Basis en procedure voor de inspectie

Basis en procedure voor de inspectie
Basis en procedure voor de inspectie
Doel Inspectieplan
Type A geaccrediteerde inspectie-instellingen die op basis van accreditatienorm NEN-EN-ISO/IEC
17020 inspecties uitvoeren, moeten planmatig te werk gaan. De omvang en inhoud van de inspectie moet volstrekt duidelijk zijn zodat hierover op moment van uitvoering van inspectiewerkzaamheden geen misverstanden kunnen ontstaan. Ook de inspectiepunten en de criteria waarop
een brandbeveiligingssysteem wordt goed- of afgekeurd, dienen voorafgaand aan de inspectiewerkzaamheden bekend te zijn. In dit Inspectieplan zijn deze aspecten vastgelegd.
De inspectie-instelling heeft deze informatie nodig om het brandbeveiligingssysteem, bestaande
uit installatietechnische, bouwkundige en organisatorische maatregelen, te kunnen inspecteren en
certificeren.
Tevens is de inspectieprocedure vastgesteld, de wijze van rapportage en de planning.
Een Inspectieplan is een document waarop alle inspectieactiviteiten van het brandbeveiligingssysteem worden uitgevoerd in de periode tot en met definitieve ingebruikname en tijdens het gebruik.
Voorafgaande aan de inspectie wordt het Inspectieplan opgesteld. In deze fase wordt gestart met
het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van het inspectierapport.
Primaire en afgeleide doelstelling van het brandbeveiligingssysteem
In Europese en Nederlandse wet- en regelgeving zijn op brandveiligheidsgebied in algemene zin de
volgende primaire doelstellingen te onderscheiden:
– veilig vluchten;
– schadebeperking.
Om aan de primaire doelstelling te kunnen voldoen zijn vaak één of meerdere brandbeveiligingssystemen noodzakelijk, die elk hun eigen functie hebben. Deze functie is uitgedrukt in afgeleide
doelstellingen. Deze afgeleide doelstellingen ondersteunen de primaire doelstellingen.
Het doel van de inspectie is om vast te stellen of het brandbeveiligingssysteem beantwoordt aan
de afgeleide doelstelling(en) die met de brandbeveiliging wordt beoogd.
De van toepassing zijnde afgeleide doelstellingen zijn in het inspectierapport vastgelegd.
Normatief kader
De inspectie wordt uitgevoerd op basis van de gegevens die beschikbaar worden gesteld aan de
inspecteur. Het basisontwerp (Masterplan Brandveiligheid (MPB), Uitgangspuntendocument
(UPD), Programma van Eisen (PvE), etc.) met de daarin genoemde voorschriften en het detailontwerp vormen samen met projectspecifieke documenten of geharmoniseerde standpunten het
normatief kader. Het normatief kader moet voldoen aan de afgeleide doelstelling(en). De inspecteur voert de inspectie uit op basis van het normatief kader.
Basisontwerp
De basis voor het brandbeveiligingssysteem (en daarmee voor de inspectie) is het basisontwerp,
dat door of namens de verantwoordelijke gebruiker/eigenaar is opgesteld. Voor het van toepassing zijnde basisontwerp zie het inspectieblad Uitgangspunten en normatief kader.
Het basisontwerp bevat doorgaans één of meerdere voorschriften. Deze moeten zijn opgenomen
in het CCV document – Inspectie Brandbeveiliging “Specifieke normen en verwijzingen”.
Het basisontwerp bevat de van toepassing zijnde afgeleide doelstelling(en). Het basisontwerp
wordt voorafgaande aan de inspectie op locatie op basis van het CCV inspectieschema beoordeeld.
Detailontwerp
Op basis van het basisontwerp wordt door de verantwoordelijke leverancier/installateur een detailontwerp gemaakt. Het detailontwerp is gebaseerd op de in het basisontwerp genoemde voorschriften en kan bestaan uit een blokschema, installatieplattegrond, berekening, etc.
R2B Inspecties B.V.
Pagina 1 van 2
Basis en procedure voor de inspectie
Het detailontwerp wordt geïnspecteerd voordat de inspectie op locatie op basis van het CCV
inspectieschema wordt uitgevoerd.
Inspectie
Een beveiligingssysteem voldoet aan de afgeleide doelstelling(en) als de verwachte prestatie van
de installatie is afgestemd op het gebruik van het object en de bouwkundige en organisatorische
randvoorwaarden, zoals vastgelegd in het basisontwerp.
De inspectie wordt uitgevoerd op basis van het CCV Inspectieschema Brandbeveiliging. Zie voor
de toegepaste delen het inspectieblad Uitgangspunten en normatief kader.
De inspectieschema’s bevatten in hoofdstuk 7 de punten die worden geïnspecteerd. De genoemde diepgang is het minimum. Aan de inspectiepunten zijn afkeurcriteria gekoppeld.
Installatiecertificaat/onderhoudscertificaat
Indien geen installatiecertificaat/onderhoudcertificaat beschikbaar is bij de aanvang van de inspectie, dient de inspectie uitgebreider te worden uitgevoerd dan bij de aanwezigheid van een
dergelijk certificaat. Bij aanvang van de inspectie wordt het certificaat administratief beoordeeld
en visueel vastgesteld dat het certificaat hoort bij de installatie.
Meetmiddelen
De meetmiddelen moeten voldoen aan hoofdstuk 8 van het CCV Inspectieschema Brandbeveiliging. Indien meetmiddelen van derden worden ingezet, moeten deze herleidbaar aan de eisen
voldoen en moet de inspecteur worden voorzien van de benodigde documenten.
Procedure
Om tot een inspectiecertificaat te komen, moet een procedure worden doorlopen waarin bij elke
inspectieactiviteit door de inspecteur gegevens worden verzameld en documenten worden opgesteld. Daarnaast is regelmatig mondeling contact nodig om uitleg te geven over bepaalde processtappen of de resultaten daarvan te bespreken. Dit voorkomt onduidelijkheid en dubbel werk en
komt de efficiëntie van de inspecties ten goede.
Diagram
De volgende processtappen worden in principe doorlopen tijdens de inspectie. In elke processtap
wordt indien nodig het Inspectieplan gewijzigd/aangevuld.
Stappen inspectie
Offerte opdracht
Opstellen inspectieplan
Inspectie basisontwerp (BSO) *
Inspectie detailontwerp (DTO) *
Tusseninspectie *
Initiële inspectie *
Vervolginspectie *
*= Bij wijzigingen en/of aanvullingen wordt het inspectieplan aangepast
R2B Inspecties B.V.
Pagina 2 van 2