Bouwman – BIM in het kort

BIM in het kort
Auteur: ing. Jan W. Bouwman, VolkerWessels Innovatie Management
Versie: 1.1, maart 2011
Wat is een BIM en waarom is dat belangrijk.
Wat is het niet?
Om maar direct met de deur in huis te vallen: Het lijkt wel of BIM staat voor
Bijzonder Irritant Modewoord.
Iedereen heeft het erover en iedereen doet er aan mee. Zoveel hoofden zoveel
zinnen. Zoveel Bedrijven zoveel Bimmen.
Het is goed te beseffen dat onder het begrip BIM niet altijd door iedereen
hetzelfde wordt verstaan!
Wat is het wel?
Het initiatief COINS heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de processen in de
bouwketen, van initiatief tot sloop, en heeft deze vergeleken met andere
branches, zoals o.a. de procesindustrie en scheepsbouw. Daaruit zijn een aantal
interessante lessen te leren, waar we in de bouwbranche ons voordeel mee
kunnen doen.
Eén van de interessante zaken bleek het feit dat er in de Bouw voortdurend
‘uniciteit’ werd geclaimd m.b.t. de te bouwen bouwwerken en dat men daarom
achteraf pas kon vaststellen wat er fout is gegaan. Als we dat nou vooraf hadden
geweten…
Toen hebben we dus gezocht naar een manier om, ook voor unieke projecten,
vóóraf inzicht te verkrijgen in wat normaliter pas áchteraf bekend is. En dat
hebben we gevonden door een ‘digitale maquette van het (toekomstige)
bouwwerk’ te introduceren dat zich op bepaalde aspecten precies zo gedraagt als
het fysieke bouwwerk, en dat in fase net vóór loopt op het werkelijke bouwwerk.
We kunnen dan op die digitale maquette ‘oefenen’ voordat we maatregelen in
werkelijkheid nemen. Die digitale maquette bestaat gedurende de gehele life
cycle van het bouwwerk en heeft zijn nut in elke fase.
Die digitale maquette noemen wij ‘BIM’ (Bouwwerk Informatie Model) en het
werken ermee noemen we Virtueel Bouwen (en Virtueel Gebruiken en Virtueel
Slopen enz.).
We gebruiken bewust het woord ‘Bouwwerk’, omdat een BIM niet beperkt is tot
een ‘gebouw’. Meestal zit er een stuk van de omgeving bij, en niets weerhoudt
ons om ook civiele objecten zoals wegen, viaducten enz. in een BIM op te nemen
De ‘eigenaar’ van een BIM is dezelfde als de eigenaar van het bouwwerk. In elke
fase van een bouwproject kan het accent van eigendom van
(=verantwoordelijkheid voor) het bouwwerk overigens tijdelijk op een andere
partij liggen. Dat is met een BIM niet anders.
Belangrijk is ook, dat er gedurende de life cycle sprake is van één BIM (net zoals
er sprake is van één bouwwerk), met voor elke fase specifieke gegevens. Elk
project (bouwwerk) heeft zijn eigen BIM. Een BIM is het gebouw (bouwwerk).
Het is dus niet zo, dat elke partij in hetzelfde project ‘zijn eigen BIM’ heeft! Om
dit zo te kunnen stellen moeten de gegevens op een manier worden opgeslagen
die de werkelijkheid weliswaar vereenvoudigt, maar toch zeer sterk benadert.
Wij hebben die structuur ontwikkeld vanuit twee stellingen die de essentie van
het bouwproces kernachtig beschrijven:
1) Bouwen is het transformeren van grondstoffen tot bouwdelen (Maas/TUe)
2) Bouwen is verbinden van bouwdelen (Bouwman/COINS)
Beide activiteiten zijn uit te voeren met behulp van hulpmiddelen (mensen,
machines, etc), informatie (plannen, specificaties, instructies, etc) en energie.
Daarnaast leeft het besef dat elk bouwwerk een bepaald doel moet dienen,
anders gezegd, een bepaalde functie moet vervullen. Daarom hebben we in onze
structuur ook de mogelijkheid opgenomen om gewenste functies (met daaruit
voortvloeiende eisen) op te nemen. Dit biedt de mogelijkheid om het bouwwerk
ook puur functioneel te beschrijven, dus nog vóór dat er keuzen gemaakt zijn
voor welke (fysieke) oplossing dan ook.
VRAAG
AANBOD
functie
bouwwerk
validatie
prestatie
verificatie
eisen
Dit sluit aan bij ontwikkelingen op het gebied van Systems Engineering die
momenteel in de branche gaande zijn, en maakt het mogelijk een BIM in het
allervroegste stadium (=initiatief) in te zetten.
De structuur biedt tevens mogelijkheid tot verifiëren en valideren van de
gegevens.
Het nut van het hebben van een digitale maquette van het gebouw is, dat tal van
partijen en disciplines tegelijkertijd en vanaf elke plek op de wereld de
beschikking hebben over actuele gegevens van dat gebouw. In elke fase. Dit
maakt integraal werken mogelijk.
Met die gegevens kunnen talloze berekeningen en/of simulaties worden
uitgevoerd, waarvan de resultaten kunnen worden gebruikt om de afmetingen
en/of vorm aan te passen met dezelfde of andere programmatuur. Belangrijk om
te beseffen is dat de programmatuur géén onderdeel uitmaakt van een BIM. Er
kunnen dus steeds nieuwe mogelijkheden ingezet worden. Vereiste is wel dat
deze programma’s kunnen ‘praten’ met het BIM.
Een van de kenmerken van een ‘goed’ BIM is dat de gegevens ‘los staan van de
applicatie’. Deze andere manier van werken vereist op drie punten een nieuwe
manier van denken en doen:
1) een omslag van (traditioneel) 2D naar 3D voor een BIM. Je kunt ook
zeggen: een BIM maakt de vertaling van 3D (idee/behoefte) naar 2D
(tekeningen) naar 3D (werkelijk bouwwerk) overbodig.
2) het Functioneel Specificeren als uitwerking van de behoefte en als begin
van de oplossing.
3) het werkelijk integraal aanpakken van het probleem van (en de oplossing
voor) de klant.
Het is duidelijk dat we het hier niet hebben over het aanschaffen van (weer) een
nieuw software-pakket, maar over een stelsel van samenhangende, partijoverschrijdende afspraken (die uiteraard worden ondersteund door software).
Een BIM is géén 3D-CAD. Een BIM is méér dan dat. Een BIM ‘is’ het gebouw. 3D
CAD levert meestal ‘slechts’ een (fraaie) afbeelding van het gebouw en de
gegevens zijn meestal onderdeel van de applicatie (d.w.z. niet vrij toegankelijk
buiten het programma om). Daarnaast is de structuur van de dataopslag in een
3D-CAD meestal niet bekend en daarmee dus ook niet of de datastructuur nauw
aansluit bij de werkelijkheid. Een BIM kan ook al worden gevuld en gebruikt vóór
dat er sprake is van een vorm (het domein van een CAD pakket).
Mits voorzien van een goede aansluiting, is het wel denkbaar dat een 3D-CAD
pakket kan communiceren met een BIM (net als de andere genoemde externe
programmatuur) om zo van de teken- en presentatie mogelijkheden van een
CAD pakket gebruik te kunnen maken.
Een BIM staat los van het (huidige) bouwproces en dus ook los van de (huidige)
partijen en fasen. Dit is bewust gedaan want een BIM biedt veel meer (en
daardoor andere) mogelijkheden dan we nu hebben. Daardoor is het dankzij een
BIM mogelijk om het huidige bouwproces (van initiatief tot sloop) opnieuw in te
richten.
Dat heeft natuurlijk tal van juridische en organisatorische consequenties. Een
complete, optimale BIM omgeving is dus niet van vandaag op morgen in te
voeren. Delen daarvan natuurlijk wel.
Tenslotte: een situatie die op de hiervoor beschreven wijze gebruik maakt van
een BIM leent zich bij uitstek voor een verdergaande normalisering van objecten.
Wanneer die in het BIM kunnen worden opgenomen kunnen er gedetailleerde
objectbibliotheken ontstaan die het werken met een BIM nog efficiënter maken.
We hoeven echter niet te wachten tot deze bibliotheken er zijn.
Kortom:
Een BIM is volgens onze visie een digitale voorstelling van het bouwwerk in al
zijn fasen, op een manier die de fysieke werkelijkheid zeer dicht benadert. We
zeggen wel: een BIM ‘is’ het bouwwerk. BIM staat voor Bouwwerk Informatie
Model. Door opnemen van Functies en Eisen in het model is verificatie en
validatie is eenvoudig mogelijk. Deze gegevens van het bouwwerk zijn (min of
meer) gelijktijdig door tal van disciplines te gebruiken voor bv. berekeningen,
simulaties, aanpassingen en presentaties m.b.v. specialistische programmatuur.
Deze programmatuur moet gegevens kunnen uitwisselen met het BIM, maar is
verder onafhankelijk van het BIM
BIM is géén 3D-CAD (en 3D-CAD is dus géén BIM), maar een 3D-CAD pakket
kan wel, net zoals andere externe programmatuur, gebruikt worden om bepaalde
gegevens in een BIM te plaatsen of om gegevens uit een BIM te gebruiken (bv.
voor fraaie presentaties).
Een BIM biedt zoveel extra (en andere) mogelijkheden, dat het optimaal
benutten daarvan uitnodigt tot een herinrichting van het gehele proces rondom
de life-cycle van een bouwwerk.
Het onderzoeken van alle mogelijke daaruit voortvloeiende consequenties is een
uitdaging op zich.