Regio West Utrecht Versterking van de basis: De belangrijkste bouwstenen voor een gezonde jeugd Hoe vroeger, hoe beter, hoe goedkoper Gemeenten staan voor de immense opgave de zorg voor de jeugd beter en goedkoper in te richten. Steeds meer gespecialiseerde zorg voor de jeugd brengt niet de gewenste resultaten bij de aanpak van de huidige jeugdproblematiek in ons land. Die zorg komt vaak laat en is duur. Door sterkere inzet op preventie en meer uit te gaan van de eigen kracht van jeugdigen, gezinnen en hun sociale netwerken wordt verwacht dat de vraag naar intensievere jeugdzorg teruggedrongen kan worden. Immers, jeugd die gezond leeft, zich goed voelt (thuis en op school) en een goede basis meekrijgt, zal zichzelf op volwassen leeftijd beter kunnen redden en optimaal kunnen participeren in de maatschappij. Investering in een gezonde jeugd: welke factoren zijn van invloed? De GGD regio Utrecht heeft het afgelopen jaar, in aansluiting op de ontwikkelingen rondom de transitie jeugdzorg specifiek onderzoek gedaan naar factoren die van invloed zijn op het (psychisch) welbevinden van de jeugd.1 Belangrijkste uitkomst was dat er veel winst te behalen valt bij versterking van de vaardigheden van een kind en de sociale omgeving waarin hij of zij opgroeit, waarbij het gezin een belangrijke plaats inneemt. Als ouders en jeugdigen hierin in een vroeg stadium ondersteund worden kan dat later problemen voorkomen (en de daarmee samenhangende kosten). In deze factsheet worden de resultaten van de belangrijkste factoren op deze terreinen gepresenteerd. Lokale cijfers kunt u vinden op de gezondheidsatlas van de ggd, (www.ggdatlas.nl), onder het thema ‘sociaal domein’. 1 Hoe kunt u als gemeente de basis versterken? Met deze informatie kunt u gericht beleid ontwikkelen, gerichter zorg inkopen en nader vormgeven aan collectieve en preventieve gezondheidszorg. In deze factsheet vindt u een overzicht van effectieve preventieprogramma’s. Want: investeren in de basis voor een gezonde jeugd loont! 3. Sociale omgeving 2. Gezin 1. Kind Bun CJE, Jehee D. Wat zijn de belangrijkste risico indicatoren en beschermende indicatoren voor jeugd- en gezinsproblematiek? Resultaten literatuuronderzoek en analyse van samenhangen op basis van data van de GGD-monitors. GGD Regio Utrecht, Maart 2014. Regio West Utrecht 1. Het kind Uit het GGD-onderzoek (zie voetnoot pag 1) komt naar voren dat een aantal vaardigheden en eigenschappen effect hebben op het welbevinden van de jeugd. Sommige daarvan zijn lastig te beïnvloeden (bijvoorbeeld het hebben van een chronische ziekte, temperament en intelligentie). Andere eigenschappen zijn wel beïnvloedbaar bijvoorbeeld door de sociale omgeving waarin het kind opgroeit of door specifieke preventieprogramma’s. Voorbeelden van beïnvloedbare vaardigheden zijn zelfvertrouwen, oplossend vermogen, weerbaarheid en sociale competentie. Wist u dat: • Ruim driekwart van de basisschoolkinderen in de regio West Utrecht bovengemiddeld op zelfvertrouwen scoort. • Bijna 9 op de 10 basisschoolkinderen in de regio West Utrecht vriendjes en vriendinnetjes op school heeft. • 8 op de 10 middelbare scholieren in de regio West Utrecht aangeeft dat ze problemen kunnen bespreken met vrienden of vriendinnen. • Dat deze scholieren minder vaak suïcidegedachten of een indicatie van psychosociale problematiek hebben. • Middelbare scholieren die vaak of langdurig ziek zijn of verzuimd hebben van school wegens ziekte vaker psychosociale problemen hebben. • Bij middelbare scholieren die een negatieve seksuele ervaring hebben meegemaakt (1 op de 12 jongeren in de regio West Utrecht), tweemaal zo vaak psychosociale problemen voorkomen. • Bevordering van het zelfvertrouwen en weerbaarheid van kinderen ook kan bijdragen aan een gezondere leefstijl (denk aan het weerstaan van de groepsdruk bij roken en alcoholgebruik) en hen beschermt tegen pesten. Weerbare kinderen Minder weerbare kinderen 8% 19% 93% 81% niet gepest frequent gepest Basisschool kinderen die bovengemiddeld weerbaar zijn, worden minder vaak gepest. Sociale steun en welbevinden middelbare school jeugd 30% 25 20 15 10 5 0 gedragsproblemen steun soc. emotionele problemen geen steun Jongeren die iemand hebben om hun problemen te bespreken hebben veel minder vaak gedrags- of sociaal emotionele problemen. 1850 1800 1750 1700 2009 2010 2011 2012 2013 lekstroom 1400 1350 Regio West Utrecht 1300 2. Het gezin Een goed functionerend gezin vormt een belangrijke basis voor het gezond opgroeien van kinderen. In het GGD-onderzoek kwamen duidelijke relaties naar voren tussen problemen in de thuissituatie van kinderen en jongeren (bijvoorbeeld ziekte/verslaving ouders, veel ruzies, armoede, slechte relatie met ouders, echtscheiding) en psychosociale problematiek bij het kind. 1250 1200 2009 2010 2011 2012 2013 vallei huishoudens dat bijstand ontvangt, Aantal regio West Utrecht, bron CBS. 1700 1600 1500 1400 1300 Uit de GGD-monitors onder ouders komt naar voren dat sommige ouders de zorg en opvoeding van de kinderen als belastend ervaren en anderen geven aan problemen met hun kinderen te hebben. Steun en advies aan deze ouders kan een belangrijke bijdrage leveren aan een gezonde ontwikkeling van de kinderen, al in een vroeg stadium. Wist u dat: • Vergroting van de kennis van ouders over opvoeding en de ontwikkeling van kinderen een positief effect heeft op het kind. • 9 op de 10 ouders van 0-4 jarigen in de regio West Utrecht positief zijn over de zorg en opvoeding van hun kinderen. • Ouders die positief zijn over de zorg en opvoeding van hun kinderen, beter op de hoogte zijn waar ze terecht kunnen met vragen of problemen op dit terrein. • 1 op de 13 ouders (0-18 jr) in West Utrecht aangeeft problemen te hebben met hun kinderen. Bij deze ouders is ook vaker sprake van andere problematiek zoals eenzaamheid of angst/depressie en ze hebben ook vaker behoefte aan hulp en advies bij de opvoeding van hun kinderen. • Bij basisschoolkinderen die positief zijn over hun thuissituatie minder vaak gedragsproblemen voorkomen, zoals agressief gedrag. • Middelbare scholieren die een goede relatie hebben met hun ouders, minder vaak psychosociale problemen hebben. • Bij middelbare scholieren die aangeven dat er thuis geldproblemen zijn, meer psychosociale problematiek voor komt. Ditzelfde geldt voor jongeren die een echtscheiding hebben meegemaakt. 1200 1100 2009 2010 2011 2012 2013 Het aantal huishoudens in de bijstand is de west afgelopen 5 jaar sterk toegenomen. Armoede heeft een negatief effect op de participatie 2200 van jeugdigen en hun ouders. 2100 Relatie 2000 met ouders en welbevinden middelbare school jeugd. 1900 30% 1800 25 1700 20 2009 2010 2011 2012 2013 15 zuidoost 10 5 0 gedragsproblemen postief soc. emotionele problemen negatief Jongeren die een positieve relatie met hun ouders hebben, hebben veel minder vaak gedrags- of sociaal emotionele problemen. Regio West Utrecht 3. De sociale omgeving Ouders zijn primair verantwoordelijk voor het bieden van veiligheid, opvoeding en ontwikkelingskansen aan hun kind. Maar het gezin is, vanuit het kind bezien, niet de enige plaats waar het opgroeit. Ook de kinderopvang, de school, de sportvereniging en de buurt zijn van invloed op hoe een kind De Bilt zich ontwikkelt. Naarmate kinderen ouder worden, wordt deze sociale omgeving buiten het gezin steedsZeist belangrijker voor hun ontwikkeling. Ook voor ouders heeft een goed sociale netwerk een positief effect. Uit het GGD-onderzoek blijkt dat ouders van Bunnik 0-4 jarigen die informele steun en hulp krijgen, de opvoeding alsUtrechtse minder Heuvelrug belastend ervaren. egein ianen Houten bij Duurstede WistWijk u dat: • 6 op de 10 basisschoolleerlingen in de regio West Utrecht positief is over hun school. • Op scholen waar weinig gepest wordt, minder psychosociale problematiek voorkomt bij de kinderen. • Bijna alle middelbare scholieren (99%) in de regio West Utrecht goede vrienden/vriendinnen op school hebben. • Spijbelen een belangrijk signaal van psychosociale problematiek is en samengaat met alcohol- en/of drugsgebruik. • Kinderen en jongeren die lid zijn van een sportvereniging minder vaak psychosociale problemen hebben. • Bijna twee derde van de basisschoolleerlingen in de regio West Utrecht hun buurt leuk vindt en 8 op de 10 van de kinderen vindt dat er een goede plek is om buiten te spelen. • Ruim de helft van de ouders van 0-4 jarigen in de regio West Utrecht ‘vaak’ of ‘regelmatig’ hulp krijgt van bekenden bij de verzorging van hun kinderen en nog eens 31% ‘af en toe’. Lid sportvereniging, middelbare schooljeugd De Ronde Venen Stichtse Vecht Woerden Oudewater Montfoort Er zijn grote verschillen tussen de gemeenten in West Utrecht in het percentage jongeren dat lid is van een sportvereniging. Dit varieert van 77% (lichtste kleur) tot 82% (donkerste kleur). Schoolbeleving en welbevinden, basisschooljeugd 18% Renswoude 16 14 12 Veenendaal 10 8 6 Rhenen 4 2 0 gedragsproblemen postief soc. emotionele problemen negatief Kinderen die het leuk vinden op school, hebben minder vaak gedrags- of sociaal emotionele problemen. Regio West Utrecht Goede voorbeelden van preventie Investeren in de basis voor een gezonde jeugd loont. Voorbeelden van effectieve en/of veelbelovende preventieve programma’s zijn: 1. Weerbaarheid kind Kom op voor jezelf: een programma voor het basisonderwijs om kinderen van groep 6/7 emotioneel weerbaarder te maken en het voorkomen van intimidatie, mishandeling en seksueel misbruik van kinderen. Happylessen: een programma voor het voortgezeten middelbaar beroepsonderwijs ter bevordering van de mentale veerkracht van jongeren en ter preventie van depressie. Plezier op school: een tweedaagse zomercursus voor aanstaande brugklassers. De cursus is bedoeld voor kinderen die op de basisschool gepest worden, of andere problemen hebben in de omgang met leeftijdgenoten, zoals angstig of onhandig in contact, weinig vrienden of onvoldoende weerbaarheid. De cursus is bedoeld om de overgang naar het voortgezet onderwijs makkelijker te maken. 2. Versterking gezin De opvoedingscompetenties van ouders vergroten door hen bewust te maken van de mogelijkheden om het gedrag van hun kinderen positief te beïnvloeden. Goede voorbeelden hiervan zijn: Inloopspreekuur op het consultatiebureau, Stevig Ouderschap, Peuter in Zicht, cursus Opvoeden en zo, cursus Omgaan met pubers en ’Thee met Tips’ party. APK voor je huwelijk: deze relatieversterkingscursussen worden vanuit de kerken georganiseerd. Piep zei de muis: een kinderclub voor kinderen van 4 tot 8 jaar die extra steun nodig hebben omdat ze thuis of in hun directe omgeving veel meemaken op het gebied van spanningen en stress. VoorZorg: een programma voor jonge vrouwen tot 25 jaar die zwanger zijn van hun eerste kind en weinig of geen opleiding hebben genoten. Zij krijgen verpleegkundige ondersteuning bij hun zwangerschap en bij de verzorging en opvoeding van hun kind. 3. Bevordering gezonde leefstijl jeugd De Gezonde School en Genotmiddelen: een programma voor het voortgezet onderwijs om de jeugd weerbaarder te maken rondom alcohol, tabak en drugs. Naast voorlichting aan leerlingen is er aandacht voor een goed schoolbeleid, het betrekken van ouders en het signaleren en begeleiden van leerlingen die problematisch alcohol of drugs gebruiken. Lekker fit!: een programma voor het basisonderwijs gericht op gezonde voeding, meer bewegen en gezonde keuzes maken. Lang leve de liefde: een lesmethode voor het voortgezet onderwijs en MBO over liefde, relaties en seksualiteit. Met daarbij aandacht voor puberteit, grenzen stellen, homoseksualiteit, loverboys, veilig vrijen en omgaan met seksuele problemen. 4. Armoede: tegengaan sociale uitsluiting Jeugdsportfonds: het creëren van sportkansen voor kinderen van 4 tot 18 jaar die om financiële redenen geen lid kunnen worden van een sportvereniging. Daarnaast verwijzen wij u naar de verdieping ‘Kinderen en armoede’ in de recent verschenen factsheet ‘Geef armoede een gezicht’ van GGD regio Utrecht. Hierin worden een aantal aanbevelingen voor beleid gedaan om ervoor te zorgen dat alle kinderen dezelfde ontwikkelings kansen krijgen. 5. Preventie van schooluitval M@ZL: preventie van schooluitval door MBOleerlingen die frequent kortdurend of langdurend door ziekte niet naar school komen in een vroeg stadium te signaleren, waarop advisering door de jeugdarts volgt en hulpverlening wordt georganiseerd. Meer informatie? Wilt u meer informatie over de cijfers? Neem dan contact op met de epidemioloog van uw gemeente: Francoise Schutz, [email protected] Tel: 030 608 60 86 Wilt u doorpraten over geschikte interventies voor Jeugd in uw gemeente? Neem dan contact op met professional publieke gezondheid van uw gemeente. Mieke Doesburg, [email protected], Bennita Ijtsma, [email protected] Tel: 030 608 60 86 Wilt u meer weten over zaken die met de Jeugdgezondheidszorg te maken hebben? Neem dan contact op met de manager jeugd gezondheidszorg van uw gemeente. Monique Westerlaken,[email protected] Tel: 030 608 60 86
© Copyright 2024 ExpyDoc