Download hier Laurens magazine

Zomer 2014
Magazine voor de zakelijke
relaties van Laurens
er
mm
u
n
pi r
Ins ati
e
the
ma
Jaargang 6, nummer 1
Ontdekken,
inspireren, dwarsdenken
en experimenteren
Echt de sturing loslaten
Arnold Heertje:
‘Wat het voor mensen
betekent moet altijd
centraal staan’
Hart terug in de zorg
Met digitale extra’s en
Inhoud
4
‘Voor het oplossen van problemen, ook in de zorg,
moeten we afstappen van de traditionele financieel-
Wie wil veranderen geeft ‘koplopers’ - de mensen die nét
even anders denken binnen een organisatie - de ruimte.
economische benadering’, zegt emeritus-hoogleraar
Drie voorbeelden van zulke Laurens-medewerkers zijn
Economie Arnold Heertje. Hij pleit ervoor aan te
Betty Birkenhäger, Erwin Scholten en Mark Verhart.
knopen bij mechanism design.
8
10
Over tien jaar ziet de ouderenzorg er volgens hoogle-
18
nodig die platter en zelfsturend zijn, en werken op
basis van vertrouwen.’
hoe technologie de zelforganisatie van medewerkers
en klanten kan ondersteunen.
raar transitiekunde Jan Rotmans totaal anders uit.
‘Om dat aan te kunnen zijn moderne zorgorganisaties
4
Aad Nales, directeur Community Solutions, legt uit
24
‘Ouderen willen graag de regie houden over hun
leven’, stelt Rudi Westendorp. Dat betekent dat ze ook
zelf voorzorgsmaatregelen moeten treffen. ‘Het is een
valse gedachte dat je alles altijd in je eentje kunt.’
En verder
8
6 Actief oud worden in Europa 7-13-16 Een blik in de toekomst 17 Het huis van mevrouw Van Oudenaarden 21 Alexander
Maas: Het hart moet terug in de zorg 22 In verbinding 26 Nieuws 27 Op de korrel… 28 Laurens & Ed van den Broek
25
Layer maakt het Laurens magazine interactief.
Volg de instructies voor het gebruik:
SCAN
Dit inspiratienummer laat er geen twijfel over
bestaan: we leven niet in tijden van verandering
maar in een veranderd tijdperk. Systemen en culturen moeten zich daarnaar voegen. We moeten
loskomen van oude concepten, zicht krijgen op
wat het nieuwe tijdperk voor ons betekent en van
ons vraagt. Dat gaat niet vanzelf, we zullen met
vallen en opstaan op weg moeten naar die stip op
de horizon. Drie aspecten zijn daarbij van belang,
en die komen allen terug in dit nummer: richting,
ruimte en rekenschap. Wil je ergens komen, dan
moet je ten minste de richting weten. Om daar
te komen heb je ruimte nodig. En over wat je onderweg doet met die ruimte moet je rekenschap
afleggen.
Dit zijn tevens de belangrijkste aspecten bij het
bouwen aan een nieuwe organisatie; een organisatie die een kader biedt, grenzen aangeeft. Ook
dat is nodig, immers een te beperkte ruimte belemmert de bewegingsvrijheid en een onbegrensde ruimte is als een heelal waarin je verdwaalt.
De kernbegrippen zijn ‘zelfsturing’ en ’zelforganisatie’. U zult die woorden vaak tegenkomen op de
volgende pagina’s. Laat u inspireren!
download gratis app
BERT VAN DER LENDE, regiodirecteur
bij Laurens in de deelgemeenten Hillegersberg/Schiebroek en Overschie
2
Laurens
scan pagina of foto
met layar logo
ontdek content
10
Laurens magazine is een uitgave van zorgorganisatie
Laurens. Dit relatiemagazine verschijnt twee keer per jaar
en wordt verspreid onder de zakelijke relaties van Laurens.
Laurens is de grootste aanbieder van wonen, diensten en
zorg voor ouderen in Rotterdam en omstreken. en sterke,
professionele zorgorganisatie met een kleinschalige aanpak,
dicht bij mensen in de buurt waar zij wonen. We bieden zorg
en dienst­verlening die met onze klanten meegroeit, in iedere
levensfase. Om optimale ketenzorg te kunnen garanderen,
werken wij nauw samen met professionele zorgverleners,
ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk,
woningcorporaties en projectontwikkelaars in de regio.
Ook bieden wij diverse vormen van kortdurende, gespecialiseerde zorg, zoals reactiveringszorg en revalidatie. Wat
Laurens uniek maakt thuis en in onze locaties is de zeer
complexe specialistische zorg in samenwerking met onze
ketenpartners. Vanaf 1 januari 2015 bundelen wij onze
krachten met Thuiszorg Rotterdam en gaan wij verder als één
organisatie. Tot die tijd blijven we twee aparte organisaties
onder het gezamenlijke bestuur en toezicht van Laurens.
Adviesraad
(voor dit nummer)
Johan van Eeden
Marleen Goumans
Bert van der Lende
Hans Stravers
Ids Thepass
Miranda Velazquez
Caroline Wuite
Samenstelling en
edactionele productie
De Nieuwe Lijn
Bladcoördinatie
Trudy van Dijk
Vormgeving
IJzersterk.nu
Drukwerk
Drukkerij Damen
Uitgever
Laurens
Concernafdeling
Marketing
& Communicatie
Nieuwe Binnenweg 33 B/C
3014 GC Rotterdam
E: [email protected]
W: www.laurens.nl
@LaurensZorg
(groep) Laurens Zorg
facebook.com/laurenszorg
youtube.com/laurenszorg
Oplage
3.300 exemplaren
Fotografie
Peter Arno Broer
Louis Haagman
Maarten Laupman
Michelle Muus
Copyright: Niets in deze uitgave mag, op welke wijze dan ook,
worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de redactie. De redactie kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor eventuele druk- of zetfouten.
Voorwoord
Ontdek met ons mee
Kodak was een begrip waar het ging om fotografie, maar speelt in de huidige wereld van
digitale fotografie geen rol meer. OAD was een
fantastische speler op de reismarkt, maar legt
het af tegen reserveringssites. Deze bedrijven
hadden niet door dat de wijzigingen in de markt
structureel waren. En zo zijn er meer voorbeelden: websites als Airbnb waarbij je kamers
of een appartement via particulieren huurt,
zetten de hotelwereld op z’n kop. Streamingsdiensten zoals Netflix en Spotify vervangen de
manier waarop we gewend waren televisie te
kijken en muziek te luisteren.
De zorgwereld staat voor zo’n zelfde omslag.
Laurens is in de kern een heel goed en professioneel zorgbedrijf dat begrijpt wat goede zorg is.
Mail naar [email protected], bel
010 870 00 10, deel uw ideeën in de Laurens
LinkedIn (groep) Laurens Zorg en reageer op
ons via Twitter via @LaurensZorg.
Wij zijn een zoektocht gestart hoe wij die zorg
op een andere manier kunnen laten aansluiten
op alle wensen en (technologische) mogelijkheden die mensen straks hebben. We hebben
input nodig die ons daarbij helpt, zodat we ook
in de toekomst een goede positie behouden.
In dit magazine laten we inspirerende mensen
aan het woord die daar ideeën over hebben.
Mensen van binnen en buiten Laurens die ons
leren verstaan dat we in een fase zijn gekomen
waarin we moeten experimenteren, onderzoeken en uitproberen. Zodat we elke keer een
stapje mee kunnen gaan in de veranderingen
die onze klanten doormaken. Dwarsdenkers en
innovators die ons helpen inzien wat we voor de
klant van morgen kunnen doen. Ook gebruiken
we voor het eerst layer: een mooie manier om
het magzine een extra ‘laag’ te geven.
Dit nummer is een handreiking om met u te
ontdekken wat er binnen en buiten Laurens
gebeurt en hoe we met onze klanten mee
kunnen groeien. Zoals Arnold Heertje op pagina
4 uitlegt, betekent dit dat we uit het traditionele
financieel-economische denkpatroon moeten
stappen. Er gaan andere wetten gelden waarbij
mensen en de kwaliteit van leven centraal staan.
Wij moeten samen met u het lef hebben om
daar (nog meer) naartoe te bewegen.
Ids Thepass,voorzitter Raad van Bestuur
Laurens en Thuiszorg Rotterdam
Bekijk de oproep van Ids Thepass om samen
deze zoektocht te maken via www.laurens.nl/
uwzorgpartner
[email protected]
Dit inspiratienummer is een uitnodiging aan
u – onze zakelijke relaties – om samen met ons
deze zoektocht te maken. Bestook ons dus met
nieuwe vormen van samenwerking, keuzes en
initiatieven. Zoek met ons mee en voed ons.
Laurens
3
Met de KOP
tegen de muur
is zo GEK nog niet
Van verzorgingshuizen en zorgorganisaties weet hij niets, benadrukt
Arnold Heertje, emeritus-hoogleraar
Economie aan de Universiteit van
Amsterdam en columnist. De inmiddels tachtigjarige Heertje kan echter
wel haarscherp uitleggen hoe creative
destruction ook zorgorganisaties
kansen biedt.
‘De vraag
‘Wat betekent het
voor de mensen?’
moet altijd
centraal staan’
4
Laurens
‘We maken momenteel een periode van
bezinning door. Wereldwijd zijn we met de
kop tegen de muur gevlogen: niet alleen
de financiële sector en overheid, ook
producenten en consumenten. Dat heeft
tot gevolg dat we nu in een periode zitten
waarin mensen kritisch zijn en bestaande
conventies tegen het licht houden. De
econoom Joseph Schumpeter (1883-1950)
vatte in de jaren veertig een periode als
deze samen als creative destruction. Een
fase waarin veel uit het verleden wordt
afgebroken en waarin vaste patronen
en gemeenschappelijke opvattingen ter
discussie komen te staan, net als productiemethoden en de organisatie van het economische leven. De positieve kant hiervan is
dat mensen experimenteren met nieuwe
productiemethoden en nieuwe manieren
van besluitvorming. Er wordt enorme
vooruitgang geboekt, vaak met behulp van
technologie. Een voorbeeld is de energiemarkt. Mensen wekken steeds vaker zelf
energie op en verkopen wat ze over hebben.
Technologie heeft er bovendien toe geleid
dat mensen elkaar veel gemakkelijker weten
te vinden. Hoewel het hoogst onfortuinlijk is
dat door de crisis werkloosheid toeneemt en
bepaalde mensen uitgeschakeld worden, is
de crisis wat dat betreft ook een zegen.’
Kennis mobiliseren
Heertje signaleert ook een andere verschuiving: ‘De rol van vrouwen in de maatschappij
wordt groter. Vrouwen letten van nature
meer op de kwalitatieve kant van zaken dan
mannen. ‘Wie heeft de grootste’, speelt voor
vrouwen geen rol. Vrouwen zijn daardoor
beter in staat kennis te mobiliseren. Bij
belangrijke beslissingen ‘shoppen’ ze rond.
Dat is juist in een tijd waarin vraagstukken
groter en gecompliceerder zijn enorm van
belang. Als je situaties te beperkt in kaart
brengt en aspecten verwaarloost, kan dat
zeer ongelukkig uitpakken. Kijk naar de
voorgenomen uitbreidingen van Schiphol en
luchthaven Twente. De gemeenten hebben
alleen in kaart gebracht wat het kost en
oplevert. Niet wat het effect is op de kwaliteit van leven van omwonenden.’
Humanisering
‘De mensen waar het uiteindelijk om gaat
zijn vaak een sluitpost. Ik bepleit humanisering en ben ervan overtuigd dat geld nooit
het enige criterium mag zijn bij economische besluitvorming. Ik ben daarin anders
dan de meeste economen. De vraag ‘Wat
betekent het voor de mensen?’ moet altijd
centraal staan. In de zorg zijn dat de mensen
die de zorg ontvangen, in het onderwijs
de leerlingen en bij woningcorporaties de
huurders en kopers. Neem je de mens niet
als uitgangspunt, dan dreig je voortdurend de verkeerde dingen te doen en dat
krijg je hoe dan ook op je boterham. Kijk
naar de zorg. Artsen en verpleegkundigen
in het ziekenhuis worden op hun vingers
getikt als een behandeling langer duurt dan
het protocol voorschrijft. Het draait alleen
nog om financiële calculatie en dat gaat
ten koste van de kwaliteit van zorg. Voor
zorgorganisaties kan ik me voorstellen dat zij
worstelen met de vraag wat ze moeten doen
met de verzorgingshuizen nu ouderen daar
straks niet meer naar toe kunnen. Maken
we er een hotel van of appartementen?
Vervolgens kijkt men of er een markt voor
is. Een redenatie vanuit vraag en aanbod.
De vraagstukken in de zorg zijn echter niet
op te lossen via een traditioneel eenzijdige
financieel-economische benadering.’
Mechanism design
Hij verduidelijkt: ‘Marktwerking in de zorg
kan opgevat worden als een bepaalde sterk
financieel-economische uitwerking van het
verdelen van schaarse middelen met het oog
op het voorzien in behoeften van klanten.
In de praktijk komt dit laatste vaak in het
gedrang. De patiënten in de zorg zijn door
bureaucratisering en perverse financiële
prikkels uit beeld geraakt. Ik pleit daarom
voor het aanknopen bij mechanism design.
Dit is een onderdeel van de economische
theorie waarvoor in 2007 en 2012 de Nobelprijs is gegeven. Mechanism design is een
maatschappelijke architectuur waarbij het
voorzien in behoeften van de burgers als
consumenten van nu en straks en waar ook
ter wereld het uitgangspunt is. Mechanism
design heeft de vormgeving en het karakter
van een strategisch spel, voorzien van
constructieve prikkels. De pluriformiteit van
de psychische karakteristieken van mensen
is daarbij het uitgangspunt. Het individuele
gedrag komt overeen met individuele
oogmerken en past ook in de optimale maatschappelijke uitkomsten.’
De stabiele oplossing
Een mooi voorbeeld van mechanism
design vindt hij het matching-systeem van
Nobelprijswinnaar Alvin Roth om nieren te
verdelen. ‘Als je uitgaat van marktwerking,
dan zouden nieren bij nierdonaties voor de
hoogste prijs naar de rijksten gaan. Wie het
niet kan betalen, krijgt geen nier. Roth stelt
dat een vraagstuk zoals de verdeling van
nieren niet op te lossen is met behulp van de
markt en bedacht een andere constructie.
Hij gaat uit van de voorkeuren van donoren
en ontvangers. Bijvoorbeeld ik wil alleen
aan familie doneren, alleen aan vrouwen,
mannen, kinderen, blanke mensen. Hij
neemt kortom de verschillen en psychische karakteristieken als uitgangspunt. Zo
komt hij tot een stabiele oplossingen: dat
wil zeggen een oplossing waar iedereen
tevreden mee is. Wat hij doet is mensen als
uitgangspunt en uitkomst nemen.’
Koppen bij elkaar steken
Heertje legt uit hoe Laurens een humane
afweging kan maken. ‘In organisaties is
iedereen vaak met zijn eigen onderdeel
bezig. Daarbij wordt veel expertise ingebracht, maar vergeet men vaak de mensen
waar het omgaat. Laurens zou in de hele
organisatie bij elk vraagstuk vroeg of laat
de vraag aan de orde moeten stellen wat
de beslissing betekent voor de mensen die
aan hun zorg is toevertrouwd. De vraag die
daarop zou moeten volgen is wat de beslissing betekent voor de arbeidsvreugde van
de medewerker. Arbeid is niet alleen een
productiefactor, maar ook een consumptiegoed. Hoe beter in de wensen van de
medewerker voorzien wordt, hoe groter
de arbeidsvreugde en de kwaliteit van de
zorg zijn. De slotvraag die Laurens zich
zou moeten stellen is: Waar kunnen we
in de organisatie de protocollen, codes,
procedures en regelgeving vervangen door
andere humane arrangementen die initiatief, integriteit en innovatie bevorderen.
Protocollen werken vaak versplinterend,
vaak is het beter gewoon even de koppen
bij elkaar te steken.’ •
Meer weten over Arnold Heertje:
Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner
Zijn nieuwe boek Economie:
tinyurl.com/qhvyf26
Columns: www.rtlnieuws.nl/arnold-heertje
Creative destruction: www.rtlnieuws.nl/
economie/creative-destruction
Laurens
5
ACTIEF OUD WORDEN IN EUROPA
Studenten buigen zich samen over toekomst ouderenzorg
Hoe stimuleren we ouderen in Europa om zo gezond en actief mogelijk oud
te worden? Die vraag kreeg een groep internationale gezondheidszorgstudenten afgelopen maart voorgeschoteld tijdens het twee weken durende
Intensive Program on Active Ageing in Rotterdam. De zorgverleners van de
toekomst verdiepten zich samen in de materie en presenteerden een serie
eigen ideeën.
‘Een Urban Health Center 2.0 mét stadslandbouw waar senioren terechtkunnen
voor zorg én op een zinvolle manier hun
dag kunnen besteden. Waar ze kinderen
kunnen leren over de natuur, buurtbewoners
kunnen ontmoeten en lekker in beweging
kunnen zijn. Dat was één van de leukste
ideeën die ik heb gehoord van deelnemers
aan ons studieproject’, zegt Mirjam Koning,
docent verpleegkunde aan de Hogeschool
Rotterdam en een van de organisatoren van
het internationale studentenprogramma.
‘Maar er waren nog veel meer goede ideeën.
Enkele studenten fysiotherapie stelden
bijvoorbeeld voor om zoveel mogelijk steden
in Europa leeftijdsvriendelijk te maken,
aansluitend bij het al bestaande WHO Global
Network of Age-friendly Cities and Communities. Ook bedacht een groep studenten een
publiciteitscampagne om juist de kwaliteiten
van ouderen voor het voetlicht te brengen.’
6
Laurens
Een gedeelde uitdaging
Het Intensive Program on Active Ageing is
een initiatief van Cohere, een consortium
van hogescholen en universiteiten dat zich
richt op de training en opleiding van professionals in de gezondheidszorg en sociale
hulpverlening binnen de Europese Unie.
Het project is opgezet naar aanleiding van
het Europese themajaar van 2012 Active
aging and solidarity between generations.
Het Instituut voor gezondheidszorg van de
Hogeschool Rotterdam, ook verbonden
aan Cohere, organiseerde op verzoek van
het consortium het studieprogramma in
Rotterdam. Koning: ‘Het waren inspirerende dagen. Voor vrijwel alle landen in
Europa is Active Ageing een belangrijk
thema, en deze studenten krijgen er in
de nabije toekomst zeker mee te maken.
Overal worden ouderen steeds ouder en
neemt de vergrijzing toe. Hoe zorgen we er
samen voor dat senioren blijven meedoen
in de samenleving en zo lang mogelijk
hun zelfstandigheid en onafhankelijkheid
behouden? Dat is een gedeelde uitdaging.’
Samen met studenten van vergelijkbare opleidingen uit Denemarken, Finland, Hongarije,
Roemenië, Portugal en België volgden enkele
Rotterdamse studenten afgelopen maart
workshops en lezingen over de vergrijzing en
de gevolgen ervan. Ze kregen uiteenlopende
cases voorgelegd en gingen op excursie naar
diverse zorgvoorzieningen in Rotterdam.
Ze voerden onder meer gesprekken met
senioren die gebruikmaken van Zorg aan
Huis van Laurens. ‘Buitenlandse deelnemers
verbaasden zich erover hoe de thuiszorg hier
zo groots is opgezet, dat zijn de meesten
helemaal niet gewend’, zegt Koning.
Creatieve oplossingen op maat
De deelnemers bezochten ook een zorgflat
in de multiculturele Afrikaanderwijk, en
waren verrast hoe Laurens voorzieningen
en activiteiten hier zoveel mogelijk aansluit
op de uiteenlopende culturele achtergronden van bewoners. Koning: ‘Voor
veel deelnemers een echte eye-opener.
Bovendien een goede aanleiding het eens
te hebben over de overeenkomsten en
verschillen tussen aanpak, voorzieningen en
ontwikkelingen in de deelnemende landen.
Want ondanks die gedeelde uitdaging,
hebben we ook te maken met verschillende culturele, geografische en financiële
16
13
50-plussers vertellen hoe zij hun toekomst zien.
omstandigheden. Zo lijkt de trend in Nederland, om verzorgingshuizen te gaan sluiten,
vrij uniek binnen Europa. In de meeste
andere landen is dat (nog) niet aan de orde.
Juist omdat de thuiszorg minder is ontwikkeld. In een land als Portugal nemen veel
kinderen hun ouders nog traditiegetrouw
in huis. In Finland zijn de geografische
omstandigheden soms zo, dat thuiszorg helemaal geen optie is. Daar wonen
ouderen soms erg ver van de bewoonde
wereld. Dus niet overal in Europa kunnen
dezelfde standaard voorzieningen of oplossingen worden ingezet. Dat is wat dit
project goed heeft blootgelegd. Dat je moet
blijven zoeken naar creatieve oplossingen
op maat. En intussen natuurlijk goed kijken
naar wat er bij de buren gebeurt, want je
kunt veel van elkaar opsteken. •
Filmpjes: bekijk de twee leukste critical
movies die gemaakt zijn in het kader van
het Intensive Program on Active Ageing
via www.laurens.nl/uwzorgpartner.
Een blik in de toekomst:
hoe ziet de 50-plusgeneratie van
Rotterdam haar toekomst?
Santkoemar Binda (57):
‘Waarom zou je opeens alleen
tussen mensen van je eigen
cultuur gaan zitten?’
‘Omdat ik hartpatiënt ben en versleten rugwervels heb, kan ik niet
meer werken. Maar ik voel me nog prima in staat om mantelzorger
te zijn voor mijn vrouw Josephien. Zij is na een beroerte in 2008
deels verlamd geraakt en heeft een tijd gerevalideerd. Nu gaat ze
twee middagen per week naar de dagbehandeling van Laurens.
Ook hebben we per week vier uur en drie kwartier huishoudelijke
hulp en komt er in de ochtend iemand langs om mijn vrouw te
helpen met wassen en aankleden. Ik doe de dagelijkse boodschappen en kook het eten. Mijn vrouw doet zelf ook nog wat ze
kan in het huishouden, zoals de was opvouwen.
We hebben een dochter die in de buurt woont en ons helpt. Ze
heeft een grote auto waar ook de rolstoel van Josephien in past en
ze kan ons ophalen en thuisbrengen. Verder hebben we geen familieleden in de buurt die we om hulp kunnen vragen.
Mijn vrouw en ik komen uit Suriname, maar we wonen al vele jaren
in Nederland en willen hier oud worden. De dagbehandeling is
een uitje voor Josephien, ze heeft daar haar sociale contacten en
iedereen leeft met elkaar mee. Er bestaat ook een speciale Hindoestaanse dagverzorging, maar wij vinden ‘gemengd’ beter. Waarom
zou je als je ouder wordt opeens alleen tussen mensen van je eigen
cultuur gaan zitten? Zo verleer je de Nederlandse taal nog. Voor
mij is het fijn om een paar uur per week voor mezelf te hebben
terwijl ik weet dat mijn vrouw in goede handen is. We hopen dat
de dagbehandeling en het vervoer op maat blijven bestaan als de
gemeente de zorg straks overneemt. De gemeente wil meer met
vrijwilligers gaan werken, maar ik zou er moeite mee hebben om
een vreemde zomaar te vertrouwen. Josephien en ik hopen het nog
lang op deze manier vol te houden, met de hulp van onze dochter
en de professionele zorg. We genieten nog steeds. Van onze vakanties, afgelopen februari waren we nog in India, maar ook van een
wandeling langs de Maas of een bezoekje aan de markt.’ •
Laurens
7
‘HET
IS EEN
parachutesprong’
In zijn boek ‘In het oog van de orkaan’ beschrijft hoogleraar Transitiekunde Jan Rotmans de kantelperiode waarin we ons nu bevinden
richting een ander type samenleving. Die verschuiving betekent dat de
ouderenzorg er over tien jaar totaal anders uitziet. Rotmans legt uit wat
we kunnen verwachten en om welke hervormingen dat vraagt.
8
Laurens
‘De wereld ziet er over pakweg tien jaar
totaal anders uit’, zegt Jan Rotmans.
Ouderen vormen dan het grootste deel van
de bevolking en zetten de teneur als het
gaat om cultuur. Hun status is tegen die
tijd ook veranderd. Nu ziet men ouderen
vaak als kwetsbare mensen die hulp nodig
hebben. Over tien jaar is het normaal dat je
tot je zeventigste werkt en spelen ouderen
een grote rol in de zorg en het onderwijs
als ondersteuner en coach. Er zal straks
een grote behoefte zijn aan hun kennis. Het
wordt normaal dat mensen zolang mogelijk
maatschappelijk en economisch gezien
voor zichzelf zorgen. Daarbij speelt technologie een grote rol. Mensen hebben steeds
vaker robots in huis die stofzuigen, helpen
met koken en zorghandelingen kunnen
verrichten zoals steunkousen aantrekken.
Cash geld is er niet meer. Betalen gebeurt
digitaal, bijvoorbeeld via een chip onder
de huid. Via apps kun je zelf je cholesterol
en bloeddruk controleren. Contact met de
huisarts verloopt veelal via een webcam of
hij komt bij je thuis. Ook kleine operaties
zullen steeds vaker in huis worden uitgevoerd. Ouderen leven steeds vaker in
kleine gemeenschappen in aangepaste
woningen waar ze voorzieningen op het
gebied van energie en zorgondersteuning
kunnen delen.’
Verbinden en faciliteren
Nieuwe technologie en ontwikkelingen op
het gebied van voeding, energie en social
media bieden enorme mogelijkheden.
Ze zijn echter voor een bepaalde groep
mensen straks ook een belemmering. ‘Als
je tussen de tachtig en honderd jaar oud
bent, is het uitzonderlijk als je nog alles
zelf kunt. Ook is het dan vaak moeilijk om
te gaan met nieuwe technologie die de
zelfredzaamheid vergroot. Voor die groep
mensen moeten we nog beter gaan zorgen.
Dat vraagt andere competenties van
zorgmedewerkers. Zij moeten niet alleen
de zorg verlenen die echt nodig is, maar
ze krijgen ook een verbindende en faciliterende rol. Ze moeten ouderen bijvoorbeeld
leren omgaan met robots en social media.’
‘Zelfsturing is ook
niet iets wat je
klakkeloos kunt
kopiëren; er is geen
spoorboekje’
Revolutie
De rol van zorgverleners verandert. ‘We
gaan op een moderne manier ‘terug naar
vroeger’ in de benadering van klanten. Dit
betekent dat er de komende tien jaar binnen
zorgorganisaties een paradigmawisseling
plaats moet vinden van ‘verzorgen’ naar
‘ondersteuning bij het zolang mogelijk zelfstandig functioneren’. De mens komt weer
centraal te staan en de samenwerking met
het informele netwerk wordt veel belangrijker. Om dat aan te kunnen zijn moderne
organisaties nodig die platter en zelfsturend
zijn, en werken op basis van vertrouwen.
Zo’n hervorming is een parachutesprong: je
moet wel durven. Zelfsturing betekent dat
je als organisatie echt de sturing los moet
laten. Dat vinden veel zorgorganisaties eng
en daarom bouwen ze vaak een veiligheidsmechanisme in waarmee ze toch weer
monitoren of financieel afrekenen. Dan doe
je het nét niet. Zelfsturing is ook niet iets
wat je klakkeloos kunt kopiëren; er is geen
spoorboekje. Zelfsturing is een filosofie die
je in alle gelederen moet doorvoeren. Dat
heeft tijd nodig. Zorgmedewerkers willen
nu klanten nog vaak zoveel mogelijk uit
handen nemen en zijn niet gewend om op
basis van vertrouwen voor hun werkgever
te werken. Zulke veranderingen doorvoeren
in een zorgorganisatie is een revolutie.’
Geduld, tact en vertrouwen
Rotmans legt uit hoe zorgorganisaties
het beste veranderingen door kunnen
voeren. ‘Bij een transitie gaat het altijd om
een verandering van cultuur, structuur en
werkwijze. Cultuurverandering is daarbij
het belangrijkst, maar tegelijkertijd ook het
moeilijkst. Een cultuurverandering kun je
niet topdown of vanuit een document doorvoeren, maar vraagt veel geduld, tact en
vertrouwen. Dat begint bij een visie voor de
komende vijf tot tien jaar met daarbinnen
veel ruimte voor experimenten. Zo’n visie
ontwikkel je vanuit een transitie-arena: een
groep mensen die een dwarsdoorsnede van
de organisatie vormt. Dat zijn managers,
directieleden en mensen van de werkvloer
die samen een lerend netwerk vormen. Met
dit lerend netwerk bepaal je samen de stip:
wat is de 3.0 versie van onze organisatie?
Waar zitten de pijnpunten: waarom werken
we niet zoals we willen werken? Wat zijn
goede proefprojecten en instrumenten die
we nodig hebben om de nieuwe organisatie
vorm te geven? Vanuit dit netwerk wordt
ook bepaald wat geleerd is van experimenten en welke geschikt zijn om op te
schalen. Ook bij de experimenten begin je
klein: met tien tot vijftien mensen. Is een
experiment succesvol, dan kun je opschalen
naar andere delen van de organisatie. Als je
veranderingen in één keer wilt doorvoeren
haal je teveel weerstand in huis. Optimale
transitie verloopt in dezelfde segmenten
als die van de innovatietheorie: je begint bij
de koplopers de mensen die out-of-the-box
denken, dan schaal je op naar de pioniers,
de voorlopers, de achterlopers en kom je tot
slot bij de achterblijvers. In de laatste groep
zitten mensen met de meeste weerstand,
daarvan zal een deel de omslag maken en
een deel vertrekken.’
Rol gemeente
De gemeente speelt een belangrijke rol in
de transitie van zorgorganisaties. ‘De
decentralisatie van de ouderenzorg van rijk
naar gemeente komt wel goed. Al zal dat
niet voor 1 januari 2015 een feit zijn. De
benodigde cultuuromslag is een ander
ver­haal. Als gemeenten op de oude manier
verder gaan, waarbij hetzelfde aantal zorgorganisaties ieder aan een stukje van de
puzzel werkt, worden er straks met minder
geld dezelfde fouten gemaakt. Beter is een
aantal partijen te selecteren op basis van
kwaliteit, vertrouwen en betrouwbaarheid.’ •
Meer weten over Jan Rotmans:
Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner
Blogs: www.janrotmans.nl
Samenvatting ‘In het oog van de orkaan’:
tinyurl.com/qeebzzd
Laurens
9
Waarom ook
eigenlijk niet?
10 Laurens
Met aan dank aan ss Rotterdam
De dwarsdenkers:
Betty Birkenhäger werkt sinds twee jaar
als specialist ouderengeneeskunde bij
Laurens Stadzicht. Sinds maart is ze ook
programmamanager van het Laurens
Leerhuis Dementie. Birkenhäger is een
van de trekkers binnen Laurens als het
gaat om ‘anders denken’ over bijzonder
gedrag van dementerende ouderen.
Betty Birkenhäger:
‘Hoe ga ik er mee om
staat centraal en niet
hoe bestrijd ik dat’
‘Ik heb moeite met het stempel ‘vervelend’
dat bepaald gedrag van dementerende
ouderen heeft’, vertelt ze. ‘Als een oudere
niet gewassen wil worden of alleen maar
wil dwalen, is dat vaak eigenlijk normaal
gedrag dat bij de ziekte hoort. Wij –
familie, mantelzorgers en zorgmedewerkers – ervaren dat vaak als een probleem
en willen het gedrag beïnvloeden. Maar
waar het vooral om zou moeten gaan is
hoe de bewoner het gedrag ervaart en of
het gedrag gezondheidsrisico’s met zich
meebrengt.’ Birkenhäger vervolgt dat er
vaak te snel voor medicatie wordt gekozen.
‘De medicijnen die sommige ouderen met
dementie slikken om hun gedrag te beïnvloeden, hebben vaak meer bijwerkingen
dan werking. Als het even kan moeten we
medicijngebruik dus zien te voorkomen.
Een ontwikkeling die binnen Laurens en bij
andere zorginstellingen steeds meer ruimte
krijgt. In Laurens Stadzicht brengen we
in een pilot het Verenso-protocol van de
beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde dat hierop aansluit in de
praktijk. De verzorgenden duiden via een
lijst het gedrag van de bewoner. Vragen
zijn bijvoorbeeld: op welk moment van de
dag vertoont iemand probleemgedrag?
Heeft de klant pijn, zit het gebit wel goed,
verstaat hij je wel goed, wordt hij wel goed
benaderd? De uitkomst bespreken we en
daarna komen we samen tot een oplossing. ‘Hoe ga ik er mee om’ staat daarbij
centraal en niet ‘hoe bestrijd ik dat’. Samen
moeten we de scheidslijn bepalen. Klanten
sederen om te kunnen scheren omdat de
echtgenote daar bijvoorbeeld op staat,
zal niet snel gebeuren. Ook voor nagels
knippen bij een klant die zich verzet zijn
vaak andere oplossingen. Maar wat als een
klant die incontinent is voor ontlasting niet
gewassen wil worden en gewelddadig is
waardoor medewerkers bang zijn om naar
het werk te komen? Dan vinden wij sedatie
wel een reële mogelijkheid. Niet wassen
geeft een te groot gezondheidsrisico en is
mensonterend. ‘Maar’, benadrukt Betty ‘als
je voor medicatie kiest, moet die ook goed
werken en zo weinig mogelijk bijwerkingen
hebben.’ Om te bepalen welke medicatie
daarvoor geschikt is, doet Birkenhäger
momenteel wetenschappelijk literatuuronderzoek. ‘Ik bekijk zeer breed welk onderzoek al gedaan is om dit soort medicatie te
kunnen verminderen en hoe we de vertaalslag naar Laurens kunnen maken.’ •
Erwin Scholten is sinds februari 2010
logopedist neurorevalidatie bij Laurens
Antonius IJsselmonde. Hij houdt zich
bezig met neurologische taal-, spraak- en
slikproblemen. Onlangs ontwikkelde hij
een nieuw protocol voor behandeling via
biofeedback.
verslikken. Daardoor ontstaat sneller een
longontsteking en is het soms alleen via
een sonde mogelijk om voeding binnen te
krijgen. Mensen met slikproblemen hebben
vaak een sensibiliteitsprobleem. Een
gezond mens hoest als hij zich verslikt. Die
lichamelijke reactie ontbreekt bij mensen
met een sensibiliteitsprobleem. Ze kunnen
daardoor de kwaliteit van het eigen slikken
slecht beoordelen.’
[email protected]
Laurens wil medewerkers die nét even
anders denken dan anderen de ruimte
geven te experimenteren. Drie voorbeelden
daarvan zijn Betty Birkenhäger,
Erwin Scholten en Mark Verhart. Met hun
out-of-the-box-visie weten ze anderen te
inspireren en brengen ze veranderingen
‘Bij slikproblemen kun je denken aan niet
goed kunnen eten of drinken en je vaak
in de organisatie teweeg die ten goede
komen aan onze klanten, hun familie en
mantelzorgers, medewerkers en onze
stakeholders.
Erwin Scholten:
‘Biofeedback geeft revalidanten de
controle over het slikken terug’
Scholten bedacht een behandelprotocol
waardoor klanten die feedback van het
lichaam met een omweg toch krijgen.’ Bij
de methode biofeedback worden elek-
Laurens 11
troden op de keel gezet die verbonden zijn
met een computer. De klant kan vervolgens
op het scherm zien hoe efficiënt hij slikt. ‘Ik
kreeg bij Laurens de ruimte om de methode
op kleine schaal te testen. Uit dit onderzoek
blijkt dat klanten dankzij biofeedback weer
meer controle krijgen over het slikken en
dat een lichte verbetering in de kracht van
het slikken optreedt.’
Scholten stak de afgelopen anderhalf jaar
veel tijd in het schrijven van een protocol.
Onlangs presenteerde hij een voorstel voor
een grootschalig onderzoek aan de wetenschappelijke onderzoekscommissie van
Laurens. ‘Daar is enthousiast op gereageerd
en er zijn gelden voor vrijgemaakt. Mijn doel
is goede diagnostiek via FEES (Functionele
Endoscopische Evaluatie van het Slikken)
waar wij ook trainingscentrum voor zijn, te
combineren met een adequate behandeling. Zo kunnen neus- en maagsondes, die
paradoxaal genoeg vaak slikproblemen
kunnen verergeren en veroorzaken, eerder
verwijderd worden. Daardoor is kostbare
sondevoeding niet meer nodig. Op deze
manier verbeter je de kwaliteit van leven en
bespaar je kosten.’
Samen met een leverancier bedacht
Scholten ook het spreekuur stemrevalidatie gericht op klanten die bijvoorbeeld
na het verwijderen van een tumor in de
keel zonder stembanden verder moeten.
Scholten: ‘Na de ‘officiële’ revalidatieperiode bleken er nog veel verbetermogelijkheden te zijn, onder meer door gebruik van
hulpmiddelen. Dit spreekuur is erop gericht
klanten hierover te informeren.’ •
[email protected]
12 Laurens
Mark Verhart:
‘Wij denken vanuit de
gedachte: Waarom ook
eigenlijk niet?’
Mark Verhart is
sinds juli 2013 adviseur
en projectleider Innovatie en Ontwikkeling bij Laurens. Hij is van huis uit
industrieel ontwerper. Het feit dat hij
géén ervaring had met zorg was bij de
sollicitatie een pre.
‘Wij zijn katalysator
en proberen een
innovatief klimaat te
creëren’
‘Mijn belangrijkste taak is om de
behoeften van klanten en zorgmedewerkers te inventariseren en die te koppelen
aan de mogelijkheden in de markt. Er
is technologisch gezien ontzettend veel
mogelijk. Maar de industrie kent de
problematiek van de zorg vaak onvoldoende en zorgmedewerkers zijn geen
techneuten; ze zijn soms zelfs angstig
voor technologie. Ik ben – samen met
mijn collega Leo Groeneweg – werkzaam
als ‘bruggenbouwer’. Tijdens de vraagverkenning draait het voor mij vooral om de
vraag: wat willen we nu echt bereiken?
Technologie speelt op dat moment nog
geen rol. Het is een van de oplossingen
en geen doel op zich. Omdat ik industrieel ontwerper ben, gebruik ik tastbare
en visuele methodes om behoeften en
vragen te onderzoeken. Bijvoorbeeld
A3-werkvellen waarop de probleemsituatie visueel is geschetst. Bij een inventarisatie over bewegingsvrijheid van
bewoners heb ik bijvoorbeeld alle ruimtes
getekend. De zorgmedewerkers konden
vervolgens op de vellen aangeven wie
op welke plekken op de afdeling naar
binnen zouden mogen. Ook konden ze
beschrijven wat hun ideale situatie voor
bewoners zou zijn. Zo voorkom je stapels
papierwerk en kom je sneller tot de kern.
Een andere methode is dat ik iedereen
om beurten in een minuut zijn of haar
gedachte laat opschrijven en het vel dan
door wordt gegeven. Zo zie je snel de overeenkomsten en verschillen en hoef je met
elkaar alleen maar over de verschillen na
te denken. Bovendien krijg je zo ook boven
water wat ‘de zwijgers’ vinden. Grappig is
dat zorgmedewerkers geregeld opmerken
dat we het helemaal niet over technologie
gehad hebben tijdens zo’n sessie.’
Verhart verzint samen met zijn collega van
alles, zoals bijvoorbeeld ‘Het huis van
mevrouw Van Oudenaarden’. Een proefruimte
ingericht als appartement, om te demonstreren hoe technologie ons kan ondersteunen om langer zelfstandig en fijn thuis te
blijven wonen (zie pagina 17). Geen science
fiction, maar gewoon tastbare producten
waar klanten en medewerkers mee kunnen
kennismaken en mee kunnen ‘spelen’.’
‘Wij zijn katalysator en proberen een
innovatief klimaat te creëren, ideeën van
anderen op een hoger plan te tillen, te
filosoferen, trends te volgen en vooral het
gezonde verstand te gebruiken en gewoon
te doen. Wij denken niet vanuit dogma’s en
traditie, maar vanuit de gedachte: Waarom
ook eigenlijk niet?’
Pilots die momenteel lopen zijn naast ‘Het
huis van mevrouw Van Oudenaarden’ onder
meer het Laurens Living Lab (zie pagina
14) en een test met radartechnologie in
Delfshaven. Verhart: ‘Met behulp van radar
kan letterlijk de ademhaling van klanten
gemeten worden. Zo meet je niet alleen of
de klant in bed ligt, maar ook hoe hij of zij
in bed ligt. Ook doen we mee aan Europese
projecten onder andere op het gebied van
zelfmanagement. Naast het testen van individuele oplossingen, denken we uiteraard
ook na over de vraag: Hoe past dit geheel
van mogelijkheden in ‘het Laurens van de
toekomst’.’ •
[email protected]
Een blik in de toekomst:
hoe ziet de 50-plusgeneratie van
Rotterdam haar toekomst?
Hans Alphenaar (67):
‘Ik hoop dat er in de toekomst
wordt gekeken naar wat iemand
écht nodig heeft’
‘Ik woon samen met mijn vrouw Ineke (65) in het Lloydkwartier in
Rotterdam. Omdat ik aan de Ziekte van Parkinson lijd, worden mijn
spierkracht en motoriek aangetast. Daarom heb ik wekelijks zorg aan huis
nodig bij het douchen en aankleden. Vroeger hielp mijn vrouw me daarbij,
maar ook zij heeft al enige tijd gezondheidsproblemen. Ze is geopereerd
aan een tumor in haar hoofd en revalideerde daarna drie maanden in een
verpleeghuis. In die drie maanden zorgde ik voor mezelf en hoewel dat is
gelukt, was het behoorlijk zwaar. Op dit moment maak ik gebruik van een
half uur Zorg aan Huis per week. We betalen een hoge eigen bijdrage en
proberen onze uitgaven aan zorg zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast
hebben we drie uur per week een particuliere huishoudelijke hulp. Omdat
de tumor is teruggekomen bij Ineke moet ze bestraald worden. We willen
heel graag zelfstandig blijven wonen, maar het hangt natuurlijk af van
onze lichamelijke conditie. Waar ik veel baat bij heb is de specialistische
fysiotherapie die ik krijg bij ParkisonNet. Deze wordt gelukkig wel vergoed.
Voor mij begint autorijden problematisch te worden en een wens voor
de toekomst is dan ook dat ik op een gemakkelijke manier vervoer kan
regelen.
Onze drie kinderen zijn zeer betrokken bij ons, maar het zijn dertigers
met drukke banen en jonge kinderen. We willen ze niet belasten zolang
het niet echt nodig is. In de flat waar wij wonen, kom je je buren maar
sporadisch tegen. Zoiets als een netwerk van buren die elkaar helpen,
komt hier dus niet zo snel van de grond. Wel komt er iedere vrijdagmiddag
iemand langs om een potje met me te schaken via een maatjesproject
van het UWV. Dat vind ik erg leuk. Met de bezuinigingen op de zorg en
de overheveling van de AWBZ en Wmo naar de gemeente, is de toekomst
best onzeker. Ik houd er rekening mee dat ik door mijn ziekte op den duur
24-uurszorg nodig heb, maar hoe ziet dat er tegen die tijd uit? Ik hoop dat
de gemeente de zorg dichter bij de klant kan organiseren en dat er wordt
gekeken naar wat iemand écht nodig heeft. Onze ervaring is dat je door
een landelijke instantie als het CIZ al snel in een hokje wordt geduwd.’ •
Laurens 13
De basis: klei,
Makey Makey
Pianospelen op de muur, het moet
niet gekker worden!
en lol.
Laurens Antonius
IJsselmonde 3 april 2O14
Drie studenten van de Hogeschool Rotterdam
veranderen met stukjes klei, een Makey Makey-setje
(printplaatje + elektrodes) en een aantal laptops en
pc’s, radicaal de kijk van verzorgenden op de revalidatie van klanten met niet aangeboren hersenaandoeningen. De kern is simpel: sluit aan bij de
belevingswereld van de klant en laat ‘lol’ de boventoon voeren tijdens het revalideren.
De studenten koppelen heel
slim een spelelement aan een
behandeldoel.
Leo Groeneweg is adviseur technische innovatie bij Laurens
14 Laurens
Door een herseninfarct is het geheugen en het spraakvermogen van mevrouw Ten Broek verslechterd.
De ‘uitvinders’ Thijs, Jasper en Jose
Kijk: de techniek.
Het is eigenlijk
heel simpel.
Tijdens het Living Lab
werd ook geoefend met
computerspelletjes. Jasper:
‘Zo oefen je cognitieve
vaardigheden die je
eigenlijk bij alle dagelijkse
handelingen nodig hebt.’
Annemarie is senior
teamleider bij
Laurens Antonius
IJsselmonde
Dat klinkt
helemaal niet
gek!
KLEI???
Dat gaat wel
makkelijk zo.
Pianospelen op de muur is een prima
manier om hoge oefeningen te doen.
Ik maak graag
denkpuzzels.
Toetsen van klei zijn makkelijker te bedienen,
dan de kleine knopjes van een toetsenbord.
Mooi zo, goed
naar voren.
Oefenen we
direct de
rompfunctie.
Bekijk meer toepassingen
van Makey Makey via:
www.makeymakey.com.
Meneer Stegers heeft moeite met
fijne motoriek en schrijven.
Makey Makey kost
5O euro. De drempel
is dus laag.
Ik denk dat het
echt wat kan
zijn!
Met Makey Makey kunnen revalidanten van alles
oefenen wat ze in het dagelijkse leven nodig
hebben: de deurkruk naar beneden bewegen, de
sleutel in het slot draaien…
Mark Verhart is adviseur technische
innovatie bij Laurens
Met dank aan:
Jose Luis Rasmussen, Thijs Rensen
(beiden student gezondheidszorg
technologie), Jasper Slooten (student
ergotherapie), Mark Verhart, Leo
Groeneweg (beiden adviseur
technologische innovaties bij Laurens),
Meneer Pleisier, Meneer Stegers,
mevrouw Ten Broek, Annemarie de
Waard (senior teamleider Laurens).
Laurens 15
Memed Zararsiz (50):
‘Als ik oud en hulpbehoevend
ben, wil ik het liefst met
andere ouderen wonen’
‘Mijn ouders zijn vijftien jaar geleden teruggegaan naar Turkije om
daar oud te worden, maar ik wil in Nederland blijven. Ik woon en
werk hier sinds 1981. Mijn vier kinderen tussen de 20 en 28 jaar
zijn hier opgegroeid en inmiddels heb ik ook een kleindochter. Als
penningmeester van de Turkse Stichting Birlik spreek ik vaak oudere
mensen uit mijn cultuur. Wat mij dan opvalt is dat het in de Turkse
gemeenschap al lang niet meer vanzelfsprekend is dat kinderen
voor hun ouders zorgen als deze hulpbehoevend worden. Soms wel
een tijdje. Maar op een gegeven moment wordt het te zwaar om
die zorg te combineren met hun eigen gezin en baan en zoeken ze
een plaats in een verzorgingshuis voor de ouder. Zo gaat het niet
alleen in Nederland, maar ook in Turkije. Ook daar is de samenleving
veranderd en heb je goede verzorgingshuizen voor ouderen.
Het is jammer dat er in de toekomst geen verzorgingshuizen meer
zijn. Ik zou ik daar zeker voor gekozen hebben vanaf het moment
dat ik hulp nodig zou hebben bij de gewone dagelijkse dingen zoals
wassen, koken, aankleden, lopen. Het lijkt me heel vervelend als ik
mijn kinderen daarmee zou moeten belasten. Ik zou me bezwaard
en ongelukkig voelen. Het lijkt het me ook minder eenzaam om
samen met andere ouderen te wonen. Voor mij hoeft dat trouwens
niet speciaal in een Turkse of Islamitische groep te zijn, ik geef
de voorkeur aan een multiculturele omgeving. En dan zouden
mijn kinderen en kleinkinderen in de weekenden op bezoek
kunnen komen.’ •
16 Laurens
Een blik in de toekomst:
hoe ziet de 50-plusgeneratie van
Rotterdam haar toekomst?
Dit is het Huis van mevrouw Van Oudenaarden. Op het blote oog een
doodgewone seniorenwoning. Maar schijn bedriegt: via de televisie
kun je straks bijvoorbeeld beeldbellen en met een druk op de knop
open je de gordijnen of doe je het licht aan. De woonruimte is bedoeld
als experiment. Hier kunnen klanten en medewerkers kennismaken,
oefenen en vooral hun mening geven over technologie die het mogelijk
De gegevens die deze
‘slimme’ weegschaal
onthoudt, deel je via een
tablet of mobiele telefoon
gemakkelijk met bijvoorbeeld
een behandelaar.
maakt langer op een fijne manier zelfstandig te blijven wonen.
Het Huis van mevrouw
Van Oudenaarden
De oudere van de toekomst woont zolang
mogelijk thuis en houdt zo lang mogelijk
de regie over zijn of haar eigen leven. Dat
technologie daarbij een steeds belangrijkere
rol zal innemen is duidelijk. Welke technologische oplossingen daarbij uitkomst bieden,
nog niet. Om te onderzoeken wat echt
werkt heeft Laurens verschillende leveranciers namens mevrouw Van Oudenaarden
‘aan het werk gezet’.
valt, wil ze dat een selecte groep mensen
(dochter, buurman en (thuiszorg)medewerker) snel zelfstandig bij haar naar binnen
kan. Ook wil ze bijvoorbeeld graag weten
wie er voor de deur staat zonder de deur te
openen. Haar dochter wil onder meer op
afstand met haar moeder kunnen communiceren en wil weten wat de mogelijkheden
zijn om haar moeder op gepaste wijze af en
toe te volgen in haar dagelijks leven.
Casus
Leo Groeneweg, adviseur en projectleider
Innovatie en Ontwikkeling bij Laurens:
‘We hebben op basis van een casus van
een fictieve klant verschillende producenten
benaderd om het appartement met hun
oplossingen in te richten.’ In de casus staan
onder meer de wensen van de mevrouw
Van Oudenaarden en haar dochter
beschreven. De klant wil bijvoorbeeld graag
zoveel mogelijk zelf (blijven) doen. Als ze
wel hulp nodig heeft, bijvoorbeeld als ze
‘Slimme’ weegschaal
Groeneweg: ‘We zijn momenteel druk bezig
met inrichten. Idee is een mix te maken
van hulpmiddelen die ouderen in principe
zelf kunnen aanschaffen en specifieke
zorg­domotica. Dat kunnen bijvoorbeeld
een televisie zijn waarmee je kunt beeld
bellen en gordijnen die je op afstand kunt
bedienen. Of bijvoorbeeld een ‘slimme’
weegschaal die gewichtsgegevens bijhoudt
die je via je tablet of smartphone doorgeeft
aan de huisarts of diëtiste.’
De wijk in
De pilot is bedoeld om vrijblijvend te
kunnen snuffelen aan technologische
hulpmiddelen en oplossingen. De technologie zal in tijdsblokken van ongeveer drie
maanden wisselen. Tweede stap is om
kansrijke technologieën aan te bieden via
een pilot in de wijk. •
Casus en plattegrond Huis van mevrouw
Van Oudenaarden:
www.laurens.nl/uwzorgpartner
Laurens 17
Besparingen in de zorg? Volgens Aad Nales, directeur van Rotterdam
Community Solutions is er nog een flinke slag te slaan. Níet door te
besparen op zorgmedewerkers en de kwaliteit van zorg, wél door dure
administrateurs grotendeels de laan uit te sturen.
‘Hiërarchie in de zorg is duur en bovendien
vaak niet nodig’, zegt Aad Nales. Nales
is directeur van Rotterdam Community
Solutions (Rotterdam CS), een bedrijf dat
ict-oplossingen maakt voor zelforganisatie. ‘We zijn in Nederland te ver doorgeslagen in het indiceren van zorgbehoeftes
en de bijbehorende protocollen voor het
toekennen van de benodigde zorg. Dat
geldt zowel voor zorgorganisaties als
voor zorgverzekeraars. Georganiseerd
wantrouwen noem ik dat. Het is allemaal
veel te ingewikkeld geworden. Als je een
auto least zijn er drie vragen belangrijk:
kun je het betalen, hoeveel rijd je en voor
hoeveel jaar wil je leasen? Als het zo simpel
kan, waarom maken we het in de zorg dan
zo ingewikkeld? Alles is tot op de minuut
vastgelegd, maar juist dat vastleggen kost
het meeste geld. Ik pleit daarom voor meer
zelforganisatie door zorgmedewerkers.’
Dat versimpeling van het administratieve
systeem ook enige vorm van misbruik in de
hand werkt is onvermijdelijk, denkt Nales.
‘Soms zal een klant teveel zorg krijgen en er
zal ook vast wel eens een klant overstappen
naar de concurrent. Maar dat moet je op
de koop toenemen. Het is uiteindelijk een
keuze: vertrouw je op het oordeel van de
thuiszorgmedewerker bij het toekennen van
zorg. Of maak je er een dure papierwinkel
18 Laurens
van? Door werknemers meer zelf te laten
regelen is uiteindelijk zo’n zeventig procent
van de administrateurs niet nodig. Daar zit
voor zorgorganisaties en zorgverzekeraars
de winst.’
de klant, de leveranciers en de medewerkers. De samenwerking moet bovendien
voor iedereen voordeel opleveren, alleen
dan maakt men er gebruik van en is een
oplossing succesvol.’
Planners overbodig
Thuiszorg Rotterdam maakte onlangs
met behulp van een door Rotterdam CS
ontwikkelde tool een flinke stap naar een
‘plattere’ organisatie. Het gaat om een
roosteroplossing die planners overbodig
maakt. Nales: ‘De tool die te bedienen is
via de smartphone houdt rekening met een
aantal basiselementen: het aantal uren dat
verzorgenden werken, wanneer ze wel en
niet kunnen, ziekte, vakantie maar ook met
de voorkeur in volgorde van bezoeken aan
klanten en ‘plakkerigheid’. Dat laatste wil
zeggen dat de tool ‘onthoudt’ wie er op
welk dagdeel het meest is geweest bij een
bepaalde klant, zodat in de toekomst ook
die koppeling wordt gemaakt.’
iPad-generatie
Nales ziet veel kansen in de veranderende
ouderenzorg voor ict-oplossingen die
samenwerking vergemakkelijken. Nales: ‘De
iPad-generatie komt eraan. Vijf jaar geleden
bleek uit onderzoek van de Hogeschool
Rotterdam dat in Pendrecht drie procent
van de klanten van Thuiszorg Rotterdam
over internet beschikt. Inmiddels is dat
gegroeid naar dertig procent en ik verwacht
dat over vijf tot zes jaar vrijwel alle klanten
over internet beschikken. Die ouderen gaan
veel vaker gebruik maken van oplossingen
die via het internet aangeboden worden. Je
ziet het nu al. Neem bijvoorbeeld de Burenhulpcentrale, die inmiddels in gemeentes
Den Haag en Hilversum gebruikt wordt. Een
ict-oplossing die de beschikbaarheid van
vrijwilligers koppelt aan de zorgvraag. We
gaan daarbij uit van de moderne vrijwilliger:
mensen die graag wat voor een ander doen
maar liever niet op een vaste dag. Voldoen
aan die wensen werkt, het aanbod aan vrijwilligers is momenteel groter dan de vraag.
Een andere oplossing waar wij momen-
Samenwerking
De tool bespaart de organisatie geld, is
erg klantgericht en houdt rekening met
de wensen van medewerkers. Nales:
‘Uitgangspunt van alle tools van Rotterdam
CS is samenwerking. Alle betrokkenen
moeten zich in de oplossing kunnen vinden:
teel aan werken is Mooved. Een digitaal
samenwerkingsplatform dat het vervoer
voor ouderen afstemt tussen vervoerders, de klant en vrijwilligers. Vervoerders
krijgen door hoe laat ze een oudere moeten
ophalen en waar die persoon naar toe
moet. De oudere of vrijwilliger krijgt tijdig
een melding, zodat hij of zij – eventueel met
hulp van een vrijwilliger – klaar staat als de
vervoerder aankomt. Tien jaar geleden toen
minder mensen over internet beschikten
was zoiets ondenkbaar geweest.’ •
Meer weten over Aad Nales:
Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner
Rotterdam CS:
www.rotterdam-cs.com/nl/aad
‘Maak je er een
dure papierwinkel
van of vertrouw je
op de thuiszorgmedewerker?’
‘WEG
met het
georganiseerde
wantrouwen’
Laurens 19
‘Het HART
moet terug
in de zorg’
20 Laurens
Alexander Maas adviseert Laurens bij het schetsen van een
organisatieontwerp om beter in te kunnen spelen op de ouderenzorg
van de toekomst. ‘Het hart moet terug in de zorg. En de organisatie
moet daaromheen worden gebouwd.’
De ouderenzorg is de afgelopen decennia
sterk ‘vermanaged’’, zegt Maas. ‘Het
systeem is financieel, administratief en
procesmatig zo efficiënt mogelijk ingericht.
Daardoor komt de spontane en natuurlijke
interactie tussen klanten en zorgprofessionals in de knel. Dat doet geen recht aan de
ouderen en is bovendien heel moeilijk voor
mensen die vanuit hun hart voor de zorg
hebben gekozen.’ Maas is bijzonder hoogleraar Humanisering en verandering van zorg
aan de Universiteit voor Humanistiek. Hij
is daarnaast als hoofddocent organisatieontwikkeling verbonden aan de Rotterdam
School of Management van de EUR.
Transitie en transformatie
De beleidswijzigingen als gevolg van de
overheveling van de ouderenzorg vanuit de
AWBZ naar gemeente (Wmo) en zorgverzekeraars, worden vaak aangeduid met de
term ‘transitie’. Maas: ‘Voor zorgorganisaties – voor managers en medewerkers
bij Laurens – betekent deze transitie dat
ze moeten transformeren. Een dergelijke
verandering gaat over gedrag en cultuur en
over een andere manier van werken.’
Hier liggen kansen, volgens Maas. ‘Men
roept in de zorgsector al jaren dat de klant
centraal moet staan. Dit is het moment om
af te rekenen met de oude modellen waarin
de zorg is gegoten. Laten we nu eens écht
kijken naar de behoeften van ouderen en
zorgprofessionals. Wat willen zij? En laten
we die behoeften benaderen vanuit de
relatie tussen oudere en zorgprofessionals
in plaats vanuit de organisatie. Die relatie is
immers de basis voor de zorg. Een organisatiestructuur zou daaromheen gebouwd
moeten worden.’
Relatie centraal
Een traditionele zorgorganisatie is een
piramidevorm met bovenin een bestuurder
en daaronder respectievelijk directeuren,
managers en afdelingshoofden, en
helemaal onderaan de zorgprofessionals.
Veranderingen worden vaak bovenin
bedacht en onderaan geïmplementeerd.
Wat nodig is, is dat de dynamiek die op
de werkvloer ontstaat, de top inspireert.
Een kanteling die al op sommige plekken
zichtbaar is. Als voorbeeld noemt Maas
zelfsturende teams, ‘zichtbare schakels’
en platforms, zoals het multidisciplinaire
overleg (MDO). Maas: ‘Het zijn voorbeelden
waarin de dynamiek en samenwerking
voortkomen uit wat er in de praktijk nodig
is. Soepele organisatievormen die ten
dienste staan van de klant/professionalrelatie, ondersteund door relevante stafafdelingen in het bedrijf.’
In het organisatieontwerpproces van
Laurens, waarbij Maas als adviseur
betrokken is, vormt deze klant/professionalrelatie het uitgangspunt. ‘De bedoeling is
om de andere processen, zoals Innovatie
en Ontwikkeling, ICT, planning, financiering
en HRM, zo te organiseren dat zij die relatie
faciliteren. Dat lijkt in eerste instantie erg
complex, maar er zijn tal van voorbeelden
waarbij dat prima lukt. Kijk naar bedrijven
als Apple en Google die zich volledig naar
de klant voegen. Je zou bijna vergeten dat
er achter de digitale platforms überhaupt
een organisatievorm zit. Ook in de zorg
wordt geëxperimenteerd met dit uitgangspunt, zij het nog mondjesmaat.’
Taal en gedrag
Wat het lastig maakt voor organisaties
als Laurens is dat je niet vanuit het niets
een organisatie ontwerpt, maar vanuit een
bestaand model. Maas: ‘Op papier is dat
geen probleem, maar de consequenties
voor de bestaande werkprocessen en de
inrichting van de organisatie zijn groot. Het
veranderingsproces, de transformatie, is
niet iets wat je van ‘a’ tot ‘z’ in een tijdslijn
uit kunt zetten, daar gaan jaren overheen.
Belangrijke stap is dat je met taal en gedrag
laat zien hoe het anders kan. In het contact
tussen klant en professionals moet het
gaan om concrete zorg die in zelforganiserende teams vorm krijgt. In de buurt
en wellicht ook intramuraal. Nu klinken
te vaak de bedrijfsprocessen door in dat
contact. Kennis van zorgverleners wordt
bijgehouden en ontwikkeld in verschillende platforms, die enerzijds rondom een
bepaald vakgebied (monodisciplinair) en
anderzijds rond een werkveld (multidisciplinair) kunnen worden georganiseerd. In de
palliatieve zorg laat Laurens zien hoe het
anders kan’, vervolgt Maas. ‘De leerhuizen
zijn voorbeelden van dynamische platforms
waar professionals multidisciplinair onderzoeken hoe ze de zorg zodanig kunnen
veranderen dat de relatie echt centraal komt
te staan.’
‘De relatie tussen
de oudere en
zorgprofessional
is de basis’
Openheid
Als de relatie tussen klant en zorgprofessional de basis vormt voor een verandering
van de organisatie wat vraagt dit dan van
de zorgmedewerkers? Maas denkt daar
even over na: ‘Het gaat erom de voorzieningen die er zijn om te vormen, en ze
effectiever in te zetten ten dienste van
die relatie. Wat dat van de professionals
zelf vraagt is openheid, en de bereidheid
om te leren en hun eigen vak te blijven
ontwikkelen in de praktijk van alle dag.
Tegelijkertijd denk ik dat een organisatie die
gebouwd is rondom die relatie, vooral veel
te bieden heeft. Verzorgenden en verpleegkundigen kunnen weer echt hun vak uitoefenen, klanten en hun familie voelen zich
meer geholpen.’ •
Meer weten over Alexander Maas:
Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner
Profiel: tinyurl.com/p6jsxt7
Laurens 21
In deze rubriek nemen we een kijkje in de keuken van
een andere branche. Wat zijn de overeenkomsten, wat
de verschillen?
De veranderingen in de ouderenzorg zijn onomkeerbaar. Hetzelfde geldt voor de transitie in de
energiesector. Ids Thepass, voorzitter raad van
Bram Poeth, directeur Eneco Zakelijk
bestuur Laurens, en Bram Poeth, directeur Eneco
‘Juist door het een
keer níet zelf te
doen gaat er een
wereld voor je open’
Zakelijk, leggen uit tot welke koersveranderingen
dit heeft geleid voor hun organisaties en welke
organisatie- en cultuurveranderingen dit vraagt.
Al in 2007 besloot Eneco vol voor duurzaamheid te gaan.
Een strategische keuze die ervoor moet zorgen dat het
energiebedrijf in de sterk veranderende markt een belangrijke speler blijft. Bram Poeth, directeur Eneco Zakelijk:
‘De energiesector maakt een megashift door van centraal
geleide grote systemen waarbij de omzet gegarandeerd
was en de klant niets te kiezen had, naar een model waarbij
de klantwens centraal staat. Gebruikers staan kritischer
en soms zelfs wantrouwend tegenover energiebedrijven.
Ze willen zelf bepalen welke energie ze afnemen en willen
energie steeds vaker zelf deels produceren.’ Eneco-directeur Jeroen de Haas heeft daarom met zijn aantreden in
2007 het businessmodel drastisch veranderd. Eneco zet
sindsdien in op decentraal, duurzaam en samen. Poeth:
‘Wat de klant wil, staat centraal. Op basis daarvan bepalen
we welke activiteiten we ondernemen en met welke
partners we daarvoor in zee gaan.’
Activiteiten rondom klantwens
‘Laurens maakt een vergelijkbare transitie door’, legt Ids
Thepass uit. ‘Vanaf de jaren zeventig gingen ouderen naar
een verzorgingshuis, die huizen waren tot voor kort vrijwel
altijd hetzelfde en met de financiering kwam het altijd rond.
22 Laurens
Dat is verleden tijd. Ouderen zijn mondiger geworden, ze
willen zelf de regie houden en langer thuis blijven wonen.
Bovendien doet de overheid een groter beroep op zelfredzaamheid om de kosten in de zorg te drukken. Door deze
veranderingen is ook bij ons de klantwens centraal komen
te staan en daar passen wij onze activiteiten op aan. Het
verzorgingshuis bestaat binnenkort niet meer. Wij willen de
organisatie kantelen naar drie markt/productcombinaties:
complexe specialistische zorg (waaronder revalidatiezorg),
zorg voor mensen met dementie en zorg in de buurt.’
Cultuurverandering
Een nieuw businessmodel vraagt om een herinrichting van
de organisatie en een cultuurverandering. Poeth: ‘Onze
nieuwe strategie brengt een periode van creative destruc-
tion met zich mee.’ Dat betekent onder meer bestaande
structuren afbreken en experimenteren. Om klanten beter
van dienst te kunnen zijn, zijn bijvoorbeeld alle zakelijke
activiteiten ondergebracht in één Eneco Zakelijk. Poeth:
‘Het doel van Eneco Zakelijk is vanuit een geïntegreerde
visie aan klantvragen voldoen. We wilden de hele keten
rondom de marktsegmenten organiseren, vergelijkbaar
met Laurens. We hebben nieuwe mensen aangenomen en
experimenteren met partnerships, onder meer met DuraVermeer. Ook werken we samen met start-ups, zoals Quby
waarmee we een slimme thermostaat hebben ontwikkeld.’
Om intern en extern transparant en toegankelijkheid te
zijn, zijn bovendien de zes vestigingen samengevoegd in
een nieuw CO2-neutraal kantoor, dat het toonbeeld is van
Het Nieuwe Werken. Binnen Eneco Zakelijk hebben we
Handen op de rug
Thepass: ‘De cultuurverandering die binnen Laurens
plaatsvindt is van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Lange
tijd hebben we gedacht dat de beste zorg de zorg is die
mensen zoveel mogelijk ontlast. Maar zo creëer je je
eigen omzet: je haalt mensen uit hun kracht, waardoor
ze juist zorg nodig hebben. Onze medewerkers leren nu
dat handen op de rug soms beter is en hoe ze onbenutte
potentie van het eigen netwerk van de klant beter kunnen
aanboren. Wij willen de (financiële) prikkel leggen op
mensen in hun kracht zetten. Kijk naar de diabeteszorg. Je
kunt mensen blijven monitoren, maar je kunt ze ook, tegen
een hoger tarief, in een korte periode zelf leren meten. Net
zoals dankzij zonnepanelen minder fossiele energie nodig
is, is daardoor uiteindelijk minder betaalde zorg nodig. Wij
Ids Thepass, voorzitter raad van bestuur Laurens
bijzondere klanten, zoals bijvoorbeeld De Kunsthal. Het
contract hiermee komt voort uit het out-of-the-box-denken
van een voorheen zelfstandige unit binnen Eneco: Eneco
ESCO. Poeth: ‘ESCO heeft binnen een consortium met
Dura Vermeer en Roodenburg 1,5 miljoen euro geïnvesteerd in de verduurzaming van de Kunsthal, eigendom van
de gemeente Rotterdam. Die maatregelen leiden tot een
lagere energierekening (dertig procent) en lagere exploitatiekosten. De Kunsthal (de huurder) betaalt de investeringen de komende jaren terug via de energierekening.’
steken veel energie in het trainen van onze medewerkers,
geven mensen de ruimte te experimenteren en werken
samen met de Hogeschool Rotterdam rond zogenaamde
innovation labs. Ook hebben we twee technologisch adviseurs in dienst genomen. Co-creatie zoals Eneco dat doet,
is nog niet iets wat wij veel doen.’
Betaalrelatie klant
Er is ook een ander verschil. Thepass: ‘Wij hebben geen
directe betaalrelatie met de klant. De gemeente, de zorgverzekeraars en de landelijke overheid zijn onze financiers.
Als het gaat om complexe zorg, zoals revalidatie, is het
oordeel van ziekenhuizen bijvoorbeeld belangrijker dan dat
van de klant, om een contract te behouden. Dat maakt de
klantrelatie complex en vereist veel inzicht in de ‘systeemwereld’ – vooral in de financiële structuren – en de ontwikkelingen in de zorg. Laurens behoort in dit land tot de top
25 van zorginstellingen, we zijn maar een klein stukje. Maar
doordat we soms meer begrijpen dan andere instellingen
van de systeemwereld kunnen we er beter op anticiperen.’
Voorsprong
Wat zouden de heren elkaar mee willen geven? Poeth: ‘Ik
zou Laurens adviseren meer te co-creëren. Je hoeft niet
alles intern te ontwikkelen. Juist door het een keer níet zelf
te doen gaat er een wereld voor je open.’ Thepass: ‘Waar
het gaat om innovatie en creatie heb ik niets aan te merken.
Maar ik zou Eneco mee willen geven meer in de systeemwereld te duiken. Die wereld is misschien wel groter dan je
denkt en meer kennis kan voorsprong geven.’
Learning on the job
Beiden concluderen dat inspelen op de transities learning
on the job is. Thepass: ‘In al onze domeinen is sprake
van heftige veranderingen, er zijn geen zekerheden. We
moeten daarom heel goed in onze netwerken zitten, zodat
we begrijpen wat er gebeurt en hoe we daar op in kunnen
spelen.’ Poeth besluit: ‘En dit is nog maar het begin van de
perfect storm. •
Laurens 23
Maar liefst 95 procent van alle ouderen wil zelf de regie voeren over hun leven, en dus ook over de
zorg die ze nodig hebben. ‘Geef hen die verantwoordelijkheid dan ook’, zegt Rudi Westendorp. De
hoogleraar ouderengeneeskunde voorspelt dat organisaties die niet meegaan in deze paradigmaverandering, en blijven werken vanuit hun eigen producten en protocollen, het niet lang meer volhouden.
Rudi Westendorp is naast hoogleraar directeur van
Leyden Academy on Vitality and Ageing. In januari 2014
publiceerde hij zijn inmiddels veelbesproken boek ‘Oud
worden zonder het te zijn’ over vitaliteit en veroudering.
Hierin wordt de levensloop van Nederlandse ouderen aan
alle kanten belicht - van biologie en geneeskunde, tot zorg
en maatschappij. Het boek stelt het beeld bij van ouderen
als een afhankelijke, hulpbehoevende en kwetsbare groep
burgers. ‘De meeste ouderen worden steeds gezonder en
vitaler oud en weten heel goed wat ze wel en niet willen,
zo blijkt uit ons onderzoek’, zegt Westendorp. ‘Maar
liefst 95 procent van alle ouderen geeft aan graag zelf de
regie te willen voeren over hun leven en zo lang mogelijk
zelfstandig te willen wonen. Opgenomen worden in een
verpleeghuis bij ziekte zien de meesten ook helemaal niet
zitten. Dat zijn de feiten. Maar daar wordt nog veel te
weinig mee gedaan, omdat de overheid en grote zorgorganisaties de touwtjes nog nauwelijks uit handen willen
of durven geven.’
ontwikkeling gaan het op termijn niet redden.’
Bubbel doorgeprikt
‘Toch moeten ze wel’, stelt de hoogleraar. ‘Het bestaande
zorgsysteem kraakt in haar voegen. Dat weten we al sinds
2008 toen de economische crisis uitbrak. De bubbel die in
de jaren zestig en zeventig is ontstaan met de institutionalisering van de verzorging en verpleging is met de crisis
in één keer doorgeprikt. De stijgende zorgkosten zijn niet
meer op te brengen. Diverse zorgorganisaties, waaronder
Laurens, realiseren gelukkig wel dat het anders moet, en
geven gehoor aan de roep om meer zorg op maat. Maar
het gaat nog niet ver genoeg. Een grondige herverdeling
van kosten, plichten en verantwoordelijkheden is noodzakelijk. Zorgorganisaties die niet mee willen gaan in die
Eigen verantwoordelijkheid
‘Van ouderen zelf mag natuurlijk ook wat worden
verwacht’, vindt Westendorp. ‘Als je aangeeft dat je graag
zelf de touwtjes in handen houdt, dien je natuurlijk wel
op tijd na te denken over hoe je die laatste jaren van je
leven wilt inrichten. Waar en hoe je wilt wonen, op wie
je een beroep kan doen als je ondersteuning nodig hebt.
Het is belangrijk dat je tijdig voorzorgsmaatregelen treft.
Ouderen die dan roepen ‘Ja, maar mij kinderen hebben
het al zo druk, die wil ik niet belasten’, die hebben het niet
begrepen. Ik pleit er zeker niet voor om kinderen verantwoordelijk te maken voor de verzorging van hun ouders,
zoals bijvoorbeeld in Duitsland het geval is. Maar er zijn
24 Laurens
Zelforganiserend vermogen
De regie en het geld moeten terug naar de ouderen zelf,
vindt Westendorp. ‘Ouderen betalen (via hun premies) voor
zorg, laat ze dan ook zelf bepalen hoe ze dit geld besteden
en hun oude dag invullen. Om dat voor elkaar te krijgen,
moeten landelijke politici en zorgorganisaties leren loslaten,
durven vertrouwen op het zelforganiserend vermogen van
ouderen.’ Wat dat betekent voor de zorgprofessionals? ‘Dat
zij een andere rol gaan vervullen. In plaats van aanbodgericht te werken, gaan ze het zelforganiserend vermogen van
ouderen zo goed mogelijk ondersteunen. Dat wordt hun
voornaamste taak. Het is belangrijk dat ze echt luisteren
naar wat ouderen willen, en samen met de klant kijken wat
er aan maatwerk en financieel mogelijk is. Dat is de richting
die we op moeten. Nieuwe initiatieven die werken met
zelfsturende buurtzorgteams, bewegen al die kant op. Hun
succes toont aan dat die benadering werkt.’
genoeg andere mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan
die grote hoeveelheid 65-plussers in dit land, waarvan de
meesten gezond van lijf en leden zijn. Je kunt elkaar ook
een handje toesteken. In elkaar investeren, daar wordt
onze maatschappij alleen maar beter van. We hebben onze
mond altijd zo vol over ‘onze kille, geïndividualiseerde
maatschappij’. Dit is een mooie kans om daar iets aan te
veranderen. Het is een valse gedachte dat je alles altijd in je
eentje kunt.’
Kwetsbare groepen
Het overdragen van de regie aan ouderen zelf, betekent
overigens niet dat we op die manier kwetsbare ouderen
aan hun lot overlaten, benadrukt Westendorp. ‘Het is onze
morele verplichting om kwetsbare en afhankelijke ouderen
een volwaardige positie in onze samenleving te garanderen,
net zoals we de jeugd en gehandicapten dat recht hebben
gegund.’ Westendorp maakt graag nog een kanttekening.
‘Soms vraag ik me af of mensen wel beseffen hoe goed wij
het in Nederland hebben’, zegt hij. ‘Alle randvoorwaarden
om deze transitie in de zorg te laten slagen, zijn aanwezig.
In vergelijking met andere landen hebben wij de beste zorg,
de hoogste kwaliteit van voedsel, hoge inkomens, rechtszekerheid en onze pensioenen zijn uitermate goed geregeld.
Ouderen hebben nog nooit eerder zoveel vermogen bij
elkaar vergaard als nu. Als het in Nederland niet kan, waar
dan wel? Ik denk dus oprecht dat die crisis een kans is.
Laten we het momentum met elkaar gebruiken om de
omslag te maken. Ik zie dat Laurens daarmee bezig is. Dat
er tijdens deze transitie veel rumoer is, en dat de partijen
elkaar goed moeten vasthouden om het samen tot een
goed einde te kunnen brengen, dat spreekt voor zich.’ •
Meer weten over Rudi Westendorp:
Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner
Leyden Academy: www.leydenacademy.nl/onderzoek
‘Geef
ouderen
eindelijk
de REGIE’
Laurens 25
Nieuws
Sneller revalideren, sneller naar huis
Op 14 februari is de eerste paal van het Laurens revalidatiehotel in Rotterdam de grond
ingegaan, op steenworp afstand van het Ikazia Ziekenhuis en het Zuidplein. Vanaf het
najaar 2015 kunnen gasten hier intensief werken aan hun herstel in een gastvrije hotelsetting, onder begeleiding van gespecialiseerde multidisciplinaire teams van Laurens.
In het nieuwe onderkomen in de Motorstraat ontvangt Laurens straks gasten met
verschillende aandoeningen voor revalidatie. Els Diephout, locatiemanager: ‘Denk
aan patiënten die na een orthopedische of
oncologische operatie in het ziekenhuis nog
niet direct naar huis kunnen en mensen
met long-, hart- en neurologische aandoeningen. Iedereen die moet revalideren is
van harte welkom, ook patiënten met een
beperkte zelfregie.’
Fitter naar huis
Klanten kunnen met de komst van het hotel
sneller het ziekenhuis verlaten. Dankzij de
snelle start van de revalidatie, de multidisciplinaire begeleiding en de samenwerking
met de specialisten en transferverpleegkundige van o.a. het Ikazia ziekenhuis, gaan ze
bovendien sneller en fitter weer naar huis.
26 Laurens
Het gebouw
Het nieuwe onderkomen biedt ruimte aan
ongeveer 160 gasten die elk over een eigen
kamer met badkamer en toilet beschikken.
Naast behandelkamers en een polikliniek
zijn er diverse hotelvoorzieningen waaronder een restaurant en grand café. De
eerste verdieping staat geheel in het teken
van de revalidatie met behandelruimtes,
grote oefen- en fitnessruimte en een
centraal plein waar gasten in een stimulerende omgeving prettig kunnen verblijven.
Daarnaast onderscheidt het hotel zich
straks door een prettig leefklimaat, een
gastvrije bejegening, veel privacy en een
goede informatieoverdracht aan patiënten.
Technische innovaties
Laurens zet in het revalidatiehotel de
nieuwste technologische snufjes in, zoals
sensoren voor de registratie van vitale
functies. Gasten kunnen er op elk moment
van de dag hun dossier en trainingsprogramma inzien via een tablet of hun smartphone. •
Webcam: volg de bouw van het revalidatiehotel via: tinyurl.com/ps5syfs
Leerhuis Dementie en Trimbos
gaan nauw samenwerken
Het Trimbos-instituut gaat het Leerhuis
Dementie van Laurens ondersteunen
op het gebied van onderzoeksmethodiek. Daarnaast slaan de organisaties
de handen ineen bij nieuw onderzoek
naar dementie. Eind maart hebben ze
daarvoor een samenwerkingsovereenkomst getekend.
‘Wij waren op zoek naar een goede partner
die ons kan begeleiden op het terrein
van de methodologie en die hebben we
gevonden’, zegt Kees Schriek, manager
van het Leerhuis. ‘Het Trimbos-instiuut uit
Utrecht doet al jaren onderzoek naar onder
meer geestelijke gezondheid, waaronder
dementie. Haar kennis en ervaring op het
gebied van betrouwbare onderzoeksmethoden, -procedures en -werkwijzen is
groot. Daar willen wij van leren en zo de
kwaliteit van onze zorg verbeteren.’
De organisaties gaan in de nabije toekomst
ook samenwerken aan nieuw onderzoek
naar dementie. ‘Samen hebben we veel te
bieden’, zegt Schriek. ‘Het Trimbos is een
gerenommeerd kennisinstituut, wij zijn een
grote zorgorganisatie met veel deskundigen
in huis. Met elkaar maken we meer kans op
het aanboren van geldstromen voor nieuw
onderzoek.’
Leerhuis Dementie
Het Laurens Leerhuis Dementie ging 2010
van start. Schriek en programmamanger
Betty Birkenhäger (zie pagina 10) zijn vanaf
2013 bij het project betrokken en rollen het
initiatief nu Laurens-breed uit. Het Leerhuis
doet onderzoek, ontwikkelt richtlijnen,
verzorgt diverse trainingen voor medewerkers van Laurens en wil kennis en ervaring
tussen teams en locaties van Laurens
uitwisselen. In juli start er een E-learning
module voor medewerkers die het Leerhuis
samen met het Albeda College, de Lelie
zorggroep en het Trimbos-instituut heeft
ontwikkeld. •
[email protected]
BuurtPas zoekt partners
Dankzij de fusie tussen Thuiszorg Rotterdam
en Laurens biedt de BuurtPas binnenkort nog
meer senioren diensten in hun eigen wijk
die het mogelijk maken langer zelfstandig te
blijven wonen.
De BuurtPas biedt mensen die zelfstandig wonen de
mogelijkheid tegen flinke kortingen gebruik te maken
van een groot aantal diensten aan huis. Een kapper
of pedicure aan huis, bijvoorbeeld. Of een hulp die
de wekelijkse boodschappen doet, poetst, maaltijden
bezorgt of de tuin snoeit.
‘De pas is een uitkomst voor ouderen die niet of niet
voldoende aanspraak kunnen maken op geïndiceerde zorg en toch net wat ondersteuning kunnen
gebruiken’, zegt Manja Ruggieri, coördinator van de
BuurtPas. ‘Het is een mooie aanvulling op de
zorgpakketten van Thuiszorg Rotterdam en Laurens
en de werkwijze sluit aan bij onze buurtgerichte
manier van werken.’ Via de website van BuurtPas
kunnen leden op eenvoudige wijze zoeken naar
diensten in de buurt. Naast de diensten aan huis
biedt de BuurtPas ook korting op een zorgverzekering,
uitjes en cursussen. Ruggieri selecteert het aanbod
en controleert de kwaliteit van de aanbieders. ‘We
gaan alleen in zee met geregistreerde bedrijven’,
zegt ze. ‘En we vragen onze leden regelmatig om
een evaluatie.’
Leden betalen € 17,50 voor een jaarabonnement en
ontvangen twee keer per jaar het gratis BuurtPasmagazine met daarin informatie over de nieuwste
aanbiedingen.
De BuurtPas kan inmiddels bogen op een goed,
betrouwbaar aanbod. Ruggieri: ‘Maar omdat we
ouderen zoveel mogelijk diensten in de eigen wijk
willen aanbieden, zijn we altijd op zoek naar
nieuwe partners.’ •
[email protected]
Meer informatie via: BuurtPas.com of via
www.thuiszorgrotterdam.nl.
Save the Date!
Innovatiebijeenkomst ‘Wat brengt
de toekomst van ouderenzorg ons?’
Meer informatie over het
jaarverslag via:
www.laurens.nl/publicaties
Voor: alle vakgenoten van onze samen­werkende ziekenhuizen
Wanneer: dinsdag 16 september 2014
Hoe laat: tussen 13 en 18 uur
Waar: Laurens locatie in Rotterdam
Alvast aanmelden?
Op de
korrel. . .
Aan de domotica
Je kunt niet zeggen dat ik niet in de belangstelling sta. Nou ja, de ouderenzorg dan. Je kunt de tv niet aanzetten of het gaat erover. Zag in een uitzending van Omroep Max dat verzorgingshuizen gaan sluiten. Dat komt omdat
mensen vaker langer zelfstandig blijven wonen en dan thuis zorg ontvangen.
Niet leuk voor de bewoners van het verzorgingshuis, maar ik vind het wel
een fijn vooruitzicht. Langer thuis wonen kan dankzij allerlei technologische
toepassingen. Dat zag ik weer in een ander tv-programma. Domotica heet
dat. Interessant hoor: met de afstandbediening de zware gordijnen dicht
doen, via de tv met je huisarts praten tot en met sensoren die kijken hoe
vaak je er ’s nachts uit gaat. Dat laatste gaat wel een beetje ver, vind ik.
Overigens zit ik sinds kort ook aan de domotica. Kreeg laatst op mijn 75e
verjaardag van mijn kinderen een snijplank met een appeltje erop. ‘Nee
oma, dit is een iPad’, zeiden ze. ‘Zozo’, zei ik sceptisch. Maar toen mijn
kleindochter ‘m had aangesloten, kon ik verdikkeme skypen met Nina, mijn
andere kleindochter die in Spanje zat. Wat ben ik ineens technisch geavanceerd! Daar kon ik dat dondersteentje van hiernaast, zeven jaar(!), mooi eens
de loef mee afsteken, dacht ik. Maar mijn wijsneusbuurmeisje was niet
onder de indruk van mijn nieuwe speeltje. ‘Hmm, zit geeneens Hayday of
Minecraft op’. Boven mijn hoofd cirkelde een vraagteken. Toen schrokken
we ons allebei het apezuur. De lampen gingen plotseling aan. ‘Oma Stien,
waarom floepen de lampen nu opeens aan?’, vroeg ze. Ik zeg: ‘Dat is mijn
old school-domotica, een tijdschakelaar. Dat doe ik voor de inbrekers. Als ik
weg ben en de lampen zijn aan dan denken ze dat ik thuis ben. ‘Huh?’, zegt
ze, ‘Inbrekers nemen zelf toch altijd zaklampen mee?’ Tja, je hebt natuurlijk
altijd baas boven baas. •
ketencoö[email protected]
Laurens 27
Laurens & Ed van den Broek
Eind maart is het Medisch Hart Bleiswijk geopend in het
voormalige gemeentehuis van Bleiswijk. Ook het nieuwe
herstelhotel De Orchidee van Laurens vindt er onderdak.
Initiatiefnemer en mede-eigenaar van het medisch centrum
Ed van den Broek vertelt hoe de voorziening, in samenwerking met Laurens, tot stand is gekomen.
‘Voor de ontwikkeling van het herstelhotel vonden we
een geschikte zorgpartner in Laurens’
‘Nu steeds meer verzorgingshuizen gaan
sluiten, zijn er nieuwe type locaties nodig
voor kortdurend verblijf. Met het herstelhotel sluiten we aan bij die ontwikkeling’,
zegt Van den Broek. ‘Hier werken we samen
met gasten aan een spoedig herstel, zodat
ze hun leven snel weer op de rails krijgen.’
Mensen die een nieuwe heup of knie
hebben gekregen kunnen er bijvoorbeeld
terecht. Net als patiënten die na een oncologische behandeling, een longziekte of een
neurologische aandoening nog niet direct
naar huis kunnen. De gasten verblijven er
gemiddeld twee à drie weken.
Samen met zijn vrouw Sabrien en diëtiste
Léontine van Meggelen is Van den Broek
28 Laurens
directeur van het Medisch Hart Bleiswijk,
waar het herstelhotel deel vanuit maakt. In
het centrum is een groot aantal zorgverleners te vinden, waaronder een huisarts,
fysiotherapeuten en psychologen. Zowel
de hotelgasten als de inwoners in de regio
kunnen een beroep doen op deze zorgprofessionals. Ook Zorg aan Huis van Laurens
Lansingerland heeft er haar onderkomen.
Korte lijnen
Van den Broek: ‘De lijntjes zijn kort en voor
patiënten is het handig dat alle voorzieningen hier bij elkaar zitten. Dat is een grote
meerwaarde, en in wezen onze drijfveer
om dit centrum op te zetten. Zorgverleners
stemmen hun werkzaamheden en behandelplannen ‘live’ op elkaar af en verwijzen
zonodig naar elkaar door, zonder lange
wachttijden voor de patiënt. Daarnaast
zorgen onze gastvrouwen ervoor dat het
de gasten van het herstelhotel aan niets
ontbreekt.’
Van den Broek was al enige tijd op zoek
naar een geschikt onderkomen voor het
centrum, toen hij in 2011 samen met
bouwkundige Fred Meijer en jurist Fred van
Alphen een gooi deed naar de openbare
aanbesteding voor de ontwikkeling van het
pand. De mannen sleepten de aanbesteding in de wacht en binnen anderhalf jaar
realiseerden ze een grootscheepse inpandige verbouwing. Tegelijkertijd wist Van den
Broek een flink aantal zorgpartners aan het
initiatief te committeren.
Vergroten zelfredzaamheid
‘Voor de ontwikkeling van het herstelhotel
vonden we een geschikte zorgpartner in
Laurens’, zegt Van den Broek. ‘Vanaf de
eerste dag bleek dat we hetzelfde doel voor
ogen hadden. We gaan steeds uit van het
vergroten van de zelfredzaamheid van onze
klanten. Nu het hotel klaar is, is het zaak
zoveel mogelijk bekendheid te geven aan dit
nieuwe initiatief, zodat al onze twaalf kamers
binnenkort permanent zijn gevuld.’ •