Petanque en varianten

Petanque
Sport van het jaar 2014-2015
Materiaal
Volgende zaken heb je nodig om petanque te kunnen spelen:
 Een plein, liefst lang en smal en plat. Een echte officiële petanque-baan maar 3m bij 12m en
bestaat uit verhard zand of grind.
 1 klein balletje, de but.
 6 of meer grotere ballen, de boules. Het aantal is afhankelijk van het aantal spelers.
 2 team, minstens 1 en maximum 3 personen per team.
Hoe spel je het spel?
Bij petanque is het de bedoeling om de boules zo dicht mogelijk bij de but te werpen.
Er zijn 3 manieren om te werpen:
 Rollen: de boule legt de gehele afstand over de grond af.
 Halfhoog: Hierbij legt de boule ongeveer de helft van de afstand door de lucht af en rolt verder
over de grond
 Hoog: Hierbij legt de boule bijna de gehele afstand door de lucht af en rolt weinig, (of
helemaal niet) door.
De spelregels
Om te bepalen welk team mag beginnen wordt er een toss gehouden. Het team dat wint tekent de
werpcirkel uit op het terrein. Deze cirkel heeft een diameter van min 35 en max 50 centimeter. Enkel
vanuit deze cirkel mag een speler werpen. Tijdens de worp moeten steeds beide voeten op de grond
blijven, tot de boule landt.
Vanuit de werpcirkel werpt een speler van dit team de but op een afstand van ten minste 6 en ten
hoogste 10 meter. Dezelfde speler of een andere speler uit dit team gooit vervolgens de eerste boule.
Daarna is het aan het andere team om een boule te werpen. Zij mogen blijven spelen tot wanneer ze
een boule dichter bij de but gooien dan de tegenpartij. Het team dat dus het verste van de but ligt,
mag steeds als 1e gooien. Zo ga je verder.
Het kan dus zijn dat een team al zijn boules achter elkaar mag werpen. Wanneer een team geen
boules meer heeft om te gooien, is het aan het andere team.
Je kan een boule wegspelen van de but door er tegen te gooien met je eigen boule.
Elke boule van jouw team die dichter bij de but ligt dan de dichtstbijzijnde boule van het andere team
is 1 punt waard. Het team dat als eerste 13 punten heeft verzameld, wint het spel.
1
Petanque
Sport van het jaar 2014-2015
2
Petanque
Sport van het jaar 2014-2015
Varianten
Gekke voorwerpen petanque
Er zijn 2 manieren om dit spel te spelen.
Leeftijdsgroep: -12, +12
Materiaal:
Klein balletje, de but
Verschillende alledaagse voorwerpen; aantal afhankelijk van aantal deelnemers
Plein om op te spelen
1 team, 1 voorwerp
Je vervangt de boules van het spel door alledaagse voorwerpen die je vindt in en rond het lokaal.
Voorwerpen die niks met petanque te maken hebben.
Bv een frisbee, een steentje, een sjaaltje, een kookpotdeksel, een plastic beker,… De voorwerpen
mogen niet te groot zijn, je moet er nog steeds mee kunnen gooien.
Elk team krijgt een eigen voorwerp om mee te gooien. Je hebt dus van elk voorwerp evenveel
exemplaren nodig als er teamleden zijn.
Het doel van het spel blijft het zelfde: je probeert zo dicht mogelijk tegen de but te werpen. Maar je
werpt nu met het voorwerp van jouw team in plaats van met een boule.
Verschillende voorwerpen per team
Je vervangt de boules van het spel door alledaagse voorwerpen die je vindt in en rond het lokaal.
Voorwerpen die niks met petanque te maken hebben.
Bv een frisbee, een steentje, een sjaaltje, een kookpotdeksel, een plastic beker,… De voorwerpen
mogen niet te groot zijn, je moet er nog steeds mee kunnen gooien.
Elk team krijgt 1 exemplaar van elk voorwerp. Je kent ook aan elk voorwerp een andere waarde toe.
Bv frisbee = 1 punt, steentje = 3 punten, sjaaltje = 5 punten, plastic beker = 2 punten,…
We veranderen de spelregels een beetje.
Het team dat de toss wint mag nog steeds de but uitgooien en beginnen. Zij mogen nu al eerste
kiezen met welk voorwerp we eerst gaan gooien. Ieder team gooit om beurt het gekozen voorwerp zo
dicht mogelijk tegen de but. Wanneer elk team heeft geworpen, wordt de winnaar van de ronde
bepaalt.
Het team dat het dichts bij de but is geraakt, krijgt het aantal punten dat overeenkomt met het
voorwerp.
Het team dat het verste van de but ligt, mag de volgende ronde starten en kiezen met welk voorwerp
er nu wordt geworpen.
Tip: speel je met -12’ers, dan je elk voorwerp dezelfde waarde geven. Dat maakt de puntentelling
eenvoudiger.
3
Levende petanque
We vervangen de but door een kegel en de boules door geblinddoekte personen.
Leeftijdsgroep: +14, +16
Materiaal:
Balletje om mee te gooien
Kegel
Blinkdoeken, eentje per persoon
Fluitje voor de begeleiding
Chronometer
Rechthoekig plein om op te spelen; liefst gras of zand, iets wat zacht is om op te vallen.
Verdeel de groep in 2 of meer teams van telkens minstens 4 personen. Elk team kiest een kapitein.
We tossen om te zien welk team mag beginnen. Het team dat de toss wint mag ook het balletje
weggooien, dit wordt de but. Voor de zichtbaarheid wordt een kegel op de but geplaatst. De kapiteins
van elk team nemen plaats aan de zijlijn. De andere teamleden worden geblinddoekt en aan de
werplijn geplaatst.
Elke kapitein krijgt om beurt een halve minuut de tijd om een van zijn geblinddoekte teamgenoten tot
aan de but te leiden. Wanneer zijn tijd voorbij geeft de leiding een fluitsignaal. De kapitein schreeuwt
een hoop aanwijzingen van aan de zijlijn om zijn teamgenoot zo dicht mogelijk bij de kegel te krijgen.
De boules, of geblinddoekte personen mogen elkaar verder weg duwen van de kegel. Het kan er dus
hard aan toe gaan.
Maar opgelet, de kegel mat niet omver vallen. Het team dat de kegel doet vallen mag niet meer
meespelen.
Wanneer alle spelers op het veld staan mogen zij hun blinddoek afnemen. Vervolgens bepaalt de
leiding wie het dichtste bij de kegel is geëindigd en dus wie het spel heeft gewonnen.
Bulls eye petanque
We veranderen het speelveld.
Leeftijdsgroep: +12, +14, +16
Materiaal:
Kleine kom, ter grootte van een boule
Boules, voor elk team evenveel als er bassins zijn + 1
een bol touw om het veld af te bakenen
bassins in verschillende groottes, min 2 per grootte (wastijl, wasmand, emmer, slakom,
kookpot,…)
De kleine kom komt in het midden van het cirkel vormig veld te liggen. Gebruik het touw om 2 cirkels
te vormen rond de kom. Het binnenste veld wordt het speelveld, hier wordt straks in geworpen en
komen alle bassins in te staan. De straal van de buitenste cirkel is minstens 2 m groter dan de straal
van de binnenste cirkel. De buitenste cirkel vormt de werplijn, er wordt geworpen van buiten deze
cirkel. De bassins worden kris kras in het speelveld geplaatst.
Verdeel de groep in 2 teams. Elk team kiest een plekje rond de cirkel. De bedoeling van het spel is om
als eerste een boule in de middelste kom te gooien.
Elk team gooit om beurt. Het team dat de toss wint mag beginnen.
Voor je naar de middelste kom mag gooien moet je eerst alle bassins gehaald hebben. Je begint bij
de grootste bassin en gaat zo verder tot de kleinste. Je mag pas werpen naar een kleinere bassin als
jouw team in alle grotere bassins een bal heeft kunnen werpen. De ballen die niet in een bassin maar
wel op de grond belanden worden direct uit het spel gehaald. Er mag slechts 1 bal in een bassin
4
liggen. Heeft het andere team dus een bal in een bassin geworpen, dan moet jouw team naar de
andere bassin van die grootte mikken.
Wanneer jouw team in elke bassin een bal heeft liggen, dan mag je gooien naar de kom in het
midden. Het team dat als eerste een bal in de kom werpt is gewonnen.
Schilders-petanque
We maken er een kleurrijk spelletje van!
Leeftijdsgroep: geschikt voor iedereen
Materiaal:
kledij dat vuil mag worden voor de deelnemers
plastic om over de grond te leggen
heel veel toiletpapier of oude kranten of keukenrol
verf in evenveel kleuren als er teams/spelers zijn
water
but of iets wat er voor door kan gaan én vuil mag worden
Voorbereiding:
Leg een groot vel plastic op de grond, dit wordt je speelveld.
Elk team kiest een kleur uit en maakt zijn gooiobject klaar. Een gooiobject wordt gemaakt uit een
hoopje papier (toiletpapier, oude kranten,…) dat ondergedompeld wordt in een bad van verf en water.
Zorg ervoor dat elk team evenveel gooiobjecten heeft. Hoe meer gooiobjecten per persoon, hoe
langer je kan spelen. Je zal dus gooien met kleverige, kleurrijke, natte massa.
Spelverloop:
Er moet niet getost worden want alle teams gooien tegelijk. Je kan kiezen om alle spelers tegelijk te
laten spelen of indien je hier niet genoeg ruimte voor hebt kan je ook telkens 1 persoon per team laten
spelen.
Alle spelers stellen zich op aan de gooilijn van het speelveld. De leiding gooit de but in het speelveld.
Wanneer de leiding het fluitsignaal geeft, mag iedereen zijn gooiobjecten werpen in de richting van de
but. Iedereen gooit dus tegelijk. Je stopt pas met gooien wanneer de leiding terug fluit of wanneer je
objecten op zijn.
Het team dat het dichtste tegen de but is geraakt, wint deze ronde.
5
Dobbelsteen-petanque
We brengen een extra factor in het spel
Leeftijdsgroep: +16
Materiaal:
2 dobbelstenen met verschillende kleur
Klein balletje of but
Boules: 6 per persoon
Speelveld
Een spelletje blad-steen-schaar bepaalt welk team mag beginnen. Dit team werpt ook eerst de but uit.
Vervolgens is de regel: het team dat steeds het verste van de but ligt mag gooien.
Voor een speler mag werpen moet hij eerst met de dobbelstenen werpen. De ene dobbelsteen
bepaalt of hij mag gooien of dat hij zjin beurt moet af staan aan iemand van het andere team. De
ander dobbelsteen bepaalt hoeveel ballen hij in het spel mag werpen.
Een voorbeeld:
Een speler komt aan de beurt en gooit met de 2 dobbelstenen. De rode dobbelsteen bepaalt wie mag
gooien en de witte bepaalt hoe vaak. De rode dobbelsteen k omt op 3 te liggen. Dit is een oneven
getal, bij een oneven getal blijft dit team aan de beurt.
De witte dobbelsteen komt op 5 te liggen. De speler mag 5 ballen na elkaar werpen.
Wanneer de rode dobbelsteen op een even getal komt te liggen, dan gaat de beurt over naar het
ander team. De speler die met de dobbelstenen heeft gegooid bepaalt dan welke speler uit het andere
team moet werpen. De witte dobbelsteen bepaalt steeds hoeveel ballen er geworpen moeten worden,
ongeacht welk team mag werpen.
Een speler mag maar 1 keer werpen. Ook als hij aangeduid werd door een tegenspeler heeft hij zijn
beurt gehad.
Kubb-petanque
Een mix!
Leeftijdsgroep: +14, +16
Materiaal:
1 kubb spel per 2 team/spelers
Speelveld
We vervangen de but door een koning uit een kubb-spel. De boules worden vervangen door 5
werpstokken uit het kubb-spel voor het ene team, het andere team werpt met de blokken van het
kubb-spel. Na het einde van elk spel wisselen de teams hun boules om.
De algemene regels van Petanque gelden. Maar die regel van Kubb geldt ook: wie de koning omver
werpt is direct verloren.
Veel spelplezier!
6
Water-petanque
Voor als het even wat warmer wordt.
Leeftijdsgroep: geschikt voor iedereen
Materiaal:
But of klein balletjes
Dweilen in 2 of 4 kleuren, 1 per persoon
Grootte bassin met water, 1 per team
Vierkant speelveld
Verdeel de groep in 2 of 4 teams. Elk team gaat aan een andere zijde van het speelveld staan. Een
toss bepaalt welk team mag beginnen. Elk team gooit om beurt een dweil zo dicht mogelijk tegen de
but. Wanneer uit elk team iemand heeft gegooid is de 1 e ronde voorbij en wordt een eerste maal die
score opgemeten. Het team dat het verste van de but is geëindigd mag de volgende ronde starten. Ga
in wijzerszin het speelveld rond. Als ieder teamlid heeft gegooid tel je alle punten van de verschillende
rondes bij elkaar en ontdek je wie de winnaar is.
Je kan het spel ook spelen met waterbalonnen.
Estafette-petanque
Om op snelheid te komen
Leeftijdsgroep: -9, -12
Materiaal:
Kegel
1 bal per persoon, in evenveel kleuren als er teams zijn
Lang speelveld
Eventueel: materiaal om een parcours te maken
Verdeel de groep in 2 of meer teams.
Verdeel het speelveld in een petanque-deel en een loop- of parcoursdeel. Het petanque-deel ligt
achter het loopgedeelte.
Om het spel wat uitdagender te maken kan je in het loopgedeelte ook een parcours maken dat de
speler moeten doorkruisen.
Elk team stelt zich achter elkaar op aan het einde van het loopgedeelte. Alle ballen liggen gestapeld
voor het team aan het begin van het petanqueveld. Iemand van de leiding zet de kegel in het
petanqueveld, dit is het doel waar de ballen zo dicht mogelijk bij moeten komen.
Wanneer de leiding het signaal geeft, vertrekt uit elk team 1 speler. Deze loopt het loopgedeelte over
het parcours over. wanneer hij aan het petanqueveld komt neemt hij een bal van zijn team en gooit zo
dicht mogelijk bij de kegel. Vervolgens loopt hij terug naar zijn team, al dan niet over het parcours. Pas
wanneer de eerste speler de tweede speler van zijn team aantik t mag deze vertrekken. De wedstrijd
eindigt wanneer alle spelers terug in hun rij zitten.
Het team dat als eerste klaar is krijgt 3 punten, het team dat als tweede klaar is, krijgt er 2 enz...
Het team dat het dichtste bij de kegel kon werpen krijgt ook een punt.
7
Recycle-petanque
Wat we zelf maken, maken we beter!
Leeftijdsgroep: +12, +14
Materiaal:
Klein leeg plastic flesje
Grote lege plastic flessen, 2 per persoon
Gekleurde alcoholstiften of verf, iets om een kleur te geven aan de flessen
Speelveld
Vul het kleine plastic flesje helemaal met water. Dit wordt de but.
Vul de grote plastic flessen met een hoeveelheid water. Het maakt niet uit hoeveel en het mag ook
verschillen van fles tot fles. Dit zijn de boules.
Je kan het spel in teams spelen of elk voor zich zelf. Zorg ervoor dat het duidelijk is van wie welke fles
is. Dit kan je doen door een kleur aan te geven met verf of alcoholstiften.
Een toss of spelletje blad-steen-schaar bepaalt wie mag beginnen. Deze persoon gooit eerst het
kleine flesje in het veld. Het flesje wordt rechtgezet op de plaats waar het terecht is gekomen.
Vervolgens wordt een grote fles in de richting van de kleine geworpen. Het is steeds de beurt aan de
persoon die het verste ligt van de kleine fles om als eerste gooien.
Opgelet: wie de kleine fles omver gooit met zijn grote fles is verloren.
Wanneer alle flessen gegooid zijn wordt gekeken wie er het dichtste tegen het kleine flesje is
geëindigd.
Bos-petanque
Petanque, op verplaatsing!
Leeftijdsgroep: -9, -12
Materiaal:
Bos met bosmaterialen
Teken vijf cirkels om elkaar en plaats in het midden een stok. Elke cirkel heeft een andere waarde.
Trek een startlijn op vijf meter van de cirkels. Iedere speler heeft drie dennenappels. Om beurten
gooien ze er een in de cirkels. Wie de meeste punten heeft behaald als alle dennenappels zijn
gegooid, wint het spel. Gooit een spelen tegen de stok in het midden dan krijgt hij/zij daarvoor nog
eens een extra punt.
8
Omgekeerde schoenen petanque
We doen ne keer zot…
Leeftijdsgroep: geschikt voor iedereen
Materiaal:
Van iedere speler een schoen
Een klein balletje
speelveld
Iedere speler trekt een schoen uit en gooit die ergens in het speelveld.
Vervolgens speel je een spelletje tikkertje om de winnaar te bepalen. De winnaar van dat spelletje
mag het kleine balletje in het veld gooien. Dit doet hij/zij geblinddoekt of met zijn rug naar het
speelveld. Vervolgens ga je op zoek naar de schoen die het dichtst bij het balletje ligt. De eigenaar
van de schoen heeft gewonnen.
Blinden-petanque
Op het gevoel dan maar
Leeftijdsgroep: -12,+12,+14
Materiaal:
speelveld
een net, opgespannen aan begin van het speelveld
plastic of deken om over het net te spannen. Het moet tot op de grond vallen zodat je de
grond aan de andere zijde van het net niet kan zien.
1 klein balletje
1 grote bal per persoon, zorg dat je het onderscheid kan zien.
Bij dit spel is het ieder voor zich.
We tossen om te zien wie mag beginnen. Deze persoon mag eerst het kleine balletje over het net
werpen. Vervolgens gaan alle personen op een rij gaan staan volgens hun geboortemaand. Eerst
januari, daarna februari, enz…
Elke speler gooit zijn bal over het net, zonder te zien waar het kleine balletje ligt.
Wanneer alle spelers gegooid hebben, gaan we aan de andere kant van het net kijken wie het dichtst
bij het balletje heeft gegooid. Deze speler wint het spel.
9
Saboteurs petanque
Wie saboteert het beste?
Leeftijdsgroep: +14, +16
Materiaal:
Speelveld
2 kleine balletjes, buts, elk een verschillend kleur
2 grote ballen per persoon.
Minstens 4 personen nodig
Het spel wordt gespeeld in 2 teams. Elk team krijgt een but, de bedoeling is om zo dicht mogelijk bij
jouw but te geraken. Binnen elk team wordt de helft aangeduid als saboteurs. De taak van de
saboteurs is om ervoor te zorgen dat het andere team niet dicht bij zijn but geraakt. Dit kan enkel door
met hun grote bal een grote bal van het andere team weg te spelen.
Elk team gooit de but van het andere team in het speelveld. Er wordt om beurt gespeeld. Ook binnen
het team moet afgewisseld worden tussen saboteurs en gewone spelers. Eenmaal alle ballen
gespeeld zijn wordt gekeken hoeveel ballen elk team binnen een afstand van 30 cm van zijn but heeft.
Het team dat de meeste ballen binnen die cirkel heeft, is gewonnen.
Nachtelijke petanque
Wie heeft de beste nightvision?
Leeftijdsgroep: +12,+14
Materiaal:
Klein fluoballetje
Min. 2 grote ballen per persoon
Speelveld
Zaklamp/ black light
Speelveld op een donkere plaats
Je kan het spel in team of ieder voor zich spelen.
Indien je geen fluoballetje hebt kan je er ook zelf eentje maken met de hulp van fluorescerende verf.
Een toss bepaalt welk team mag beginnen. Deze gooit eerst het kleine flouballetje in het veld.
Vervolgens mag deze speler ook de eerste trap doen. In dit spel worden de grote ballen namelijk
getrapt met de voet en niet gegooid. Alle teams gooien om de beurt hun eerste bal. Vervolgens is het
telkens het team dat het verste van de but ligt die mag trappen.
Als alle ballen op het veld liggen is het team met de meeste punten gewonnen. Elke bal die dichter bij
het fluoballetje ligt dan de dichtstbijzijnde ballen van het andere team is een punt waard.
10