Jaargang 24 Vliegvisclub Nummer 2 De Poldervlieg

Jaargang 24
Nummer 2
Vliegvisclub
De Poldervlieg
Redactie en Bestuur
Vierentwintigste jaargang, nummer 2, jaar 2014
Huisorgaan van de Poldervlieg
Vliegvisclub in St.Pancras en omgeving
Website: http://www.depoldervlieg.nl
Redactie:
Jelke Boersma
Ruard Janssen
Frits van Merkenstein
Dirk Barendregt
Bart de Steenhuijsen Piters
Fotografie:
Jelke Boersma
Harry Wauters
Din van Nieuwenhuijzen
Technische realisatie:
Ruard Janssen en Bart de Steenhuijsen Piters
Redactie adres:
Bart de Steenhuijsen Piters
[email protected]
Bestuur van de Poldervlieg:
Willem Gravemaker (voorzitter)
Din van Nieuwenhuizen (secretaris)
Erik van Soest (penningmeester)
072-5641696
06-54261327
072-5114701
Secretariaat:
Din van Nieuwenhuizen
Zuidje 15
1636 XB Schermerhorn
[email protected]
De redactie en het bestuur zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud
van dit blad. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen en
bijdragen in te korten.
2
Inhoud
Tussen Vlieg en Netje ..................................................................4
Vliegvisverhaal: Vissen op de Kyll eindigt met de ambulance......6
Op Sterk Water ? – Het Twiske..................................................12
Baggelhuizen 2014: en toen werd het stil aan de plas……. .......15
Appels en Peren: Wheatley or Cheapley ...................................19
Mag ik u wat vragen? Follow the leader .....................................23
Una giornata memorabile ...........................................................26
Boekbespreking: 1001 Pearls in Fishing Wisdom ......................28
Laatste clubavond van het voorseizoen .....................................29
Vang ‘n (grote) voorn .................................................................31
3
Tussen Vlieg en Netje
Het is zondag 6 april en ik sta met een tiental clubleden aan de forellenplas
van Baggelhuizen. In de vroege ochtend is er een enkele forel gevangen,
maar daarna werd het rustig wat onze vangsten betreft. Hoewel, op het water
is er genoeg beweging. Scholen regenboogforel trekken gestaag voorbij. Met
enige regelmaat cruisen ze door het water en zijn dan net bereikbaar met mijn
verste worp. We lijken allemaal min of meer hetzelfde recept te volgen: witte
streamers of boobies op een intermediate lijn. Gisteren vingen we daar
behoorlijk mee, maar vandaag niet. Hebben de forellen te veel streamers en
boobies voorbij zien komen en heeft dit hun appetijt geen goed gedaan?
Alleen Martien lijkt hierop een uitzondering te vormen. Belangstellend vraag ik
hem hoe hij toch met enige regelmaat een mooie forel weet te haken. Zijn
antwoord is goed beredeneerd: ‘de forel zit ondiep, dus vis ik ondiep en
gebruik een onverzwaard streamertje dat de vis niet verjaagt als het op het
water valt’. Zo vangt Martien in enkele uurtjes vijf mooie exemplaren. Ik denk
er verder over na. Wat zouden die vissen dan vlak onder het oppervlak doen?
Het antwoord kan bijna niet anders zijn dan dat ze er foerageren. En in deze
tijd van het jaar zitten er muggenlarven en schooltjes speldaas direct onder
het oppervlak. Ik besluit om twee buzzers aan mijn lijn te knopen. Ik zie weer
een school forellen naderen en werp mijn lijn met buzzers zo ver mogelijk in
hun richting. Even gebeurt er niets, maar dan voel ik een felle ruk aan mijn lijn.
Ik haak een sterke forel en dril hem na enkele indrukwekkende runs binnen.
Zo vang ik die zondagochtend vier forellen van formaat. Beredeneerd succes
noem ik dat en wat is er voor vliegvissers mooier dan dat? De natuur
begrijpen en dan beter vangen, dat is toch waar het bij vliegvissen om draait?
Hoe vaker ik mezelf de vraag stel, hoe meer ik eraan twijfel of dit voor
iedereen geldt. Vaak zeggen vliegvissers dat ze in een bepaalde techniek
geloven. En die overtuiging bepaalt hun keuze. Volgens hen maakt de kleur of
de vorm van je vlieg niet uit. Het is vooral een kwestie van veel en lang in het
water liggen met je vlieg. Of het is een kwestie van werptechniek. Deze
vliegvissers passen niet vaak hun wijze van vissen aan de omstandigheden
aan. Ze vissen zoals ze het liefst vissen.
Je zou kunnen zeggen dat er twee scholen vliegvissers zijn: zij die in een
enkele techniek en patroon geloven, dit zo weinig mogelijk aanpassen en in
hun ontwikkeling streven naar steeds minder keuze. Daar staat een andere
school vliegvissers tegenover die zich juist zo veel mogelijk aanpast aan de
omstandigheden en daartoe een grote verscheidenheid aan technieken en
patronen beschikbaar wil hebben. Zo heb ik begrepen dat Paul Blokhuis maar
vijf vliegen heeft die hij meeneemt als hij gaat vissen. Opmerkelijk voor
4
iemand die zijn leven gewijd heeft aan het vliegvissen. Paul zou je dan tot de
eerste school kunnen rekenen. Martin de Ligt is iemand die je de hele tijd wat
anders aan zijn lijn ziet knopen. Totdat hij succesvol is. Ik vermoed dat hij zijn
opties openhoudt totdat hij aan het water staat en pas dan bepaalt hoe hij gaat
vissen. Hij zal ook wel een vliegendoos (of meer) bij zich hebben met diverse
opties, een paar lijnen en mogelijk verschillende hengels. Een opmerkelijk
contrast met Paul Blokdijk die met een enkele vliegendoos en hengel op pad
gaat.
Ik kan zo niet zeggen of een van beide scholen meer vis vangt dan de andere.
Maar eigenlijk maakt dat niets uit, want daar gaat het bij vliegvissen meestal
niet om. Het is vooral een manier om op een leuke manier vis te vangen. Ik
kan me dan beide filosofieën voorstellen: op zoek gaan naar de essentie, zo
min mogelijk bagage bij je hebben, less is more of het doorgronden van de
natuur en zo goed mogelijke respons nastreven, de best mogelijke interactie
tussen jou en de vis bereiken. Dat laatste vraagt meer bagage dan bij de
eerste school. Wie voor welke school kiest, hangt meer af van je
persoonlijkheid en wat je nastreeft, dan het optimaliseren van het vangen. En
misschien is dat het vliegvissen wel, zoals het leven zelf, een symbolische
wandeling met meer of minder omwegen naar de ontdekking wat belangrijk is
voor jou.
Bart
5
Vliegvisverhaal: Vissen op de Kyll eindigt met de
ambulance
Het is net vijf uur geweest. Ik tuur wat door het raam van de praktijk op zoek
naar de grote grijze bus die zo zal arriveren om me op te pikken. In mijn hoofd
loop ik nog even na of ik echt alles mee heb. Niet dat ik er nu nog veel aan
kan veranderen, maar als ik morgen in de Kyll sta wil ik liever geen nare
verrassingen tegenkomen. Eergisteren alles al in gepakt, het paste zowaar in
twee tassen, dat kan toch bijna niet? Echt niets vergeten? Had ik nu maar de
checklist van Jan Spruit meegenomen. Hij had voor ons alles zo zorgvuldig
voorbereid: waterkaarten, adressen voor pensions, een doosje vliegen voor
het geval dat en niet te vergeten de meest complete checklist die ik ooit
gezien heb.
Ah, daar komt het grijze gevaarte aanrijden. De bus stop voor de praktijkingang en twee lachende gezichten stappen uit. Ik pak snel mijn spullen, wens
mijn collega’s een fijn weekend en stap naar buiten om Erik en Willem te
begroeten. Snel de spullen uit mijn bestelwagentje overladen naar de bus en
we zijn op weg. Erik heeft een klein boekwerkje gemaakt met daarin de meest
essentiële informatie, voor de puntjes op de i. Ruim proviand aan boord, een
goed humeur, op naar de Eifel. Nog geen kwartier op weg bekruipt me een
onbehaaglijk gevoel: heb ik mijn auto eigenlijk wel op slot gedaan? De
assistentes vroegen nog of ik mijn auto echt een heel weekend op het
industrieterrein durfde achterlaten. Bijna 4 ton op de teller, de nodige tekenen
van intensief gebruik, geen mens die omkijkt naar dat oude barrel. Maar ja,
niet op slot doen is wel heel uitnodigend. Aan de andere kant is de radio het
enige dat nog iets van waarde heeft en verder heeft de inhoud maar beperkte
en materiële waarde. We zien wel.
In Nederland valt het mee met de files en we gaan bij Venlo de grens over,
precies zo als Erik dat vorig jaar met Jan Spruit deed, net iets meer dan vier
uur rijden Die route kent hij nog wel ongeveer en nee, er is geen reden om
aandacht te besteden aan de navigatie die al ruim vijftig kilometer aangeeft
dat we anders moeten rijden. Je zult zien dat de navigatie de alternatieve
route zo wel op pikt en dan komt alles goed. Willem en ik zijn nog nooit naar
de Kyll geweest, dus wij houden braaf onze mond. Een kwartiertje verder zijn
er ineens wegwerkzaamheden waarbij de borden niet erg eenduidig zijn en we
toch net op de verkeerde baan uitkomen. Het weer slaat om, we belanden in
fikse regenbuien en een stukje verderop speelt zich precies hetzelfde scenario
af bij wegwerkzaamheden. We zien de verwachte aankomsttijd omhoog
schieten op de navigatie en besluiten om verdere achterstand te voorkomen,
6
toch maar naar de navigatie te luisteren. Het weer wordt steeds slechter,
bliksem, aquaplaning, een ongeluk op de andere rijbaan dat net gebeurd is.
Erik besluit de snelheid wat aan te passen, beter later arriveren dan helemaal
niet. Als het een uur later nog steeds vrij pittig regent beginnen we ons
langzaam wat zorgen te maken over de weersomstandigheden bij de Kyll.
Toen we vertrokken was er een ideale waterhoogte met zeer helder water, als
dat maar goed komt.
Rond half elf komen we in het donker aan in Densborn, waar we begroet
worden door de gastvrouw van Die Ecke. Tot onze geruststelling deelt ze mee
dat er maar een paar druppels regen zijn gevallen. Na de toch wel wat lange
reis smaakt zo’n Duits biertje erg goed. Verderop aan de bar heffen de lokale
jagers een grotendeels onverstaanbaar lied aan, wat te kennen geeft dat er
een eind aan de avond komt. Snel de kamers opzoeken en slapen, zodat we
morgen fris aan de slag kunnen.
De volgende morgen lopen we voor het ontbijt uiteraard eerst even naar de
brug over de Kyll. Kraakhelder water stroomt onder ons door, hier en daar
mooie groene plukken vegetatie, dat belooft veel goed. Wel wat bewolking,
maar de vooruitzichten zijn redelijk goed. Tevreden gaan we genieten van een
prima ontbijt, waarna we het benodigde papierwerk in orde maken. Erik geeft
ons een rondleiding aan de waterkant, zodat we een beter beeld krijgen van
het parcours dat bevist mag worden. Ondertussen is het hoog tijd geworden
om de waadpakken aan te trekken en mijn nieuwe TFO finesse hengeltje uit te
proberen. We verdelen het laatste stuk rivier grofweg in drieën en gaan ieder
aan de slag. Willem deelt nog snel de walkie talkies uit zodat we elkaar op de
hoogte kunnen houden van eventuele vangsten en ‘es geht los’. Nieuw water,
nieuwe omgeving, spannend allemaal. Door een wei, onder een draad door,
slootje over, paar stappen over een eilandje en daar schittert de Kyll. Een
langzaam stromende diepe pool die plots overgaat in een aaneenschakeling
van stroom versnellinkjes die onder de bomen door, de bocht om verdwijnen.
7
Eerste gedachte: wauw. Tweede gedachte: en nu? Koud vandaag, geen
insecten te zien, geen activiteit op het kalme water, weinig kans op de droge
vlieg. Nymf dus, maar welke? Eergisteravond nog een mooi patroontje
gevonden en gebonden: de Autumn Caddis Emerger. Het is weliswaar geen
herfst, maar weten die vissen dat ook? Toch maar eens proberen. De eerste
vlieg blijft vrij snel hangen aan de takken van het boompje aan de overkant.
Die nieuwe hengel is toch nog even wennen. De tweede wordt slachtoffer van
een tak onderwater. Crap, ik heb er maar vier gebonden…toch doorzetten. De
derde gaat lekker met de stroom mee en wordt aan het eind van een korte
drift met korte rukjes weer terug gestript, precies zoals Erik gisteravond de
gesopte techniek bij de Snowflake Dun beschreef. Het duurt niet lang tot het
eerste forrelletje mijn hartslag sneller doet slaan en ik trots mag melden via de
walkie talkie dat de eerste vangst een feit is. Ook visjes van een centimeter of
twaalf tellen dan, nietwaar?
Ook van de anderen volgt weldra bericht dat de eerste schubben het daglicht
hebben gezien. Daarna volgen er meer, maar het blijft allemaal erg klein. De
boomtakken eisen ook de derde nymf op , maar dat geeft me een goede
reden om mijn variant op de Pink Bug er aan te knopen en dat blijkt een
goede zet, al zijn er erg veel lossers. Niet veel later krijg ik het treurige bericht
van Erik dat zijn hengeltop is gebroken. Jeetje wat is dat zuur. Laat dat nou
net dat Greys hengeltje zijn waar hij vorig jaar zo heerlijk mee had gevist, dat
8
Jan Spruit besloot om hem voor een schappelijk prijsje van de hand te doen.
Vierdelig werd ineens vijfdelig. Kwalitatief Uitermate Teleurstellend (een
uitspraak die we leerden van een ANWB medewerker, maar dat komt straks).
Gelukkig is Willem mee, die als echte verzamelaar een flinke collectie heeft
meegenomen, waardoor Erik op korte termijn weer verder kan.
Later op de dag zijn we naar het begin van het parcours gegaan, waar Willem
in korte tijd drie hele mooie exemplaren wist te verschalken en later nog een
paar. Erik werd weggestuurd bij ‘het kanaaltje’ waarvan we stiekem eigenlijk
al een beetje wisten dat we daar niet mochten vissen. De Duitse jongeman
had eerst zijn vader nog gebeld om te verifiëren dat het echt verboden was en
had daarna Erik vriendelijk , doch dwingend verzocht elders zijn nymfen te
water te laten. Zelf was ik al een stukje aan het wandelen geweest en kwam
weer bij een heel mooi stukje water uit. De Pink Bug ging een mooi
stroomnaadje door en bleef tot mijn schrik weer vastzitten onder water. De
bekende taferelen werden uitgevoerd om te kijken of hij misschien los wilde
komen, maar zonder resultaat. Aangezien mijn voorraad nymfen al aardig
begon te slinken besloot ik toch tot een reddingspoging. Voorzichtig waadde ik
naar de nymf toe en daar waar ik dacht dat hij vast zat, ging ik op zoek naar
de leader. Tot mijn stomme verbazing leek de leader ineens twee meter naar
rechts onder water te verdwijnen. What the #@&*? Twee meter werden drie
meter en een goudzilveren weerschijning bracht mij tot de conclusie dat dit
wel eens een hele mooie vangst kon opleveren. Toen de vis eenmaal ging
zwemmen bleek dat nogal een illusie te zijn. Hij trok de lijn dwars door de slip
heen en bleef maar zwemmen en niet lang daarna schoot hij los. Tot mijn
verbazing was dit de zoveelste losser en zat de nymf er nog aan. Geen idee
wat ik aan de haak heb gehad. Tijd om mijn vismaten op te zoeken en een
hapje te gaan eten. Met zijn drieën hadden we die dag bijna 30 vissen
gevangen, niet slecht voor nieuw water. Eens kijken hoe de halve liters
smaken.
De volgende dag was stralend. Een flinke dosis zon zorgde voor aangename
temperaturen en een duidelijke daling in de vangsten midden op de dag. Door
het mooie weer was er veel meer te zien van wat er zich onder water
afspeelde. Dat leverde een hele duidelijke verklaring op waarom je op
sommige stukken niets kon vangen en gaf me zicht op drie fraaie barbelen. Ik
heb zo’n vermoeden dat ik een van hen de vorige dag verspeeld heb. Veel
bruine forellen, enkele regenbogen en één vlagzalmpje waren het
eindresultaat van de dag. Tegen de avond konden we zelfs droog vissen en
was Erik de gelukkige die een paar mooie bruine forellen kon landen.
Aangezien Die Ecke maar voor twee nachten onderdak kon verschaffen
moesten we die avond door naar Pension Parzinger in Hillesheim. Door de
goede avondvangsten kwamen we daar rijkelijk laat aan in het donker.
9
Gelukkig was dit geen enkel probleem voor mevrouw Parzinger en konden we
na een goede nachtrust en dito ontbijt op weg naar een stukje Kyll dat voor
ons allemaal nieuw was. Omdat ik als eerste klaar was besloot ik het meeste
wandelwerk te doen en naar het begin van ‘Los Hillesheim’ te gaan. Het is
maar een paar kilometer stroomopwaarts van Densborn, maar een wereld van
verschil. Veelal enkeldiep water met hier en daar diepere putten, smal water,
veel begroeiing, veel lastiger water dus. Ik had nog twee Pink Bugs over en
besloot die door de diepere stukken heen te trekken, wat me na een uur een
redelijk formaat bruine forel opleverde, die zeer strijdlustig was en onder de
bloedzuigers bleek te zitten. Dit bleek de enige vangst van de dag. We
hebben genoten van een prachtig rivierlandschap, waar Erik en ik nog bezoek
hebben gehad van een hermelijntje. Stroomafwaarts lopend heb ik een tijdje
mijn best gedaan om zoveel mogelijk vissen op te schrikken om zo een idee te
krijgen van de visstand. De teller bleef staan bij zes, waarvan twee dood op de
bodem… Het kan zijn dat mijn kwaliteiten als viswaarnemer onder de maat
zijn, maar ik kreeg sterk de indruk dat de visstand niet meer was wat het ooit
geweest is. Het paste wel in het beeld van de tegenvallende vangsten.
Halverwege de middag hebben we alle spullen ingepakt en zijn we weer op
weg gegaan naar huis. Deze keer besloten we de aanwijzingen van de
navigatie maar wel op te volgen, wat een zeer voorspoedige reis tot gevolg
had, tenminste tot vlak voor ’s Hertogenbosch. Midden op de snelweg besloot
de motor dat het mooi geweest was en viel uit. Met de snelheid die we hadden
konden we nog precies een afrit bereiken en onderaan de afrit de berm in
rijden. Daar stonden we dan. Na enkele vruchteloze startpogingen heeft Erik
zijn 31 jarige ANWB lidmaatschap voor het eerst sinds lange tijd benut. Een
zeer vriendelijke en vrolijke Bosschenaar heeft met diverse ouderwetse en
moderne technische snufjes uitgevogeld dat er een probleem was in de
brandstofdruk en hij wist ons te melden dat dit zeker niet aan de kant van de
weg te repareren was. Hier kwam de term Kwalitatief Uitermate Teleurstellend
veelvuldig ter sprake, maar er zat niets anders op dan een bergingswagen
(autoambulance) te bellen en met de bus achterop zaten we in de cabine bij
een vrachtwagenchauffeur die bijna aan zijn pensioen toe was en drie
maanden per jaar thuis woonde in Thailand bij zijn Thaise vrouw. Hij zorgde er
echter wel voor om niet thuis te zijn tijdens het oogstseizoen van de rijst, want
dan hadden ze het veel te druk en was er eigenlijk geen tijd voor hem. Ons
strakke reisschema liep wederom flink vertraging op en Willems vrouw en die
van mij stonden ons bij Erik thuis op te wachten. Korte tijd later werden mijn
vermoedens bevestigd dat mijn auto inderdaad niet op slot zat en dat
inderdaad niemand de moeite heeft genomen om te kijken of er wat te halen
viel.
Die avond zat ik thuis op de bank rozig na te genieten van een super
weekend. Lekker weer, een flinke dosis gezelligheid en een totale
10
gezamenlijke vangst van circa 60 vissen. Ondanks het tegenvallende resultaat
bij Hillesheim, was dit een schitterende primeur op de Kyll, waar we slechts
een heel klein stukje van bevist hebben. Zeker voor herhaling vatbaar, maar
dan met iets vollere vliegendozen.
Din
Naschrift van Erik: nu 3 weken later haal ik eindelijk mijn gerepareerde bus op.
Wat de wegenwacht medewerker in ongeveer een half uur had vastgesteld
kostte de Renault dealer een volle dag. Oorzaak van de storing was een
brandstofpomp die de geest had gegeven. Nadat ik een lichte hartinfarct had
gekregen van de kosten voor reparatie heb ik de bus zelf naar de garage
gesleept waar ik hem in onderhoud had. Dit bleek een cruciale fout. Door fout
op fout duurde het ruim twee weken voor de brandstofpomp eindelijk in
Alkmaar arriveerde, waarop de monteur vervolgens een dag vrij kreeg.
Vandaag drie weken later met evengoed een flinke rekening heb ik eindelijk
mijn bus terug. Nu mijn hengel nog en ik kan weer gaan vissen. Wel is het
fijn dat, als je met zulke goede vismaten op pad gaat, je meteen een hengel
van een van hen aangeboden krijgt. De mooiste vis heb ik dan ook gevangen
aan een zelf gebonden Klinkhamer met de hengel van Din, waarvoor mijn
dank.
11
Op Sterk Water ? – Het Twiske
Recreatieschap
Oppervlakte
Het Twiske
650 ha
Natuur
Rietorchis, breedbladige wespenorchis, kroonkruid, wederik, heelblaadje,
strandduizendguldenkruid, brunel en damastbloem. Schotse Hooglanders,
vos, bunzing, hermelijn, wezel, egel, mol, haas en konijn.
Vogels
Riet-, en moerasvogels, de roerdomp, bruine kiekendief, baardmannetje en
waterral. Watervogels zoals de slobeend, tafeleend, wintertaling, zomertaling
en krakeend. Bosvogels zoals de grote bonte specht, vlaamse gaai, zwartkop,
nachtegaal, tuinfluiter, tjiftjaf en sperwer. Roofvogels die er broeden zijn de
havik, buizerd, sperwer, bruine kiekendief en torenvalk.
Historie
Rond Oostzaan, Den Ilp en Landsmeer is door de eeuwen heen turf
gewonnen. Het bleef hier bij wilde, kleinschalige verveningen. Nadat het
hoogveen was opgeraakt ging men het laagveen met zogenaamde
trekbeugels opbaggeren. Het veen werd vervolgens op smalle stroken land
uitgelegd, gedroogd en in dikke turven gesneden. Zo ontstond een landschap
met legakkers en petgaten; ‘dellen’ in het Oostzaans geheten. Met een
brakwatervegetatie en een grote vogelrijkdom. Gedurende de crisisjaren kocht
Parkeren bij de pijl
12
Natuurmonumenten in 1930 grond aan bij het veenstroompje De Twiske. De
Provinciale Waterstaat van Noord-Holland had echter geheime droogmakingsplannen die dienden als werkverschaffingsproject. Het waterland werd
onteigend en werklozen werden ingezet om het karwei te klaren. Het project
werd een fiasco: het drooggemaakte deel bleek geen hoogwaardige
cultuurgrond voor tuinders op te leveren. Het zoutgehalte was namelijk te
hoog. Men stopte in 1956 met het project. Het noordelijk deel was nog steeds
nat en verruigd. In 1960 werd in de omgeving een diepe zandplas uitgebaggerd. Men had veel zand nodig voor de aanleg van het Coentunnel-tracee
en dat zand werd gevonden onder het veen en de klei van Het Twiske. Door
de zandwinning ontstond een grote plas: de Stootersplas. Die plas kwam goed
van pas, want begin jaren 60 was er veel vraag naar recreatieruimte bij de
grote steden. Besloten werd Het Twiske in te richten voor verschillende
soorten recreatie en in 1972 is met de aanleg begonnen. Het riviertje De
Twiske werd opnieuw gegraven en het wateroppervlak van het gebied
uitgebreid tot 200 hectare. Zo ontstond Het Twiske als recreatiegebied. Dit is
wat ik heb gevonden op internet over het Twiske. Opvallend vind ik dat er wel
het een en ander over de natuur te vinden is, maar over de vissen die er leven
heb ik niets gelezen. Alleen dat je er met een vispas mag vissen.
Het vliegvissen
Het Twiske is voor de vliegvisser vooral een gebied om de moeilijke
aprilmaand te overbruggen. In april heeft het water zich gekeerd en in NoordHolland is het dan troebel. Er is weinig water dat zo helder is dat je er met de
vliegenhengel nog goed kan vissen. Het vissen met wat groter kunstaas is dan
verboden, zodat we ook niet meer met een spinner aan de gang kunnen. Het
Twiske is eigenlijk altijd helder. In de zomer is het dichtgegroeid met
waterplanten en de sloten zijn dan omzoomd met dikke rietkragen. Je kan dan
je geluk beproeven in de grote plas, maar daar heb ik geen ervaring mee. Ik
heb in het verleden vrijwel alleen gevist in de sloten aan de noordoost kant
van het Twiske. Dan heb ik het over de ingang ‘De Lange Jap’. Je rijdt dan
door tot je het eerste parkeerterreintje ziet. Het parkeergeld is 6 euro per dag
en niet altijd is er de mogelijkheid om met je pinpas te betalen. De enige
mogelijkheid is dan contant te betalen. In ieder geval is dat zo voor 1 mei. Na
half mei zijn de sloten zo dichtgegroeid dat ik er niet meer heenga.
Onze ervaring
Op zondag 11 mei staan we om een uur of tien met de bijna voltallige redactie
en versterkt met Hans Kluken aan de waterkant. De parkeerplaats is verlaten
en het is druilerig weer. We trekken onze regenjassen aan en binden
allerhande vliegen aan onze lijnen. We gebruiken lichte 3-4 hengels. Het doel
is om op zo divers mogelijke wijze vis te vangen en te vergelijken wat
vandaag, op dit water, goed werkt. Frits begint met een ultra kleine streamer
13
in de hoop wat mooie baars te vangen. Hans bindt twee natte vliegen met
illustere Ierse namen aan zijn lijn. Jelke gebruikt een duo nimfen en ik ga aan
de slag met spiders (what else?). Bart is in dubio want hij wil graag droge
vliegen uitproberen, maar dat wordt wat lastig in dit natte weer. Hij besluit
eerst twee Red Tags aan zijn lijn te binden en als hij stijgende vis ziet, over te
stappen op een droge vlieg. Aldus verspreiden we ons goed gehumeurd en
vol verwachting over het Twiske. Het blijkt een taaie dag te worden met
bescheiden vangsten van kleinere vis. Met het kleine streamertje vangt Frits
geen vis en de rest onderscheidt zich niet echt van elkaar. Ik vang nog een
snoekje van 15 cm. Als Bart ondanks de regen toch wat vis ziet stijgen,
probeert hij even een droge Mosquito imitatie van een mug. Er wordt gretig
naar gehapt door voorntjes die de lengte van zijn duim niet overschrijden.
Ik vind het Twiske leuk omdat je er van die mooie ruisvoorns(tjes) kan vangen
op een leuke manier : met spiders en andere wingless wets (de laatste keer
dat ik er was deed de Orange and Partridge het goed). Extra attractie is de
uitbundige natuur met heel veel soorten vogels.
Ruard
14
Baggelhuizen 2014: en toen werd het stil aan de
plas…….
Baggelhuizen is na 14 keer al lang geen kwestie meer van slecht slapen de
nacht vooraf, kreunend en vloekend vroeg opstaan en al weken van te voren
van alles binden om alle wispelturigheid van de forellen voor te zijn. Inmiddels
‘weet ik dat je niet kunt weten’ wat de forel gaat doen, we gaan ook steeds
later weg en de koffiepauze onderweg wordt ook langer. Het is een
ingegroeide traditie geworden die niet alleen gaat over vissen of vangen maar
waarbij het gevoel van met een groep van gelijkgestemden op pad te gaan en
de avond door te brengen net zo belangrijk is. In al die veertien jaar ben ik een
keer alleen en twee keer met een klein groepje een dag naar Baggelhuizen
geweest en dat is niet alleen anders maar ook minder wat het gevoel betreft.
Ook 2014 was geen uitzondering. Niet te vroeg vertrokken met Ruard en
Hans, onderweg even koffie gedronken en natuurlijk onderweg de tactieken
besproken. Wat opvalt is dat het aantal tactieken toeneemt maar met steeds
minder materiaal en ook kleinere hoeveelheden vliegen. Ruard had zelfs maar
12 doosjes meegenomen!!!!!. Een techniek die steeds minder populair bij ons
wordt is met een snelzinkende lijn en een boobie, hooguit als je op de tweede
dag nog niets gevangen hebt, de anderen vangen er wel mee,… maar wat
dan nog?
Eenmaal aangekomen en de koffie op werd het tijd de plas te gaan bezoeken.
Rustig waadbroeken aan en de hengel optuigen. Ik begin dan standaard met
een intermediate glaslijn en een zwarte goudkop wooly bugger als basis.
Werkt altijd wel en soms is het ook de combinatie die met kop en schouders
boven de andere uitsteekt. Vroeger viste ik Baggelhuizen altijd met lieslaarzen
aan (ik houd niet van teveel waadkleding) maar op recent ben ik toch over-
15
gegaan op de waadbroek. Niet alleen vanwege het veiliger waden maar in
april spaart het toch weer kleding uit die je anders maar moet meesjouwen. Al
snel leverde de combinatie een mooie forel op, maar daarna bleef het lang
rustig. De forel was nog wel actief maar ver uit de kant en op wat aanbeetjes
en een verspeelde - en grote - forel na gebeurde er lange tijd niets. Eigenlijk
tegen beter weten had ik nog wat nieuwe combinaties geprobeerd maar
afgezien van de verspeelde forel op een muddler bleef het stil. Net voor de
lunch kwam er toch nog een tweede forel binnen, weer aan de intermediate
met de ‘good old wooly bugger’. Ik had mij toch al voorgenomen om na de
lunch me te verplaatsen, dus na brood en koffie zocht ik een andere plek op.
Maar het bleef lastig vooral omdat de forellen zich schaars lieten zien en dan
meestal ver van de kant bleven. Later op de dag belande ik aan de kant van
de plas tegenover het clubhuis en daar werd opeens wel goed gevangen.
Zowel Ruard, Harry als Erik hadden regelmatig vis vast en vooral Martin was
spekkoper met een blob(vlieg?). Hij had regelmatig aanbeten en kreeg ook de
nodige vis binnen met nog een hele mooie forel in het laatste kwartier.
Daarna werd het tijd om naar de blokhutten te gaan. Koos had zijn camper
volgeladen met allerlei kookmateriaal als broodovens, rookovens en een
barbecue en aangevuld met de culinaire inspanningen van verschillende leden
werd een behoorlijk feestmaal voorbereid. De avond werd in traditie
afgesloten met veel gepraat over een verscheidenheid aan onderwerpen
variërend tussen de beste forelvliegen voor Baggelhuizen en wat meer
16
mondiale problematiek, grappen onder en over het randje etc. Dat daarbij ook
wat flessen whiskey definitief aan hun einde kwamen, was niet anders dan
andere keren. Ook de self made vuurkorf van Koos moet genoemd worden,
echt een sfeer verhoger. De avond werd zo tegen twaalf uur afgesloten,
iedereen was toch wel moe van een dag vissen en vroeg opstaan en na niet al
te lange tijd werd het luidruchtig praten vervangen door een minder luidruchtig
maar net zo doordringend gesnurk uit de die blokhutten.
Ik was de volgende ochtend vroeg de blokhut uit om mijn favoriete boom
‘water’ te geven. Het aanzicht van alle zitbanken, lege flessen en de
uitgebrande korf deed meer denken aan een restant van een Kozakkenfeest
dan aan een nazit van een aantal heren van middelbare leeftijd.
Maar opmerkelijk, nadat ik na een kwartier terug kwam van douchen en
scheren leek het wel of er een reuzenstofzuiger over de restanten van de
Poldervliegorgie was heen gegaan. Niets meer te zien wat deed vermoeden
wat voor bacchanaal hier had plaatsgevonden, alles weer op zijn plaats en uit
diverse hoeken kwam al de lucht van gebakken eieren met spek. Heel knap.
Ruard, Hans en ik waren wat later aan de plas, we moesten nog even
17
afrekenen en ook vandaag was er bij ons geen sprake van grote gretigheid.
Behalve misschien een beetje bij Ruard maar dat is de moeite van apart
vermelden niet waard, in 14 jaar is daar weinig aan veranderd. Het vangen
verliep nog moeizamer dan de eerste dag, ik verspeelde al snel een forel en
daar bleef het lange tijd bij. Het weer verslechterde, het begon te regenen en
de meeste Poldervliegleden gingen vroeg naar huis. Zelfs de locals vertrokken
een voor een naar het clubhuis, de laatste rond half drie.
En toen werd het stil aan de plas……. Ruard, Hans en ik stonden bij elkaar te
vissen, eerst nog op verschillende manieren maar langzamerhand kwamen de
muddlers steeds vaker uit de vliegvisdoos. Waarom? Steeds vaker kwamen
de forellen op werpbereik of zelfs weer vlak onder de kant. Eerst nog snel
voorbij zwemmend maar later steeds meer op een plek blijvend. Het gebeurde
ook vaker en vaker dat er gereageerd werd op de muddler, daarna begon het
bekende achterna zwemmen met boeggolven en wat later het spectaculair
pakken van de muddler met opspattend boegwater. Alleen pakten ze niet
echt. Waar iemand naast je dacht dat een forel de muddler helemaal naar
binnen had gewerkt, voelde je zelf helemaal niets. Toch bleef er zo af en toe
wel een forel kort hangen en na enige tijd kon Ruard een forel uitdrillen. Ook ik
had geluk, na een spectaculaire achtervolging en een overtuigende aanbeet
kon ik een mooie forel landen.
Het was kwart voor vier, een mooie tijd om te stoppen en vanaf de kant te
bekijken hoe Ruard nog een tweede forel probeerde te vangen. Ondanks
enkele Jaws-achtige achtervolgingen van zijn muddler lukte het niet meer.
Vier uur verlieten we de plas, geen grote vangst dit jaar maar wel een
gedenkwaardig laatste uurtje.
Frits van Merkenstein
18
Appels en Peren: Wheatley or Cheapley
‘Vliegvissen op voorn in de polder’ was het eerste artikel dat ik las over
vliegvissen. Ik was er door gegrepen. Het gaat over de ondiepe sloten en
weteringen waar snoek en ruisvoorns zich goed thuis voelen. De wisselende
luchten, kwakende kikkers, libellen in paringsvlucht en een auto die in de verte
over een polderweg sukkelt. Het stuk is geschreven door Paul Blokdijk en hij
vertelt in vier bladzijden hoe de voorn in Nederland te vangen is. Beknopt
maar compleet, want meer dan dit hoef je niet te weten om een vis te kunnen
vangen met de vlieg. Het is enthousiasmerend en de foto’s doen je wensen
om ook aan de waterkant te staan. Op één van de foto’s is een vliegendoos te
zien. Een aluminium doos met kleine doorzichtige raampjes waarachter
vliegen opgeborgen zitten. Later ontdekte ik dat dit een Wheatley doos is.
De aluminium vliegendoos met compartimenten is door deze firma in 1908
voor het eerst uit gebracht. Een primeur, want aluminium was toen nog niet zo
lang op de markt. Het toepassen van aluminium was een innovatie in die tijd.
De Wheatley-company ontwikkelde een speciale laklaag waarmee de dozen
een mooie satijnen glans kregen om zich te onderscheiden van andere dozen.
En inmiddels vissen al vier generaties vliegvissers met het eerste model van
Richard Wheatley.
Het opbergen van vliegen in aparte vakjes wordt door de moderne visser niet
altijd begrepen. Maar met wat meer kennis van de historie van het vliegvissen,
is het ontstaan van de compartimentsdoos wel goed te verklaren. In vroegere
tijden namen vliegvissers hun vliegen mee in een Flybook. Dat is een leren
boekje met tussen de kaften kleine enveloppen waarin de vlieg kon worden
opgeborgen. Je moet weten dat de haken in die tijd nog niet voorzien waren
van ogen. Tijdens het binden
van de vliegen werden de haken
daarom voorzien van een kort
onderlijntje van ‘gut’, een
voorloper op ons hedendaagse
nylon. Vlieg en onderlijntje
dienden dus gezamenlijk te
worden opgeborgen. In een
vliegendoos zoals wij die nu
gebruiken zou dat een warboel
van draadjes opleveren. Elke
vlieg werd dus om die reden
apart in een enveloppe gestopt.
19
In het begin van de vorige eeuw wat het dus logisch om een doos te
ontwikkelen die bestond uit kleine vakjes waar vlieg en onderlijntje in
opgeborgen konden worden. In de loop der tijd werden de oogloze haken
vervangen door de haken met ogen. De Wheatley dozen bleven echter
onveranderd en het originele model is tot op de dag van vandaag leverbaar.
Maar de tijd is niet stil blijven staan in de Wheatley-fabriek in Somerset. Het
assortiment is uitgebreid en vernieuwd. Sinds enige tijd heeft Wheatley een
samenwerking met Simms om ook onder hun naam dozen uit te brengen die
gebaseerd zijn op het eerste ontwerp. De compartimentsdozen zijn nu ook
geanodiseerd verkrijgbaar en zelfs voorzien van afbeeldingen. Ook zijn er
Wheatley dozen die uitgevoerd zijn met ‘slit-foam’, een uitvinding die volgens
mij uit de designafdeling van C&F komt. Persoonlijk ben ik wel een liefhebber
van ‘slit-foam’ en er zijn volgens mij bijna geen andere dozen zonder
‘slitfoam’ verkrijgbaar. Gelukkig zijn de traditionele compartimentsdozen nog
steeds verkrijgbaar voor de nostalgicie onder ons.
Echter, de concurrentie ligt op de loer, en hoewel Wheatley nog steeds haar
dozen naar eigen zeggen in Engeland produceert, worden er in het verre
oosten inmiddels volop imitatie vliegendozen gemaakt. Vooral dure merken
als C&F en Wheatley zijn het slachtoffer van deze praktijken. De
prijsverschillen zijn dermate groot dat menig vliegvisser over zijn principe
heenstapt en zichzelf trakteert op een Chinese doos. Hoog tijd om eens een
vergelijking te doen tussen de echte Wheatley en de Cheapley. Joost Stolk
stelde zijn 6” 16 Wheatley compartimentsdoos van 44 jaar oud ter beschikking
en die vergelijken wij met een nieuwe 6” 10 compartimentsdoos uit een noname fabriek, de zogenaamde Cheapley.
Laten we beginnen met de Wheatley. Een mat geborstelde aluminium
vliegendoos met 16 compartimenten De behuizing is van stevig aluminium
gemaakt en de plaatdikte is 0,9 mm. Dat is bijzonder want dat is geen officiële
handelsmaat en ik vermoed een oude (Engelse) standaard. De doos draagt
het logo van Wheatley Silmalloy. In de ene deksel van de doos is een
20
foamlaag gelijmd die naar het zich laat aanzien al eens is vervangen. Het is
de plek waar nimfjes in de foamlaag gehaakt kunnen worden. Het binnenwerk
met de compartimenten is een losse eenheid die in de andere deksel van de
doos is geklonken met 8 aluminium nageltjes. De vakverdeling is solide van
constructie en door een ingenieuze verbindingsmethode kunnen de schotten
in de doos absoluut niet torderen. De compartimentjes worden afgesloten door
de doorzichtige raampjes en na 44 jaar zien die er nog goed uit en openen en
sluiten ze perfect. De kunststof ‘glaasjes’ zijn niet aangetast. Bij sommige
kunststoffen komt het voor dat er door veroudering klein scheurtjes ontstaan
waardoor de kunststof er uit gaat zien als matglas. De raapjes scharnieren
middels een messing? asje. Het verbaast mij wel een beetje omdat aluminium
en messing niet direct twee metalen zijn die makkelijk te combineren zijn door
hun galvanische reactie. Maar het gaat in deze doos al 44 jaar goed, dus is
dat geen issue. De uiteinden van de asjes zijn geborgd en er is geen
mogelijkheid dat deze asjes uit de behuizing kunnen lopen.
De Cheapley doos is gemaakt van 0,7 mm dik en olijfgroen geanodiseerd
aluminium. Ondanks het dunnere plaatmateriaal voelt de doos stevig aan. De
vakverdeling bestaat uit 10 compartimenten en aangezien de doos dezelfde
uitwendige maat heeft als de Wheatley zijn de compartimenten dus groter. Het
voordeel is dat het uitnemen van de vlieg uit de doos wat makkelijker gaat.
Eén deksel van de doos is voorzien van ‘slitfoam’ met 6 rijen die 24 vliegen
kunnen herbergen. Ideaal voor de weerhaakloze vliegen van tegenwoordig
aangezien mijn ervaring is dat die uiteindelijk los raken wanneer ze in foam
zijn geprikt. Ook bij deze doos is het compartimenten-gedeelte een losse
eenheid die nu met kleine popnageltjes in de andere deksel is vastgezet. Door
de popnageltechniek ontstaan kleine openingen in de doos waardoor deze
niet meer waterdicht is. De vakverdeling is eenvoudig geconstrueerd en mede
door de grote vakken voelen de verbinden van de verdeelschotjes wat wankel
aan. De raampjes scharnieren door middel van een klein asje, de constructie
is gelijk met de Wheatley, maar met dat verschil dat de asjes niet geborgd zijn.
Dit levert geen problemen op maar mocht dat toch zo zijn dan is met een
kleine lijmdruppel of een voorzichtig tikje met een klein spijkertje het asje
alsnog te borgen.
21
prijs
foam
vakverdeling
scharnieren
waterdicht
Wheatley
€ 66,00
+
++
++
++
Cheapley
€ 9,95
++
+
+
Conclusie: het blijft appels en peren vergelijken, precies zoals deze rubriek is
bedoeld. Wheatley is ruim 6 keer duurder dan de Cheapley en bevindt zich
aan de bovenkant van het dozensegment. De Cheapley is met zijn € 9,95 een
goedkope doos. Het is geen exacte kopie van Wheatley want er zijn nogal wat
verschillen tussen de twee dozen. Het grootste voordeel van de Cheapley is
dat hij uitgevoerd is met ‘slitfoam’ voor de nimfen. Constructief is de originele
Wheatley onverwoestbaar en stamt duidelijk uit de tijd dat levensduur
belangrijker was dan de eerste aanschafprijs. De Cheapley doos geeft een
klein beetje het nostalgische gevoel van het origineel. En dat is volgens mij de
belangrijkste redenen om een dergelijke doos te kopen. Want eerlijk is eerlijk.
De modern uitgevoerde dozen voldoen uitstekend aan de wensen van de
hedendaagse vliegvisser. Mocht je de zekerheid willen hebben dat je
vliegendoos nog gebruikt gaat worden door zoons en kleinzoons, neem dan
de Wheatley. Onverwoestbaar en natuurlijk het onvervalste origineel.
Jelke
http://jimsfortheloveofhistory.blogspot.nl/2011/01/fishing-for-history-or-tryingmy-hand.html
http://users.cybercity.dk/~bcc25154/Web/north_country_flies.htm
22
Mag ik u wat vragen? Follow the leader
Wanneer ik met mijn zoon Mart aankom bij de werplessen van Marcel en Nico
bij het Geestmerambacht, zie ik dat Marcel op mijn zoon afloopt en hoor hem
zeggen ‘Dat is een mooie hengel!’. Ik zie Mart glimmen van trots terwijl hij zijn
lijn door de ogen van de pas afgebouwde glashengel rijgt. De lijn heeft nog
geen leader en ik tover een klosje nylon uit mijn jaszak. ‘Nee joh’, zegt Marcel,
‘dat is toch niet goed, dat slaat niet lekker over’ en bindt een tapered leader
aan de vliegenlijn. Ondertussen laat Nico mij zien hoe hij zijn eigen leader
heeft verbonden aan de vliegenlijn. Er is geen overgang te zien, de lijn loopt
nagenoeg naadloos over in de leader. Kort legt hij mij uit hoe dat gaat en dan
beginnen de werpinstructies. Mmm, bedenk ik, da’s een goede tip, dat ga ik
ook proberen.
De leader
Wanneer je uitgaat van een worp van 12 meter dan wordt de laatste 3 meter
overbrugt door de leader. Niets nieuws zal de lezer denken. Maar het zijn
natuurlijk wel de belangrijkste meters. Vooral in rustig stromend of stilstaand
water kan een mooi gepresenteerde vlieg het verschil maken tussen vangen
en niet vangen.
Loop-on-junction
Vaak wordt de verbinding tussen vliegenlijn en leader gemaakt door een ‘loopon-junction’. Een lus van braided nylon wordt op de vliegenlijn gelijmd en de
leader wordt door middel van een lus verbonden. Een perfect systeem dat
23
verder geen toelichting behoeft. Veel vliegvissers verbinden zo hun leader
want het is de meest makkelijke manier om een verbinding te maken. De
‘loop-on’ wordt kant en klaar gekocht en over de lijntip geschoven. Een
druppeltje tien-seconden lijm doet de rest. Voor de wat zwaardere lijnen is het
in de regel ook de beste manier. Door middel van de ‘loop-on-junction’ is het
makkelijk om leaders te wisselen voor bijvoorbeeld een zinkende of
intermediate polyleader.
Maar voor het vissen met de lichte lijnen van #1 tot en met #5 waarbij het
vissen een delicate presentatie vraagt en de verwachting is dat er niet van
leadertype gewisseld hoeft te worden, kan men ook een definitieve verbinding
maken. De lijmverbinding à la Nico kan dan heel geschikt zijn. Voor mijn #4
lijn ben ik aan de slag gegaan om de verbinding aan te passen. Aanvankelijk
stuitte ik op wat problemen. De naald kreeg ik niet goed in de lijn, de nylon
kreeg ik niet in het gat en de lijmverbinding was niet sterk. Met wat ge-google
kwam ik op een voor mij goed werkende methode.
Benodigdheden
De spullen die nodig zijn;
 een tapered leader in mijn geval 5X
 een naaimachine naald
 een vice
 10 seconden lijm (vloeibaar en geen gel)
 de lijn
 een akenslijper of fijn schuurpapier
De werkwijze
Plaats de naaimachinenaald in een vice en schuif de lijn over de naald. Na
ongeveer 1,5 centimeter laat je de naald uit de lijn komen.
24
Op de foto is te zien waarom gekozen is voor de naaimachine naald. Deze
heeft een opening in de punt en daar wordt de tip van de leader doorgevoerd.
Door nu voorzichtig de lijn van de naald te schuiven wordt de leader door de
lijn getrokken. De leader wordt steeds dikker en komt vaster te zitten in de lijn.
Je laat ongeveer 5 centimeter van de butt uitsteken.
Met schuurpapier of een hakenslijper ruw je de laatste centimeters op voor
een goede hechting van de lijm. Dan kan de leader worden ingelijmd en zo
snel mogelijk op zijn plaats worden geschoven. Dat moet i.v.m. de droogtijd
snel gebeuren omdat de lijm zeer snel droogt. Knip het uitstekende deel van
de leader zo dicht mogelijk bij de vliegenlijn af en de verbinding is klaar.
Op internet circuleren wat twijfels van vliegvissers over de sterkte en
betrouwbaarheid van de verbinding. Mijn verwachting is dat het mee valt. De
verbinding hoeft in principe niet sterker te zijn dan de tippet, maar ik kan er
met heel veel kracht aan de leader trekken. Ik zeg: ‘sterk zat’.
Jelke
25
Una giornata memorabile
Zaterdag 14 juni, het is 06:00 uur en de zon is al 1 uur 40 minuten op. Buiten
klinkt het vrolijke geluid van de merel en ik lig nog luid snurkend in mijn bed.
07:30 de wekker begint te spelen en ik vraag mij slaapdronken af waarom ik
op mijn vrije dag zo vroeg wordt gewekt, als het langzaam tot mij doordringt
dat ik vandaag had afgesproken om te gaan fietsen met de RABO
sponsorfietstocht. Meteen ben ik wakker en voel de adrenaline door mijn
aderen stromen. Tijdens de ALV hadden zich ongeveer zeven clubleden
opgegeven. Tot spijt bleven er na diverse afmeldingen en het uitblijven van
aanmeldingen uit het overige ledenbestand drie die-hard clubleden over om
de eer en financiën van onze club veilig te stellen. Aangevuld met de
echtgenoten van de twee bestuursleden komen we op het totaal van vijf
personen waarmee we dus totaal € 150,- bij elkaar kunnen fietsen. Met mijn
echtgenote, die ondanks zware spit rugklachten geen verstek laat gaan,
verschijn ik om 08:50 uur aan de start bij het hoofdkantoor van de RABO bank
aan de Robonsbosweg. Zoekende naar onze overige clubleden zie ik Marjan
Gravenmaker staan, die mij weet te vertellen dat Willem en Aad de Lange, die
met zijn stalen ros helemaal uit Warmenhuizen naar Alkmaar is gekomen, al in
de rij staan om de routekaarten op te gaan halen. Al ras zie ik Willem en Aad
naar ons toe komen met een flinke bos oranje RABO rugzakjes en daarin de
route / stempelkaart en een flesje water. Al snel tel ik er totaal 10 terwijl wij
met slechts vijf personen verschijnen. ‘Tja’ zegt Willem ‘ze vroegen of we met
tien personen waren en ik zei maar ja’. Ach een extra flesje water kan geen
kwaad.
Willem heeft er zin in en wil snel op pad om als een van de eersten bij de
eerste stempelpost en koffiepauze aan te komen. Tussen de wachtende leden
van andere verenigingen laveren wij ons richting de Bergerweg. Al snel
worden wij gepasseerd door fanatieke wielrenners die het rondje in een
noodtempo willen afwerken. Bij de rotonde van Bergen slaan wij rechtsaf het
fietspad op waar al snel blijkt dat de RABO bank, al dan niet gepland, een
ware survival tocht in petto heeft. Voor mij roept Willem ‘GLASSS, GLASS’.
Ik weet nog net een aantal scherpe glasscherven te ontwijken. Rechts van mij
zie ik een van de fanatieke wielrenners zijn band plakken. Hardlopers, of in dit
geval fietsers, zijn doodlopers/fietsers. Dit herhaalt zich nog tweemaal op het
fietspad waardoor meteen duidelijk wordt dat het niet alleen een ontspannen
tocht zal worden met een goed gesprek. De route brengt ons verder langs het
kanaal, door de Daalmeer langs de Mare richting de Drechterwaard. Tot zover
gaat alles zeer soepel en voorspoedig. Via de Beverkoog komen we uit bij
Achterweg waar we via de spoorbrug over het kanaal Alkmaar Kolhorn steken.
En daar waar alle andere fietser rechtdoor gaan en Aad en ik hen bijna
26
volgen, blijkt hoe onze voorzitter zich zorgvuldig op de tocht heeft voorbereid.
Daadkrachtig maant hij ons om hem te volgen wat wij braaf doen. Ik voeg mij
naast Willem die mij vervolgens trots en uitvoerig vertelt hoe hij de avond
ervoor de hele route in zijn Garmin GPS navigator had ingevoerd. Tijdens het
invoeren ontdekt hij een storende fout in de beschrijving van de route. Deze
stuurt alle fietsers naar de nieuwe Ashok Bhalotra brug over de N242 waar zij
later op het industrieterrein in totale verwarring de route kwijt zullen raken.
Even twijfel ik als ik zie dat wij met z’n vijven als enigen deze weg volgen
maar de zelfverzekerde blik van onze voorzitter overtuigt mij, zeker als hij wijst
op de nieuw gebouwde fietsbrug over de N242 vlak voorbij de kruising bij
Babylon. Uiteraard blijkt dat Willem volkomen gelijk heeft als wij inderdaad bij
de Stationsweg uitkomen zoals in de routebeschrijving staat.
Ondertussen zitten wij met het vraagstuk van het verschil tussen het aantal
stempelkaarten dat wij hebben ontvangen en het aantal deelnemende
clubleden. Willem is nog niet zo zeker of wij alle kaarten moeten laten
afstempelen en daarmee aanspraak maken op de volledige bijdrage van deze
sponsortocht. Wij hebben echter als enige van alle fietsende clubs de officiële
route gefietst en daarmee als enige ook recht op de bijdrage. Wij besluiten
eensgezind om deze kwestie met de organisatie op te nemen. In
Heerhugowaard ontvangen wij van de RABO bank een kopje koffie en
uiteraard wordt daar net als vorig jaar tegen betaling appelgebak aangeboden.
Het lijkt ons niet meer dan terecht dat de club de kosten voor het gebak voor
zijn rekening zal nemen. Ondertussen ga ik naar de stempelpost om onze
deelnemerskaarten te laten stempelen. Ik vertel ze van de fout in de
routebeschrijving en dat wij door de secure voorbereiding van onze voorzitter
als enige de juiste route fietsen. Hierop worden zonder enige aarzeling alle 10
de kaarten afgestempeld. Wij vervolgen onze route via Oterleek naar de
Kolhornbrug bij Oudorp waar ook weer diverse fietsers verkeerd rijden. Wij
volgen Willem want die heeft tenslotte zijn navigator. Het laatste stuk via
Overdie en het Hoefplan terug naar het hoofdkantoor verloopt zonder
problemen. Rond 12 uur zijn wij weer terug. Bij de organisatie lever ik alle 10
kaarten in en daarmee hebben Willem Gravemaker, Aad de Lange, Marjan
Gravemaker, Hanneke van Soest en mijn persoon elk € 60,- dus totaal weer €
300,- voor de club bij elkaar gefietst. Tot slot krijgen wij van Marjan nog een
paar heerlijke stukjes meloen. Met een tevreden gevoel nemen wij afscheid
van elkaar. Aad gaat met zijn stalen ros terug naar Warmenhuizen, Willem en
Marjan gaan die middag nog naar de visserijdagen in Egmond en Hanneke en
ik gaan naar huis. En volgend jaar? Wij zijn er weer bij. Wie gaat er mee?
Erik
27
Boekbespreking: 1001 Pearls in Fishing Wisdom
Het is niet altijd gemakkelijk een boek te vinden dat leuk of belangrijk genoeg
is voor clubleden. Gelukkig zijn er anderen die ook veel lezen. Frits van
Merkenstein is zo iemand en vaak geeft hij me een voorzet. Ook deze keer.
Het boek van deze Nimf geeft Advice and Inspiration for Sea, Lake and
Stream. En dat voor alle visserijen hoewel er een apart hoofdstuk is dat over
vliegvissen gaat. Een grote hoeveelheid citaten vormt de inhoud van het
boek. Lange en korte. Sommigen houden niet van one-liners maar hier staan
ook veel uitgebreide citaten uit de visliteratuur. Die mensen komen hier ook
aan hun trekken. Voor elk wat wils. Niet alles hoeft je aan te spreken.
De indeling is in hoofdstukken, die logisch zijn gerangschikt. Waar komt de
liefde voor onze visserij vandaan? Wat zijn vissen? Techniek,grote vissen,
enz. enz. Een leuk, leerzaam boek waar ik al veel in heb zitten bladeren en
dat zeker voorlopig in de huiskamer ergens blijft liggen. Het formaat is
12x15cm en het past gemakkelijk op het nachtkastje. Inslapen na een mooi
citaat levert vast mooie visdromen op die vanwege de aard van het beestje
altijd nat zullen zijn. Het is samengesteld door Nick Lyons. Zoals zoveel
tegenwoordig is het in China in elkaar gezet. Netjes en stevig gebonden in
een stijve bandzetter(kaft). Op internet te koop voor 11 euro, zonder
verzendkosten. Leuk om te hebben of je vismaat cadeau te geven.
Dirk Barendregt
28
Laatste clubavond van het voorseizoen
Het is donderdag 15 mei en al weer de laatste clubavond van het voorseizoen.
Wie heeft er ooit besloten dat we zo’n lang zomerreces hebben, van medio
mei tot eind september? Het lijkt wel of we een wintersport beoefenen. Nu
moet ik zeggen dat de mogelijkheden om fijn te vliegvissen in onze Noord
Hollandse polders met de dag afnemen. Het water wordt alsmaar troebeler
met uitzondering van een recent gebaggerde stadsvijver. Maar dit is wel de
periode dat we massaal naar het buitenland – lees de Kyll – gaan. Om die
reden zou ik best wat later ons
voorseizoen willen sluiten ten bate van een leuke avond over vliegvissen op
Duitse rivieren.
Maar nee, deze laatste avond gaan we traditioneel vissen met elkaar. Hans,
Martin de Ligt, Din, Erik, Koos, Aard, Rob en Milco verzamelen zich op het
clubhuis. Na de nodige discussie vetrekken ze rond acht uur naar de
Beverkoos. Het blijkt inderdaad moeilijk om nog helder water in de buurt te
vinden. Bart SP kom wat later aan en heeft nog voordat hij zijn hengel kan
optuigen een controleur op zijn nek. Dan komt Rob aan die snel naar huis is
gegaan om zijn hengel op te halen. Toch een vrij belangrijk ding als je wilt
vliegvissen. Bart loopt in de richting van waar Milco is vertrokken en vindt
Harry en Martin op weg naar betere oorden. Ze moeten lang lopen voordat ze
een stek vinden die hun goedkeuring krijgt. Niet dat ze vervolgens veel
vangen. Martin lukt het op een mooi doubletje van baarsjes te vangen.
Ondertussen sluipen Koos en Milco door het haast ondoordringbare
struikgewas om in de meest onooglijke slootjes hun geluk te beproeven. Aan
de oppervlakte is hier en daar duidelijk activiteit waar te nemen. Het
aanwerpen in deze Alkmaarse bush is een lastige opgave, zeker niet
makkelijk en een hele kunst te noemen. Zo nu en dan blijft de vlieg aan het
hoge struikgewas hangen en moet de hele zooi weer uitgerafeld worden.
Soms is ‘ontknopen’ geen optie meer en moet het geheel worden vervangen.
Maar toch zijn er enkele kleine zilveren rakkers, voorzien van oranje vinnen,
niet te weerhouden om de fraai gebonden insecten-imitaties aan te vallen. De
vangsten zijn niet groot maar wel groots te noemen. Milco vangt een bliekje op
de bovenste nimf en ziet bij het landen dat er een klein snoekje achter de buit
aan zit. Hij laat het bliekje nog een beetje dartelen en de achtervolger grijpt op
dat moment de onderste nimf. Het snoekje blijkt een baarsje te zijn. Deze
bliek/baars doublet zou overigens een pracht vangst zijn geweest tijdens de
NP Trophy.
29
Din en Aard staan langs een prachtig watertje hun nimfen te benatten. Ook
hier zijn de vangsten niet overweldigend maar het is heerlijk buiten te zijn op
deze prachtige avond. Aard vist met zijn, nog half in de verpakking zittende,
nieuwe Streamtech # 3 hengel. Hij heeft hiermee al enkele mooie voorns
achter een klein valletje weten te verschalken. Ook demonstreert hij nog even
het gemak van de automatische reel. Erg handig…weer iets om over na te
denken….
Rond half tien staken we de strijd die niet in de boeken zal komen vanwege
onze indrukwekkende vangsten. In de Geist drinken we nog wat na en hebben
het vooral over de visreizen die we binnenkort gaan maken. Veel visplezier zit
hem in de voorbereiding en de nog onbeperkte verwachtingen. En wat ons
eigen water in de zomer betreft: de competitie om een voorn van minimaal 30
centimeter te vangen is weer open vanaf 1 Juni. De fles malt whisky van Bart
is inmiddels drie jaar ouder, maar dat is meestal geen probleem. Stuur hem
wel een foto van je vangst als bewijs, want grote verhalen vertellen kunnen we
allemaal heel goed 
Milco en Bart
30
Vang ‘n (grote) voorn
Wij hebben er ongemerkt een traditie bij. Voor het vierde jaar op rij ontvang je een fles
singel malt whisky als je met je vliegenhengel tussen 1 juni en 1 september een voorn
vangt die groter is dan 30 cm. Voorwaarde voor uitreiking van deze prijs is dat je deze
voorn in Nederland hebt gevangen, op foto hebt vastgelegd en verhaalt hoe je tot deze
supervangst bent gekomen. Het mag een blank- of ruisvoorn zijn.
Tenslotte: als hij het kan (hieronder), waarom jij dan niet?
Bestuur en redactie wensen je een zonnige zomertijd met veel
strakke hengels. Leg je avonturen vast op foto of in een verhaal
en deel het met je club. De deadline voor kopij van de volgende
Poldernimf is 1 september 2014. Andere belangrijke data voor je
agenda zijn: eerste Poldervlieg clubavond op 11 september en
het jaarlijkse Ijsbaanvissen op 20 september.
31
32