Zomer 2014 Magazine voor de zakelijke relaties van Laurens er mm u n pi r Ins ati e the ma Jaargang 6, nummer 1 Ontdekken, inspireren, dwarsdenken en experimenteren Echt de sturing loslaten Arnold Heertje: ‘Wat het voor mensen betekent moet altijd centraal staan’ Hart terug in de zorg Met digitale extra’s en Inhoud 4 ‘Voor het oplossen van problemen, ook in de zorg, moeten we afstappen van de traditionele financieel- Wie wil veranderen geeft ‘koplopers’ - de mensen die nét even anders denken binnen een organisatie - de ruimte. economische benadering’, zegt emeritus-hoogleraar Drie voorbeelden van zulke Laurens-medewerkers zijn Economie Arnold Heertje. Hij pleit ervoor aan te Betty Birkenhäger, Erwin Scholten en Mark Verhart. knopen bij mechanism design. 8 10 Over tien jaar ziet de ouderenzorg er volgens hoogle- 18 nodig die platter en zelfsturend zijn, en werken op basis van vertrouwen.’ hoe technologie de zelforganisatie van medewerkers en klanten kan ondersteunen. raar transitiekunde Jan Rotmans totaal anders uit. ‘Om dat aan te kunnen zijn moderne zorgorganisaties 4 Aad Nales, directeur Community Solutions, legt uit 24 ‘Ouderen willen graag de regie houden over hun leven’, stelt Rudi Westendorp. Dat betekent dat ze ook zelf voorzorgsmaatregelen moeten treffen. ‘Het is een valse gedachte dat je alles altijd in je eentje kunt.’ En verder 8 6 Actief oud worden in Europa 7-13-16 Een blik in de toekomst 17 Het huis van mevrouw Van Oudenaarden 21 Alexander Maas: Het hart moet terug in de zorg 22 In verbinding 26 Nieuws 27 Op de korrel… 28 Laurens & Ed van den Broek 25 Layer maakt het Laurens magazine interactief. Volg de instructies voor het gebruik: SCAN Dit inspiratienummer laat er geen twijfel over bestaan: we leven niet in tijden van verandering maar in een veranderd tijdperk. Systemen en culturen moeten zich daarnaar voegen. We moeten loskomen van oude concepten, zicht krijgen op wat het nieuwe tijdperk voor ons betekent en van ons vraagt. Dat gaat niet vanzelf, we zullen met vallen en opstaan op weg moeten naar die stip op de horizon. Drie aspecten zijn daarbij van belang, en die komen allen terug in dit nummer: richting, ruimte en rekenschap. Wil je ergens komen, dan moet je ten minste de richting weten. Om daar te komen heb je ruimte nodig. En over wat je onderweg doet met die ruimte moet je rekenschap afleggen. Dit zijn tevens de belangrijkste aspecten bij het bouwen aan een nieuwe organisatie; een organisatie die een kader biedt, grenzen aangeeft. Ook dat is nodig, immers een te beperkte ruimte belemmert de bewegingsvrijheid en een onbegrensde ruimte is als een heelal waarin je verdwaalt. De kernbegrippen zijn ‘zelfsturing’ en ’zelforganisatie’. U zult die woorden vaak tegenkomen op de volgende pagina’s. Laat u inspireren! download gratis app BERT VAN DER LENDE, regiodirecteur bij Laurens in de deelgemeenten Hillegersberg/Schiebroek en Overschie 2 Laurens scan pagina of foto met layar logo ontdek content 10 Laurens magazine is een uitgave van zorgorganisatie Laurens. Dit relatiemagazine verschijnt twee keer per jaar en wordt verspreid onder de zakelijke relaties van Laurens. Laurens is de grootste aanbieder van wonen, diensten en zorg voor ouderen in Rotterdam en omstreken. en sterke, professionele zorgorganisatie met een kleinschalige aanpak, dicht bij mensen in de buurt waar zij wonen. We bieden zorg en dienstverlening die met onze klanten meegroeit, in iedere levensfase. Om optimale ketenzorg te kunnen garanderen, werken wij nauw samen met professionele zorgverleners, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk, woningcorporaties en projectontwikkelaars in de regio. Ook bieden wij diverse vormen van kortdurende, gespecialiseerde zorg, zoals reactiveringszorg en revalidatie. Wat Laurens uniek maakt thuis en in onze locaties is de zeer complexe specialistische zorg in samenwerking met onze ketenpartners. Vanaf 1 januari 2015 bundelen wij onze krachten met Thuiszorg Rotterdam en gaan wij verder als één organisatie. Tot die tijd blijven we twee aparte organisaties onder het gezamenlijke bestuur en toezicht van Laurens. Adviesraad (voor dit nummer) Johan van Eeden Marleen Goumans Bert van der Lende Hans Stravers Ids Thepass Miranda Velazquez Caroline Wuite Samenstelling en edactionele productie De Nieuwe Lijn Bladcoördinatie Trudy van Dijk Vormgeving IJzersterk.nu Drukwerk Drukkerij Damen Uitgever Laurens Concernafdeling Marketing & Communicatie Nieuwe Binnenweg 33 B/C 3014 GC Rotterdam E: [email protected] W: www.laurens.nl @LaurensZorg (groep) Laurens Zorg facebook.com/laurenszorg youtube.com/laurenszorg Oplage 3.300 exemplaren Fotografie Peter Arno Broer Louis Haagman Maarten Laupman Michelle Muus Copyright: Niets in deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele druk- of zetfouten. Voorwoord Ontdek met ons mee Kodak was een begrip waar het ging om fotografie, maar speelt in de huidige wereld van digitale fotografie geen rol meer. OAD was een fantastische speler op de reismarkt, maar legt het af tegen reserveringssites. Deze bedrijven hadden niet door dat de wijzigingen in de markt structureel waren. En zo zijn er meer voorbeelden: websites als Airbnb waarbij je kamers of een appartement via particulieren huurt, zetten de hotelwereld op z’n kop. Streamingsdiensten zoals Netflix en Spotify vervangen de manier waarop we gewend waren televisie te kijken en muziek te luisteren. De zorgwereld staat voor zo’n zelfde omslag. Laurens is in de kern een heel goed en professioneel zorgbedrijf dat begrijpt wat goede zorg is. Mail naar [email protected], bel 010 870 00 10, deel uw ideeën in de Laurens LinkedIn (groep) Laurens Zorg en reageer op ons via Twitter via @LaurensZorg. Wij zijn een zoektocht gestart hoe wij die zorg op een andere manier kunnen laten aansluiten op alle wensen en (technologische) mogelijkheden die mensen straks hebben. We hebben input nodig die ons daarbij helpt, zodat we ook in de toekomst een goede positie behouden. In dit magazine laten we inspirerende mensen aan het woord die daar ideeën over hebben. Mensen van binnen en buiten Laurens die ons leren verstaan dat we in een fase zijn gekomen waarin we moeten experimenteren, onderzoeken en uitproberen. Zodat we elke keer een stapje mee kunnen gaan in de veranderingen die onze klanten doormaken. Dwarsdenkers en innovators die ons helpen inzien wat we voor de klant van morgen kunnen doen. Ook gebruiken we voor het eerst layer: een mooie manier om het magzine een extra ‘laag’ te geven. Dit nummer is een handreiking om met u te ontdekken wat er binnen en buiten Laurens gebeurt en hoe we met onze klanten mee kunnen groeien. Zoals Arnold Heertje op pagina 4 uitlegt, betekent dit dat we uit het traditionele financieel-economische denkpatroon moeten stappen. Er gaan andere wetten gelden waarbij mensen en de kwaliteit van leven centraal staan. Wij moeten samen met u het lef hebben om daar (nog meer) naartoe te bewegen. Ids Thepass,voorzitter Raad van Bestuur Laurens en Thuiszorg Rotterdam Bekijk de oproep van Ids Thepass om samen deze zoektocht te maken via www.laurens.nl/ uwzorgpartner [email protected] Dit inspiratienummer is een uitnodiging aan u – onze zakelijke relaties – om samen met ons deze zoektocht te maken. Bestook ons dus met nieuwe vormen van samenwerking, keuzes en initiatieven. Zoek met ons mee en voed ons. Laurens 3 Met de KOP tegen de muur is zo GEK nog niet Van verzorgingshuizen en zorgorganisaties weet hij niets, benadrukt Arnold Heertje, emeritus-hoogleraar Economie aan de Universiteit van Amsterdam en columnist. De inmiddels tachtigjarige Heertje kan echter wel haarscherp uitleggen hoe creative destruction ook zorgorganisaties kansen biedt. ‘De vraag ‘Wat betekent het voor de mensen?’ moet altijd centraal staan’ 4 Laurens ‘We maken momenteel een periode van bezinning door. Wereldwijd zijn we met de kop tegen de muur gevlogen: niet alleen de financiële sector en overheid, ook producenten en consumenten. Dat heeft tot gevolg dat we nu in een periode zitten waarin mensen kritisch zijn en bestaande conventies tegen het licht houden. De econoom Joseph Schumpeter (1883-1950) vatte in de jaren veertig een periode als deze samen als creative destruction. Een fase waarin veel uit het verleden wordt afgebroken en waarin vaste patronen en gemeenschappelijke opvattingen ter discussie komen te staan, net als productiemethoden en de organisatie van het economische leven. De positieve kant hiervan is dat mensen experimenteren met nieuwe productiemethoden en nieuwe manieren van besluitvorming. Er wordt enorme vooruitgang geboekt, vaak met behulp van technologie. Een voorbeeld is de energiemarkt. Mensen wekken steeds vaker zelf energie op en verkopen wat ze over hebben. Technologie heeft er bovendien toe geleid dat mensen elkaar veel gemakkelijker weten te vinden. Hoewel het hoogst onfortuinlijk is dat door de crisis werkloosheid toeneemt en bepaalde mensen uitgeschakeld worden, is de crisis wat dat betreft ook een zegen.’ Kennis mobiliseren Heertje signaleert ook een andere verschuiving: ‘De rol van vrouwen in de maatschappij wordt groter. Vrouwen letten van nature meer op de kwalitatieve kant van zaken dan mannen. ‘Wie heeft de grootste’, speelt voor vrouwen geen rol. Vrouwen zijn daardoor beter in staat kennis te mobiliseren. Bij belangrijke beslissingen ‘shoppen’ ze rond. Dat is juist in een tijd waarin vraagstukken groter en gecompliceerder zijn enorm van belang. Als je situaties te beperkt in kaart brengt en aspecten verwaarloost, kan dat zeer ongelukkig uitpakken. Kijk naar de voorgenomen uitbreidingen van Schiphol en luchthaven Twente. De gemeenten hebben alleen in kaart gebracht wat het kost en oplevert. Niet wat het effect is op de kwaliteit van leven van omwonenden.’ Humanisering ‘De mensen waar het uiteindelijk om gaat zijn vaak een sluitpost. Ik bepleit humanisering en ben ervan overtuigd dat geld nooit het enige criterium mag zijn bij economische besluitvorming. Ik ben daarin anders dan de meeste economen. De vraag ‘Wat betekent het voor de mensen?’ moet altijd centraal staan. In de zorg zijn dat de mensen die de zorg ontvangen, in het onderwijs de leerlingen en bij woningcorporaties de huurders en kopers. Neem je de mens niet als uitgangspunt, dan dreig je voortdurend de verkeerde dingen te doen en dat krijg je hoe dan ook op je boterham. Kijk naar de zorg. Artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis worden op hun vingers getikt als een behandeling langer duurt dan het protocol voorschrijft. Het draait alleen nog om financiële calculatie en dat gaat ten koste van de kwaliteit van zorg. Voor zorgorganisaties kan ik me voorstellen dat zij worstelen met de vraag wat ze moeten doen met de verzorgingshuizen nu ouderen daar straks niet meer naar toe kunnen. Maken we er een hotel van of appartementen? Vervolgens kijkt men of er een markt voor is. Een redenatie vanuit vraag en aanbod. De vraagstukken in de zorg zijn echter niet op te lossen via een traditioneel eenzijdige financieel-economische benadering.’ Mechanism design Hij verduidelijkt: ‘Marktwerking in de zorg kan opgevat worden als een bepaalde sterk financieel-economische uitwerking van het verdelen van schaarse middelen met het oog op het voorzien in behoeften van klanten. In de praktijk komt dit laatste vaak in het gedrang. De patiënten in de zorg zijn door bureaucratisering en perverse financiële prikkels uit beeld geraakt. Ik pleit daarom voor het aanknopen bij mechanism design. Dit is een onderdeel van de economische theorie waarvoor in 2007 en 2012 de Nobelprijs is gegeven. Mechanism design is een maatschappelijke architectuur waarbij het voorzien in behoeften van de burgers als consumenten van nu en straks en waar ook ter wereld het uitgangspunt is. Mechanism design heeft de vormgeving en het karakter van een strategisch spel, voorzien van constructieve prikkels. De pluriformiteit van de psychische karakteristieken van mensen is daarbij het uitgangspunt. Het individuele gedrag komt overeen met individuele oogmerken en past ook in de optimale maatschappelijke uitkomsten.’ De stabiele oplossing Een mooi voorbeeld van mechanism design vindt hij het matching-systeem van Nobelprijswinnaar Alvin Roth om nieren te verdelen. ‘Als je uitgaat van marktwerking, dan zouden nieren bij nierdonaties voor de hoogste prijs naar de rijksten gaan. Wie het niet kan betalen, krijgt geen nier. Roth stelt dat een vraagstuk zoals de verdeling van nieren niet op te lossen is met behulp van de markt en bedacht een andere constructie. Hij gaat uit van de voorkeuren van donoren en ontvangers. Bijvoorbeeld ik wil alleen aan familie doneren, alleen aan vrouwen, mannen, kinderen, blanke mensen. Hij neemt kortom de verschillen en psychische karakteristieken als uitgangspunt. Zo komt hij tot een stabiele oplossingen: dat wil zeggen een oplossing waar iedereen tevreden mee is. Wat hij doet is mensen als uitgangspunt en uitkomst nemen.’ Koppen bij elkaar steken Heertje legt uit hoe Laurens een humane afweging kan maken. ‘In organisaties is iedereen vaak met zijn eigen onderdeel bezig. Daarbij wordt veel expertise ingebracht, maar vergeet men vaak de mensen waar het omgaat. Laurens zou in de hele organisatie bij elk vraagstuk vroeg of laat de vraag aan de orde moeten stellen wat de beslissing betekent voor de mensen die aan hun zorg is toevertrouwd. De vraag die daarop zou moeten volgen is wat de beslissing betekent voor de arbeidsvreugde van de medewerker. Arbeid is niet alleen een productiefactor, maar ook een consumptiegoed. Hoe beter in de wensen van de medewerker voorzien wordt, hoe groter de arbeidsvreugde en de kwaliteit van de zorg zijn. De slotvraag die Laurens zich zou moeten stellen is: Waar kunnen we in de organisatie de protocollen, codes, procedures en regelgeving vervangen door andere humane arrangementen die initiatief, integriteit en innovatie bevorderen. Protocollen werken vaak versplinterend, vaak is het beter gewoon even de koppen bij elkaar te steken.’ • Meer weten over Arnold Heertje: Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner Zijn nieuwe boek Economie: tinyurl.com/qhvyf26 Columns: www.rtlnieuws.nl/arnold-heertje Creative destruction: www.rtlnieuws.nl/ economie/creative-destruction Laurens 5 ACTIEF OUD WORDEN IN EUROPA Studenten buigen zich samen over toekomst ouderenzorg Hoe stimuleren we ouderen in Europa om zo gezond en actief mogelijk oud te worden? Die vraag kreeg een groep internationale gezondheidszorgstudenten afgelopen maart voorgeschoteld tijdens het twee weken durende Intensive Program on Active Ageing in Rotterdam. De zorgverleners van de toekomst verdiepten zich samen in de materie en presenteerden een serie eigen ideeën. ‘Een Urban Health Center 2.0 mét stadslandbouw waar senioren terechtkunnen voor zorg én op een zinvolle manier hun dag kunnen besteden. Waar ze kinderen kunnen leren over de natuur, buurtbewoners kunnen ontmoeten en lekker in beweging kunnen zijn. Dat was één van de leukste ideeën die ik heb gehoord van deelnemers aan ons studieproject’, zegt Mirjam Koning, docent verpleegkunde aan de Hogeschool Rotterdam en een van de organisatoren van het internationale studentenprogramma. ‘Maar er waren nog veel meer goede ideeën. Enkele studenten fysiotherapie stelden bijvoorbeeld voor om zoveel mogelijk steden in Europa leeftijdsvriendelijk te maken, aansluitend bij het al bestaande WHO Global Network of Age-friendly Cities and Communities. Ook bedacht een groep studenten een publiciteitscampagne om juist de kwaliteiten van ouderen voor het voetlicht te brengen.’ 6 Laurens Een gedeelde uitdaging Het Intensive Program on Active Ageing is een initiatief van Cohere, een consortium van hogescholen en universiteiten dat zich richt op de training en opleiding van professionals in de gezondheidszorg en sociale hulpverlening binnen de Europese Unie. Het project is opgezet naar aanleiding van het Europese themajaar van 2012 Active aging and solidarity between generations. Het Instituut voor gezondheidszorg van de Hogeschool Rotterdam, ook verbonden aan Cohere, organiseerde op verzoek van het consortium het studieprogramma in Rotterdam. Koning: ‘Het waren inspirerende dagen. Voor vrijwel alle landen in Europa is Active Ageing een belangrijk thema, en deze studenten krijgen er in de nabije toekomst zeker mee te maken. Overal worden ouderen steeds ouder en neemt de vergrijzing toe. Hoe zorgen we er samen voor dat senioren blijven meedoen in de samenleving en zo lang mogelijk hun zelfstandigheid en onafhankelijkheid behouden? Dat is een gedeelde uitdaging.’ Samen met studenten van vergelijkbare opleidingen uit Denemarken, Finland, Hongarije, Roemenië, Portugal en België volgden enkele Rotterdamse studenten afgelopen maart workshops en lezingen over de vergrijzing en de gevolgen ervan. Ze kregen uiteenlopende cases voorgelegd en gingen op excursie naar diverse zorgvoorzieningen in Rotterdam. Ze voerden onder meer gesprekken met senioren die gebruikmaken van Zorg aan Huis van Laurens. ‘Buitenlandse deelnemers verbaasden zich erover hoe de thuiszorg hier zo groots is opgezet, dat zijn de meesten helemaal niet gewend’, zegt Koning. Creatieve oplossingen op maat De deelnemers bezochten ook een zorgflat in de multiculturele Afrikaanderwijk, en waren verrast hoe Laurens voorzieningen en activiteiten hier zoveel mogelijk aansluit op de uiteenlopende culturele achtergronden van bewoners. Koning: ‘Voor veel deelnemers een echte eye-opener. Bovendien een goede aanleiding het eens te hebben over de overeenkomsten en verschillen tussen aanpak, voorzieningen en ontwikkelingen in de deelnemende landen. Want ondanks die gedeelde uitdaging, hebben we ook te maken met verschillende culturele, geografische en financiële 16 13 50-plussers vertellen hoe zij hun toekomst zien. omstandigheden. Zo lijkt de trend in Nederland, om verzorgingshuizen te gaan sluiten, vrij uniek binnen Europa. In de meeste andere landen is dat (nog) niet aan de orde. Juist omdat de thuiszorg minder is ontwikkeld. In een land als Portugal nemen veel kinderen hun ouders nog traditiegetrouw in huis. In Finland zijn de geografische omstandigheden soms zo, dat thuiszorg helemaal geen optie is. Daar wonen ouderen soms erg ver van de bewoonde wereld. Dus niet overal in Europa kunnen dezelfde standaard voorzieningen of oplossingen worden ingezet. Dat is wat dit project goed heeft blootgelegd. Dat je moet blijven zoeken naar creatieve oplossingen op maat. En intussen natuurlijk goed kijken naar wat er bij de buren gebeurt, want je kunt veel van elkaar opsteken. • Filmpjes: bekijk de twee leukste critical movies die gemaakt zijn in het kader van het Intensive Program on Active Ageing via www.laurens.nl/uwzorgpartner. Een blik in de toekomst: hoe ziet de 50-plusgeneratie van Rotterdam haar toekomst? Santkoemar Binda (57): ‘Waarom zou je opeens alleen tussen mensen van je eigen cultuur gaan zitten?’ ‘Omdat ik hartpatiënt ben en versleten rugwervels heb, kan ik niet meer werken. Maar ik voel me nog prima in staat om mantelzorger te zijn voor mijn vrouw Josephien. Zij is na een beroerte in 2008 deels verlamd geraakt en heeft een tijd gerevalideerd. Nu gaat ze twee middagen per week naar de dagbehandeling van Laurens. Ook hebben we per week vier uur en drie kwartier huishoudelijke hulp en komt er in de ochtend iemand langs om mijn vrouw te helpen met wassen en aankleden. Ik doe de dagelijkse boodschappen en kook het eten. Mijn vrouw doet zelf ook nog wat ze kan in het huishouden, zoals de was opvouwen. We hebben een dochter die in de buurt woont en ons helpt. Ze heeft een grote auto waar ook de rolstoel van Josephien in past en ze kan ons ophalen en thuisbrengen. Verder hebben we geen familieleden in de buurt die we om hulp kunnen vragen. Mijn vrouw en ik komen uit Suriname, maar we wonen al vele jaren in Nederland en willen hier oud worden. De dagbehandeling is een uitje voor Josephien, ze heeft daar haar sociale contacten en iedereen leeft met elkaar mee. Er bestaat ook een speciale Hindoestaanse dagverzorging, maar wij vinden ‘gemengd’ beter. Waarom zou je als je ouder wordt opeens alleen tussen mensen van je eigen cultuur gaan zitten? Zo verleer je de Nederlandse taal nog. Voor mij is het fijn om een paar uur per week voor mezelf te hebben terwijl ik weet dat mijn vrouw in goede handen is. We hopen dat de dagbehandeling en het vervoer op maat blijven bestaan als de gemeente de zorg straks overneemt. De gemeente wil meer met vrijwilligers gaan werken, maar ik zou er moeite mee hebben om een vreemde zomaar te vertrouwen. Josephien en ik hopen het nog lang op deze manier vol te houden, met de hulp van onze dochter en de professionele zorg. We genieten nog steeds. Van onze vakanties, afgelopen februari waren we nog in India, maar ook van een wandeling langs de Maas of een bezoekje aan de markt.’ • Laurens 7 ‘HET IS EEN parachutesprong’ In zijn boek ‘In het oog van de orkaan’ beschrijft hoogleraar Transitiekunde Jan Rotmans de kantelperiode waarin we ons nu bevinden richting een ander type samenleving. Die verschuiving betekent dat de ouderenzorg er over tien jaar totaal anders uitziet. Rotmans legt uit wat we kunnen verwachten en om welke hervormingen dat vraagt. 8 Laurens ‘De wereld ziet er over pakweg tien jaar totaal anders uit’, zegt Jan Rotmans. Ouderen vormen dan het grootste deel van de bevolking en zetten de teneur als het gaat om cultuur. Hun status is tegen die tijd ook veranderd. Nu ziet men ouderen vaak als kwetsbare mensen die hulp nodig hebben. Over tien jaar is het normaal dat je tot je zeventigste werkt en spelen ouderen een grote rol in de zorg en het onderwijs als ondersteuner en coach. Er zal straks een grote behoefte zijn aan hun kennis. Het wordt normaal dat mensen zolang mogelijk maatschappelijk en economisch gezien voor zichzelf zorgen. Daarbij speelt technologie een grote rol. Mensen hebben steeds vaker robots in huis die stofzuigen, helpen met koken en zorghandelingen kunnen verrichten zoals steunkousen aantrekken. Cash geld is er niet meer. Betalen gebeurt digitaal, bijvoorbeeld via een chip onder de huid. Via apps kun je zelf je cholesterol en bloeddruk controleren. Contact met de huisarts verloopt veelal via een webcam of hij komt bij je thuis. Ook kleine operaties zullen steeds vaker in huis worden uitgevoerd. Ouderen leven steeds vaker in kleine gemeenschappen in aangepaste woningen waar ze voorzieningen op het gebied van energie en zorgondersteuning kunnen delen.’ Verbinden en faciliteren Nieuwe technologie en ontwikkelingen op het gebied van voeding, energie en social media bieden enorme mogelijkheden. Ze zijn echter voor een bepaalde groep mensen straks ook een belemmering. ‘Als je tussen de tachtig en honderd jaar oud bent, is het uitzonderlijk als je nog alles zelf kunt. Ook is het dan vaak moeilijk om te gaan met nieuwe technologie die de zelfredzaamheid vergroot. Voor die groep mensen moeten we nog beter gaan zorgen. Dat vraagt andere competenties van zorgmedewerkers. Zij moeten niet alleen de zorg verlenen die echt nodig is, maar ze krijgen ook een verbindende en faciliterende rol. Ze moeten ouderen bijvoorbeeld leren omgaan met robots en social media.’ ‘Zelfsturing is ook niet iets wat je klakkeloos kunt kopiëren; er is geen spoorboekje’ Revolutie De rol van zorgverleners verandert. ‘We gaan op een moderne manier ‘terug naar vroeger’ in de benadering van klanten. Dit betekent dat er de komende tien jaar binnen zorgorganisaties een paradigmawisseling plaats moet vinden van ‘verzorgen’ naar ‘ondersteuning bij het zolang mogelijk zelfstandig functioneren’. De mens komt weer centraal te staan en de samenwerking met het informele netwerk wordt veel belangrijker. Om dat aan te kunnen zijn moderne organisaties nodig die platter en zelfsturend zijn, en werken op basis van vertrouwen. Zo’n hervorming is een parachutesprong: je moet wel durven. Zelfsturing betekent dat je als organisatie echt de sturing los moet laten. Dat vinden veel zorgorganisaties eng en daarom bouwen ze vaak een veiligheidsmechanisme in waarmee ze toch weer monitoren of financieel afrekenen. Dan doe je het nét niet. Zelfsturing is ook niet iets wat je klakkeloos kunt kopiëren; er is geen spoorboekje. Zelfsturing is een filosofie die je in alle gelederen moet doorvoeren. Dat heeft tijd nodig. Zorgmedewerkers willen nu klanten nog vaak zoveel mogelijk uit handen nemen en zijn niet gewend om op basis van vertrouwen voor hun werkgever te werken. Zulke veranderingen doorvoeren in een zorgorganisatie is een revolutie.’ Geduld, tact en vertrouwen Rotmans legt uit hoe zorgorganisaties het beste veranderingen door kunnen voeren. ‘Bij een transitie gaat het altijd om een verandering van cultuur, structuur en werkwijze. Cultuurverandering is daarbij het belangrijkst, maar tegelijkertijd ook het moeilijkst. Een cultuurverandering kun je niet topdown of vanuit een document doorvoeren, maar vraagt veel geduld, tact en vertrouwen. Dat begint bij een visie voor de komende vijf tot tien jaar met daarbinnen veel ruimte voor experimenten. Zo’n visie ontwikkel je vanuit een transitie-arena: een groep mensen die een dwarsdoorsnede van de organisatie vormt. Dat zijn managers, directieleden en mensen van de werkvloer die samen een lerend netwerk vormen. Met dit lerend netwerk bepaal je samen de stip: wat is de 3.0 versie van onze organisatie? Waar zitten de pijnpunten: waarom werken we niet zoals we willen werken? Wat zijn goede proefprojecten en instrumenten die we nodig hebben om de nieuwe organisatie vorm te geven? Vanuit dit netwerk wordt ook bepaald wat geleerd is van experimenten en welke geschikt zijn om op te schalen. Ook bij de experimenten begin je klein: met tien tot vijftien mensen. Is een experiment succesvol, dan kun je opschalen naar andere delen van de organisatie. Als je veranderingen in één keer wilt doorvoeren haal je teveel weerstand in huis. Optimale transitie verloopt in dezelfde segmenten als die van de innovatietheorie: je begint bij de koplopers de mensen die out-of-the-box denken, dan schaal je op naar de pioniers, de voorlopers, de achterlopers en kom je tot slot bij de achterblijvers. In de laatste groep zitten mensen met de meeste weerstand, daarvan zal een deel de omslag maken en een deel vertrekken.’ Rol gemeente De gemeente speelt een belangrijke rol in de transitie van zorgorganisaties. ‘De decentralisatie van de ouderenzorg van rijk naar gemeente komt wel goed. Al zal dat niet voor 1 januari 2015 een feit zijn. De benodigde cultuuromslag is een ander verhaal. Als gemeenten op de oude manier verder gaan, waarbij hetzelfde aantal zorgorganisaties ieder aan een stukje van de puzzel werkt, worden er straks met minder geld dezelfde fouten gemaakt. Beter is een aantal partijen te selecteren op basis van kwaliteit, vertrouwen en betrouwbaarheid.’ • Meer weten over Jan Rotmans: Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner Blogs: www.janrotmans.nl Samenvatting ‘In het oog van de orkaan’: tinyurl.com/qeebzzd Laurens 9 Waarom ook eigenlijk niet? 10 Laurens Met aan dank aan ss Rotterdam De dwarsdenkers: Betty Birkenhäger werkt sinds twee jaar als specialist ouderengeneeskunde bij Laurens Stadzicht. Sinds maart is ze ook programmamanager van het Laurens Leerhuis Dementie. Birkenhäger is een van de trekkers binnen Laurens als het gaat om ‘anders denken’ over bijzonder gedrag van dementerende ouderen. Betty Birkenhäger: ‘Hoe ga ik er mee om staat centraal en niet hoe bestrijd ik dat’ ‘Ik heb moeite met het stempel ‘vervelend’ dat bepaald gedrag van dementerende ouderen heeft’, vertelt ze. ‘Als een oudere niet gewassen wil worden of alleen maar wil dwalen, is dat vaak eigenlijk normaal gedrag dat bij de ziekte hoort. Wij – familie, mantelzorgers en zorgmedewerkers – ervaren dat vaak als een probleem en willen het gedrag beïnvloeden. Maar waar het vooral om zou moeten gaan is hoe de bewoner het gedrag ervaart en of het gedrag gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.’ Birkenhäger vervolgt dat er vaak te snel voor medicatie wordt gekozen. ‘De medicijnen die sommige ouderen met dementie slikken om hun gedrag te beïnvloeden, hebben vaak meer bijwerkingen dan werking. Als het even kan moeten we medicijngebruik dus zien te voorkomen. Een ontwikkeling die binnen Laurens en bij andere zorginstellingen steeds meer ruimte krijgt. In Laurens Stadzicht brengen we in een pilot het Verenso-protocol van de beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde dat hierop aansluit in de praktijk. De verzorgenden duiden via een lijst het gedrag van de bewoner. Vragen zijn bijvoorbeeld: op welk moment van de dag vertoont iemand probleemgedrag? Heeft de klant pijn, zit het gebit wel goed, verstaat hij je wel goed, wordt hij wel goed benaderd? De uitkomst bespreken we en daarna komen we samen tot een oplossing. ‘Hoe ga ik er mee om’ staat daarbij centraal en niet ‘hoe bestrijd ik dat’. Samen moeten we de scheidslijn bepalen. Klanten sederen om te kunnen scheren omdat de echtgenote daar bijvoorbeeld op staat, zal niet snel gebeuren. Ook voor nagels knippen bij een klant die zich verzet zijn vaak andere oplossingen. Maar wat als een klant die incontinent is voor ontlasting niet gewassen wil worden en gewelddadig is waardoor medewerkers bang zijn om naar het werk te komen? Dan vinden wij sedatie wel een reële mogelijkheid. Niet wassen geeft een te groot gezondheidsrisico en is mensonterend. ‘Maar’, benadrukt Betty ‘als je voor medicatie kiest, moet die ook goed werken en zo weinig mogelijk bijwerkingen hebben.’ Om te bepalen welke medicatie daarvoor geschikt is, doet Birkenhäger momenteel wetenschappelijk literatuuronderzoek. ‘Ik bekijk zeer breed welk onderzoek al gedaan is om dit soort medicatie te kunnen verminderen en hoe we de vertaalslag naar Laurens kunnen maken.’ • Erwin Scholten is sinds februari 2010 logopedist neurorevalidatie bij Laurens Antonius IJsselmonde. Hij houdt zich bezig met neurologische taal-, spraak- en slikproblemen. Onlangs ontwikkelde hij een nieuw protocol voor behandeling via biofeedback. verslikken. Daardoor ontstaat sneller een longontsteking en is het soms alleen via een sonde mogelijk om voeding binnen te krijgen. Mensen met slikproblemen hebben vaak een sensibiliteitsprobleem. Een gezond mens hoest als hij zich verslikt. Die lichamelijke reactie ontbreekt bij mensen met een sensibiliteitsprobleem. Ze kunnen daardoor de kwaliteit van het eigen slikken slecht beoordelen.’ [email protected] Laurens wil medewerkers die nét even anders denken dan anderen de ruimte geven te experimenteren. Drie voorbeelden daarvan zijn Betty Birkenhäger, Erwin Scholten en Mark Verhart. Met hun out-of-the-box-visie weten ze anderen te inspireren en brengen ze veranderingen ‘Bij slikproblemen kun je denken aan niet goed kunnen eten of drinken en je vaak in de organisatie teweeg die ten goede komen aan onze klanten, hun familie en mantelzorgers, medewerkers en onze stakeholders. Erwin Scholten: ‘Biofeedback geeft revalidanten de controle over het slikken terug’ Scholten bedacht een behandelprotocol waardoor klanten die feedback van het lichaam met een omweg toch krijgen.’ Bij de methode biofeedback worden elek- Laurens 11 troden op de keel gezet die verbonden zijn met een computer. De klant kan vervolgens op het scherm zien hoe efficiënt hij slikt. ‘Ik kreeg bij Laurens de ruimte om de methode op kleine schaal te testen. Uit dit onderzoek blijkt dat klanten dankzij biofeedback weer meer controle krijgen over het slikken en dat een lichte verbetering in de kracht van het slikken optreedt.’ Scholten stak de afgelopen anderhalf jaar veel tijd in het schrijven van een protocol. Onlangs presenteerde hij een voorstel voor een grootschalig onderzoek aan de wetenschappelijke onderzoekscommissie van Laurens. ‘Daar is enthousiast op gereageerd en er zijn gelden voor vrijgemaakt. Mijn doel is goede diagnostiek via FEES (Functionele Endoscopische Evaluatie van het Slikken) waar wij ook trainingscentrum voor zijn, te combineren met een adequate behandeling. Zo kunnen neus- en maagsondes, die paradoxaal genoeg vaak slikproblemen kunnen verergeren en veroorzaken, eerder verwijderd worden. Daardoor is kostbare sondevoeding niet meer nodig. Op deze manier verbeter je de kwaliteit van leven en bespaar je kosten.’ Samen met een leverancier bedacht Scholten ook het spreekuur stemrevalidatie gericht op klanten die bijvoorbeeld na het verwijderen van een tumor in de keel zonder stembanden verder moeten. Scholten: ‘Na de ‘officiële’ revalidatieperiode bleken er nog veel verbetermogelijkheden te zijn, onder meer door gebruik van hulpmiddelen. Dit spreekuur is erop gericht klanten hierover te informeren.’ • [email protected] 12 Laurens Mark Verhart: ‘Wij denken vanuit de gedachte: Waarom ook eigenlijk niet?’ Mark Verhart is sinds juli 2013 adviseur en projectleider Innovatie en Ontwikkeling bij Laurens. Hij is van huis uit industrieel ontwerper. Het feit dat hij géén ervaring had met zorg was bij de sollicitatie een pre. ‘Wij zijn katalysator en proberen een innovatief klimaat te creëren’ ‘Mijn belangrijkste taak is om de behoeften van klanten en zorgmedewerkers te inventariseren en die te koppelen aan de mogelijkheden in de markt. Er is technologisch gezien ontzettend veel mogelijk. Maar de industrie kent de problematiek van de zorg vaak onvoldoende en zorgmedewerkers zijn geen techneuten; ze zijn soms zelfs angstig voor technologie. Ik ben – samen met mijn collega Leo Groeneweg – werkzaam als ‘bruggenbouwer’. Tijdens de vraagverkenning draait het voor mij vooral om de vraag: wat willen we nu echt bereiken? Technologie speelt op dat moment nog geen rol. Het is een van de oplossingen en geen doel op zich. Omdat ik industrieel ontwerper ben, gebruik ik tastbare en visuele methodes om behoeften en vragen te onderzoeken. Bijvoorbeeld A3-werkvellen waarop de probleemsituatie visueel is geschetst. Bij een inventarisatie over bewegingsvrijheid van bewoners heb ik bijvoorbeeld alle ruimtes getekend. De zorgmedewerkers konden vervolgens op de vellen aangeven wie op welke plekken op de afdeling naar binnen zouden mogen. Ook konden ze beschrijven wat hun ideale situatie voor bewoners zou zijn. Zo voorkom je stapels papierwerk en kom je sneller tot de kern. Een andere methode is dat ik iedereen om beurten in een minuut zijn of haar gedachte laat opschrijven en het vel dan door wordt gegeven. Zo zie je snel de overeenkomsten en verschillen en hoef je met elkaar alleen maar over de verschillen na te denken. Bovendien krijg je zo ook boven water wat ‘de zwijgers’ vinden. Grappig is dat zorgmedewerkers geregeld opmerken dat we het helemaal niet over technologie gehad hebben tijdens zo’n sessie.’ Verhart verzint samen met zijn collega van alles, zoals bijvoorbeeld ‘Het huis van mevrouw Van Oudenaarden’. Een proefruimte ingericht als appartement, om te demonstreren hoe technologie ons kan ondersteunen om langer zelfstandig en fijn thuis te blijven wonen (zie pagina 17). Geen science fiction, maar gewoon tastbare producten waar klanten en medewerkers mee kunnen kennismaken en mee kunnen ‘spelen’.’ ‘Wij zijn katalysator en proberen een innovatief klimaat te creëren, ideeën van anderen op een hoger plan te tillen, te filosoferen, trends te volgen en vooral het gezonde verstand te gebruiken en gewoon te doen. Wij denken niet vanuit dogma’s en traditie, maar vanuit de gedachte: Waarom ook eigenlijk niet?’ Pilots die momenteel lopen zijn naast ‘Het huis van mevrouw Van Oudenaarden’ onder meer het Laurens Living Lab (zie pagina 14) en een test met radartechnologie in Delfshaven. Verhart: ‘Met behulp van radar kan letterlijk de ademhaling van klanten gemeten worden. Zo meet je niet alleen of de klant in bed ligt, maar ook hoe hij of zij in bed ligt. Ook doen we mee aan Europese projecten onder andere op het gebied van zelfmanagement. Naast het testen van individuele oplossingen, denken we uiteraard ook na over de vraag: Hoe past dit geheel van mogelijkheden in ‘het Laurens van de toekomst’.’ • [email protected] Een blik in de toekomst: hoe ziet de 50-plusgeneratie van Rotterdam haar toekomst? Hans Alphenaar (67): ‘Ik hoop dat er in de toekomst wordt gekeken naar wat iemand écht nodig heeft’ ‘Ik woon samen met mijn vrouw Ineke (65) in het Lloydkwartier in Rotterdam. Omdat ik aan de Ziekte van Parkinson lijd, worden mijn spierkracht en motoriek aangetast. Daarom heb ik wekelijks zorg aan huis nodig bij het douchen en aankleden. Vroeger hielp mijn vrouw me daarbij, maar ook zij heeft al enige tijd gezondheidsproblemen. Ze is geopereerd aan een tumor in haar hoofd en revalideerde daarna drie maanden in een verpleeghuis. In die drie maanden zorgde ik voor mezelf en hoewel dat is gelukt, was het behoorlijk zwaar. Op dit moment maak ik gebruik van een half uur Zorg aan Huis per week. We betalen een hoge eigen bijdrage en proberen onze uitgaven aan zorg zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast hebben we drie uur per week een particuliere huishoudelijke hulp. Omdat de tumor is teruggekomen bij Ineke moet ze bestraald worden. We willen heel graag zelfstandig blijven wonen, maar het hangt natuurlijk af van onze lichamelijke conditie. Waar ik veel baat bij heb is de specialistische fysiotherapie die ik krijg bij ParkisonNet. Deze wordt gelukkig wel vergoed. Voor mij begint autorijden problematisch te worden en een wens voor de toekomst is dan ook dat ik op een gemakkelijke manier vervoer kan regelen. Onze drie kinderen zijn zeer betrokken bij ons, maar het zijn dertigers met drukke banen en jonge kinderen. We willen ze niet belasten zolang het niet echt nodig is. In de flat waar wij wonen, kom je je buren maar sporadisch tegen. Zoiets als een netwerk van buren die elkaar helpen, komt hier dus niet zo snel van de grond. Wel komt er iedere vrijdagmiddag iemand langs om een potje met me te schaken via een maatjesproject van het UWV. Dat vind ik erg leuk. Met de bezuinigingen op de zorg en de overheveling van de AWBZ en Wmo naar de gemeente, is de toekomst best onzeker. Ik houd er rekening mee dat ik door mijn ziekte op den duur 24-uurszorg nodig heb, maar hoe ziet dat er tegen die tijd uit? Ik hoop dat de gemeente de zorg dichter bij de klant kan organiseren en dat er wordt gekeken naar wat iemand écht nodig heeft. Onze ervaring is dat je door een landelijke instantie als het CIZ al snel in een hokje wordt geduwd.’ • Laurens 13 De basis: klei, Makey Makey Pianospelen op de muur, het moet niet gekker worden! en lol. Laurens Antonius IJsselmonde 3 april 2O14 Drie studenten van de Hogeschool Rotterdam veranderen met stukjes klei, een Makey Makey-setje (printplaatje + elektrodes) en een aantal laptops en pc’s, radicaal de kijk van verzorgenden op de revalidatie van klanten met niet aangeboren hersenaandoeningen. De kern is simpel: sluit aan bij de belevingswereld van de klant en laat ‘lol’ de boventoon voeren tijdens het revalideren. De studenten koppelen heel slim een spelelement aan een behandeldoel. Leo Groeneweg is adviseur technische innovatie bij Laurens 14 Laurens Door een herseninfarct is het geheugen en het spraakvermogen van mevrouw Ten Broek verslechterd. De ‘uitvinders’ Thijs, Jasper en Jose Kijk: de techniek. Het is eigenlijk heel simpel. Tijdens het Living Lab werd ook geoefend met computerspelletjes. Jasper: ‘Zo oefen je cognitieve vaardigheden die je eigenlijk bij alle dagelijkse handelingen nodig hebt.’ Annemarie is senior teamleider bij Laurens Antonius IJsselmonde Dat klinkt helemaal niet gek! KLEI??? Dat gaat wel makkelijk zo. Pianospelen op de muur is een prima manier om hoge oefeningen te doen. Ik maak graag denkpuzzels. Toetsen van klei zijn makkelijker te bedienen, dan de kleine knopjes van een toetsenbord. Mooi zo, goed naar voren. Oefenen we direct de rompfunctie. Bekijk meer toepassingen van Makey Makey via: www.makeymakey.com. Meneer Stegers heeft moeite met fijne motoriek en schrijven. Makey Makey kost 5O euro. De drempel is dus laag. Ik denk dat het echt wat kan zijn! Met Makey Makey kunnen revalidanten van alles oefenen wat ze in het dagelijkse leven nodig hebben: de deurkruk naar beneden bewegen, de sleutel in het slot draaien… Mark Verhart is adviseur technische innovatie bij Laurens Met dank aan: Jose Luis Rasmussen, Thijs Rensen (beiden student gezondheidszorg technologie), Jasper Slooten (student ergotherapie), Mark Verhart, Leo Groeneweg (beiden adviseur technologische innovaties bij Laurens), Meneer Pleisier, Meneer Stegers, mevrouw Ten Broek, Annemarie de Waard (senior teamleider Laurens). Laurens 15 Memed Zararsiz (50): ‘Als ik oud en hulpbehoevend ben, wil ik het liefst met andere ouderen wonen’ ‘Mijn ouders zijn vijftien jaar geleden teruggegaan naar Turkije om daar oud te worden, maar ik wil in Nederland blijven. Ik woon en werk hier sinds 1981. Mijn vier kinderen tussen de 20 en 28 jaar zijn hier opgegroeid en inmiddels heb ik ook een kleindochter. Als penningmeester van de Turkse Stichting Birlik spreek ik vaak oudere mensen uit mijn cultuur. Wat mij dan opvalt is dat het in de Turkse gemeenschap al lang niet meer vanzelfsprekend is dat kinderen voor hun ouders zorgen als deze hulpbehoevend worden. Soms wel een tijdje. Maar op een gegeven moment wordt het te zwaar om die zorg te combineren met hun eigen gezin en baan en zoeken ze een plaats in een verzorgingshuis voor de ouder. Zo gaat het niet alleen in Nederland, maar ook in Turkije. Ook daar is de samenleving veranderd en heb je goede verzorgingshuizen voor ouderen. Het is jammer dat er in de toekomst geen verzorgingshuizen meer zijn. Ik zou ik daar zeker voor gekozen hebben vanaf het moment dat ik hulp nodig zou hebben bij de gewone dagelijkse dingen zoals wassen, koken, aankleden, lopen. Het lijkt me heel vervelend als ik mijn kinderen daarmee zou moeten belasten. Ik zou me bezwaard en ongelukkig voelen. Het lijkt het me ook minder eenzaam om samen met andere ouderen te wonen. Voor mij hoeft dat trouwens niet speciaal in een Turkse of Islamitische groep te zijn, ik geef de voorkeur aan een multiculturele omgeving. En dan zouden mijn kinderen en kleinkinderen in de weekenden op bezoek kunnen komen.’ • 16 Laurens Een blik in de toekomst: hoe ziet de 50-plusgeneratie van Rotterdam haar toekomst? Dit is het Huis van mevrouw Van Oudenaarden. Op het blote oog een doodgewone seniorenwoning. Maar schijn bedriegt: via de televisie kun je straks bijvoorbeeld beeldbellen en met een druk op de knop open je de gordijnen of doe je het licht aan. De woonruimte is bedoeld als experiment. Hier kunnen klanten en medewerkers kennismaken, oefenen en vooral hun mening geven over technologie die het mogelijk De gegevens die deze ‘slimme’ weegschaal onthoudt, deel je via een tablet of mobiele telefoon gemakkelijk met bijvoorbeeld een behandelaar. maakt langer op een fijne manier zelfstandig te blijven wonen. Het Huis van mevrouw Van Oudenaarden De oudere van de toekomst woont zolang mogelijk thuis en houdt zo lang mogelijk de regie over zijn of haar eigen leven. Dat technologie daarbij een steeds belangrijkere rol zal innemen is duidelijk. Welke technologische oplossingen daarbij uitkomst bieden, nog niet. Om te onderzoeken wat echt werkt heeft Laurens verschillende leveranciers namens mevrouw Van Oudenaarden ‘aan het werk gezet’. valt, wil ze dat een selecte groep mensen (dochter, buurman en (thuiszorg)medewerker) snel zelfstandig bij haar naar binnen kan. Ook wil ze bijvoorbeeld graag weten wie er voor de deur staat zonder de deur te openen. Haar dochter wil onder meer op afstand met haar moeder kunnen communiceren en wil weten wat de mogelijkheden zijn om haar moeder op gepaste wijze af en toe te volgen in haar dagelijks leven. Casus Leo Groeneweg, adviseur en projectleider Innovatie en Ontwikkeling bij Laurens: ‘We hebben op basis van een casus van een fictieve klant verschillende producenten benaderd om het appartement met hun oplossingen in te richten.’ In de casus staan onder meer de wensen van de mevrouw Van Oudenaarden en haar dochter beschreven. De klant wil bijvoorbeeld graag zoveel mogelijk zelf (blijven) doen. Als ze wel hulp nodig heeft, bijvoorbeeld als ze ‘Slimme’ weegschaal Groeneweg: ‘We zijn momenteel druk bezig met inrichten. Idee is een mix te maken van hulpmiddelen die ouderen in principe zelf kunnen aanschaffen en specifieke zorgdomotica. Dat kunnen bijvoorbeeld een televisie zijn waarmee je kunt beeld bellen en gordijnen die je op afstand kunt bedienen. Of bijvoorbeeld een ‘slimme’ weegschaal die gewichtsgegevens bijhoudt die je via je tablet of smartphone doorgeeft aan de huisarts of diëtiste.’ De wijk in De pilot is bedoeld om vrijblijvend te kunnen snuffelen aan technologische hulpmiddelen en oplossingen. De technologie zal in tijdsblokken van ongeveer drie maanden wisselen. Tweede stap is om kansrijke technologieën aan te bieden via een pilot in de wijk. • Casus en plattegrond Huis van mevrouw Van Oudenaarden: www.laurens.nl/uwzorgpartner Laurens 17 Besparingen in de zorg? Volgens Aad Nales, directeur van Rotterdam Community Solutions is er nog een flinke slag te slaan. Níet door te besparen op zorgmedewerkers en de kwaliteit van zorg, wél door dure administrateurs grotendeels de laan uit te sturen. ‘Hiërarchie in de zorg is duur en bovendien vaak niet nodig’, zegt Aad Nales. Nales is directeur van Rotterdam Community Solutions (Rotterdam CS), een bedrijf dat ict-oplossingen maakt voor zelforganisatie. ‘We zijn in Nederland te ver doorgeslagen in het indiceren van zorgbehoeftes en de bijbehorende protocollen voor het toekennen van de benodigde zorg. Dat geldt zowel voor zorgorganisaties als voor zorgverzekeraars. Georganiseerd wantrouwen noem ik dat. Het is allemaal veel te ingewikkeld geworden. Als je een auto least zijn er drie vragen belangrijk: kun je het betalen, hoeveel rijd je en voor hoeveel jaar wil je leasen? Als het zo simpel kan, waarom maken we het in de zorg dan zo ingewikkeld? Alles is tot op de minuut vastgelegd, maar juist dat vastleggen kost het meeste geld. Ik pleit daarom voor meer zelforganisatie door zorgmedewerkers.’ Dat versimpeling van het administratieve systeem ook enige vorm van misbruik in de hand werkt is onvermijdelijk, denkt Nales. ‘Soms zal een klant teveel zorg krijgen en er zal ook vast wel eens een klant overstappen naar de concurrent. Maar dat moet je op de koop toenemen. Het is uiteindelijk een keuze: vertrouw je op het oordeel van de thuiszorgmedewerker bij het toekennen van zorg. Of maak je er een dure papierwinkel 18 Laurens van? Door werknemers meer zelf te laten regelen is uiteindelijk zo’n zeventig procent van de administrateurs niet nodig. Daar zit voor zorgorganisaties en zorgverzekeraars de winst.’ de klant, de leveranciers en de medewerkers. De samenwerking moet bovendien voor iedereen voordeel opleveren, alleen dan maakt men er gebruik van en is een oplossing succesvol.’ Planners overbodig Thuiszorg Rotterdam maakte onlangs met behulp van een door Rotterdam CS ontwikkelde tool een flinke stap naar een ‘plattere’ organisatie. Het gaat om een roosteroplossing die planners overbodig maakt. Nales: ‘De tool die te bedienen is via de smartphone houdt rekening met een aantal basiselementen: het aantal uren dat verzorgenden werken, wanneer ze wel en niet kunnen, ziekte, vakantie maar ook met de voorkeur in volgorde van bezoeken aan klanten en ‘plakkerigheid’. Dat laatste wil zeggen dat de tool ‘onthoudt’ wie er op welk dagdeel het meest is geweest bij een bepaalde klant, zodat in de toekomst ook die koppeling wordt gemaakt.’ iPad-generatie Nales ziet veel kansen in de veranderende ouderenzorg voor ict-oplossingen die samenwerking vergemakkelijken. Nales: ‘De iPad-generatie komt eraan. Vijf jaar geleden bleek uit onderzoek van de Hogeschool Rotterdam dat in Pendrecht drie procent van de klanten van Thuiszorg Rotterdam over internet beschikt. Inmiddels is dat gegroeid naar dertig procent en ik verwacht dat over vijf tot zes jaar vrijwel alle klanten over internet beschikken. Die ouderen gaan veel vaker gebruik maken van oplossingen die via het internet aangeboden worden. Je ziet het nu al. Neem bijvoorbeeld de Burenhulpcentrale, die inmiddels in gemeentes Den Haag en Hilversum gebruikt wordt. Een ict-oplossing die de beschikbaarheid van vrijwilligers koppelt aan de zorgvraag. We gaan daarbij uit van de moderne vrijwilliger: mensen die graag wat voor een ander doen maar liever niet op een vaste dag. Voldoen aan die wensen werkt, het aanbod aan vrijwilligers is momenteel groter dan de vraag. Een andere oplossing waar wij momen- Samenwerking De tool bespaart de organisatie geld, is erg klantgericht en houdt rekening met de wensen van medewerkers. Nales: ‘Uitgangspunt van alle tools van Rotterdam CS is samenwerking. Alle betrokkenen moeten zich in de oplossing kunnen vinden: teel aan werken is Mooved. Een digitaal samenwerkingsplatform dat het vervoer voor ouderen afstemt tussen vervoerders, de klant en vrijwilligers. Vervoerders krijgen door hoe laat ze een oudere moeten ophalen en waar die persoon naar toe moet. De oudere of vrijwilliger krijgt tijdig een melding, zodat hij of zij – eventueel met hulp van een vrijwilliger – klaar staat als de vervoerder aankomt. Tien jaar geleden toen minder mensen over internet beschikten was zoiets ondenkbaar geweest.’ • Meer weten over Aad Nales: Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner Rotterdam CS: www.rotterdam-cs.com/nl/aad ‘Maak je er een dure papierwinkel van of vertrouw je op de thuiszorgmedewerker?’ ‘WEG met het georganiseerde wantrouwen’ Laurens 19 ‘Het HART moet terug in de zorg’ 20 Laurens Alexander Maas adviseert Laurens bij het schetsen van een organisatieontwerp om beter in te kunnen spelen op de ouderenzorg van de toekomst. ‘Het hart moet terug in de zorg. En de organisatie moet daaromheen worden gebouwd.’ De ouderenzorg is de afgelopen decennia sterk ‘vermanaged’’, zegt Maas. ‘Het systeem is financieel, administratief en procesmatig zo efficiënt mogelijk ingericht. Daardoor komt de spontane en natuurlijke interactie tussen klanten en zorgprofessionals in de knel. Dat doet geen recht aan de ouderen en is bovendien heel moeilijk voor mensen die vanuit hun hart voor de zorg hebben gekozen.’ Maas is bijzonder hoogleraar Humanisering en verandering van zorg aan de Universiteit voor Humanistiek. Hij is daarnaast als hoofddocent organisatieontwikkeling verbonden aan de Rotterdam School of Management van de EUR. Transitie en transformatie De beleidswijzigingen als gevolg van de overheveling van de ouderenzorg vanuit de AWBZ naar gemeente (Wmo) en zorgverzekeraars, worden vaak aangeduid met de term ‘transitie’. Maas: ‘Voor zorgorganisaties – voor managers en medewerkers bij Laurens – betekent deze transitie dat ze moeten transformeren. Een dergelijke verandering gaat over gedrag en cultuur en over een andere manier van werken.’ Hier liggen kansen, volgens Maas. ‘Men roept in de zorgsector al jaren dat de klant centraal moet staan. Dit is het moment om af te rekenen met de oude modellen waarin de zorg is gegoten. Laten we nu eens écht kijken naar de behoeften van ouderen en zorgprofessionals. Wat willen zij? En laten we die behoeften benaderen vanuit de relatie tussen oudere en zorgprofessionals in plaats vanuit de organisatie. Die relatie is immers de basis voor de zorg. Een organisatiestructuur zou daaromheen gebouwd moeten worden.’ Relatie centraal Een traditionele zorgorganisatie is een piramidevorm met bovenin een bestuurder en daaronder respectievelijk directeuren, managers en afdelingshoofden, en helemaal onderaan de zorgprofessionals. Veranderingen worden vaak bovenin bedacht en onderaan geïmplementeerd. Wat nodig is, is dat de dynamiek die op de werkvloer ontstaat, de top inspireert. Een kanteling die al op sommige plekken zichtbaar is. Als voorbeeld noemt Maas zelfsturende teams, ‘zichtbare schakels’ en platforms, zoals het multidisciplinaire overleg (MDO). Maas: ‘Het zijn voorbeelden waarin de dynamiek en samenwerking voortkomen uit wat er in de praktijk nodig is. Soepele organisatievormen die ten dienste staan van de klant/professionalrelatie, ondersteund door relevante stafafdelingen in het bedrijf.’ In het organisatieontwerpproces van Laurens, waarbij Maas als adviseur betrokken is, vormt deze klant/professionalrelatie het uitgangspunt. ‘De bedoeling is om de andere processen, zoals Innovatie en Ontwikkeling, ICT, planning, financiering en HRM, zo te organiseren dat zij die relatie faciliteren. Dat lijkt in eerste instantie erg complex, maar er zijn tal van voorbeelden waarbij dat prima lukt. Kijk naar bedrijven als Apple en Google die zich volledig naar de klant voegen. Je zou bijna vergeten dat er achter de digitale platforms überhaupt een organisatievorm zit. Ook in de zorg wordt geëxperimenteerd met dit uitgangspunt, zij het nog mondjesmaat.’ Taal en gedrag Wat het lastig maakt voor organisaties als Laurens is dat je niet vanuit het niets een organisatie ontwerpt, maar vanuit een bestaand model. Maas: ‘Op papier is dat geen probleem, maar de consequenties voor de bestaande werkprocessen en de inrichting van de organisatie zijn groot. Het veranderingsproces, de transformatie, is niet iets wat je van ‘a’ tot ‘z’ in een tijdslijn uit kunt zetten, daar gaan jaren overheen. Belangrijke stap is dat je met taal en gedrag laat zien hoe het anders kan. In het contact tussen klant en professionals moet het gaan om concrete zorg die in zelforganiserende teams vorm krijgt. In de buurt en wellicht ook intramuraal. Nu klinken te vaak de bedrijfsprocessen door in dat contact. Kennis van zorgverleners wordt bijgehouden en ontwikkeld in verschillende platforms, die enerzijds rondom een bepaald vakgebied (monodisciplinair) en anderzijds rond een werkveld (multidisciplinair) kunnen worden georganiseerd. In de palliatieve zorg laat Laurens zien hoe het anders kan’, vervolgt Maas. ‘De leerhuizen zijn voorbeelden van dynamische platforms waar professionals multidisciplinair onderzoeken hoe ze de zorg zodanig kunnen veranderen dat de relatie echt centraal komt te staan.’ ‘De relatie tussen de oudere en zorgprofessional is de basis’ Openheid Als de relatie tussen klant en zorgprofessional de basis vormt voor een verandering van de organisatie wat vraagt dit dan van de zorgmedewerkers? Maas denkt daar even over na: ‘Het gaat erom de voorzieningen die er zijn om te vormen, en ze effectiever in te zetten ten dienste van die relatie. Wat dat van de professionals zelf vraagt is openheid, en de bereidheid om te leren en hun eigen vak te blijven ontwikkelen in de praktijk van alle dag. Tegelijkertijd denk ik dat een organisatie die gebouwd is rondom die relatie, vooral veel te bieden heeft. Verzorgenden en verpleegkundigen kunnen weer echt hun vak uitoefenen, klanten en hun familie voelen zich meer geholpen.’ • Meer weten over Alexander Maas: Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner Profiel: tinyurl.com/p6jsxt7 Laurens 21 In deze rubriek nemen we een kijkje in de keuken van een andere branche. Wat zijn de overeenkomsten, wat de verschillen? De veranderingen in de ouderenzorg zijn onomkeerbaar. Hetzelfde geldt voor de transitie in de energiesector. Ids Thepass, voorzitter raad van Bram Poeth, directeur Eneco Zakelijk bestuur Laurens, en Bram Poeth, directeur Eneco ‘Juist door het een keer níet zelf te doen gaat er een wereld voor je open’ Zakelijk, leggen uit tot welke koersveranderingen dit heeft geleid voor hun organisaties en welke organisatie- en cultuurveranderingen dit vraagt. Al in 2007 besloot Eneco vol voor duurzaamheid te gaan. Een strategische keuze die ervoor moet zorgen dat het energiebedrijf in de sterk veranderende markt een belangrijke speler blijft. Bram Poeth, directeur Eneco Zakelijk: ‘De energiesector maakt een megashift door van centraal geleide grote systemen waarbij de omzet gegarandeerd was en de klant niets te kiezen had, naar een model waarbij de klantwens centraal staat. Gebruikers staan kritischer en soms zelfs wantrouwend tegenover energiebedrijven. Ze willen zelf bepalen welke energie ze afnemen en willen energie steeds vaker zelf deels produceren.’ Eneco-directeur Jeroen de Haas heeft daarom met zijn aantreden in 2007 het businessmodel drastisch veranderd. Eneco zet sindsdien in op decentraal, duurzaam en samen. Poeth: ‘Wat de klant wil, staat centraal. Op basis daarvan bepalen we welke activiteiten we ondernemen en met welke partners we daarvoor in zee gaan.’ Activiteiten rondom klantwens ‘Laurens maakt een vergelijkbare transitie door’, legt Ids Thepass uit. ‘Vanaf de jaren zeventig gingen ouderen naar een verzorgingshuis, die huizen waren tot voor kort vrijwel altijd hetzelfde en met de financiering kwam het altijd rond. 22 Laurens Dat is verleden tijd. Ouderen zijn mondiger geworden, ze willen zelf de regie houden en langer thuis blijven wonen. Bovendien doet de overheid een groter beroep op zelfredzaamheid om de kosten in de zorg te drukken. Door deze veranderingen is ook bij ons de klantwens centraal komen te staan en daar passen wij onze activiteiten op aan. Het verzorgingshuis bestaat binnenkort niet meer. Wij willen de organisatie kantelen naar drie markt/productcombinaties: complexe specialistische zorg (waaronder revalidatiezorg), zorg voor mensen met dementie en zorg in de buurt.’ Cultuurverandering Een nieuw businessmodel vraagt om een herinrichting van de organisatie en een cultuurverandering. Poeth: ‘Onze nieuwe strategie brengt een periode van creative destruc- tion met zich mee.’ Dat betekent onder meer bestaande structuren afbreken en experimenteren. Om klanten beter van dienst te kunnen zijn, zijn bijvoorbeeld alle zakelijke activiteiten ondergebracht in één Eneco Zakelijk. Poeth: ‘Het doel van Eneco Zakelijk is vanuit een geïntegreerde visie aan klantvragen voldoen. We wilden de hele keten rondom de marktsegmenten organiseren, vergelijkbaar met Laurens. We hebben nieuwe mensen aangenomen en experimenteren met partnerships, onder meer met DuraVermeer. Ook werken we samen met start-ups, zoals Quby waarmee we een slimme thermostaat hebben ontwikkeld.’ Om intern en extern transparant en toegankelijkheid te zijn, zijn bovendien de zes vestigingen samengevoegd in een nieuw CO2-neutraal kantoor, dat het toonbeeld is van Het Nieuwe Werken. Binnen Eneco Zakelijk hebben we Handen op de rug Thepass: ‘De cultuurverandering die binnen Laurens plaatsvindt is van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Lange tijd hebben we gedacht dat de beste zorg de zorg is die mensen zoveel mogelijk ontlast. Maar zo creëer je je eigen omzet: je haalt mensen uit hun kracht, waardoor ze juist zorg nodig hebben. Onze medewerkers leren nu dat handen op de rug soms beter is en hoe ze onbenutte potentie van het eigen netwerk van de klant beter kunnen aanboren. Wij willen de (financiële) prikkel leggen op mensen in hun kracht zetten. Kijk naar de diabeteszorg. Je kunt mensen blijven monitoren, maar je kunt ze ook, tegen een hoger tarief, in een korte periode zelf leren meten. Net zoals dankzij zonnepanelen minder fossiele energie nodig is, is daardoor uiteindelijk minder betaalde zorg nodig. Wij Ids Thepass, voorzitter raad van bestuur Laurens bijzondere klanten, zoals bijvoorbeeld De Kunsthal. Het contract hiermee komt voort uit het out-of-the-box-denken van een voorheen zelfstandige unit binnen Eneco: Eneco ESCO. Poeth: ‘ESCO heeft binnen een consortium met Dura Vermeer en Roodenburg 1,5 miljoen euro geïnvesteerd in de verduurzaming van de Kunsthal, eigendom van de gemeente Rotterdam. Die maatregelen leiden tot een lagere energierekening (dertig procent) en lagere exploitatiekosten. De Kunsthal (de huurder) betaalt de investeringen de komende jaren terug via de energierekening.’ steken veel energie in het trainen van onze medewerkers, geven mensen de ruimte te experimenteren en werken samen met de Hogeschool Rotterdam rond zogenaamde innovation labs. Ook hebben we twee technologisch adviseurs in dienst genomen. Co-creatie zoals Eneco dat doet, is nog niet iets wat wij veel doen.’ Betaalrelatie klant Er is ook een ander verschil. Thepass: ‘Wij hebben geen directe betaalrelatie met de klant. De gemeente, de zorgverzekeraars en de landelijke overheid zijn onze financiers. Als het gaat om complexe zorg, zoals revalidatie, is het oordeel van ziekenhuizen bijvoorbeeld belangrijker dan dat van de klant, om een contract te behouden. Dat maakt de klantrelatie complex en vereist veel inzicht in de ‘systeemwereld’ – vooral in de financiële structuren – en de ontwikkelingen in de zorg. Laurens behoort in dit land tot de top 25 van zorginstellingen, we zijn maar een klein stukje. Maar doordat we soms meer begrijpen dan andere instellingen van de systeemwereld kunnen we er beter op anticiperen.’ Voorsprong Wat zouden de heren elkaar mee willen geven? Poeth: ‘Ik zou Laurens adviseren meer te co-creëren. Je hoeft niet alles intern te ontwikkelen. Juist door het een keer níet zelf te doen gaat er een wereld voor je open.’ Thepass: ‘Waar het gaat om innovatie en creatie heb ik niets aan te merken. Maar ik zou Eneco mee willen geven meer in de systeemwereld te duiken. Die wereld is misschien wel groter dan je denkt en meer kennis kan voorsprong geven.’ Learning on the job Beiden concluderen dat inspelen op de transities learning on the job is. Thepass: ‘In al onze domeinen is sprake van heftige veranderingen, er zijn geen zekerheden. We moeten daarom heel goed in onze netwerken zitten, zodat we begrijpen wat er gebeurt en hoe we daar op in kunnen spelen.’ Poeth besluit: ‘En dit is nog maar het begin van de perfect storm. • Laurens 23 Maar liefst 95 procent van alle ouderen wil zelf de regie voeren over hun leven, en dus ook over de zorg die ze nodig hebben. ‘Geef hen die verantwoordelijkheid dan ook’, zegt Rudi Westendorp. De hoogleraar ouderengeneeskunde voorspelt dat organisaties die niet meegaan in deze paradigmaverandering, en blijven werken vanuit hun eigen producten en protocollen, het niet lang meer volhouden. Rudi Westendorp is naast hoogleraar directeur van Leyden Academy on Vitality and Ageing. In januari 2014 publiceerde hij zijn inmiddels veelbesproken boek ‘Oud worden zonder het te zijn’ over vitaliteit en veroudering. Hierin wordt de levensloop van Nederlandse ouderen aan alle kanten belicht - van biologie en geneeskunde, tot zorg en maatschappij. Het boek stelt het beeld bij van ouderen als een afhankelijke, hulpbehoevende en kwetsbare groep burgers. ‘De meeste ouderen worden steeds gezonder en vitaler oud en weten heel goed wat ze wel en niet willen, zo blijkt uit ons onderzoek’, zegt Westendorp. ‘Maar liefst 95 procent van alle ouderen geeft aan graag zelf de regie te willen voeren over hun leven en zo lang mogelijk zelfstandig te willen wonen. Opgenomen worden in een verpleeghuis bij ziekte zien de meesten ook helemaal niet zitten. Dat zijn de feiten. Maar daar wordt nog veel te weinig mee gedaan, omdat de overheid en grote zorgorganisaties de touwtjes nog nauwelijks uit handen willen of durven geven.’ ontwikkeling gaan het op termijn niet redden.’ Bubbel doorgeprikt ‘Toch moeten ze wel’, stelt de hoogleraar. ‘Het bestaande zorgsysteem kraakt in haar voegen. Dat weten we al sinds 2008 toen de economische crisis uitbrak. De bubbel die in de jaren zestig en zeventig is ontstaan met de institutionalisering van de verzorging en verpleging is met de crisis in één keer doorgeprikt. De stijgende zorgkosten zijn niet meer op te brengen. Diverse zorgorganisaties, waaronder Laurens, realiseren gelukkig wel dat het anders moet, en geven gehoor aan de roep om meer zorg op maat. Maar het gaat nog niet ver genoeg. Een grondige herverdeling van kosten, plichten en verantwoordelijkheden is noodzakelijk. Zorgorganisaties die niet mee willen gaan in die Eigen verantwoordelijkheid ‘Van ouderen zelf mag natuurlijk ook wat worden verwacht’, vindt Westendorp. ‘Als je aangeeft dat je graag zelf de touwtjes in handen houdt, dien je natuurlijk wel op tijd na te denken over hoe je die laatste jaren van je leven wilt inrichten. Waar en hoe je wilt wonen, op wie je een beroep kan doen als je ondersteuning nodig hebt. Het is belangrijk dat je tijdig voorzorgsmaatregelen treft. Ouderen die dan roepen ‘Ja, maar mij kinderen hebben het al zo druk, die wil ik niet belasten’, die hebben het niet begrepen. Ik pleit er zeker niet voor om kinderen verantwoordelijk te maken voor de verzorging van hun ouders, zoals bijvoorbeeld in Duitsland het geval is. Maar er zijn 24 Laurens Zelforganiserend vermogen De regie en het geld moeten terug naar de ouderen zelf, vindt Westendorp. ‘Ouderen betalen (via hun premies) voor zorg, laat ze dan ook zelf bepalen hoe ze dit geld besteden en hun oude dag invullen. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten landelijke politici en zorgorganisaties leren loslaten, durven vertrouwen op het zelforganiserend vermogen van ouderen.’ Wat dat betekent voor de zorgprofessionals? ‘Dat zij een andere rol gaan vervullen. In plaats van aanbodgericht te werken, gaan ze het zelforganiserend vermogen van ouderen zo goed mogelijk ondersteunen. Dat wordt hun voornaamste taak. Het is belangrijk dat ze echt luisteren naar wat ouderen willen, en samen met de klant kijken wat er aan maatwerk en financieel mogelijk is. Dat is de richting die we op moeten. Nieuwe initiatieven die werken met zelfsturende buurtzorgteams, bewegen al die kant op. Hun succes toont aan dat die benadering werkt.’ genoeg andere mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan die grote hoeveelheid 65-plussers in dit land, waarvan de meesten gezond van lijf en leden zijn. Je kunt elkaar ook een handje toesteken. In elkaar investeren, daar wordt onze maatschappij alleen maar beter van. We hebben onze mond altijd zo vol over ‘onze kille, geïndividualiseerde maatschappij’. Dit is een mooie kans om daar iets aan te veranderen. Het is een valse gedachte dat je alles altijd in je eentje kunt.’ Kwetsbare groepen Het overdragen van de regie aan ouderen zelf, betekent overigens niet dat we op die manier kwetsbare ouderen aan hun lot overlaten, benadrukt Westendorp. ‘Het is onze morele verplichting om kwetsbare en afhankelijke ouderen een volwaardige positie in onze samenleving te garanderen, net zoals we de jeugd en gehandicapten dat recht hebben gegund.’ Westendorp maakt graag nog een kanttekening. ‘Soms vraag ik me af of mensen wel beseffen hoe goed wij het in Nederland hebben’, zegt hij. ‘Alle randvoorwaarden om deze transitie in de zorg te laten slagen, zijn aanwezig. In vergelijking met andere landen hebben wij de beste zorg, de hoogste kwaliteit van voedsel, hoge inkomens, rechtszekerheid en onze pensioenen zijn uitermate goed geregeld. Ouderen hebben nog nooit eerder zoveel vermogen bij elkaar vergaard als nu. Als het in Nederland niet kan, waar dan wel? Ik denk dus oprecht dat die crisis een kans is. Laten we het momentum met elkaar gebruiken om de omslag te maken. Ik zie dat Laurens daarmee bezig is. Dat er tijdens deze transitie veel rumoer is, en dat de partijen elkaar goed moeten vasthouden om het samen tot een goed einde te kunnen brengen, dat spreekt voor zich.’ • Meer weten over Rudi Westendorp: Filmpje: www.laurens.nl/uwzorgpartner Leyden Academy: www.leydenacademy.nl/onderzoek ‘Geef ouderen eindelijk de REGIE’ Laurens 25 Nieuws Sneller revalideren, sneller naar huis Op 14 februari is de eerste paal van het Laurens revalidatiehotel in Rotterdam de grond ingegaan, op steenworp afstand van het Ikazia Ziekenhuis en het Zuidplein. Vanaf het najaar 2015 kunnen gasten hier intensief werken aan hun herstel in een gastvrije hotelsetting, onder begeleiding van gespecialiseerde multidisciplinaire teams van Laurens. In het nieuwe onderkomen in de Motorstraat ontvangt Laurens straks gasten met verschillende aandoeningen voor revalidatie. Els Diephout, locatiemanager: ‘Denk aan patiënten die na een orthopedische of oncologische operatie in het ziekenhuis nog niet direct naar huis kunnen en mensen met long-, hart- en neurologische aandoeningen. Iedereen die moet revalideren is van harte welkom, ook patiënten met een beperkte zelfregie.’ Fitter naar huis Klanten kunnen met de komst van het hotel sneller het ziekenhuis verlaten. Dankzij de snelle start van de revalidatie, de multidisciplinaire begeleiding en de samenwerking met de specialisten en transferverpleegkundige van o.a. het Ikazia ziekenhuis, gaan ze bovendien sneller en fitter weer naar huis. 26 Laurens Het gebouw Het nieuwe onderkomen biedt ruimte aan ongeveer 160 gasten die elk over een eigen kamer met badkamer en toilet beschikken. Naast behandelkamers en een polikliniek zijn er diverse hotelvoorzieningen waaronder een restaurant en grand café. De eerste verdieping staat geheel in het teken van de revalidatie met behandelruimtes, grote oefen- en fitnessruimte en een centraal plein waar gasten in een stimulerende omgeving prettig kunnen verblijven. Daarnaast onderscheidt het hotel zich straks door een prettig leefklimaat, een gastvrije bejegening, veel privacy en een goede informatieoverdracht aan patiënten. Technische innovaties Laurens zet in het revalidatiehotel de nieuwste technologische snufjes in, zoals sensoren voor de registratie van vitale functies. Gasten kunnen er op elk moment van de dag hun dossier en trainingsprogramma inzien via een tablet of hun smartphone. • Webcam: volg de bouw van het revalidatiehotel via: tinyurl.com/ps5syfs Leerhuis Dementie en Trimbos gaan nauw samenwerken Het Trimbos-instituut gaat het Leerhuis Dementie van Laurens ondersteunen op het gebied van onderzoeksmethodiek. Daarnaast slaan de organisaties de handen ineen bij nieuw onderzoek naar dementie. Eind maart hebben ze daarvoor een samenwerkingsovereenkomst getekend. ‘Wij waren op zoek naar een goede partner die ons kan begeleiden op het terrein van de methodologie en die hebben we gevonden’, zegt Kees Schriek, manager van het Leerhuis. ‘Het Trimbos-instiuut uit Utrecht doet al jaren onderzoek naar onder meer geestelijke gezondheid, waaronder dementie. Haar kennis en ervaring op het gebied van betrouwbare onderzoeksmethoden, -procedures en -werkwijzen is groot. Daar willen wij van leren en zo de kwaliteit van onze zorg verbeteren.’ De organisaties gaan in de nabije toekomst ook samenwerken aan nieuw onderzoek naar dementie. ‘Samen hebben we veel te bieden’, zegt Schriek. ‘Het Trimbos is een gerenommeerd kennisinstituut, wij zijn een grote zorgorganisatie met veel deskundigen in huis. Met elkaar maken we meer kans op het aanboren van geldstromen voor nieuw onderzoek.’ Leerhuis Dementie Het Laurens Leerhuis Dementie ging 2010 van start. Schriek en programmamanger Betty Birkenhäger (zie pagina 10) zijn vanaf 2013 bij het project betrokken en rollen het initiatief nu Laurens-breed uit. Het Leerhuis doet onderzoek, ontwikkelt richtlijnen, verzorgt diverse trainingen voor medewerkers van Laurens en wil kennis en ervaring tussen teams en locaties van Laurens uitwisselen. In juli start er een E-learning module voor medewerkers die het Leerhuis samen met het Albeda College, de Lelie zorggroep en het Trimbos-instituut heeft ontwikkeld. • [email protected] BuurtPas zoekt partners Dankzij de fusie tussen Thuiszorg Rotterdam en Laurens biedt de BuurtPas binnenkort nog meer senioren diensten in hun eigen wijk die het mogelijk maken langer zelfstandig te blijven wonen. De BuurtPas biedt mensen die zelfstandig wonen de mogelijkheid tegen flinke kortingen gebruik te maken van een groot aantal diensten aan huis. Een kapper of pedicure aan huis, bijvoorbeeld. Of een hulp die de wekelijkse boodschappen doet, poetst, maaltijden bezorgt of de tuin snoeit. ‘De pas is een uitkomst voor ouderen die niet of niet voldoende aanspraak kunnen maken op geïndiceerde zorg en toch net wat ondersteuning kunnen gebruiken’, zegt Manja Ruggieri, coördinator van de BuurtPas. ‘Het is een mooie aanvulling op de zorgpakketten van Thuiszorg Rotterdam en Laurens en de werkwijze sluit aan bij onze buurtgerichte manier van werken.’ Via de website van BuurtPas kunnen leden op eenvoudige wijze zoeken naar diensten in de buurt. Naast de diensten aan huis biedt de BuurtPas ook korting op een zorgverzekering, uitjes en cursussen. Ruggieri selecteert het aanbod en controleert de kwaliteit van de aanbieders. ‘We gaan alleen in zee met geregistreerde bedrijven’, zegt ze. ‘En we vragen onze leden regelmatig om een evaluatie.’ Leden betalen € 17,50 voor een jaarabonnement en ontvangen twee keer per jaar het gratis BuurtPasmagazine met daarin informatie over de nieuwste aanbiedingen. De BuurtPas kan inmiddels bogen op een goed, betrouwbaar aanbod. Ruggieri: ‘Maar omdat we ouderen zoveel mogelijk diensten in de eigen wijk willen aanbieden, zijn we altijd op zoek naar nieuwe partners.’ • [email protected] Meer informatie via: BuurtPas.com of via www.thuiszorgrotterdam.nl. Save the Date! Innovatiebijeenkomst ‘Wat brengt de toekomst van ouderenzorg ons?’ Meer informatie over het jaarverslag via: www.laurens.nl/publicaties Voor: alle vakgenoten van onze samenwerkende ziekenhuizen Wanneer: dinsdag 16 september 2014 Hoe laat: tussen 13 en 18 uur Waar: Laurens locatie in Rotterdam Alvast aanmelden? Op de korrel. . . Aan de domotica Je kunt niet zeggen dat ik niet in de belangstelling sta. Nou ja, de ouderenzorg dan. Je kunt de tv niet aanzetten of het gaat erover. Zag in een uitzending van Omroep Max dat verzorgingshuizen gaan sluiten. Dat komt omdat mensen vaker langer zelfstandig blijven wonen en dan thuis zorg ontvangen. Niet leuk voor de bewoners van het verzorgingshuis, maar ik vind het wel een fijn vooruitzicht. Langer thuis wonen kan dankzij allerlei technologische toepassingen. Dat zag ik weer in een ander tv-programma. Domotica heet dat. Interessant hoor: met de afstandbediening de zware gordijnen dicht doen, via de tv met je huisarts praten tot en met sensoren die kijken hoe vaak je er ’s nachts uit gaat. Dat laatste gaat wel een beetje ver, vind ik. Overigens zit ik sinds kort ook aan de domotica. Kreeg laatst op mijn 75e verjaardag van mijn kinderen een snijplank met een appeltje erop. ‘Nee oma, dit is een iPad’, zeiden ze. ‘Zozo’, zei ik sceptisch. Maar toen mijn kleindochter ‘m had aangesloten, kon ik verdikkeme skypen met Nina, mijn andere kleindochter die in Spanje zat. Wat ben ik ineens technisch geavanceerd! Daar kon ik dat dondersteentje van hiernaast, zeven jaar(!), mooi eens de loef mee afsteken, dacht ik. Maar mijn wijsneusbuurmeisje was niet onder de indruk van mijn nieuwe speeltje. ‘Hmm, zit geeneens Hayday of Minecraft op’. Boven mijn hoofd cirkelde een vraagteken. Toen schrokken we ons allebei het apezuur. De lampen gingen plotseling aan. ‘Oma Stien, waarom floepen de lampen nu opeens aan?’, vroeg ze. Ik zeg: ‘Dat is mijn old school-domotica, een tijdschakelaar. Dat doe ik voor de inbrekers. Als ik weg ben en de lampen zijn aan dan denken ze dat ik thuis ben. ‘Huh?’, zegt ze, ‘Inbrekers nemen zelf toch altijd zaklampen mee?’ Tja, je hebt natuurlijk altijd baas boven baas. • ketencoö[email protected] Laurens 27 Laurens & Ed van den Broek Eind maart is het Medisch Hart Bleiswijk geopend in het voormalige gemeentehuis van Bleiswijk. Ook het nieuwe herstelhotel De Orchidee van Laurens vindt er onderdak. Initiatiefnemer en mede-eigenaar van het medisch centrum Ed van den Broek vertelt hoe de voorziening, in samenwerking met Laurens, tot stand is gekomen. ‘Voor de ontwikkeling van het herstelhotel vonden we een geschikte zorgpartner in Laurens’ ‘Nu steeds meer verzorgingshuizen gaan sluiten, zijn er nieuwe type locaties nodig voor kortdurend verblijf. Met het herstelhotel sluiten we aan bij die ontwikkeling’, zegt Van den Broek. ‘Hier werken we samen met gasten aan een spoedig herstel, zodat ze hun leven snel weer op de rails krijgen.’ Mensen die een nieuwe heup of knie hebben gekregen kunnen er bijvoorbeeld terecht. Net als patiënten die na een oncologische behandeling, een longziekte of een neurologische aandoening nog niet direct naar huis kunnen. De gasten verblijven er gemiddeld twee à drie weken. Samen met zijn vrouw Sabrien en diëtiste Léontine van Meggelen is Van den Broek 28 Laurens directeur van het Medisch Hart Bleiswijk, waar het herstelhotel deel vanuit maakt. In het centrum is een groot aantal zorgverleners te vinden, waaronder een huisarts, fysiotherapeuten en psychologen. Zowel de hotelgasten als de inwoners in de regio kunnen een beroep doen op deze zorgprofessionals. Ook Zorg aan Huis van Laurens Lansingerland heeft er haar onderkomen. Korte lijnen Van den Broek: ‘De lijntjes zijn kort en voor patiënten is het handig dat alle voorzieningen hier bij elkaar zitten. Dat is een grote meerwaarde, en in wezen onze drijfveer om dit centrum op te zetten. Zorgverleners stemmen hun werkzaamheden en behandelplannen ‘live’ op elkaar af en verwijzen zonodig naar elkaar door, zonder lange wachttijden voor de patiënt. Daarnaast zorgen onze gastvrouwen ervoor dat het de gasten van het herstelhotel aan niets ontbreekt.’ Van den Broek was al enige tijd op zoek naar een geschikt onderkomen voor het centrum, toen hij in 2011 samen met bouwkundige Fred Meijer en jurist Fred van Alphen een gooi deed naar de openbare aanbesteding voor de ontwikkeling van het pand. De mannen sleepten de aanbesteding in de wacht en binnen anderhalf jaar realiseerden ze een grootscheepse inpandige verbouwing. Tegelijkertijd wist Van den Broek een flink aantal zorgpartners aan het initiatief te committeren. Vergroten zelfredzaamheid ‘Voor de ontwikkeling van het herstelhotel vonden we een geschikte zorgpartner in Laurens’, zegt Van den Broek. ‘Vanaf de eerste dag bleek dat we hetzelfde doel voor ogen hadden. We gaan steeds uit van het vergroten van de zelfredzaamheid van onze klanten. Nu het hotel klaar is, is het zaak zoveel mogelijk bekendheid te geven aan dit nieuwe initiatief, zodat al onze twaalf kamers binnenkort permanent zijn gevuld.’ •
© Copyright 2024 ExpyDoc