wonenetc. Gert-Jan Hospers over waarom we wonen waar we wonen ‘In Emmen of Bellingwedde is het echt zo vreselijk niet’ Economisch geograaf Gert-Jan Hospers hekelt ranglijsten met ‘beste’ en ‘slechtste’ gemeenten. Die pakken altijd goed uit voor de Randstad. Maar woongeluk valt helemaal niet in overzichten onder te brengen. TEKST SANDER VAN DER PLOEG FOTOGRAFIE DUCO DE VRIES 18 eigen huis magazine juni 2014 S tel: je kunt een baan krijgen in zowel Utrecht als Venlo. Waar ga je dan naar toe? Deze vraag legt economisch geograaf en hoogleraar citymarketing Gert-Jan Hospers geregeld voor aan zijn studenten aan de Universiteit Twente. ‘Vrijwel 100 procent kiest voor Utrecht’, zegt Hospers. ‘Dan verhoog ik de inzet.’ Hij spiegelt zijn studenten 1.000 euro netto bovenop hun salaris voor, als ze toch voor Venlo kiezen. ‘De meeste studenten willen dan nóg naar Utrecht. Betekent dit dat je in Venlo niet gelukkig kan worden? Is het vooroordeel over Venlo zo sterk? Ik vind dat vreemd.’ Die fascinatie leidde tot zijn boek Geografie en gevoel – wat plekken met ons doen, dat onlangs in tweede druk verscheen. Hij onderzoekt daarin waarom we houden van een plek en er willen blijven. Of er juist gillend wegrennen. Of uitgaan van vooroordelen en denken dat het ergens opwindend of juist hemeltergend saai is. Waarom plekken, plaatsen of omgevingen ons niet onberoerd laten. ‘De keuze voor je woonplaats, straat en wijk is mogelijk de belang- rijkste die je in je leven maakt’, zegt Hospers. ‘Het gekke is dat weinigen dit bewust doen. Waar je woont berust bijna altijd op toeval.’ Is dit zo? 67 procent van de verhuizende Nederlanders blijft binnen de eigen gemeentegrenzen. Slechts 7 procent zoekt zijn heil honderd kilometer verderop of nog verder, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Consequent doorgeredeneerd bestaan er dus geen onaantrekkelijke plekken, dorpen of steden Nieuwegein. De meeste inwoners van deze New Towns zijn import en kwamen er wonen vanwege het werk. Maar nu zijn steeds meer inwoners daar geboren en getogen en die willen er niet meer weg, ondanks dat veel buitenstaanders die op de tekentafel ontworpen steden als zielloos ervaren.’ Waar je ook woont, je raakt gehecht aan je woonplaats en regio, stelt Hospers. Plaatsen daarbuiten die lijken op thuis vinden we ook aantrekkelijk. ‘Dat geeft een gevoel van geborgenheid’, zegt hij. ‘Het klinkt misschien truttig, toch is het zo.’ Veel jongeren lijken dat sentiment niet zo te kennen. Vooral jongeren uit landelijk gelegen provincies weten soms niet hoe snel ze moeten wegkomen uit hun dorp om te gaan studeren in de grote steden. ‘Toch zie je dat ze op latere leeftijd een stuk genuanceerder gaan denken over hun geboortegrond’, zegt Hospers. ‘Randstedelijke dertigers met een kinderwens herinneren zich hun gelukkige jeugd in, bijvoorbeeld, Twente. Dat geluk gunnen ze hun kinderen ook, waardoor ze tot hun eigen verbazing ineens nadenken over terugkeren.’ Laag op de lijst Herinneringsplaatsen Heimat Venlo eindigde vorig jaar op de 47ste plaats in de ranglijst van de Atlas voor Gemeenten (die tot 50 gaat). Banen zouden ver uit de buurt zijn. De gemeente verdedigde dat de werkgelegenheid net over de Belgische en Duitse grens niet is meegerekend. Anders zou Venlo veel hoger eindigen op de ranglijst. De Franse historicus Pierre Nora is gefascineerd door plekken. In zijn lijvige standaardwerk Lieux de Mémoire (Herinneringsplaatsen) beschrijft hij plaatsen die bepalend waren in de Franse geschiedenis en voor de nationale identiteit. De Heimat, die Hospers omschrijft, was zeer belangrijk in de Duitse Romantiek. Door de Nazi’s kreeg het woord een racistische connotatie, maar in de afgelopen jaren verdween de term uit de verdachte hoek. 20 eigen huis magazine juni 2014 Thuis, waar je brood is ‘Praktisch gezien is je Heimat daar waar je brood is’, zegt Hospers, die het Duitse woord gebruikt dat ongeveer de omgeving aanduidt waarmee je een emotionele binding hebt en waar je je thuis voelt. ‘Er moet werk zijn. Kijk naar Zoetermeer of CV Gert-Jan Hospers Prof.dr. G.J. Hospers (Enschede, 1974) Opleiding: Bestuurskunde (Universiteit Twente), Nederlands Recht (Universiteit Utrecht) Economie (Universiteit van Tilburg). Loopbaan: Beleidsmedewerker bij het ministerie van Economische Zaken in Den Haag, vanaf 2000 universitair docent Economie aan de Universiteit Twente. In 2004 gepromoveerd. In 2009 benoemd tot bijzonder hoogleraar citymarketing aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hospers werd de eerste hoogleraar in deze discipline in Europa. Hospers heeft meerdere boeken op zijn naam staan, onder meer over bevolkingskrimp en citymarketing. Maar kinderen hoeven niet het doorslaggevende argument te zijn, denkt Hospers. Ook los daarvan kun je weer verlangen naar bekend terrein, zoals hij zelf ondervond. Hospers verliet jaren geleden ‘zijn’ Enschede voor Den Haag, maar kon nooit echt aarden in de hofstad. Toen een positie vrijkwam bij de Universiteit Twente, hoefde hij niet lang na te denken. Tot onbegrip van de Hagenaars die hij had leren kennen. ‘Ze dachten negatief over Enschede, of hadden er helemaal geen beeld bij’, zegt Hospers. ‘Zoals Einstein zei: “Een vooroordeel is moeilijker te splitsen dan een atoom.” Andersom werkt het voor mij hetzelfde. Den Haag herinnert mij aan een minder leuke periode in mijn leven. Dat maakt Den Haag op zichzelf geen onaantrekkelijke stad, maar voor mij persoonlijk wel.’ Dat is volgens Hospers de kern van de zaak: je persoonlijke ervaring met een plek is allesbepalend. Consequent doorgeredeneerd bestaan er dus geen onaantrekkelijke plekken, dorpen of steden. Want of een plek mooi of lelijk is, is subjectief. Hospers ergert zich daarom aan de ranglijstjes, rapportcijfers en moni- Tekentafelsteden Ieper herrijst Superprovincie Ook ‘zielloze tekentafelsteden’ kunnen de Werelderfgoedlijst halen. De Franse stad Le Havre heeft deze eer. Het centrum werd na verwoestingen in WOII planmatig herbouwd in beton en prefabbouw. Het centrum gold indertijd als toonbeeld van moderniteit. Hoezeer mensen zich kunnen hechten aan hun plaats bleek in het Vlaamse Ieper. Het stadje werd tijdens WOI vernietigd. De Britten wilden de ruïnes behouden als waarschuwing tegen oorlogsverschrikking. Maar de Iepenaren herbouwden hun stad in oude stijl. Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) pleit voor een ‘superprovincie’ bestaande uit Utrecht, Flevoland en Noord-Holland. De betrokken provincies zijn sceptisch: als geen rekening wordt gehouden met regionale cultuur en identiteit, mist het draagvlak onder de bevolking. eigen huis magazine juni 2014 21 tors die wijken, steden en regio’s langs de meetlat leggen. Al jaren zien tientallen colleges van burgemeester en wethouders de jaarlijkse publicatie van de Atlas voor Gemeenten met schrik tegemoet. In deze atlas worden de vijftig grootste Nederlandse gemeenten met elkaar vergeleken op terreinen als leefbaarheid, werkgelegenheid, de aanwezigheid van een historische binnenstad, universiteiten en cultureel aanbod. Amsterdam en Utrecht voeren jaarlijks de lijst aan. De laagvliegers zijn altijd plaatsen die bij velen bijna werktuigelijk tristesse oproepen zoals Emmen, Spijkenisse en Sittard-Geleen. drukte het weekblad een brief af van een inwoner van Bellingwedde. ‘Als ik ‘s ochtends de krant uit de brievenbus haal en ik hoor minutenlang alleen maar vogels, denk ik: dit is de beste plek, nummer 418 op de lijst van Elsevier’, schreef hij. ‘Dat is precies waar het om gaat’, zegt Hospers. ‘Een gevoel kun je niet rangschikken met een lijstje.’ Toch gebeurt het. En gemeenten zijn daar gevoelig voor. Onterecht, vindt Hospers. ‘De Atlas voor Gemeenten wordt gemaakt door wetenschappers die sowieso erg Randstadgeoriënteerd zijn’, zegt hij. ‘De wensen van de hoogopgeleide, cre- atieve klasse zijn bepalend. Mocht een gemeente bijvoorbeeld niet beschikken over kwaliteitsrestaurants, een poppodium of een theater, dan zakt ze meteen op de ranglijst.’ Het treurige is volgens Hospers dat laaggeplaatste gemeenten zich dit ook echt aantrekken. ‘Colleges in provinciesteden zien dit en denken vervolgens na over de bouw van een theater. Waarom? Omdat de bevolking echt op dergelijke prestigebouw zit te wachten, of omdat die gemeenten allemaal een soort mini-Amsterdam willen worden om meer inwoners te trekken?’ Niet onder de indruk ‘Maar wat zegt zo’n ranglijst nu?’, zegt Hospers. ‘Is het echt zo vreselijk om in Emmen te wonen? Natuurlijk niet.’ De hoogleraar spreekt van de zogenoemde Bellingwedde-paradox. Deze Oost-Groningse gemeente stond in 2011 op plaats 418 stijf onderaan de ranglijst van beste gemeenten in Elsevier vanwege het vermeende slechte woonklimaat. Een week na publicatie van de ranglijst, 'De wensen van de hoogopgeleide klasse zijn bepalend. Mocht een gemeente niet beschikken over een theater, dan zakt ze meteen op de lijst' Misschien. Want Amsterdam en Utrecht blijven in Nederland toch de maatstaf op woongebied, blijkt uit de cijfers over het eerste kwartaal van dit jaar van de Nederlandse Vereniging van Makelaars. In beide steden steeg na jaren van crisis op de woningmarkt zowel het aantal verkopen als de prijs. De rest van Nederland moet langer wachten op herstel, vooral aan de randen van het land. Hospers is niet echt onder de indruk van de cijfers. ‘Het is we- Regionale trots (1) Regionale trots (2) Verwijfd, dom, gierig Regionale trots, cultuur en gebruiken stammen vaak uit de negentiende eeuw en zijn dus helemaal niet zo oud. Toen rond 1850 de centrale regering in Den Haag steeds meer macht naar zich toetrok, benadrukten de regio’s als reactie hun eigenheid. Dit leidde onder meer tot het ontstaan van de Bible Belt in MiddenNederland en de Limburgse variant van het carnaval dat toen al eeuwen in Europa werd gevierd. In de negentiende eeuw zochten veel meer landen in Europa door natievorming en centraliseringsdrang van landelijke overheden, naar manieren om zichzelf te onderscheiden. De notie dat Fransen verwijfd zijn, Belgen dom en Nederlanders gierig stamt uit deze tijd. Bellingwedde-paradox 22 eigen huis magazine juni 2014 Als je hem er rechtstreeks naar vraagt, geeft Hospers toe dat hij ‘de provincie’ een warm hart toedraagt. Ook omdat er een beetje persoonlijke missiedrang bij komt kijken. Zijn vakgenoten leggen vooral grote steden als Amsterdam, Berlijn en New York onder de loep. Hospers wordt door hen vreemd aangekeken als hij zegt de economische geografie van plaatsen als Almelo, Vlissingen en Heerlen wetenschappelijk gezien interessanter te vinden. En wellicht heeft hij de tijdsgeest mee. Veel mensen zijn zich door de globalisering of de groeiende invloed van Brussel bewuster geworden van hun regionale identiteit. Glocalisering, zo noemt de Britse socioloog Roland Robertson het regionale antwoord op de groeiende invloed van buiten de regio- en landsgrenzen. Dit is vooral merkbaar in wat Hospers ‘vette regio’s’ noemt – omge- Hospers vindt Vlissingen en Heerlen wetenschappelijk gezien interessanter dan New York en Berlijn vingen naar gas blijft worden geboord?’ Hospers laakt de zogenoemde maakbaarheidsgedachte – het idee dat landelijk beleid altijd en overal succesvol moet zijn. Zo kunnen bijstandsgerechtigden en langdurig werklozen door een wetswijziging per volgend jaar worden verplicht te verhuizen voor een baan, ook al is die aan de andere kant van het land. ‘Dat gaat nooit werken’, zegt Hospers. ‘Een bijstandsontvanger uit Zuid-Limburg wil honderdmaal liever een uitkering dan een baan in West-Friesland. Het leed van werkloosheid weegt niet op tegen het verlaten van zijn Heimat en een nieuw leven in een volslagen vreemde omgeving. Je kan niet zomaar eisen dat iemand huis en haard verlaat.’ Als mensen voor hun werk moeten verhuizen, doen ze dat het liefst naar een regio die lijkt op de hunne, stelt Hospers. ‘Ik kan als Tukker prima aarden in Drenthe of Groningen. We spreken allemaal een Nedersaksisch dialect en de landschappen en mentaliteiten lijken op elkaar. Maar een Zaankanter zal zich niet snel vesti- Kilt Remigrant Drenthenieren Tegelijkertijd werd in Schotland de kilt populair. De mannelijke rok die vanaf de zestiende eeuw alleen in de Hooglanden werd gedragen, en lang niet door iedereen, groeide drie eeuwen later uit tot een nationaal symbool. Nederlanders die hun geboorteregio hebben verlaten, keren er op latere leeftijd vaak terug, zo blijkt uit CBS-cijfers. Een op de zes verhuizende 55-plussers tussen 1999 en 2005 was een zogenoemde retourmigrant. Drenthe is al jaren populair bij Randstedelijke, kapitaalkrachtige ouderen die rustiek willen wonen. Mede door het zogenoemde Drenthenieren is de provincie een van de meest vergrijsde van Nederland. derom de creatieve bovenklasse die daar de kar trekt’, zegt hij. ‘Dat zegt niets over de aantrekkingskracht van andere plaatsen voor andere mensen.’ Glocalisering vingen met een duidelijke eigenheid, mentaliteit, dialect of taal zoals Twente, Zuid-Limburg, Groningen en Friesland. ‘Die eigenheid wordt versterkt door de landelijke politiek’, zegt Hospers. ‘Je kunt je afvragen of de landelijke politiek wel aandacht heeft voor de specifieke problemen en mogelijkheden in een bepaalde regio. Pomphouders in de grensstreek voelen zich in de steek gelaten door Den Haag nu ze door de accijnsverhogingen op brandstof niet meer kunnen concurreren met hun collega’s over de grens. En hoe moeten de inwoners van Oost-Groningen zich voelen nu ondanks de aardbe- eigen huis magazine juni 2014 23 gen op de Veluwe – die regio’s verschillen op ieder vlak te veel. Zeeland zou geschikter voor hem zijn: laagland aan zee is direct herkenbaar en geeft een geruststellend gevoel.’ Dat klinkt logisch, maar wat drijft dan mensen die huis en haard achter zich laten? Honderdduizenden Nederlanders kijken wekelijks naar het tv-programma Ik vertrek, waarin landgenoten worden gevolgd die in het buitenland een nieuw bestaan opbouwen. Leedvermaak ligt op de loer, als we zien hoe zij hals over kop een camping beginnen op het Franse platteland, zonder enige kennis van de taal en de lokale cultuur. ‘Dat is ook het succes van dat programma’, zegt Hospers. ‘Vaak hebben die mensen daar geweldige vakanties beleefd en dat gevoel willen ze vasthouden. Maar eenmaal daar vervliegt het vakantiegevoel, wordt het leven net zo alledaags als thuis en speelt onvermijdelijk heimwee op.’ Hospers ziet daarna een typisch geval van zogenoemde cog- nitieve dissonantie optreden: ‘Men krijgt vaak enorme spijt, maar geeft daar uit schaamte niet aan toe. Ze gaan hun eigen daden goedpraten, ook al hunkeren ze naar huis.’ 'Je bent uiteindelijk meer gehecht aan je regio dan je denkt. Vooral als je uit een regio komt met een eigen identiteit' Voor het eerst een huis kopen – of dat nou in Amsterdam is of op het platteland van Twente? Op maandag 14 april hield Vereniging Eigen Huis het seminar ‘Starters op de huizenmarkt’. Via eigenhuis.nl/seminar kunt u het seminar terugkijken. Nederlands Siberië Fernweh Toeristen De Utrechtse historicus Maarten van Rossem zal, nu hij met emeritaat is, zeker niet in Drenthe de rust opzoeken. Onlangs noemde hij Drenthe op tv het ‘Siberië van Nederland’ en hij is daarom naar eigen zeggen doodsbang er te stranden met de trein of auto. In tegenstelling tot het Nederlands kent het Duits ook een woord voor het tegengestelde van heimwee: Fernweh, ofwel een pijnlijk verlangen naar verre oorden. Provincies, regio’s en steden profileren zich graag als toeristisch merk. Zo was Limburg in 2013 onder Nederlandse toeristen de meest geliefde provincie, de Veluwe de populairste vakantieregio en Amsterdam de meest gewaardeerde stad, vond een consultancybureau uit. Enorme spijt Kan zijn, maar al jaren op rij stijgt het aantal emigranten. In 2012 verliet volgens het CBS een recordaantal van 144.491 Nederlanders het land. Met België en Duitsland als voornaamste en, niet onbelangrijk, de meest op Nederland lijkende bestemmingen. ‘Toch zeg ik vanuit mijn vakgebied: heb je emigratieplannen, denk er nog eens goed over na’, zegt Hospers. Veel Nederlandse emigranten die in de jaren vijftig vertrokken naar Amerika en Australië kampten met enorme heimwee. Hoe verder je gaat, hoe langer je wegblijft, des te erger het wordt. Je bent uiteindelijk toch meer gehecht aan je woonplaats en regio dat je denkt’, zegt hij. ‘Vooral als je uit een ‘vette’ regio komt met een duidelijke eigen identiteit. Dan realiseer je je vroeg of laat: hier kom ik vandaan. Of zoals we in Twente zeggen: ‘‘hier kom ik weg.’’ eigen huis magazine juni 2014 25
© Copyright 2024 ExpyDoc