Jaarverslag Huis van het Nederlands vzw 2013 2013: een algemene indruk 2013 was het jaar waarin grote veranderingen verwacht werden: een hervorming, een nieuw informaticasysteem, … Het mocht allemaal zo een vaart niet lopen. De lancering van het nieuwe informaticasysteem werd twee keer uitgesteld. Men verwacht het nieuwe systeem op dit ogenblik pas tegen het einde van 2014. Die andere verandering, de hervorming: daarover werd veel gesproken en gespeculeerd in 2013. Vanuit de overheid kwam er echter zeer weinig nieuwe informatie. Pas in het begin van 2014 werd meegedeeld dat een hervorming niet meer zou gerealiseerd worden in deze legislatuur. Is er dan niets veranderd in 2013? Jawel. Na jaren van stijgende instroom zagen we in 2013 een kentering in de cijfers van Huis van het Nederlands in Limburg. Voor de eerste keer in acht jaar kwamen er minder mensen over de vloer bij het Huis dan in het voorgaande jaar. Wil dat zeggen dat we ons verveeld hebben in 2013? Absoluut niet! Hierna vindt u een overzicht met de belangrijkste aandachtspunten en acties van 2013. Langs deze weg ook alvast een welgemeende dank aan alle cursisten, partners en collega’s die in 2013 samen met ons op pad gingen. Claudia Swennen Coördinator Huis van het Nederlands Limburg vzw 1 1 Screening en oriëntatie van kandidaat-cursisten In 2013 zagen we voor het eerst sinds het ontstaan van Huis van het Nederlands een daling in het aantal gesprekken. Waar het in de beginjaren van het Huis telkens zoeken was hoe de grote instroom aan mensen op te vangen, kregen we in 2013 voor het eerst andere berichten uit de antennes. Vooral in Genk en Sint-Truiden kregen we het signaal dat de permanenties rustig waren en dat het in de piekperiodes niet echt piekte. Bij opmaak van de cijfers aan het begin van 2014 konden we dan ook duidelijk de reden zien. Het aantal nieuwe intakes loopt verder terug. Een tendens waarvan we in 2012 al een eerste aanzet zagen. Daarnaast zijn er ook minder overname- en intakegesprekken afgenomen. Ook het aanvoelen van de consulenten in bepaalde regio’s werd bevestigd. Vooral in Genk, het Maasland en Sint-Truiden zagen we een gevoelige terugloop. Dat hoeft ook niet te verbazen als we gaan kijken naar de verklaringen voor deze terugloop. In eerste instantie is er het effect van de verstrengde wetgeving op de huwelijksmigratie. Een groot deel van het publiek van het Huis van het Nederlands, met name in de voormalige mijngemeenten, bestond in het verleden uit huwelijkspartners en/of familieleden van mensen van allochtone origine die naar België migreerden. In Genk bijvoorbeeld bleek, na onderzoek in de jaren 2000, een groot deel van de jongeren van allochtone origine te huwen met een partner uit het thuisland. De overheid die een beperking wenste op te leggen aan dit verschijnsel van volgmigratie, verstrengde daarom in 2011 de regels om huwelijkspartners en familieleden te laten overkomen naar België. Een woordje uitleg Belgen, EU-burgers en niet-EU-vreemdelingen die in ons land verblijven, kunnen hun gezinsleden naar ons land laten overkomen via de procedure van gezinshereniging. De regels verschillen naargelang de persoon in België al dan niet de Belgische nationaliteit of de nationaliteit van een EUlidstaat heeft. Om misbruiken te voorkomen, koppelt de nieuwe wet op de gezinshereniging van 8 juli 2011 dit recht nu aan strengere voorwaarden: Voldoende huisvesting: wie zijn echtgenoot, partner en/of kinderen wil laten overkomen, moet in de eerste plaats over ‘voldoende huisvesting' beschikken. Nu bepaalt de wet dat de huisvesting moet voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat als hoofdverblijfplaats wordt verhuurd. De woning moet beantwoorden aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten. Toereikende bestaansmiddelen: de Belg of derdelander moet ook aantonen dat hij over ‘stabiele en toereikende bestaansmiddelen' beschikt om te voorkomen dat hij of zijn overgekomen familieleden ten laste van openbare overheden zouden vallen. De nieuwe wet concretiseert deze bepaling. De persoon die zich met zijn gezinsleden wil herenigen, moet een inkomen hebben dat minstens gelijk is aan 120% van het leefloon (nu ca. € 1308 netto/maand) . Bovendien mag dit inkomen niet afkomstig zijn uit het bijstandsstelsel (OCMW-steun, gewaarborgde kinderbijslag enz. ). Duurzame relatie: verder zijn de criteria voor een duurzame relatie met een partner voortaan uitdrukkelijk vervat in de wet. Zo is het stabiel en duurzaam karakter van een relatie pas aangetoond als de partners gedurende minstens één jaar voorafgaand aan de aanvraag tot gezinshereniging onafgebroken hebben samengewoond (al dan niet in België), als de partners gedurende minstens twee (i.p.v. één) jaar een voorafgaande relatie kunnen bewijzen of als de partners een gemeenschappelijk kind hebben. 2 De Belg en zijn echtgenoot of partner met wie hij zich wil herenigen, moeten voortaan minstens 21 jaar zijn. Dit geld ook voor de in België gevestigde derdelanders. (De minimumleeftijd wordt teruggebracht tot 18 jaar wanneer de echtelijke band of het geregistreerd partnerschap al bestond vóór de derdelander met onbeperkt verblijfsrecht in België toekwam.) Ouders (bloedverwanten in opgaande lijn) van een Belg hebben geen recht meer op gezinshereniging. Alleen ouders van een minderjarige kunnen zich nog vervoegen bij hun kind dat in ons land verblijft. Niet alleen de voorwaarden voor gezinshereniging wijzigen, ook voor de behandeling van de dossiers gelden nieuwe regels. Gevolgen: in 2010 werden nog 41.336 verblijfsvergunningen in het kader van een gezinshereniging afgeleverd, in 2011 – met de inwerkingtreding van de nieuwe wet in september 2011 – waren dit er nog 36.828; in 2012 daalde het aantal tot 30.960. Dit is een daling met 25 procent. In tweede instantie zitten de asielcentra niet langer vol. Waar Huis van het Nederlands in 2011 en begin 2012 nog regelmatige grootschalige intakesessies moest organiseren in het noodasielcentrum van Houthalen-Helchteren, zien we nu dat zelfs de reguliere asielcentra niet meer volledig volzet zijn. De doorstroom van de bewoners die er wel zijn, gebeurt ook veel sneller dan in het verleden. Dit maakt dat er minder cursisten instappen in een cursus NT2. De cursisten die instappen, verlaten de cursus ook meestal veel sneller. Een verklaring In 2013 was er een verdere daling van het aantal asielaanvragen in vergelijking met 2012. De daling is het gevolg van doelgerichte maatregelen om ongegronde aanvragen aan te pakken: Een snelle en kwaliteitsvolle procedure Het stijgende aantal meervoudige aanvragen werd aangepakt door een wijziging van de Vreemdelingenwet. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de meervoudige asielaanvragen werd door DVZ sinds 1 september 2013 overgedragen aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Het CGVS is er in 2013 in geslaagd om op korte termijn een beslissing te nemen voor de nieuwe asielaanvragen. Voor de nieuwe aanvragen ingediend in 2012 en 2013 werd gemiddeld een beslissing genomen binnen een termijn van 3 maanden. Voor de personen afkomstig uit een veilig land van herkomst werd een beslissing tot inoverwegingname steeds genomen binnen de 15 werkdagen, zoals wettelijk voorzien. De lijst van veilige landen van herkomst Op basis van het advies van het CGVS werd op 1 juni 2012 een eerste lijst van veilige landen van herkomst gepubliceerd. Op deze lijst staan zeven landen: Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en India. Sinds de invoering van deze lijst is een duidelijke daling merkbaar van het aantal asielaanvragen uit deze landen in vergelijking met de periode voor de invoering van de lijst ‘Veilige landen van herkomst. In 2012 was er een daling met 36% ten opzichte van 2011. Deze lijst is ondertussen gedeeltelijk vernietigd door het Grondwettelijk Hof. 3 Ontradingscampagnes Met de ontradingscampagnes worden de verschillende overheden en de bevolking in het betreffende land ingelicht over de nieuwe asiel- en migratiewetgeving die van toepassing is in België. Om efficiënt en gericht informatie te verspreiden onder het doelpubliek – bijvoorbeeld jongeren en minderheden – worden de campagnes uitgevoerd in samenwerking met lokale ngo’s. In 2013 werden informatiecampagnes gevoerd in Armenië, Rusland, Senegal, Guinea, DR Congo en Kosovo. De ontradingscampagnes hebben het aantal asielaanvragen uit deze landen doen afnemen. Nadruk op vrijwillige terugkeer Er wordt volop ingezet op de vrijwillige terugkeer. Om dit te realiseren werden er een aantal initiatieven genomen om vanuit open terugkeercentra aan vrijwillige terugkeer te werken. Een andere prioriteit is de verwijdering van delinquenten. Gevolg: In 2012 is het aantal asielaanvragen in België voor het eerst sinds 2008 gedaald. Deze opmerkelijke kentering heeft zich in de eerste helft van 2013 ook duidelijk voortgezet. In de eerste helft van 2012 waren er gemiddeld 1.830 asielaanvragen per maand in ons land. Voor dezelfde periode in 2013 waren er gemiddeld 1.374 asielaanvragen per maand. In tegenstelling tot het stijgend aantal asielaanvragen in Europa is de instroom in België dus ook in 2013 verder gedaald. De verstrenging van de wet op de huwelijksmigratie en een vernieuwd beleid op het vlak van asielaanvragen mist zijn effect dus niet in Limburg. In eerste instantie is er vooral in onze mijngemeenten een daling van de instroom van anderstaligen omwille van de verstrenging van de wet op gezinshereniging. In andere regio’s, zoals Sint-Truiden en Overpelt, dalen de cijfers omwille van een geringe instroom in de asielcentra. Een en ander maakt dat het Huis van het Nederlands de instroom in 2013 zag dalen met ongeveer 14%. Ook in de andere regio’s van Vlaanderen dalen de cijfers, maar niet zo dramatisch als in onze provincie. Deze veranderingen in de instroom zullen op maatschappelijk vlak als wenselijke scenario’s bekeken worden, maar zullen op organisatorisch vlak zonder twijfel op termijn consequenties hebben voor Huis van het Nederlands en de aanbodverstrekkers NT2. Het profiel van de mensen die instromen wijzigt ook. Waar een groot deel van onze cliënten in het verleden afkomstig was uit Marokko en Turkije (omwille van gezinsvorming en -hereniging) zien we nu een duidelijke afname van die nationaliteiten ten voordele van een grotere instroom uit OostEuropa, zoals Polen, Bulgarije, Roemenië. Andere veel voorkomende nationaliteiten zijn de Afghaanse, de Russische en de Chinese. Over het algemeen kan gesteld worden dat met de verschuiving van de nationaliteiten ook een verschuiving van het profiel van de cursist bestaat. Meer dan vroeger hebben de cursisten een zekere vooropleiding, vaak technisch, in het land van herkomst genoten. In de praktijk veroorzaakt dit een verschuiving in de NT2-groepen; meer cursisten dan vroeger krijgen een oriëntatie CVO i.p.v. CBE. De instroom van anderstaligen is één gegeven voor Huis van het Nederlands. Aan de andere kant is het belangrijk de best mogelijke dienstverlening te bieden aan de klanten die over de vloer komen. Om de mensen optimaal van dienst te kunnen zijn is het vanzelfsprekend dat het Huis kritisch naar zijn eigen dienstverlening blijft kijken. Op Vlaams niveau werd daarom in 2012 gewerkt aan een 4 nieuw oriëntatiekader voor de educatief consulenten. Waar in de beginjaren van de Huizen van het Nederlands de Covaar-toets de enige toetssteen in de werking was, is dit in de loop der jaren flink veranderd. Instaptoetsen werden ontwikkeld om het reeds behaalde niveau van anderstaligen in kaart te brengen en op die manier een ondubbelzinnige en objectieve doorverwijzing naar een specifiek niveau mogelijk te maken. Daarnaast werd er ook werk gemaakt van lees- en schrijftoetsen om een eerste aanzet te geven voor de oriëntering van alfa- en NT2-cursisten met een profiel Basiseducatie. In 2012 en 2013 werd kritisch gekeken naar het gebruik van de Covaar-toets. Veel gehoorde commentaren aan het adres van Huis van het Nederlands waren dat Covaar te vaak werd gebruikt en soms ook een uitsluitende werking had. Op Vlaams niveau werd naar aanleiding van wetenschappelijk onderzoek naar de resultaten van Covaar bekeken in welke situaties dit instrument best wel of best niet wordt ingezet. Uit het onderzoek bleek dat je bij hoger geschoolden vrij accurate voorspellingen kan doen over de behaalde minimumscores op Covaar. Op basis van deze info en op basis van ervaring van ongeveer zeven jaar praktijk bij de Huizen werd een nieuw Vlaams oriëntatiekader ontwikkeld. Bedoeling was een gerichtere doorverwijzing van de cursist op basis van zijn profiel en zijn leerervaring in combinatie met het Covaar-resultaat. De consulent van Huis van het Nederlands maakt in het nieuwe oriëntatiekader – veel meer dan in het verleden – een totaalbeeld van de cursist, waarvan Covaar nog slechts één element is. Het Huis van het Nederlands ging in het begin van 2013 experimenteel aan de slag met dit oriëntatiekader; sinds september 2013 is dit oriëntatiekader de werkingspraktijk in alle antennes. De ervaring leert alvast dat het oriëntatiekader meer flexibiliteit biedt om rekening te houden met het verleden en de verworvenheden van cursisten. Aan de andere kant moet de educatief consulent ook meer beroep doen op verworven beroepscompetenties en het eigen inschattingsvermogen om het best mogelijke traject in overleg met de anderstalige te bepalen. Het nieuwe oriëntatiekader wordt permanent geëvalueerd en onder de loep genomen op Vlaams niveau. Dit om eventuele problemen op het spoor te komen en om een uniforme Vlaamse werking te kunnen blijven bestendigen. 2 Minderjarigen De instroom van minderjarige anderstaligen in de OKAN-klassen stagneert en daalt. In het deeltijds beroepsonderwijs is deze tendens nog niet zo uitgesproken, maar mogelijk wel te verwachten in de toekomst. Huis van het Nederlands heeft ook in 2013 samen met het Provinciaal Steunpunt Onderwijs acties ondernomen om de problematiek in kaart te brengen en om ad hoc (bij gebrek aan structurele mogelijkheden) naar oplossingen te zoeken voor leerlingen uit het DBSO die het Nederlands niet of amper machtig zijn. Zowel in Hasselt, Genk als Maasmechelen werden het Huis en het Steunpunt betrokken bij overleg rond de taalproblematiek in de Centra Leren en Werken. Kort samengevat kan gesteld worden dat elk Centrum Leren en Werken onder zijn leerlingen een aantal anderstalige leerlingen telt, weliswaar verspreid over verschillende jaren en verschillende opleidingen. Dit moet niet verwonderen aangezien veel OKAN-leerlingen zich geconfronteerd zien met een serieuze taalachterstand – vaak zelfs alfabetiseringsachterstand – die hun schoolloopbaan serieus bemoeilijkt. Vaak wordt in die situatie geopteerd voor een beroepsgerichte uitstroom. 5 Het probleem is ondertussen genoegzaam bekend, maar de oplossingen zijn minder voor de hand liggend. Na intensieve besprekingen in Genk, Hasselt en Maasmechelen was het ook afgelopen jaar moeilijk om een groep in het leven te roepen die remediërend kon werken aan het taalprobleem van de jongeren. Het blijft natuurlijk ook de vraag of het volwassenenonderwijs de uitgelezen partner is om dit probleem op te lossen. In een ideale situatie zou het dagonderwijs zelf de nodige middelen kunnen aanspreken om het probleem op te lossen, maar op dit ogenblik dienen we vast te stellen dat dit niet zo is. Daarnaast is het niet mogelijk voor de CVO’s om een oplossing aan te bieden omwille van de minimale groepsgrootte en andere criteria. Op deze wijze zijn er toch elk jaar een 100-tal leerlingen in Limburg die uit de boot vallen. 3 3.1 Interne werking Werkgroep Niveaubepaling In Limburg is er samen met de Werkgroep Niveaubepaling Basiseducatie (BE) een aangepaste niveaubepalingstoets voor vrijstelling NT2 in het kader van Inburgering uitgewerkt. Op basis van een vergelijking van het bestaand testmateriaal van Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) en van de Limburgse Centra voor Basiseducatie (CBE) is de afname van die vrijstellingstoets aangepast aan het doelpubliek BE. De toetstaken op zich blijven onveranderd. In de werkgroep op Vlaams niveau is Huis van het Nederlands Limburg betrokken bij een uniformiserings-project instaptoetsen NT2 voor het Secundair Volwassenenonderwijs (SVO) enerzijds, en anderzijds bij een proefproject civiele testen waar op zoek wordt gegaan naar een op het ERK gebaseerde (digitale) testbatterij die kan ingezet worden als antwoord op alle vragen naar civiele attesten. Beide projecten werden voorbereid in 2013 en lopen verder in 2014. In het kader van deskundigheidsbevordering hebben alle consulenten tenslotte ook een vorming over het ERK gevolgd in het voorjaar. De consulententrefdag in het najaar ging ook over niveaubepaling. Huis van het Nederlands Limburg verzorgde hier in samenwerking met de algemene stafmedewerker van de Huizen een vorming over de flexibiliseringsopdracht van de Stuurgroep Volwassenenonderwijs die in februari 2014 uitmondde in de geflexibiliseerde nieuwe opleidingsprofielen SVO. 3.2 Werkgroep en Stuurgroep Doorstroom De Limburgse werkgroep is twee keer samengekomen in 2013. Tijdens een eerste bijeenkomst werd – naast CBE en CVO – voor de eerste keer ook VDAB uitgenodigd als betrokken partner in de doorstroom. Er werd toen gefocust op de opportuniteiten voor doorstroom na de flexibiliseringsopdracht van de Stuurgroep Volwassenenonderwijs. Daarnaast is er in gemengde groepen met schrijfproducten op Richtgraad 1 gewerkt aan onderlinge afstemming van criteria en werden de sporen voor de volgende werkgroepen vastgelegd. De tweede bijeenkomst was een werkbezoek aan een Competentiecentrum VDAB. De deelnemende partners konden op die manier uitgebreid kennis maken met de materialen en methodieken NT2 die VDAB in zijn opleidingen gebruikt. Er werden ook de eerste afspraken gemaakt voor werkbezoeken bij CBE en CVO, de zogenaamde NT2-carrousel, die in het voorjaar 2014 zal plaatsvinden. Ondertussen werkt Huis van het Nederlands Limburg verder aan een visietekst rond doorstroom, waarbij het zich baseert op de inzichten die al ontwikkeld zijn in de stuurgroep op Vlaams niveau, die het van dichtbij volgt. In die stuurgroep heeft men vooral werk gemaakt van scenario’s voor warme overdracht en een beschrijvingsmodel voor goede praktijken. De bedoeling is om enkele van die 6 scenario’s in 2014 in een aantal pilootprojecten ook in Limburg uit te testen en via een uniform beschrijvingsmodel de goede praktijken voor doorstroom in Vlaanderen te ontsluiten. 4 4.1 Projectwerking Taalpromotie Onder het luik taalpromotie zitten alle acties die het gebruik en het oefenen van het Nederlands promoten. In eerste instantie zet Huis van het Nederlands hier in op de vormingen ‘Duidelijke taal’. In 2013 heeft Huis van het Nederlands vormingen gegeven aan OCMW’s, gemeentelijke diensten, personeel OBS, huiswerkbegeleiders, het provinciebestuur, bibliotheken, medewerkers sociale huisvestingsmaatschappijen, personeel Alternatief vzw, medewerkers lager en secundair onderwijs, medewerkers CLB’s, Kind en Gezin enz. In het totaal werden ongeveer 350 mensen bereikt via de vormingen ‘Duidelijke taal’. Voor elke vorming wordt er gewerkt met het materiaal – brochures, brieven, reglementen, flyers, magazines, en andere documenten – van de aanvragers. Het Huis hecht hier veel belang aan, omdat de vorming op die manier heel nauw aansluit bij de werking van de organisaties. Verder werd onder het luik taalpromotie ook samengewerkt met de dienst diversiteit en educatie van de stad Genk voor het initiatief ‘Bijt in je Vrije Tijd’. Om Nederlands te leren, kun je best terecht bij een CVO of een CBE, maar daarmee is het verhaal nog niet afgelopen. Als je je pas verworven Nederlands niet kan oefenen in het echte leven, dan blijft de talenkennis een steriel gegeven. Om mensen aan te moedigen om bijvoorbeeld via vrijetijdsbesteding hun Nederlands te oefenen, geeft Bijt-in-je-vrije-tijd de mogelijkheid om kennis te maken met verschillende vrijetijdsactiviteiten. Bijt-in-je-vrije-tijd 2013 vond plaats op 13 december in het cultureel centrum, de academie, de bibliotheek enz. in Genk. Er waren 283 inschrijvingen. 4.2 Taalcampagne Minister Geert Bourgeois heeft als uitvoering van zijn beleidsverklaring het initiatief genomen om een Vlaamse mediacampagne te lanceren om oefenkansen Nederlands te promoten. Bedoeling is op Vlaams niveau de oefenkansen Nederlands onder de aandacht te brengen via een website (www.taalboulevard.be) via spots op de radio, een affichecampagne, advertenties in de media, promomateriaal (stickers), een Facebookcampagne enz. De campagne start op 19 februari 2014 en zal afgesloten worden op 5 april 2014 in Antwerpen met een recordpoging ‘Langste conversatietafel’ in samenwerking met Vormingplus. Naast deze Vlaamse inspanningen wordt naar de regio’s gekeken om deze campagne ook regionaal leven in te blazen. Op Limburgs vlak werd daarom in 2013 reeds een paar keer verkennend overlegd met het PRIC, de lokale integratiediensten, Onthaalbureau-Inburgering, het project Changemakers en het Steunpunt Onderwijs van het provinciebestuur. In onze provincie kiezen we voor het ondersteunen en het onder de aandacht brengen van initiatieven die gericht zijn op oefenkansen Nederlands. De concrete vorm en het uiteindelijke resultaat van de campagne zal beschreven worden in het jaarverslag 2014. 4.3 Taalgarage In 2013 sloeg het Huis van het Nederlands de handen in mekaar met het Educatief Centrum van het provinciebestuur, samen brachten ze ‘Taalgarage’ op de wereld. 7 Taalgarage is een samenwerking tussen het Huis van het Nederlands, het Educatief Centrum en de bibliotheken van Beringen, Bilzen, Bree, Genk, Ham, de stedelijke bibliotheek Hasselt, Hechtel-Eksel, Kortessem, de PBL, Lommel, Sint-Truiden en Heers. De formule bestaat erin dat mensen die Nederlands als tweede taal willen leren, maar dat om de een of de andere reden niet in schoolverband kunnen, een afspraak kunnen maken bij het Huis van het Nederlands. Bij het Huis wordt een analyse gemaakt van het bereikte taalniveau, de lacunes in de taalkennis, de specifieke domeinen waarin een cursist wil verbeteren enz. Als daarover duidelijkheid is, krijgt de cursist een duidelijk advies over welke materialen voor hem of haar bruikbaar zijn en waar deze uitgeleend kunnen worden in onze provincie. Deze materialen kunnen onder begeleiding doorgenomen worden in het Educatief Centrum. Ook in de bib’s zijn er personeelsleden die specifiek opgeleid zijn om assistentie te verlenen aan anderstaligen die het Nederlands willen leren. De formule slaat duidelijk aan, in de meeste deelnemende bib’s is er een hoekje voor NT2-cursisten gekomen met zelfstudiemateriaal, vereenvoudigde leesboeken en andere items die anderstaligen zouden kunnen interesseren. Taalgarage is sedert de opstart van het project in oktober ook al enkele malen positief in de media gekomen. 4.4 Taalbeleid In 2013 kreeg Huis van het Nederlands hoofdzakelijk vragen vanuit de non-profitsector om aan taalbeleid te werken. Ook de taalbegeleidingen die we in 2012 opstartten bij Alternatief vzw en in de Strafinrichting van Hasselt, werden verdergezet en opgevolgd. Bovendien werd het verkennend gesprek met de stad Hasselt, dat plaatsvond in 2012, verder uitgediept en werden bepaalde punten geconcretiseerd in 2013. Stad Hasselt In een samenwerkingsverband met de Dienst Diversiteit en Gezondheid Stad Hasselt zijn er in het kader van het project ‘Taal is van iedereen’ van Provinciebestuur Limburg een aantal taalbeleidsacties uitgevoerd. In maart heeft Huis van het Nederlands Limburg een vorming gegeven over het voeren van een taalbeleid voor leidinggevenden in het kader van het project ‘Intercultureel netwerk In-zicht binnen Hasseltse Welzijnssector’. Binnen ditzelfde project hebben er in mei zowel een vorming duidelijke gesproken als geschreven taal plaatsgevonden. Voor 2014 wordt samen met de personeels- en groendienst verdere taalbeleidsopties met Stad Hasselt onderzocht. Alternatief vzw Bij Alternatief vzw presenteerden we onze adviezen op basis van de resultaten van de taalscan en op basis van de talige knelpunten die aan het licht kwamen tijdens de begeleiding vanuit het EIF-project (in de opleiding Horecamedewerker). De organisatie gebruikt de adviezen als uitgangspunt om de medewerkers verder te sensibiliseren en het taalbeleid meer draagkracht te geven. Het bestaande taalbeleidsplan kan aangepast worden aan de huidige noden en kan als startschot dienen voor nieuwe taalacties. Er was ook extra ondersteuning vanuit HvN naar de taalcoaches, omdat zij de nood voelden om hun werking te uniformiseren en om van taal een centraal gegeven in hun begeleiding te maken. Strafinrichting Hasselt In de strafinrichting van Hasselt heeft er niet alleen een SWOT-analyse plaatsgevonden, maar ook een uitgebreide taalomgevingsanalyse. Op basis van deze acties werden adviezen geformuleerd om het taalbeleid uit te werken. Huis van het Nederlands zal een ondersteunende rol blijven spelen als 8 de adviezen omgezet worden in acties. Ook zullen we als helpdesk beschikbaar blijven in de verdere uitwerking van het taalbeleid in de strafinrichting. Dienstenchequesector: DC+ / vzw IN-Z De dienstenchequesector stelt heel wat anderstaligen tewerk. Om het (talig) functioneren van deze medewerkers te optimaliseren en om het struikelblok van de taal te verminderen/weg te werken, deed zowel IN-Z als DC+ beroep op de taalbeleidsservice van de Huizen. Uit de verkennende gesprekken met DC+ kwam een samenwerking tot stand om de talige knelpunten in de schriftelijke en mondelinge communicatie aan te pakken en om taalbeleid structureel in te bedden in de organisatie. Eind 2013 vond al een eerste luik van de taalomgevingsanalyse plaats. Verdere stappen zullen in 2014 genomen worden. Ook vzw IN-Z voelde de noodzaak om van taalbeleid een belangrijke pijler binnen de organisatie te maken en had een verkennend gesprek met de taalbeleidsmedewerkers van Huis van het Nederlands. Er werd al snel afgesproken om het taalgebruik van twee functies, poetshulp en thuiszorg, te scannen en een taalprofiel op te stellen voor beide functies in het kader van het taalactieplan dat vzw IN-Z reeds eerder uitschreef. Het ‘taalbeleidsdoel’ van IN-Z is tweeledig. Enerzijds wil de organisatie een sollicitatietool ontwikkelen waarbij de taalvaardigheid van sollicitanten getest wordt. Anderzijds wil IN-Z anderstaligen laten groeien in hun communicatie naar de organisatie en naar de klanten toe. Acties op maat zullen in 2014 besproken en uitgevoerd worden. Ook de vormingen duidelijk gesproken taal werden ingericht voor de coördinatoren en voor de begeleiders, een actie op korte termijn die meteen en blijvend rendeert. Er is ook interesse om de vorming duidelijk geschreven taal aan te bieden in 2014. Hergebruikcentrum Limburg Vzw Kringwinkel West-Limburg en vzw Hergebruikcentrum Limburg (met eenzelfde bestuur en managementteam) namen in 2013 contact op met Huis van het Nederlands om de samenwerkingsmogelijkheden te bespreken. Door het tewerkstellen van diverse kansengroepen was de nood ontstaan om een taalbeleid te implementeren in de organisatie. Een SWOT-analyse en de uitvoering van een taalomgevingsanalyse brachten adviezen met zich mee, die we voorstelden tijdens een terugkoppelingsmoment. De organisatie zette enkele adviezen meteen om in acties: de vormingen duidelijk geschreven en duidelijk gesproken taal werden ingericht voor iedereen van de omkadering, en de lijnen voor het taalbeleidsplan werden uitgetekend. Ook in deze organisatie zal het Huis in 2014 nog een actieve rol spelen. 4.5 EIF Op 30 juni 2013 liep de voorlaatste fase van het EIF-project ten einde. Na lastminuteonderhandelingen met kabinet inburgering werd er op het laatste nippertje nog een verlenging toegestaan tot eind januari 2014. In 2013 werden volgende acties in het kader van EIF ondernomen: Bij CVO KCST werd gewerkt aan de doorstroom van anderstalige cursisten, die in de NT2opleidingen zaten, naar het overige aanbod in het centrum. In de praktijk ging een cursus pc voor anderstaligen van start in januari 2013. Bedoeling is via een specifieke cursus pc de anderstalige cursisten te laten doorstromen naar het regulier aanbod informatica. Ook in 9 januari 2014 werd deze cursus opnieuw ingericht. Er werden ook acties ondernomen om de anderstalige cursisten in het centrum extra op te volgen en hun uitval te verminderen. Net zoals de voorgaande jaren werd ook binnen EIF in 2013 gewerkt aan geïntegreerde opleidingen schoonmaaktechnieken voor alfacursisten met CBE LiMiNo en VDAB. In mei 2013 werd de opleiding die gestart was in het najaar van 2012 in Houthalen afgesloten. Acht cursisten studeerden af in deze groep. Ondertussen werd een tewerkstellingsgraad van 75% bereikt met deze afgestudeerden. Gezien het succes van de voorgaande opleidingen werd beslist om over te gaan tot de start van twee nieuwe opleidingen in oktober 2013. Eén opleiding ging van start in Beringen met acht cursisten, de andere in Genk/Maasmechelen met tien cursisten. In totaal zullen er in mei 2014 achttien cursisten afstuderen en verder begeleid worden naar werk. Over de voorbije projectjaren heen behalen we met dit project een tewerkstellingsgraad van 70%, hetgeen voor deze doelgroep een uitgesproken succes mag genoemd worden. We hopen ook in de toekomst te kunnen blijven inzetten op geïntegreerde trajecten aangezien deze werkvorm toch overal naar voor geschoven wordt als dé toekomst van het NT2-onderwijs. Bij CVO CTT werd er hulp gezocht bij Huis van het Nederlands voor de talige knelpunten die de cursisten ervoeren in de opleiding zorgkundige. Men hoopte langs deze weg de cursisten talig sterker te maken en op die manier de doorstroom naar werk te kunnen verbeteren. In 2013 werden cursisten bevraagd in Eisden en Genk met betrekking tot de talige knelpunten. Op basis van de resultaten van deze bevraging werd een taalgids ontwikkeld met daarin uitleg en oefeningen op maat van de cursisten. Tijdens een moment in de klassen werd deze taalgids voorgesteld, alsook een aantal nuttige publicaties van de Vlaamse overheid over spelling en duidelijke geschreven taal. Naast de directe samenwerking met specifieke centra werd in 2013 ook het idee opgevat om een centrum-overschrijdende werkgroep taalbeleid op te richten. Een aantal centra hebben al heel wat stappen gezet in kader van het taalbeleid in hun eigen centrum. Vaak is er echter nood aan ervarings- en expertise-uitwisseling, het opdoen van nieuwe ideeën. Alle NT2centra werden aangeschreven om deel te nemen aan deze werkgroep. Uiteindelijk is de werkgroep gestart met leden uit CVO KCST, Vrij CVO Noord-Limburg, CVO Campus de Helix en VLL. De werkgroep focust op het in kaart brengen van de taalbeleidswerking per centrum, het uitwisselen van goede praktijken, het toeleiden van anderstaligen naar niet-NT2opleidingen en het werken aan een taalbeleid in het algemeen. De uitwisseling van de goede praktijken heeft in de betrokken centra al voor heel wat ‘taaldynamiek’ gezorgd en is een positieve stimulans voor de betrokken centra om verder te werken rond taalbeleid. Talige acties, zoals de vereenvoudiging van het centrumreglement voor de NT2-cursisten en werken met pictogrammen om de correspondentie te verduidelijken, vinden dankzij de werkgroep hun weg van het ene naar het andere centrum. De werkgroep zal zeker ook in 2014 blijven samenkomen. Bij Alternatief vzw werd een samenwerking in het kader van EIF opgezet om de docenten en taalcoaches te ondersteunen in hun taalbeleid met als doelstelling de doorstroom van cursisten uit de opleiding Horecamedewerker naar de arbeidsmarkt te verbeteren. In 2013 werd ingezet op de ondersteuning van de taalcoaches. Zij werden ingewijd in de werking van een portfolio, het opstellen van taalprofielen en de implementatie daarvan in de intakeprocedure. Verder werden de mogelijkheden tot samenwerking met VDAB (NodO +) onderzocht. Ook werd aandacht besteed aan het omzetten van documenten in duidelijke taal en hoe dat aan te pakken. Al deze acties moeten leiden tot een meer gerichte en diepgaandere begeleiding van de anderstalige cursisten. 10 4.6 10 voor taal Een aantal jaar geleden besliste het provinciebestuur in te zetten op taal in de ruimste zin. Men stelde vast dat een gebrekkige kennis van het Nederlands zijn impact had op zoveel domeinen in het leven. Daarom wilde men inzetten op het promoten van een goede kennis van het Nederlands. Er werd een Staten-Generaal Taal georganiseerd. Men legde een tiental belangrijke doelstellingen vast. Het Huis van het Nederlands moest werk maken van twee doelstellingen: een verstaanbaar loket en de sensibilisering van de arbeidsmarkt op het vlak van taal. Voor het verstaanbaar loket gingen we aan de slag met de vormingen Duidelijke Taal en taalbeleid. De sensibilisering van de arbeidsmarkt was een moeilijkere opdracht. Om duidelijk te krijgen hoe hieraan kon gewerkt worden, begon Huis van het Nederlands in het voorjaar van 2013 aan het uitbouwen van een netwerk. Het Huis onderhoudt in het kader van de algemene werking en het geïntegreerde traject schoonmaak al een nauwe samenwerking met VDAB. Daarnaast was het echter nodig andere actoren rond de tafel te brengen die actief zijn op de arbeidsmarkt en die interesse hebben voor werknemers met een anderstalige achtergrond. Uiteindelijk werd een werkgroep opgestart met daarin vertegenwoordigers van ACV, Unizo, Jobkanaal, ERSV, Verso, Voka, VDAB en Vooruitzenden. Samen met deze partners werd bekeken welke nood er leefde op het terrein. Al snel werd duidelijk dat er heel wat maatregelen bestaan die werkgevers ondersteunen op het ogenblik dat zij anderstaligen in dienst nemen. Helaas bestond er hiervan geen overzicht en was elke werkgever een stukje aangewezen op zijn eigen creativiteit en onderzoekszin. Daarom werd besloten een handige publicatie te maken voor werkgevers en andere actoren op het domein van tewerkstelling waarin alle maatregelen rond anderstaligheid op de werkvloer samengebracht werden. Om deze publicatie onder de aandacht te brengen werden ontbijtsessies in vier regio’s van onze provincie georganiseerd waarvoor werkgevers, vakbonden, doorverwijzers enz. werden uitgenodigd. Op deze ontbijtsessies werd de inhoud van de brochure voorgesteld, waren er live en op film getuigenissen van bedrijven die al een heel traject hebben afgelegd op het vlak van taalbeleid en was er mogelijkheid tot netwerking met organisaties die een aanbod hebben op het vlak van taalbeleid op de werkvloer. Het netwerk van VOKA, Jobkanaal, VDAB, Unizo, ERSV en anderen werd gebruikt om werkgevers te bereiken. Uiteindelijk gingen drie van de vier voorziene ontbijtsessies door; telkens waren er tussen de 20 en 40 deelnemers aan het ontbijt. De publicatie is een succes en is al een eerste keer herdrukt. In maart van 2014 zal dit rondreizend initiatief nog een vervolg krijgen via een bijblijfsessie van VDAB. 5 5.1 Vorming Limburg NT² Navormingen In 2013 organiseerde Huis van het Nederlands geen trefdag: deze organiseren we slechts om de twee jaar. In het tussenliggende jaar worden telkens enkele interessante workshops van de voorgaande trefdag verder uitgediept. Zo ook in 2013. Er werden drie vormingen geselecteerd. 11 Ikijken en iluisteren werd aangeboden door Erwin Taets, die docenten wegwijs maakte in de mogelijkheden van het internet om authentiek audiovisueel materiaal in de klas binnen te brengen. Deze vormingen gingen door op 3 mei en 26 april gedurende een halve dag. Op beide vormingen waren 22 personen aanwezig. Daarnaast werd een vormingsdag georganiseerd over ‘Probleemgedrag in de NT2-klas’. Daarin werd een theoretisch kader aangereikt over omgaan met moeilijk gedrag in de NT2-klas. Docenten konden ook praktisch aan de slag in rollenspellen met een actrice. Deze vorming, aangeboden door docent Roeland Van den Broek (CVO Crescendo) en actrice Isabel Leybaert, vond plaats op 19 april met zeventien aanwezigen. 5.2 Administratieve vorming Elk jaar tracht Huis van het Nederlands vlak voor het begin van het nieuwe schooljaar alle info m.b.t. inschrijving, inschrijvingsgelden, vrijstelling en andere administratieve onderwerpen nog eens op een rijtje te zetten voor de administratieve medewerkers van de centra. Afgelopen jaar was dit niet anders: op 23 augustus 2013 ontvingen we in de Boudewijnzaal 61 medewerkers, docenten en directies van de centra uit Limburg. Een beetje anders dan andere jaren gingen we deze keer ook in op de nieuwe complexiteiten in de uitwisseling ten gevolge van de overgang naar de nieuwe informaticapakketten voor alle centra, de overheid en het Huis. 5.3 Vorming medewerkers sociale huisvestingsmaatschappijen Mensen die aanspraak willen maken op een sociale woning dienen daarvoor aan te tonen dat ze minimaal het mondeling niveau Richtgraad 1.1 bezitten. Dit kan aangetoond worden aan de hand van een diploma behaald in het Nederlandstalig onderwijs of op basis van een kleine taaltest. In het verleden werd het Huis van het Nederlands overspoeld door Vlamingen die langskwamen om hun taalniveau te laten attesteren. Aangezien dit niet erg klantvriendelijk was, werd naar een oplossing gezocht in samenwerking met de huisvestingsmaatschappijen. Na het volgen van een korte opleiding bij Huis van het Nederlands kunnen de medewerkers van de huisvestingsmaatschappijen nu zelf een eerste screening van het taalniveau doen. Enkel bij twijfel worden cursisten doorgestuurd naar Huis van het Nederlands. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers van de huisvestingsmaatschappijen regelmatig aan een vorming kunnen deelnemen, organiseert Huis van het Nederlands jaarlijks een vorming over deze taalscreening. Het aantal inschrijvingen op deze vormingen neemt jaar na jaar af. Op 21 november namen vijf mensen deel aan deze opleiding. 6 Volwassenenonderwijs aan het werk.. De sluiting van Ford en de consequenties die dat heeft voor de tewerkstelling en de welvaart in Limburg waren het gespreksonderwerp in 2013. Onderwijsinstellingen werken niet geïsoleerd, maar in relatie tot de maatschappij waarin zij operationeel zijn. Ook de centra voor volwassenenonderwijs kunnen hun ogen niet sluiten voor de noden die Limburg in de komende jaren zal hebben. Om de rol van de onderwijsinstellingen en de relatie met VDAB nader onder de loep te nemen was er op 27 maart een brainstormsessie over de rol van het volwassenenonderwijs in de toekomst en in relatie tot de arbeidsmarkt. Met het oog op deze context werd er op CBE-vlak een bijkomend aanbod ‘Traject naar werk’ uitgewerkt. Naast NT2 krijgen anderstaligen in deze opleiding ook een geïntegreerd aanbod MO 12 gericht op arbeidsattitudes met voorbereiding op sollicitaties, vacatures behandelen op computer enz. Ook bij CVO werden de eerste experimenten opgezet. Zo zal er een eerste doorstroomproject worden opgezet vanuit CVO naar VDAB in Maasmechelen. Het SALK-plan is natuurlijk een andere grote nieuwkomer in 2013. Samen met het Consortium Volwassenenonderwijs Limburg Noord werden vanuit het Huis een aantal doelstellingen geformuleerd. Deze werden uiteindelijk opgenomen onder de doelstellingen van VDAB. Samen met VDAB werd een aantal keer samengekomen om de uitwerking van deze doelstellingen te concretiseren. 7 Informatica In 2013 had Huis van het Nederlands de overstap moeten maken naar de nieuwe Kruispuntbank Inburgering Connect. Deze overstap werd in verschillende stappen uitgesteld. De voorgestelde datum voor de overstap is momenteel 11 oktober 2014. Dat wil echter niet zeggen dat er op informaticavlak niet veel nieuws te rapen viel in 2013. De overgang van de centra voor volwassenenonderwijs was voorzien voor maart-april 2013, maar werd door omstandigheden voor de meeste pakketten uitgesteld. In voorbereiding hiervan werd in maart wel de ‘bridge’ in het leven geroepen. Deze ‘bridge’ is een tijdelijke oplossing in afwachting van KBI Connect waarbij ervoor gezorgd wordt dat de oude KBI kan communiceren met Da Vinci, de informaticatoepassing van het departement onderwijs. Er werden in aanloop van de go-live van dit nieuwe stukje technologie infosessies georganiseerd voor de centra basiseducatie en voor de centra voor volwassenenonderwijs in Limburg. De nodige afspraken werden gemaakt om de werking verder zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. De go-live van de respectievelijke pakketten voor de centra liep ook de nodige vertraging op, maar op het einde van 2013 zagen we toch de overgang van verschillende centra naar de nieuwe software. Deze beweging zal in 2014 zonder twijfel afgerond worden. Op het einde van het jaar stapte Onthaalbureau-Inburgering uit M@trix en namen zij alvast KBI Connect in gebruik. Deze overgang gebeurde niet zonder de nodige groeipijnen. Ook hier zal de situatie hopelijk beter worden in 2014. 8 Een Huis tussen de Huizen In 2012 werd intensief gewerkt aan de ontwikkeling van het nieuwe oriëntatiekader op Vlaams vlak. In 2013 werd dit nieuwe oriëntatiekader in heel Vlaanderen ingevoerd. Daarmee was het werk natuurlijk niet afgelopen. De werkgroep rond het oriëntatiekader bleef ook na de invoering samenkomen om de nieuwe werking te evalueren, te bespreken en waar nodig bij te sturen. Naast het oriëntatiekader zijn niveautesten op Vlaams niveau een hot item. De Huizen worden steeds vaker gevraagd om high-staketesten af te nemen, bijvoorbeeld door Kind en Gezin, voor een job binnen de overheid, voor een sociale woning… Dit is een nieuwe ontwikkeling in de werking van Huizen van het Nederlands, die niet lichtzinnig kan opgenomen worden. De Huizen hebben hiervoor in 2013 meermaals van gedachten gewisseld. Indien de Huizen deze taak zullen opnemen, zullen hiervoor nieuwe uniforme testen ter beschikking moeten komen. Daarnaast is het zo dat de plaatsingstoetsen die momenteel gebruikt worden door de Huizen vaak het resultaat zijn van een samenwerking tussen het Huis en de centra in haar regio. Er is op dit ogenblik dus niet één Vlaamse uniforme toetsbatterij. In 2013 zochten de Huizen naar mogelijkheden 13 om toch tot één uniforme toetsbatterij te kunnen komen. We hopen dit te kunnen realiseren in 2014, ook met het oog op de nieuwe opleidingsprofielen. De jaarlijkse trefdag voor de educatief consulenten stond ook in het teken van de afname van toetsen, de operationele praktijk en de randvoorwaarden die een goede toetsing mogelijk moeten maken. In 2014 gaan in heel Vlaanderen de trefdagen door die de Huizen van het Nederlands organiseren in samenwerking met de PBD’s en Vocvo. Het voorbereidende werk, zoals het realiseren van een inschrijvingsmodule, het zoeken van sprekers, workshopsbegeleiders en interessante thema’s gebeurde echter reeds in 2013. 9 De mensen in het Huis: personeelswissels Het personeelsbestand van het Huis van het Nederlands was al enige jaren een stabiel gegeven. Tijdens het afgelopen jaar waren er echter wel wat bewegingen op dit vlak. Er waren twee langdurig zieke personeelsleden(Ingrid Boonen en Sofie Schalenbourg). Daarnaast besloot één van onze medewerkers het Huis te verlaten (Rebekka Holtzem). Een en ander betekent dat we ook twee nieuwe gezichten konden verwelkomen in ons team: Liesbeth Pellens is sinds mei onze administratieve medewerkster. In september nam Doris Biesmans de antenneverantwoordelijkheid in het Maasland over. Verandering voorzitter Huis van het Nederlands Limburg werd opgericht in 2005 met Frank Smeets, als gedeputeerde van onderwijs, als oprichtend voorzitter. Na de lokale en provinciale verkiezing van 2012 kwam er echter een herverdeling van de bevoegdheden binnen de bestendige deputatie. Jean-Paul Peuskens werd gedeputeerde van onderwijs. In die bevoegdheid nam hij de taak van Frank Smeets, als voorzitter van Huis van het Nederlands Limburg vzw, over op 26 februari. 10 De toekomst? In het voorjaar van 2013 werden de Huizen en de consortia samen geroepen om hen opnieuw te informeren over de nieuwe ontwikkelingen op het vlak van de hervorming die reeds werd aangekondigd in 2011. Helaas was de conclusie na deze voorstelling dat men nog steeds een veelheid aan opdrachten wilde toewijzen aan de ‘leerwinkels’ zonder hierin strategische keuzes te maken én zonder hiervoor voldoende middelen te voorzien. De reactie vanuit de consortia en Huizen van het Nederlands was bijgevolg ook niet erg positief. Gedurende de zomermaanden en daarna werd verder onderhandeld, helaas zonder dat de verschillende partijen meer toenadering tot mekaars standpunten konden realiseren. In het begin van 2014 kwam dan eindelijk het nieuws dat er in deze legislatuur geen verdere stappen zouden worden gezet in dit dossier. Gezien de onduidelijkheid over het financiële plaatje van deze hervorming en de aangekondigde visieontwikkeling van het volwassenenonderwijs werd beslist de verkiezingen van het voorjaar en de resultaten van de visieontwikkeling af te wachten alvorens de hervorming verder op het spoor te zetten. De Huizen van het Nederlands worden wel aangemaand om zeker in afwachting van een doorbraak in dit dossier constructief te blijven samenwerken met de consortia, hetgeen we in Limburg vanzelfsprekend ook zullen doen. 14 11. 2013 in cijfers Totaal aantal intakes Limburg Periode 1-1-2013 tem 31-12-2013 Intakegesprekken Overnamegesprekken met intake door ander Huis Voortgangsgesprekken 2413 6338 3509 416 2413 Intakegesprek Overnamegesprek 3509 Voortgangsgesprek 416 Vergelijking voorgaande jaren Totaal aantal intakes Nieuwe intakes Overnames Voortgangsgesprekken 15 2011 2012 2013 7117 4223 436 2458 7387 3996 523 2868 6338 3509 416 2413 8000 7000 6000 2868 2458 2413 5000 436 4000 Voortgangsgesprekken 523 416 Overnames 3000 Nieuwe intakes 2000 4223 3996 2011 2012 3509 1000 0 2013 Intakes per antenne Periode 1-1-2013 tem 31-12-2013 Genk West-Limburg Maasland Noord-Limburg Zuid-Limburg Hasselt Totaal 1163 955 960 581 1353 1326 6338 1600 1400 1200 1353 1326 1163 1000 800 600 955 960 581 Aantal per antenne 400 200 0 Vergelijking met 2011 en 2012 Genk West-Limburg Maasland Noord-Limburg Zuid-Limburg Hasselt Totaal 16 2011 2012 2013 1303 1043 1161 677 1671 1262 7117 1490 975 1186 712 1633 1391 7387 1163 955 960 581 1353 1326 6338 1262 1391 1326 1671 1633 1353 677 712 581 1161 1186 960 1043 975 955 1303 1490 1163 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2011 2012 2013 Intakes wooncode Regio Genk Alle intakes Intake Overname Voortgang Totaal Hasselt Intake Overname Voortgang Totaal Maasland Intake Overname Voortgang Totaal Noord Intake Overname Voortgang Totaal West Intake Overname Voortgang Totaal Zuid Totaal Algemeen 17 Intake Overname Voortgang Wooncode Verschil 584 51 528 1163 14 1 33 47 1116 770 95 461 1326 52 3 36 91 1235 584 48 328 960 13 0 27 40 920 391 49 141 581 38 4 18 60 521 486 76 393 955 9 3 24 36 919 694 97 562 1353 6338 9 3 25 37 312 1316 6026 Intakes per doorverwijzing Doorverwijzing Andere (geen, zonder vervolg, secundair traject, onvolledige intake, niveaubepaling voor attest/vrijstelling enz) CBE 240 CVO 180 CVO 120 CVO – UT 80 Onvolledig Zonder 3000 29 1124 177 2674 545 146 274 2674 2500 2000 1500 1124 1000 500 545 177 146 274 29 0 Aantal afgenomen testen 2011 2012 2013 Covaar 3120 3221 2509 Leestest 511 422 343 Niveautesten 539 1001 1002 Wooncode sneltest 286 309 269 86 49 59 Wooncode mondelinge test 18 2509 3000 3221 3120 3500 2500 2000 2011 59 49 86 269 2013 309 539 1002 2012 286 500 343 511 1000 422 1001 1500 0 Covaar Leestest Niveautesten Wooncode sneltest Wooncode mondelinge test Woonplaats meer dan 100 / jaar Hasselt 3500 526 3600 431 3800 377 3550 271 3630 220 3620 196 3580 189 3530 157 3700 131 3920 113 3740 101 Genk Sint-Truiden Heusden-Zolder Maasmechelen Lanaken (+ asielcentrum) Beringen Houthalen-Helchteren Tongeren Lommel (groot aandeel Vlamingen wooncode) Bilzen Postcode in Nederland 278 19 Intakes naar nationaliteit (top 15) België Polen Afghanistan Turkije Marokko Rusland (Federatie van) Bulgarije China Indië Roemenië Italië Irak Spanje Syrië Guinea 840 549 396 393 312 188 175 169 164 163 148 135 118 116 104 Intakes naar geboorteland (top 15) Turkije Polen Marokko Afghanistan (leeg) Rusland (Federatie van) India België China Bulgarije Irak Roemenië Syrië Guinea Italie 20 596 557 478 447 266 228 214 203 182 165 158 157 124 118 118
© Copyright 2024 ExpyDoc