Visitatierapport Gemeente Utrecht 2014

Stichting Café Theater Festival
Café Theater Festival
Het Café Theater Festival (2004, CTF) is een laagdrempelig festival voor theater op locatie: in
horecagelegenheden in de Utrechtse binnenstad. Het festival wil een theatrale ontmoeting bieden aan
een breed publiek (‘de verbeelding het publieke domein inslingeren’) en daarbij functioneren als
springplank voor talentvolle theatermakers die de ambitie hebben het theaterveld in te gaan. Het
festival is gegroeid van 12 naar 26 deelnemende cafés en 28 groepen in 2014. Het bezoekersaantal is
meegegroeid. Er is zowel een publieksprijs als een juryprijs. Het festival wil bekend worden als ‘de
theatrale kroegentocht’. Het wil zijn springplankfunctie bestendigen en vergroten. Talentontwikkeling
staat hoog in het vaandel. De geprogrammeerde theatermakers wordt, naast een speelplek,
begeleiding geboden in conceptontwikkeling en tijdens het maakproces. Workshops organiseert het
CTF bij Het Huis Utrecht en Jeugdtheaterhuis de Berenkuil. Sinds 2012 zijn er try-outs in Het Huis
waarin de makers hun voorstellingen testen op publiek. Het CTF is een vrijwilligersorganisatie. Om de
groei van het festival in goede banen te leiden en verder te kunnen groeien, heeft het festival er voor
gekozen om de zakelijk leider, de artistiek leider en de projectleider te gaan betalen. Het festival werkt
samen met het Fringe Festival in Amsterdam.
Bevindingen en aanbevelingen
Artistiek-inhoudelijke kwaliteit
De commissie is van mening dat de missie en visie van het CTF fier overeind blijven. Binnen de
aanmeldingen heeft zich een organische verschuiving van overwegend amateurs naar meer
(semi-)professionals voorgedaan. Het CTF speelt daarop in door naast haar springplankfunctie ook een
proactieve makelaarsrol te vervullen. Deze makers kunnen of willen echter niet altijd gratis komen
spelen, en de organisatie vraagt zich af hoe hier mee om te gaan. Volgens de commissie
programmeert het festival een mooie mix van autodidacten en net of bijna afgestudeerden van
kunstvakopleidingen. Meer professionals programmeren is niet per definitie 'beter' en kan ook de
laagdrempeligheid, het 'try out gevoel' van de bezoeker, aantasten. Bovendien is deelname aan het CTF
voor startende kunstenaars een investering in de eigen loopbaan en een kans om zich te presenteren.
De commissie is mede om die reden geen voorstander van het betalen van hogere bedragen aan de
makers. Aan de poort mag er best een grotere inhoudelijke investering gevraagd worden van de
aanmelders en actiever geselecteerd worden op diversiteit qua genres en kunstdisciplines. Om meer
armslag te hebben op het gebied van de programmering overweegt het CTF een tweejarige subsidie
bij het Fonds Podiumkunsten en het SNS Reaal Fonds aan te vragen.
De komende jaren wil het CTF niet groeien in volume, omdat het de kwaliteit van de voorstellingen wil
kunnen blijven garanderen. De organisatie en begeleiding van het huidige aantal deelnemers (28
groepen en 26 cafés) is voor het huidige team hanteerbaar. De commissie vindt dit een verstandige
keuze.
Er zijn deze cultuurnotaperiode actief contacten gelegd met andere festivals en de commissie is onder
de indruk van het feit dat veel programmeurs daarvan komen scouten op het CTF. De workshops die
het festival aan de makers aanbiedt richten zich met name op het werken op locatie en dus op de
verbetering van het festival als geheel. De commissie zou het toejuichen als hierin ook meer aandacht
zou zijn voor de individuele kwaliteiten en talentontwikkeling van de makers. Afgelopen editie hebben
twee groepen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een 'injectiebudget' aan te vragen. Het CTF
vond de meerwaarde van dit injectiebudget voor de voorstelling aantoonbaar en wil deze optie blijven
aanbieden. Voor het eerst was er een infobalie in 'festivalhart' café Lebowski. Tot slot denkt de
commissie dat een innovatieve invulling van de nog te realiseren randprogrammering in het
festivalhart een mooie extra samenhang aan het festival als geheel zou kunnen geven.
De commissie concludeert dat het festival in algemene zin boven verwachting presteert.
25
Ondernemerschap
De organisatie van het CTF is een hechte club vrijwilligers die bereid is veel tijd en energie in het
festival te investeren. Vrijwilligers krijgen daadwerkelijk verantwoordelijkheid en kunnen aan alle
facetten van een festival organiseren ruiken, zoals marketing, programmering en relatiebeheer. Ook
biedt het festival haar medewerkers leerervaringen door workshops, zoals een workshop ‘feedback
geven’ in 2014. Verder zorgt de organisatie voor gevarieerd en professioneel advies door middel van
de samenstelling van de Raad van Advies. De commissie is onder de indruk van de lerende attitude en
het reflecterend vermogen van de organisatie.
Het CTF heeft een grote sponsor aan zich weten te binden, maar is van mening dat uit deze relatie nog
meer te halen valt. Daarom wordt momenteel opnieuw onderhandeld. Op het gebied van
publiekswerving heeft investeren in advertenties volgens het CTF een aantoonbaar verschil gemaakt.
Afgelopen jaar heeft het festival voor het eerst een bijdrage ontvangen van het Centrum Management
Utrecht, waardoor zij meer zichtbaar in de stad was. De commissie juicht dit toe, omdat zij denkt dat
de zichtbaarheid van het festival in de stad nog verder kan worden uitgebouwd.
De commissie prijst de financiële huishouding van het festival, en vraagt zich af of de lat niet hoog
wordt gelegd qua eigen inkomstenverwerving. Het CTF slaagt er in bijna de helft van de inkomsten uit
sponsoring te verwerven en zou als een 'best practice' kunnen dienen voor andere, vergelijkbare,
festivals. De commissie vindt het CTF hierin voorbeeld stellend.
Als aanbeveling wil de commissie meegeven dat hoewel er aan bezoekers geen gebrek is, het festival
zich niet te star hoeft te richten op de bezoekersleeftijd van 18-34 jaar, omdat de programmering ook
interessant kan zijn voor andere leeftijdscategorieën.
Betekenis voor de stad
Naar eigen schatting komt 50 % van de bezoekers uit de stad Utrecht en 50% daarbuiten. Uit
publieksonderzoek van het CTF is gebleken dat mensen die normaal twee tot drie voorstellingen per
jaar bezoeken, op een CTF-avond gemiddeld vier voorstellingen zien. De commissie is positief over
het feit dat in 2014 caférestaurant Zindering van de Stadschouwburg meedeed, omdat zij hoopt dat
het CTF een toeleidingsfunctie naar andere podia kan vervullen. De commissie signaleert dat de
samenwerking van het CTF met andere Utrechtse instellingen en opleidingen vaak een praktisch
karakter heeft en pleit voor een meer inhoudelijke uitwisseling. Het CTF draagt aantoonbaar bij aan de
pluriformiteit van het Utrechtse cultuurlandschap.
26