ondernemerschap stimuleren om te produceren in functie van marktsignalen. Hoe ze dat doen, bepalen de boeren zelf. Het hoeft zelfs niet rechtstreeks gelinkt te zijn met landbouw, ook lokale initiatieven om het dorpsleven aan te wakkeren, komen in aanmerking voor steun. Zo voorziet Europa in een leefbaar platteland waar het goed toeven is voor boeren, bewoners en recreanten. 2003 Subsidies en productie voortaan losgekopppeld 2004-2007 Welkom, wereld! De uitbreiding van de Europese Unie naar Centraal- en Met een mid term review werd definitief afgestapt van Oost-Europa stelde het GLB voor de grootste uitdaging het oude principe “hoe meer productie, hoe meer steun sinds haar ontstaan in 1962. De twaalf nieuwkomers de boeren krijgen”. De inkomenssteun – de financiële hadden immers een landbouwstructuur die sterk ver- vergoeding die een landbouwer één keer per jaar ontving schilde van die van de West- en Zuid-Europese landen. – stond voortaan volledig los van wat hij produceerde. Om Na de toetreding in 2004 verdubbelde het landbouware- in aanmerking te komen, moest hij wel voldoen aan een aal en het aantal landbouwers in de Europese Unie. Ook aantal randvoorwaarden op het vlak van natuur, milieu, de productiviteit en de landbouwprijzen lagen een stuk dierenwelzijn en voedselveiligheid. lager. Om de integratie te doen slagen, moesten de on- Voor de Europese boeren werd het begrip duurzaamheid dersteuningsmaatregelen nu volledig herdacht worden. plots heel concreet. Ook het systeem van interventieprij- Met 27 lidstaten en 500 miljoen inwoners veranderde de zen werd afgebouwd zodat landbouwers meer markt- Europese landbouw en het rurale landschap volledig. gericht konden produceren en hun concurrentiepositie De Europese Unie werd intussen de grootste importeur verbeteren. van producten uit landen in ontwikkeling. Ze gaf vrije markttoegang tot alle minst ontwikkelde landen. Meer lezen over de Noord-Zuidverhouding kan op pagina 41. 34 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context EUROPESE DIVERSITEIT Quid na 2013? Vergroening en verjonging troef Van 2014 tot 2020 reikt het nieuwe financiële meerjarenplan voor alle EUuitgaven. Met de daaraan gekoppelde nieuwe hervormingen van het GLB wil Van korte groeiperioden in het bijna Europa de economische en ecologische slagkracht van de landbouwsec- Arctische noorden tot waterschaars- tor versterken, innovatie bevorderen, de klimaatverandering bestrijden en te in het subtropische zuiden… werkgelegenheid en groei op het platteland ondersteunen. De klimatologische omstandig- Concreet zal dit zich vertalen in meer ruimte voor jonge boeren om te on- heden of geografische situatie zijn dernemen, een Europabrede hectarebetaling (inkomstensteun op basis van sinds de uitbreiding van de EU sterk je landbouwareaal) en de afschaffing van productiebeperkende regelin- verschillend. Het is niet evident om gen zoals melkquota (in 2015) en de suikerquota (in 2017). een volwaardig inkomen te halen De hectarebetaling of directe steun zal voor 30 procent gekoppeld zijn aan uit landbouw in droge, afgelegen of vergroeningsmaatregelen: landschappelijke diensten die de markt niet bergachtige gebieden. Het GLB evo- vergoed. Europa wil zo verzekeren dat landbouwers instaan voor blijvend lueert niet alleen in functie van de grasland, gewasdiversiteit en het inrichten van ecologisch focusgebied (zo- veranderende behoeften van onze als hagen, bufferstroken en bomenrijen die erosie tegengaan). Daarnaast samenleving maar ook in die van ligt, met Kroatië, een verdere uitbreiding van de Europese Unie in het ver- het wijzigende plattelandsleven, zo- schiet. dat ook streken met natuurlijke belemmeringen er wel bij varen. Bronnen: - Mijlpalen in het GLB. ec.europa.eu - Goed geboerd. Een portie landbouw op je bord, 2012, p 5-25, www.vlaanderen.be/publicaties - ABS: “Vergroeningsmaatregelen blijven bittere pil”. VILT 26 juni 2013, www.vilt.be Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+ / 35 zes x dierenwelzijn Dierenwelzijn is geen statisch fenomeen. Het is een wisselwerking met de consument die steeds hogere eisen stelt aan de vleesproductie. Deze informele bezorgdheden vinden in samenwerking met onderzoekers en landbouwers hun realisatie en worden geformaliseerd in Europese wetgeving. Volières De huisvesting van 2 leghennen (ofwel kippen die eieren leggen) is er sinds 2012 behoorlijk op vooruitgegaan. De meeste hennen zitten in een verrijkte kooi. Die is hoger en ruimer dan de vroegere kooien, heeft een zitstok en een bijkomende nestruimte. Er is ook nog een nestbakje waar één kip tegelijk in kan. Deze verbeteringen moeten ervoor zorgen dat de hen haar natuurlijk gedrag kan blijven 1 Koeborstels en -matras vertonen en bijvoorbeeld even kan scharrelen. In deze verrijkte kooien zitten gemiddeld 3 tot 5 leghennen. Sommige boeren houden hun In de stal schurken de koeien met zichtbaar genoegen tegen deze grote, leghennen in volières of met langzaam draaiende borstels aan. De koeborstels verzachten eventuele vrije uitloop. Dan hebben de jeuk, geven de vacht van de koeien een weldadige borstelbeurt en dragen zo dieren nog meer bewegingsvrij- bij tot een gezonde en tevreden veestapel. Om goed te renderen, wil een koe heid. Deze investeringen kosten - net als wij - ook op tijd even pauzeren. Als ze hierbij niet comfortabel kan natuurlijk een pak meer en wor- liggen, zal ze na het eten en melken blijven rondlummelen. Dat kost energie den deels doorgerekend aan de en zal ook een nadelig effect hebben op de productie. consument. Je betaalt je eieren Heel wat veehouders installeren koematrassen zodat koeien optimaal dan wat duurder, maar je draagt kunnen uitrusten. Andere melkveehouders kiezen voor een ingestrooide actief je ‘eitje’ bij in het dieren- stal (potstal) waar de koe, als vanouds, in het stro haar siësta kan hou- welzijnverhaal. den. Er zijn tegenwoordig zelfs heuse waterbedden voor extra comfort. 36 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context Schuilhok of schaduw in de wei? Je hoort het wel eens vaker in het nieuws: dieren die in barre winteromstandigheden 3 geen beschutting vinden op de wei. Het gaat dan vaak om hobbydieren zoals paarden. De meeste professionele veehouders hebben hun dieren in die periode van het jaar al lang op stal. Daarom veroorzaakt een hittegolf veel meer problemen in de landbouw. Op het platteland is immers steeds minder schaduw beschikbaar omdat houtkanten, bomenrijen en knotwilgen schaarser zijn. Een schuilhok kan een oplossing bieden maar natuurlijke methoden van vroeger zoals houtkanten zijn zeker ook een volwaardig alternatief. Bovendien hebben die nog andere voordelen, omdat ze bijvoorbeeld bijdragen aan de biodiversiteit en dus duurzaamheid van ons platteland. Verbod op biggencastratie 4 Het vlees van mannelijke varkens (ook wel beren ge- 2018 verboden. Momenteel is de var- noemd) kan bij het bakken een onaangename geur kenshouderij op zoek naar alterna- bevatten. Om te voorkomen dat de consument dit tieven, zoals de dieren intact laten en varkensvlees niet langer zou lusten, zien boeren zich berengeur opsporen aan de slachtlijn of vac- op vraag van de slachthuizen en/of afnemers genood- cinatie tegen berengeur. Het blijft nog even wachten zaakt om die mannelijke biggen op zeer jonge leeftijd welke diervriendelijke methode logistiek en econo- te castreren. Die onverdoofde biggencastratie is vanaf misch haalbaar blijkt. Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+ 5 6 Groepshuisvesting Weidegang Zeugen (of moederdieren op de varkens- Blij op de wei. Zo lijkt het toch als je die rustige koeien boerderij) die in groep rondlopen, krijgen ziet grazen in het groen. Je wordt er als wandelaar of meer beweging, een beter ligcomfort en meer fietser zowaar zelf een beetje vrolijk van, maar ook de natuurlijke sociale interactie. Vanaf 2013 mogen die zeu- veetelers zelf zien hun beestjes nog eens graag in de wei gen niet meer in individuele hokken zitten als ze min- vertoeven. Dat is goed voor hun poten en hun hele ge- stens 4 weken drachtig (zwanger) zijn. stel. De koeien vertonen natuurlijk gedrag en ook daar Deze Europese vereiste vergde heel wat inspanningen is best iets voor te zeggen. Maar er zijn eveneens te- van onze Vlaamse varkenshouders. Ze moesten investe- genargumenten. Koeien die buiten grazen, kunnen hun ren in nieuwe stallen of renovatie van bestaande hokken. uitgebalanceerd voedingspatroon niet langer volgen, wat Deze ‘bouwwoede’ van nieuwe varkensstallen in onze tot gezondheidsproblemen kan leiden. Heeft de boer een provincie zien buren en voorbijgangers vaak als ‘nog melkrobot, dan gaan de koeien spontaan een twee- tot maar eens een uitbreiding’, terwijl de landbouwers hier drietal keer naar de machine om gemolken te worden. enkel willen voldoen aan de Europese wetgeving om var- Maar als ze op de wei staan, hebben ze daar vaak minder kens een beter comfort te bieden. zin in. Zo raken ze wat ontregeld. En de mest die anders Zelf een varkensboerderij met groepshuisvesting zien? in de stallen in roosters verdwijnt, valt nu geconcentreerd Dat kan vrij toegankelijk bij Wim Haeck, kruising op weiden waardoor er die percelen een te hoog nitraat- Driekavenstraat met Ricksteenweg in Zwevezele. concentratie kunnen hebben. Zo zie je maar dat duurzaamheid niet altijd even eenduidig en zichtbaar is… Bronnen: - Varkenscastratie definitief verboden vanaf 2018. VILT 4 oktober 2013, www.vilt.be - Interview Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw Provincie West-Vlaanderen / 37 38 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context Europese landbouwstructuur en handelsbeleid Europese landbouwsector in kaart Meer dan 77 procent van het EU-grondgebied bestaat Hoewel Europa een amalgaam aan soorten landbouw uit platteland: 47 procent landbouwgrond en 30% bos- telt, gaat het vaak om familiale bedrijven die van de ene sen. Ongeveer de helft van de bevolking woont in ruraal op de andere generatie worden doorgegeven. gebied. Er werken 12 miljoen mensen fulltime in land- De 15 miljoen landbouwbedrijven en daaraan gekop- bouwbedrijven met een gemiddelde bedrijfsoppervlakte pelde levensmiddelenondernemingen zijn goed voor 46 van 15 hectare. Ter vergelijking: in de VS zijn er nauwe- miljoen banen. lijks 2 miljoen boeren met gemiddeld 180 hectare. Gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft prijskaartje Beleidsdomeinen zoals onderwijs of gezondheidszorg ooit was 72 procent in 1984, sindsdien is dat percentage zijn grotendeels door de lidstaten zelf gereguleerd en be- voortdurend gedaald. kostigd. Van deze en veel andere beleidsdomeinen vind je geen of nauwelijks een spoor van terug in de Europese Vandaag bedragen de jaarlijkse uitgaven voor zowel land- begroting. Voor de landbouw is dit een ander verhaal. bouw als plattelandsontwikkeling samen zo’n 55 miljard euro, bijna 40 procent van de totale EU-begroting. Dit is Als enig echt gemeenschappelijk beleid wordt land- zowel een gevolg van de uitbreiding van de taken van de bouw gefinancierd via de Europese jaarbegroting. De lid- EU als van de kostenbesparende hervormingen. Sinds staten hoeven dus zelf niets bij te leggen. Bij lancering 2004 heeft de Unie 12 nieuwe lidstaten verwelkomd zon- ruim 50 jaar geleden was het GLB de grootste slokkop der stijging van de landbouwuitgaven. van het beperkte Europese budget. Het grootste aandeel Evolutie van GLB-uitgaven 1980-2010 Bronnen: - Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap - Landbouwbudget EU daalt met 13 procent tegenover 2007-2013, VILT 23 juli 2013, www.vilt.be - Hoeveel geld gaat er naar landbouwbeleid EU en waarom? VILT 5 juli 2013, www.vilt.be Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+ Met haar beleid streeft Europa 3 doelstellingen na: veilig en betaalbaar voedsel voor de consument, een duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen en een evenwichtige ontwikkeling van de landelijke gebieden in Europa. Hiervoor draagt elke EU-burger 30 cent per dag bij. Ter vergelijking: onze autotaks bedraagt gemiddeld 1 euro per dag. Alles bij elkaar kost het totale GLB minder dan één procent van de totale overheidsuitgaven van alle EU-landen samen. Het totale budget voor het landbouwbeleid 2014-2020 is vastgelegd op 363 miljard euro. Dat is 13 procent lager dan het budget voor 2007-2013. Verdeelsleutel voor de boer Via het GLB krijgen landbouwers inkomstensteun voor zover ze zich houden aan strenge eisen inzake voedselveiligheid, milieu, diergezondheid en dierenwelzijn. Europa trekt hiervoor 70 procent van haar landbouwbegroting uit. Het tweede soort maatregelen is marktondersteuning, wanneer bijvoorbeeld slecht weer de markt destabiliseert. Voor deze betalingen is minder dan 10 procent van het Europees budget voorzien. Het derde pakket, plattelandsontwikkeling, helpt boeren bij de modernisering van hun bedrijf en ondersteunt hun ecologische en landschappelijke activiteiten. Dit is goed voor circa 20 procent van de totale GLB-begroting. Maar ook initiatieven die de plattelandsgemeenschap ondersteu- Globalisering van de landbouwmarkten In tegenstelling tot landen zoals de Verenigde Staten die vooral het eindproduct controleren, wil Europa ook haar zeg doen over het productieproces. Europese boeren moeten aspecten als dierenwelzijn, ggo’s en milieu mee in rekening brengen vooraleer ze hun producten mogen afzetten. Een paar decennia terug waren het vooral de Europese quota die bepaalden wat boeren produceerden. Onder druk van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) staat tegenwoordig de vrije markt voorop. De WTO wil elke handelsbelemmering wegwerken, ook die in de landbouw. Anderzijds is de vraag en het aanbod naar landbouwproducten inelastisch. Dat betekent dat bij een kleine stijging of daling van vraag of aanbod je meteen grote prijsschommelingen hebt. Speculaties op de voedselmarkten werken die schommelingen nog in de hand. De (wereld) marktgestuurde landbouw en haar inelastisch karakter leiden bijgevolg tot een grote prijsschommeling van de landbouwproducten zelf en de toelevering. Tegenwoordig vormen non-tarifaire handelsbelemmeringen (los van de prijs) steeds vaker een achterpoortje. Denk maar aan China en Rusland die plots Belgisch vlees of fruit weigeren in te voeren omwille van – niet altijd even transparante – sanitaire redenen. Dat heeft vaak grote gevolgen voor onze (West-)Vlaamse landbouw. nen, los van de landbouw, kunnen daarvan gebruik maken. EU-budget voor landbouw voor de periode 2014-2020 Budget pijler I (directe inkomenssteun aan landbouwers) 2014-2020 278 miljard euro Budget pijler II (plattelandsontwikkeling) 2014-2020 85 miljard euro Totaal budget 2014-2020 363 miljard euro Bronnen: - Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap - Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de landbouw in Europa. Veel gestelde vragen. Memo Europese Commissie 26 juni 2013 - Samen zorgen voor onze roots, ec.europa.eu/agriculture/cap-for-our-roots / 39 40 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context Stimuleren van zelfredzaamheid Vlaamse productie: niet meer, maar anders De globalisering van de wereldeconomie, waarbij voeding De Vlaamse landbouw produceert voor meer dan 90 steeds meer als louter handelswaar beschouwd wordt, procent voor de Europese markt en voedingsindustrie. heeft de voormalige bescherming van het GLB doen af- Daarvan gaat het grootste deel naar Centraal- en West- brokkelen. Hierdoor is de Europese en dus ook Vlaamse Europa. Die markten hebben de komende jaren niet met- boer kwestbaarder geworden. een nood aan grotere volumes, maar wel aan productin- Maar het GLB biedt ook veiligheidsmechanismen of novatie. vangnetten om te voorkomen dat economische, gezond- Wat de hulpbronnen betreft, ligt de zaak helemaal an- heids- of weersproblemen een volledige branche uit- ders. Voor belangrijke grondstoffen zoals veevoeders schakelen. De laatste hervorming van 2013 heeft deze en energie is zij vooralsnog afhankelijk van import, dus instrumenten gemoderniseerd. Omdat er steeds meer van de wereldmarkt. Die wereldmarkt is in volle evolu- en heviger crisissituaties waren, is een krachtdadiger tie. Denken we maar aan de verwachting dat tegen 2050 noodmechanisme in het leven geroepen. het vleesverbruik zou verdubbelen. Dat biedt dan weer Europa steunt voortaan ook boeren om onderlinge fond- nieuwe kansen. sen en verzekeringsmodules uit te werken en om lid te worden van overkoepelende brancheverenigingen. Dat moet boeren in staat stellen om beter te anticiperen en te reageren op marktwispelturigheden en crisissen. Discussiethema’s WAAROM GEEFT EUROPA RECHTSTREEKSE INKOMSTENSTEUN AAN DE BOEREN? WAAROM ONTVANGEN BOEREN STEUN IN PERIODE VAN HOGE VOEDSELPRIJZEN? Rechtstreekse betalingen dragen bij tot een bepaalde Wat de boer voor zijn product krijgt, is maar een fractie inkomensstabiliteit van landbouwers en zorgen ervoor van wat de consument ervoor betaalt. Neem nu brood. dat de landbouw in de Europese Unie blijft bestaan. Het Het graan maakt slechts 5 procent uit van de broodprijs. beschermt de bedrijven vooral tegen al te grote prijs- Als de consument dus een hogere prijs voor zijn brood schommelingen. Gemiddeld 30 procent van het inkomen moet betalen, betekent dat niet meteen dat ook het inko- van een landbouwer komt uit die rechtstreekse Europese men van de boer stijgt. Bovendien stijgen de productie- betalingen. Bovendien kan Europa op die manier de boe- kosten voor de landbouwers. Zo is hun energierekening ren belonen voor hun werk dat ze niet in zijn prijs kun- de afgelopen jaren met 223 procent gestegen en de prijs nen doorrekenen, zoals bijvoorbeeld extra inspannin- voor meststoffen met 163 procent terwijl de landbouw- gen voor voedselveiligheid, dierenwelzijn, biodiversiteit, prijzen gemiddeld slechts 50 procent toenamen. bodemkwaliteit en milieu. Zo kunnen ze de concurrentie Meer weten? Check de EU-campagne Samen zorgen aangaan met niet-Europese landbouwers die produceren voor onze roots op http://ec.europa.eu/agriculture/cap- onder minder strenge productievoorwaarden, zoals on- for-our-roots/index_nl.htm der meer in de Verenigde Staten, Argentinië of Brazilië. Bronnen: - Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de landbouw in Europa. Veel gestelde vragen. Memo Europese Commissie 26 juni 2013 - Het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013. Uw mening telt! Publiek debat. Samenvatting van de bijdragen. - Hoeveel geld gaat er naar landbouwbeleid EU en waarom? VILT 5 juli 2013, www.vilt.be Vlaamse landbouw in een Europese context / Boer in Beeld+ / 41 Noord-Zuidverhouding Het GLB en de internationale handel De Europese Unie heeft de afgelopen twintig jaar heel teren. Ongeveer een derde van de export van landen in wat inspanningen geleverd om haar markt toegankelij- ontwikkeling komt in de Europese Unie terecht. ker te maken. Ruim twee derde van de ingevoerde land- Omgekeerd gaf Europa twintig jaar geleden nog bijna bouwproducten haalt ze in landen in ontwikkeling. Dat 10 miljard euro per jaar uit aan exportsubsidies. In 2011 is meer dan de VS, Australië, Japan, Canada en Nieuw- was dat slechts 160 miljoen euro. Die exportsubsidies Zeeland samen! Alleen al uit Afrika importeert de Euro- hebben bovendien niet echt meer betrekking op landen in pese Unie voor meer dan 12 miljard euro. ontwikkeling maar vooral op het Middellandse Zeegebied Dankzij bilaterale overeenkomsten gelden er lage invoertarieven en de 50 armste landen kunnen zelfs helemaal zonder invoerrechten onbeperkt naar de EU expor- en de rest van Europa. Er is trouwens afgesproken om vanaf 2014 het mechanisme van exportsubsidies slechts in uitzonderlijke omstandigheden in te zetten. 42 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in een Europese context PROFESSOR OLIVIER DE SCHUTTER De wereldvoedselproblematiek VNRAPPORTEUR VOOR HET RECHT OP VOEDSEL De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) meldde Decennia lang werden Zuiderse land- lokale, regionale markt kunnen afzetten, beperken tussenschakels en over- bouwmarkten overspoeld met goedkoop voedsel door overproductie in het rijke Noorden. Voor de arme stedelingen was dit een zegen, maar voor de lokale boeren betekende dit een niet te winnen concurrentiestrijd. Doordat goedkoop voedsel voorhanden was, investeerden lokale overheden nauwe- in 2009 dat het aantal hongerlijders tot het trieste record van 1,02 miljard opliep. Van hen is 70 procent zelf boer. De wereld produceert voldoende voedsel om 9 tot 12 miljard mensen te voeden en toch sterven elke dag mensen van de honger. Het is dus veeleer een probleem van verdeling dan van productie. Hiervoor zijn verschillende oorzaken, zoals oneerlijke concurrentie, hoge voedselprijzen, economische crisis, globalisering en dumping. Oplossingen zijn niet eenvoudig, maar de aanknopingspunten zijn inmiddels bekend. De lokale handel stimuleren is er één van. Boeren die hun voedsel op de bodige voedselkilometers. Ze krijgen een eerlijke prijs voor hun werk op voorwaarde dat het internationaal handelsbeleid een zekere bescherming van die lokale markten toelaat. Dat is per slot van rekening wat Europa na de Tweede Wereldoorlog ook met succes gedaan heeft. De wereldvoedselproblematiek heeft dus niet alleen een sociale, maar ook een ecologische en economische kant. Een voedselcrisis is meer dan enkel productie en prijzen. Ook globalisering, mensenrechten, politieke instabiliteit en de Noord-Zuidverdeling dragen bij tot de huidige situatie. lijks in eigen landbouw. Nu de voedseloverschotten min of meer weggewerkt zijn, komt dit pijnpunt boven. Noord verschilt niet zoveel van Zuid Het is essentieel om de productie- De landbouw in het Noorden kent eenzelfde problematiek als die in het Zui- capaciteit en -efficiëntie van de Zuiderse den. Een correcte prijsvorming en afzet is ook voor onze Vlaamse boeren boeren op te drijven. Om de prijs- niet zo evident. Alleen de schaal en de context verschillen. Het idee om ook schommelingen op de wereldmarkt te onze boeren niet te vergeten en zoveel mogelijk lokaal te eten, betekent niet beperken, zouden voedselreserves aan- dat de Zuiderse boeren erop achteruitgaan. Misschien wel integendeel! Vol- gelegd kunnen worden. gens Vredeseilanden hebben de boerenfamilies in het Zuiden de sleutel voor Bij lage prijzen kan een land een voed- de toekomst. Twee derde van mensen die honger lijden, leeft in een boeren- selvoorraad (enkel droge producten familie. Als zij een inkomen verdienen met duurzame landbouw werken ze zoals graan en rijst) aanleggen om die zichzelf uit de armoede, voeden ze een groot deel van de wereld en verlich- bij hoge prijzen te verkopen, zodat ten ze de druk op de planeet. Daarom is het zo belangrijk ook hen te helpen prijsschommelingen eerder beperkt om een duurzaam product op de markt te brengen en er een faire prijs voor blijven. te krijgen. Lees meer op www.vredeseilanden.be of www.111111.be Bronnen: - Food Rock. Een duurzame maaltijd voor wereldsterren, 2009, p 6-7 - Vredeseilanden. Campagne De vraag van 9 miljard, 2013, www.vredeseilanden.be Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ Vlaamse landbouw - in - duurzame ontwikkeling / 43 44 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling Hoe duurzaam is de Vlaamse landbouw? Van stille lente naar nieuwe geluiden Duurzame ontwikkeling… Voor velen blijft het een con- bij: proces of de transitieperiode die nodig is om te groeien. In veel publicaties krijgen deze pijlers gelijkwaardig en gelijktijdig de aandacht. kwetsbaar. Het is nochtans niet nieuw. Duurzaamheidspijlers in de landbouw Sinds de eerste klokkenluiders - Rachel Carson in 1962 Er was ook in Vlaanderen een dialoog over duurzame land- met Silent Spring en de Club van Rome met The limits to bouw op gang gekomen. Concreet ging het om een eco- growth in 1972 - is het belang van duurzaamheid alleen logisch verantwoorde, economisch leefbare en sociaal maar toegenomen. Duurzame ontwikkeling is het kern- gedragen landbouw. Dit impliceerde een aantal richting- begrip in het rapport Our Common Future, dat in 1987 gevende principes voor elk van de drie duurzaamheidpijlers. tainerbegrip dat zich makkelijk nestelt in missieverklaringen en beleidsnota’s. Alomtegenwoordig, maar ook werd uitgebracht door de VN-commissie Brundtland. Daarin omschrijft de commissie het begrip als “de ont- Ecologische dimensie van duurzame landbouw wikkeling die aansluit op de behoeften van het heden Duurzame landbouwsystemen minimaliseren hun ne- zonder het vermogen van toekomstige generaties om in gatieve milieu-impact minstens tot op een niveau dat hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”. de draagkracht van de ecosystemen niet overschrijdt. Met het Biodiversiteitsverdrag in 1992 spraken de lidstaten Werken aan de hoogst mogelijke eco-efficiëntie vormt af om een nieuw beleid te voeren rond milieu en ontwikke- hierbij een belangrijk onderdeel. Maar duurzaam onder- ling. Sindsdien is duurzame ontwikkeling geïntegreerd in nemen gaat veel verder dan het vermijden van schade. alle EU-beleidsdomeinen, dus ook in landbouw. Een ecologisch optimaal landbouwsysteem sluit (nutri- Boeren kregen nieuwe verplichtingen om collectieve ënten)kringlopen maximaal en zorgt voor de beste bo- goederen te leveren: een goed onderhouden platteland, dem-, water- en luchtcondities. Het gaat om positieve een rijke biodiversiteit, verantwoord gebruik van na- bijdragen aan het milieu, als dienst aan de maatschappij. tuurlijke hulpbronnen en behoud van culturele locaties We spreken over groene diensten zoals biodiversiteit, na- en objecten. Omdat landbouwers de kosten hiervan niet tuur en landschap en blauwe diensten als waterbeheer. kunnen doorrekenen in hun prijzen, biedt de Europese Of hoe landbouwers dus “landschapbouwers” worden… Unie inkomenssteun. Lees het verhaal van Andy Dewitte op pagina 27. Triple bottom line, een werkbaar begrip? Sociale dimensie van duurzame landbouw Duurzame ontwikkeling impliceert een optimale balans tussen economische, ecologische en sociale aspecten, ook wel de triple bottom line “people, planet and profit” genoemd. Soms komt daar nog een vierde element Een eerste aspect van sociale duurzaamheid heeft betrekking op de sociale normen en waarden van de landbouwers zelf. Denk maar aan een voldoende inkomen, rechtszekerheid, een aanvaardbare werkdruk en een dragelijke administratieve last. Daarnaast is er het sociaal kapitaal: de netwerken en relaties tussen mensen die de sociale samenhang ver- Bronnen: - .Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, p 1-20, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap - Beleidsnota Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid. Vlaams Parlement. Kris Peeters 2009-2014 - Erven van de toekomst. Over duurzame landbouw in Vlaanderen, 2006, p 15-19 Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ sterkt en bijgevolg ook de stabiliteit van (plattelands) gemeenschappen. Dit sociaal kapitaal resulteert in een / 45 Vlaams verhaal maatschappelijk draagvlak voor landbouw, dat verder In 2001 stelden Dirk Reheul, Erik Mathijs en Joris Re- gaat dan louter acceptatie. laes een visietekst op over de toekomst van de Vlaamse landbouw. Het was een van de eerste teksten waarin as- Economische dimensie van duurzame landbouw pecten van duurzaamheid voor landbouw in Vlaanderen Een bedrijf is economisch duurzaam als het streeft naar op papier werden gezet. Het beschrijft dat er een maat- een maximale meerwaardecreatie. Om hierbij concur- schappelijk aanvaard draagvlak moet zijn voor land- rentieel te zijn, moeten de ingezette productiefactoren, bouwactiviteiten. De waardering die landbouw vanuit de zijnde arbeid en vermogen, voldoende vergoed worden. samenleving krijgt, is – volgens het document – recht Die meerwaardecreatie kan door de productiekosten te evenredig met de mate waarin landbouw een antwoord verlagen of de opbrengsten te verhogen. Mogelijke stra- formuleert op maatschappelijke vragen. tegieën hiervoor zijn productdifferentiatie, verticale in- Hoewel de tekst heftige positieve en negatieve reacties tegratie (ketenbenadering), functieverbreding, schaal- uitlokte, vormde ze de basis voor verder onderzoek. In vergroting of innovatie. 2002 werd het Steunpunt Duurzame Landbouw (Stedula) opgericht om aan de hand van modellen uit te zoeken wat duurzaamheid concreet betekende voor de Vlaamse landbouwbedrijven. Bronnen: - Duurzame landbouw: een proces van leren. ILVO mededeling nr. 124, januari 2013, p 7-9, 31-34, www.ilvo.vlaanderen.be - Erven van de toekomst. Over duurzame landbouw in Vlaanderen, 2006, p 15-19 46 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling DE STER IN DE PRAKTIJK De opbouw van de Ster had twee voordelen. Aan de hand van drie pijlers en tien thema’s maakte ze duidelijk waar duurzaamheid in de landbouw over gaat en liet ook toe om er afzonderlijke items of indicatoren uit te halen. Het was dus zowel een holistisch als flexibel instrument. De context waarin dit onderzoekstraject tot stand kwam, verschilt sterk met die van nu. De vraag naar De ster aan het landbouwfirmament De opdracht van Stedula was concrete inhoud te geven aan het streven naar duurzame landbouw, en dit op wetenschappelijke basis. Stedula vertrok vanuit beschikbare indicatoren in de literatuur en vulde die gaandeweg aan met eigen fundamenteel onderzoek. Stakeholders zoals experts, beleidsmedewerkers, landbouwers, adviseurs, landbouworganisaties en specifieke instellingen zoals banken en Syntra werden samengebracht voor participatief onderzoek. Om de verschillende indicatoren van duurzaamheid in één instrument te gieten, opteerde Stedula voor een radardiagram, de zogenaamde Ster. Dit sterdiagram gaf duidelijk de sterke en zwakke punten van duurzaamheid weer en had een hoge communicatieve waarde. De landbouwers gaven aan bijgeleerd te hebben over hun bedrijf en de daaraan gekoppelde cijfers, over ideeën om bepaalde problemen aan te pakken en om bewuster om te springen met een aantal zaken. De Ster fungeerde met andere woorden als hulpmiddel in een leerproces. instrumenten inzake duurzaamheid is momenteel veel sterker aanwezig vanuit de praktijk van de landbouw zelf. De Duurzaamheidsster werd recent nog toegepast in een project rond het al dan niet beweiden, waarin bedrijven die hun koeien beweiden vergeleken werden met bedrijven die kun koeien permanent opstallen. Elke deelnemende landbouwer ontving achteraf een persoonlijk rapport met advies en kon hiermee dus concreet aan de slag. De Ster laat toe om op een weten- Duurzaamheidsster: de overzichtsster met 10 hoofdthema’s en legende voor interpretatie . schappelijke manier het begrip duurzaamheid heel concreet toe te passen op de Vlaamse landbouwbedrijven. Bron: - Duurzame landbouw: een proces van leren. ILVO mededeling nr. 124, januari 2013, p 7-9, 31-34, www.ilvo.vlaanderen.be Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ / 47 Duurzaam boeren in de praktijk Ontdek de grote en kleine verhalen van West-Vlaamse landbouwers die zich dagelijks inzetten voor duurzaam boeren op www.schoonboeren.be tien x Schoon boeren De landbouwers van nu staan voor heel wat uitdagin- waarin er schaarste is. Dat komt door de hoge bevol- gen om schoon oftewel duurzaam te boeren. Wetgeving kingsdichtheid in onze streek maar ook door de speci- maar ook heel vaak een eigen overtuiging dwingen hen fieke eisen aan water. Grondwater is ideaal om te drinken om antwoorden te vinden die bij hun bedrijf passen en maar bijzonder schaars. Regen- en oppervlaktewater is dus ook financieel haalbaar zijn. Uiteindelijk is de boer uiterst geschikt om de velden te irrigeren of het bedrijf slechts een eerste schakel in een lange keten vooraleer te reinigen. Zuiver water is dan weer nodig in serres om jij en ik als consument een finale prijs betaalt. ziektes te voorkomen. Kiezen we voor bewust en lokaal geteeld voedsel, dan Schone oplossingen: waterzuivering, hergebruik van re- belonen we de vele duurzame inspanningen die onze genwater, dieptedrainage… Vlaamse boeren leveren. Bodemkwaliteit Energie Een optimale, vruchtbare bodem is essentieel voor een Landbouw heeft heel wat energie nodig. Denk aan verwar- goede oogst. Die gebeurt vaak met zware machines die ming en verlichting in serres, ventilatie in stallen of kweek- de bodem zowel aan de oppervlakte als in de diepte sa- lampen. Maar energie is schaars en duur. Dat zet boeren mendrukken. Zo’n bijeen gedrukte, zuurstofarme bodem ertoe aan om creatief met energie om te springen, niet is geen goede basis om te boeren. Daarvoor heb je een alleen om het milieu te sparen, maar ook om hun bedrijf luchtige bodemstructuur nodig met veel bodemleven. rendabel te houden. Gelukkig zijn er heel wat mogelijkhe- Daarnaast zorgt, vooral in streken met veel reliëf, erosie den om zelf warmte en elektriciteit op te wekken. En nog er vaak voor dat veel kwaliteitsvolle bodem wegspoelt. goed nieuws, want sinds 2010 is de Vlaamse landbouw- Ook dat is een continue zorg. sector zelfs nettoproducent van elektriciteit geworden. Schone oplossingen: groenbedekkers, tractors met lage Schone oplossingen: zonnepanelen, warmtekrachtkop- drukbanden, stalmest, machines met gps-sturing… peling, biogasinstallaties… Je ontdekt meer hierover op www.prosensols.eu Meer info vind je op de energie-encyclopedie www.enerpedia.be Bemesting Zonder bemesting is productieve landbouw onmogelijk. Water Wanneer landbouwers te veel bemesten, spoelt een deel Zonder water geen landbouw. Hoewel het in onze con- van de meststoffen naar het grond- en oppervlaktewater, treien vaak met bakken uit de hemel valt, zijn er periodes waardoor de waterkwaliteit afneemt. Bovendien produ- 48 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling ceert de intensieve veeteelt vooral in West-Vlaanderen santen. Steeds meer mensen zoeken het platteland op een overschot aan mest. voor een vakantie of een daguitstap. Dat brengt nieuwe De opeenvolgende mestactieplannen zorgden al voor een uitdagingen en kansen met zich mee. drastische omslag en ook op de landbouwbedrijven zelf Landbouwbedrijven worden steeds groter en hebben po- is er een mentaliteitswijziging merkbaar. Boeren verwer- tentieel een grotere impact op de omgeving. Ook dat leidt ken de mestoverschotten of gebruiken ze als basis voor wel eens tot spanningen. De boer heeft alle belang bij energieproductie. een open relatie met zijn omgeving, letterlijk en figuur- Schone oplossingen: bemestingsadvies op maat, bodem- lijk. analyse, aangepast veevoeder, mestverwerking… Schone oplossingen: streekeigen beplanting, agrarische architectuur, natuurlijke materialen, open communicatie Gewasbescherming met de buurt… Boeren beschermen hun gewassen tegen ziektes (schimmels en bacteriën), plagen (insecten, wild) en onkruid. Lucht Sinds lang waren chemische gewasbeschermingsmid- De landbouwsector produceert verschillende emissies: delen het instrument bij uitstek in deze strijd. Maar te- ammoniak, geur, fijn stof en broeikasgassen. De voorbije genwoordig kiezen landbouwers voor meer duurzame twee decennia hebben de boeren zware inspanningen technieken. geleverd om de uitstoot te doen dalen en daar zijn ze ook Ze bestrijden onkruid mechanisch, gebruiken selectieve deels in geslaagd. Het blijft een aanzienlijke uitdaging middelen die gewasbeschadigers als bladluizen bestrij- voor de landbouw in het dichtbevolkte Vlaanderen. Het den en nuttige dieren zoals onzelieveheersbeestjes spa- bouwen van nieuwe stallen gaat verplicht gepaard met ren. Heel wat maatregelen die de sector toelaat om in een beperkte uitstoot van ammoniak, fijn stof en beheer- 2015 de wettelijke verplichting van geïntegreerde bestrij- sing van de geurhinder. ding te halen. Schone oplossingen: luchtwassers, overschakelen naar Schone oplossingen: schoffelen, onkruid afbranden, aantrek- efficiëntere en/of hernieuwbare brandstoffen, voeders ken van natuurlijke vijanden, waarschuwingssystemen… met een lage methaanemissie… Dierenwelzijn Biodiversiteit Voor veel landbouwers zijn dieren een bron van inkom- Nog niet eens zo lang geleden vormden onze eerder sten. Daarom alleen al hebben ze er alle belang bij om ze kleinschalige landbouwregio’s een veilige thuishaven goed te verzorgen. Gelukkige en gezonde dieren produ- voor tal van dieren. Ze vonden voedsel en beschutting in ceren veel eieren, vlees of melk en zorgen voor mooie na- hagen, houtkanten, poelen, bermen en bosranden. Con- komelingen. Dat vertaalt zich in ruime stallen, extra lig- sumentendruk en intensere activiteiten zorgden ervoor en zitcomfort en een uitgebalanceerd voederrantsoen. dat die kleine landschapselementen onder druk kwa- Schone oplossingen: open en lichtrijke stallen, ventila- men. Het platteland werd eentoniger en het landschap tie en verwarming, comfortabele boxen en matrassen, veel minder gevarieerd. Daar is de laatste jaren verande- speelgoed voor de dieren… ring in gekomen. Je leest meer over dierenwelzijn op pagina 35. Boeren zoeken opnieuw het natuurlijk evenwicht tussen landbouw en natuur. In sommige formules, zoals de be- Landschap In Vlaanderen is de open ruimte steeds schaarser. Het platteland is al lang niet meer van de boeren alleen. Zij moeten de ruimte delen met nieuwe bewoners en pas- heerovereenkomsten, ontvangen ze hiervoor een financieel duwtje in de rug. Schone oplossingen: landschapsbeheer, natuurbescherming, beheerovereenkomsten… Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ / 49 Maatschappelijke relatie Consumenten zoals u en ik weten vaak niet meer hoe onze voeding op ons bord geraakt. De boer is een onbekende schakel in de vaak lange weg die ons voedsel aflegt. Onbekend is nu eenmaal onbemind. Bovendien hebben enkele opeenvolgende voedselcrisissen ons, de consument, wakker geschud. Plots waren alle ogen weer op de producent, op de boer, gericht. We willen opnieuw weten wat hij doet en hoe hij aan onze verwachtingen tegemoetkomt. De recente culinaire revival zorgde ook voor meer respect voor onze voeding en de boer die het produceert. Een gezonde dialoog tussen boer en burger is dan ook cruciaal. Schone oplossingen: hoevewinkels, groentepakketten, boerenmarkten, bezoekboerderijen, hoevetoerisme, coöperatieven, zorgboerderijen… Je ontdekt het allemaal op www.onthaalopdeboerderij.be. Bron: - Schoon boeren. Duurzame landbouw in eigen streek, p 20-22, www.schoonboeren.be 50 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling Schoon boeren met Inagro Duurzame ontwikkeling is een veelomvattend begrip met zowel een economisch, ecologisch als sociaal aspect. Initieel onder Europees impuls, later ook onder druk van een steeds mondiger en veeleisender consument en momenteel vooral ook uit een persoonlijke overtuiging produceren hedendaagse landbouwers steeds duurzamer. Dit is een continu proces, soms met vallen en opstaan. Stoer, vrouwelijk en gepokt en gemazeld in duurzaam Duurzaamheid speelt zich vooral af aan kostenzijde. Een boeren. Melanie Vanstaen moeten we strikken voor een uitzondering vormen de korte ketenbedrijven die zelf een interview. Ze kent als geen ander de Vlaamse landbouw, afzetmarkt zoeken en een meerprijs voor hun product de bijhorende pijnpunten maar vooral ook de vele, duur- kunnen vragen. Daar zijn heel wat succesvolle voorbeel- zame inspanningen op het terrein. Pak rekenmachine, den van, zoals bijvoorbeeld het Tomabel-label. Maar niet proefbuis en fijn stofmeter ter hand, trek je mooiste Dina- elke boer kan pruimtomaten of paarse patatten kweken laarzen aan en spring mee achterop richting Melanie… en verkopen natuurlijk. Als primaire producent blijven ze economisch in een vaak kwetsbare positie. Wat betekent duurzaam boeren concreet? Dat je als landbouwbedrijf en sector kan blijven bestaan. Zo simpel is het. Waarmee ik niet gezegd heb dat je ter plaatse moet blijven trappelen, hé. De landbouw moet “Boeren die van elkaar leren, ook dat is duurzaam ondernemen” kunnen mee-evolueren binnen het breder maatschappe- Bovendien is onze Vlaamse boer nogal individualistisch. lijk kader van sociale verwachtingen, ecologische grenzen De coöperatiegedachte is in onze contreien veel minder en financiële stabiliteit. Kortom, landbouw moet econo- verankerd dan in pakweg Frankrijk. Toch merk je de laat- misch efficiënt zijn en sociaal en ecologisch aanvaardbaar. ste jaren meer openheid. Landbouwers engageren zich voor groepsaankopen. Een beperkt engagement dat vrij Hoe verhouden die drie duurzaamheidpijlers zich tot succesvol is. Het verhaal van de machinering waarbij elkaar? Laten we beginnen bij het begin: economisch… boeren samen machines aankopen en gebruiken, is dan De boer is meestal geen prijszetter, wel integendeel. Hij weer eerder een dubbeltje op zijn kant. Sommige versies ondergaat vaak wat de (wereld)markt dicteert. Daarom zijn geslaagd, andere heel wat minder. Toch kan, wat als zet hij meer in op besparingen van grondstoffen en ener- kleine samenwerking begon, soms tot grote en sterke gie en een hogere efficiëntie. entiteiten leiden. Denk maar aan de veilingen of bijvoor- Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ / 51 beeld Milcobel, een belangrijke coöperatie van om en bij van je beschikbare tijd, middelen en uiteraard ook een de drieduizend Vlaamse melkveehouders. beetje je persoonlijkheid. Bij de uitvoering krijgen ze on- Daarnaast zagen ook diverse telersverenigingen het licht, dersteuning van onder meer Inagro. zoals Ingro en Vegras voor de industriële groenten en Poco- Naast dit individueel luik is er ook een collectief opleidings- west voor pootgoedtelers. De samenwerkingsgedachte leeft traject. Boeren krijgen een technische opleiding rond gewas- alleszins, maar het is een verhaal van vallen en opstaan. bescherming, water en energie en aanverwante, organisatorische bijsturing van bijvoorbeeld hun economische strategie, Hoe belangrijk is de sociale dimensie van duurzaamheid? hun communicatie, documentenbeheer of hun HR. Dat laatste Vroeger kende iedereen wel een boer in zijn omgeving. klinkt misschien vreemd maar op een boerderij komt volk van Dat was normaal. Nu zijn ze veel minder talrijk en bo- allerlei slag over de vloer zoals personeel, verkopers, veearts... vendien ook nog eens veel minder zichtbaar geworden. Bedoeling is om op een efficiënte manier met elk van hen te Jarenlang was de kloof tussen de boer en burger gigan- kunnen omgaan. tisch. Dat is gelukkig aan het kenteren. In deze tijden van crisis wint authenticiteit aan belang.De culinaire hype met haar hang naar pure producten en korte keten vormt een kans voor de landbouw. Anderzijds kent de boer soms ook de burger niet meer en is het hoog tijd dat hij ook zelf van zijn eiland komt. Dat gebeurt steeds meer. Landbouwers leren opnieuw hun buren kennen, ontvangen ze letterlijk op hun boerderij en leggen uit waarmee ze bezig zijn. Ze stappen ook actiever in de wereld en engageren zich in oudercomités en onderne- “Boeren die zorgvuldig bemesten, hun dieren tot in de puntjes verzorgen of regenwater opvangen… Welke passant merkt daar iets van? Ook voor de boeren zelf is het vaak te vanzelfsprekend. Ze mogen dat best wat meer uitdragen” mersverenigingen. Daarvoor hebben ze hun beroepstrots Doordat de opleiding plaatsvindt op het landbouwbedrijf moeten terugwinnen. Je kan je maar goed naar de buiten- van één van de deelnemers, leren ze vooral ook veel van wereld richten als je je ook goed voelt op je eigen bedrijf. elkaar. Die onderlinge kruisbestuiving is van onschatbare waarde, maar niet vrijblijvend. Ze controleren elkaar ook, Het lijkt wel alsof wij duurzaamheid vaak verengen tot bij wijze van spreken. Die interne kwaliteitscontrole werkt louter het ecologisch aspect. Ervaren boeren dat ook zo? verrassend goed. Een aantal leerlingen van hun ‘klasje’ Ja, toch wel. Maar als het over landbouw gaat, is dat niet beseft meestal zelf dat ze nog niet toe zijn aan het behalen onlogisch. Boeren werken met levende organismen als van de ISO-norm. Die autoregulering is belangrijk want de bodem, plant en dier. Ze hebben in die constellatie een ISO-certificering gebeurt collectief. Na een externe audit vaak cruciale rol te vervullen. Daar zijn ze zich steeds krijgt ofwel de hele groep het certificaat toegekend ofwel meer van bewust. Met het ISO14001-certificaat hebben niemand. Je merkt het, het ISO-certificaat is een mooi in- we trouwens een goed instrument in handen voor con- strument voor een meer duurzame landbouw. tinue verbetering inzake milieuzorg bij de landbouwers. Hoe zit het in West-Vlaanderen? Speelt de Provincie Wat is een ISO14001-boer precies? hierbij een rol? ISO14001 is een internationaal erkende norm voor mili- Het ISO-verhaal is tot op heden uitgewerkt in een cofi- euzorgsystemen. ISO-boer word je niet zomaar. Dat gaat nancieringproject met Europa en de Provincie. Dat is in- gepaard met een aantal vereisten. In een bedrijfsbezoek middels afgelopen, waarop de Provincie zich momenteel wordt een risico-analyse van je bedrijfsactiviteiten opge- geëngageerd heeft om de hele kost op zich te nemen. maakt. Waar liggen je grootste verbeteringspunten? Maar ook Inagro zelf krijgt als extern verzelfstandigd Als boer bepaal je vervolgens zelf je actieplan in functie agentschap heel wat middelen van West-Vlaanderen. We 52 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling voeren hiermee het landbouwbeleid van de Provincie uit een stijgende specialisatie en/of verbreding. Dat maakt en ontwikkelen tevens nieuwe zaken in het kader van di- de sector weerbaarder tegen een grillige wereldmarkt- verse projecten en onderzoeken. Vaak treedt de Provincie conjunctuur. op als onmisbare cofinancierder naast Europa of Vlaanderen. Deze inspanningen illustreren het belang dat de Is er een verschil in duurzaamheid tussen de diverse Provincie aan duurzaamheid hecht. landbouwsectoren? Zonder in al te grove veralgemeenheden te vervallen, zien Hoe draagt onderzoek en ontwikkeling van onder we inderdaad een verschil. De glastuinbouw en sierteelt meer Inagro bij tot duurzaam boeren? bijvoorbeeld richten zich meer op energie en het vermark- Inagro probeert theoretisch onderzoek te hertalen naar ten, waarbij de relatie met hun omgeving een belangrijk praktijkgerichte oplossingen op maat van de landbouwers. element is. Bij de intensieve veehouderij speelt dat ook Zo zetten we hard in op de teelttechnische ondersteuning maar draait het verder vooral rond geur, emissies, mest- van boeren. We hebben verschillende projecten lopen rond verwerking en dierenwelzijn. Akkerbouwers werken voor- bodem, bemesting en gewasbescherming. Maar ook ras- namelijk rond bodem, gewasbescherming en ecodriving, senproeven en teeltmethoden komen aan bod. want veel van hun machines slorpen liters mazout. Bij Dit alles draagt heel concreet bij tot het ecologisch en melkveehouders valt duurzame winst meestal te rapen economisch verduurzamen van onze landbouw. Maar we in energiebesparingen en dierenwelzijn en bij telers van leven niet in een luchtbel. Inagro oriënteert zich ook bre- grove groenten in gewasbescherming en water. der op thema’s als energie, erosie, biodiversiteit, innovatie, verbreding en bedrijfsintegratie, die de sector ecolo- Zijn korte ketenbedrijven duurzamer dan de rest? gisch maar vooral ook sociaal duurzaam maken. Door bij Dat zou ik niet durven beweren. Onderzoek is hierover het bouwen van een nieuwe stal bijvoorbeeld bewust te niet eensluidend. Het is niet omdat een landbouwbedrijf kiezen voor agrarische architectuur en streekeigen be- economisch en ecologisch duurzaam presteert, dat het planting stel je letterlijk en figuurlijk je bedrijf meer open ook sociaal duurzaam is. Of omgekeerd. naar de omgeving. Dus ongenuanceerd stellen dat thuisverkoop duurzamer is, is niet correct. Maar korte ketenverkoop heeft uiter- Bedrijfsbeplanting is een zeer visuele stap in het ver- aard zijn specifieke kenmerken. Een korte ketenbedrijf duurzamen. Zijn alle ingrepen zo zichtbaar? doet aan verwerking en/of verkoop zodat het meer in- Duurzaam boeren is vaak zeer onzichtbaar. Behalve de komen kan genereren. Het is met andere woorden een genoemde erfbeplanting, architectuur en pakweg zon- prijszetter wat de economische duurzaamheid ten goede nepanelen zijn de ingrepen nauwelijks opmerkbaar voor komt. Omdat die boeren contact hebben met klanten en het brede publiek. Boeren die zorgvuldig bemesten, hun soms ook personeel, zijn ze ook sociaal (tot op zekere dieren tot in de puntjes verzorgen of regenwater opvan- hoogte) duurzaam. gen… Welke passant merkt daar iets van? Ecologisch valt er winst te halen omdat hun producten Ook voor de boeren zelf is het vaak te vanzelfsprekend. minder voedselkilometers tellen en vaak ook op verpak- We zetten hen ertoe aan om dat meer uit te dragen. Vele kingen sparen. Vlaamse landbouwers werken daar elke dag opnieuw Meer lezen over de activiteiten van Melanie en haar col- hard aan. Daar mogen ze best trots op zijn. Ze kunnen lega’s? Surf naar www.inagro.be mooie resultaten voorleggen op vlak van energie en bemesting. De cijfers voor fijn stof zijn minder eenduidig omdat die sterk gelinkt zijn met het aantal dieren. Hoe meer dieren, hoe meer fijn stof. De economische duurzaamheid gaat vaak gepaard met schaalvergroting en Bron: - Interview Melanie Vanstaen, verantwoordelijke duurzame bedrijfsvoering Inagro Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ Boeren in beeld “Dat het blijft duren”, antwoordt Guido laconiek op de vraag wat duurzaamheid voor hem concreet betekent. Hoewel hij zelf landbouwingenieur is en een landbouwbedrijf runt met een eeuwenoude geschiedenis, licht Guido in eenvoudige en nuchtere bewoordingen zijn visie op ‘schoon boeren’ toe. Hij heeft meermaals de verhalen gehoord over hoe zijn grootvader Georges de boerderij, toen nog een klassiek gemengd bedrijf met varkens, koeien en kippen, met heel wat personeel runde. Handenarbeid was toen heel goedkoop. Mensen werkten voor kost en inwoon. De meiden molken de koeien en de knechten hielpen op het veld. De grootmoeder van Guido verkocht de melk, boter en eieren op de markt en grootvader Georges deed er af en toe een kalf van de hand. Zo ging dat in die tijd. Toen zijn vader Gerard aan het roer van De Torreele kwam te staan, moest hij het zonder al dat personeel stellen. Een hele omwenteling. Heel wat kamers van de majestueuze boerderij kwamen leeg te staan. Tot hij al pionierend “Duurzaamheid is zorgen dat het blijft duren. Ik wil mijn grond in de beste conditie achterlaten, zoals mijn ouders en grootouders dat deden.” / 53 54 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling zich op het hoevetoerisme gooide en in 1971 zijn eerste Dat vergt een vrij groot machinepark. In 2005 richtte gasten verwelkomde. Intussen waren ook de varkens en hij een spuitplaats in met een olie-afscheiding om die koeien van de boerderij verdwenen. Specialisatie deed grond-, oogst- en sproeimachines te reinigen. In dat- zijn intrede en boer Gerard legde zich toe op akkerbouw. zelfde jaar zette hij een biofilter om te vermijden dat er Nog een generatie later breidde Guido het landbouwbe- resten van gewasbeschermingsmiddelen in het opper- drijf stelselmatig uit. Naast akkerbouw begon hij met het vlaktewater komen. De bacteriën in die biofilter breken telen van aardappelen voor de chipsfabriek in Veurne. de resten op een natuurlijke en goedkope manier hele- Het oogsten van de spinazie, bonen en bieten besteedt hij maal af. “Het begint uiteraard met zo weinig mogelijk uit in loonwerk, maar het overige neemt Guido voor zijn vervuild water over te houden”, vult Guido aan. “We doen eigen rekening. een extra spoeling op het veld en door onze biofilter hoef ik niets te lozen in het oppervlaktewater”. Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ / 55 Vijf jaar later engageert hij zich voor het project ‘Belof- mijn kinderen op hun beurt hier ook kunnen boeren als tevol boeren’ en volgt gedurende twee jaar opleidingen ze dat willen. Financiële stabiliteit is uiteraard essentieel en maakt excursies om nog duurzamer te werken. Dat om je bedrijf duurzaam uit te bouwen. Als het bedrijf niet resulteert in 2012 in het behalen van het ISO14001-cer- overleeft, dan is er geen sprake van duurzaam boeren”. tificaat. Dat vertaalt zich in het hoevetoerisme dat echtgenote Hiermee was hij een van de eerste Vlaamse landbouw- Ann met veel passie voor haar rekening neemt. “Het bedrijven die de norm haalde. Een bevestiging van zijn inkomen dat we daaruit puren, is evenwaardig aan dat voortdurend streven naar een lagere impact op de omge- vanuit de akkerbouw maar veel stabieler. In 2012 zijn een ving. “ISO is mijn midlife crisis”, lacht hij. “Het is een stok deel van de aardappelen in de grond gebleven en was er achter de deur en houdt me scherp om elke dag opnieuw dus geen inkomen. Zo simpel is dat”. het beste van mezelf te geven”. Maar voor het geld doen ze het op De Torreele niet. “Ook het hoevetoerisme vergt zware investeringen en het blijft Gaandeweg koos Guido voor minder intensieve teelten hard werken. Je kamers moeten voldoen aan allerlei zoals graan en maximale groenbemesting. Aangezien normen en als je zoals wij ook eten serveert, moet je heel De Torreele zelf geen dieren heeft, koopt Guido duurdere strenge voedselveiligheidseisen respecteren”. stalmest in plaats van drijfmest. “Ongelooflijk hoe je het verschil merkt. Na de tarweoogst voeren we die stalmest Net als in de tijd van de meiden en knechten van weleer, op de velden en daarna zaaien we bijvoorbeeld Japanse houden ze ook nu nog van volk over de vloer. “We hebben haver of gele mosterd in als groenbemester. Ik sta soms zelf weinig tijd om naar ‘de platse’ te gaan, dus komt de zelf versteld van het bodemleven dat zich laat zien, vol platse naar hier”, lacht Guido. wormen en wormengangen. Hij probeert wel eens wat Elke zondag troont hij zijn gasten geduldig mee op de meer. “Volgend jaar zaai ik een strook veldbloemen in. boerderij en zet de kinderen op de tractor. In al die ja- Benieuwd wat dat geeft naar insecten toe…”. ren hebben ze een trouw publiek opgebouwd dat ont- Guido heeft ook een beheerovereenkomst perceelsran- vankelijk is voor het agrarisch verhaal. “We krijgen veel denbeheer afgesloten. Die akkerranden bestaan uit puur leerkrachten, verpleegkundigen, ingenieurs en mensen gras, zonder enige vorm van bemesting of gewasbe- uit de bankwereld over de vloer. Jobs die een zekere ver- scherming. Ze liggen langs sloten, wat de kwaliteit van antwoordelijkheid in de samenleving vergen”. Ook dat is het oppervlaktewater meteen ten goede komt. Guido duurzaamheid. Je gasten rondleiden en ze ’s avonds ge- maait die kanten ook later, waardoor vogels, zogenaam- zellig laten aanschuiven aan een gulle tafel met streek- de grondbroeders, beschutting vinden. eigen en seizoensgebonden lekkers. En soms, soms zit het in kleine details. “In de zomer hebben we een aantal “Gangbare landbouw hoeft niet minder duurzaam te zijn jobstudenten die bijspringen op de boerderij en bij het dan biologische landbouw”, aldus Guido. Onze familie ontvangen van gasten. Als het regent, stoppen we al eens boert hier al decennia lang. Ik ervaar het als mijn verant- een fiets van hen in de auto en voeren we hen naar huis. woordelijkheid om de grond hier optimaal te houden zodat Dat soort kleine dingen, daar draait het om”. Bron: - Interview Guido Lammerant, landbouwer 56 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling “Onze melkkoeien zijn topatleten, die een luxe verzorging verdienen” “Thuisverkoop, hoevetoerisme en biolandbouw hebben Ze stootten de zeer arbeidsintensieve groenteteelt af, be- mijn grootste respect, maar niet elke landbouwer hoeft halve de wortelen die ze machinaal kunnen rooien. dat pad in te slaan om duurzaam te boeren”, zegt Elke “We hebben concrete plannen voor de bouw van een nuancerend. Ze startte in 2005 met 200.000 liter melk- nieuwe melkveestand met een wachtruimte (waar de quotum in combinatie met akkerbouw, ruwvoer en volle koeien samen wachten voor ze de melkstand ingaan) en grondsgroenten. Twee jaar later voegden zij en haar man verschillende stroboxen voor zieke en kalvende koeien. het quotum van het bedrijf van Dries zijn ouders erbij. Ze Er is ook een stukje ligboxenstal voorzien voor koeien breidden de bestaande melkveestal uit en zorgden voor die overdag mijn speciale aandacht vragen zoals pas ge- optimaal koecomfort. Eind 2013 nam haar man Dries het kalfde koeien of te bekappen of te insemineren dieren. Zo ouderlijke bedrijf volledig over. Sindsdien hebben Elke en hoef ik deze koeien niet te gaan zoeken in de hele kudde. Dries 70 melkkoeien met bijhorend jongvee en 80 hectare Dit zorgt voor minder stress, zowel voor de koeien als in samenuitbating. voor de boer! Onder de stal voorzien we dieptedrainage, waarbij je water wint van onder de grond”. Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling / Boer in Beeld+ / 57 “Duurzaam boeren start voor mij vanaf de eerste dag dat nog een voorkoeler. Na het melken wordt de melk van je boer bent, met een toekomstgerichte visie die je dag 37°C in de koeltank zo snel mogelijk onder 4°C gebracht. na dag probeert waar te maken”, verduidelijkt Elke hun Klassiek gebeurt dit via directe koeling in de melkkoeler. keuzes. “Je kan niet in elke landbouwtak top zijn. Daar- Een voorkoeler is een technisch systeem dat door mid- voor zijn de investeringen te hoog. Wij willen groeien naar del van water de melk eerst laat afkoelen tot 20°C. Het een gespecialiseerd melkveebedrijf dat, op vlak van da- opgewarmde water stellen we straks beschikking aan de gelijkse arbeid, door één persoon kan gerund worden”. koeien die terug naar de stal gaan. Warmterecuperatie, Waarom nemen ze dan nog de boerderij van Dries’ouders waarbij Elke de warmte die vrijkomt bij het koelen van over? “Om duurzaam te boeren, hebben wij voldoende de melk hergebruikt om water op te warmen, is al aan- grond nodig. Economisch en ecologisch, want zonder wezig. Net zoals waterrecuperatie. Naast het opvangen grond moeten we ruwvoer aankopen en dat is momen- van regenwater hergebruiken ze het spoelwater van de teel een heel dure zaak. Net zoals we de eigen mest duur melkmachine om de melkstand te reinigen. zouden moeten afvoeren. Maar meer grond is ook ecologischer boeren omdat we onze eigen stikstofstromen Toch staat of valt alles bij Elke met het welzijn van haar beter kunnen beheersen.” dieren. “Mijn koeien verdienen tot in de kleinste details mijn aandacht. Licht, lucht, liefde en water vormen de Het jonge koppel investeerde ook heel wat in energie- rode draad doorheen het koecomfort. Er is een roterende besparing. Ze plaatsten zonnepanelen op de loods en koeborstel, de roosters werden opgeruwd zodat de die- installeerden natriumlampen in de stal. Straks komt er ren niet uitglijden en we strooien tweemaal per dag de 58 \ Boer in Beeld+ \ Vlaamse landbouw in duurzame ontwikkeling koematrassen met vers zaagmeel in. Verder werden de Hun melk leveren ze aan de coöperatie Milcobel, waar ligboxen breder en hoger gemaakt en de volle muren Elke ook in het regionaal bestuur zit. “We geloven sterk in vervangen door lichtdoorlatende, witte rolgordijnen. Zo het coöperatief gedachtegoed als duurzaam bedrijfsmo- brengen we het weidegevoel tot in de stal.” del. Als coöperant is de coöperatie het verlengstuk van je eigen bedrijf”, vertelt Elke. Via een samenaankoop met Dat betekent geenszins dat de dieren niet buiten mogen. verschillende veehouders proberen ze bewust en kritisch Integendeel. “We kozen bewust niet voor een melkrobot aan te kopen. Een correcte prijs is samen met voldoende en daardoor kunnen onze koeien nog de weide op”. Maar appreciatie bij burgers en afnemers heel belangrijk voor ook weer niet te lang want ze krijgen een heel uitgeba- de jonge boerin. Dat respect, daar werken ze heel con- lanceerd voederrantsoen. Dat evenwicht kan in gevaar creet aan. Dries en Elke zijn bestuurslid in verschillende komen als ze te veel gaan grazen. “We rekenen elke verenigingen en ontvangen af en toe een kleuterklasje week, soms elke dag aan hun rantsoen en voeren kleine op de boerderij. Ze krijgen een rondleiding, mogen melk aanpassingen door om een zo optimaal mogelijk resul- proeven en een ijsje eten… Puur idealisme, ze willen laten taat te behalen. Het onafhankelijke bedrijfsadvies Melk- zien wat hedendaags boeren betekent. “De boerenstiel is veehouderij van Inagro helpt ons hierbij. Je laten bege- hard maar onze kinderen laten opgroeien op de boerderij leiden is voor mij ook een vorm van duurzaam boeren”. en ze getuige laten zijn van al wat groeit en bloeit, dat is onbetaalbaar. We vergeten dat soms te veel”. Bron: - Interview Elke Deraedt, landbouwer Boer in Beeld+ Bronnen - ABS: “Vergroeningsmaatregelen blijven bittere pil”. VILT 26 juni 2013, www.vilt.be - Ardo neemt diepvriesgroenteproducent Ploegmakers over. VILT 2 juni 2010, www.vilt.be - Beleidsnota Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid. Vlaams Parlement. Kris Peeters 2009-2014 - Belgisch gezin besteedt 13,2 procent van budget aan voeding. VILT 8 oktober 2013, www.vilt.be - De aardappel: een goudklompje van de West-Vlaamse economie, WES persbericht 22 augustus 2013, www.wes.be - Diepvriesgroentebedrijven starten met spoortransport. VILT 18 april 2012, www.vilt.be - Dossier Precisielandbouw. Extra ogen en oren voor de boer. VILT 5 maart 2013, www.vilt.be - Duurzame landbouw: een proces van leren. ILVO mededeling nr. 124, januari 2013, www.ilvo.vlaanderen.be - Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2011-2012, mei 2013, www.vlaanderen.be/landbouw/studies - Erven van de toekomst. Over duurzame landbouw in Vlaanderen, 2006 - Facetten van West-Vlaanderen. Economische betekenis van het agrocomplex in West-Vlaanderen. WES 2009, www.wes.be - Food Rock. Een duurzame maaltijd voor wereldsterren, 2009 - Goed geboerd. Een portie landbouw op je bord, 2012, www.vlaanderen.be/publicaties - Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de landbouw in Europa. Veel gestelde vragen. Memo Europese Commissie 26 juni 2013 - Het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013. Uw mening telt! Publiek debat. Samenvatting van de bijdragen - Het gemeenschappeljik landbouwbeleid. Een vervolgverhaal, 2012, ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap - Het Vlaamse agrovoedingscomplex, 2011, www.vlaanderen.be/publicaties - Hoeveel geld gaat er naar landbouwbeleid EU en waarom? VILT 5 juli 2013, www.vilt.be - Kerncijfers landbouw, 2013. De landbouw in België in cijfers, www.statbel.fgov.be - Land- en tuinbouw in West-Vlaanderen. Provinciaal beleid op mensenmaat. Degelijk advies en professionele oplossingen, 2010, www.west-vlaanderen.be/landbouw - Landbouw 6 F. Grenzen verleggen, 2009 www.kuleuven.be/lsue/susfood/landbouw_6f.pdf - Landbouwbudget EU daalt met 13 procent tegenover 2007-2013, VILT 23 juli 2013, www.vilt.be - Landbouwenquête mei 2012. Definitieve resultaten, statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/landbouw/bedrijven - Landbouwrapport 2012, www.vlaanderen.be/landbouw/lara - Mijlpalen in het GLB, ec.europa.eu - Samen zorgen voor onze roots, ec.europa.eu/agriculture/cap-for-our-roots - Schoon boeren. Duurzame landbouw in eigen streek, www.schoonboeren.be - Succesverhaal van diepvriesgroenten uit West-Vlaanderen. VILT 21 mei 2012, www.vilt.be - Varkenscastratie definitief verboden vanaf 2018. VILT 4 oktober 2013, www.vilt.be - Vlaming kijkt kritisch maar postief naar landbouw. VILT 17 december 2012, www.vilt.be - Vredeseilanden. Campagne De vraag van 9 miljard, 2013, www.vredeseilanden.be / 59 60 \ Boer in Beeld+ Interviews - André Calus, ere-directeur Inagro - Elke Deraedt en Guido Lammerant, landbouwers - Lieven Louwagie, adjunct-adviseur dienst landbouw Provincie West-Vlaanderen - Lode Tanghe, gebiedswerker landbouw Brugge-Oostende Provincie West-Vlaanderen - Melanie Vanstaen, verantwoordelijke duurzame bedrijfsvoering Inagro Verklarende woordenlijst • AGROBUSINESSCOMPLEX de hele agrarische keten, gaande van de toelevering zoals veevoederfabrieken en machinebouwers, de landbouwsector zelf, de verwerkende industrie zoals de slachthuizen en de vele diepvriesbedrijven tot de afzet in veilingen en groothandels. sche gegevens of gegevens uit vergelijkbare gebieden. Biodiversiteit hangt nauw samen met het klimaat. • DUURZAME ONTWIKKELING volgens de definitie van de VN-commissie Brundtland uit 1987 is dit de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden • BIOBRANDSTOFFEN een verzamelnaam voor ver- zonder het vermogen van toekomstige generaties om schillende soorten brandstoffen die gemaakt worden in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te bren- uit biomassa. Als hernieuwbare brandstoffen vormen gen. Het impliceert een optimale balans tussen econo- ze een alternatief voor fossiele brandstoffen, waarvan mische, ecologische en sociale aspecten, ook wel de de voorraad eindig en dus niet hernieuwbaar is. triple bottom line ‘people, planet and profit’ genoemd. • BIOMASSA een verzamelnaam voor verschillende biologische producten die energie kunnen leveren. Onder de term Soms komt daar nog een vierde element ‘proces’ bij, de transitieperiode die nodig is om te groeien. biomassa vallen organische materialen en hernieuwbare • ECO-EFFICIËNTIE de verhouding van de gerealiseerde grondstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong. output van een bedrijf, bijvoorbeeld het aantal liters Voorbeelden van biomassa zijn: planten, voedselresten, melk, tot de milieu-impact van zijn activiteiten, bijvoor- mest en energiegewassen zoals korte omloophout. beeld stikstofoverschot en energiegebruik. • BIOMASSA-INSTALLATIE een installatie waarbij bio- • EXPORTSUBSIDIES de financiële steun die (landbouw) massa kan omgezet worden in energie onder de vorm bedrijven ontvangen bij uitvoer van producten, om het ver- van warmte en/of elektriciteit. Deze omzetting kan ge- schil met de veel lagere wereldmarktprijs te overbruggen. beuren door rechtstreekse verbranding van biomassa, vergisting gevolgd door verbranding of vergassing gevolgd door verbranding. Deze omzetting kan zowel op een biologische (bv. met behulp van micro-organismen) als op een fysico-chemische (bv. verbranding of vergassing) manier gebeuren. • BIODIVERSITEIT OF BIOLOGISCHE DIVERSITEIT de graad van verscheidenheid aan levensvormen (soorten, genen…) binnen een gegeven ecosysteem en, bij uitbreiding de gehele planeet. Het is vaak een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Daarvoor vergelijken onderzoekers de aanwezige biodiversiteit met histori- • (FUNCTIE)VERBREDING het verruimen van de klassieke landbouwactiviteiten met bijvoorbeeld groenbeheer of recreatie. • GLB het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie had van bij haar ontstaan in 1962 als doel om te voorzien in betaalbaar voedsel voor de Europese burger en in een redelijk inkomen voor de landbouwer, in menswaardige omstandigheden. Geestelijke vader was de Nederlandse boer en landbouwcommissaris Sicco Mansholt. Het GLB bestaat uit twee pijlers: de marktordening en de plattelandsontwikkeling. Boer in Beeld+ • GLOBALISERING het voortdurend proces van wereld- van dieren en planten, het dierenwelzijn en de normen wijde economische, politieke en culturele integratie. voor het in stand houden van een goede landbouw- en Het wordt mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op milieuconditie van de landbouwgronden. het gebied van vervoer en telecommunicatie. Ze kenmerkt zich door verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur. / 61 • SANITEL een Belgisch systeem voor een geïnformatiseerd beheer van de identificatie, de registratie en het toezicht op dieren (runderen, schapen, geiten, herten, pluimvee). Op die manier zijn de vele gegevens van die- • GRONDGEBONDENHEID een belangrijk aspect van ren in een centrale databank opgeslagen en beschik- dierlijke productie bij bioboeren. Hierbij mag een vee- baar voor controleorganen zoals het Federaal Voedse- houder maar een bepaald aantal dieren houden, naar- lagentschap (FAVV). gelang de oppervlakte grond die hij heeft, zodat hij op die grond zijn dierlijke mest kan afzetten en tegelijkertijd kan instaan voor (een deel van) zijn voeder. • SOCIAAL KAPITAAL de netwerken en relaties tussen mensen die de sociale samenhang versterkt en bijgevolg ook de stabiliteit van (plattelands)gemeenschap- • INTENSIEVE LANDBOUW een landbouwproductiesys- pen. Dit sociaal kapitaal resulteert in een maatschap- teem dat veel productiemiddelen inzet om de productie pelijk draagvlak voor landbouw, dat verder gaat dan te optimaliseren. Veel arbeid wordt verricht door land- louter acceptatie. bouwmachines. Door de productiviteitswinsten daalde de landbouwbevolking sterk, meestal in ontwikkelde landen. Het tegenovergestelde van intensieve landbouw is extensieve landbouw, waarbij slechts in geringe mate wordt ingegrepen in de natuur. • INTERVENTIEPRIJS een gegarandeerde minimumprijs waaronder (landbouw)producten niet verkocht mogen worden. • INVOERRECHTEN belastingen die geheven worden op importgoederen, die van buiten de Europese Unie komen en in prijsconcurrentie treden met de goederen van de EU. • (MELK)QUOTUM het recht om een bepaalde hoeveelheid koemelk te produceren. Sinds 1984 heeft elk land van de Europese Unie een bepaald melkquotum. De melkquota zijn ingevoerd omdat in de Europese Unie meer melk werd geproduceerd dan geconsumeerd, wat uiteindelijk leidde tot de zogenaamde ‘melkplassen’ en ‘boterbergen’. De Europese melkquota worden in 2015 afgeschaft. • RANDVOORWAARDEN landbouwers die rechtstreekse inkomenssteun willen ontvangen in het kader van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), moeten bepaalde randvoorwaarden naleven. De randvoorwaarden zijn ook gekend onder de naam ‘cross compliance’. Deze randvoorwaarden hebben betrekking op het leefmilieu, de volksgezondheid, de gezondheid • SUPERHEFFING de boete die landbouwers betalen voor het teveel aan melk dat ze leveren boven het vastgesteld quotum. • TRIPLE BOTTOM LINE de uitdrukking ‘people, planet and profit’ die staat voor de noodzakelijke integratie van sociale, ecologische en economische doelstellingen bij het streven naar duurzaamheid. • VERTICALE INTEGRATIE het combineren van de opeenvolgende fases in een productieproces (van primaire productie over verwerking tot afzet) zodat er een keten ontstaat binnen het bedrijf. • VERZAMELAANVRAAG een verzameldocument waarbij Vlaamse landbouwers in één keer een aantal steunmaatregelen kunnen aanvragen en verplichte aangiften kunnen uitvoeren ten aanzien van de Vlaamse overheid. • VLIF het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voorziet in vestigings- en investeringssteun. De vestigingssteun moet jongeren aanmoedigen om zich als zelfstandige land- of tuinbouwer te vestigen op een land- of tuinbouwbedrijf. De steun kan verkregen worden ongeacht de aard van de land- of tuinbouwactiviteit, het bedrijf en de productiemethode. Met een investeringssteun worden landbouwers aangezet om hun bedrijfsstructuren aan te passen aan wijzigende (markt)omstandigheden. 62 \ Boer in Beeld+ Beeld van boeren men met hun stoere tractoren sneeuw. Maar gelden die Zelf ben ik opgegroeid in een beschermd en gelukkig verwachtingen dan ook niet een beetje in de omgekeerde landbouwgezin met vier kinderen. De boerenkriebel zit zin? Mag van elk van ons niet een minimum aan respect ons dus wel ergens in het bloed. verwacht worden ten aanzien van de boer en tuinder? Voor mij is een samenleving zonder boeren ondenkbaar. Het verhaal van Elke en Guido bewijst dat ze dag en nacht Niettemin staat de sector meer dan ooit onder druk. De in de weer zijn om van hun landbouwbedrijf iets moois administratieve, financiële en economische last neemt te maken. Waar het goed toeven is, voor mens en dier. toe, net zoals bij vele andere ondernemers trouwens. Met deze bijdrage hopen wij vanuit Inagro en de Pro- Voeg daar nog de ecologische en sociale verwachtingen vincie West-Vlaanderen om hen een hart onder de riem aan toe. te steken. Maar vooral om u, beste lezer, een mooi en eerlijk verhaal te vertellen over hoe de landbouw in onze “We willen graag dat onze landbouwers zorgzaam omgaan met mens en dier, en als het even kan in een mooi groen kader. Terechte verwachtingen die heel veel boeren inlossen. Wie de proef op de som wil nemen, nodig ik graag uit om zelf eens op verkenning te gaan bij een van hen... ” Toch maken onze landbouwersgezinnen net zo goed deel uit van onze leefgemeenschap op het platteland. Ze hebben, net als u en ik, dezelfde wensen rond onderwijs, wegen, winkels en mooie dorpskernen. Bovendien bieden ze ons, plattelandsbewoners en recreanten, elke dag opnieuw landschap en natuur aan. Daarbij is de maatschappij best veeleisend. We willen graag dat landbouwers duurzaam produceren en zorgzaam omgaan met mens, dier en natuur. En als het even kan, dan zien we die boerderijen ook graag in wat groen, met mooie luchtige stallen en zonder geurhinder. Terechte verwachtingen allicht, die heel vaak ingelost worden. Boeren openen hoevewinkels, pluktuinen en bezoekboerderijen. Ze verzorgen velden en wegen en rui- contreien er nu echt uitziet. Wie de proef op de som wil nemen, nodig ik van harte uit om zelf eens een erf op te rijden. Bij Elke en Guido of bij een van hun vele fijne collega’s… Bart Naeyaert Landbouwgedeputeerde West-Vlaanderen Boer in Beeld+ / 63 64 \ Boer in Beeld+ Boer in Beeld+ Inagro Deze publicatie werd opgemaakt in opdracht van Inagro. Bij Inagro doen wij aan praktijkgericht en toegepast we- Graag willen we hiermee docenten, gidsen en bezoek- tenschappelijk onderzoek in land- en tuinbouw. Dit ge- boerderijen een tool aanreiken om de Vlaamse landbouw beurt objectief en onafhankelijk, met het accent op kwa- te kaderen in een bredere, maatschappelijke context, liteit, rendabiliteit en innovatie. We werken in labo’s en op met specifieke aandacht voor West-Vlaanderen. Dat proefvelden, testen rassen en teelten uit en geven cur- doen we aan de hand van accurate maar toegankelijke sussen en infosessies. Elk aspect van de hedendaagse informatie, recent cijfer- en beeldmateriaal, nieuwe ge- landbouw komt aan bod: water, bodem, energie, biodiver- tuigenissen, citaten en discussiethema’s. Wanneer we siteit… Maar ook heel concrete zaken zoals geur(hinder) de term landbouw gebruiken, doelen we op het geheel en landschapsarchitectuur. Die jarenlang opgebouwde van land- en tuinbouw. De visserij maakt geen voorwerp kennis en expertise delen wij graag met de landbouwers uit van deze publicatie. Wij hopen dat u deze syllabus als zelf en de hele aanverwante agro-industrie, maar ook en een concreet en praktisch instrument ervaart om op uw vooral met u, geïnteresseerde lezer. beurt als een bonte vogel enthousiast het landbouwlied Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact met ons mee te zingen. op. Wij helpen u graag verder. Rechten: Er rust auteursrechterlijke bescherming op dit Verantwoordelijke uitgever: M. Demeulemeester, document. Indien u het educatief wil gebruiken, kan dit Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke zonder voorafgaandelijke toestemming, mits bronver- Tekst en grafisch advies: Marijke Pollentier melding. Wenst u het commercieel te gebruiken, neem Beeld: Inagro - CAG - AF Fotografie dan contact op met de opdrachtgever Inagro en uitvoe- Maarten Devoldere - Peter Cardoen rend journalist Marijke Pollentier om correcte afspraken Vormgeving: Umami Concepts / Barbara Boels te maken. Druk: Lowyck Drukkerij Depotnummer: D/2013/12.975/8 Aansprakelijkheidsbeperking: Deze publicatie werd met de grootste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Zo- Met dank aan: Bart Boerave, André Calus, wel opdrachtgever Inagro als uitvoerend redacteur Marij- Bart Debussche, Anneleen Dedeyne, Nele Dejonckheere, ke Pollentier geven echter geen enkele garantie omtrent Julie Delanote, Mia Demeulemeester, Elke Deraedt, de juistheid of volledigheid van dit document. De gebrui- Greet Ghekiere, Guido Lammerant, Bea Leus, ker van deze publicatie ziet af van elke klacht of aanspra- Lieven Louwagie, Danny Persyn, Lode Tanghe, kelijkheidsstelling tegen Inagro of Marijke Pollentier, van Jan Van Winghem, Melanie Vanstaen. welke aard dan ook, met betrekking tot het gebruik van En allen die als klankbord fungeerden. de via deze publicatie beschikbaar gestelde informatie. Inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem T 051 27 32 00 E [email protected] _ www.inagro.be
© Copyright 2024 ExpyDoc