Download dit nummer - Score | Cinemusica

FILMMUZIEKMAGAZINE
MATTHIJS KIEBOOM - Componist van Dummie de Mummie
NUMMER 179 – 43ste JAARGANG – OKTOBER 2014
1
Score 179
Oktober 2014
43ste jaargang
ISSN-nummer: 09212612
Het e-zine Score is een
uitgave van de stichting
Cinemusica, het
Nederlands Centrum
voor Filmmuziek
FILMMUZIEKMAGAZINE
REDACTIONEEL
Informatienummer:
+31 050-5251991
E-mail:
[email protected]
Kernredactie: Paul
Stevelmans en Sijbold
Tonkens
Aan Score 179 werkten
mee: Anton Smit, Paul
Stevelmans, Sijbold
Tonkens
Eindredactie: Paul
Stevelmans
Vormgeving: Paul
Stevelmans
Met dank aan: Matthijs
Kieboom, Martijn
Schimmer, Andrés
Goldstein, Daniel
Tarrab
Jeugdfilms, familiefilms, kinderfilms ..... Nederland heeft een
naam op het gebied van films voor een jong publiek. Zowel in
binnen- als in buitenland. Elk jaar komen er talrijke nieuwe
kinderfilms in de bioscopen die vaak een groot succes mogen
beleven - en dan hebben we het niet alleen over de verschillende sinterklaasfilms rond deze tijd van het jaar. Een van de
serieuzere films voor de jeugd is Dummie de Mummie van
Pim van Hoeve. In deze Score kunt u een interview lezen met
een van de componisten van deze film: Matthijs Kieboom. De
nog jonge componist vertelt over de totstandkoming van de
score en dan blijkt dat ook voor jeugdfilms alles uit de kast
moet worden gehaald om een originele, inventieve en niet al
te enge muzikale omlijsting te maken. Als je dan ook nog
maar net bent verhuisd naar een nieuwe, goed geoutilleerde
studio is het muzikale avontuur helemaal compleet. Een
andere boeiende traditie die we in deze Score volgen is het
jaarlijkse filmmuziekfestival van Krakau. Gastschrijver Anton
Smit bezocht dit festival onlangs en wat hij er allemaal
beleefde kunt u ook lezen in deze Score.
INHOUDSOPGAVE
3 Interview met Matthijs Kieboom
7 Krakau 2014 - Verslag
9 Interview met Goldstein en Tarrab
12 Elmer Bernstein: tien jaar geleden
14 Boekbespreking
2
15 Cd-recensies
EEN NIEUWE SCORE IN EEN NIEUWE STUDIO
Interview met Matthijs Kieboom
Liefst vier familiefilms gingen vorige week in de Nederlandse bioscopen in roulatie. Een
daarvan is Dummie de Mummie van Pim van Hoeve. De score voor deze vrolijke film over de
vriendschap tussen een Nederlands jongetje en een verdwaalde mummie werd geschreven
door Matthijs Kieboom en Martijn Schimmer. Beide filmcomponisten betrokken enkele maanden geleden een nieuwe studio in Amsterdam. Kieboom sprak onlangs met Score over de muziek voor Dummie de Mummie en over de nieuwe studio waar nu in totaal vijf componisten
en twee kantoormedewerkers werkzaam zijn.
jaar oudere Martijn Schimmer in wiens
studio hij in 2007 begon te werken. Films
waarvoor beiden hebben gewerkt zijn onder meer Foeksia de miniheks (2010) en
Bennie Stout (2011) evenals tv-series als In
therapie (2010-2011) en daarnaast Verliefd
op Ibiza (2013), zowel de film als de tvserie. Bij Bennie Stout van Johan Nijenhuis
was het nog zo dat Schimmer en Kieboom
beiden de helft van de score schreven. Bij
Dummie de Mummie ligt die verhouding
anders. Kieboom: ‘Bij Dummie heeft Martijn meer aan de producerende kant gezeten
en heb ik meer gecomponeerd. Hij zat dan
ook bij de opnamen achter de knoppen en
dat vond ik wel fijn, want een deel van de
Dummie-score heb ik zelf gedirigeerd.’
In Dummie de Mummie leert de jonge
Goos op een dag een mummie kennen die
op weg naar een museum in Leiden uit een
verhuiswagen is gerold. Hoofdmoot van de
film is hun vriendschap die vooral uitgelaten momenten kent maar ook enkele serieuze zoals de rouw om Goos' overleden
moeder. ‘Dummie heeft enkele grote leidmotieven, dus echt melodietjes of themaatjes die ergens voor staan. Zo hebben
we het thema van het jongetje Goos en de
situatie waarin hij verkeert en dit thema
keert op verschillende manieren terug: heel
vrolijk, maar ook heel verdrietig. Dan is er
een moederthema. Zijn moeder is overleden en aan het eind van de film wordt dat
opgehaald. Gedurende de hele film zetten
Matthijs Kieboom.
Filmmuziek kan een mens reeds op jonge
leeftijd in de greep krijgen. Daarover kan
Matthijs Kieboom meepraten. Als opgroeiende tiener droomde hij van een bestaan
als componist voor film. Met zijn nu 29
jaar heeft hij al meer dan twintig scores
voor film en televisie op zijn naam staan,
de meeste in samenwerking met de tien
3
Yahya Gaier en Julian Ras in Dummie de Mummie.
we een wat stoere, mannelijke sfeer neer
(rauwe sounds, harde gitaren) en voor de
mamalijn wilden we daar in geluid iets
recht tegenover zetten. Het merendeel van
de score heeft een western-feel en omdat
het hier over de moeder gaat was het een
logische keuze om daar een zangeres voor
te vragen. Al vanaf de eerste bespreking
wist ik dat ik dit wilde doen met mezzosopraan en goede vriendin Janneke Schaareman, een waanzinnige zangeres die vorig
jaar Carmen speelde in de reisopera. Zij
zingt op Ennio Morricone-achtige wijze
haar partij.’
grappig zijn. Tot slot zitten er een paar
echte shootoutachtige muziekscènes met
elektrische gitaar in de score en er wordt
heel veel gefloten, als in een western.’
Hoe ontstond het idee om voor de mannelijke kant van de score westernmuziek te
gebruiken? ‘Pim heeft een heel duidelijke
sfeer gekozen: het wordt een western in de
polder. Normaal gesproken wil ik het wiel
opnieuw uitvinden voor een genre of voor
een stijl. Maar omdat het een kinderfilm is,
ligt het er zo dik bovenop, dan kun je maar
een ding doen en dat is heel hard meegaan
in die gekozen stijl. Ik heb er de grootste
lol in gehad om met een elektrische gitaar
de juiste sound te zoeken die Ennio Morricone gebruikt, denk aan een zweepslag. Ik
vond het ook leuk om muzikale grapjes in
de score te stoppen. Morricone laat bijvoorbeeld bij een aantal scènes in The
Good, the Bad and the Ugly maar ook in
Once Upon a Time in the West enkele
mannen 'wowowo' roepen. Dat hebben we
ook een aantal keren in Dummie gedaan.
Hier in de studio hebben we drie collegacomponisten naar de opnameruimte gehaald en gezegd: Jongens, doe mee, we
gaan bij deze scène 'dum-mie-mum-mie'
Scarabee
Een ander belangrijk thema in de score is
dat voor de scarabee van Dummie. ‘Hij
heeft een scarabee waardoor hij in leven
blijft en op gegeven moment is hij die
kwijt. Het scarabeethema heeft niet zozeer
melodie maar meer een paar noten die telkens als het over die scarabee gaat even
worden aangehaald. Het thema heeft ook
iets statigs waardoor je bijna een soort van
ontzag krijgt voor de scarabee. Daarnaast
is er een aantal kleinere themaatjes die zo
nu en dan worden aangehaald en die heel
4
roepen. Nou, dit zit dan zo in de score
verweven, al hoor je dat niet echt goed. Ja,
je hoort in ieder geval dat enkele mannen
iets roepen.’
Dit waren overigens de eerste grote opnamen in onze nieuwe studio met 25 strijkers
en 9 koperblazers.’
Kinderen
Een groot deel van de score karakteriseert
Kieboom als muziek tussen Wes en western. Wes slaat op Wes Anderson in wiens
films vaak verrassende instrumenten worden gebruikt bij de meest uitzinnige vondsten in humoristische scènes. Aan het begin van Dummie de Mummie zien we in
een animatiesequentie hoe Dummie zijn
verleden aan de wand schetst. De begeleidende muziek wordt door uitheemse
instrumenten uitgevoerd. ‘Ik gebruikte hier
heel veel verschillende etnische instrumenten door elkaar. Vaak komen ze helemaal
niet uit Egypte of omstreken. Ik gebruikte
vooral snaarinstrumenten als de charango,
de dulcimer, de ukelele, de saz en de oud
en blaasinstrumenten zoals de duduk, de
nay, de bansuri en de panfluit.’ Ronduit
orkestraal is de muziek tijdens het hilarische hoogtepunt van de film wanneer Goos
Heeft het schrijven van muziek voor een
kinderfilm zijn beperkingen? ‘Nee, ik denk
juist dat het heel veel grenzen doorbreekt.
Je kunt muzikaal soms in één keer een rare
zwaai maken omdat een kinderfilm dat ook
kan doen en daardoor hoef je bij een kinderfilm minder in een hokje te denken.
Kijk, op het moment dat je echt een genrefilm hebt, ben je negen van de tien keer
ook muzikaal best wel gebonden. Wanneer
het in een kinderfilm eng wordt, ga je het
niet doodeng maken, want dan zit je met
natte bioscoopstoelen omdat iedereen uit
angst in zijn broek heeft geplast. Daar heb
je geen zin in, dus dan zorg je wel voor een
soort van lichtvoetigheid ook als het soms
spannend wordt. Dat is dan misschien de
enige beperking die je hebt.’
De samenwerking met Pim van Hoeve
noemt Kieboom bijzonder prettig alsmede
constructief. ‘Voordat de film in de montage zat had ik al muzikale schetsen gemaakt
en naar Pim gestuurd om duidelijk te hebben welke kant we op zouden gaan. Vaak
kwam Pim bij me en dan gingen we een
stuk van de film kijken en hadden we het
erover: waar begint de muziek, waar stopt
de muziek, en wat vertelt de muziek, welke
klanken gaan we gebruiken? Ik vind het
geweldig inspirerend om de regisseur op
zijn manier te horen vertellen wat hij met
een bepaalde scène bedoelt: hebben we het
hier over het gemis van de moederfiguur of
hebben we hier een parallel met de samenleving? Dat vind ik hele interessante dingen die uiteindelijk essentieel zijn voor de
muziek. En later in de week kwam hij terug en liet ik hem zien hoe ik mijn composities maakte en dat vond hij heel leuk om
te zien. Op die manier inspireer je elkaar
toch wel heel erg. Componeren blijft heel
persoonlijk, het komt tussen mijn oren vandaan. Je stelt je kwetsbaar op en daarom is
Ton Kas en Julian Ras in Dummie de Mummie.
en zijn schoolmeester de verdwenen scarabee moeten zien terug te vinden. ‘Die hele
eindscène speelt zich af in een museum, in
beeld is dat een ode aan Indiana Jones and
the Temple of Doom. Muzikaal zitten we
dan ook heel erg richting John Williams.
De muziek is orkestraal en iets statiger en
heeft daardoor een geheel ander klankbeeld
dan de rest van de score. De muziek voor
deze museumscènes heb ik met het Gelders
Orkest opgenomen, een orkest waarmee ik
al jaren een heel fijne samenwerking heb.
5
het ook heel belangrijk dat je een goede
band hebt met degene met wie je samenwerkt.’ Vindt Kieboom het prettig als een
regisseur veel feedback geeft? ‘Kijk, wat ik
belangrijk vind is dat een regisseur zich
heel vrij voelt en gewoon zegt wat hij
denkt. Ik wil niet dat de regisseur denkt: hij
heeft nu al drie keer iets moeten aanpassen,
ik vind het vervelend om het een vierde
keer .... Vraag het vooral! We maken het
samen, ik faciliteer met de muziek jouw
product, maar houd je vooral niet in.’
Verhuizing
Op 1 mei jongstleden verhuisden Schimmer en Kieboom samen met hun collegacomponisten hun studio van Barendrecht
naar Amsterdam. Waarom deze verhuizing? ‘De belangrijkste reden was om
dichter bij de klanten te zitten. Ik ben destijds een aantal projecten misgelopen omdat een regisseur op de fiets langs wil komen, met de hond bij wijze van spreken.
Barendrecht was aan de andere kant van de
wereld. Je merkt nu dat regisseurs en producenten bij de opnamesessie willen zijn
en daardoor zien ze ook veel meer van het
proces van de filmcomponist en ook wat
muziek met de film doet. Daarnaast werden we in Barendrecht te groot. We hadden
meer ruimte nodig en het idee was eerst
om in Amsterdam een tweede studio te
openen. En eenmaal in het proces realiseer
je je dat het financieel misschien interessanter is om je hele toko te verplaatsen dan
twee vestigingen te hebben, want zeker op
tv-gebied hebben we een redelijk complexe
werkwijze waarbij meerdere mensen aan
één project werken, dus wil je ook eigenlijk dat alle systemen hetzelfde zijn. Op het
moment dat er iemand in Barendrecht en
iemand in Amsterdam aan hetzelfde project zit te werken, wordt dat lastig. In dat
opzicht waren we er dan ook redelijk snel
uit dat het één grote studio in Amsterdam
zou moeten worden.’
Matthijs Kieboom, Pim van Hoeve en Martijn
Schimmer (onder) kijken in de control room
van de nieuwe studio naar de opnamen van de
strijkers voor Dummie de Mummie.
De studio draait alweer enkele maanden op
volle toeren. Naast zes studio's waar de
componisten elk in alle rust kunnen werken is er een opnameruimte waar de zojuist
gecomponeerde muziek als het ware meteen kan worden gespeeld, desnoods met
een orkest. Hoe prettig de nieuwe locatie is
werd duidelijk uit de samenwerking met
Van Hoeve. Kieboom: ‘Pim zat twee tot
drie avonden in de week hier bij mij. Hij
was heel erg nauw betrokken bij de muziek. Meestal krijgen de regisseur of de
producent een computerfiletje dat ze openen en beluisteren: o.k., klaar. Maar nu
zitten ze echt in het compositieproces en
zien ze hoe ik de muziek schrijf en hoe het
orkest die speelt en wat voor emoties daarbij komen kijken. En dat merk je ook terug
in bijvoorbeeld de mix, dat ze iets meer
waarde aan de muziek hechten en soms
juist ook de effecten wat zachter zetten.’
Inmiddels heeft Kieboom drie scores in
Amsterdam tot stand gebracht: naast Dummie de Mummie schreef hij de muziek voor
de omstreden film De overgave en voor de
serie Bluf die sinds 11 september van dit
jaar wordt uitgezonden op RTL5.
PS
6
KRAKAU FILMMUZIEKFESTIVAL 2014
GEGROEID VAN INTIEM CONCERT NAAR SPORTARENA
Zoals in oudere Scores te lezen is, ga ik elk jaar naar het filmmuziekfestival in de Poolse stad
Krakau (FMF). Ik weet nog heel goed dat de organisatie twee jaar geleden bijna geen festival
meer kon houden door financiële problemen. Gelukkig konden ze dat jaar drie concerten
doen. Vorig jaar was het festival daarom beduidend kleiner. We konden genieten van een concert van Ernst Reijseger in een klein kerkje. Dit jaar was het anders. Twee concerten konden
worden gegeven in een sportarena voor meer dan 15.000 man. Daarmee heeft het festival zijn
publiek verdubbeld sinds vorig jaar.
Van Kieboom tot Zimmer
Het festival had dit jaar heel veel componisten. Naast onze Matthijs Kieboom waren er ook Oscarwinnaars zoals Elliot
Goldenthal en Dario Marianelli. Maar zij
waren niet alleen! Ze werden vergezeld
door Bartosz Chajdecki, Johan Söderqvist,
Garry Schyman, Patrick Doyle en tot slot
de topper Hans Zimmer. Tijdens het festival waren er weer masterclasses, workshops en vragenuurtjes waar je alle verhalen kon horen over hun ervaringen in de
filmmuziekindustrie.
Noorse film Kon-Tiki met muziek van Johan Söderqvist, live gespeeld onder de
film. Het was een prima film en dat is voor
mij een probleem. Als ik een film bekijk
dan let ik op de beelden en de dialogen en
besteed ik niet veel aandacht aan de muziek. De muziek is dus helaas niet bij mij
blijven hangen. Volgende keer als er weer
een concert met film is ga ik van te voren
de film eerst bekijken om de muziek meer
aandacht te kunnen geven.
Sommige componisten waren erg open tegenover hun fans. Patrick Doyle is altijd
heel vrolijk. Hij is erg nieuwsgierig richting zijn fans en stelt graag vragen. Hans
Zimmer is helaas erg gewend aan Hollywood. Er waren altijd mensen in pak bij
hem in de buurt zodat een praatje, foto of
handtekening eigenlijk onmogelijk was.
Het was best tegenstrijdig, wat hij in zijn
vragenuur vertelde. Hij zei namelijk dat hij
van intimiteit houdt en graag een concert in
de huiskamer wil geven. Hoogtepunt van
alle dagprogramma’s was het vragenuur op
zondag waar alle grote componisten aanwezig waren. Patrick Doyle zorgde voor de
vrolijke noot en Elliot Goldenthal kon met
zijn scherpe opmerkingen de zaal laten
gniffelen.
Het tweede concert was in de nieuw gebouwde sportarena in Krakau. Het concert
dat gegeven werd, heb ik twee jaar geleden
ook al gehoord op Fimucité op Tenerife:
liederen van de Bond-films, ook dit keer
gedirigeerd door Diego Navarro. Hij was
niet alleen van Tenerife gekomen; hij had
zijn beste zangeressen ook mee: Lorena
García en Esther Ovejero. Samen met bekende en minder bekende Poolse zangers
en zangeressen zongen zij de liederen.
Voor mij is dit niet echt een filmmuziekconcert. Het zijn voor mij popliedjes met
een orkest op de achtergrond. Gelukkig
was de uitvoering zeer goed! Mijn favoriet
van de avond was de toegift: Another Way
De concerten in de Arena en de
fabriekshal
Het eerste concert was in de welbekende
fabriekshal. Op het programma stond de
7
Masterclass met Patrick Doyle, Elliot Goldenthal en Dario Marianelli.
to Die met alle zangers op het podium met
een spetterend orkest.
voor fluit. Fluitist Sara Andon speelde werken zoals Spartacus en Breakfast at Tiffany's. Verder werden bekende werken gespeeld van de gastcomponisten. Muziek
van onder andere Thor, I, Frankenstein,
Anna Karenina en nog vele andere. De
klappers kwamen aan het einde van de
avond beginnend met Grand Gothic Suite
van Elliot Goldenthal met muziek uit zijn
twee Batmanfilms. Deze muziek werd ondersteund door een indrukwekkende lichtshow met voornamelijk alle Batmanlogo's.
De avond eindigde met een zeer indrukwekkende maar vooral luide versie van
Inception met Hans Zimmer zelf achter de
piano.
Het derde concert was het hoofdconcert
van het festival: Gladiator met Hans Zimmer als eregast. Net als Kon-Tiki keken we
deze film met live orkest. Gelukkig zijn de
muziek en de film mij bekend dus kon ik
echt van de muziek genieten. Medecomponist Lisa Gerrard zou ook aanwezig zijn.
Helaas was zij op het allerlaatste moment
verhinderd. Haar vervanger kon haar aandeel in de muziek uitmuntend vertolken.
Het was een geslaagd concert van een goede film met goede muziek. Wel zat er helaas een schoonheidsfoutje in het geluid:
de dialogen waren soms slecht te horen.
Lastig als je de Poolse ondertitels niet kunt
lezen.
FMF gaat door
Het FMF is terug en is groter dan ooit.
Naast de normale concerten en sessies
overdag waren er zelfs nog meer concerten
onder de vlag 'AlterFMF'. Er was bijvoorbeeld een concert in het teken van muziek
van videospellen gespeeld door een kleinere bezetting. Ook speelde een jeugdorkest
filmmuziek voor kinderen. Ik ben heel benieuwd wat het FMF ons volgend jaar zal
brengen.
Het slotconcert stond in het teken van de
Amerikaanse muziekorganisatie ASCAP
die 100 jaar bestaat. Eigenlijk was dit het
enige concert waar de filmmuziek zelf centraal stond. De avond startte net als vorig
jaar met de FMF Young Composer award.
Vorig jaar werd deze gewonnen door Matthijs Kieboom. Weer was er een Nederlands succesje: onze Joep Sporck won dit
jaar de derde prijs. Het programma werd
voortgezet met oude filmmuziek bewerkt
AS (tekst en foto masterclass)
8
‘AL ONZE MUZIEK KOMT UIT DEZELFDE PEN’
Andrés Goldstein en Daniel Tarrab over hun score voor Wakolda
Het heeft lang geduurd, maar binnenkort kunnen we dan eindelijk Wakolda, de nieuwe film
van Lucía Puenzo, aanschouwen. Wakolda ging vorig jaar in wereldpremière op het Filmfestival van Cannes, werd vervolgens in tal van landen uitgebracht en eerder dit jaar dong de
film namens Argentinië mee naar de Oscar voor de beste niet Engelstalige film. Net als voor
haar vorige films schreven Andrés Goldstein en Daniel Tarrab de muziek voor deze beklemmende film van Puenzo. Wakolda is vanaf 6 november in Nederland te zien.
Andrés Goldstein en Daniel Tarrab.
Lucía Puenzo is de dochter van Luis Puenzo, regisseur van onder meer La historia
oficial (1985), winnaar van de Oscar voor
de beste niet Engelstalige film in 1986. Lucía debuteerde in 2007 als regisseuse met
het ook in Nederland uitgebrachte XXY,
een indringend portret van een meisje met
kenmerken van beide geslachten. De Argentijnse vervolgde haar carrière als regisseuse twee jaar later met El niño pez.
Voor beide films componeerden landgenoten Andrés Goldstein (1954) en Daniel Tarrab (1958) de muziek (Laura Zisman werkte mee aan El niño pez). Beide
componisten verwierven eerste bekendheid
met hun overrompelende score voor La puta y la ballena (2004), overigens de laatste
film die Luis Puenzo regisseerde. Voor
XXY en Inheritance (2006) werden beide
componisten in 2007 in Gent onderscheiden met de Discovery Award.
Wakolda is de derde film die Goldstein en
Tarrab met Puenzo maakten en heeft buiten Argentinië als titel The German Doctor. De film verhaalt over Joseph Mengele
die anno 1960 in Argentinië ondergedoken
leeft en op een dag moet vrezen dat zijn
9
ware identiteit aan het licht zal komen.
Hoe was de hernieuwde samenwerking met
Lucía Puenzo? Andrés Goldstein: ‘Fantastisch. We voelen elkaar goed aan en iedere
keer dat we samenwerken wordt dat alleen
maar beter. We hebben steeds minder
woorden nodig om elkaar te begrijpen. Interessant was dat Lucía geen muziek wilde
uit de tijd waarin de film speelt. Het is dus
geen muziek uit de jaren '60 geworden.
Wij schreven moderne muziek met
elektrische gitaar en vreemde geluiden.’
king met de regisseur verdelen we de te
componeren cues. We hebben allebei een
eigen studio en dus componeren we nooit
met vier handen aan een piano. Van tijd tot
tijd vragen we elkaars mening over de geschreven composities. Deze aanpak is een
echte uitdaging want we moeten homogeniteit van de gehele score nastreven.’ Tarrab beaamt deze woorden: ‘Alles komt als
het ware voort uit één en dezelfde pen,
maar desondanks hoor ik mijn eigen stem
terug. Alles wat we schrijven is dus een
compositie van twee mensen.’ Lucía Puenzo kwam om de vier dagen langs om de
Fusie
De stijl van Goldstein en Tarrab is als zo
vaak een fusie tussen orkestrale klanken
enerzijds en gitaren en etnische instrumenten anderzijds. Daniel Tarrab: ‘Zoals de
duduk, de oud en de saz, een Turks snaarinstrument. We zijn heel blij dat we ons in
ons werk niet hoeven te beperken tot één
enkele categorie muziek. Heel wat componisten worden in een hokje geduwd: die is
geschikt voor orkestraal werk en die voor
kleinschalige instrumentatie. Wij hebben
onze eigen stem gevonden in velerlei muziekstijlen. Dat doen we het liefst.’ Goldstein vult aan: ‘Aan het begin van onze
samenwerking speelden we rock and roll
en jazz. Daarna richtten we ons steeds
meer op het componeren en orkestreren
van muziek.’
Natalia Oreiro als de moeder in Wakolda.
opgenomen cues te beluisteren. De opnamen vonden plaats in hun studio. Bij een
belangrijk orkestraal gedeelte was ze present.
Wreed
Dat Joseph Mengele een onaangenaam
heerschap is behoeft geen betoog. Was het
niet moeilijk om voor een dergelijk abject
hoofdpersonage muziek te moeten schrijven? Tarrab: ‘Niet echt. Weet je, met Lucía's vader Luis werkten we aan some who
lived ¹. We zagen toen alle denkbare gruwelen van de Holocaust en die ontroerden
ons zo hevig dat ik mij nog steeds delen
van de getuigenissen uit die film letterlijk
kan herinneren. Toen we met Mengele aan
de gang gingen wisten we wie hij was en
we wisten ook dat Argentinië vele nazi's
indertijd binnen liet. Wakolda is een thriller over dit monster en dus een speelfilm
Àlex Brendemühl als Joseph Mengele in
Wakolda.
Hoe gaan Goldstein en Tarrab aan de slag
met het scoren? Goldstein: ‘Na de bespre10
waarbij we niet de gevoelens van de kijker
wilden raken.’ Inderdaad wilden de twee
componisten niet op extreme wijze aantonen hoe wreed deze dokter was, want vult
Goldstein aan: ‘Het is puur fictie.’ Vergeleken met de gevoelige muziek voor Inheritance en La puta ya la ballena is Wakolda nogal donker getoonzet, praktisch zonder herkenbare melodieën die de harten
van de kijkers dienen te ontroeren. Wakolda werd in Argentinië goed ontvangen en
Goldstein en Tarrab waren tevreden over
hun score die anders was dan Inheritance
maar toch hun kenmerkende stempel
droeg.
verstilt. Dat is magisch!’ Wat vormt voor
Goldstein de uitdaging van een score?
‘Wat me het meest boeit is het huwelijk
tussen de muziek en het beeld. Toen ik
Wakolda na voltooiing zag vormden de
muziek en het beeld een eenheid en voelde
ik dat we hadden bereikt wat we beoogden.
Sommige scènes zou je kunnen ondersteunen met diverse soorten muziek, maar als
je de perfecte muziek voor die ene scène
maakt, dan is dat pure magie.’
Àlex Brendemühl en Florencia Bado in
Wakolda.
Wat Goldstein en Tarrab graag willen
weten van de regisseur met wie ze
samenwerken is waarom en wanneer er
muziek moet komen in de film. Soms is de
muziek overdadig omdat er problemen
zitten in het script die door de muziek
moeten worden opgelost. De waaromvraag is dan ook altijd legitiem. Maar ook
vragen over de momenten waarop muziek
te horen moet zijn, zijn van groot belang.
Tarrab: ‘Wanneer moet de muziek
beginnen en wanneer moet ze verstillen?
Met Lucía, haar vader en andere regisseurs
is dit allemaal zo helder dat wanneer je de
film ziet je niet het gevoel hebt dat je
wordt lastig gevallen door de muziek. Op
sommige momenten besef je niet eens
wanneer de muziek begon en wanneer ze
PS
¹ some who lived (algunos que vivieron) is
een gedeelte uit de documentaire Broken
Silence (2002) dat werd geregisseerd door
Luis Puenzo. De andere regisseurs waren
Pavel Chukhrai, Vojtech Jasný, Andrzej
Wajda en János Szász. De mede door Steven Spielberg geproduceerde vijfdelige documentairereeks die in vijf landen werd
opgenomen laat de verschrikkingen van de
Holocaust zien aan de hand van ooggetuigen van weleer.
11
TIEN JAAR GELEDEN
Herinnert u zich de zomer van 2004 nog? In juli van dat jaar overleden binnen 48 uur Jerry
Goldsmith en Piero Piccioni. Nog geen maand later overleed David Raksin en alsof dat nog
niet genoeg was bereikte eenieder die een voorliefde voor filmmuziek heeft minder dan twee
weken later het droevige bericht dat ook Elmer Bernstein van ons heengegaan was. Na deze
enorme aderlating zag het filmmuzikale landschap er geheel anders uit, althans zo leek het in
eerste instantie. Tien jaar later ziet een boek het daglicht over de laatste van de vier indertijd
betreurde filmcomponisten. The Magnificent Elmer is de titel van de memoires van Elmer
Bernsteins eerste vrouw Pearl Bernstein Gardner.
Evil (1971) voor een primeur. En in 2006
baarde de release van de uit twaalf cd's
bestaande box Elmer Bernstein's Film
Music Collection veel opzien.
Tien jaar na Bernsteins overlijden is er een
andere herinnering aan de legendarische
grootmeester die met zijn score voor The
Man With the Golden Arm in 1955 een
enorme impuls gaf aan jazz als ondersteunende muziek in films, maar evenzeer
met de lyrische score voor To Kill a
Mockingbird (1962) wist te imponeren en
niet te vergeten zijn misschien wel bekendste thema: The Magnificent Seven
(1960). Bernstein is tweemaal getrouwd
geweest. Zijn eerste vrouw publiceerde
eerder dit jaar haar memoires waarin zij in
het bijzonder de twintig jaar die ze met de
componist getrouwd was beschrijft. Pearl
Glusman trouwde op 21 december 1946
met de toen nog onbekende componist en
heette vanaf die dag Pearl Bernstein. In
1963 liep het huwelijk op de klippen en
twee jaar later volgde de scheiding.
Elmer Bernstein (foto uit The Magnificent
Elmer).
Sinds zijn dood op 82-jarige leeftijd zijn er
heel wat cd's uitgebracht met Bernsteins
muziek waardoor zijn enorme œuvre van
ruim 200 scores nog meer bekendheid
verwierf: veel vroeg werk uit de jaren '50
zoals The Tin Star (1957) en Some Came
Run-ning (1958), scores uit de jaren '60
zoals A Girl Named Tamiko (1962) en Hud
(1963) maar evenzeer werk uit latere jaren
zoals Zulu Dawn (1979), Heavy Metal
(1981) en ¡Three Amigos! (1986). Het ging
soms om een eerste cd-uitgave zoals God's
Little Acre (1958) of een eerste geluidsdrager überhaupt zoals in het geval van Rampage (1963). Nog vorige maand zorgde de
eerste cd-release van de score van See No
In The Magnificent Elmer - de ondertitel
luidt My Life With Elmer Bernstein - belicht Pearl in 26 korte hoofdstukken haar
leven met de componist, vanaf het moment
dat ze elkaar leerden kennen tot zijn dood.
Het merendeel van de anekdotische hoofdstukken betreft de twintig jaar dat zij als
man en vrouw leefden. Pearl Bernstein
Gardner (haar huidige echtgenoot Gerald
12
Gardner schreef dit boek met haar, vandaar
haar tweede achternaam) haalt op vaak ironische wijze, maar ook met de nodige
zelfspot, herinneringen op aan de jaren
waarin zij en Elmer in New York in bescheiden omstandigheden een bestaan
probeerden op te bouwen, al snel verhuisden naar Los Angeles waar Elmer
gestaag begon te werken aan een succesvolle carrière als vooraanstaand, baanbrekend filmcomponist en ten slotte de jaren
van voorspoed waarin er meer ruimte was
voor de familie en de prestigieuze films
waarvoor Elmer werkte.
meemaken en op deze wijze verrijken ze
ongetwijfeld onze kijk op de mens Elmer.
Pearls rake en beknopte beschrijvingen van
26 episoden uit Elmer Bernsteins leven
zijn uniek te noemen, want hoeveel vrouwen hebben een boek geschreven over hun
echtgenoot de filmcomponist? In de appendix van het boek staat een link naar een site
waar muziek van Elmer kan worden beluisterd tijdens het lezen en voorts voegde
Pearl een lijst toe van alle scores die hij
schreef: van Saturday's Hero (1951) tot en
met Far From Heaven (2002). Zes decennia lang heeft Elmer Bernstein ons deelgenoot gemaakt van zijn onvergetelijke,
liefdevolle en oprechte filmmuziek.
De scheiding doet zij openhartig en zonder
wrok uit de doeken. Opvallend is dat zij
Elmer altijd een warm hart is blijven toedragen, van de prille jaren na de scheiding
tot aan zijn dood. De jaren zonder Elmer
komen in een enkel hoofdstuk nog voorbij
zoals de enige Oscar die hij mocht ontvangen (voor Thoroughly Modern Millie
(1967)) en de aanloop naar zijn comeback
met Animal House in 1978. Toen was hij al
getrouwd met zijn tweede vrouw Eve
Adamson, die in het aangrijpende hoofdstuk Her or Me slechts bij haar voornaam
wordt genoemd. In de vier laatste hoofdstukken gaat het vooral om Pearl en daarmee vormen deze anekdotes hoofdzakelijk
het verhaal van Pearl Bernstein Gardner en
in mindere mate de biografie van Elmer
Bernstein. Op de een na laatste pagina
lezen we dan dat volgens Pearl eigenlijk
Elmer de schrijver van dit boek had moeten zijn. En inderdaad heeft hij geregeld
pogingen ondernomen om een autobiografie te schrijven, maar er kwam steeds
weer een nieuwe score tussen en zo klaarde
Pearl uiteindelijk deze klus.
The Magnificent Elmer: My Life With Elmer Bernstein. Pearl Bernstein Gardner en
Gerald Gardner. RosettaBooks, New York,
2014. ISBN 978-0-7953-4335-3, 139 blz.
Prijs: $ 13,46 (Amazon). Als audiobook
verkrijgbaar vanaf 1 december aanstaande
via Bol.com.
Komen we nu veel meer te weten over die
magnificent Elmer dan we allang wisten?
Veel van wat Pearl schrijft is bekend, maar
de huiselijke taferelen en de ambities,
twijfels, sterke en zwakke kanten van de
componist kunnen we nu van dichtbij
PS
13
BOEKBESPREKING: Eindelijk een Engelstalige biografie
Boeken over John Williams zijn er al genoeg: twee Duitse, een Spaans en een Frans. Vreemd
genoeg is er nog nooit een Engelstalig boek over een van de levende legendes van de filmmuziek verschenen. Emilio Audissino doorbrak de Engelse stilte en schreef de eerste Engelstalige biografie van dit inmiddels 82-jarige filmmuziekicoon.
ken waarin hij de klassieke Hollywoodscores van componisten als Korngold en Steiner beknopt beschrijft, vergelijkt hij de
filmmuzikale werken van Williams met die
gouden scores. In een tijd van toenemende
invloeden vanuit de jazz en vooral de popmuziek, hippe stijlen waarvan Williams regelmatig gebruikmaakte in zijn scores in
de jaren '60, ontwikkelde hij een procedé
voor symfonische filmmuziek dat met Star
Wars zijn definitieve beslag kreeg, al wijst
Audissino erop dat Williams twee jaar eerder voor Jaws al een zogeheten neoromantische score had geschreven. Vervolgens
analyseert Audissino in een lang hoofdstuk
de sprankelende score voor Raiders of the
Lost Ark (1981). Typische neoromantische
kenmerken zijn het gebruikmaken van een
symfonieorkest, Mickeymousing en leidmotieven. Maar bij deze analyse evenals
op andere plekken in het boek laat Audissino zien dat Williams eigenlijk vele muziekstijlen naast elkaar toepaste, van atonale naar moderne jazzy invloeden die zowel zijn vroegere scores als zijn huidige
nog kenmerken.
Het is altijd een raadsel geweest waarom
nu pas een boek over Williams in het Engels verschijnt. In een van de hoofdstukken
van John Williams's Film Music zet Audissino, van geboorte Italiaan en al enkele jaren onderzoeker aan de Universiteit van
Southampton, uiteen hoe door de serieuze
klassieke muziekwereld nog steeds wordt
neergekeken op Williams. Of dit de reden
is dat er nu pas een Engelstalig werk is ontstaan, blijft echter de vraag. Misschien
heeft het overweldigende œuvre alsmede
Williams' onsterfelijke hedendaagse reputatie de ongetwijfeld vele plannen om een
biografie te schrijven gedwarsboomd.
Want om een boek te schrijven over de
man die in zijn eentje de klassieke Hollywoodscore uit de gouden jaren '30 en '40
weer nieuw leven wist in te blazen moet je
van goeden huize komen.
Ondanks de beperking om slechts drie scores van de componist uitgebreid onder de
loep te nemen slaagt Audissino erin ook
het andere imposante werk van Williams zij het vluchtig - te analyseren en zo toch
tot een redelijk alomvattend portret van
deze gigant onder de Amerikaanse filmcomponisten te komen. Hopelijk volgen nu
meer auteurs om het belangwekkende werk
van Williams nader te onderzoeken.
John Williams's Film Music. Emilio Audissino. The University of Wisconsin Press,
Madison, 2014. ISBN 978-0299297343,
317 p. Prijs: € 21,99 (Bol.com).
PS
Gelukkig pakt Audissino de handschoen
slim op. Na enkele inleidende hoofdstuk14
CD-RECENSIES
UNDER THE SKIN
Milan Records M2-36678
12 tracks, 46:57
Voor de derde film van de Britse regisseur Jonathan Glazer
schreef de jonge componiste Mica Levi (1987) haar eerste score. Under the Skin is de titel van de film waarin Scarlett Johansson als mysterieuze vrouw in Schotland een gevaar vormt
voor mannen. Creation heet de openingstrack en die mag gerust exemplarisch worden genoemd voor de rest van de score.
Een geluid dat steeds sterker wordt en bij nadere beluistering wordt 'gespeeld' door krijsende,
welhaast jankende strijkers gaat langzaam over in een geluidsgolf die enkele minuten aanhoudt. In track 2 (Lipstick to Void) gaat alles min of meer verder en is de geluidsgolf enkele
tonen hoger, ditmaal strak begeleid door een trage beat en later weer door schel klinkende
violen. Het moge duidelijk zijn: dit is geen orkestrale score en evenmin speelt hier een strijkkwartet fraaie melodieën. De Britse Levi heeft filmmuziek gemaakt die een hallucinerende
sfeer oproept vol enge, dreigende momenten, steeds weer ondersteund door die omineuze
beats. Toch horen we halverwege een (melodieus!) thema ontstaan dat al in track 1 in embryovorm te onderscheiden viel. De coda van de afsluitende track - Alien Loop geheten verwijst in zijn afstervende golven naar het begin van de score. Deze even intrigerende als
bezwerende score zal zeker in de film beter werken dan op cd waar hij zonder twijfel
menigeen zal afschrikken. Maar origineel en verfrissend is het des te meer.
PS
GEMMA BOVERY
Milan Records 399596-2
15 tracks, 26:52
Gemma Bovery is een kleine score van Bruno Coulais voor
regisseuse Anne Fontaine. Met een handvol muzikanten nam
hij de amper vijftien minuten durende score op, althans zo
lang duurt deze op de cd. Het instrumentarium bestaat slechts
uit piano, strijkers en harp. Met de openingstrack Générique
de fin bewijst de Franse componist wederom zijn vakmanschap: nerveus pianospel begeleid door staccato strijkers en
later een harp zetten binnen drie minuten een prachtige, verwachtingsvolle melodie neer die
enkele keren zal terugkeren als hoofdthema. Voor de rest horen we een verzameling uiterst
korte stukjes die soms ternauwernood een melodieus thema aan weten te stippen. Twee tracks
zijn geïnspireerd door Camille Saint-Saëns, zo lezen we in het cd-boekje. Na de originele score sluiten drie popliedjes deze cd af. Voor je het weet is de originele score voorbij. En dat is
meteen het grootste 'bezwaar' tegen deze cd: het had allemaal veel langer mogen duren.
PS
15
WAKOLDA
Quartet Records QRSM027
24 tracks, 41:44
De Argentijnse regisseuse Lucía Puenzo verfilmde haar
eigen roman Wakolda. Boek en film verhalen over een
dokter die kennis maakt met een gezin in Patagonië anno
1960. Heel langzaam dringt tot de ouders door dat er iets
niet pluis is met deze dokter die in werkelijkheid niemand
minder dan Joseph Mengele is. Voor Puenzo's derde film
schreven Andrés Goldstein en Daniel Tarrab de muziek net
als voor haar vorige twee films, waarvan XXY (2007) ook
in Nederland te zien was. Goldstein en Tarrab zetten hun bekende stijl voort die wordt gekenmerkt door gitaarklanken met zo nu en dan een orkestrale begeleiding. In hun rustige
gitaarspel, zowel de elektrische als de akoestische, weerklinkt de stemming van de film die
varieert van opgewekt tot somber met regelmatig een ongemakkelijk moment. Sommige van
de veelal korte tracks duren minder dan een minuut en bestaan louter uit enkele lang aangehouden gitaarakkoorden. In The Hunt Has Begun keert het hoofdthema terug, ditmaal in een
samengaan van gitaar en orkest en deze combinatie horen we ook in de laatste track, getiteld
Wakolda End Credits. Het indringende thema krijgt hier een meer traditionele uitvoering. Het
mooie van deze grotendeels door een klein combo uitgevoerde score is dat hij met weinig muzikale middelen de spanning en het mysterie treffend weet op te voeren en nooit overheersend wordt behalve - zoals gezegd - in de twee door orkest begeleide tracks.
PS
SUMMIT
Quartet Records QR146
20 tracks, 48:20
In 1968 schreef Giorgio Bontempi het politieke drama
Summit. Hij regisseerde ook de film met in de hoofdrollen
Gian Maria Volonté en Mireille Darc. De muziek voor deze film werd geschreven door Mario Nascimbene. Hoewel
Nascimbene ruim honderd films op zijn naam heeft als
componist is dit een van zijn minst bekende werken. Hij
brak internationaal door met de film A Farewell to Arms in
1957. Voor Summit schreef en arrangeerde hij een bluesachtige score met een hoofdthema dat in verschillende variaties van jazz tot swing en van foxtrot tot tango terugkeert. Het swingthema heeft met het elektronisch orgel soms wat weg van
hiphopmuziek. Nascimbene was zijn tijd ver vooruit zonder dat hij het wist. Ook zitten er verschillende songs in de score die vertolkt worden door Jula de Palma. Het verhaal van de film
speelt deels in Parijs en een accordeon is daarom in de muziek opgenomen met een melodramatisch thema. Soms waan je je in een jazzbar waar de muziek op de achtergrond de sfeer bepaalt. In het boekje wordt verteld dat de score de film aardig opkrikt. Het was blijkbaar een
moeilijke film om door te komen. Ook staan de twee tracks die ooit op single waren verschenen op de cd. Een mooie, heel andere en erg toegankelijke score van Mario Nascimbene.
ST
16
POVERI MILIONARI
Digitmovies DPDM015
19 tracks, 55:58
Arme miljonairs is de vertaling van de filmtitel. Dino Risi
regisseerde deze komedie uit 1959. De titelsong, een vlot
rumbanummer dat goed in het gehoor ligt, wordt gezongen
door Tony Dallara. Dit nummer is destijds als single uitgebracht en het zou best kunnen dat dit in Italië een hit is geweest. De score werd gedirigeerd en gecomponeerd door
Armando Trovajoli. Zijn muziek is typerend voor die tijd:
lichtvoetige swingende jazz. Het hoofdthema keert in de
score regelmatig in prachtige orkestraties terug. Zo is er een versie op trompet en ook een op
elektrische gitaar. Er staan natuurlijk ook nog andere thema’s op de cd. Zo zijn er nog de
songs Amare un’altra en La mia piccola pena uitgevoerd door Fred Buscaglione e i suoi
Asternovas. De pianosolo’s zijn van Trovajoli zelf en de mondharmonica is van (uiteraard)
Franco De Gemini. Wat de score zo mooi maakt is het tijdsbeeld dat er nog geen elektronica
in de score zat, maar echte violen, een vibrafoon en een gedempte trompet. En daar nog een
dwarsfluit bij. Prachtig! Ook een Hongaarse stijl komt voorbij. Het valt ook op dat Trovajoli
fan was van George Gershwin. Trovajoli pleegt geen plagiaat, maar hij schreef eigen muziek
in Gershwins stijl bij enkele tracks. Denk aan Rhapsody in Blue. De geluidskwaliteit voor
mastertapes uit 1959 is nog erg goed. Eén track is zelfs in stereo.
ST
THE EQUALIZER
Varèse Sarabande 3020672948
11 tracks, 51:26
De Britse filmcomponist Harry Gregson-Williams heeft in
Hollywood zijn sporen met name verdiend in het actiegenre. Zijn gespierde scores voor enkele films van Tony Scott
kenden een mix van orkestrale en elektronische muziek.
Ook The Equalizer van Antoine Fuqua, het nieuwe actievehikel van Denzel Washington, kent deze formule. Met
Fuqua werkte Gregson-Williams al in 1998 samen bij The
Replacement Killers, de debuutfilm van de regisseur. Het
hoofdthema weerklinkt meteen in de openingstrack Alone. Tegen een elektronische achtergrond voeren hoge en lage strijkers en een door de componist bespeelde piano het gevoelige
hoofdthema kalm uit. Dit thema van Robert McCall alias The Equalizer keert veelvuldig terug
in de volgende stukken die opvallend beheerst van toon zijn. De synths zorgen voor een galmende, ruimtelijke dimensie die als het ware het muzikale geweld in toom lijkt te houden.
Huzarenstuk is de lange track It's All a Lie waarin Gregson-Williams met ijle violen, elektronische percussie en muzikale effecten voor een ijzingwekkende sfeer zorgt. Ook de elektronica in Make an Exception valt op, vooral het percussiegedeelte dat voortdurend dreigend
klinkt. In de afsluitende track The Equalizer horen we een laatste maal het hoofdthema, dit
keer in een robuuste uitvoering. Al met al is dit een redelijke actiescore dankzij het indringende hoofdthema en de originele elektronische muziekeffecten die vooral tijdens het kijken
verdienstelijk werken.
PS
17
TRASTEVERE
Digitmovies CDDM254
24 tracks, 58:34
Voor het eerst compleet en in stereo de soundtrack
Trastevere door de broers Guido en Maurizio De Angelis. Trastevere is een volkswijk in Rome aan de andere kant van de rivier de Tiber (Tevere). Fausto Tozzi
regisseerde in 1971 deze film met in de hoofdrol Nino
Manfredi die ook de titelsong zingt. Die titelsong is geschreven door de regisseur en G. & M. De Angelis. De
muziek van de broers De Angelis is herkenbaar. Maurizio De Angelis speelt solo Spaanse gitaar en samen met
Guido doet hij ook vocale stukken in de score. Geen liedjes, maar la la la’s en ha ha ha’s.
Soms zwoel. G. & M. De Angelis zijn doorgebroken met hun scores voor de Bud Spencer en
Terence Hill films. Diezelfde stijl is duidelijk in deze film terug te horen. De track Vicoli is
mogelijk gebaseerd op een volksdeuntje. Nicola Piovani heeft hetzelfde thema in A.A.A.
Achille uit 2003 als hoofdthema hergebruikt. De score heeft verschillende thema’s voor de
diverse personages in de film waardoor het een gevarieerd geheel wordt. Ook varieert de orkestratie van kerkorgel tot blokfluit en van gitaar tot orkest. De score werd gedirigeerd door
Gianfranco Plenizio. De eerste elf tracks werden in 1971 op lp uitgebracht. Nu is de hele score te beluisteren. Erg leuk allemaal.
ST
THE MAZE RUNNER
Sony Masterworks 500352
21 tracks, 62:57
John Paesano is een Amerikaanse componist die vanaf
het begin van deze eeuw voor twee dozijn films, tv-series en videogames de muziek heeft geschreven. Een
film met zijn muziek die in ons land draaide was Hirokin (2012) en in datzelfde jaar was de tv-serie Dragons
te zien, ook met zijn muziek. The Maze Runner moet
zijn grote doorbraak worden. De grotendeels door jonge
acteurs bevolkte sciencefictionthriller speelt zich bijna
geheel af in een immens doolhof waar geen uitweg uit te
vinden lijkt. De score benadrukt tijdens het kijken het gevoel opgesloten te zijn met dank aan
een elektronische galm met onvermijdelijke beats die bij het verplaatsen van de doolhofmuren
een bulderend, verwoestend geluid mee krijgen. Veel actiemuziek horen we, want The Maze
Runner is boven alles een enerverende film met zo nu en dan persoonlijke verfijning die Paesano lyrisch en dus met de nodige strijkers versterkt. Bij het begin en eind van de score horen
we een prachtig hoofdthema dat door repetitieve strijkers vooral aan het begin opzwepend
klinkt en zijn schaduw op wat komen gaat vooruitwerpt. Deze vooral functionele score is bij
vlagen de moeite waard, zij het zonder een echt originele indruk achter te laten. Wie meer
muziek wil horen van Paesano hoeft niet lang te wachten. Eind deze maand gaat When the
Game Stands Tall in Nederland in roulatie. Met zijn muziek.
PS
18
QUANDO LE DONNE AVEVANO LA CODA
Digitmovies CDDM259
22 tracks, 53:54
When Women Had Tails is de Engelse titel voor deze
komische fantasiefilm uit 1970 geregisseerd door
Pasquale Festa Campanile. Het verhaal speelt in de
oertijd toen mensen nog met knuppels en berenvellen
door het leven gingen. Ennio Morricone schreef een
bijzondere score voor deze film gedirigeerd door
Bruno Nicolai. Het openingsthema begint vocaal, een
mannenstem - Auwa, auwa auawauwauwa -, een
hoorn, een ocarina, I Cantori Moderni Di Alessandroni. En een fagot als bodem voor het thema. Ook
horen we regelmatig Edda Dell’Orso met haar zwoele stem. De orkestratie is ook bij deze
score van Ennio Morricone weer net zo belangrijk als de compositie. Letterlijk hoor je liedjes
als tiedeldom tiedeldom tiedeldiedom dom. Heel apart allemaal en toch zo mooi en vrolijk.
Ook oergeluiden als in de track Pantomima delle caverne komen voorbij en gaan dan over in
een soort pantomimeballet op dwarsfluit en tuba. Heel bijzonder. De track I civettoni is een
bewerking van Altijd is Kortjakje ziek, oorspronkelijk een oud Frans lied: Ah! vous dirai-je,
maman (1761). Mozart schreef in 1778 twaalf variaties op de melodie (KV 300e), waardoor
soms ten onrechte wordt gedacht dat hij de melodie gemaakt heeft. Nu is Morricone’s veelzijdige score voor het eerst compleet op cd. Echt een aanrader voor wie deze muziek nog niet
kent.
ST
INTO THE STORM
Varèse Sarabande 3020672928
18 tracks, 47:32
Brian Tyler grossiert voornamelijk in gespierde actiescores. Vorig jaar deed hij Iron Man Three en Thor: The
Dark World en dit jaar The Expendables 3. Voor de tornadofilm Into the Storm van Steven Quale tapt hij grotendeels uit hetzelfde vaatje. De cd begint met twee
robuuste composities, het titelnummer en Atonement,
waarna we in Fate voor het eerst het ingehouden hoofdthema horen. In Humanity Arising richt Tyler de schijnwerpers op de emotionele kant van de film waarna zich
de score goeddeels langs twee lijnen voortbeweegt: actiemuziek en contemplatieve muziek.
Opvallend tijdens het kijken naar de film is dat de vaak overweldigende stormscènes op beheerste wijze worden ondersteund door Tylers score. En dat mag gerust een verademing
worden genoemd, want vandaag de dag is het vaak geheel anders bij dit soort films. De beheerste inzet van muziek zorgt samen met een mooi hoofdthema en overwegend aantrekkelijke, melodieuze actiemuziek voor een pakkende, beknopte score.
PS
19
A WALK AMONG THE TOMBSTONES
Varèse Sarabande 3020672970
13 tracks, 30:35
Liam Neeson speelt de laatste jaren met enige regelmaat de eenling die opkomt tegen het kwaad in bloedstollende actiefilms als Taken (2008) en het vervolg
Taken 2 (2012). Laatste in deze reeks wraakfilms is A
Walk Among the Tombstones van Scott Frank. Voor de
originele score tekende Carlos Rafael Rivera, die hiermee zijn debuut als filmcomponist maakt. De score
begint veelbelovend met een slaapliedje dat door een
onheilspellende orkestrale begeleiding steeds verraderlijker klinkt. De rest van de score is afwisselend dreigend en een variatie op het bedrieglijke
hoofdthema van het slaapliedje. Rivera kent zijn klassiekers want tracks als Kenny's Story en
Kenny in the Basement begint hij met Hermannesque sinistere vioolklanken. In die laatste
track zorgt duivels gezang voor extra spanning. Rivera's thrillerscore is een adequaat debuut
dat niet bijster origineel is. Op deze cd staat overigens veel minder muziek dan in de film te
horen is.
PS
WILD IS THE WIND
La-La Land Records LLLCD 1315
Cd 1: 27 tracks, 68:51
Cd 2: 15 tracks, 38:59
Wild Is the Wind is een melodrama uit 1957 van regisseur George Cukor. Anna Magnani, Anthony
Quinn en Anthony Franciosa spelen de hoofdrollen in
dit driehoeksdrama dat zich afspeelt op het platteland
van Nevada. De emoties lopen geregeld flink op wat
voor een filmcomponist natuurlijk een boeiende uitdaging vormt. Dimitri Tiomkin kweet zich voorbeeldig van de taak dit broeierige drama vol passie muzikaal te ondersteunen. Grootste troef van zijn score is
de overbekende titelsong die Johnny Mathis aan het begin van de film zingt. Dit hoofdthema
verweeft Tiomkin behendig in het leeuwendeel van de score, een aanpak die hij vaker toepaste (zie bijvoorbeeld High Noon (1952)). Magnani speelt een Italiaanse bruid die naar Amerika
wordt gehaald om haar gestorven zus min of meer te vervangen. Voor deze betreurde Rossana
schreef Tiomkin een ander, minder frequent te horen, thema dat door de mandoline wordt gespeeld. Een opmerkelijke track is Horse Chase waar in een razendsnelle opeenvolging vele
thema's en cues aaneen worden gesmeed tot een onstuimige cocktail. Op deze dubbel-cd horen we eerst de complete originele score zoals die in de film werd gebruikt. Sommige delen
van de tracks werden uiteindelijk verwijderd. Op de tweede cd horen we de score zoals deze
indertijd op lp werd uitgebracht. Hier klinken sommige tracks weelderiger wat de zoetsappige
strijkers bewijzen. Wild Is the Wind is Hollywoodmuziek uit de nadagen van de gouden
periode: glad maar onweerstaanbaar.
PS
20
TUAREG - IL GUERRIERO DEL DESERTO
GDM 4336
20 tracks, 38:44
Een avonturenfilm (Tuareg: The Desert Warrior) uit
1984 geregisseerd door Enzo G. Castellari. Mark Harmon speelt de hoofdrol. De muziek voor deze film is
van Riz Ortolani. Het is Riz weer gelukt een mooi,
bijna romantisch hoofdthema te componeren. Zijn
stijl is herkenbaar. Ook Ortolani is een componist van
de oude stempel die gaat voor het symfonische werk,
hoewel er ook elektronische muziek in de score zit.
Omdat het verhaal zich in de woestijn afspeelt met
kamelen en geweren is er soms etnische muziek te
horen met trommels en andere percussie. Het gaat
daarbij altijd gepaard met violen die op de achtergrond een thema meespelen. Het is een gevarieerde score met spannende thema’s en soms drama. Hoewel de score niet al te lang duurt,
staat alle muziek uit de film op de cd. Het was de makers blijkbaar te veel werk de film te
bekijken en alle tracks een titel te geven. Ze heten nu allemaal Tuareg (seq. 1 t/m 20). Het
boekje van twaalf pagina’s is vol foto’s en posters uit de film. Het verhaal en de credits staan
in het Italiaans en Engels beschreven. Toch een interessante score die uit de Ortolaniarchieven is opgedoken.
ST
THE MAN WHO SHOT LIBERTY VALANCE/
DONOVAN'S REEF
Kritzerland KR 20028-4
32 tracks, 53:09
Cyril Mockridge (1896-1979) was een Brits componist die in 1922 emigreerde naar de Verenigde Staten
en uiteindelijk in Hollywood belandde waar hij voor
20th Century Fox zou werken van 1935 tot 1961.
Van zijn rond 250 film- en tv-scores is weinig op
geluidsdrager verschenen. Deze uitgave van Kritzerland is dan ook meer dan welkom. Twee scores
voor films van John Ford uit de laatste jaren van zijn
carrière krijgen we te horen: The Man Who Shot Liberty Valance (1962) en Donovan's Reef (1963). In beide films spelen John Wayne en Lee
Marvin de hoofdrollen. De eerste is een van de laatste westerns van Ford. Mockridge schreef
een westernscore waarin alles zit: een stoer hoofdthema, saloonmuziek, Mexicaanse muziek
met zang, onheil in een dodenmars en daarnaast verweefde hij op verzoek van Ford het Ann
Rutledge Theme van Alfred Newman uit Young Mr. Lincoln (1939) om vergane liefde te evoceren, zo lezen we in het cd-boekje. Donovan's Reef is geheel andere koek. Deze komedie
speelt zich geheel af op Hawaï en de niet al te lange score bestaat uit korte stukjes Hawaiiaanse muziek met dan weer een pluk jazz en dan weer zang. Voorts duikt hier en daar een
traditional op in deze overwegend zorgeloze, opgewekte score. Voor wie nog nooit gehoord
heeft van Mockridge vormt deze cd een uiterst aangename kennismaking met deze productieve filmcomponist.
PS
21
I DUE SANCULOTTI
Digitmovies CDDM258
22 tracks, 52:34
Giorgio Simonelli regisseerde in 1966 de Italiaanse
komedie I due sanculotti. De titel is vertaald naar het
Nederlands als De twee drollenvangers, een soort
wijde kniebroek. Tijdens de Franse revolutie werden
burgers zonder inkomen “sans-culottes” genoemd,
omdat men zich geen pantalon kon permitteren. Velen
van hen gingen bij het leger. Zo ook de twee hoofdpersonen in deze film die werden gespeeld door Franco Franchi en Ciccio Ingrassia. De muziek voor deze
film werd gecomponeerd en gedirigeerd door Piero
Umiliani. Hoewel hij vaak met jazz geassocieerd wordt, blijkt hij toch in alle muziekstijlen
thuis te zijn. De film begint met een militaire mars waar La Marseillaise ook een paar noten
meedoet. In tracks 3 en 21 horen we een leuke bewerking van Amilcare Ponchielli’s La Gioconda. De score heeft een hoofdthema dat we regelmatig terug horen. Maar ook muziek van
Mozart zit in de score verwerkt. De klassieke muziekkennis van Umiliani is in deze score duidelijk aanwezig. Het klinkt hier en daar barok met klavecimbel en soms weer militaristisch
met marsjes. Toch is het een leuke cd met een vrolijke ondertoon die past bij een komedie.
Umiliani leefde niet zoals foutief in het boekje staat van 1956 tot 1984, maar van 1926 tot
2001.
ST
MAPS TO THE STARS
Howe Records HWR-1014
16 tracks, 38:34
Tussen grote producties zoals delen van The Hobbit
schrijft Howard Shore ook kleinschalige scores.
Zoals voor deze nieuwe film van landgenoot David
Cronenberg. Maps to the Stars borduurt muzikaal
voort op het concept dat Shore toepaste op Cosmopolis (2012), Cronenbergs vorige film: een grotendeels door soundscapes gedragen score die door een
klein muzikaal gezelschap werd opgenomen in Berlijn. In de film horen we amper muziek en in voorkomende gevallen creëert zij - veelal op de achtergrond
- een sfeer van onbehagen en latente dreiging. Want het leven onder de sterren van Hollywood is allesbehalve vredig, laat staan gelukkig. Shore laat in enkele tracks zoals Fire and
Water en Secrets Kill etnische percussie (tabla) de overhand nemen en zo wordt het dreigende
onheil dat vanaf het begin van de film onvermijdelijk is extra voelbaar. Naast enkele minimalistische stukken biedt Shore een enkele keer een elektronisch rocknummer en in sommige
nummers is zelfs een hoofdthema - treurig en weinig hoopvol - te bespeuren zoals in de afsluiter Blanket of Stars. Het resultaat van deze potpourri is bij vlagen fascinerend, maar dan
moet je wel open staan voor etherische muziekklanken.
PS
22