Vragenlijst normen SONCOS en niet

SONCOS-Survey Vragenlijst
Versie 1.5
1
Inhoudsopgave
1
Documenthistorie ........................................................................................................................... 4
2
Verklaring coderingen ..................................................................................................................... 6
3
SONCOS - NVvH kwaliteitsnormen - Uitvraag 2014 ....................................................................... 7
3.1
ALGEMENE DEEL ..................................................................................................................... 7
3.2
MAMMACARCINOOM........................................................................................................... 12
3.3
COLORECTAAL CARCINOOM ................................................................................................. 15
3.4
LEVERTUMOREN ................................................................................................................... 19
3.5
PERITONEAAL METASTASEN ................................................................................................. 21
3.6
OESOFAGUS/MAAGCARCINOOM ......................................................................................... 23
3.7
PANCREAS/GALWEGCARCINOOM ........................................................................................ 27
3.8
NEUROENDOCRIENE TUMOREN ........................................................................................... 30
3.9
SCHILDKLIERCARCINOOM ..................................................................................................... 32
3.10
MELANOOM .......................................................................................................................... 35
3.11
WEKE DELEN TUMOREN ....................................................................................................... 39
3.12
PROSTAATCARCINOOM ........................................................................................................ 41
3.13
NIERCELCARCINOOM ............................................................................................................ 44
3.14
TESTISCARCINOOM ............................................................................................................... 48
3.15
BLAASCARCINOOM ............................................................................................................... 51
3.16
GYNAECOLOGISCHE ONCOLOGIE.......................................................................................... 53
3.16.1
OVARIUMCARCINOOM ................................................................................................. 54
3.16.2
ENDOMETRIUMCARCINOOM........................................................................................ 55
Versie 1.5
2
3.16.3
CERVIXCARCINOOM ...................................................................................................... 56
3.16.4
VULVACARCINOOM ...................................................................................................... 56
3.17
LONGCARCINOOM ................................................................................................................ 58
3.18
HOOFD-HALS ONCOLOGIE .................................................................................................... 62
3.19
BARIATRISCHE CHIRURGIE .................................................................................................... 64
3.20
CHIRURGIE BIJ KINDEREN...................................................................................................... 67
3.21
ARTERIELE VAATCHIRURGIE .................................................................................................. 70
Versie 1.5
3
1 Documenthistorie
Versie
Datum
Auteur
Omschrijving
1.0
7-03-2014
MRDM (Frank Dibbink)
Samenvoeging van alle eerdere versies,
testresultaten en e-mailberichten met wijzigingen.
1.1
19-03-2014
MRDM (Frank Dibbink)
Woord niercelcarcinoom binnen sectie
prostaatcarcinoom (vraag 6) vervangen door
prostaatcarcinoom.
1.2
24-03-2014
MRDM (Frank Dibbink)
Conditie toegevoegd in sectie ‘vulvacarcinoom’:
vraag 2 verbergen als vraag 1a = Nee.
1.3
27-03-2014
MRDM (Frank Dibbink)
1. Na vraag ‘ander ziekenhuis’ werd een lijst
getoond met ziekenhuizen. Aan deze vragen is nu
de mogelijkheid toegevoegd vrije tekst in te
voeren, zodat ook centra kunnen worden
ingevoerd die niet voorkomen in de standaard lijst.
Secties waar deze wijzigingen in zijn doorgevoerd:
-
Colorectaal
-
Oesofagus maag
-
Pancreas galweg
-
Longcarcinoom
2. Extra keuzelijst (Ziekenhuis 2) toegevoegd aan
vraag ‘Met welk ziekenhuis is er een vast contact
voor bespreking en verwijzing van patiënten die
een tumor hebben op de overgang van slokdarm
en maag?’ in sectie ‘Oesofagus/maag’.
1.4
10-04-2014
Versie 1.5
MRDM (Frank Dibbink)
•
Oesofagus/Maag
Bij twee vragen (met norm 2 of meer) moet
ook het getal 0 worden geaccepteerd. M.a.w.
indien 0 wordt ingevoerd, voldoet men aan de
4
norm.
•
1.5
2-5-2014
Versie 1.5
MRDM (Frank Dibbink)
Aanpassingen Pancreas-Galweg: dit betreft
geen nwe zaken, echter de beschrijving bleek
niet in overeenstemming met de applicatie.
Condities pancreas-galweg sectie waren niet
correct weergegeven in dit document. Er heeft dus
geen wijziging plaatsgevonden in Survey.
5
2 Verklaring coderingen
Indien a en b
met Nee ….
Per sectie zijn er enkele vragen waarmee bepaald kan worden of het nodig
is de overige vragen van de sectie te beantwoorden. Met blauw is de
opmerking gemarkeerd die aangeeft welke vragen hier bedoeld worden.
Indien aan deze blauwe ‘voorwaarden’ wordt voldaan, dan zijn de
vervolgvragen binnen de sectie en daarmee de normen (!) niet relevant.
(norm: Ja)
Groene markering: staat voor een onvoorwaardelijke norm. Anders gezegd,
de groene normen gelden altijd. De norm in dit voorbeeld is dus ‘Ja’.
LET OP: Indien door beantwoording van de eerste paar vragen een gehele
sectie kan worden overgeslagen, dan geldt geen enkele norm (zie
opmerking over blauwe markering hierboven).
(norm: 20 of
meer)
Gele markering: deze norm is voorwaardelijk. Door de invulling van een
andere vraag, wordt bepaald of deze norm wel of niet geldt. De norm in dit
voorbeeld is 20 of meer.
Versie 1.5
6
3 SONCOS - NVvH kwaliteitsnormen - Uitvraag 2014
(peildatum 1 januari 2014)
3.1 ALGEMENE DEEL
algemeen-var-1a
algemeen-var-1b1
algemeen-var-2a
algemeen-var-2b
algemeen-var-2c
De gegevens worden na registratie en akkordering doorgestuurd
naar Zorgverzekering Nederland. Indien u wenst dat deze gegevens
ook naar IKNL worden gestuurd, kunt u dat hieronder aangeven:
Antwoord: Ja, gegevens ook naar IKNL/Nee gegevens NIET naar
IKNL.
Wordt in uw ziekenhuis voor iedere patiënt in het (digitale) dossier
vastgelegd wie de hoofdbehandelaar is?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
a. Is er in uw ziekenhuis voor iedere patiënt een vast
contactpersoon (casemanager)?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Wordt in uw ziekenhuis in het EZIS/ patiëntendossier voor elke
patiënt vastgelegd wie het vaste aanspreekpunt is bij vragen of
onduidelijkheden?
Antwoord: Ja/Nee
c. Worden patiënten geïnformeerd over wie het aanspreekpunt is
en hoe en wanneer deze persoon bereikbaar is?
Antwoord:
algemeen-var-3a
algemeen-var-4a
Versie 1.5
Ja/Nee
Wordt er in uw ziekenhuis van patiënten die besproken worden op
een multidisciplinaire bespreking een verslag van die bespreking
naar de huisarts gestuurd?
Antwoord: Ja/Nee
a. Welk percentage van de verpleegkundigen op de
dagbehandeling waar cytostatica worden toegediend, heeft de
7
aantekening oncologie of volgt hiervoor de opleiding?*
Antwoord: <CC> procent
algemeen-var-4b1
algemeen-var-4b2
algemeen-var-4b3
b. Welk percentage van de verpleegkundigen op de klinische
afdeling waar oncologiepatiënten worden verpleegd, heeft de
aantekening oncologie of volgt hiervoor de opleiding?*
Antwoord: Afdeling chirurgische oncologie: <CC> procent
Afdeling interne oncologie>:
<CC> procent
Andere afdeling:
<naam>
Andere afdeling:
<CC> procent
algemeen-var-4b4
algemeen-var-5a
algemeen-var-5b
algemeen-var-6a
algemeen-var-6b
Versie 1.5
*Indien er sprake is van een dagbehandeling of klinische afdeling
waar ook niet-oncologische behandelingen plaatsvinden, graag het
percentage invullen voor de verpleegkundigen die zorg verlenen
aan de oncologie-patiënten. Een afdeling longziekten waar
patiënten met longkanker worden behandeld kunt u hier buiten
beschouwing laten.
a. Heeft uw ziekenhuis een spoedeisende hulp waar 24 uur per
etmaal, 7 dagen per week expertise in oncologische zorg
beschikbaar is voor alle oncologische patiënten en behandelingen
waaraan uw ziekenhuis zorg verleent?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Indien ‘Nee’, met welke zorginstelling heeft u schriftelijk
vastgelegde afspraken om bovengenoemde zorg aan patiënten te
leveren?
Antwoord: <naam>
a. Hoeveel internisten met registratie in het aandachtsgebied
oncologie zijn er in uw ziekenhuis werkzaam?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
b. Hoeveel chirurgen met certificering in de oncologische of gastrointestinale chirurgie zijn er in uw ziekenhuis werkzaam?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
8
algemeen-var-7
algemeen-var-8a
algemeen-var-8b
algemeen-var-9a
algemeen-var-9b
algemeen-var-10a
algemeen-var-10b
algemeen-var-11a
Versie 1.5
Hoeveel verpleegkundig specialisten voor de oncologie zijn er in uw
ziekenhuis werkzaam?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 1 of meer)
a. Heeft u op uw ziekenhuislokatie de beschikking over een
laboratorium voor Pathologisch onderzoek?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ‘Nee’, met welk laboratorium heeft u schriftelijk
vastgelegde afspraken voor het verrichten pathologisch
onderzoek?
Antwoord: Laboratorium: <naam>
a. Heeft u op uw ziekenhuislokatie de beschikking over afdeling
Nucleaire diagnostiek?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ‘Nee’, met welk instituut heeft u schriftelijk vastgelegde
afspraken voor het verrichten van nucleair onderzoek bij uw
patiënten?
Antwoord: Instituut: <naam>
a. Heeft u op uw ziekenhuislokatie de mogelijkheid om
radiotherapie te geven?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ‘Nee’, met welk radiotherapie instituut heeft u schriftelijk
vastgelegde afspraken voor het verwijzen van patiënten bij wie
radiotherapie geïndiceerd is?
Antwoord: Instituut: <naam>
a. Heeft u op uw ziekenhuislokatie de beschikking over een afdeling
Klinische Genetica?
Antwoord: Ja/Nee
9
algemeen-var-11b
b. Indien ‘Nee’, met welk instituut heeft u schriftelijk vastgelegde
afspraken voor het verrichten van klinisch genetisch onderzoek bij
uw patiënten?
Antwoord: Instituut: <naam>
algemeen-var-12a1
algemeen-var-13
algemeen-var-14a
algemeen-var-14b
algemeen-var-15a
algemeen-var-15b1
algemeen-var-15b1
algemeen-var-15b3
algemeen-var-15b4
Heeft uw ziekenhuis 1 of meerdere stomaverpleegkundigen?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Is er op uw ziekenhuislokatie een Intensive Care afdeling met
personeel, inclusief artsen, dat bekwaam is in de verzorging van
patiënten na grote oncologische ingrepen?
Antwoord: Ja/Nee
a. Heeft uw ziekenhuis een pijnteam?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Hoeveel anesthesiologen met registratie in de pijngeneeskunde
zijn er op uw ziekenhuislokatie werkzaam?
Antwoord: Aantal: <C> (norm: 1 of meer)
a. Heeft uw ziekenhuis een multidisciplinair team palliatieve zorg?
Antwoord: Ja/Nee (norm: nog niet van toepassing)
b. Welke specialisten zijn onderdeel van dit team:
Antwoord:
- Internist-oncoloog:
Antwoord: Ja/Nee
- Internist-hematoloog:
Antwoord: Ja/Nee
- Anesthesioloog:
Antwoord: Ja/Nee
- Verpleegkundig specialist: Antwoord: Ja/Nee
- Andere specialisten:
Antwoord: <vrije tekst>
algemeen-var-15b5
algemeen-var-15c
Versie 1.5
c. Hoe vaak komt het multidisciplinaire palliatieve team bijeen?
Antwoord: op indicatie / 1 keer per week / minder dan 1 keer
per week
10
algemeen-var-16b
algemeen-var-16c
algemeen-var-18
Versie 1.5
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
of
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Welke vervolgacties gaat u ondernemen?
Te ondernemen acties: <vrije tekst>
Opmerkingen:
<vrije tekst>
11
3.2 MAMMACARCINOOM
Nr.
1.
2.
Worden er op uw ziekenhuislokatie patiënten met borstkanker behandeld?
Antwoord: Ja/Nee
*Indien ‘Nee’, dan hoeven onderstaande vragen niet ingevuld te worden.
a. Wat is het totaal aantal nieuw gediagnosticeerde patiënten* met invasief
borstkanker of DCIS dat op uw ziekenhuislokatie is behandeld** door chirurg
en/of medisch oncoloog in de periode 1 oktober 2012 tot en met 30 september
2013?
Antwoord: Aantal: <CCC>
b. Wat is het totaal aantal nieuw gediagnosticeerde patiënten met een lokaal,
regionaal of afstandsrecidief van hun borstkanker dat op uw ziekenhuislokatie is
behandeld** door chirurg en/of medisch oncoloog in de periode 1 oktober 2012
tot en met 30 september 2013?
Antwoord: Aantal: <CC>
3.
*Zowel geopereerde als niet geopereerde patiënten; patiënten met recidief
borstkanker niet meetellen
**Chirurgie en/of systemische therapie, geen patiënten die alleen radiotherapie in uw
instituut hebben ondergaan. Wel inclusief overname therapie van elders en second
opinions bij patiënten daadwerkelijk gezien door chirurg of medisch oncoloog in uw
instituut maar elders behandeld.
Internist oncologen
a. Hoeveel internisten zijn er werkzaam op uw ziekenhuislokatie?
Antwoord: Aantal: <CC>
b. Hoeveel van deze internisten behandelen nieuwe patiënten met borstkanker?
Antwoord: Aantal: <CC>
c. Hoeveel gecertificeerde internist-oncologen zijn er werkzaam op uw
ziekenhuislokatie?
Antwoord: Aantal: <CC>
d. Hoeveel gecertificeerde internist-oncologen werkzaam op uw
ziekenhuislokatie hebben in het verslagjaar borstkankerpatiënten
behandeld?*
Versie 1.5
12
Antwoord:
Aantal: <CC>
* Het certificeringsproces van de hematologen en andere internisten tot medisch oncoloog
was op 1 januari 2014 nog niet afgerond; deze indicator geeft daardoor pas bij de uitvraag
over 2014 een betrouwbaar beeld
4.
5.
6.
Chirurgen
a. Hoeveel NVvH chirurgen zijn er werkzaam op uw ziekenhuislokatie?
Antwoord: Aantal: <CC>
b. Hoeveel NVvH chirurgen op uw ziekenhuislokatie behandelen nieuwe
patiënten met borstkanker?
Antwoord: Aantal: <CC>
c. Hoeveel gecertificeerde NVCO-chirurg-oncologen zijn er werkzaam op uw
ziekenhuislokatie? *
Antwoord: Aantal: <CC>
d. Hoeveel gecertificeerde NVCO-chirurg-oncologen, werkzaam op uw
ziekenhuislokatie hebben in het verslagjaar borstkankerpatiënten
behandeld?*
Antwoord: Aantal: <CC>
* Het certificeringsproces van de NVvH was op 1 januari 2014 nog niet afgerond; deze
indicator geeft daardoor pas bij de uitvraag over 2014 een betrouwbaar beeld
Radiotherapeuten
a. Hoeveel radiotherapeuten zijn betrokken bij uw ziekenhuis?
Antwoord: Aantal: <CC>
b. Hoeveel radiotherapeuten zijn betrokken bij de behandeling van nieuwe
patiënten met borstkanker?
Antwoord: Aantal: <CC>
c. Hoeveel radiotherapeuten hebben als aandachtsgebied borstkanker?
Antwoord: Aantal: <CC>
a. Is de voorziening tot invriezen van tumorweefsel op uw ziekenhuislokatie
aanwezig?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ‘Nee’, wordt er gebruik gemaakt van faciliteiten elders voor het invriezen
van tumorweefsel?
Versie 1.5
13
Antwoord:
7.
Ja, nl. ………<naam instituut>…………………./Nee
a. Wordt op uw ziekenhuislokatie bij alle patiënten met borstkanker de behoefte aan
psychosociale zorg standaard en bij herhaling in kaart gebracht met een gevalideerd
signaleringsinstrument? (bijvoorbeeld met behulp van de LAST-meter)
Antwoord: Ja/Nee
b. Maakt op uw ziekenhuislokatie een klinisch psycholoog onderdeel uit van het
multidisciplinaire mammateam (vast of op afroep)?
Antwoord: Ja/Nee
Opmerkingen:
Versie 1.5
14
3.3 COLORECTAAL CARCINOOM
Nr.
1.
a. Worden er op uw ziekenhuislokatie patiënten met primair coloncarcinoom
behandeld?
Antwoord: Ja/Nee
b. Worden er op uw ziekenhuislokatie patiënten met primair rectumcarcinoom
behandeld?
Antwoord: Ja/Nee
2.
*Indien a. en b. met ‘Nee’ beantwoord worden, dan hoeven onderstaande vragen niet
ingevuld te worden.
Hoeveel medisch specialisten met aantoonbare expertise en ervaring in de diagnostiek
en behandeling van dikke darm kanker zijn er werkzaam op uw ziekenhuislokatie?
a. Chirurgen:
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
b. Maag-darm-leverartsen*:
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
c. Internist-oncologen:
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 1 of meer)
d. Radiotherapeuten**:
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 1 of meer)
e. Radiologen:
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
f. Pathologen:
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 1 of meer)
* Een internist met het deelcertificaat MDL/endoscopie kan hier ook als MDL-arts
worden opgevoerd (conform SONCOS document)
** Een radiotherapeut is werkzaam op uw ziekenhuislokatie als hij/zij daar ook
patiënten ziet op een poliklinisch spreekuur
3.
Is de hoofdbehandelaar bekend?
a.
Wordt op uw ziekenhuislocatie in het EZIS/ patiëntendossier vastgelegd wie de
hoofdbehandelaar is van een patient met een colorectaal carcinoom ?
Antwoord:
b
(norm: Ja)
Wordt de patiënt geïnformeerd over wie zijn/haar hoofdbehandelaar is?
Antwoord:
Versie 1.5
Ja/Nee
Ja/Nee
(norm: Ja)
15
4.
Is het aanspreekpunt /casemanager bekend?
a.
Wordt op uw ziekenhuislocatie in het EZIS/ patientendossier voor elke
patient vastgelegd wie het vaste aanspreekpunt (of de ‘casemanager’) bij vragen of
onduidelijkheden?
Antwoord:
b.
6.
(norm: Ja)
Worden patiënten mondeling en schriftelijk geïnformeerd over wie het
aanspreekpunt is en hoe en wanneer deze persoon bereikbaar is?
Antwoord:
5.
Ja/Nee
Ja/Nee
(norm: Ja)
Zijn alle relevante disciplines aanwezig bij het wekelijkse multidisciplinair overleg?
(conform SONCOS-normen)
a. Een NVvH gecertificeerd GE-chirurg of chirurg-oncoloog? Antwoord: Ja/Nee
b. Een Maag-darm-lever arts?
Antwoord: Ja/Nee
c. Een Internist-oncoloog?
Antwoord: Ja/Nee
d. Een Radiotherapeut?
Antwoord: Ja/Nee
e. Een Radioloog?
Antwoord: Ja/Nee
f. Een Patholoog?
Antwoord: Ja/Nee
g. Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager?
Antwoord: Ja/Nee
(norm: a t/m g moeten met Ja beantwoord zijn)
a. Is er een mogelijkheid tot wekelijkse consultatie van een vertegenwoordiger van het
referentiecentrum bij dit multidisciplinaire overleg*?
Antwoord: Ja/Nee
b. Uit welk referentiecentrum is deze vertegenwoordiger afkomstig?
Antwoord: <naam>
7.
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Zijn de volgende faciliteiten beschikbaar op uw ziekenhuislokatie en zo niet met welk
ziekenhuis zijn er schriftelijke afspraken gemaakt over verwijzing van patiënten,
waarbij het service level is vastgelegd? (conform SONCOS document)
a. Een adequaat conform eisen NVMDL ingerichte endoscopie afdeling met
dagcentrum voor bewaking na ingreep:
Versie 1.5
16
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
b. Een multislice CT-scan:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
c. Een MRI-scan geschikt voor pre-operatieve evaluatie rectumcarcinoom:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
d. 24/7 beschikbaarheid interventie-radiologie voor behandeling complicaties na
darmoperaties:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
e. Een stomapolikliniek met stomaverpleegkundige:
- eigen ziekenhuislokatie
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
f. Faciliteiten voor bestraling (inclusief chemoradiatie) en chemotherapie voorafgaand
aan operatie:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
8.
* Maak een keuze uit de lijst. Indien instelling niet voorkomt in de lijst, beantwoord
dan de volgende vraag (vraag 'of').
a. Worden lokaal uitgebreide of recidief rectumcarcinomen verwezen naar een
centrum?
Antwoord:
Ja/Nee
b. Naar welk centrum worden lokaal uitgebreide of recidief rectumcarcinomen
verwezen?
Antwoord:
9.
<naam>
Wordt op uw ziekenhuislokatie bij alle patiënten met darmkanker de behoefte aan
Versie 1.5
17
psychosociale zorg standaard en bij herhaling in kaart gebracht met een gevalideerd
signaleringsinstrument? (bijvoorbeeld met behulp van de LAST-meter)
Antwoord: Ja/Nee (Norm: Ja)
10. Worden darmkanker patiënten in uw ziekenhuis verwezen naar de klinische geneticus
wanneer daar een indicatie voor is?
Antwoord:
Ja/Nee
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar: <vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties zullen
worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen: <vrije tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
18
3.4 LEVERTUMOREN
a. Wordt er in uw ziekenhuis leverchirurgie verricht?
Antwoord:
Ja/Nee
b. Indien ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patiënten bij wie leverchirurgie
geïndiceerd is doorverwezen?
1.
Ziekenhuis 1: <naam>
Ziekenhuis 2: <naam>
*Indien a. met ‘Nee’ beantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet ingevuld
te worden.
Welke specialisten maken deel uit van het team dat in uw ziekenhuis leverchirurgie
verricht?
- Lever chirurgen:
Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
- MDL-artsen*:
Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
- Interventie-radiologen:
Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
2.
- Pathologen:
Aantal: <CC> (norm: 1 of meer)
- Radiotherapeut:
Aantal: <CC> (norm: 1 of meer)
- Internist-oncologen:
Aantal: <CC> (norm: 1 of meer)
* Het gaat hier alleen om MDL artsen die in staat zijn interventiescopieen te verrichten,
waar onder ERCP met stentplaatsing.
Kunnen er in uw ziekenhuis ERCP’s worden verricht?
3. Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Kan er in uw ziekenhuis op de operatiekamer echografie van de lever worden verricht?
4. Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
a. Kan er in uw ziekenhuis radiofrequente ablatie (RFA) van levermetastasen worden
verricht?
Antwoord: Ja/Nee
5.
b. Indien ‘Nee’, met welk ziekenhuis zijn er schriftelijk vastgelegde afspraken voor het
verrichten van RFA’s bij patiënten bij wie dit geïndiceerd is?
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Versie 1.5
19
Ziekenhuis 2:
<ziekenhuislijst>
a. Kan er in uw ziekenhuis Stereotactic Body Radiation Therapy (SBRT) worden verricht?
Antwoord: Ja/Nee
6. b. Indien ‘Nee’, met welk radiotherapie-instituut zijn er schriftelijk vastgelegde
afspraken voor het verrichten van SBRT bij patiënten bij wie dit geïndiceerd is?
Antwoord: <naam>
Hoeveel leverresecties werden er op uw ziekenhuislokatie verricht in 2011, 2012 en
2013?
Antwoord:
2011: Aantal: <CCC>
7.
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (norm: 20 of meer)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
20
3.5 PERITONEAAL METASTASEN
a. Vindt er in uw ziekenhuis Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie plaats
(HIPEC)?
Antwoord: Ja/Nee
1.
b. Indien ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patiënten bij wie HIPEC geïndiceerd is
doorverwezen?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
*Indien a. met ‘Nee’ beantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet ingevuld
te worden.
Hoeveel specialisten in uw ziekenhuis hebben zich toegelegd op de HIPEC
behandelingen?
- HIPEC chirurgen: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
2. - Anesthesiologen: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
- Perfusionisten:
Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
- Andere:
Antwoord: <vrije tekst>
Is uw ziekenhuis vertegenwoordigd in de landelijke HIPEC werkgroep?
3. Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Hoeveel HIPEC behandelingen werden er in 2011, 2012 en 2013 verricht in uw
ziekenhuis?
Antwoord:
2011: Aantal: <CCC>
4.
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (norm: 20 of meer)
5
Wordt er in uw ziekenhuis een database bijgehouden van alle patiënten die een HIPEC
behandeling ondergaan, inclusief gegevens over complicaties?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Versie 1.5
21
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
22
3.6 OESOFAGUS/MAAGCARCINOOM
a. Vinden er op uw ziekenhuislokatie resecties voor slokdarm- of
maagcarcinoom plaats?
Antwoord: Slokdarmresecties Ja/Nee
Maagresecties
Ja/Nee
1.
2.
b. Vinden er op uw ziekenhuislokatie andere behandelingen, zoals
(palliatieve) chemo- of radiotherapie plaats voor patiënten met
slokdarm- of maagcarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
*Indien zowel a. als b. met ‘Nee’ beantwoord wordt, dan hoeven
onderstaande vragen niet ingevuld te worden.
a. Is er in uw ziekenhuis een wekelijks multidisciplinair overleg
waarop patiënten met slokdarm-maag carcinoom voorafgaand aan
de behandeling besproken worden?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Zijn de volgende disciplines standaard vertegenwoordigd bij dit
wekelijkse multidisciplinaire slokdarm-maag overleg?
Een Slokdarm-maag chirurg?
Ja/Nee
Een Maag-darm-lever arts?
Ja/Nee
Een Internist-oncoloog?
Ja/Nee
Een Radiotherapeut?
Ja/Nee
Een Radioloog?
Ja/Nee
Een Patholoog?
Ja/Nee
Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager?
Ja/Nee
Versie 1.5
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
23
(norm: alle bovenstaande vragen Ja)
c. Is er de mogelijkheid tot wekelijkse consultatie van een
vertegenwoordiger van het referentiecentrum bij dit
multidisciplinaire overleg?
Antwoord: Ja/Nee
d. Uit welk referentiecentrum is deze vertegenwoordiger afkomstig?
Antwoord: <naam>
3.
oesofagus-maag-var-4
oesofagus-maag-var-5
6.
Hoeveel geregistreerde MDL-artsen zijn er op uw ziekenhuislokatie
met ervaring in interventiescopieën (dilataties, stentplaatsing, orale
endo-echografie)?
Antwoord: interventie-MDL-artsen: <CC> (norm: 2 of meer)
Door hoeveel chirurgen worden resecties voor slokdarm- en/of
maagkanker op uw ziekenhuislokatie uitgevoerd?
Antwoord: Chirurgen aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
Hoeveel van de anesthesiologen op uw ziekenhuislokatie zijn
specifiek toegewijd aan de slokdarm-maag chirurgie?
Antwoord: Anesthesiologen: <CC> (norm: 2 of meer)
Zijn de volgende faciliteiten beschikbaar op uw ziekenhuislokatie en
zo niet met welk ziekenhuis zijn er schriftelijke afspraken gemaakt
over verwijzing van patiënten, waarbij het service level is vastgelegd?
a. Een adequaat conform eisen NVMDL ingerichte endoscopie
afdeling met dagcentrum voor bewaking na ingreep:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord:
Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord:
<ziekenhuislijst>
of:
Antwoord:
<vrije tekst>
Versie 1.5
24
b. Orale endo-echografie (inwendige echografie van slokdarm en
maag):
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord:
Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord:
<ziekenhuislijst>
of:
Antwoord:
<vrije tekst>
c. 24/7 beschikbaarheid interventie-radiologie voor behandeling
complicaties na
slokdarm-maag operaties:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord:
Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord:
<ziekenhuislijst>
of:
Antwoord:
<vrije tekst>
7.
d. Faciliteiten voor bestraling (inclusief chemoradiatie) voorafgaand
aan operatie:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord:
Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord:
<ziekenhuislijst>
of:
Antwoord:
<vrije tekst>
* Maak een keuze uit de lijst. Indien instelling niet voorkomt in de
lijst, beantwoord dan de volgende vraag (vraag 'of').
a. Indien uw zorginstelling alleen maagoperaties uitvoert: is er een
vast contact met een centrum dat slokdarmoperaties uitvoert?
Antwoord: Ja / Nee / N.v.t. (norm: ja of n.v.t.)
b. Zo ja, met welk ziekenhuis is er een vast contact voor bespreking
Versie 1.5
25
en verwijzing van patiënten die een tumor hebben op de overgang
van slokdarm en maag?
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
8.
Worden er in uw ziekenhuis coloninterposities verricht, bij patiënten
met een slokdarm-maag carcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke
vervolgacties gaat u ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de
betreffende behandeling, patienten worden verwezen
naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de
volgende acties zullen worden ondernomen om aan de
normen te gaan voldoen: <vrije tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
26
3.7 PANCREAS/GALWEGCARCINOOM
a. Vinden er op uw ziekenhuislokatie resecties voor pancreas- of galwegcarcinoom
plaats?
Antwoord: Resecties pancreascarcinoom Ja/Nee
Resecties galwegcarcinoom
Ja/Nee
1. b. Vinden er op uw ziekenhuislokatie andere behandelingen, zoals (palliatieve) chemoof radiotherapie plaats voor patiënten met pancreas- en/of galwegcarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
*Indien zowel a. als b. met ‘Nee’ beantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen
niet ingevuld te worden.
a. Is er in uw ziekenhuis een wekelijks multidisciplinair overleg waarop patiënten met
een pancreas- of galwegcarcinoom voorafgaand aan de behandeling besproken
worden?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Zijn bij het wekelijkse multidisciplinaire overleg in ieder geval de volgende
specialisten vertegenwoordigd?
- Een HPB chirurg?
Antwoord:
- Een Maag-Darm-Lever-arts?
Antwoord:
- Een Internist-oncoloog?
Antwoord:
- Een Radiotherapeut?
Antwoord:
- Een Radioloog?
Antwoord:
2.
- Een Nucleair geneeskundige?
Antwoord:
- Een Patholoog?
Antwoord:
- Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager? Antwoord:
(norm: alle bovenstaande vragen Ja)
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
c. Is er een mogelijkheid tot wekelijkse consultatie van een vertegenwoordiger van het
referentiecentrum bij het multidisciplinaire overleg*?
Antwoord: Ja/Nee
d. Uit welk referentiecentrum is deze vertegenwoordiger afkomstig?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
Versie 1.5
27
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Hoeveel geregistreerde MDL-artsen zijn er op uw ziekenhuislokatie met ervaring in
interventiescopieën (ERCP, dilataties, stentplaatsing, orale endo-echografie)?
3.
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
a. Hoeveel chirurgen met als aandachtsgebied de HPB-chirurgie zijn er op uw
ziekenhuislokatie werkzaam?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
4.
b. Hoeveel pancreas- of galwegcarcinoomresecties werden er in 2013 door hen in uw
zorginstelling uitgevoerd?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 20 of meer per jaar)
Hoeveel van de anesthesiologen op uw ziekenhuislokatie zijn specifiek toegewijd aan de
pancreas-galweg chirurgie?
5.
Antwoord: Anesthesiologen: <CC> (norm: 2 of meer)
Zijn de volgende faciliteiten beschikbaar op uw ziekenhuislokatie en zo niet met welk
ziekenhuis zijn er schriftelijke afspraken gemaakt over verwijzing van patiënten waarbij
het service-level is vastgelegd? (conform SONCOS document)
a. Een adequaat conform eisen NVMDL ingerichte endoscopie-afdeling met dagcentrum
voor bewaking na ingreep?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
6.
of:
Antwoord: <vrije tekst>
b. Faciliteiten voor het verrichten van interventie ERCP’s?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
c. Faciliteiten voor zowel diagnostische als therapeutische orale endo-echografie?
Versie 1.5
28
-
eigen ziekenhuislokatie:
ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
of:
Antwoord: Ja/Nee
Antwoord: <ziekenhuislijst>
Antwoord: <vrije tekst>
d. Een intensive care afdeling met personeel, inclusief artsen, dat bekwaam is in
verzorging van patienten na pancreas operaties:
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
* Maak een keuze uit de lijst. Indien instelling niet voorkomt in de lijst, beantwoord dan de
volgende vraag (vraag 'of').
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
29
3.8 NEUROENDOCRIENE TUMOREN
Worden er in uw ziekenhuis Neuroendocriene tumoren behandeld?
Antwoord: Ja/Nee
1.
*Indien met ‘Nee’ geantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet ingevuld te
worden.
2. a. Is er in uw ziekenhuis een multidisciplinair overleg waarop patiënten met neuroendocriene tumoren besproken worden?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Zijn de volgende disciplines standaard vertegenwoordigd bij dit multidisciplinaire
overleg?
Een chirurg?
Antwoord:
Een Maag-darm-lever arts?
Antwoord:
Een Internist-oncoloog/endocrinoloog?
Antwoord:
Een Radiotherapeut?
Antwoord:
Een Radioloog?
Antwoord:
Een Patholoog?
Antwoord:
Een Nucleair geneeskundige?
Antwoord:
Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager?
Antwoord:
(norm: alle bovenstaande vragen Ja)
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Hoeveel Neuro-endocriene tumoren (NETs) werden er in 2013 in uw ziekenhuis
behandeld?
- NETs van de long:
Aantal: <CC>
- NETs van het maag-darm stelsel:
Aantal: <CC>
3.
- NETs van de pancreas:
Aantal: <CC>
- NETs op andere locaties:
Aantal: <CC>
- Totaal aantal behandeld in 2013: Aantal: <CC> (norm: 20 of meer)
Hoeveel patiënten met een neuro-endocriene tumor (NET) werden in uw ziekenhuis
4. behandeld met systemische therapie in 2013?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 10 of meer)
Versie 1.5
30
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
31
3.9 SCHILDKLIERCARCINOOM
Vinden er in uw ziekenhuis behandelingen plaats vanwege schildkliercarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
1.
*Indien met ‘Nee’ geantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet ingevuld te
worden.
a. Worden patiënten met schildkliercarcinoom in uw ziekenhuis besproken in een
multidisciplinair overleg dat ten minste 1 keer per 2 weken plaats vindt?
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
b. Zijn de volgende specialisten standaard aanwezig bij dit multidisciplinaire overleg:
2.
Een (endocrien) chirurg?
Een Internist-endocrinoloog
Een Internist-oncoloog
Een Nucleair geneeskundige?
Een Radioloog?
Een Patholoog?
(norm: alle bovenstaande vragen Ja)
Antwoord: Ja/Nee
Antwoord: Ja/Nee
Antwoord: Ja/Nee
Antwoord: Ja/Nee
Antwoord: Ja/Nee
Antwoord: Ja/Nee
a. Hoeveel operaties van de schildklier of de bijschildklieren vonden er in uw ziekenhuis
plaats in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Schildklieroperaties: <CC> Bijschildklieroperaties: <CC>
2012: Schildklieroperaties: <CC> Bijschildklieroperaties: <CC>
2013: Schildklieroperaties: <CC> Bijschildklieroperaties: <CC>
(norm: in 2013 samen 20 of meer operaties)
3.
b. Bij hoeveel patiënten vond er een schildklieroperatie plaats voor carcinoom in 2013?
Antwoord: Aantal: <CC>
c. Bij hoeveel patiënten vond er een operatie plaats voor een loco-regionaal recidief van
schildkliercarcinoom in 2013?
Antwoord: Aantal: <CC>
Versie 1.5
32
a. Hoeveel halsklierdissecties vonden er in uw ziekenhuis plaats in 2013?
Antwoord: Aantal: <CC>
4.
b. Indien er in uw ziekenhuis geen halsklierdissecties gedaan worden, naar welk
ziekenhuis worden patiënten met schildkliercarcinoom bij wie een halsklierdissectie
geïndiceerd is, doorverwezen?
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 2: <ziekenhuislijst>
a. Worden er in uw ziekenhuis I-131 behandelingen gegeven bij patiënten met
schildkliercarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patiënten met schildkliercarcinoom bij wie
een I-131 behandeling geïndiceerd is, doorverwezen?
5.
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 2: <ziekenhuislijst>
c. Indien ‘Ja’, hoeveel I-131 ablatie-behandelingen werden er gegeven bij patiënten met
schildkliercarcinoom in 2013?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 10 of meer)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
33
Versie 1.5
34
3.10 MELANOOM
Nr.
a. Vinden er in uw ziekenhuis behandelingen plaats van patiënten met een melanoom
van de huid?
Antwoord: Ja/Nee
1.
2.
b. Zo ‘Ja’, worden er in uw ziekenhuis ook systemische behandelingen gegeven bij
patiënten met gevorderd melanoom (stadium IIIc/IV) anders dan chemotherapie
(bijvoorbeeld immunotherapie, targeted therapies)?
Antwoord: Ja/Nee
*Indien 1a met ‘Nee’ geantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet
ingevuld te worden.
Binnen hoeveel werkdagen kunnen patiënten met een verdenking op melanoom
gezien worden op de afdeling dermatologie van uw ziekenhuis?
Antwoord: binnen <aantal> werkdagen
a. Is er in uw ziekenhuis een afdeling pathologie met specifieke expertise op het gebied
van melanoom?
Antwoord: Ja/Nee
3.
b. Zo ‘Nee’, naar welk pathologisch laboratorium wordt weefsel van patiënten met
mogelijke diagnose melanoom verstuurd (evt voor second opinion)?
Antwoord: PA-lab: <naam>
a. Worden er op uw ziekenhuislokatie schildwachtklierprocedures bij melanoom
uitgevoerd?
Antwoord: Ja/Nee
4.
b. Zo ja, is er op uw ziekenhuislokatie een afdeling nucleaire geneeskunde die het
lymfoscintigram voor de schildwachtklierprocedure bij melanoom kan uitvoeren?
Antwoord: Ja/Nee
c. Zo ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patiënten die kiezen voor een
Versie 1.5
35
schildwachtklierprocedure verwezen?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
5.
Hoeveel chirurgen op uw ziekenhuislokatie hebben aantoonbare ervaring in het
chirurgisch verwijderen van schildwachtklieren op lokalisaties specifiek voor
melanoom?
Antwoord: Chirurgen aantal <CC> (norm: 2 of meer)
a. Vinden er op uw ziekenhuislokatie uitgebreide operaties voor lymfklier uitzaaiingen
van een melanoom plaats?
- Okselklierdissecties
Antwoord: Ja /Nee
- Liesklierdissecties
Antwoord: Ja /Nee
- Halsklierdissecties
Antwoord: Ja /Nee
6.
b. Hoeveel pelviene liesklierdissecties (iliacale/obturator klieren) voor melanoom
vonden er plaats op uw ziekenhuislokatie in 2013?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 10 of meer)
c. Hoeveel geïsoleerde extremiteitsperfusies of –infusies vonden er plaats op uw
ziekenhuislokatie in 2013?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 10 of meer)
a. Worden patiënten die in uw ziekenhuis gediagnosticeerd zijn met een gevorderd
stadium melanoom (stadium III/IV) voorafgaand aan de behandeling besproken in een
wekelijks multidisciplinair overleg?
Antwoord: Ja, eigen ziekenhuislokatie/ Ja, in een melanoomcentrum*/ Nee
7.
b. Zijn bij dit wekelijkse multidisciplinaire overleg de volgende specialisten
vertegenwoordigd:
- Een chirurg-oncoloog?
Antwoord:
- Een Internist-oncoloog?
Antwoord:
- Een Radiotherapeut?
Antwoord:
- Een Radioloog?
Antwoord:
- Een Patholoog?
Antwoord:
- Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager? Antwoord:
Versie 1.5
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja /Nee
36
(norm: alle antwoorden ja)
c. Is er bij dit wekelijkse multidisciplinaire overleg de mogelijkheid tot consultatie van
een vertegenwoordiger van een melanoomcentrum*?
Antwoord: Ja /Nee
d. Uit welke ziekenhuis is deze vertegenwoordiger van het melanoomcentrum
afkomstig?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
* Door de NZA zijn in Nederland 14 ziekenhuizen aangewezen waar de behandeling van
patiënten met een stadium IIIc en IV melanoom geconcentreerd is.
a. Worden er op uw ziekenhuislokatie behandelingen met Ipilimumab, BRAF- of MEKremmers gegeven voor melanoom?
Antwoord: Ja /Nee
b. Zo ja, hoeveel internist-oncologen op uw ziekenhuislokatie hebben aantoonbare
expertise en ervaring met immunotherapieën en ‘targeted therapies’?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 2 of meer)
8.
c. Zo ja, hoeveel patiënten met gemetastaseerd melanoom werden in 2013 op uw
ziekenhuislokatie met deze middelen behandeld?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 20 of meer)
d. Zo nee, wordt er over iedere patiënt op uw ziekenhuislokatie gediagnosticeerd met
uitzaaiingen van een melanoom (stadium IIIb, IIIc en IV) overleg gepleegd met het
melanoomcentrum, conform de SONCOS kwaliteitsnormen?
Antwoord: Ja /Nee (norm: Ja)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
Versie 1.5
37
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
38
3.11 WEKE DELEN TUMOREN
a. Vinden er in uw ziekenhuis resecties voor weke delen sarcomen plaats?
Antwoord: Ja/Nee
1.
b. Vindt er in uw ziekenhuis systemische behandeling van weke delen sarcomen plaats?
Antwoord: Ja/Nee
*Indien 1a en 1b met ‘Nee’ geantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet
ingevuld te worden.
a. Is er in uw ziekenhuis een multidisciplinair overleg voor het bespreken van het
diagnostisch en behandelbeleid bij patiënten met een weke delen sarcoom?
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
b. Hoe vaak vindt dit multidisciplinaire overleg plaats?
Antwoord: 1 keer per week / 1 keer per 2 weken / <1 keer per 2 weken
(norm: 1 keer per week)
c. Is bij dit multidisciplinaire overleg een vertegenwoordiger van het referentiecentrum
2. aanwezig*?
Antwoord: Ja/Nee
d. Uit welk ziekenhuis is de vertegenwoordiger van het referentiecentrum voor weke
delen sarcomen afkomstig?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
3. a. Is er in uw ziekenhuis een afdeling pathologie met specifieke expertise op het gebied
van weke delen sarcomen?
Antwoord: Ja/Nee
b. Zo ‘Nee’, naar welk pathologisch laboratorium wordt weefsel van patiënten met
mogelijke diagnose weke delen sarcoom verstuurd (evt voor second opinion)?
Antwoord: PA-lab: <naam>
4. a. Hoeveel patiënten ondergingen 1 of meerdere resecties voor weke delen sarcomen
Versie 1.5
39
op uw ziekenhuislokatie in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CCC>
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (norm: 10 of meer)
b. Hoeveel patiënten ondergingen 1 of meer systemische behandelingen voor weke
delen sarcomen in uw ziekenhuis in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CCC>
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (geen norm)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
40
3.12 PROSTAATCARCINOOM
a. Vinden er op uw ziekenhuislokatie resecties voor prostaatcarcinoom plaats?
Antwoord: Ja/Nee
1. b. Indien ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patiënten met prostaatcarcinoom waarbij
resectie geïndiceerd is verwezen?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
a. Vindt er op uw ziekenhuislokatie bestraling voor prostaatcarcinoom plaats?
Antwoord: Ja/Nee
2
b. Indien ‘Nee’, naar welk radiotherapie instituut worden patiënten met
prostaatcarcinoom waarbij bestraling geïndiceerd is verwezen?
Antwoord: <naam>
a. Vindt er in uw ziekenhuis systemische behandeling van prostaatcarcinoom plaats?
Antwoord: Ja/Nee
b. Is er in uw ziekenhuis een internist-oncoloog werkzaam met specifieke belangstelling
voor en kennis van de systeembehandeling van prostaatcarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
3.
c. Indien patiënten een systemische behandeling moeten ondergaan die niet in uw
ziekenhuis wordt gegeven, naar welk ziekenhuis worden patiënten met
prostaatcarcinoom verwezen?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
*Indien 1a, 2a en 3a met ‘Nee’ geantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen
niet ingevuld te worden.
a. Hoe vaak vindt het multidisciplinaire overleg voor patiënten met prostaatcarcinoom
in uw ziekenhuis plaats?
Antwoord: nooit / <1 keer per 2 weken/ 1 keer per 2 weken / 1 keer per week
4.
(norm: 1 keer per week)
b. Zijn de volgende specialisten aanwezig bij deze multidisciplinaire bespreking?
Versie 1.5
41
- uroloog
- internist-oncoloog
- radiotherapeut
- radioloog
- patholoog
- casemanager
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Antwoord:
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
Ja/Nee
(norm: Ja)
(norm: Ja)
(norm: Ja)
(norm: Ja)
(norm: Ja)
(norm: Ja)
c. Is bij de multidisciplinaire bespreking een vertegenwoordiger van het
referentiecentrum aanwezig*?
Antwoord: Ja, altijd / Ja, meestal / Ja, maar zelden / Nee (norm: Ja, altijd)
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
a. Worden patiënten behandeld voor prostaatcarcinoom in uw ziekenhuis standaard
besproken in het multidisciplinaire overleg voorafgaand aan de operatie?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
5.
b. Worden patiënten behandeld voor prostaatcarcinoom in uw ziekenhuis standaard
besproken in het multidisciplinaire overleg na afloop van de behandeling?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Hoeveel patiënten met prostaatcarcinoom werden er in uw ziekenhuis systemisch
behandeld in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CCC>
6.
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (norm: 10 of meer)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
Versie 1.5
42
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
43
3.13 NIERCELCARCINOOM
a. Vinden er in uw ziekenhuislokatie resecties voor niercelcarcinoom plaats?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patiënten met niercelcarcinoom
gediagnosticeerd in uw ziekenhuis verwezen voor resectie?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
1.
c. Vinden er in uw ziekenhuis systemische behandelingen voor niercelcarcinoom
plaats?
Antwoord: Ja/Nee
d. Indien ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patienten met niercelcarcinoom
verwezen voor systemische behandeling?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
*Als bij 1a en 1c allebei ‘Nee’ wordt geantwoord, dan hoeven onderstaande vragen 2,
3, 4 en 5 niet beantwoord te worden.
a. Hoe vaak vindt er multidisciplinaire overleg voor patiënten met niercelcarcinoom in
uw ziekenhuis plaats?
Antwoord: nooit / <1 keer per 2 weken/ 1 keer per 2 weken / 1 keer per week
(norm: 1 keer per week)
2.
b. Zijn de volgende specialisten aanwezig bij deze multidisciplinaire bespreking?
- uroloog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- internist-oncoloog Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- radiotherapeut
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- radioloog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- patholoog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- casemanager
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
c. Is bij de multidisciplinaire bespreking een vertegenwoordiger van het
referentiecentrum aanwezig*?
Antwoord: Ja, altijd / Ja, meestal / Ja, maar zelden / Nee (norm: Ja, altijd)
Versie 1.5
44
3.
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Hoeveel nieuwe patiënten met niercelcarcinoom werden er in totaal in uw ziekenhuis
behandeld in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CCC>
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (norm: 20 of meer)
a. Hoeveel operatieve oncologische ingrepen aan de nier werden er op uw
ziekenhuislokatie verricht in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CCC>
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (norm: 10 of meer)
4.
b. Vinden er op uw ziekenhuislokatie ook resecties voor niercelcarcinoom plaats bij
patiënten met een mononier of een supra-diafragmatische trombus?
- Mononier
Antwoord: Ja/Nee
- Supra-diafragmatische trombus Antwoord: Ja/Nee
c. Vinden er in uw ziekenhuis niersparende operaties voor niercelcarcinoom plaats?
Antwoord: Ja/Nee
d. Zo ja, Is er op uw ziekenhuislokatie de mogelijkheid om percutane true-cut
biopsieën te verrichten van de nier bij patiënten met een niercelcarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
5.
a. Vindt er in uw ziekenhuis immunotherapie en/of targeted therapy voor
niercelcarcinoom plaats?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ja, is er in uw ziekenhuis een internist-oncoloog werkzaam met specifieke
kennis en ervaring met immunotherapie en/of targeted therapy voor
Versie 1.5
45
niercelcarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
(norm: Ja)
c. Door welke specialisten wordt op uw ziekenhuislokatie systemische behandeling van
niercelcarcinoom ingesteld?
- Uroloog
Antwoord: Ja/Nee
- Internist-oncoloog Antwoord: Ja/Nee
- Andere specialist
Antwoord: Ja/Nee
d. Indien patiënten een systemische behandeling moeten ondergaan die niet in uw
ziekenhuis wordt gegeven, naar welk ziekenhuis worden patiënten met
niercelcarcinoom dan verwezen?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
e. Hoeveel patiënten met niercelcarcinoom werden er in uw ziekenhuis systemisch
behandeld in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CCC>
2012: Aantal: <CCC>
2013: Aantal: <CCC> (norm: 10 of meer)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gestelde normen
o U voldoet niet aan de volgende normen: ……..
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:…………
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:………..
Opmerkingen:
Versie 1.5
46
Versie 1.5
47
3.14 TESTISCARCINOOM
a. Worden er in uw ziekenhuis patiënten behandeld met stadium I testiscarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
b. Indien ‘Ja’, hoeveel nieuwe patiënten met stadium I testiscarcinoom werden er in
totaal in uw ziekenhuis behandeld in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 5 of meer)
c. Worden er in uw ziekenhuis patiënten behandeld met hogere stadia testiscarcinoom
1. (hoger dan stadium I)?
Antwoord: Ja, alle stadia / Ja, maar alleen ‘good risk’ tumoren / Nee
d. Naar welke ziekenhuizen/instituten worden patiënten met stadia van het
testiscarcinoom die in uw ziekenhuis niet worden behandeld, verwezen?
- Ziekenhuis voor chirurgie:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
- Ziekenhuis voor systemische therapie: Antwoord: <ziekenhuislijst>
- Instituut voor radiotherapie:
Antwoord: <naam>
*Indien 1a en 1c met ‘Nee’ geantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet
ingevuld te worden.
a. Hoe vaak vindt het multidisciplinaire overleg voor patiënten met testiscarcinoom in
uw ziekenhuis plaats?
Antwoord: nooit / minder dan 1 keer per 2 weken/ 1 keer per 2 weken / 1 keer per
week (norm: 1 keer per week)
2.
b. Zijn de volgende specialisten aanwezig bij deze multidisciplinaire bespreking?
- uroloog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- internist-oncoloog Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- radiotherapeut
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- radioloog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- patholoog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- casemanager
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Versie 1.5
48
c. Is bij de multidisciplinaire bespreking een vertegenwoordiger van het
referentiecentrum aanwezig*?
Antwoord: Ja, altijd / Ja, meestal / Ja, maar zelden / Nee (norm: Ja, altijd)
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Indien in uw ziekenhuis ook hogere stadia testiscarcinoom (hoger dan stadium I)
worden behandeld, hoeveel nieuwe patiënten met testiscarcinoom hoger dan stadium I
werden er in uw ziekenhuis behandeld in 2011, 2012 en 2013?
3. Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 10 of meer)
a. Worden er in uw ziekenhuis retroperitoneale lymfeklierdissecties voor
testiscarcinoom verricht?
Antwoord: Ja/Nee
4.
b. Indien ‘Ja’, hoeveel retroperitoneale lymfeklierdissecties werden er op uw
ziekenhuislokatie verricht in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 5 of meer)
Is er in uw ziekenhuis een internist-oncoloog werkzaam met bijzondere belangstelling
voor het testiscarcinoom en ervaring met systeemtherapie voor deze tumorsoort?
5.
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Wordt patiënten bij wie systeemtherapie gestart wordt standaard semenpreservatie
aangeboden voorafgaand aan de behandeling?
6.
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Versie 1.5
49
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
50
3.15 BLAASCARCINOOM
a. Worden er in uw ziekenhuis patiënten behandeld met spierinvasief blaascarcinoom?
Antwoord: Ja/Nee
*Indien 1a met ‘Nee’ geantwoord wordt, dan hoeven onderstaande vragen niet ingevuld
te worden.
b. Indien ‘Ja’, hoeveel nieuwe patiënten met spierinvasief blaascarcinoom ondergingen
een cystectomie in uw ziekenhuis in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
1.
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 10 of meer)
c. Welke vormen van urinedeviatie na cystectomie voor spierinvasief blaascarcinoom
worden in uw ziekenhuis uitgevoerd?
Antwoord: Brickerse blaas
Ja/Nee
Continente pouch
Ja/Nee
Orthotope blaas
Ja/Nee
Anders
LLLLLLLLLLLLLL
Is er in uw ziekenhuis een internist-oncoloog werkzaam met bijzondere belangstelling
voor het testiscarcinoom en ervaring met systeemtherapie voor deze tumorsoort?
2.
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
a. Hoe vaak vindt het multidisciplinaire overleg voor patiënten met blaascarcinoom in
uw ziekenhuis plaats?
Antwoord: nooit / minder dan 1 keer per 2 weken/ 1 keer per 2 weken / 1 keer per
week (norm: 1 keer per week)
3.
b. Zijn de volgende specialisten aanwezig bij deze multidisciplinaire bespreking?
- uroloog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- internist-oncoloog Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- radiotherapeut
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- radioloog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- patholoog
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
- casemanager
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
Versie 1.5
51
c. Is bij de multidisciplinaire bespreking een vertegenwoordiger van het
referentiecentrum aanwezig*?
Antwoord: Ja, altijd / Ja, meestal / Ja, maar zelden / Nee (norm: Ja, altijd)
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Neemt uw ziekenhuis deel aan de landelijke registratie van invasief blaascarcinoom van
de Nederlandse Vereniging voor Urologie?
4.
Antwoord:
Ja/Nee (norm: Ja)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
52
3.16 GYNAECOLOGISCHE ONCOLOGIE
1.
a. Vinden er op uw ziekenhuislokatie resecties voor ovarium-, cervix-, vulva- en/of
endometriumcarcinoom plaats?
Antwoord: a1. Resecties ovariumcarcinoom
Ja/Nee
a2. Resecties cervixcarcinoom
Ja/Nee
a3. Resecties endometriumcarcinoom Ja/Nee
a4. Resecties vulvacarcinoom
Ja/Nee
b. Vinden er op uw ziekenhuislokatie andere behandelingen, zoals (palliatieve) chemoof radiotherapie plaats voor patiënten met ovarium-, cervix- en/of
endometriumcarcinoom?
Antwoord: b1. Behandeling ovariumcarcinoom
Ja/Nee
b2. Behandeling cervixcarcinoom
Ja/Nee
b3. Behandeling endometriumcarcinoom Ja/Nee
b4. Behandeling vulvacarcinoom
Ja/Nee
2.
*Indien bij zowel a. als b. alle vragen met ‘Nee’ beantwoord worden, dan hoeven
onderstaande vragen (secties) niet verder ingevuld te worden.
a. Is er in uw ziekenhuis een gynaeco-oncologisch multidisciplinair overleg waarin
patienten voorafgaand aan de behandeling besproken worden?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Welke specialisten zijn standaard bij dit gynaeco-oncologisch multidisciplinair
overleg aanwezig?
- Een Gynaecoloog?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Internist-oncoloog?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Radiotherapeut?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Radioloog?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Patholoog?
Antwoord: Ja/Nee
- Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager? Antwoord: Ja/Nee
(norm: alle antwoorden op ja)
c. Is bij deze multidisciplinaire bespreking een gynaecologisch-oncoloog van het
referentiecentrum aanwezig*?
Antwoord: Ja, altijd / Ja, meestal / Ja, maar zelden / Nee (norm: Ja, altijd)
Versie 1.5
53
3.
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Hoeveel gynaecoloog-oncologen (GO) e/o gynaecologen met als aandachtsgebied de
gynaecologische oncologie (GOA) zijn er werkzaam in uw ziekenhuis’?
Antwoord: GO’s: <CC>
GOA’s: <CC> (de norm is dat het samen 2 of meer is)
3.16.1 OVARIUMCARCINOOM
1.
a. Vormt uw zorginstelling voor de behandeling van patiënten met ovariumcarcinoom
een integraal onderdeel van een regionaal gynaecologisch-oncologisch
samenwerkingsverband?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
b. Uit welke ziekenhuizen bestaat dit samenwerkingsverband?
Antwoord:
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 2: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 3: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 4: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 5: <ziekenhuislijst>
2.
Is er bij stagerings- of debulkingoperaties voor ovariumcarcinoom in uw ziekenhuis
altijd een gynaecoloog-oncoloog aan de operatietafel aanwezig?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
3.
Is er voor stagerings- of debulkingsoperaties voor ovariumcarcinoom altijd een chirurg
met specifieke vaardigheid op het gebied van darmchirurgie beschikbaar*?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
4.
* beschikbaar betekent dat de chirurg van te voren op de hoogte is dat de operatie
wordt uitgevoerd en fysiek beschikbaar is om een eventuele darmingreep uit te voeren
a. Werden er in 2013 stageringsoperaties voor ovariumcarcinoom in uw ziekenhuis
uitgevoerd?
Antwoord: Ja/Nee
Versie 1.5
54
b. Hoeveel debulkingoperaties voor ovariumcarcinoom werden er in 2013 op uw
ziekenhuislokatie uitgevoerd?
Antwoord: Operaties: Aantal: <CC> (norm: 20)
5.
Is het bij operaties voor ovariumcarcinoom peroperatief altijd mogelijk vriescoupeonderzoek uit te laten voeren op de ziekenhuislokatie waar de ingreep uitgevoerd
wordt?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
6.
Heeft de ziekenhuislokatie waar operaties voor ovariumcarcinoom worden uitgevoerd
de beschikking over een intensive care-afdeling met personeel dat bekwaam is in de
verzorging van patiënten na grote gynaecologisch oncologische ingrepen?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
3.16.2 ENDOMETRIUMCARCINOOM
1.
Wordt de diagnostiek en in opzet curatieve behandeling van endometriumcarcinoom
in uw ziekenhuis uitgevoerd?
a. chirurgische behandeling:
Antwoord: ja, lage en hogere stadia* / ja, alleen lagere stadia* / nee
b. Naar welk ziekenhuis worden chirurgische patiënten verwezen met stadia die niet in
uw ziekenhuis behandeld worden?
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 2: <ziekenhuislijst>
c. Worden er in uw ziekenhuis in opzet curatieve systemische behandelingen gegeven
voor endometriumcarcinoom?
Antwoord: ja, lage en hogere stadia* / ja, alleen lagere stadia* / nee
d. Naar welk ziekenhuis worden patienten bij wie een in opzet curatieve systemische
behandeling geindiceerd is verwezen?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
Versie 1.5
55
* lagere stadia zijn stadium I en klinisch niet manifeste stadium II endometrium
carcinoom. Stadium IIb, III en IV zijn de hogere stadia.
3.16.3 CERVIXCARCINOOM
1.
a. Vinden er chirurgische behandelingen voor cervixcarcinoom plaats in uw
ziekenhuis?
Ja, lage en hogere stadia* / ja, alleen de lagere stadia* / nee
b. Naar welke ziekenhuis worden patiënten verwezen?
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 2: <ziekenhuislijst>
2.
* lagere stadia zijn stadium 0, I en Ia cervixcarcinoom. Stadium Ib, II, III en IV zijn de
hogere stadia.
Hoeveel radicale hysterectomieën voor cervixcarcinoom werden er in 2013 op uw
ziekenhuislokatie uitgevoerd?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 20 per jaar)
3.16.4 VULVACARCINOOM
1.
a. Worden er op uw ziekenhuislokatie operaties voor macro-invasief en/of recidief
vulvacarcinoom verricht?
Antwoord: Ja/Nee
b. Zo niet, naar welk ziekenhuis worden patiënten verwezen:
Ziekenhuis 1: <ziekenhuislijst>
Ziekenhuis 2: <ziekenhuislijst>
2.
Hoeveel lokale excisies, eventueel in combinatie met sentinel node of
liesklierdissectie, voor vulvacarcinoom werden er in 2013 op uw ziekenhuislokatie
uitgevoerd?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 20 per jaar)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Versie 1.5
56
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
57
3.17 LONGCARCINOOM
Nr.
a. Vinden er in uw ziekenhuislokatie behandelingen voor longcarcinoom plaats?
Antwoord: a1. Longresecties:
Ja/Nee
a2. Radiotherapie:
Ja/Nee
a3. Systemische therapie: Ja/Nee
1.
2.
b. Naar welk instituut worden patiënten met longcarcinoom gediagnosticeerd in uw
ziekenhuis verwezen voor:
Antwoord: Longresectie:
<ziekenhuislijst>
(Chemo)radiatie:
<naam>
Stereotactische radiotherapie (SBRT) <naam>
Systemische therapie:
<ziekenhuislijst>
*Indien bij 1a. alle vragen met ‘Nee’ beantwoord worden, dan hoeven onderstaande
vragen niet verder ingevuld te worden, wel de vragen bij 1b.
Hoeveel van de hier onder genoemde specialisten, met aantoonbare expertise in de
behandeling van longkanker, zijn er op uw ziekenhuislokatie aanwezig ?
Longartsen:
Antwoord: Aantal: <C> (norm: 2 of meer)
Long-/thoraxchirurgen:
Antwoord: Aantal: <C> (norm: 2 of meer)
Radiotherapeuten:
Antwoord: Aantal: <C> (norm: 1 of meer)
Radiologen:
Antwoord: Aantal: <C>
(norm: 2 of meer)
Pathologen:
Antwoord: Aantal: <C>
(norm: 1 of meer)
Nucleair geneeskundigen: Antwoord: Aantal: <C>
(norm: 1 of meer)
a. Hoe vaak vindt het multidisciplinaire overleg voor patiënten met longcarcinoom in
uw ziekenhuis plaats?
Antwoord: nooit / <1 keer per 2 weken/ 1 keer per 2 weken / 1 keer per week
(norm: 1 keer per week)
3.
b. Zijn bij dit multidisciplinaire overleg in uw ziekenhuis de volgende specialisten
vertegenwoordigd?
- Een Longarts?
Antwoord:
Ja/Nee
- Een Long- of thoraxchirurg?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Radiotherapeut?
Antwoord: Ja/Nee
Versie 1.5
58
-
Een Radioloog?
Antwoord: Ja/Nee
Een Patholoog?
Antwoord: Ja/Nee
Een Nucleair geneeskundige?
Antwoord: Ja/Nee
Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager? Antwoord: Ja/Nee
(norm: alle antwoorden Ja)
a. Is er de mogelijkheid tot wekelijkse consultatie van een vertegenwoordiger van het
referentiecentrum bij dit multidisciplinaire overleg*?
Antwoord: Ja/Nee
4.
b. Uit welk ziekenhuis is de vertegenwoordiger van het referentiecentrum afkomstig?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Zijn de volgende faciliteiten aanwezig op uw ziekenhuislokatie en zo niet met welk
ziekenhuis zijn er schriftelijke afspraken gemaakt over verwijzing van patiënten waarbij
het service-level is vastgelegd? (conform SONCOS document)
a. Een endoscopie-afdeling waar bronchoscopieen kunnen worden verricht?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
5.
b. Een endobronchiale echografie EBUS (inwendige echografie van de luchtwegen)?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
c. Een endo-oesophageale echografie EUS (inwendige echografie van de slokdarm)?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
d. CT-scan met angiografie voor spoeddiagnostiek?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
Versie 1.5
59
e. PET-scan en ventilatie-perfusiescintigrafie?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
f. Per-operatief vriescoupe onderzoek?
- eigen ziekenhuislokatie:
- ander ziekenhuis/centrum, namelijk*:
Antwoord: Ja/Nee
Antwoord: <ziekenhuislijst>
of:
Antwoord: <vrije tekst>
g. 24/7 mogelijkheid om een spoedthoracotomie te verrichten?
- eigen ziekenhuislokatie:
Antwoord: Ja/Nee
(norm: Ja)
* Maak een keuze uit de lijst. Indien instelling niet voorkomt in de lijst, beantwoord dan de
volgende vraag (vraag 'of').
6.
7.
8.
Hoeveel endobronchiale scopieën werden er in 2013 op uw ziekenhuislokatie verricht?
Antwoord: Aantal: <CC> (norm: 100/jaar)
Hoeveel nieuw met longkanker gediagnosticeerde patienten werden er in 2013 in uw
ziekenhuis behandeld?
Antwoord: Aantal: <CCC> (norm: 25/jaar)
Hoeveel longresecties (anatomische segmentresecties, lobectomieen,
pneumonectomieen) werden er in 2013 op uw ziekenhuislokatie verricht?
Antwoord: Aantal: <CCC> (norm 20/jaar)
*Indien u deelneemt aan de DLSA hoeft u deze vraag niet in te vullen omdat het aantal
longresecties in 2013 direct kan worden afgeleid uit de gegevens in de DLSA
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
Versie 1.5
60
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
61
3.18 HOOFD-HALS ONCOLOGIE
Vindt in uw ziekenhuis chirurgische behandeling plaats van de volgende tumoren?
- Mondholte carcinoom
Antwoord: Ja/Nee
- Oro-, Naso of Hypofarynx carcinoom Antwoord: Ja/Nee
- Larynx carcinoom
Antwoord: Ja/Nee
- Neus(bij)holte carcinoom
Antwoord: Ja/Nee
1.
- Speekselklier carcinoom
Antwoord: Ja/Nee
- Lymfekliermetastasen plaveiselcelcarcinoom Antwoord: Ja/Nee
*Indien alle bovenstaande vragen met ‘Nee’ beantwoord worden, dan hoeven
onderstaande vragen niet verder ingevuld te worden.
a. Is uw ziekenhuis een door de Nederlandse Werkgroep Hoofd Hals Tumoren (NWHHT)
erkend hoofd-hals oncologisch centrum, of een ‘preferred partner’ van zo’n centrum?
Antwoord: Ja, HHO centrum/ Ja, preferred partner HHO centrum/Nee
b. Indien ‘Ja’, hoeveel nieuwe patiënten met bovenstaande diagnosen ondergingen (een
deel van) hun behandeling in uw ziekenhuis in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 200 of meer)
2.
c. Indien ‘Ja’, hoeveel nieuwe patiënten met bovenstaande diagnosen werden
radiotherapeutisch behandeld in uw ziekenhuis in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 100 of meer)
d. Indien ‘Nee’, hoeveel nieuwe patiënten met bovenstaande diagnosen werden
behandeld in uw ziekenhuis in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC>
3.
a. Hoe vaak vindt het multidisciplinaire overleg voor patiënten met hoofd-hals tumoren
in uw ziekenhuis plaats?
Versie 1.5
62
Antwoord: nooit / minder dan 1 keer per 2 weken/ 1 keer per 2 weken / 1 keer per
week (norm: 1 keer per week)
b. Indien ‘nooit’, in welk Hoofd-Hals Oncologisch centrum worden patiënten met
bovenstaande tumoren gebracht op de multidisciplinaire bespreking*?
Antwoord: <ziekenhuislijst>
* De vertegenwoordiger van het referentiecentrum is fysiek of via videoverbinding
aanwezig bij het overleg.
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
63
3.19 BARIATRISCHE CHIRURGIE
1.
2.
Worden er op uw ziekenhuislokatie chirurgische ingrepen voor morbide obesitas
verricht (bariatrische chirurgie)?
Antwoord: Ja/Nee
(indien ‘nee’ hoeven de onderstaande vragen niet ingevuld te worden)
a. Hoeveel primaire bariatrische procedures werden er op uw ziekenhuislokatie
verricht in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 100 of meer per jaar)
b. Welke patientencategorieen worden er op uw ziekenhuislokatie behandeld?
- Laparoscopische maagbandplaatsing?
Antwoord: Ja/Nee
- Laparoscopische gastric bypass?
Antwoord: Ja/Nee
- Duodenal switch procedures?
Antwoord: Ja/Nee
- Sleeve resecties?
Antwoord: Ja/Nee
c. Werden er in 2013 op uw ziekenhuislokatie bariatrische procedures verricht bij
hoogrisico patienten, te weten patienten met ASA classificatie >3 of BMI >50 of grote
buikoperaties in de voorgeschiedenis?
Antwoord: Ja/Nee
3.
4.
a. Zijn de volgende specialisten werkzaam op uw ziekenhuislokatie onderdeel van het
multidisciplinaire team dat de intake, indicatiestelling en begeleiding van patienten
met morbide obesitas uitvoert?
- Een Internist-endocrinoloog?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Chirurg?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Psycholoog?
Antwoord: Ja/Nee
- Een Verpleegkundig specialist?
Antwoord: Ja/Nee
(norm: alle antwoorden Ja)
b. Is er in uw kliniek een vast team van anesthesiologen voor de behandeling van
bariatrische patienten?
Antwoord: Ja/Nee
(norm: ja)
Zijn er binnen uw kliniek protocollen voor de chirurgische behandeling van morbide
obesitas? (norm: ja)
Versie 1.5
64
5.
a. Is er vast contact met een expertisecentrum voor verwijzing of overleg?
Antwoord: Ja/Nee, wij zijn het expertisecentrum/Nee (norm Ja of Nee, wij zin het
expertisecentrum)
b. Indien Ja, met welk expertisecentrum is er vast contact?
Antwoord: <naam>
c. Door wie wordt acute en complicatie-chirurgie bij patienten met morbide obesitas
c.q. na een bariatrische ingreep uitgevoerd?
Antwoord: Chirurgen eigen locatie / Bariatrisch chirurgen eigen locatie / Bariatrisch
chirurgen expertisecentrum / Anders, nl………
6.
Zijn de volgende faciliteiten beschikbaar op uw ziekenhuislokatie?
a. Een adequaat conform eisen NVMDL ingerichte endoscopie-afdeling?
Antwoord: Ja/Nee
b. Basisvoorzieningen, materialen en instrumenten specifiek tbv morbide obese
patienten (wachtruimten, stoelen, bedden, weegschalen, recovery room, intensive
care faciliteiten)?
Antwoord: Ja/Nee
c. Afdeling radiologie met expertise op het gebied van interventies?
Antwoord: Ja/Nee
d. Afdeling interne geneeskunde (endocrinologie) met specifieke kennis met
betrekking tot morbide obesitas?
Antwoord: Ja/Nee
e. Afdeling MDL-ziekten met specifieke kennis met betrekking tot morbide obesitas?
Antwoord: Ja/Nee
(norm: alle antwoorden Ja)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
Versie 1.5
65
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
tekst>
<vrije
Opmerkingen:
Versie 1.5
66
3.20 CHIRURGIE BIJ KINDEREN
1.
a. Worden er op uw ziekenhuislokatie chirurgische ingrepen bij kinderen verricht?
Antwoord: Ja/Nee
(indien ‘nee’ hoeven de onderstaande vragen niet ingevuld te worden)
b. Is uw ziekenhuislokatie één van de erkende kinderchirurgische centra?
Antwoord: Ja/Nee
c. Indien Nee, met welk kinderchirurgisch centrum zijn er afspraken over verwijzing en
second opinion?
Antwoord: <naam>
2.
Zijn de volgende faciliteiten beschikbaar op uw ziekenhuislokatie?
a. Een kinderafdeling waar ‘rooming-in’ mogelijk is?
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
b. Een dagverpleging aangepast aan kinderen, met kinderverpleegkundigen?
Antwoord: Ja/Nee (norm:ja)
c. Een operatiekamer, verkoeverkamer, afdeling spoedeisende hulp, polikliniek,
laboratorium en afdeling beeldvormende diagnostiek adequaat voor kinderen
toegerust?
Antwoord: Ja/Nee (norm:ja)
d. Een poliklinisch spreekuur voor het anesthesiologische pre-assessment en de preoperatieve voorlichting toegespitst op kinderen?
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
3.
a. Worden er in uw ziekenhuis operaties voor hernia inguinalis verricht bij kinderen
tussen de 6 maanden en 2 jaar oud?
Antwoord: Ja/Nee
b. Worden er in uw ziekenhuis operaties verricht voor testisafwijkingen bij kinderen
tussen de 6 maanden en 2 jaar oud?
Antwoord: Ja/Nee
c. Hoeveel inguinoscrotale operaties* werden er op uw ziekenhuislokatie verricht bij
kinderen onder de 2 jaar oud in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
Versie 1.5
67
2013: Aantal: <CC>
4.
(norm: 20 of meer per jaar)
* met inguinoscrotale operaties worden alle operaties bedoeld voor testisafwijkingen
of hernia inguinalis, waarbij dubbelzijdige afwijkingen die in één operatiezitting zijn
behandeld als één operatie geteld moeten worden
a. Worden er in uw ziekenhuis operaties voor hypertrofische pylorusstenose bij
kinderen verricht?
Antwoord: Ja/Nee
b. Worden deze operaties gedaan of direct gesuperviseerd door een chirurg die
gecertificeerd is voor chirurgie bij kinderen?
Antwoord: Ja/Nee
c. Hoeveel operaties voor hypertrofische pylorusstenose werden er op uw
ziekenhuislokatie verricht in 2011, 2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 10 of meer per jaar)
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
68
Versie 1.5
69
3.21 ARTERIELE VAATCHIRURGIE
1.
Wordt er op uw ziekenhuislokatie arteriële vaatchirurgie verricht?
Antwoord: Ja/Nee
(indien ‘nee’ hoeven de onderstaande vragen niet ingevuld te worden)
2.
Is uw ziekenhuislokatie in het bezit van het Arterieel Vaatkeurmerk van ‘De Hart &
Vaatgroep’ www.hartenvaatgroep.nl ?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
a. Worden er op uw ziekenhuislokatie aneurysma’s van de abdominale aorta
behandeld?
Antwoord: Ja/Nee
3.
b. Voldoet uw ziekenhuislokatie aan de criteria zoals vastgelegd in het ‘Document
Aorta (hoog)complexe aneurysmata versie 6.2 ‘Een expertrapport voor doelmatig
gebruik’?
Antwoord: Ja/Nee (norm: Ja)
4.
a. Worden er op uw ziekenhuislokatie carotisoperaties verricht?
Antwoord: Ja/Nee
b. Worden patiënten met een indicatie voor een carotisinterventie binnen drie weken
na presentatie in de zorginstelling geopereerd (ook bij verwijzing uit een andere
zorginstelling)?
Antwoord: Ja/Nee (norm: ja)
c. Hoeveel carotisinterventies werden er op uw ziekenhuislokatie verricht in 2011,
2012 en 2013?
Antwoord: 2011: Aantal: <CC>
2012: Aantal: <CC>
2013: Aantal: <CC> (norm: 20 of meer per jaar)
* het betreft hier zowel operatieve als endovasculaire interventies
Conclusie (automatisch gegenereerd)
o U voldoet aan de gecontroleerde normen
o U voldoet niet aan de gecontroleerde normen
Versie 1.5
70
Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u
ondernemen?
Antwoord:
o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling,
patienten worden verwezen naar:
<vrije tekst>
o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties
zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:
<vrije
tekst>
Opmerkingen:
Versie 1.5
71