TEKST: JEROEN VAN CAMPENHOUT - Klim

/roadtrip Alpen
26
De regen klettert zachtjes tegen de ramen, boven ons verplaatst de grijze wolkenmassa zich zeer
langzaam, niet veel later verlaten we de Belgische landsgrenzen. Met een volgepakte auto rijden
Bart Vaganee en ik richting Alpen voor een road trip.
Onze eerste halte ligt zo’n 750km verder: de Furkapass in Zwitserland, met als uitvalbasis de
Albert-Heim-Hütte. Een gezellige, propere hut op anderhalf uur stappen van het Tiefenbach Hotel.
Het eerste wat ons opvalt is de vele sneeuw die nog aanwezig is, iets wat ons nog meermaals last
zal bezorgen. Het uitzicht aan de hut heeft iets weg van een voorjaarslandschap.
De zomer lijkt hier nog niet begonnen, zeker wanneer de hemel potdicht trekt en het begint te
sneeuwen... Jajaah, zomer... men %£*ùµ$... We zetten onze tent op naast de hut en worden
vriendelijk onthaald door de twee huttenwirten. De volgende dag meer van dat: sneeuw...
Een dagje tent/hutzitten dan maar. ‘s Avonds arriveren er zelf toerskiërs, ik vraag me echt af wat
we hier doen...
Eindelijk kunnen we lachen wanneer ik de tent open: zon!
Maar al tijdens de aanloop naar de route loopt het mis: omwille van de diepe sneeuw is het pad
onzichtbaar pad en lopen we verkeerd. We klimmen die dag een paar lengtes die we zelfs niet
in de topo terugvonden. We concentreren ons dan maar op ons doel voor de volgende dag: de
Winterstock - Mangolyto - 6a - 250m. De aanloop is lang en zwaar. Normaal slechts 45 minuten
wandelen, maar wij doen er 2 uur over. Gelukkig is het klimmen wel mooi. Barsten en dallekes
wisselen elkaar af. Wel jammer van de (te) goede equipering. Zelfs naast de barsten stonden
haken. Op de top hadden we een verbluffend uitzicht over de Urner Alpen. Na een 8-tal rappels
staan we terug op de sneeuw en veel sneewploeteren later aan de tent.
TEKST: JEROEN VAN CAMPENHOUT
CHAMONIX
Omdat slecht weer deze contreien zou teisteren besluiten we
de volgende dag naar Chamonix te rijden. We bedanken de
Huttenwirten voor hun gastvrijheid, betalen onze pintjes, dalen
af naar de auto en zetten koers richting Chamonix, waar het
mooi weer belooft te worden.
In Chamonix hebben we als eerste doel een bezoekje aan Envers
des Aiguilles. Vanwege de vele sneeuw kunnen we de tent niet
opzetten aan of rond de hut maar krijgen een mooi plekje op zo’n
50 meter onder de hut toegewezen. De plaats is rustig met een
verbluffend uitzicht en tijdens de overgang van dag naar nacht
een lichtspektakel om vingers van af te likken… Een klimmer
heeft niet veel nodig om gelukkig te zijn.
Jammer genoeg staat Bart de volgende dag op met een dikke
verkoudheid. Onze eerste dag in het kleine paradijs is voor Bart
een dag van rust en zonnen, terwijl ik bol stond van de energie...
’s Anderendaags nog meer pech voor Bart. Hij is nog steeds ziek
en besluit af te dalen. Na wat wikken en wegen blijf ik boven in
de hoop een klimpartner te kunnen vinden. Na veel wensen voor
beterschap, begint mijn bevraging in de hut.
Sneller dan verwacht heb ik beet! Met de Duitser Henink,
wiens partner ook ziek is, klim ik “Le Piège”, een beklimming
voornamelijk in 6de graad, wat ik persoonlijk een mooie
introductie in “les Envers” vind. Een route van 6 touwlengtes
met 2 minuten aanloop en haast geen haken, met enkel mooie
barsten voor vingers en handen met zelfs een pittige eerste 6b+
vuistbarst, of toch de eerste passen, het tweede deel van de
lengte is pittiger.
Met Steve klim ik de mooie “Bienvenue chez Georges V”, een
route van vrij constant 6de graad 350m. Ze start in een pittig
vingerbarstje met als enige opwarming 20 min. wandelen.
Het verder verloop zijn mooie barsten afwisselend met een
touwlengte plaatklimmen. Wel dien je heel goed op te letten,
want voor je het weet zit je in een andere route of hang je aan
een verkeerde relais, iets wat ook wij mochten ondervinden.
Gelukkig liggen alle lijnen hogerop meer uit elkaar en is verkeerd
klimmen daar moeilijker.
De volgende dag werken we nog het eerste deel van “Children
of the moon” (6a 350m) af. We verspelen veel tijd in de steile
aanloop over papperige sneeuw en het zoeken naar de juiste
of vooral veilige inklim. Een gapende randspleet zorgt voor de
nodige spanning: cam plaatsen, inpikken, voetje uitsteken en
voorover laten vallen om vervolgens hoger een tweede cam te
plaatsen die de nodige veiligheid biedt.
Omdat we het laatste treintje dalwaarts niet wilden missen,
daalden we halverwege de route af. Maar ik weet zeker dat ik
nog eens terug kom om die route volledig af te werken!
Het Chamavontuur eindigt hier voor ons en er wordt koers gezet
richting Valle dell’ Orco, het barstenmekka!
De dag erop is Henink’s maatje genezen en moet ik een andere
klimpartner zoeken. Na een paar afwijzingen raak ik in gesprek
met Kim, een jonge gast van Parijs, die met een groep vrienden
een paar dagen in de hut verblijft. Met hem klim ik “Guy-Anne
Insolité”, een constante 6a(+) 370m, en ook “Marchand de
Sable” 5c/6a 350m.
De eerste route is afwisselend klimmen, met veel barsten en
weinig dal: I like it! De 4de touwlengte was onwaarschijnlijk
mooi: een diagonale barst, vingers achter kleine randjes, voeten
op wrijving en alles dichttrekken om de friends te steken. Het
was op en top genieten!
“Marchand de Sable” was voor ons beide eerder een mentale
spelletje, want de quotaties in de topo zijn niet echt correct en
de dalplaten zijn zuinig afgezekerd.
Ook hier krijg ik twee sleutellengtes voorgeschoteld: 2 maal
een hoekversnijding die gedülferd dient te worden en zodoende
lekker dichttrekken om af te zekeren. Spijtig genoeg barst vlak
onder de top een onweer los. Na enkele pijlsnelle rappels, een
hoop hagel op onze kop en een nat pak staan we veilig met een
pint in de hand aan de hut.
Na twee dagen welverdiende rust in Chamcity keer ik samen met
Steven, een Britse klimmer met veel ervaring terug naar Envers.
Steven leerde ik kennen op de camping. Bart voelde zich nog
steeds niet aangesterkt.
27
VALLE DELl’ORCO
Na een rustige maar kostelijke rit Cham-Orco (Mont-Blanc tunnel
en péage, wat ons 60 € kost!!) komen we aan op een verlaten
camping, recht over de “Sergant”, een van de bekendste sectoren
en vlakbij de Kosterlitz-boulder. We vinden het vreemd dat er
in zo een bekend klimgebied nog geen handvol tentjes staan,
dit terwijl het weer perfect is! Enkel in het weekend komen er
massaal veel Italianen naar de camping om er mega bbq’s te
houden en veel bier te verzetten.
Op dag één is het plan “Dièdro Nanchez” te klimmen. Maar na
een aanloop door een echte wildernis en een slecht te vinden
pad, blijkt deze drijfnat te zijn... Wat nu? Bart heeft last van
z’n knie; na onze aankomst hadden we nog wat geboulderd
op de Kosterlitz waarbij Bart zijn knie had gestoten. Bart geeft
aan terug te gaan naar de camping, terwijl ik gelukkig nog een
Duits koppel vind om de bekende “Orecchio del Pachiderma”
(6b) of het olifantenoor te klimmen. Een schitterende golvende
barst gaat over in de route “Rattle Snake” (6c+). We beginnen
met twee lengtes over dal, waarvan één 6c lengte op scherpe
regletten en fijn voetenwerk. Bovenaan begint het serieuze
werk: een overhangende barst/off-width (6c+) gequoteerd. Ik
ben blij dat ik deze niet moet voorklimmen, het is mijn eerste
off-width, en wat voor eentje…! Alle mogelijk technieken moeten
boven gehaald worden: armbars, chickenwings, noem maar op…
en ondertussen moet er grip gezocht worden voor de voeten…
en wringen maar, om daarna totaal uitgeput aan de relais te
komen... Wel een schitterende route en een mooie introductie
in Orco!
De volgende dag klim ik met Bart “Incastromania” (6a). De route
slingert zich in een S-vormige barst naar boven. Leuk om de
techniek te oefenen en toch niet al te moeilijk.
Vervolgens wordt “Nicchia delle Torture” (6b) aangevallen. De
eerste oorspronkelijke lengte is echt géén aanrader, ze loopt
diagonaal over slechte rots en veel gras. Je attaqueert ze beter
recht onder het begin van de tweede lengte (Papernik colpisce
ancora 6b+), in een goed afgezekerde lengte op regletten. De
tweede lengte is echter subliem: een perfecte handbarst, een
leuke traversée langs een off-width en vervolgens jezelf om de
hoek weer in een barst te wringen die breed begint en steeds
smaller wordt, heel mooi!
28
Op onze laatste dag in Orco hadden we onze zinnen gezet op
misschien wel de bekendste route: “Fessure della disperazione”
(6a/6b).
Het blijkt een route te zijn die erg veel kracht vraagt van ons
beiden: drie off-width lengtes waar cam 5 en 6 toch noodzakelijk
zijn. Vooral in lengte twee, waar Bart tijdens het klimmen cam 6
helemaal tot boven mee schuift.
Er rest me dus maar 1 ding: “niet vallen tijdens het naklimmen”!!
Ik adem goed in en start. De enigste rustpositie is het rechterbeen
volledig in de barst te gooien, want een val zou een pendule
betekenen van een slordige 15m...
Met het nodige gekreun, geroep en gesleur, raken we toch
boven… en volledig geradbraakt terug op de camping. “Fessure
della disperazione” blijkt één van de meest veeleisende routes
die ik ooit geklommen heb…of staat onze off width-techniek toch
nog niet op punt?
LA BERARDE
Laatste bestemming voor de zomer is het pittoreske La Bérarde.
Het aanhoudend mooie weer zorgt voor een grote motivatie en
rusten zouden we later wel doen. Zo lopen we al snel naar de
Refuge du Soreiller onderaan de machtige Dibona waar we twee
routes willen klimmen: “Visite Obligatoire” (6a+ 300m) en “Voie
des Savoyards” (6a 300m). Beide routes hebben een aanloop
van 5 minuten…tja het hoeft niet altijd ver te zijn.
De eerste route is een goed geëquipeerde route die ons langs 13
mooie touwlengtes tot op de scherpe top van de Dibona brengt,
vooral getypeerd door dalklimmen en meer verticale touwlengtes
op perfecte graniet. Boven in de route is het vrij moeilijk de route
te vinden, maar één ding is zeker: het is er nergens echt moeilijk
en “alle routes” leiden naar de top...
Van op de top gaat het in één rappel tot op een richel die
getraverseerd dient te worden, om daarna een groot sneeuwveld
naar beneden te volgen (normaal gezien een wandelpad maar
een strenge winter beslist er anders over). Dit heeft als groot
voordeel dat we gewoon naar beneden kunnen schuiven en in
een uurtje terug aan de hut staan om te chillen in de zon met een
welverdiende pint in de hand.
Dag twee, “Voie des Savoyards”, een klassieke route op
pitons, iets totaal anders dan de dag voordien. Deze route heeft
slechts één 6de graads-lengte maar het is wel steeds zoeken
naar pitons. Bijkomend gegeven is het steeds zoeken naar de
juiste weg om daarna te moeten improviseren op de relais… een
veelzijdige klim dus. Zo kom ik op een bepaald moment aan een
“relais” van één piton met een ring en nergens veel soeps om te
verstevigen. Het werd dus een relais op één piton en een kleine
C3 cam! Weinig bewegen was de boodschap… en dus ook Bart
aanmoedigen om voort te maken. Ik was blij dat ik daar weg
was... Net voor het einde van de route bevindt zich nog een leuke
lange touwlengte die men simultaan dient te klimmen.
Twee dagen, twee maal top van de Dibona langs twee prachtige
routes, Nice! Tevreden dalen we terug af naar de camping in La
Bérarde en overwegen misschien toch een rustdag in lassen…
Twee dagen later vertrekt Bart huiswaarts om zijn zinnen te
zetten op z’n herexamens. Ik blijf nog een dikke twee weken
langer en klom er verschillende routes met Wim en Tine, twee
fijne, gezellige landgenoten die een huis kochten in La Bérarde
en er elke vakantie doorbrengen met hun dochter Lumi, een
ware aanrader om er te logeren!
De volgende dagen klim ik er nog op verschillende sectoren
maar de twee mooiste beklimmingen zijn ongetwijfeld “Trésor
de Reckam” (6b/6c 450m) op de Tête du Rouget en de alpiene
beklimming van de “Dôme des Ecrins” langs de col de Ecrins.
Voor de eerste route loop ik met Tine aan naar de refuge du
Sorreiller. We vertrekken om 6.00u naar de inklim. Deze keer
moeten we niet 5 minuten wandelen maar meer dan 2 uur
langs puin en een gigantisch sneeuwveld. Wij zijn zo slim onze
crampons thuis te laten en enkel een piolet mee te brengen, zij
het wel dat de sneeuw die nacht toch aangevroren is... Op onze
sportschoenen verliezen we hier heel wat tijd. Met een beetje
vertraging komen we aan de col waar je nog drie vieze rappels
dient te maken in een steencouloir. Tijdens het recupereren van
het touw komt werkelijk alles naar beneden en is het voortdurend
dekking zoeken. Maar eens in de route kan het feest beginnen:
super verticaal klimmen op scherpe regletten en bomvaste
graniet! De route haalt een maximaal niveau van 6b/6c. De
cruxpassages zijn er (overdreven) goed behaakt. Bovenaan
staan de haken redelijk ver uit elkaar, maar dit kan je opvangen
door enkele cams mee te nemen als morele steun… wij doen
het echter zonder. Ik klim ongeveer 3/4de van de route voor en
het is puur genieten! Voor Tine is het soms wat zwaarder, zij
klimt op haar limiet. Klimmen met de rugzak is puffen geblazen,
maar ook wel lachen… en ze doet dit schitterend! Ongeveer
halverwege de route worden we nog getrakteerd op een kort en
hevig onweer. De schrik zit er wel even in wanneer je die grijze
gordijnen op je ziet afkomen. Gelukkig neemt de zon terug de
overhand en door een aanhoudende wind is de rots in een mum
van tijd opnieuw droog.
Op de top hebben we een fenomenaal uitzicht over de Ecrins. We
dalen af langs een graat, waar een slippertje zou zorgen voor een
laaaaaange vrije val… concentratie geboden dus! Vrij snel vinden
we de drie rappels om daarna nog een stukje af te klimmen op
minder moeilijk terrein. De tweede rugzak wordt gerecupereerd
en twee uur later staan we terug aan de hut om ons innerlijk nog
wat aan te sterken en niet veel later af te dalen. Jaah, dit was
een erg lange dag! We waren een slordige 16 uren onderweg,
maar konden nagenieten van een dag in hoog alpien terrein, en
vooral van het volkomen alleen te zijn tijdens de beklimming...
Niet veel dagen later ben ik met Wim onderweg richting Col
des Ecrins (AD) en bivakkeren we aan het einde van de Bonnes
Pièrresvallei en genieten er van een mooi licht-en-wolkenspektakel. In een bijtende kou gaan we rond 4.00u op stap. Een
sneeuwveld dat langzamerhand steiler wordt, brengt ons naar
het rotsgedeelte waar een systeem van kabels tot op de Col
gaat. Dit gaat net iets trager dan verwacht en met zonsopgang
staan we op de Col. Reeds vele klimmers bevinden zich boven
ons. De moeilijkheden liggen echter achter ons en het is nog
zo’n 2 uren sneeuwstampen tot op de top waar we getrakteerd
worden op een gigantisch uitzicht: van de Matterhorn tot aan de
Mont Blanc en de Vercors. Onder een snikhete zon halen we ons
bivakmateriaal op en dalen verder af.
Enkele dagen later nam ik afscheid van Wim, Tine en
Lumi, bedank hen voor de gastvrijheid en de mooie tijd.
Dag bergen en avontuur, dag pracht en praal...
Met dank aan Kariboe voor het prima materiaal
Meer info en foto’s op www.rockandiceclimbing.blospot.be
29