2c Restauratievademecumbladen O-Z - Zink

Zink
UDC691.75
Zinc
RVblad 01-1
1
Zink en zinken dakbedekkingen
Zinc and roofcladdings of zinc
H.Janse
Hoewel bladzink reeds sedert 1818
in Nederland voor dakbedekkingen
gebruikt wordt2, zijn er nog steeds
zeer tegenstrijdige meningen
omtrent de juiste wijze van
toepassing, de bestendigheid
tegen corrosie en de architectonische waarde ervan in omloop. Zink
geldt in de Nederlandse monumentenzorg nog steeds als een
minderwaardig materiaal. Het
bepaalt echter een groot gedeelte
van het aanzien van de architectuur
uit de 19de en de vroege 20ste
eeuw, met name van de neoclassicistische gebouwen met een
geringe dakhelling. Men heeft zich
echter van het begin af rekenschap
gegeven van de problemen, die
zink kan geven wegens de soms
niet zo grote weerstand tegen
corrosie. De nog aanwezige
voorbeelden van zinken dakbedekkingen van tachtig tot honderd
jaar oud logenstraffen echter een
generaliserende afwijzing van het
materiaal. Moderne fabricagemethoden en nieuwe samenstellingen
geven het zink nieuwe mogelijkheden.
Kort historisch overzicht
Het vervaardigen van zink vond
voor het eerst in het verre Oosten
plaats, voornamelijk door de
Chinezen. Het door hen geproduceerde metaal was echter zeer
onzuiver en bevatte een hoog
gehalte aan lood. Het Chinese zink
werd sedert de 16de eeuw in
Europa ingevoerd, waar het toen
uitsluitend werd gebruikt voor de
vervaardiging van geel koper of
messing. In Engeland kwam een
zinkindustrie in de 18de eeuw tot
ontwikkeling.
Al sedert de middeleeuwen werd
uit onzuivere ertsen uit de streek
ten zuidwesten van Aken in het
dorp Kelmis (La Calamin) de
ertsgroeve Altenberg (La Vieille
Montagne) in het tegenwoordige
België materiaal gewonnen,
RDMZ RVI 988/12-25
kalamine of galmei genaamd, dat
eveneens gebruikt werd bij de
vervaardiging van messing. De
Geul, die door Zuid-Limburg
stroomt, neemt in haar water
opgelost zink mee uit haar
brongebied bij Gemmenich. Er
groeit in de weiden langs de
oevers bij Epen zelfs een plant, die
sporen zink nodig heeft, het
Zinkviooltje.
In dit gebied begon in het begin
van de 19de eeuw de winning van
erts voor de productie van bladzink.
In 1806 kreeg de Luikse scheikundige Abbé Jean Jacques Dony van
de Franse regering een concessie
voor de ontginning van de groeve
Vieille Montagne. Het op zijn
naam staande proces om uit erts
zink te winnen werd in 1809
toegepast in de fabriek in Saint
Léonard, een voorstad van Luik. In
1813 verbond Dony zich met de
invloedrijke Brusselse zakenman
Dominique Mosselman, aan wie
later de hele onderneming
overging. Dony stierf berooid en
ontgoocheld in 1819.
De tweede zinkfabriek werd in
Moresnet gebouwd en in 1837
volgde de derde in Angleur. In
hetzelfde jaar werd de onderneming omgezet in een vennootschap
onder de naam Société des Mines
et Fonderies de Zinc de la Vieille
Montagne. Vanaf dat moment
beleefde de zinkproductie in België
een geweldige opkomst, waarbij
de geschiedenis en de ontwikkeling
voor lange tijd met die van de
Vieille Montagne parallel liep.
Een artikel in Bouwkundige
Bijdragen3 van 1858 vermeldt, dat
in België in de periode 1820-1849
55 daken met zink waren gedekt.
Van 1850 tot 1854 waren dat 366
daken. Over Nederland zijn geen
gegevens opgegeven. Uit bestekken
weten wij, dat in 1842 een nieuw
portaal aan de Jacobijnerkerk te
Leeuwarden gedekt moest worden
'met zink N° 14 uit de fabrijk van
Mosselman te Luik'.
Sedert 1873 werd in Nederland
zink uit geïmporteerd materiaal
geplet tot bladen.
In Nederland werd zink eerst
sedert 1893 geproduceerd,
bladzink pas sedert 1926, onder
Budel (N.B.) dicht bij de Belgische
grens en oorspronkelijk door
Belgische ondernemers, de
gebroeders Emile en Lucien Dor.
Er zijn thans buiten Nederland drie
producenten in West-Europa.
Bestendigheid tegen corrosie
Reeds in het begin was men er zich
terdege van bewust, dat zink niet
erg lang houdbaar was, zeker niet
zo lang als lood.
Het zink (no. 16), dat in 1827 op
het dak van de manege van de
Koninklijke Militaire Academie te
Breda werd aangebracht, moest
worden geverfd, één maal met
menie en twee maal met olieverf.
Van Heusden4 vermeldde in 1833:
'De zink moet echter met veel
oplettendheid verwerkt worden. 1. Is
dezelve zeer vatbaar voor roesting,
wanneer zij over ijzer of koper gelegd
wordt: indien dit niet te vermijden is,
moet zij eerst met menieverw
bestreken, of met lood omkleed
worden (sic!)'. Dat laatste is niet
zo'n best advies, want wij weten
maar al te goed, dat in een
vochtige omgeving (ook bij
condensvocht) loodionen in het
water oplossen en zinkionen
verdringen, waardoor zink poreus
wordt en tenslotte gaten zal
vertonen.
J.D. Zocher gebruikte bij de panden
aan de Van Asch van Wijckskade in
Utrecht loden goten en zinken
hemelwaterafvoeren (1833). Hij
was zich van de snelle vertering
van het zink tengevolge van de
potentiaalverschillen kennelijk niet
bewust5.
In 1858 verscheen in Bouwkundige
Bijdragen een herdruk van een
eerder verschenen handleiding6,
waarin in een redactionele noot
vermeld is, dat twee maal teren of
schilderen met grijze zinkverf
noodzakelijk is. Het werken
tengevolge van temperatuurverschillen wordt ook een nadeel
geacht.
Chemische eigenschappen
Zink beschermt zich door een dun
laagje zinkoxyde en onoplosbaar
basisch zinkcarbonaat, dat niet
Zink
RVblad 01-2
aantastbaar is door schone lucht,
van spoor- en tramwegen en bij
waarin zeezout (NaCl) is opgenobliksemafleiders.
men. Het corrodeert evenwel sterk Men dient zoveel mogelijk te
in S02-houdende atmosfeer (met
voorkomen, dat er water in goten
meer dan ongeveer l mg/m3). Het
en op platten blijft staan. Goten en
verliest in landklimaat 1-2 ^m/jaar, andere plaatsen waar toch water
in zeelucht 1-7 /an, in normale
en vuil kunnen achterblijven
stadsatmosfeer 2,5-6,0 fan, in
moeten één maal per jaar gereinigd
industriële omgeving 4,0-20 /im.
worden. Bladafval en aangroei van
Zink 16 is 1,08 mm dik. Het zou
algen en mos dienen grondig
dus lang mee kunnen als het
verwijderd te worden.
materiaal niet ook op andere
Zink moet worden bevestigd met
wijzen werd aangetast. Vroeger
verzinkte of roestvaststalen
werd gezegd, dat zink vernieuwd
bevestigingsmiddelen. Verduurzamoest worden na een aantal jaren, mingsmiddelen in vers hout
overeenkomend met twee maal
kunnen zink aantasten. Het kan
het nummer.
daarom verstandig zijn gootbakken
Voor gebieden met een sterk
en dergelijke te bekleden met
verontreinigde atmosfeer zijn
glasvlies om direct contact tussen
geprefabriceerde onderdelen met
het behandelde hout en zink te
een speciale coating wellicht beter voorkomen. Hetzelfde geldt voor
geschikt. Men raadplege de
een ondersteuning van beton of
leverancier.
kalkhoudende specie, met name
Zink is ook aantastbaar door water, als er aan de onderzijde van het
waarin lood- en koperionen zijn
zink condensatie kan optreden.
opgelost.
Ook bij een houten ondergrond
verdient het aanbeveling om direct
Waarschuwing
contact tussen zink en hout te
Ieder, die bekend is met het
vermijden met het oog op het
gebruik van metalen voor dakbegevaar van verrotten van het hout.
dekkingen, goten en hemelwaterafvoeren in monumenten, weet dat
Pakketgewalst zink
zink aangetast wordt als er water
Vroeger werd het zink niet bewust
door of langs loopt, dat eerst in
van bijgemengde metalen voorzien,
aanraking is geweest met lood.
maar er bevonden zich vanuit de
Zinken hemelwaterafvoeren onder winning andere metalen in,
loden goten, zinken goten onder
waaronder soms 0,45 tot 1,4 %
met lood beklede dakkapellen,
lood. Dit materiaal was niet zeer
voetlood boven zinken goten, dat
drukvast. Het werd pakketgewalst,
alles zijn funeste combinaties. Het
dus in bladen op elkaar. De
is daarom onbegrijpelijk, dat in
kristalstruktuur
was dwars op de
een recente uitgave7 wordt
walsrichting zeer verschillend van
vermeld dat lood zonder gevaar
parallel eraan. Daardoor traden
met zink in contact kan worden
verschillen in materiaalspanning
gebracht. Dit is beslist niet juist.
op. De lineaire uitzettingscoëffiDus nooit zink toepassen daar,
cient was dwars op de walsrichting
waar water, waarin loodionen
2,4 mm/m/100° C en parallel
opgelost kunnen zijn, langs kan
3,6 mm. Daarom gebruikte men
lopen. Daar, waar deze combinatie zink alleen dwars op de walsrichting
niet te vermijden is, zoals bij
en dus in stukken van één meter
voetlood, zou het zink regelmatig
lang. Bij kamertemperatuur begon
moeten worden voorzien van een
een plaat al te kruipen, waardoor
beschermende bitumenlaag of een
vervorming van goten en dakrancoating.
den optrad. De vermoeidheidsgrens
Hetzelfde geldt voor plaatsen,
lag bij 10 N/mm2. De rek was
waar water met koperionen langs
gering, 25% bij breuk. Een dubbele
kan lopen, bijvoorbeeld in de
vouw was niet uitvoerbaar. Bij
omgeving van gebouwen met een
temperaturen onder 10° C was het
koperen dak, van bovenleidingen
metaal nauwelijks zonder breuk te
vervormen. De minimale buigingsstraal was 1,5-1 mm. Het vastheidsverlies liep daarbij op tot 50%. Bij
80% en hoger werden de kristallen
groter en werd het materiaal
brosser. Aan de randen van
soldeerverbindingen (soldeertemperatuur ca. 240° C) trad brosheid
op.
De diktetolerantie van de bladen
was groot, tot 8%. Er was gevaar
voor zogenaamde interkristallijne
corrosie. Om dit tegen te gaan
voegde men aluminium en lood
bij, hetgeen weer kans gaf op
scheuren van het materiaal.
In tabel 2 zijn de eigenschappen
van pakketgewalst zink aangegeven ter vergelijking met het
Titaanzink.
Zinken bladen werden reeds vanaf
het begin van de fabricage
onderscheiden in dikte volgens
nummers. Voor toepassingen in de
bouwkunde werden geen dunnere
bladen gebruikt dan nr. 9.
Tabel 1: dikten van zink
Nummer
Benaderde dikte in millimeters
9
10
11
12
13
14
15
16
0,45
17
18
1.21
1,34
0,50
0,58
0,65'
0,74
0,80*
0,95
1,10*
* huidige standaarddikten
Hogere nummers, verkrijgbaar tot 26,
dik 2,68 mm, zijn zelden gebruikt.
Titaanzink
Thans voegt men aan vrijwel
zuiver electrolytisch gefabriceerd
zink ca. 0,3 % hoogwaardige
metalen toe, waardoor de levensduur weer verlengd is. Gebruikelijke bijmengingen zijn 0,1% titaan,
0,1% koper en 0,01% aluminium of
0,1% titaan, 0,04% cadmium,
0,01% aluminium en 0,1% lood.
Het in Nederland en Duitsland
gefabriceerd zink heeft de eerste
Zink
,, --
RVblad 01-3
/--
samenstelling en komt in Nederland
in de handel als KZM STZ(Stolberger
Titaan Zink). Titaanzink bevat tot
0,003% lood. Het heeft een grote
stijfheid. Het wordt met parabolische walsen in banden gewalst en
is daardoor in beide richtingen
gelijk vervormbaar. De uitzettingscoëfficient is 22 mm/m/l00”C. (Ter
vergelijking: koper 1,7 en aluminium 2,4). Het is in grotere lengten
te leggen dan het oude pakketzink.
Het is vormstabiel. De vermoeidheidsgrens ligt bij 70 N/mm*. De
rek is 60% bij breuk. Een dubbele
vouw is mogelijk. Het materiaal is
boven 5°C te verwerken. Het
materiaal kan plat gevouwen
worden (buigingsstraal = 0). Er is
dan geen vastheidsverlies. De
rekristalisatietemperatuur ligt
boven 300”, dus bij solderen
vormen zich geen grove deeltjes.
De diktetolerantie is 0,03 mm.
Interkristallijne corrosie komt niet
voor.
Het bladzink wordt geleverd in
standaardafmetingen van 2 x 1 m,
2,25 x 1 m en 3 x 1 m en op
rollen. De meest gebruikte standaarddikte is 0,80 mm (oud nr. 14).
In de monumentenpraktijk wordt
aanbevolen de dikte 1,lO mm (oud
nr. 16).
Ornamenten
Zinken ornamenten zijn in het
verleden veel toegepast. Zij
werden zowel door persen en
forceren verkregen als door
solderen van delen aan elkaar. De
eerste methode wordt thans nog
uitgevoerd door een firma te Ivry
sur Seine nabij Parijs afb. 2.
Solderen geschiedt ook nu nog in
Nederland. Zie CATblad Ornament
in metaal 01.
Dergelijke geprefabriceerde
elementen werden veel gebruikt
voor dakkapellen, vorstkammen,
hoekkepers en dergelijke afb. 1, 3
en 4.
In de catalogi van de leveranciers
werden zij weergegeven afb. 5.
-
1. Oudenbosch, basiliek, koepel kort na
het gereedkomen omstreeks 1880.
Lucames (dakkapellen), ornamenten,
losanges en platen.
RDMZ RV 1988/12-26
Tabel 2: eigenschappen van pakketgewalst zink en van Titaanzink
Bijmengselen
Lineaireuitz.coëfficiënt:
dwarsop walsrichting
evenwijdig aan walsrichting
Vermoeidheidsgrens
Rekbij breuk
Verwerkbaarvanaf
Minimale buigingsstraal
Vastheidsverliesbij buigen
Rekristallisatietemperatuur
Diktetolerantie
eenheden pakketgewalst
zink
Titaanzink
la 0,4551,4Pb
0,lTi;
0,lCu;
0,OlAl;
0,003 Pb
%
mm/m/lOO”C
mm/m/100”C
N/mm2
%
“C
mm
%
“C
(
2,4
396
10
25
10
1,5-1
50
ca.240
8%
22
22
70
35(min)
5
nihil
nihil
300
0,03
mm
Zink
RVblad 01-4
2. Hieuw gefabriceerde ornamenten in de
fabriek te Yvry sur Seine (F,). Foto’s
H.Janse 1978.
Dakbedekkingen in zink
Roevendak
Voor het bedekken van een niet al
te steil hellend dak kon dat met
zinken platen geschieden. Omdat
het materiaal sterk uitzet en
krimpt, en de materiaalstuktuur op
soldeernaden nadelig is beïnvloed,
moesten de platen in één richting
bewegend ten opzichte van elkaar
worden aangebracht. De meest
gebruikte oplossing is het dak met
roeflatten. De afstand van de latten
wordt bepaald door de breedte van
de gebruikte zinkbladen. De roeflat
heeft de vorm van een trapezium,
dat met de smalle evenwijdige
zijde op het dakbeschot wordt
gespijkerd, zó dat de spijker het
zink niet kan raken. Voor de lat
worden maten opgegeven van
35 x 35 mm tot 50 x 60 mm. Het
zink kan tengevolge van de
schuine zijden van de roeflat in de
breedterichting vrij uitzetten. Aan
de roeflat zijn klangen gevestigd,
die ca. 25 mm zijn omgezet. Zij
houden de opstaande kant van het
zink op zijn plaats. De klangen zijn
schuivend uitgevoerd, maar één
ervan is schuin gemaakt om
verzakken van de banen op het
dak te voorkomen.
Over de roef wordt, wederom met
een omgezette kant, een strook
3. Amsterdam, Amstel Hotel. Detail
dakbedekking. Foto RDMZ 1987.
-
Zink
RVblad 01-5
zink (de roefkap) aangebracht, die
over de dakbanen grijpt en onder
de klangen afb. 6. Nog vele daken
hebben een roevendak. Een aantal
ervan zijn in de laatste jaren met
titaanzink vernieuwd, zoals het
dak van het Concertgebouw in
Amsterdam en de koepel van de
gevangenis in Arnhem.
Losanges
In de 19de eeuw werd zink als
dakbedekking vaak toegepast in de
vorm van ruitvormige elementen,
die op het dak zijn gespijkerd en in
elkaar haken. Algemeen werden zij
losanges genoemd. Zij werden met
een doorslag van gaatjes voorzien.
Vierkante platen vonden rond
1840 in Engeland toepassing en
werden nadien met name in België
toegepast. La Vieille Montagne
leverde deze geheel tot gebruik
gereed. De gebruikelijke maten
waren 29 cm in het vierkant (dikte
nr. 9), 35 cm (nr. 10), 42 cm (nr. 11)
en 60 cm (nr. 12). In 1867 werden
als voorbeelden genoemd 8 de
(inmiddels afgebroken) nieuwe
huizen bij het Paleis voor Volksvlijt
te Amsterdam en het zojuist
gebouwde Amstel Hotel. Het
laatste gebouw afb. 3 bezit nog
steeds een bedaking met losanges
met een zeshoekige vorm. Ook de
akroterieën en andere versieringen
ROOFCORNERS
YAXSARDDACHECKSTbCKL.
DAKVERSIEIUNGEK
MOTIFS D’ANGLE
m
4. Scheveningen, Kurhaus. Detail koepel na de restauratie. Foto RDMZ 1987.
op het dak zijn van zink.
Losanges werden in vele vormen
en uitvoeringen gemaakt. Ook de
bevestiging op het dak verschilde
van type tot type. Er waren er, die
met klangen aan het beschot
bevestigd waren afb. 7c. Andere
hadden aan de bovenzijde een
lipje, dat een geheel vormde met
ROOF(‘ORNERS
MANSARDDACHECKSTi’CKE.
P17
.~rhv,l/àI?O
F.W.
RDMZRV
1988/12-27
BRAA’I’.
DELFT
F.W
HRAAl’,
DELFT
>,“TII‘S
0 XKBLI.
Tl
de plaat afb. 7a en b. Dat gaf nogal
eens reden tot afbreken op dit
zwakke punt, met name in
situaties met een sterke zuigende
werking van de wind.
In afb. 7 zijn een aantal typen
overgenomen uit het boekje Zink
van O.L. Veenstra (zie GATblad Zink
01).
Naast vierkante platen komen ook
ruitvormige voor. De zeskante
‘leien’, die bij het Amstel Hotel ziin
gebruikt, werden in 1844 uitgevónden. Veenstra schrijft erover:
‘Deze platen, fig. 98 afb. 7h, van
zeer aangenamen vorm, werden
op eene zeer vernuftige wijze
gemaakt. Zij hadden de verbindingsdeelen aan het lichaam zelf
zitten. Door 2 omgevouwen
vleugels, gemaakt in het zink van
de plaat, konden ze direct op het
dakbeschot gespijkerd worden en
de hoeken P, die werktuigelijk
omgevouwen waren, behoefden
niet gesoldeerd te worden.
Ondanks deze groote voordelen,
heeft dit systeem geen goede
resultaten opgeleverd, omdat het
5. Bladzijden uit een catalogus van de
firma F.W.Braat te Delft uit 1882.
Zink
RVblad 01-6
6. Detail van een roe f constructie.
. schuivende
niet waterdicht was tegen opzuiging; het was reeds spoedig ten
doode opgeschreven. Volledig-
heidshalve wordt het hier dan ook
aangehaald. Het is toen vervangen
door andere platen, die koud
geforceerd werden en zeskant,
vierkant of ruitvormig werden
gefabriceerd. Deze platen, fig. 99
afb. 7j, hebben geen vouwen, zij
worden vlak op het dakbeschot
gelegd, gewoon over elkaar
heengeschoven en bedekken
elkander eenvoudig. De platen zijn
geforceerd, deels met verhooging,
deels met verdieping, zoodanig dat
op de plaats der overdekking er
tusschen de voegen holten R zijn,
die ten doel hebben het opzuigen
van het water te voorkomen.
De platen zijn aan hun bovenge-
deelte vastgespijkerd; hiertoe zijn
van te voren gaten C in den
bovenrand gemaakt.
Het ondereind der plaat is aan de
binnenzijde voorzien van een
klamp P van zwaar zink die in het
verheven gedeelte G dat zich aan
iedere plaat bevindt, geschoven
redelijke staat. De gehele bedekking
wordt.
is tijdens de laatste restauratie
weer in dezelfde vorm in titaanzink
aangebracht afb. 4.
Het is noodig dat deze verbinding
met zorg geschiedt, d.w.z. dat de
plaat, eenmaal aangebracht, de
naar beneden liggende goed vast
aandrukt. Hiertoe moet de aangesoldeerde klamp P niet verder
openstaan dan juist noodig is,
want is dat niet het geval, dan
zouden de platen niet geheel
sluiten en zou er, wanneer de wind
er onder zoude komen, een
onaangenaam geraas ontstaan."
Dit citaat geeft aan, dat men
dergelijke dakbedekkingen in zink
zeer zorgvuldig maakte. Juist
daarom zullen nog vele van
dergelijke daken met losanges
behouden gebleven zijn afb. 8, ook
op eenvoudige gebouwen.
Bij de restauratie en grondige
verbouwing van het Kurhaus te
Scheveningen bleek de uit het
einde van de 19de eeuw daterende
bedekking van koepel en torentjes,
die met losanges was uitgevoerd,
voor een groot deel nog in
Besluit
Zink is op vele wijzen vanaf
omstreeks 1818 in Nederland als
dakbedekkingsmateriaal gebruikt.
Men zal bij een restauratie vormen
en constructies kunnen tegenkomen, die hier niet zijn beschreven.
De literatuur, die in de CATbladen
Dakbedekking, zink 01 en Zink 01
is vermeld, geeft in het algemeen
de gewenste informatie.
Nu de architectuur uit de 19de en
de 20ste eeuw steeds meer in de
belangstelling komt te staan en
restauraties van gebouwen uit die
periode regelmatig worden
uitgevoerd, is het, gezien vanuit
bouwhistorisch en architectuurhistorische gezichtshoek, noodzakelijk
aandacht te besteden aan de
zinken dakbedekkingen.
Zink
RVblad 01-7
7. Enkele afbeeldingen uit 'Zink' van
O.LVeenstra (omstreeks 1913).
RDMZ RVI 9881J 2-28
Zink
F
RVblad 01-8
8. Bunnik, boerderij ‘De Raaphof. Foto
RDMZ 1987.
Noten
’ Voor een uitvoerig literatuuroverzicht
zie de CATbladen Zink 01 en Dakbedekking, zink 01.
2 Op een aanbouw van het stadhuis
van Amsterdam: C.A. van Swigchem,
Abraham van der Hart 174 7-1820.
Architect. Stadsbouwmeester van
Amsterdam. Amsterdam 1965, 69.
3 W.F.G.L.van Hooff, Het zink, BouwkundigeBijdragen 10 (1858), kol. 189-218.
4 L. van Heusden, Handleiding tot de
burgerlijke Bouwkunde. Amsterdam
1833, 13.
5 N.L. Prak, De huizen aan de Van Asch
van Wijckskade te Utrecht, Bulletin
KNOB 85 (1986), 54.
6 Van Hooff, O.C.
’ L.J.de Klerk, P.A. Lakerveld en P.A.
Schut-Baak,Titaanzink in de bouw.
Leidschendam 1986.
8 W.C. van Goor, Mededeelingen over
de nieuwste toepassingen van het zin
voor dakbedekkingen, Bouwkundige
bijdragen 15 (1867), 353.
Summary
Although sheet zinc has been used
for roofcladdings in the Netherlands
since 1818, there are stil1 very
contradictory opinions about the
correct way of application, the
corrosion durability and the
architectonic value in circulation.
Zinc is stil1 seen as an inferior
material in the Dutch preservation
of monuments. It determines,
however, a large part of the
appearance of the 19th and early
20th century architecture, especially of the neoclassical buildings
with a slight pitch of roof.
From the start an account was
rendered of the problems which
zinc can give because of the
restricted resistance to corrosion.
The stil1 present examples of zinc
roofcladdings of an eighty or
hundred years ago, belie a generalizing rejection of the material.
Modern methods of fabrication
and new combinations give zinc
-
.,-
Zink
Zinc
RVblad 01-9
Aanvulling op het artikel Zink
De zinkbedekking van de koepel
van de basiliek van de H.H. Agatha
en Barbara, die in 1867-1880 naar
het voorbeeld van de Sint Pieter te
Rome gebouwd werd volgens het
ontwerp van P.J.H.Cuypers, was
een prestatie van formaat. Er was
reden genoeg voor de leverancier
van het zink, om er uitvoerig
reclame mee te maken afb. 9. Het
zinkwerk en de zinken ornamenten
werden niet uitgevoerd door een
Nederlandse dakdekker maar door
een Belgische zinkwerker uit Mons
(Bergen, Henegouwen). De ijzeren
koepel werd trouwens uitgevoerd
door een firma uit het Noordfranse
Marchienne-au-Pont, zoals uit dit
reclameblad blijkt.
RDMZ RV 1988/13-8