❑ ❑ ❑ 0 • 0 ❑ ❑ ❑ ROYAL 10 HASKONING ENERGIENED ADVIESTARIEF Het adviestarief van EnergieNed ziet alleen op kleinverbruik. Het betreft de eenmalige aansluitbijdrage (ASB) of bijdrage aansluitkosten (BAK), het jaarlijkse vastrecht (VR) en de warmteprijs (WP) in €/GJ. 10.1 Aansluitbijdrage warmte Er wordt in het tariefadvies onderscheid gemaakt in aansluitingen met en zonder warm tapwater. In de voorliggende rapportage wordt dit onderscheid niet gemaakt. Het meest gebruikelijk is een afleverset met een warmtewisselaar ten behoeve van warm tapwater (zie Bijlage 8 en het schema in Figuur 7-2). De relevante kostenopstellingen in het tariefadvies voor 2009 zijn opgenomen in Bijlage 11. De resulterende aansluitbijdrage warmte bedraagt volgens EnergieNed € 2.571 + ASBg. Op deze kostenopstelling heeft Royal Haskoning (vrijwel) geen commentaar zoals in paragraaf 8.1 mocht blijken, waar wij een bedrag van € 2.728 + ASBg hebben geadviseerd, gebaseerd op de begroting in Bijlage 1. Het verschil zit in het te vermijden CLV systeem in appartementen en galerijwoningen en de regeling met thermostaatkranen in de warmtewoning, die wij beide hebben meegewogen. 10.2 Vastrecht warmte Het resulterende vastrecht voor 2009 bedraagt € 83 + € 53,40 (excl. BTW) + VRg. Bij elkaar dus € 133,40 + VRg. In dit vastrecht is de 10 component voor vermeden onderhoud en de 2e component voor zogenaamde levensduurverschillen. Levensduurverschillen komen voort uit continuIteit. Het uitgangspunt is, dat er geld gereserveerd moet worden om een toekomstige vervangingsinvestering te kunnen doen zodra een installatieonderdeel (technisch) is afgeschreven. Daarbij gaat EnergieNed uit van een evaluatieperiode van 30 jaar terwijl er onderdelen zijn die een verwachte levensduur van 15 of 20 jaar hebben. In de berekening van het te reserveren bedrag wordt een huidige waarde annuIteit gebruikt op grond van een marktrente van 8%. Dit is om twee redenen niet aan te bevelen. 1. Te vervangen installatieonderdelen zijn qua prijs onderhevig aan inflatie; 2. Een jaarlijks gereserveerd bedrag wordt rentedragend. Het moet dus gaan om een toekomstige waarde annul-telt op grond van een met de inflatie gecorrigeerde marktrente (reele rente). Die annuIteit kan dan geYndexeerd worden zoals voor VRg eveneens geldt. Verder kan gesteld worden dat de aansluitbijdrage niet meer terug komt, zodat daarvoor geen bedrag gereserveerd hoeft te worden. De aansluitbijdrage gas wordt zo immers ook behandeld. Worden de levensduurverschillen op deze manier berekend, dan blijkt dit op € 117,35 per jaar uit te komen (zie Bijlage 11) en is daarmee ruim twee maal zo hoog als in het adviestarief van EnergieNed wordt opgenomen. In dit verband merkt Ecofys [15] in een notitie aan Gemeente Almere het volgende op: Bij lagere ren tepercen tag es, wa t n a a r de m ening van Eco fys re b el is van uit de b e won ers gezie n , en een lang e re lo op tijd le vert de n e tto co n ta n te wa a rde b e rekening e en h oger ja a rlijks b e drag op . En verderop in die notitie: Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) - 36 - 17 augustus 2009 ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ ❑ 0 ❑❑ ROYAL HASKONING Naar de mening van Ecofyd is h et vas trechh t voor he t le veren van warm te op basis va n de En ergie Ned advies tarie ven e en re ale marktprijs die wellich t eerder le ts to laag is dan to h oog (a fhankelijk va n de p erio de van con tractduur) . Het door Royal Haskoning geadviseerde vastrecht warmte (zie paragraaf 8.1.2) bedraagt: € 117,42 + € 118,75 + VRg.en is dus hoger dan het door EnergieNe d geadviseerde vastrecht warmte. 10.3 Warmteprijs Voor de warmteprijs baseert EnergieNed zich op een marktonderzoek dat wordt uitgevoerd door Millward Brown [5]. De geadviseerde warmteprijs komt voor 2009 dan uit op: 1401m3•P PwEned = – 55kWh• Pe 34.743J Formule 21 Warmteprijs 2009 volgens EnergieNed Het belang van het aardgasdeel blijkt uit een aardgasprijs van (bijvoorbeeld) € 0,50/m3. 1401•m3 euro 0.50 34.74 GJ 20.164euro = m3 GJ Het belang van de correctie op elektriciteitsgebruik blijkt uit een prijs van (bijvoorbe eld) € 0,20/kWh. –55kWh 34.7CJ euro euro •0.20 = –0.317 kWh GJ Voor een toetsing aan de rendementsmethode, kijken we naar het kennelijke rendement dat voortkomt uit het marktwaardeprincipe. Dit rendement wordt gevonden doordat de warmteprijs volgens Formule 1, met een verbrandingswaarde (bovenwaarde) van Gronings gas van 35,17MJ/Nm3, aan de volgende gelijkheid moet voldoen. Pg 1401m3•P – 55kWh•Pe PwEned UCVGg_•rjEned 34.7zGJ Dan is dus het rendement als volgt: 34.743J riEned UCVGg (1401m 3Pe – 55kWh•— Pg Formule 22 Gewogen rendement in de warmteprijs volgens EnergieNed Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) - 37 - 17 augustus 2009 ❑ 0 ❑ ❑ • ❑ ❑ 0 0 ROYAL HASKONING De elektriciteitsterm komt geen groot belang toe, maar het gaat hier om het principe dat het rendement niet uitsluitend van een type opwektoestel afhankelijk is en dat de verhouding van energieprijzen een rol gaat spelen. Vullen we bovenstaande prijzen in, dan krijgen we als uitkomst: 11Ened — 71.630% Volgens het adviestarief van EnergieNed wordt de warmteprijs bepaald met een factor (die wij hier rendement noemen, maar EnergieNed ziet dit anders) van 71,63%, terwijl die, volgens onze analyse in paragraaf 9.2.1, uitkomt op een bandbreedte van 84,6% tot 91,2%. 10.4 Marktwaardeprincipe De verklaring moet gevonden worden in de werking van het marktwaardeprincipe. Er zijn met EnergieNed twee gesprekken gevoerd om uitleg te krijgen over het onderzoek en de procedure van matchen. Het marktwaardeprincipe blijkt verrassend eenvoudig en overzichtelijk. Er wordt feitelijk alleen maar gekeken naar wat door de gasmeter, door de warmtemeter en door de elektriciteitsmeter gaat. Als dan de zogenaamde panels goed worden gekozen dan zou dit representatief moeten zijn. Ons is gebleken dat het onderzoek (door Millward Brown) op onafhankelijke wijze tot stand komt. Ook de procedure van matchen is statistisch verantwoord. Zie daarvoor eveneens [13]. Maar waar zit dan het verschil? De door ons opgezette analyse is helemaal geent op de HR 107 ketel. EnergieNed gaat zo niet te werk. Er wordt geselecteerd op representatieve panels, maar niet (uitsluitend) op een gaspanel met HR 107 bezitters. Die gegevens komen wel voort uit het onderzoek en EnergieNed heeft daaraan ook een publicatie gewijd [10]. Uit die publicatie is geen bevestiging te vinden van de uitkomsten die wij in paragraaf 9.2.1 presenteren. Integendeel; EnergieNed stelt daarin het volgende: Uit de a na lys es va n 20 0 7 en 2008 blijkt da t een wa rm teprijs gebas eerd op uitsluite nd HR- 1 0 7 ke tels 0, 4 % to t 4, 0 % h oger zo u mo e ten liggen da n de ge middelde prijs . Vo o r deze h ogere prijs sp e elt h e t e lektriciteits verbruik va n n ieu w gebo u wde won inge n e en b ela ngnjke rol. Im m e rs n a as t h e t extra elektriciteits ve rbruik va n een HR- 1 0 7 ke tel is o ok elektriciteit n o dig vo or de extra en ergiebesp a re n de maa tregelen , zoals geba la n ce e rde ve n tila tie, zo n n ebo ile rs , e tc EnergieNed legt dus verband met het maatregelenpakket dat in een aardgaswoning noodzakelijk is en in een warmtewoning kan worden vermeden. Dit is zeker aan de orde bij het bereiken van de vereiste energieprestatie, maar moeilijk te verifieren. De crux van het marktwaardeprincipe is de verassende eenvoud, maar ook dat de uitkomsten niet voldoende geduid (kunnen) worden. Wat de gevolgen zijn van het meewegen van de gevolgen van pakketten maatregelen om de vereiste energieprestatie te bereiken, volgens EnergieNed impliciet van belang geacht, komt aan de orde in het volgende hoofdstuk 11. Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) - 38 - 17 augustus 2009 ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ ❑ 0 ❑ ROYAL 11 HASKONING INVLOED EPN Sinds de introductie van de energieprestatie en de in het Bouwbesluit vastgelegde EPC is de verleiding ontstaan het NMDA principe daarmee in verband te brengen. Dit leidt tot verdergaande complicaties omdat immers de maatregelenpakketten zijn bedoeld om de voorgeschreven EPC te halen, die uitsluitend het primaire energiegebruik (de prestatie) limiteert en niet het warmtegebruik. Vandaar ook dat het begrip "casco gelijk" is ontstaan waarmee werd beoogd dat een woning niet mocht veranderen onder invloed van energiezuinige externe warmtelevering. Maar de EPN zelf bevat ook een bepaling die dit beoogt. In NEN 5128-2001 lezen we nog het volgende onder tabel 31 op blz.92: OPMERKING 2 De in deze tab el gege ven waarden zijn mede e en beleidsma tige a fspiegeling van de energieb esparende kwaliteit van deze sys temen. Deze ge tals waarden kunnen hoge r da n 1 0 0 % zijn, omda t de werkelijke en ergiebesparing ligt in de gelijktijdige op wekking van zo wel warm te a ls elektriciteit en deze en ergiebesparing volledig aan he t warm terendemen t is to egerekend, aangezien h e t bij de EPN a a n niet-gebo u wgebonden warmtedis tributie nie t mogelijk is om de elektriciteitsop wekking s epa raa t te waarderen. Deze waa rden h ebben een beleids ma tig elemen t omda t de werkelijke pres ta tie van de sys tem en erg a fhankelijk is van lokale oms tandigheden . De normtekst is wel enigszins veranderd, maar de werking is gelijk gebleven. Rendementen tot 300% zijn zo maar mogelijk als het om echte restwarmte gaat die wordt geloosd als er geen warmtelevering plaatsvindt. Maar de norm staat waardering daarvan niet toe. De cultuur van gelijkwaardigheidverklaringen is ook een complicerende factor. De EPN is een belangrijk sturend beleidsinstrument geworden. Er zijn zeker energiebesparende ontwikkelingen vast te stellen die het gevolg zijn van de werking van deze norm. Maar door het scala van uitzonderingen, geborgd door gelijkwaardigheidverklaringen, is het er niet overzichtelijker op geworden. Zie daarvoor eveneens [12]. Met deze waarschuwingen vooraf presenteren we in dit hoofdstuk de uitkomsten van onze analyse, bedoeld na te gaan of er een ordelijk verband is te ontdekken tussen EPC en warmtetarief en/of tussen EPC en een maximumprijs. De invloed van de energieprestatie is onderzocht door daarvoor de referentiewoningen van SenterNovem [2] model te laten staan. De analyse is terug te vinden in Bijlage 12, Uitgangspunten en kostenfactoren, en vervolgens in Bijlage 13 tot en met Bijlage 18 met typeringen van woningen, energiegebruik, kosten en ten slotte de gevolgen voor een warmtebedrijf. De gevolgde werkwijze is, dat de situatie met "casco gelijk" en de situatie met "EPC gelijk" is doorgerekend. Opgemerkt wordt dat de in de referentiewoningen oorspronkelijk gekozen rendementen niet zijn veranderd. In die zin geeft de volgende analyse niet precies aansluiting op de rendementsanalyse in paragraaf 9.2. Wij zien dit niet als een bezwaar omdat het hier niet gaat om de absolute getalswaarden maar om het mechanisme dat gebruikmaking van de EPN met zich brengt. Bij "casco gelijk" verandert er helemaal niets aan de woning. Het gebouw (het casco) blijft gelijk en ook de installaties. Met een warmteaansluiting gaat dan de EPC naar beneden. Het oogt soms vreemd om een zonneboilerinstallatie in stand te houden en tegelijkertijd met externe warmtelevering aan de gang te gaan, maar het model van "casco gelijk" brengt dit met zich mee. Opgemerkt moet worden dat NPR 5129 niet altijd toestaat dat een zonneboilersysteem met externe warmtelevering wordt gecombineerd. Bij EPC gelijk worden de maatregelen die grote invloed hebben op de EPC weggelaten. Zo verdwijnt het zonneboilersysteem uit een woning met zelfregelende toevoerroosters Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) - 39 - 17 augustus 2009 0 0 0 0 • ❑ 0 0 0 ROYAL HASKONING en verdwijnt de warmteterugwinning met gebalanceerde ventilatie uit de gelijknamige woningconcepten. Er ontstaat met externe warmtelevering dan een mismatch met de oorspronkelijke EPC en die wordt gecorrigeerd door de woning waaruit gebalanceerde ventilatie was verdwenen te voorzien van zelfregelende roosters. Is dat onvoldoende dan worden Rc-waarde van gevel, dak en vloer en U-waarde van glas gecorrigeerd. Het beoogde effect van "casco gelijk" is, dat een warmtewoning dezelfde warmtevraag vertoont als de overeenkomstige aardgaswoning. Dit beoogde effect wordt niet bereikt vanwege het in NEN 5128 geIntroduceerde rendement (van 80% en dus veel te laag) waarmee de convectie van de afleverset wordt nagebootst. Het beoogde effect van "EPC gelijk" is, dat een warmtewoning een grotere warmtevraag vertoont dan de overeenkomstige aardgaswoning. We kijken dan naar de invloed op de tariefcomponenten aansluitbijdrage, vastrecht en warmteprijs en op de inkomsten van een warmtebedrijf. 11.1 Aansluitbijdrage warmte Het effect op de aansluitbijdrage wordt geIllustreerd met behulp van twee grafieken. De 1 e grafiek wordt onderstaand afgebeeld met de berekende aansluitbijdrage als functie van de in te kopen bruto warmte. De 2e grafiek is een staafdiagram met (overigens) dezelfde getalswaarden, maar uitgezet tegen het type woning waarvoor de uitkomst geldt. Het staafdiagram is opgenomen in Bijlage 19. Aansluitbijdrage warmtewoningen R2 = 0,5465 € 8.000 € 7.000 ---........a • A € 6.000 € 5.000 € 4.000 ■ € 3.000 € 2.000 € 1.000 ■ Warmte casco ge lijk (ZR + ZB ) • Warmte casco gelijk (G V + WTW) • Warmte EPC ge lijk (ZR + ZB ) ♦ Warmte E P C g e n* (G V + WriA ) € 1.000- 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Warmtegebruik [GJ/jaar] Figuur 11-1 Aansluitbijdrage als functie van warmtegebruik Bij "casco gelijk" ligt de aansluitbijdrage rond de € 3.000 met een gering stijgende trend bij afnemend warmtegebruik. Dit heeft te maken met de (relatief) kleine appartementen en galerijwoningen waarvoor het vermeden CLV systeem invloed heeft op de bedragen. Bij EPC gelijk is de ordening in vermeden kosten compleet verdwenen omdat die afhankelijk is van de effectiviteit van het vermeden pakket aan maatregelen. De vraag 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Rekenmodel warmtewet Concept eindrapport (versie 2) - 40 - 17 augustus 2009 o o o • o o ROYAL HASKONING die zich allicht voordoet is, of het pakket met de zonneboiler wel een concurrer end of realistisch pakket genoemd mag worden. Casco gelijk (gelijke warmtevraag) levert qua vermeden investeringskosten een min of meer reproduceerbaar beeld. EPC gelijk is, vanwege de zonneboiler, niet goed in verband met investeringskosten te brengen. In de trendlijn (zwart gestippeld) is daarom dit effect weggelaten. 11.2 Vastrecht warmte Het effect op het vastrecht wordt weer geIllustreerd met behulp van twee grafieken. Het staafdiagram is opgenomen in Bijlage 19. Vastrecht warmtewoningen RZ = 0,6459 C 600 550 € 500 450 ■ Wa rmte cas co g e l ij k (ZR + ZB ) • Wa r mte ca s c o g e l lj k ( G V + WT VV) • Wa rmte E P C g e l l jk (ZR + ZB ) • War mte E P C g e l lj k ( G V + WM) C 400 ■ • C 350 C 300 ----T hk----„...._ C 250 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Warmtegebruik IGJ/jaar] Figuur 11-2 Vastrecht als functie van warmtegebruik Bij "casco gelijk" ligt het vastrecht rond € 240 per jaar, met ook weer een gering stijgende trend bij afnemend warmtegebruik. Bij "EPC gelijk" lopen de bedragen voor het vastrecht sterk uiteen, namelijk rond € 300 per jaar voor gebalanceerde ventilatie en rond € 520 per jaar voor zelfregelende roosters en een zonneboiler. Ook hier gooit de zonneboiler roet in het eten. De afbeelding lijkt veel op die voor de aansluitbijdrage (Figuur 11-1) omdat de kapitaalskosten gekoppeld zijn aan de investeringen. Het vastrecht wordt niet negatief en dat heeft te maken met het deel onderhoudskosten in het vastrecht. Ook hier geldt dat in de (zwart gestippelde) trendlijn het effect van de woningen met zonneboiler weggelaten. 11.3 Rendement en warmteprijs Rendement en warmteprijs zijn aan elkaar gekoppeld via Formule 1. Het effect op beide wordt weer geIllustreerd met behulp van twee (x 2) grafieken. De staafdiagrammen zijn opgenomen in Bijlage 19. Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm Concept eindrapport (versie 2) 2b - 41 - 17 augustus 2009 ❑ ❑ ❑ 0 • ❑ ❑ 0 0 ROYAL HASKONING Re n d e me nt v o o r d e Wa r mtewet R2 = 0 , 5 1 48 — -— 1 0 5% - 1 00 % ._ ...... • • 41 ---_________. 9 5% . . .. - . . . . . . . . . . . - . . . . . . . ♦ 90% 'C' g a) 85% , c . • 8 0% ■ Wa rmte cas co g e l ij k (ZR + ZB ) • War mt e ca sc o g e l ij k (G V + WT W) ♦ Wa rmte E P C g e l i j k (ZR + ZB ) ♦ Warmte E P C g e l ij k ( G V + WTW) 75% • _- 70 % • 6 5% 10 15 20 25 30 35 40 I I I 45 50 55 60 Wa rmteg e b ru i k [G am e r] Figuur 11-3 Rendement Warmtewet als functie van warmtegebruik Wa r mte p r ij s wa r mtewo n i n g e n R 2 = 0 , 5 944 ___ ___ ■ Wa r mt e cas c o g e l ij k ( ZR + ZB ) • Wa rmte ca s c o g e l i jk ( G V + • WT W) Warmte E P C g e l ij k (ZR + ZB ) ♦ Wa r mt e E P C ge l ijk (G V + WT • • • . . . . . . . .,-. :''. . " . AO E A 1 3 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Wa rmteg e b ru i k [GJ /j a a r] Figuur 11-4 Warmteprijs als functie van warmtegebruik Bij "casco gelijk" neemt Het rendement toe en dus de warmteprijs of bij toenemend warmtegebruik. Voor gebalanceerde ventilatie met WTW loopt het rendement op van 67,5% naar 83% en zodoende de warmteprijs terug van € 21/GJ naar € 17/GJ. Voor zelfregelende roosters loopt het rendement op van 79% tot 88% en zodoende de warmteprijs terug van € 18/GJ naar € 16/GJ. Bij "EPC gelijk" is het rendement min of meer stabiel rond 99% en de warmteprijs is dus ook min of meer stabiel rond de € 14,50/GJ. Het mechanisme dat de warmtevraag bij 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Rekenmodel warmtewet Concept eindrapport (versie 2) - 42 - 17 augustus 2009 O 00 000 ROYAL HASKONING EPC gelijk in de warmtewoning toeneemt, is goed het hoge rendement en uit de lage warmteprijs op te maken. De warmteprijs wordt enerzijds bepaald door de aan de aardgaswoning toe te rekenen reciproque van het rendement en anderzijds door het verschil in warmtevraag als gevolg van EPC gelijk. Aan de grafiek is te zien dat het rendement alleen niet voldoende is; ook bij casco gelijk is het beeld onvoldoende consistent. Het verschil in rendement voor de opwekking van warmte voor ruimteverwarming en voor de opwekking van warmte voor warm tapwater, is het mechanisme achter dit effect. In de (zwart gestippelde) trendlijnen zijn hier alle woningen (wel) meegewogen. 11.4 Warnntebedrijf De bij "casco gelijk" gehandhaafde en bij "EPC gelijk" weggelaten installatie concepten hebben invloed op de inkomsten van het warmtebedrijf, voor zover de in de gaswoning vermeden kosten, consequent via het NMDA principe, het warmtebedrijf toekomen. De effecten wordt weer galustreerd met behuip van twee grafieken. Het staafdiagram is opgenomen in Bijlage 19. Aan de afbeelding is te zien wat de gevolgen zijn voor een warmtebedrijf in termen van cumulatief contante waarde van de inkomsten uit het warmtetarief over een periode van 30 jaar, bij consequent toepassen van het NMDA principe als gelijkheidsprincipe. CCW warmtebedrijf R2 = 0,4968 E 34.000 I € 32.000 T ■ Ca s c o g e l ij k ( ZR + ZB ) • C asco g e l ij k (G V + WT W) • E P C g e l ij k ( ZR + ZB ) • E P C g e l lj k ( G V + WT VV) E 30.000 € 28.000 • € 26.000 ■ € 24.000 . - • - . * - - - € 22.000 ■ € 20.000 € 18.000 IF € 16.000 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Warmtegebruik [GJ/jaar] Figuur 11-5 CCW warmtebedrijf als functie van warmtegebruik Het is uiteraard niet verwonderlijk dat de CCW van de inkomsten stijgen bij toenemend warmtegebruik. "Casco gelijk" levert weer een consistent beeld, maar "EPC gelijk" wordt sterk beInvloed door de effectiviteit van de weggelaten maatregel. De zonneboile r in het EPC gelijk model moet niet realistisch beschouwd worden. Voor een warmtebedri jf is het moeilijk te concurreren met de effectiviteit van gebalanceerde ventilatie met WTW en het is daarom ook niet aantrekkelijk voor een warmtebedrijf om dergelijke woningen, Rekenmodel warmtewet Concept eindrapport (versie 2) 9V3309/R004/EVD/Nijm2b - 43 - 17 augustus 2009 ROYAL HASKONING op grond van EPC gelijk en het NMDA principe, aan te sluiten. In de (zwart gestippelde) trendlijn is het effect van de woningen met zonneboiler weggelaten. 11.5 Verband met EPC Ten slotte wordt nagegaan of er een ordelijke relatie is te ontdekken tussen de tariefcomponenten en de energieprestatie; de EPC. Voor de in onderstaande figuren getekende trendlijnen geldt dezelfde logica als in de voorgaande paragraaf. R2 = 0,612 Aansluitbijdrage warmtewoningen € 8.000 ■ Warmte casco gelijk (ZR + ZB) € 7.000 • Warmte casco gelijk (GV + WTW) • Warmte EPC gelijk (ZR + ZB) € 6.000 • Warmte EPC gelijk (GV + WTW) € 5.000 C 4.000 € 3.000 • • 2.000 €1.000 • € 1.000-0,2 -0 18 -0,16 -0,14 -0,12 -0,1 -0 08 -0,06 -0 04 -0,02 -0 04 -0,02 0 0,02 EPC-verschil Figuur 11-6 Aansluitbijdrage als functie van verschil in EPC Vastrecht warmtewoningen R2 = 0,4889 C 600 ■ Warmte casco gelijk (ZR + ZB) € 550 • Warmte casco gelijk (GV + WTW) • Warmte EPC gelijk (ZR + ZB) € 500 • Warmte EPC gelijk GV + WTVV) € 450 C 400 € 350 € 300 C 250 -0,2 -018 -0 16 -0 14 -0 12 -0,1 -0,08 -0,06 0 0,02 EPC-verschil Figuur 11-7 Vastrecht als functie van verschil in EPC 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Rekenmodel warmtewet Concept eindrapport (versie 2) - 44 - 17 augustus 2009 0 ❑ ❑ ❑ • ❑ 0 0 ❑❑ ROYAL HASKONING De tariefcomponenten zijn afgebeeld als functie van het verschil in EPC, want daar gaat het om. Aansluitbijdrage en vastrecht zijn boven elkaar gezet omdat de effecten sterk met elkaar overeenkomen. Het effect van EPC gelijk is ook in de figuren weergegeve n, om te benadrukken dat er een grote spreiding zit in de deze tariefcomponenten, terwijI nu juist de EPC (per definitie) gelijk is. Dus tariefcomponenten die het karakter van een (vermeden) investering dragen, zijn zo niet geschikt gerelateerd te worden aan de EPC. Re n d e me nt v o o r d e Wa r mtewet R 2 = 0 ,9 44 8 1 05% , i 1 0 0% . • ' • • 95% • • . • 90% . • g a) 1:3 c 85% e E 80% ------- ?:-.. ; ■ Wa r mte c a s co g e l ij k ( ZR + Z R) • War mte ca sc o g e l i j k ( G V + WT W) 75% 70% • Wa r mte E P C g e l ij k (ZR + ZB ) • Wa r mte E P C g e l i j k ( G V + WT W) . / 6 5% -0,2 -0 1 8 -0 1 6 -0 1 4 -0 1 2 -0,1 - 0 08 -0 ,0 6 I I I - 0 ,04 -0 , 02 0 — 0,02 E P C -ve rs c h i l Figuur 11-8 Rendement Warmtewet als functie van verschil in EPC Wa r mte p rij s wa r mtewo n i n g e n 13 2 = 0 , 9 58 _ C 22 C 21 ■ Wa rmte casc o g e l ij k (ZR + ZB ) • Wa rmt e c asc o g e l ij k (G V + WTW) • Wa rmt e E P C g e l li k ( ZR + ZR ) • Wa rmt e E P C g e l ij k ( G V + WT W) € 20 - 57 o o os 1 ul ... ti. -, 0 i."*1 € 19 € 18 . € 17 • . ..'t c-. 0. € 16 • . . .. . - ' - . € 15 - . • - - - - -I € 14 i € 13 -0, 2 -0 1 8 0 16 - 0 14 - -0 1 2 -0 , 1 -0 0 8 -0 06 -0 04 -0 02 0 0,02 E P C-ve rs c h i l Figuur 11-9 Warmteprijs als functie van verschil in EPC Rekenmodel warmtewet Concept eindrapport (versie 2) 9V3309/R004/EVD/Nijm2b - 45 - 17 augustus 2009 0 0 0 0 • 0 0 ROYAL 0 HASKONING Voor het rendement en daarmee de warmteprijs is er zeker een trend te onderscheiden; die is in de afbeelding (zwart gestippeld) weergegeven met een 2e-graads polynoom. De correlatie met het EPC-verschil als gevolg van externe warmtelevering bedraagt 97,2% (R2=84,48%) en dat is beduidend meer dan bij de tariefcomponenten aansluitbijdrage en vastrecht. Het EPC verschil kan alleen maar groter worden bij casco gelijk (vanwege de definitie). Het in het EPC verschil besloten effect hoort dan (uitsluitend) bij een woning waarvan de warmtevraag voor ruimteverwarming afneemt ten opzichte van de tapvraag. Omdat de tapvraag in NEN 5128 is gebonden aan het gebruiksoppervlak en dus niet verandert in deze analyse, is de met het EPC verschil toenemende warmteprijs alleen het gevolg van afnemende vraag naar ruimteverwarming. Dit verschijnsel is in overeenstemming met wat in Figuur 9-7 en in Figuur 9-8, aan de hand van de uitgevoerde analyse, werd afgebeeld. CCW warmtebedrijf R2 = 0,7232 € 34.000 c– € 32.000 • C a s co g e l lj k ( ZR + ZB ) • C a s c o g e l ij k ( G V + WT W) • E P C g e l ij k ( ZR + ZB ) e E P C g e l i j k ( G V + WT W) € 30.000 € 28.000 — I € 26.000 € 24.000 € 22.000 € 20.000 • , - - - - € 18.000 • € 16.000 -0,2 -0 18 -0,16 -0 14 -0,12 -0,1 -0 08 -0 06 -0 04 -0,02 0 0,02 EPC verschil Figuur 11-10 CCW warmtebedrijf als functie van verschil in EPC Voor de CCW van het warmtebedrijf zien wij in Figuur 11-10 geen consistent beeld ontstaan, te relateren aan de EPC. 11.6 Conclusie invloed EPN De EPN blijkt uit dit onderzoek een beleidsinstrument te zijn waarmee aansluitbijdrage en vastrecht voor een warmteproject een niet reproduceerbaar verband oplevert met de EPC. Het is dan ook niet aan te bevelen om deze tariefcomponenten aan de EPC te relateren. Voor het rendement (en dus de warmteprijs) is dit verband er wel. Voor warmtebedrijven brengt de koppeling aan de EPC grote risico's met zich mee omdat de energetische eigenschappen van de warmteprojecten in de EPN worden beheerst door een rendement dat een beleidsmatig karakter vertoont en daarmee (per definitie) niet de realiteit representeert. Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) - 46 - 17 augustus 2009 ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ ❑ 0 ❑❑ ROYAL HASKONING Nastreven van "EPC gelijk" is niet aan te bevelen vanwege de niet reproduceerbaarhei d van de tariefcomponenten waarin de investeringen een grote rol spelen (aansluitbijdrage en vastrecht). Dit is niet in een rekenmodel te vangen. Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm Concept eindrapport (versie 2) 2b - 47 - 17 augustus 2009 0 • D 0 0 0 ROYAL 12 HASKONING MAXIMUMPRIJS De maximumprijs bestaat uit drie componenten, aansluitbijdrage, vastrecht en warmteprijs. Uit de analyse is gebleken dat die drie tariefcomponenten sterk kunnen varieren. 12.1 Aansluitbijdrage warmte De aansluitbijdrage warmte is een belangrijke inkomstenbron voor een warmtebedrijf, omdat die het aanloopverlies van het vaak kapitaalintensieve warmteproject beperkt. Uit de analyse komt naar voren dat de aansluitbijdrage minimaal het volgende bedrag mag zijn: 0.9637 ASBkzm= 130.01Q + ASBg De aansluitwaarde 0 is in kW en het bedrag is in Euro. Deze formule is ook van toepassing voor de kleingebruiker. Voor het maximeren van dit bedrag zien wij geen duidelijk mechanisme. 12.2 Vastrecht warmte Het vastrecht warmte is een belangrijke inkomstenbron voor een warmtebedrijf, omdat die de zekerheid biedt van de jaarlijkse inkomsten, ook bij afnemende warmtevraag. Uit de analyse komt naar voren dat het vastrecht minimaal het volgende bedrag mag zijn: 0.7762 VRkzm= 16.2•Q + VRg De aansluitwaarde Q is in kW en het bedrag is in Euro. Deze formule is ook van toepassing voor de kleingebruiker. Voor het maximeren van dit bedrag zien wij geen duidelijk mechanisme. 12.3 Warmteprijs De warmteprijs kan gemaximeerd worden door die te baseren op een rendement voor de opwekking van warmte met aardgas, van 84,6% voor de kleingebruiker en 84,5% voor de klein zakelijke markt, daarvoor dus 84,5% te hanteren. De maximumprijs wordt zodoende bepaald met de volgende prijsformule, met de gasprijs in €1m3. m3 Pte, = 33.65—•P, GJ 8 Formule 23 Advies maximumprijs warmte Voor zover de wetgever de effecten die niet gerelateerd zijn aan verwarmen met aardgas (de close-in boiler en koken) niet in het rendement wil betrekken, luidt de formule voor de maximumprijs als volgt: Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) - 48 - 17 augustus 2009 ROYAL HASKONING 3 Pte, = 35.24111 .P, GJ 5 Formule 24 Maximumprijs warmte excl. koken en close-in boiler In deze warmteprijs zit een rendement van 80,7%. = 0 =0 =0= Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) - 49 - 17 augustus 2009 • CONIFOXY OF ❑ D • D D ROYAL HASKONING Bijlage 1 Begroting aansluitbijdrage warmtewoningen Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) 17 augustus 2009 Bijlage 1 1 2 8 T h e r m o s taat l e i d i n g ( s i g n aa l ka b e l ) Le id i g e b u is Vo ed i n g s ka be l 23 0 V 8 1 € 33 , 59 5 , 34 25 , 35 35% 22 , 65 0 , 24 0,68 0 , 55 0 , 30 0 , 24 0 , 75 0 , 50 1 ,00 2,50 0 , 50 1 ,00 0 , 50 0 , 60 2, 1 6 0 , 75 1 , 68 3 , 66 1 , 68 3,36 67 , 20 67 , 2 0 20 , 0 0 40 , 0 0 20 , 00 24 , 0 0 86 , 40 30,00 40 , 0 0 9,60 27 , 20 22 , 00 1 2,00 9,60 30 , 0 0 20 , 00 € 90 6 , 00 € € € € € € € € € 1 00 , 0 0 € € € € € € € € 1 46 , 4 0 € € 1 34 , 40 € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € Concept eindrapport (versie 2) 17 augustus 2009 T o taa l me t g as a a n s l u i t i n g - 1 - € € Aa n n e m i n g s p rovi s i e Rekenmodel warmtewet € € O ps l ag vo o r w i n s t e n r i s i c o S u btota a l 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 22 , 8 4 3 , 74 1 6 , 48 1 0 , 99 3 , 50 1 3 , 02 1 , 72 3 , 33 1 4 , 83 1 , 72 1 9,06 35 , 3 7 5,59 32 , 9 6 1 0 , 44 72 , 92 € 1 . 6 5 8 , 78 € € € € € € € € € € € € € € € € € 1 . 3 06 , 9 1 1 9,96 63 , 40 Lo o n € 3 2% 3 0% 35% 3 4% 3 0% 42% 70 % 33% 45% 70% 40% 2 6% 40 % 3 5% 47% € € [ u u r] mo nta g e S u btotaa l € 2 . 032 , 03 € € 1 6 , 52 5,00 22 , 5 8 5 , 73 4 , 94 26 , 96 5 , 73 3 1 , 77 48 , 0 2 9 , 25 50 , 70 1 9 , 69 1 1 2, 1 8 1 2% 3 5% 32% N e tto mat e r i aa l € 1 2 € € € € € € € € € € € € G e m. K o rt i n g HASKONING 0 O ps l ag o p n etto m ate ri a al S u btot a l e n C o n d e n s afvo e r s ifo n 3 2 m m 1 ,5 K o u dw ate raa n s l u it i n g 1 5 m m 1 Vu l s l a n g s et C o n d e n s afvo e r ku n s ts tof b u i s 3 2 m m 1 1 E x pa n s i evat ( 1 8 l i t e r) aa n s l u it . d i a m 3/4 " Le i d i g e b u i s T- s t u k t . b . v. ex p a n s i evat 3/4 " 1 1 W a n d c o ntac td o o s o p b o u w ( ra n d aa rd e ) 2 1 8 K a m e rt h e r m o s taat 1 1 1 G as k r aa n ( Ko g e l afs l u i te r) 1 /2 " 2 8 G as l e i d i n g 1 /2 " ( h a n d e l s l e n gte 5 m t r) € 1 1 R o o kg as afvo e r ka n aa l D o o rvo e r p l aat t . b . v . ro o kg as afvo e r kan aa l € 1 . 485 , 1 3 1 C V- kete l H R - 1 0 7 ( C W 4) 30 , 7 1 92 , 85 € € 7 7 R ad i oto rafs l u i te r s 1 /2 " [-] [ m] B r u to mate r i aa l Aa n t a l L e n g te R ad i ato r ko p pe l i n g e n 1 /2 " O ms c h r ij v i n g ROYAL ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ 3 . 342 , 5 5 3 03 , 8 7 3 . 038 , 6 8 225 , 0 9 2 . 8 1 3 , 59 2 48 , 8 2 2 . 564 , 78 3 2 , 44 3 0 , 94 38 , 48 22 , 9 9 1 3, 1 0 43 , 0 2 2 1 , 72 43 , 3 3 1 1 4, 83 2 1 , 72 59 , 0 6 55 , 3 7 29 , 59 1 1 9,36 40 , 44 1 40 , 1 2 1 . 453 , 3 1 87 , 1 6 1 97 , 80 T ot a a l HASKONING ❑ 0 D 85 0 , 27 52 , 06 9 0 2, 33 72 , 1 9 9 74 , 5 1 9 7 , 45 1 . 07 1 , 9 6 € € € € € € € € € € 1 40 , 0 0 22 , 0 0 € € 503 , 20 3 , 50 0,55 1 2,58 3 7, 63 1 6 , 48 3 47 , 0 7 € € € 0% 35% 7 , 28 3 7 , 63 25, 3 5 _ € € 1 T- s t u k t . b . v. aftap kr aa n Concept eindrapport (versie 2) Rekenmodel warmtewet - 2 - Bijlage 1 Bij dit model is het kostenverschil € 2.270,58. T o ta a l me t wa r mte aa n s l u i t i n g : Aan n e m i n g s p rovi s i e S u btotaa l O ps l ag vo o r w i n s t e n r i s i c o S u btotaa l O ps l ag o p n etto m ate r i aa l S u bt otal e n K o u dw ate r aa n s l u i t e n E l e kt r i s c h aa n s l u i te n o p 23 0 V 17 augustus 2009 9V3309/R004/EVD/Nijm2b € 463 , 6 5 3 8 ,48 € 9, 60 0 , 24 4,37 € _ € 1 3 , 97 1 77 , 6 3 € 26 , 0 0 € € 0 , 65 4 , 84 € 31 % 40% 7,0 1 € 1 Vo etve n t i e l e n t ap kraa n Vu l - e n af 1 3 0 , 84 € 56 , 00 € 1 , 40 € 30% 1 29 , 33 1 04 , 6 8 € 20 , 00 € 0 , 50 9 , 33 48 , 6 8 € 33 % 1 3, 93 Le i d i g e b u i s 6 9 , 55 20 % € 1 45 , 95 € 35 , 20 € 0 , 88 1 1 0 , 75 € € 3 4% 23 , 60 1 3 8 , 44 € 40 , 0 0 € 1 ,00 1 5,58 € 5 6 , 02 55 , 5 8 € 20 , 0 0 € 0 , 50 € 2 1 1 97 , 8 0 € € € 1 3 4 , 40 3,36 63 , 40 3 6 , 02 € T ot a a l € Lo o n [ u u r] mo n t a g e mate r i aa l N e tt o 7 reg e l afs l u it e r 3/4 8 25 % 48 , 02 € 1 K a m e rt h e r m o s taat T h e r m o s taat l e i d i n g ( s i g n a al kab e l ) 32 % 92 , 85 € Ko rt i ng G e m. 7 B ru to rad i ato rafs l u i te rs 1 /2 " Aa n ta l mate r i aa l [ rn] Le n g t e [-] O ms c h r i j v i n g aat in het hoofdwoonvertrek. In de volgende begroting wordt uitgegaan van een centrale regelklep die wordt aangestuurd door een kamerthermost voldoende. is radiatorkranen gewone Bij deze oplossing worden geen radiatorthermostaten gemonteerd; ROYAL ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ HASKONING D 1 1 T- s t u k t . b . v . aftap kr aa n K o u dw ate r a an s l u i te n € € € € € € 27 1 , 6 6 Rekenmodel warmtewet Concept eindrapport (versie 2) Bijlage 1 - 3 - 1 0% 3°/0 P rovis i e h oofd aan n e m e r 1 5% Toes l ag vo o r w i n s t e n r i s i c o € 40 , 00 Toes l ag o p netto m ate ri aal U u rl o o n 25 , 3 5 7 , 28 7,0 1 70 , 3 5 1 6 1 , 67 mat e r i aa l B ru to 32% 40% 31 % 2 0% 3 2% K o rt i n g G e m. 17 augustus 2009 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Voor de begrotingen in deze bijlage gelden de volgende uitgangspunten: Bij dit model is het kostenverschil € 2.784,71. T ot a a l me t wa r mte a a n s l u i t i n g : Aa n n e m i n g s p rovi s i e S u btotaa l O p s l ag vo o r w i n s t e n r i s i c o S u btotaa l O ps l ag o p n ett o m ate r i aa l S u btot al e n 1 Vu l - e n aft ap kr aa n 1 7 7 [-I Aa n t a l Vo etve nt i e l e n [m] Le n g t e t h e r m o s t ati s c h e rad i ato r afs l u ite rs 1 /2 " O msc h r ij v i n g € € € € € € 1 92 , 6 6 1 7 , 24 4,37 4 , 84 56 , 28 1 09 , 94 ma te r i a a l N e tt o 6 , 20 0 , 55 0 , 24 0 , 65 1 , 40 3 , 36 [ u u r] mo n t a g e 22 , 0 0 9 , 60 26 , 0 0 5 6 , 00 € 24 8 , 0 0 € € € € € 1 34 , 40 Lo o n € € € € € € € € € € € € 5 5 7 , 83 50,71 507, 1 2 37 , 56 46 9 , 5 6 28 , 90 440 , 6 6 3 9 , 24 1 3,97 3 0 , 84 1 1 2 , 28 2 44 , 3 4 T otaal In de volgende begroting wordt uitgegaan van radiatorthermostaten, gemonteerd op alle radiatoren. In de afleverset zit een drukverschilregelaa r die een drukverschil in stand houdt van 20kPa. Deze oplossing is bij uitstek bedoeld voor stadsverwarming. ROYAL D 0 • 0 COMPANY Of ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ ❑ 0 ❑ ROYAL HASKONING Bijlage 2 Kosten van radiatoren Rekenmodel warmtewet Concept eindrapport (versie 2) 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009 O ❑ ❑ • 0 ❑ ❑ ❑ ROYAL HASKONING Het te installeren oppervlak aan verwarmingslichamen is afhankelijk van het aan te leggen (logaritmische) temperatuurverschil. In onderstaande tabel is of te lezen hoe groot radiatoren moeten zijn en wat ze kosten (geInstalleerd) als functie van de te kiezen temperaturen. No r m aanvo e r 80 No r m r et o u r 60 N o r m r u i m t et e m pe rat u u r 20 No rm l og te m p e rat u u rve rs c h i l E x po n ent 49 , 3 1 33 O p te s te l l e n no r m ve rm o g e n va n e e n T- reto u r rad i ato r 65 70 90 78 % 90% 55 1 06 % 35 1 5 4% 30 1 8 7% 82% 88% 94% 1 02 % 1 1 2% 1 24% 1 41 % 1 6 3% 1 9 9% 93 % 1 0 0% 1 09 % 1 1 9% 1 3 2% 1 5 0% 1 74% 2 1 3% 75 92% 99% 1 06% 1 1 6% 1 27% 1 41 % 1 6 0% 1 8 7% 23 0% 70 nvt 1 05% 1 1 4% 1 24% 1 3 6% 1 52% 1 72% 202% 24 9 % nvt 1 22 % 1 33% 1 47% 1 64% 1 8 7% 22 0% 272% nvt nvt nvt 1 44% 1 5 9% 1 7 8% 20 4% 24 1 % 29 9 % 55 n vt nvt n vt nvt 1 75 % 1 96% 225% 26 7% 3 3 3% 50 nvt n vt nvt nvt n vt 2 1 8% 25 1 % 299% 376% 43 4% 45 nvt nvt nvt nvt nvt n vt 2 8 6% 342% 40 nvt nvt nvt nvt nvt n vt n vt 400% 5 1 3% 35 nvt nvt nvt nvt nvt n vt n vt nvt 632% T- reto u r 65 70 90 € 339 60 € 3 42 € 345 55 € 348 50 € 353 45 € 3 59 40 35 € 3 66 € 377 30 € 3 93 85 € 34 1 € 3 44 € 347 € 35 1 € 356 € 3 62 € 3 70 € 382 € 400 80 € 3 43 € 346 € 35 0 € 354 € 3 59 € 3 66 € 3 75 € 387 € 4 07 75 € 3 46 € 349 € 353 € 358 € 3 63 € 37 1 € 380 € 3 94 € 41 5 70 nvt € 353 € 357 € 3 62 € 3 68 € 3 76 € 3 86 € 40 1 € 424 65 nvt nvt € 36 1 € 36 7 € 3 73 € 3 82 € 3 93 € 41 0 € 43 6 60 nvt nvt nvt € 37 2 € 3 80 € 389 € 4 02 € 42 0 € 45 0 € 4 67 55 nvt nvt n vt n vt € 3 87 € 398 € 41 3 € 43 3 50 nvt nvt nvt nvt nvt € 40 9 € 426 € 450 € 488 45 nvt nvt nvt nvt nvt n vt € 443 € 47 1 € 51 7 40 n vt nvt nvt nvt nvt n vt nvt € 50 0 € 556 35 nvt n vt nvt nvt n vt n vt n vt nvt € 61 6 Bijlage 2 Concept eindrapport (versie 2) 40 1 33% 87% Ko s te n van ee n rad i ato r voo r 1 kW Rekenmodel warmtewet 45 1 1 7% 85 60 T- aa nvo e r 50 9 7% 80 65 T- aa nvo e r 83% 60 - 1 - 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009 • COMPANY OF ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ ❑ D ROYAL HASKONING Bijlage 3 Vermeden onderhoudskosten Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) 17 augustus 2009 ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ CI 0 0 ROYAL HASKONING Qua onderhoudskosten voor diverse installaties is onderscheid gemaakt in preventief en correctief onderhoud. P reve nti ef C o r rec t i ef C o m b i kete l , 26 kW € 95 , 00 € B al an s ve nti l ato r € 20,00 € Afz u i g i n s tal l ati e € 1 5 , 00 € Zo n n e bo i l e rs ys te e m € 35 , 0 0 kW P r pvp 23 , 75 Totaal € 1 1 8 , 75 5 , 00 € 25 , 0 0 3 , 75 € 1 8 , 75 8 , 75 43 , 75 . • Kete l 40 € 95 , 0 0 € 23 , 75 € 1 1 8 , 75 Kete l 1 00 € 1 20 , 00 € 30 , 0 0 € 1 50 , 0 0 Kete l 250 € 1 70 , 0 0 € 42 , 50 € 2 1 2 , 50 Kete l 50 0 € 240 , 00 € 60 , 0 0 € 300 , 0 0 K ete l 1 0 00 € 350 , 00 € 87 , 5 0 € 437 , 5 0 Rekenmodel warmtewet Bijlage 3 Concept eindrapport (versie 2) - 1 - 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009 ■ OF ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ 0 0 0 ROYAL HASKONING Bijlage 4 Begroting vermeden kosten klein zakelijke markt Rekenmodel warmtewet 9V3309/R004/EVD/Nijm2b Concept eindrapport (versie 2) 17 augustus 2009 D 0 0 0 • 0 0 0 0 ROYAL HASKONING In deze bijlage zijn de begrotingen opgenomen van ketelinstallaties voor 40, 100, 250, 500 en 1.000kW opgesteld vermogen. Bij de installaties tot en met 100kW gaat het om ketels die in cascade zijn geschakeld. Daarboven zij het samengebouwde modules. Voor 250kW is dat een ketel, voor 500kW zijn dat twee ketels (in een module) en bij 1000 kW zijn het drie ketels (in een module). W a rm te ve r m o g e n (kW ) 40 G e h a n t e e rd p l o eg u u r t ar i el ( E) € 72 , 50 a a n t al k et el s Ne rm o g e nve rd e l i n g ( s t) 2 O p g es t e l d ve rm o g e n (%) 1 50 % To es l ag to t a al (d) To es l a g M o n t ag e / E n de (% ) 5% a ant al (% ) 1 5% (st/m ) ( kW ) 30 , 0 ( a) CV ket el c o m pleet D ak/g eva l d oo rvo e r c o m p l eet i n c l . 2 2 O n t/be l u c h t i n g k e t e l ru i m t e C o n d e n s afvo e ra a n s l u i t i n g k et e l / ro o k g as afwe r C v- l ei di n g D N 2 5 ( i n c l . ) M at e ri al e n B ru t o 20 % € 1 35 , 95' 20 % € - 2 € M o nt ag e k o rt i n g € 1 .61 0, 1 0 ' ' N et to ( E ) € 2 . 57 6 , 1 6 € € 2 1 7, 52 m i n/ e h d' 1 4 5 2 90 30 To t a a l U u r t o t aa l ( E ) 60 4,8 1 ,0 - € 350 € 73 € - 1 27 , 4 2 25% € 191 ,1 3 6 0 1 20 2, 0 € 1 45 48 % € 1 98 , 32 2 7 546 9, 1 € 660 20 € 1 9, 1 5 A fs l u i t e r k e t e l s D N 25 2 € 47 , 7 1 33% € 64, 06 38 76 1 ,3 € 91 t e ru g s l ag k l ep k et e l s D N 25 2 € 64 , 7 6 20 % € 1 0 3 , 62 38 76 1 ,3 € 92 € - 50 1 00 1 ,7 € 1 21 I s o l at i e l ed i n g e n D N 2 5 20 € 1 4 , 63 1 0% € 26 3 , 3 4 A fs l u i t e rs D u o w rdele r D N 50 2 € 1 49 , 88 33 % € 1 9 9 , 97 A pp e n d ag e s k l e i n 2 € 25 , 0 0 25% € 37, 50 30 60 1 ,0 € 73 G as l ei d i n g D N20 ( i n c l . ) 10 € 1 6, 43 50 % € 82, 1 5 2 3 234 3, 9 € 2 83 G as l ei d i n g D N 1 5 ( i n c l . ) 5 € 1 2 , 73 50 % € 3 1 , 83 16 78 1 ,3 € 94 G as afs l u it e r D N 1 5 2 € 20 , 20 20% € 32, 32 35 70 1 ,2 € 84 24 0 240 290 M o d u l e re n d e reg e l i n g k et e l s 1 € 779 , 70 ' 20% € 623 , 76 4,0 € R eg e ho o rz i e n i n g k e t e l ( s ) ove ri g 1 € 1 00 , 0 0 ' 20% € 80, 00 30 30 0, 5 € 36 V oe d i ng / E l ec t ra 2 € € 1 50, 00 30 60 1 ,0 € 73 C 4 . 852 7 5 , 00 a ) To ta a l i n sta l l a ti e ko ste n ( s t/ m 2 ) G as m et e rops t e l l i n g s tu i m t e ( B o uwk u n d i g ) B ru t o/ s t 0, 5 € 250 € 1 25 B o u wk u n d i g e k os t e n o ps t e l l i n g k et e l s 1 € 900 € 900 B ouwk u n d i ge vo o rz i e n i n g e n ove ri g (p o s t ) 1 € 2 50 b ) To ta a l b o u w k u n d l g e k oste n € 2. 8 34 E 7. 685 E 1 . 275 C 8 . 96 0 E 986 N e t to ( E ) € 2 50 C 1 . 275 c ) S u b t ota a l a e n c To e -/o p s l ag e n To e s l a g a 1 2% € To e s l ag b 5% € 64 E 98 6 d ) Ei n d to ta a l a Um c Rekenmodel warmtewet 9 22 E 1 0 . 444 Bijlage 4 Concept eindrapport (versie 2) - 1 - 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009 D D o • D o o ROYAL W a r m te ve rm o g e n (kW ) 1 00 G e h ant e e rd u u rt ari ef (E ) aan t a l ke t e l s he rm o g e n ve rd e l i n g (s t ) 2 O p g es t e ld ve rm o g e n (% ) 1 47% To es l ag t ot aa l ( d ) Toes l a g M o n t ag e / E n d e HASKONING (a) (% ) 5% aan t al (% ) 1 5% (s t/ m ) (k W ) CV k e te l c o m p l eet € 72 , 5 0 D ak/ g eva l d oo rvo e r c o m p l e et i n c l . 1 47 , 0 Cv- l e i d i n g D N 25 ko rti n g Net t o ( E ) 14 € 7 . 686 , 25 ' 20% € 6 . 1 49 , 0 0 2 20 % € € 1 81 , 00 2 8 9 , 60 € 540 540 30 60 - 2 € 75 , 00 25% € 1 1 2 , 50 60 20 € 1 9, 1 5 48 % € 1 98 , 3 2 29 5 88 ' To t aa l U u r t o t aal ( E ) m i n/ e hd. € O n t/ be l u c h t i n g k et el ru i m t e Co n d e n s afw e raa n s l u i t i n g k ete l/ roo kg as afvo e r M o n t ag e M at e ri a l e n B rut o 9,0 € 6 53 1 ,0 € 73 € - € 1 45 9,8 € 71 1 1 20 2, 0 Afs l u i t e r k et e l s D N2 5 4 i nc l 2 5% i nc l 38 1 52 2, 5 € 1 84 t e ru g s l ag k l ep k et el s D N2 5 2 i nc l 20% i nc l 38 76 1 ,3 € 92 20 € 1 4 , 63 1 0% € 2 63 , 3 4 Afs l u i t e rs D u o ve rd e l e r D N 5 0 2 € 1 49 , 8 8 3 3% € 1 9 9 , 97 A ppe n dag e s k l ei n 4 inc l 2 5% i nc l Is o l at i e l ed i n g e n DN 2 5 € - 50 1 00 1 ,7 € 1 21 30 1 20 2, 0 € 1 45 G as l ei d i n g D N2 5 ( i n c l . ) 10 5 0% € 2 7 2 70 4, 5 € 3 26 G as l ei di n g D N2 0 ( i n c l . ) 5 i nc l 50% i nc l 23 1 17 2, 0 € 1 41 G as afs l u i le r D N 20 2 inc l 2 0% i nc l 36 72 1 ,2 € 87 M o d u l e re n de re g e l i n g k ete l s 1 € 779 , 70 ' 20 % € 6 2 3 , 76 4,0 € 290 Reg e ko o r z i e n i n g k e te l s ove ri g 1 € 1 00 , 00 ' 2 0% € 80 , 00 60 60 1 ,0 € 73 V o ed i ng / E l ec t ra 2 € 75 , 00 € 1 50 , 0 0 30 60 1 ,0 € 73 C 8 . 1 84 € 23 , 5 1 a ) To ta a l i n sta l l a t i e ko ste n (s t/ m 2 ) _ B ru t o/s t 1 1 7, 55 0, 5 € 250 € 1 25 2 € 900 € 1 . 800 B o u wk u n di g e w o rz i e n i n g e n ove ri g P o s t ) 1 € 500 € 5 00 € 2. 4 25 b ) To ta a l b o u w ku n d i g e ko ste n € 3 . 578 € 1 1 . 76 2 Net t o ( E ) B o uwk u n d i ge ko s t e n o ps t e l l i ng k e te l s G as m e t e rops t e l l i n g s ru i m t e ( B o u w k u nd i g ) 240 240 € 2. 4 25 € 1 4. 1 87 c) S u btota a l a e n c Toe-/ o ps l ag e n 1 .4 1 1 To es l ag a 1 2% € To es l ag b 5% € 1 21 € 1 .533 d) E l n d tota a l Rekenmodel warmtewet € 1 . 5 33 € 1 6 . 50 6 a Um c Bijlage 4 Concept eindrapport (versie 2) - 2 - 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009 D 0 0 0 • O 0 0 0 ROYAL W a rm te ve r m o g e n ( kW ) 250 G e h a n t e e rd u u rt a ri ef (E) E 72 , 5 0 a a n t al k et e l s /ve r m o ge rme rd el i n g (s t ) 2 O p ge s t e l d le rm o g e n (% ) 1 46 % To es l a g t o t aal (% ) 5% aantal 1 0% ( s t/ m ) (d ) Toes l a g M o nt ag e / E n d e HASKONING ( a) (% ) CV k e t e l c o m p l ee t (kW ) M at e ri a l e n B ru t o M o nt a ge k o rt i n g Ne tt o ( E ) m i n/ehd To t a a l U u r t o t aal ( E ) 1 66 , 0 1 E 8 . 039 , 0 0 ' 20 % E 6 . 43 1 , 20 400 40 0 6,7 E 483 200, 0 1 E 9 . 3 87 , 00 ' • E - 20 % E 7 . 509 , 6 0 4 00 40 0 6,7 E 48 3 E 1 45 k o s t e n s a m e n bo u w k e t e l 1 1 20' 1 20 2, 0 E 30 60 1 ,0 E 73 20 % E 1 . 0 04, 72 60 1 20 2, 0 E 1 45 i nc l . 30 60 1 ,0 E 73 3 50 , 0 0 ' 25 % € 262 , 5 0 15 15 0, 3 E 18 20 % E 1 22 , 3 2 60 1 20 2, 0 E 1 45 2 E 6 1 4 , 00 2 2 E 627 , 9 5 ' • - O n t/ be l u c h t i ng k et e l rui m t e 1 E C o n d e n s afw e ra a n s l u i t i n g k et el / roo k gas atwe r E - E 1 . 22 8 , 00 E B I / i n bed ri jf s t el l e n k e t el R oo k g a s afvo e r L u c h t t o evoe rb ui s c o m p l e e t ( L 2 m 1 ) D ak/ g evel d o o rvo er c o m p l e et i nc l . 2 E 76 , 45 Cv- l e i d i n g D N 6 5 30 E 74 , 48 49 % E 1 . 1 42 , 45 49 1 . 474 24 , 6 E 1 . 78 1 Cv. l e id i n g D N 8 0 10 E 9 5 , 98 49 % E 49 0 , 27 55 546 9, 1 E 660 E 3 1 2 , 55 20 % E 1 . 000, 1 6 55 22 1 3, 7 E 26 7 60 • 1 20 2, 0 E 1 45 E - A fs l u i t e r k et el s D N 6 5 4 R eg e l k l ep k et el s D N6 5 2 E 5 25 , 00 25% € 787 , 50 I s o l at i e l e i d i n g e n D N 6 5 30 E 27 , 5 0 1 0% E 742 , 5 0 Is o l at i e l e i d i n g e n D N 8 0 10 Ci rc u l at i e po m p 4 , 4 k g/ s E 28 , 75 2 E 1 . 634 , 96 ' • 1 0% E 28 % E 2 . 3 6 0 , 23 1 85 258 , 7 5 3 70 6, 2 E - E 447 E x pa n s i e w o rz i e n i n g k et el c o m p l e et 2 € 9 5 , 84 20 % E 1 5 3 , 34 1 20 240 4, 0 E 29 0 A p pe n d ag es k l ei n 4 E 1 00 , 00 25% E 3 0 0 , 00 60 240 4, 0 E 29 0 G as l ei d i n g D N 32 (i n c l . ) 10 E 47 , 43 50% € 237 , 1 5 30 2 96 4, 9 E 358 G as l e id i n g D N 50 (i n c l . ) 20 E 74 , 23 50% E 742 , 3 0 37 733 1 2 , 2 E 886 E 29 0 R o nt gen k os t e n l e i d i n g ( p o s t ) 1 E 500 , 00 E 500 , 00 240 240 G as afs l u i t e r D N32 2 E 43 , 25 20% E 6 9 , 20 36 72 1 ,2 E G as fi l t e r D N 3 2 2 E 9 5 , 80 20% € 1 53 , 28 45 90 1 ,5 V e i l i g h e i d s w o rz i e n i n ge n k et e l h ui s M o d u l e re nd e re g e l i n g k e t e l s 4, 0 E 87 1 09 1 E 500 , 00 ' 20 % E 400 , 0 0 1 20 1 20 2, 0 E 1 45 1 E 779 , 70 ' 20 % E 623 , 76 240 240 4, 0 E 290 R e ge l vo o rz i e ni ng ket el s ove ri g 1 E 500 , 00 ' 20 % V o ed i n g/ E l ec t ra 2 E 1 5 0 , 00 a ) To ta a l I n sta l l a t l e k o ste n (s t / m 2) G as m et e ro ps t e l l i n g s ru i m t e ( B o uwk u nd i g ) B o uwk u nd i g e k os t e n o ps t el l i n g k et el s B o uwk u nd i g e vo o rz i e n i nge n me rig ( po s t ) 1 E 400 , 0 0 1 20 1 20 2, 0 E 1 45 E 3 00 , 00 60 1 20 2, 0 E 1 45 € 27. 2 1 9 B ruto / s t E 5 00 E 500 9 00 E 9 . 000 1 E 1 . 0 00 € 3 5. 9 09 N ett o ( E ) 10 E b ) To ta a l b o uw k u n d i ge ko ste n € 8.690 E 1 . 000 € 1 0. 500 € 1 0. 5 00 c) S u b t o ta a l a e n c € 46 . 4 09 To e -/ o ps l ag e n Toes l a g a 1 2% E Toe s l a g b 5% E 52 5 € 4. 834 d ) Ei n d to ta a l a t/m c Rekenmodel warmtewet 4. 309 € 4. 8 34 € 53 . 8 05 Bijlage 4 Concept eindrapport (versie 2) - 3 - 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009 D o o o • o o ROYAL W a rm te ve rm o g e n ( kW ) 500 G eh a nt e e rd u u rt ari ef (E) aan t al k ete l s /w rm og e nve rd e l i n g (s t ) 2 O pg e s t el d verm og e n (% ) 1 50% To e s l ag t ot a al (d ) To e s l ag M o n t ag e / E n de o HASKONING ( a) € 72 , 5 0 b es t aa n d e u i t 2 afz o n de rl ij k fu n c ti o n e re n de k et e l m o d u l es ty p e 3 1 0 1 stu k s reme h a 6 1 0 M at eri al e n (% ) 5% aa n t al (% ) 1 0% ( s t/ m ) M o n t ag e k o rt i n g B ru t o 1 € 40 . 7 9 8 , 0 0 ' k os t e n s am e n b o u w k e t el 1 € E B I / i n bed rij f s t e l l e n k et e l 1 € 974 , 0 0 Ro o k g as afvoe r Lu c h t toe w e rbu i s c o m pl e et ( L 2 m 1 ) 2 € 1 . 494 , 50 ' 20% 25% E C V ket e l c o m p l e et (kW ) 3 75 , 0 - 20% N ett o ( E ) € 35 0 , 00 ' 1 20 € 1 . 23 3 1 45 1 20 2,0 € 30 30 0,5 € 36 € 2. 3 9 1 , 2 0 60 1 20 2,0 E 1 45 - E - 2 6 2, 5 0 15 15 0, 3 € 18 60 1 20 - 2 € 85 , 0 0 2 5% € 1 27 , 5 0 Cv- l ei di ng D N 8 0 30 € 95 , 9 8 49% € 1 . 470 , 8 0 Cv- l e i di ng D N 1 0 0 C o n d e n s afvo e raan s l ui t i n g k e tel/ ro ok g as afwe r 1 . 0 20 1 . 0 20 1 7 , 0 To t aa l t ot aal ( E ) 9 74 , 0 0 € 1 Uur € E ' € D ak/g ew l do o rvo er c o m p l eet i n c l . O n t/ be l u c ht i ng k et e l ru i m t e € 3 2. 63 8 , 4 0 m i n/ e h cr 30 2,0 E 1 45 55 1 . 6 38 2 7 , 3 E 1 . 97 9 10 E 1 3 9 , 37 49% € 7 1 0 , 93 65 6 47 1 0 , 8 E 782 A fs l ui t e r k e te l s D N 8 0 3 € 52 1 , 45 2 5% € 1 . 1 73 , 2 6 60 1 80 3,0 € 21 8 R eg e l k l e p k etel s D N 80 2 E 1 . 2 07 , 0 0 20% € 1 . 93 1 , 20 90 1 80 3,0 € 21 8 1 0% € 776 , 25 ' € - 20% € 2 5 3 , 04 ' € - 2 7% € 2 . 3 77, 8 9 1 85 6,2 € 44 7 I s o l at i e l e i d i n g e n D N 80 30 € 28 , 75 I s o l at i e l e i d i n g e n D N 1 00 10 € 3 1 , 63 C i rc u l at i epo m p 4 , 4 k g/ s 2 € E x p an s i evo o rz i e n i ng k et el c o m p l eet 2 € 9 5 , 84 20% € 1 53 , 34 90 1 80 3 ,0 € 21 8 A ppe nd ag e s k l e i n 4 € 1 0 0 , 00 25% € 3 00 , 0 0 60 24 0 4, 0 € 29 0 G as l e i d i ng D N 4 0 (i n c l . ) 10 € 54 , 40 50% € 2 7 2, 0 0 34 335 5,6 € 40 5 G as l e i d i ng D N 6 5 ( i n c l . ) 20 € 88 , 1 8 50% € 881 , 80 49 9 83 1 6 , 4 € 1 . 1 88 1 . 63 4 , 96 ' 3 70 R o n tg e n k o s t e n l ei d i n g ( po s t ) 1 € 50 0 , 00 € 500, 00 240 240 4, 0 € 29 0 G as afs l u i t e r D N 4 0 2 € 5 9 , 00 20% € 94 , 40 45 90 1 ,5 € 1 09 G as fi l t e r D N 40 2 € 80 , 3 5 20% € 1 28, 56 45 90 1 ,5 E 1 09 V e i l ig h e i d s voo rz i en i n g e n k et e l h u i s 1 € 50 0 , 0 0 ' 20% E 400 , 00 1 20 1 20 2,0 € 1 45 M o d u i e re nd e reg el i n g ke t e l s 1 € 77 9 , 70 ' 20% € 6 23 , 76 240 240 4, 0 € 290 R eg e l w o rz i e n i n g k et el s ove rig 1 € 50 0 , 00 ' 20% E 4 00 , 00 1 20 1 20 2, 0 € 1 45 V oed i n g/ E l e c t ra 2 € 1 50, 00 € 3 00 , 0 0 60 1 20 2, 0 E 1 45 € 4 9. 1 41 a ) To ta a l I n sta l l a ti e ko ste n (s t/ m 2 ) _ G as m et e ro p s t e l l i n g s ru i m t e ( B o u wku n d i g ) B o u wk u n di g e k os te n o p s t e l l i ng k e te l s B o u wk u n di g e w o rz i e n i n g e n ove ri g ( p o s t ) € 58 . 709 N ett o ( E ) B rut o/ s t 1 € 500 € 500 10 € 900 € 9. 000 1 € 1 . 0 00 € 1 . 000 € 1 0. 500 b ) To ta a l b o u w ku n d i g e k o ste n € 9 . 5 68 C 1 0 . 500 € 69 . 209 c ) S u bt o ta a l a e n c To e•/o ps l ag e n To es l ag a 1 2% € Toe s l ag b 5% € 5 25 € 7. 570 d ) Ei n d to ta a l € 7 . 570 € 80 . 61 8 a Um c Rekenmodel warmtewet 7. 0 4 5 Bijlage 4 Concept eindrapport (versie 2) - 4 - 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009 ❑ ❑ ❑ ❑ • ❑ ❑ 0 ❑❑ ROYAL W a rm te v e rm o g e n (kW ) 1 000 G e h an t ee rd u u rt ari ef (E ) € 72 , 50 a an t al k et e l s he rrn og e r (s t ) 3 O pg es t el d verm og en (% ) 1 1 3% Toes l ag t o t aa l (d ) Toes l ag M o n t a g e / E n( C V k et e l c om pl eet HASKONING (% ) 3% a ant al (% ) 8% (s t/m ) (kW ) 37 5 , 0 3 M at e ri a l e n B ru t o k o rt i ng € 23 . 7 9 0 , 0 0 ' k o s t e n s am en bo uw k ete l 1 € E B I / i n bed rfi f s t e l l e n k et e l 3 € R ook g as ahee r Lu c ht t oevo erbu i s c o m p l ee t ( L 2 m 1 ) 3 € 1 € 350, 00 D ak/g eve l d o o rvo e r c o m pl eet i n c l . - Co nd en s af ine raa n s l u i t i n g k et el / roo kg as af iee r 2 0% € 57 . 096 , 00 2 0% € 1 . 473 , 6 0 1 . 925 , 6 4 m i n/e hd' Uu r 37 0 1 . 1 1 0 1 8 , 5 Tot a al t o t a al ( E ) € 1 . 34 1 -, 6 1 4, 00 802, 35' C O nt /be l u c ht i ng k et el ru i m t e M o nt ag e Net t o ( E ) € 20% € 2 5% € - - € 1 2 6' 1 20 2, 0 € 1 45 30 90 1 ,5 € 1 09 60 1 80 3,0 € 21 8 30 262 , 5 0 € 15 15 0, 3 € 18 60 1 80 3, 0 € 21 8 3 € 85 , 00 25% € 1 9 1 , 25 Cv-l e i di n g D N B O 30 € 95 , 9 8 49% € 1 . 47 0 , 8 0 5 5 1 . 6 3 8 27 , 3 Cv-l e i di n g D N 1 25 30 € € 1 . 9 79 1 79 , 6 8 49% € 2 . 7 53 , 4 2 7 6 2 . 28 0 3 8 , 0 € 2 . 7 55 A fs l u it er k e t e l s D N 8 0 3 € 521 , 45 2 5% € 1 . 1 73 , 26 60 1 80 3,0 € 21 8 R eg e l k l e p k et e l s D N 8 0 2 € 1 . 2 07 , 0 0 2 0% € 1 . 93 1 , 20 90 1 80 3, 0 € 21 8 ' -, I s o l at i e l ei d i ng e n D N 8 0 30 € 28 , 7 5 1 0% € 776 , 2 5 l s ol at i e l e i d i ng e n D N 1 25 30 3 8 , 72 1 0% € 1 . 04 5 , 44 € € - € - C i rc u l at i ep o m p 4 , 4 k g/ s 2 € 27% € 2 . 377 , 8 9 1 85 370 6,2 € 4 47 E x p a ns i ew o rz i en i ng k et e l c o m p l eet 3 € 95, 84 2 0% € 230 , 02 1 20 360 6, 0 € 43 5 A ppe nd a g es k l ei n 1 . 6 34 , 9 6 ' 6 € 1 00, 00 2 5% € 450 , 00 60 360 6, 0 € 435 G as l ei d i ng D N40 ( i nc l . ) 10 € 54 , 40 5 0% € 272 , 00 34 335 5, 6 € 405 G as l e i d i n g D N 8 0 ( i nc l . ) 25 5 0% € 1 1 2, 1 4 Rontgenkosten lei di ng (pos t ) 1 € 7 50 , 0 0 G as afs l u i t e r D N4 0 3 € 59, 00 2 0% G as fi lt e r D N40 3 € 80 , 35 2 5% V ei l i gh ei ds voo rz i e n i n g en k et el h u i s 1 € 5 00 , 0 0 ' 20% M od ul e re n d e reg e l i ng k et el s 1 € 7 79 , 7 0 ' 20% € R eg e lve o rz i e n i n g k et el s che ri g 1 € 5 00 , 0 0 ' 20% V o e d i n g/ E l ec t ra 3 € 1 5 0 , 00 a ) To ta a l i n sta l l a ti e ko ste n (s t / m 2 ) G as m e t ero ps t e l l i ng s ru i m t e ( B o uwk und i g ) B o uwk u n d i g e k os t en o ps t el l i ng k et el s B o uwk u n d i g e vo o rz i e n i n g e n ove ri g ( po s t ) 1 € 1 . 40 1 , 7 5 € 1 . 6 49 € 75 0 , 0 0 360 3 60 6,0 € 435 € 1 41 , 60 45 1 35 2, 3 € 1 63 € 1 80 , 79 45 1 35 2, 3 € 1 63 € 400 , 00 1 20 1 20 2,0 € 1 45 6 23 , 7 6 24 0 240 4,0 € 400, 00 1 20 1 20 2, 0 € 1 45 45 0 , 0 0 60 1 80 3, 0 € 21 8 € 77. 777 € 500 € 50 0 900 € 1 2 . 6 00 1 ._ 5 00 € 1 . 500 € 1 4. 600 € € 1 3. 1 20 € 90 . 8 97 € 1 4 . 600 Net t o ( E ) 14 € 1 290 € € B iu t o/s t b ) Tota a l b o uw k u nd i ge k o ste n 5 5 1 . 365 22 , 8 c ) S u b tot a a l a e n c € 1 05 . 497 To e-/ op s l ag e n To es l ag a 1 2% To es l ag b 5% d ) Ei n d t ota a l € a Vm c Rekenmodel warmtewet 1 0 . 90 8 € 73 0 € 1 1 . 63 8 € 1 1 . 638 € 1 20 . 648 Bijlage 4 Concept eindrapport (versie 2) - 5 - 9V3309/R004/EVD/Nijm2b 17 augustus 2009
© Copyright 2024 ExpyDoc