BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy voltijd Associate degree-programma Accountancy voltijd en deeltijd Hogeschool Inholland Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E [email protected] BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy voltijd CROHO nr. 34406 Associate degree-programma Accountancy voltijd en deeltijd CROHO nr. 80008 Hogeschool Inholland Hobéon Certificering Datum 20 december 2013 Auditteam R.J.M. van der Hoorn MBA E.A. Ploegman RA drs. J.N. Leppink S.H. van der Pijl Secretaris I.M. Gies Broesterhuizen INHOUDSOPGAVE 1. BASISGEGEVENS 1 2. SAMENVATTING 5 3. INLEIDING 9 4. OORDELEN OP HET NIVEAU VAN DE STANDAARDEN 13 5. ALGEMEEN EINDOORDEEL 47 6. AANBEVELINGEN 49 7. BEVINDINGEN AUDITPANEL INHOLLAND SURINAME 51 BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE I II III IV V VI Scoretabel Opleidingsspecifieke eindkwalificaties Schematisch overzicht opleidingsprogramma Programma, werkwijze en beslisregels Lijst geraadpleegde documenten Overzicht auditteam 53 55 57 63 69 71 1. BASISGEGEVENS NAAM INSTELLING Hogeschool Inholland status instelling Bekostigd resultaat instellingstoets kwaliteitszorg Niet van toepassing NAAM OPLEIDING (zoals in croho) Accountancy registratienummer croho 34406 domein/sector croho Economie oriëntatie opleiding Hbo niveau opleiding Bachelor Associate degree graad en titel aantal studiepunten (ec’s) Bachelor of Business Administration 240 Associate degree of Business Administration 120 onderwijsvorm Competentiegericht locaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam varianten Voltijd 1 relevante lectoraten Lectoraat Intellectual Capital Lectoraat Governance, Finance & Accountancy datum audit / opleidingsbeoordeling 10 en 11 oktober 2013 1 2 80008 Voltijd, deeltijd 2 De deeltijd- en duale variant van de hbo-bacheloropleiding Accountancy op de leslocaties Diemen en/of Rotterdam zijn omwille van bedrijfseconomische redenen in afbouw. De duale variant van het Associate degree-programma Accountancy op de leslocatie Rotterdam kende vanaf de start geen instroom en is in afbouw. Het Associate degree-programma Accountancy (voltijd en deeltijd) wordt vanaf september 2013 nog een jaar aangeboden bij Hogeschool Inholland en de licentie gaat vervolgens over naar Hogeschool Rotterdam. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 1 Basisgegevens hbo-bacheloropleiding Accountancy Hogeschool Inholland, voltijd 3 Instroom (aantal) 2007 voltijd totaal 43 o voltijd Alkmaar 17 o voltijd Diemen 12 o voltijd Rotterdam 14 Uitval (percentage) uit het eerste jaar 4 2007 voltijd totaal 44 o voltijd Alkmaar 41 o voltijd Diemen 17 o voltijd Rotterdam 71 uit de hoofdfase 5 o voltijd Alkmaar o voltijd Diemen o voltijd Rotterdam Rendement (percentage) 6 voltijd totaal o voltijd Alkmaar o voltijd Diemen o voltijd Rotterdam Docenten (aantal + fte) voltijd totaal o voltijd Alkmaar o voltijd Diemen o voltijd Rotterdam Opleidingsniveau docenten (percentage) 7 voltijd totaal o voltijd Alkmaar o voltijd Diemen* o voltijd Rotterdam Docent–student ratio 8 voltijd totaal o voltijd Alkmaar o voltijd Diemen o voltijd Rotterdam Contacturen (aantal) 9 voltijd** 2008 51 22 14 15 2009 74 30 24 20 2010 84 42 19 23 2011 24 16 2 6 2012 33 25 2 6 2008 43 50 57 20 2009 61 40 96 50 2010 45 21 84 57 2006 14 8 44 2006 43 64 33 22 aantal 54 13 20 21 Master 72 62 76 85 2011 63 50 100 83 2007 40 20 25 2007 29 20 30 50 2012 N.n.b. N.n.b. N.n.b. N.n.b. 2008 55 33 33 2008 N.n.b. N.n.b. N.n.b. N.n.b. Fte 42,2 11,3 16,7 14,2 PhD. 2 0 0 5 Bachelor 26 38 23 10 1e jaar 18-20 2e jaar 14-16 3e jaar 12 1:19,8 1:23,0 1:16,8 1:20,7 4e jaar 12 * Drie docenten zijn bezig met een masteropleiding ** Daarnaast heeft de voltijdstudent in het derde studiejaar nog 12 uur stagebegeleiding en in het vierde studiejaar 18 uur afstudeerbegeleiding. 3 4 5 6 7 8 9 Bron: Basisgegevens opleidingsbeoordeling ‘Indicatoren en definities’, Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, 11 september 2012 Het aandeel van het totaal aantal bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij de opleiding staat ingeschreven. Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur zonder het diploma te hebben behaald alsnog uitvalt uit de opleiding. Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat het bachelordiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar. Het aandeel docenten (onderwijzend personeel) met een hbo, master en PhD in het totaal aantal docenten (onderwijzend personeel). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte’s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de opleiding. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 2 Basisgegevens hbo-Associate degree-programma Accountancy Hogeschool Inholland, voltijd en deeltijd instroom (aantal) voltijd deeltijd rendement (percentage) 10 voltijd deeltijd docenten (aantal + fte)* voltijd deeltijd docenten (niveau) 11 voltijd deeltijd docent–studentratio 12 voltijd deeltijd contacturen (aantal) 13 voltijd deeltijd 2009 - Master 10 2010 2009 aantal 21 2011 11 1 2010 - 2012 31 0 2011 N.n.b. N.n.b. fte 14,2 Bachelor 85 PhD. 5 1:20,7 1e jaar 18-20 8-10 2e jaar 14-16 8-10 * Bij de Ad worden dezelfde docenten ingezet als bij de bachelor in Rotterdam. 10 Het aandeel van de Associate degree-studenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat het diploma haalt in de nominale studieduur + één jaar. Het aandeel docenten (onderwijzend personeel) met een hbo, master en PhD in het totaal aantal docenten (onderwijzend personeel). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte’s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de opleiding. 11 12 13 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 3 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 4 2. SAMENVATTING Hogeschool Inholland (Inholland) verzorgt de hbo-bacheloropleiding Accountancy (AC-B) in een voltijdvariant op de leslocaties in Alkmaar, Diemen en Rotterdam en vooralsnog het Associate degree-programma Accountancy (AC-Ad) in een voltijd- en deeltijdvariant in Rotterdam. AC-B leidt op tot financieel dienstverlener voor het niet-controleplichtige deel van het midden- en kleinbedrijf. Zij kunnen zich zelfstandig vestigen of in dienst treden bij een administratiekantoor dan wel bij een op het midden- en kleinbedrijf gerichte (afdeling van een) accountantsorganisatie. Afgestudeerden combineren hun dienstverband vaak met een vervolgstudie in het post-hbo tot Accountant Administratieconsulent of aan de universiteit tot Registeraccountant. AC-Ad leidt op tot assistent-accountants die werkzaam zijn bij accountantskantoren en bij administratiekantoren gericht op het midden- en kleinbedrijf. Dit rapport en deze samenvatting beschrijven in welke mate de opleiding AC voldoet aan de kwaliteitseisen van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en aan de eisen van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA). Beoogde eindkwalificaties De beoogde eindkwalificaties zijn voor de bachelor voltijd op alle drie de locaties gelijk. Datzelfde geldt voor de eindkwalificaties van de voltijd- en de deeltijdvariant van het Associate degreeprogramma. Alle eindkwalificaties zijn ten aanzien van de inhoud, het niveau en de oriëntatie geconcretiseerd en actueel. Zij sluiten direct aan bij de competenties uit het herziene landelijke beroeps- en opleidingsprofiel Accountancy uit 2012. De Ad richt zich op een deel van de competentiegebieden (vb. focus op de administratieve en fiscale dienstverlening) en hanteert een lager eindniveau. Bij alle competenties neemt de opleiding de relevante gedrags- en beroepsregels die voor accountants gelden, als uitgangspunt. Na het succesvol afronden van de bachelor beschikken alle studenten over de graad ‘Bachelor of Business Administration’. De opleiding heeft zich ten opzichte van het landelijk profiel verder geprofileerd door de keuze voor twee extra competenties (werken in een project, professioneel vakmanschap) en benadrukt ook het belang van onderzoekend vermogen. De opleiding is in transitie naar een nieuw onderscheidend profiel. Zij gaat het accent ‘good governance’ (in combinatie met ethisch en integer handelen) sterker verbinden met haar eindkwalificaties en het onderwijs. De opleiding kan zich ook meer onderscheiden door de ‘couleur locale’ per leslocatie vorm te geven. AC bereidt vooral de bachelor-, maar ook wel de Ad-studenten voor op het werken in een internationale en interculturele omgeving. Bij de opleiding staat dit bekend als ‘I@Home’. AC toont met diverse schema’s aan dat zowel de bachelor als de Ad met de beoogde eindkwalificaties voldoen aan de eindtermen met de genormeerde studiebelasting en op het beschreven niveau, zoals vereist door de CEA. Via structurele raadpleging van hun netwerk borgen de verschillende leslocaties van AC een adequate afstemming van de beoogde eindkwalificaties op de huidige en de toekomstige ontwikkelingen in het specifieke vakgebied en het relevante werkveld. Het auditpanel komt voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) bij Standaard 1 tot het oordeel (ruim) ‘voldoende’. Programma Het programma van de bachelor voltijd is op alle drie de leslocaties hetzelfde en is gericht op zowel de controle- als de samenstelpraktijk. Het Ad-programma is daarentegen specifiek gericht op de fiscale praktijk en de samenstelpraktijk voor de MKB-ondernemer. Het verschil tussen de voltijd en de deeltijd Ad is dat het didactische concept is afgestemd op de desbetreffende doelgroep. De inhoud en de vormgeving van de programma’s stellen de studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te bereiken. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 5 De basis van de opleiding wordt gevormd door de leerdoelen, die in relatie staan met de eindkwalificaties. De inhoud van de programma’s wordt daarnaast bepaald door de CEAeindtermen. De samenhang in het programma komt tot stand door de indeling in thema’s, de opbouw in leerlijnen en de toenemende complexiteit van de te verwerven kennis, vaardigheden en attitudes. De programma’s hebben een sterk beroepsgericht karakter. Alle programma’s kennen een geïntegreerde onderzoekslijn, waar het auditpanel van onder de indruk is. Naast het lectoraat ‘Intellectual Capital’ dat binnen de opleiding veelvuldig betrokken is bij het praktijkgericht onderzoek, gaat AC het nieuwe lectoraat ‘Governance, Finance en Accountancy’ bij de inhoud van de opleiding betrekken. Voor de deeltijdvariant van de Ad is ‘action learning’ het didactisch model, waarbij de student bewust leert met en van andere studenten van concrete werkervaring, die wordt gerelateerd aan theorieën en vaardigheden. De opleiding zet adequate maatregelen in om haar studiesucces te verbeteren, maar zij haalt haar streefcijfers nog niet. Het komende jaar dient aandacht uit te gaan naar het aantonen en het monitoren van de verbetering van de rendementen en een verlaging van de uitval. Studenten zijn het meest tevreden over de praktijkgerichtheid, de samenhang en de inhoud van de programma’s. Hoewel de positief-kritische studenten van mening zijn dat de studielast beter verdeeld kan worden over de vier studiejaren, waarderen zij net als het auditpanel de bovenmodale studielast in positieve zin. Het bereidt hen uitstekend voor om in het accountancy-werkveld aan de slag te gaan. Voor de Standaarden 3, 4, 5, 6 en 7 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) uit op voldoende. Bij Standaard 2 komt het auditpanel door de geïntegreerde onderzoeksleerlijn en de betrokkenheid van het lectoraat ‘Intellectual Capital’ bij het praktijkgericht onderzoek voor alle varianten uit op ‘goed’. Personeel Het personeelsbeleid binnen het cluster Finance kent een jaarlijkse cyclus van functioneringsen beoordelingsgesprekken. Eisen die aan het personeel worden gesteld, zijn helder geformuleerd en door middel van bij- en nascholing wordt de kwaliteit van het personeel structureel geborgd. De vak- en onderwijsdeskundigheid van de docenten die AC thans op drie locaties en bij de bachelor en de Ad inzet, is ruim voldoende tot goed. Van de 54 docenten beschikt 72% van de docenten over een relevante mastertitel en 2% van de docenten heeft een Phd. De werkervaring en de relaties die docenten hebben met het werkveld zijn in orde. De AC-docenten volgen regelmatig inhoudelijke cursussen/bijeenkomsten en delen in de vakgroepen onderling hun expertise. Het meest positief in de Nationale Studenten Enquête 2013 (NSE) en tijdens de auditgesprekken zijn de studenten over de docenten (o.a. persoonlijke aandacht, betrokkenheid, inhoudelijke deskundigheid en kennis van de beroepspraktijk). De werkdruk is - vanwege de vele ontwikkelingen die de opleiding doormaakt (vb. de daling van het aantal studenten, afbouw van de deeltijd- en duale varianten en efficiëntiemaatregelen) - hoog en medewerkers verkeren in onzekerheid vanwege komende bezuinigingen. Ondanks dat, is er sprake van een gemotiveerd docententeam dat de schouders eronder zet. AC beschikt over ruim voldoende docenten om het onderwijs te kunnen verzorgen. De verlaging van de werkdruk en een verhoging van de docenttevredenheid verdienen het komende jaar aandacht. Ook zal de zelfverzekerdheid van docenten bij het begeleiden en beoordelen van het afstuderen weer toenemen. Voor de Standaarden 8 en 10 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) tot ‘voldoende’. Bij Standaard 9 komt het auditpanel door de ruime deskundigheid van de docententeams, de structurele aandacht voor deskundigheidsbevordering en de tevredenheid van de studenten over de docenten voor alle varianten uit op ‘goed’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 6 Voorzieningen De huisvesting op de drie locaties en de ICT-infrastructuur voldoen aan de normaal daaraan te stellen eisen. De bibliotheekvoorziening is op orde; de boeken- en tijdschriftencollectie is digitaal benaderbaar. De hogeschool streeft naar het compleet digitaliseren van de collectie. De digitale studieomgeving Blackboard is onmisbaar; studenten gebruiken digitale weblectures. De studenten van de leslocatie Rotterdam zijn over de geschiktheid van de werkplekken, de bibliotheek en de ICT-faciliteiten in vergelijking met de studenten van de leslocaties Alkmaar en Diemen het meest tevreden. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende. Het auditpanel vindt het een goede ontwikkeling dat de opleiding de studieloopbaanbegeleiding het komende jaar meer onder gaat brengen bij de projecten. De waardering in de NSE is tussen 2011 en 2013 voor de informatievoorziening vanuit de opleiding toegenomen. Het tijdig publiceren van toetsresultaten binnen de gestelde termijn blijft een verbeterpunt. Voor Standaarden 11 en 12 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) uit op ‘voldoende’. Kwaliteitszorg Het cluster Finance kent een periodieke evaluatie van het onderwijs en de bedrijfsvoering in een jaarlijkse planning- en controlcyclus. Er is een meerjarenplan ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs, met daarin jaarplannen met betrekking tot de door te voeren verbeteringen. De evaluaties leiden tot verbeteringen; deze zijn opgenomen in een verbeterplan per locatie waarin de deadlines en de ‘probleemeigenaren’ zijn genoemd. Maar ook bestaat de mogelijkheid om de verbeteringen binnen de jaarcyclus door te voeren. Bij het evalueren zijn de medewerkers, studenten, afgestudeerden en het werkveld betrokken. Het auditpanel heeft een duidelijk kwaliteitsbesef waargenomen bij alle betrokkenen. Door onder andere meer en beter terug te koppelen naar studenten over verbeteracties en de resultaten, kan de opleiding haar verbetersystematiek optimaliseren. Voor de Standaarden 13 en 15 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) op ‘goed’ en voor de Standaard 14 op dit moment nog op ‘voldoende’. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Het cluster Finance heeft veel werk gemaakt van het verbeteren van het toetsbeleid en systeem. Dit heeft geleid tot een aantal goede instrumenten, waardoor toetsing van tussenniveaus en het eindniveau valide en betrouwbaar is en efficiënt verloopt. Door het uniformeren van toetsen van de drie leslocaties in de eerste twee studiejaren is een kwaliteitsverbetering doorgevoerd. Het auditpanel steunt de opleiding dan ook in de verdere aanpassing daarvan in de laatste twee studiejaren. De opleiding beschikt over een stevige examen- en toetscommissie. De leden van deze commissies zijn zich van hun taken bewust en werken zorgvuldig. Het auditpanel is zeer te spreken over de wijze waarop de opleiding AC de afgelopen twee jaar heeft ingezet op de verbeteringen ten aanzien van het gerealiseerde niveau van studenten. Kijkend naar de aandacht voor het praktijkgericht onderzoek in de afstudeeropdrachten van de bachelor loopt de opleiding op dit moment, zo stelt het auditpanel op basis van zijn steekproef vast, vóór op een aantal collega-opleidingen in Nederland. Alle afstudeerproducten die het auditpanel voorafgaand aan de audit bekeek, voldeden minstens aan het hbo-bachelorniveau. Daarnaast borgt de stevige kennisbasis in het programma en de landelijke Overall Toets (OAT) het juiste kennisniveau van de studenten. Vanwege het feit dat de Ad in september 2011 is gestart, was ten tijde van het opvragen van de afstudeeropdrachten (september 2013) maar één Ad-student afgestudeerd. Het auditpanel heeft dit ene afstudeerproduct bekeken en beoordeelde het met een voldoende. Door de resultaten van de bachelor alsmede het inzetten van hetzelfde docententeam en dezelfde afstudeerprocedure verwacht het auditpanel dat de opleiding de Ad-studenten voldoende voorbereidt om een afstudeeropdracht op het juiste niveau te schrijven. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 7 Voor de Standaard 16 komt het auditpanel voor de bachelor (voltijd) tot het oordeel ‘goed’ en voor de Ad (voltijd en deeltijd) op dit moment nog op ‘voldoende’. Algemene conclusie: Het aantal studenten is binnen de opleiding sterk teruggelopen, waardoor de opleiding genoodzaakt was het beleid aan te scherpen en een reorganisatie door te voeren. Het auditpanel heeft de opvatting dat de opleiding AC er sterker uit is gekomen. Door de situatie is een evidente stroomversnelling ontstaan in de kwaliteitsverbetering van de onderwijsleeromgeving en het gerealiseerde niveau. De opleiding is haar balans weer aan het hervinden. Indien de opleiding haar sterke punten behoudt en haar beoogde verbeteringen doorzet, ziet het auditpanel mogelijkheden dat de opleiding zich over de volle breedte doorontwikkelt tot een gedegen opleiding Accountancy. Het auditpanel komt voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) tot de overall kwalificatie ‘voldoende’. Den Haag, 20 december 2013 R.J.M. van der Hoorn MBA, voorzitter I.M. Gies Broesterhuizen, secretaris ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 8 3. INLEIDING Toezicht op en beoordeling van de opleiding AC De hbo-bacheloropleiding Accountancy, die Hogeschool Inholland (Inholland) aanbiedt, wenst haar in 2009 door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) verleende accreditatie verlengd te zien met wederom een periode van zes jaar – de accreditatiecyclus in het Nederlands hoger onderwijs. De Accountancyopleidingen in Nederland staan naast het toezicht door de NVAO tevens onder toezicht van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA). Doordat de CEA controle houdt op de naleving van de eindtermen van de bacheloropleidingen Accountancy, is zij o.a. in staat te bepalen of de post-bacheloropleidingen en professionele masters op grond van de ‘Wet op het accountantsberoep’ een aanwijzing kunnen verkrijgen. Door toetsing van de CEAeindtermen tijdens de beperkte of uitgebreide opleidingsbeoordeling kan de CEA gebruik maken van de uitkomsten van de NVAO-Accreditatie en ontstaat een vermindering van de accreditatielast voor de Accountancy-opleidingen. Het voorliggende beoordelingsrapport is de resultante van een zogeheten ‘Uitgebreide Opleidingsbeoordeling’, die op 10 en 11 oktober 2013 is uitgevoerd door een auditpanel van onafhankelijke deskundigen aan de hand van het NVAO- 14 en het CEA-beoordelingskader 15. Dit rapport behandelt achtereenvolgens de bevindingen, overwegingen en conclusies van het auditpanel op zestien kwaliteitsstandaarden, gegroepeerd naar ‘beoogde eindkwalificaties’, ‘programma’, ‘personeel’, ‘voorzieningen’, ‘kwaliteitszorg’ en ‘toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties’. Het auditpanel beoordeelde uitsluitend de voltijdvariant van de hbo-bacheloropleiding Accountancy op de leslocaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam en de voltijd- en deeltijdvariant 16 van het Associate degree-programma Accountancy op de leslocatie Rotterdam. De deeltijd- en duale variant van de hbo-bacheloropleiding Accountancy op de leslocaties Diemen en/of Rotterdam en de duale variant van het Associate degree-programma Accountancy zijn in afbouw. Deze varianten behoorden daarom niet tot de scope van deze audit 17. Daarnaast biedt de opleiding voor studenten, die vanaf 1 oktober 2012 in Suriname zijn ingestroomd bij de FHR School of Business, een Double Degree programma aan. De bevindingen van het auditpanel over deze constructie volgen in een apart hoofdstuk (zie H7 – Inholland Suriname). In opdracht van Inholland en in overleg met de opleiding is het auditpanel (zie bijlage VI voor een toelichting) door Hobéon samengesteld en goedgekeurd door de NVAO. Positionering van de opleiding AC binnen de hogeschool De opleiding Accountancy valt organisatorisch binnen het Domein Management, Finance en Recht (MFR) van Hogeschool Inholland. Dit domein is opgedeeld in drie clusters; de opleiding Accountancy maakt deel uit van het cluster Finance. Binnen dit cluster verzorgt Inholland ook de hbo-bacheloropleidingen Bedrijfseconomie (BE) en Financial Services Management (FSM). Het domein MFR en het domein Marketing, Toerisme en Vrijetijdsmanagement (MTV) nemen samen deel aan het Kenniscentrum Onderwijs en Onderzoek. 14 15 16 17 Beoordelingskader Accreditatiestelsel Hoger Onderwijs Beperkte of Uitgebreide opleidingsbeoordeling, Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie d.d. 22-11-2011 Commissie Eindtermen Accountancy-beoordelingscriteria hbo-accountantsopleidingen d.d. 24-01-2011 Het Associate degree-programma Accountancy (voltijd en deeltijd) wordt vanaf september 2013 nog één jaar aangeboden bij Hogeschool Inholland en de licentie gaat vervolgens over naar Hogeschool Rotterdam. Hogeschool Inholland verwacht dat de deeltijd- en de duale varianten van Accountancy (ruim) voor deze formele einddatums zijn afgebouwd. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 9 Het managementteam van cluster Finance bestaat uit één clustermanager en vier teamleiders. De clustermanager voert locatie-overstijgend de regie over de opleidingen. Op de afzonderlijke locaties zijn de teamleiders Finance verantwoordelijk voor de opleiding. Geschiedenis en Karakteristiek van de opleiding AC Het aantal aanmeldingen bij de opleiding Accountancy is, mede door de publiciteit over het te lichtvaardig verstrekken van getuigschriften bij de opleiding Media en Entertainment Management van Inholland in Haarlem (vanaf de zomer 2010), sterk teruggelopen. Inholland heeft daarom besloten om een eerste reorganisatieronde door te voeren en daarnaast om verschillende varianten van AC af te bouwen. Daarbij streeft AC er naar om haar degelijkheid en kwaliteit, die leidende begrippen zijn binnen de opleiding, te behouden. In onderstaande tabel volgt eerst een volledig overzicht van de huidige en in afbouw zijnde leslocaties, de niveaus en de varianten van de opleiding Accountancy van Inholland (hierna in totaliteit afgekort als de opleiding of AC). Er is tevens aangegeven hoe de bachelor-varianten (hierna bachelor of AC-B) en Associate degree-varianten (hierna Ad of AC-Ad) in dit beoordelingsrapport worden aangeduid. Locatie Niveau Variant Alkmaar Diemen Bachelor Bachelor Rotterdam Bachelor Voltijd Voltijd Deeltijd Voltijd Deeltijd Duaal Voltijd Deeltijd Duaal Associate degree Afkortingen in dit rapport BA-vt BD-vt BR-vt Ad-vt Ad-dt - Aantal studenten mei 2013 124 98 26 88 17 0 46 2 0 Besluit tot afbouw Nee Nee Ja Nee Ja Ja Deels Deels Ja Laatste instroom Sept Sept Sept Sept Nvt Nvt 2011 Nvt 2011 Nvt 2013 2013 Nvt Beoordelen tijdens de audit Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Nee Tabel 1 – Locaties, niveaus en varianten AC Inholland AC-B hanteert voor de voltijd op de drie leslocaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam dezelfde eindkwalificaties. Afgestudeerden van de bachelor kunnen als beginnend accountant werken zowel in het beroepenveld Accountancy als daarbuiten in management- en adviesfuncties op fiscaal, administratief-organisatorisch en financieel-economisch gebied. Om bedrijven en instellingen in staat te stellen jaarlijks verantwoording af te leggen door in de jaarrekening informatie te geven over de financiële resultaten, worden medewerkers van accountantsbureaus of accountants ingezet. De accountants verzamelen en controleren de financiële informatie en geven een accountantsverklaring af. Vaak combineren afgestudeerden van de bachelor hun baan met een vervolgstudie in het post-hbo tot Accountant Administratieconsulent (AA) of aan de universiteit tot Registeraccountant (RA) 18. Het voltijdprogramma op de drie leslocaties is tevens hetzelfde. AC-Ad is in september 2011 gestart. De voltijd- en deeltijdvariant leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. De afgestudeerde Ad’er is werkzaam bij op het midden- en kleinbedrijf gerichte accountantskantoren en bij administratiekantoren. De werkzaamheden liggen primair op het gebied van de administratieve en fiscale dienstverlening. Hij is (na enkele jaren praktijkervaring) in staat om deze werkzaamheden zelfstandig te verrichten, in het algemeen onder eindverantwoordelijkheid van een (certificerend) accountant of een fiscalist. 18 Een AA-accountant houdt zich bezig met de administratie en het opstellen, beoordelen en/of controleren van een jaarrekening (samenstelpraktijk). Hij is een adviseur (op financieel-economisch en fiscaal gebied) en werkt voor het midden- en kleinbedrijf. Een RA-accountant houdt zich echter vooral bezig met controlewerkzaamheden en financiële verslaglegging van financiële feiten (controlepraktijk). RAaccountants moeten een universitaire opleiding volgen. Ondanks de verschillen in werkgebied hebben AA- en RA-accountants dezelfde bevoegdheden. Zij mogen een controleverklaring afgeven. Beiden zijn lid van het de NBA; de nieuwe fusieorganisatie van de NOvAA (voorheen beroepsvereniging AA’s) en het NIVRA (voorheen beroepsvereniging RA’s). ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 10 Complexere werkzaamheden zullen meer moeten worden aangestuurd. Met het Ad-diploma kunnen studenten (naast hun werkzaamheden in de praktijk) direct doorstromen naar de bachelor Accountancy. De programma’s van Ad-vt en Ad-dt zijn nagenoeg gelijk met de eerste twee jaar van respectievelijk B-vt en B-dt, maar leggen op bepaalde punten andere nuances. Het didactische concept is per variant afgestemd op de desbetreffende doelgroep. Studenten Ad-dt volgen drie dagen per week colleges en werken twee dagen in de praktijk. In juni 2013 is een convenant met Hogeschool Rotterdam afgesloten, waarin staat dat de Ad (voltijd en deeltijd) vanaf september 2014 wordt aangeboden bij Hogeschool Rotterdam. Ontwikkelingen na vorige accreditatie van de opleiding AC In september 2007 vond de vorige visitatie van AC plaats. De opleiding is toen positief beoordeeld. In februari 2009 besloot de NVAO na een verzoek om aanvullende informatie in 2008 dit oordeel over te nemen en accreditatie te verlenen aan de opleiding. Sindsdien zijn de aandachtspunten die het toenmalige auditpanel naar voren bracht, door de opleiding aantoonbaar opgepakt en er zijn verbeteringen doorgevoerd (zie Tabel 2 – Verbeteringen audit). Aandachtspunten en Verbeteringen Internationalisering De opleiding had te weinig aandacht voor internationale aspecten van accountancy. De programma’s zijn daarom aangepast (zie Standaard 3). Lectoraten Tot 2010 waren de lectoraten organisatorisch op hogeschoolniveau geplaatst. Sinds 2010 maken zij deel uit van de domeinen. Ze zijn voor de economische opleidingen ondergebracht bij het Kenniscentrum Onderwijs en Onderzoek van de Domeinen MFR en MTV. Daardoor staan ze dichter bij het onderwijs (zie Standaard 2). Literatuur Sinds de vorige visitatie zijn het niveau en de kwaliteit van de gebruikte literatuur verbeterd door de samenwerking binnen de vakgroepen en de afstemming met de curriculumcommissie. Daarnaast worden ook literatuuradviezen vanuit het ACscholenoverleg overgenomen. Als gevolg van de toegenomen aandacht voor onderzoeksvaardigheden leert de student meer dan voorheen hoe hij adequate literatuur verzamelt en gebruikt. Studielast De studielast is voor de studenten niet verminderd (zie Standaard 6); wel is voor studenten duidelijker wat er van hen tijdens de studie wordt verwacht. Dit wordt duidelijk gemaakt in de studiehandleidingen, die meer dan voorheen informatie bevatten die een goede studieplanning mogelijk maakt. Instroom De student maakt kennis met studeren in het hoger beroepsonderwijs tijdens het introductieprogramma en het programma studieloopbaanbegeleiding. Deze kennismaking bij de start van hun studie is op alle locaties in grote lijnen gelijk. Vanaf september 2013 geldt voor Inholland een centraal instroombeleid. Gerealiseerd Naar aanleiding van het te lichtvaardig verstrekken van getuigschriften bij de niveau opleiding Media en Entertainment Management van Inholland in Haarlem, hebben alle opleidingen binnen het domein MFR verschillende maatregelen genomen ter verbetering van de uitvoering van de WHW en de borging van het eindniveau. Tabel 2 – Doorgevoerde verbeteringen na vorige audit Toekomstige ontwikkelingen van de opleiding AC Vanaf 2012 concretiseren alle opleidingen binnen Inholland (waaronder AC) het beleid van de onderwijs- en onderzoeksnotitie ‘Ruimte voor presteren’. Binnen de eigen context van het beroepenveld en de regio werken de opleidingen de volgende vijf onderwerpen verder uit: Intensief en uitdagend onderwijs, studiesucces, de docent in positie, onderzoeksbeleid en kwaliteitsbeleid. Samenwerken binnen en tussen de teams van de verschillende locaties en met het werkveld en de lectoraten staat centraal. Een tweede reorganisatieronde zal in de periode juli 2013 tot 2015 binnen de Hogeschool zijn beslag krijgen. Vanaf het studiejaar 2014-2015 brengt Inholland zes economische croho-licenties 19 op basis van een planningsneutrale conversie onder in een nieuwe vierjarige brede bachelor Business Studies met verschillende afstudeerrichtingen. Uit overwegingen van efficiëntie zal AC zich evenals BE aansluiten bij het eerste studiejaar van Business Studies. 19 De hbo-bacheloropleidingen die overgaan in een brede bachelor Business Studies zijn: (i) Commerciële Economie, (ii) Human Resources Management, (iii) Management Economie en Recht, (iv) Small Business & Retail Management, (v) Logistiek en Economie en (vi) Financial Services Management. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 11 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 12 4. OORDELEN OP HET NIVEAU VAN DE STANDAARDEN Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau (bachelor–master) en oriëntatie (hbo–wo) binnen het Nederlands kwalificatieraamwerk. Zij sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding. Toelichting CEA: De eindkwalificaties zien in belangrijke mate toe op het vervullen van de functie van extern accountant. De eindkwalificaties nemen de relevante gedrags- en beroepsregels die voor accountants gelden als uitgangspunt zoals vastgesteld bij verordening uit hoofde van de WAA en WRA. De eindkwalificaties omvatten minimaal de eindtermen op het beschreven niveau en met de genormeerde studiebelasting, zoals vastgesteld door de CEA, voor zover deze in de bachelor opleiding aan bod dienen te komen, conform afspraken gemaakt binnen AC-scholenoverleg respectievelijk VAAC. Bevindingen Inhoud van de eindkwalificaties De nieuwe standaard Bachelor of Business Administration (BBA) van juni 2011, die op alle hbobacheloropleidingen in het economische cluster van toepassing is, was voor het Accountancyscholenoverleg de aanleiding om in juni 2012 het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel dat is afgeleid van de beroepsprofielen van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) uit 2009 te herzien. De opleiding Accountancy (AC) van Hogeschool Inholland (Inholland) ontleent haar beoogde eindkwalificaties van de bachelor (AC-B) en de Ad (AC-Ad) aan dit nieuwe landelijke profiel. Bij al deze competenties dient de student de beroepshouding ofwel de houdingsaspecten 20 in acht te nemen, zoals dat is vereist door de relevante gedragsen beroepsregels voor accountants. Kernactiviteit van de opleiding is het voorbereiden van studenten op het vervullen van een functie in het accountancy-werkveld. In onderstaande tabel en in Bijlage II volgt een (kort) overzicht van de eindkwalificaties. Competenties AC-B Inholland 1.1 Ontwerpen, inrichten, onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen 2.1 Verzorgen fiscale aangiften 3.1 Controleren 4.1 Ontwikkelen van een management controlsysteem 4.2 Financieel economisch plannen 4.3 Bepalen en beheersen van operationele, financieel-economische en fiscale risico's 5.1 Rapporteren over beroepsmatig handelen 5.2 In een projectgroep participeren 5.3 Inspelen op de externe ontwikkelingen van de accountant (maatschappelijke ontwikkelingen meenemen in de beroepsuitoefening) 6.1 Onderzoekend vermogen 6.2 Professioneel vakmanschap (mondeling en schriftelijk communiceren en houding) 6.3 Verantwoord handelen (professioneel kritische instelling) Tabel 3 – Competenties AC-B Inholland 20 De zes houdingsaspecten zijn: Integriteit, objectiviteit, geheimhouding, deskundigheid en zorgvuldigheid, professioneel gedrag en onafhankelijkheid. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 13 Het competentieprofiel voor de Ad onderscheidt zich zowel in het aantal competentiegebieden als in complexiteit van het competentieprofiel voor de bachelor. De beroepstaken waar de Ad met name voor opleidt, liggen op de gebieden van de administratieve en fiscale dienstverlening. Deze keuze is afgestemd met de eigen beroepenveldcommissie. De bachelor richt zich daarnaast op de beroepstaken ‘controle’ en ‘advisering’. Accenten/Benchmark Het beroeps- en opleidingsprofiel van de Accountancyopleidingen in Nederland is gebonden aan stevige eisen vanuit de beroepsorganisatie en aan wettelijke kaders (vb. de CEA-eindtermen). Ze leggen een behoorlijk beslag op de bewegingsruimte van de opleiding om de eindkwalificaties en de inhoud van het programma een eigen inkleuring te geven. Toch legt AC haar eigen accenten. De opleiding voegt voor de bachelor en de Ad naast de landelijke competenties drie eigen competenties toe aan haar profiel: ’Participatie projectgroep’, ‘Onderzoekend vermogen’ en ‘Professioneel vakmanschap’. Het auditpanel ziet de competentie ‘Participatie projectgroep’ meer als een kenmerk van de onderwijsleeromgeving dan dat het een onderwerp is waarmee de opleiding zich onderscheidt. Alle AC-studenten moeten immers in een project samen kunnen werken. Tot de komst van de Bachelor of Business Administration had AC daarentegen vooral ten aanzien van ‘Onderzoekend vermogen’ wel een onderscheidend profiel. Inmiddels hebben een groot deel van de opleidingen in het economische domein deze competentie expliciet opgenomen in hun profiel. De voorspong die de opleiding ten opzichte van andere opleidingen op het gebied van praktijkgericht onderzoek heeft, uit zich in het niveau van de afstudeeropdrachten (zie Standaard 16). Dat de opleiding zich nu gaat profileren door het accent op ‘good governance’ (in combinatie met ethisch en integer handelen) te leggen, vindt het auditpanel dan ook een goede ontwikkeling, waarmee de opleiding zich weer gaat onderscheiden van andere opleidingen Accountancy in Nederland. Vraagstukken met betrekking tot ‘good governance’ en ethiek zijn binnen het accountantsberoep zeer actueel en spelen op een groot aantal terreinen: in de financiële sector, de woningbouw, de gezondheidszorg, het onderwijs, bij overheidsbedrijven en in de private sector. Hoewel het AC-scholenoverleg de focus op de regio (naast ethiek en onderzoek) als onderscheidend kenmerk beschouwt, ziet het auditpanel dit nog niet zo duidelijk in de doelstellingen terug. Het auditpanel kan zich voorstellen dat de opleiding per leslocatie een verschillende inkleuring geeft aan een specifiek op de regio gericht profiel (zie H6 – Aanbevelingen). Dit gaat verder dan alleen de leslocatie-specifieke projecten in het derde en vierde studiejaar. Wel raadpleegt AC het regionale werkveld ten behoeve van het onderhoud van de eindkwalificaties en is het betrokken bij de onderwijsleeromgeving (zie Standaard 2 en 3). AC onderscheidt zich van buitenlandse partners, zo stellen docenten op basis van hun ervaring vast, door de praktijkgerichtheid en de sterke verbinding met het werkveld in combinatie met een doorlopende onderzoekslijn. Internationale oriëntatie Internationalisering is een ontwikkeling die invloed heeft op het beroep van de accountant. Een sterke oriëntatie op het werkveld impliceert ook een sterke oriëntatie op internationalisering en als integraal onderdeel van het onderwijs. AC bereidt met name bachelor-, maar ook wel Adstudenten voor op het werken in een internationale en interculturele omgeving. Bij de opleiding staat dit bekend als ‘I@Home’. Hoewel AC zich primair richt op de nationale MKB-markt en het werken bij de big-four accountantskantoren en de daarop van toepassing zijnde nationale weten regelgeving, zijn de kernvakken Audit en Assurance, Externe Verslaggeving en Bestuurlijke Informatieverzorging voor een belangrijk deel afgestemd op internationale wet- en regelgeving. Ook is binnen AC aandacht voor internationaal gebruikte software. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 14 Praktijkgericht onderzoek De opleiding besteedt veel aandacht aan het ontwikkelen van het zelfsturend en onderzoekend vermogen. De student dient als startbekwame professional zelfstandig relevante informatie te kunnen vinden en nieuwe kennis te ontwikkelen en toe te passen. Studenten moeten zich professioneel kunnen verantwoorden voor de keuzes die tijdens het uitvoeren van opdrachten zijn gemaakt. De studenten leren argumentatielijsten op te stellen, zich te verdiepen in het oplossen van bedrijfsproblemen en relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren. Zo leren zij zich een oordeel te vormen dat is gebaseerd op het afwegen van relevante informatie. Niveau en Oriëntatie van de eindkwalificaties De samenhang tussen de eindkwalificaties, de Dublin Descriptoren21, de BBA-standaard en de hbo-kwalificaties zijn zichtbaar gemaakt in het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel Accountancy. Ook is in het landelijke profiel vastgelegd tot en met welke van de drie beheersingsniveaus de student zich gedurende de opleiding Accountancy per (kern)vakgebied en per standaardkenmerk van de BBA-standaard dient te ontwikkelen. Inholland onderscheidt de drie competentieniveaus Beroepsgeschikt, Professionaliseringsbekwaam en Startbekwaam. AC heeft de eisen die zij stelt aan elk niveau voor zowel de bachelor als de Ad adequaat uitgewerkt. Uit de competentiekaart en de dekkingsmatrix blijkt dat AC de landelijke eindkwalificaties en de BBA-standaard voor de bachelor en de Ad hanteert. De opleiding toont daarmee aan dat zij aansluit bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving van de kwalificaties van een hbo-student. De eindkwalificaties van de bachelor zien in belangrijke mate toe op het vervullen van de functie van extern accountant. In het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel zijn de wettelijk verplichte Eindtermen Accountantsopleiding (CEA-eisen) opgenomen van zowel de bacheloropleiding als de postbacheloropleiding. Ze vormen de basis voor de theoretische opleiding tot accountant. Het auditpanel stelt op basis van verschillende documenten vast dat AC-B zowel kwantitatief (meer dan 165 European Credits) als kwalitatief (per eindtermen het vereiste niveau) aansluit bij de CEA-eindtermen (Bijlage II – Eindkwalificaties). Doordat de eindkwalificaties van AC-Ad zijn afgeleid van B-AC en doordat het Ad-programma nagenoeg gelijk is aan de bachelor voldoet AC-Ad - weliswaar op een lager abstractieniveau - tevens aan de CEA-eindtermen. Onderhoud van de eindkwalificaties De opleiding heeft in 2012, na het verschijnen van het geactualiseerde landelijke profiel, haar eigen visie op de bachelor en de Ad in overleg met de beroepenveldcommissie nader gedefinieerd en vastgelegd in het ‘Opleidingsprofiel Accountancy 2013-2017’. De bachelor leidt door de aansluiting bij het landelijke profiel thans op tot de graad Bachelor of Business Administration. Daarmee sluit de opleiding aan bij de actuele eisen die het vakgebied stelt aan de inhoud van de opleiding. Het formuleren en bijstellen van een gemeenschappelijke visie blijft binnen AC niettemin een voortdurend proces. De opleiding volgt in dat kader alle nieuwe ontwikkelingen zoals ‘Op de toekomst voorbereid’. Ook worden de eventuele consequenties voor het onderwijs regelmatig besproken met het werkveld. Op basis hiervan en omdat het beroepenveld nog geen beslissing rondom de discussie ‘MKB accountant wel of niet’ heeft genomen is, in samenspraak met de beroepenveldcommissie, er voorlopig voor gekozen om de huidige profilering voort te zetten. Het auditpanel vindt dit een verstandig besluit. Validatie van de eindkwalificaties AC zorgt voor een adequate afstemming van de beoogde eindkwalificaties op de huidige en toekomstige ontwikkelingen in het specifieke vakgebied en het relevante werkveld. Elke leslocatie raadpleegt structureel en op strategisch en tactisch/operationeel niveau haar brede netwerk (zie tevens Standaard 2): 21 De Dublin Descriptoren zijn indicatoren voor het bachelorniveau, die in Europees verband zijn opgesteld. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 15 De opleiding AC houdt bijvoorbeeld contact met het vakgebied doordat per AC-leslocatie één persoon vertegenwoordigd is binnen het AC-Scholenoverleg, waarin alle opleidingen Accountancy landelijk georganiseerd zijn. Doel is het actueel houden van het opleidingsprofiel en het uitwisselen van informatie tussen de opleidingen over onder meer actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied en de landelijke examens. De uitkomsten van dit overleg worden besproken in het managementteam, het team op locatie en de centrale curriculumcommissie. Daarnaast vindt op dit moment op regelmatige basis interactie plaats met het werkveld. Het cluster Finance heeft een centrale beroepenveldcommissie (BVC) en drie decentrale beroepenveldcommissies op de locaties (Alkmaar, Diemen en Rotterdam). Zij zijn voor AC een belangrijk contactorgaan met de beroepspraktijk. De centrale BVC is samengesteld uit de leden van de decentrale BVC’s en bestaat uit circa twintig personen die werkzaam zijn in de verschillende sectoren en branches uit het financieel zakelijke werkveld. De leden zijn actieve beroepsbeoefenaars op management- en directieniveau of zelfstandige ondernemers. De centrale BVC vergadert twee keer per jaar, de decentrale BVC’s komen ten minste drie maal per jaar bijeen. De teamleiders en docenten van de opleiding zijn bij de vergaderingen aanwezig of vertegenwoordigd. Hoewel de opleiding goed zicht heeft op de landelijke ontwikkelingen in het vakgebied en het werkveld, kreeg het auditpanel de indruk dat de focus van de opleiding de afgelopen twee/drie jaar, zoals begrijpelijk, enigszins intern gericht was (zie inleiding). Het contact met het regionale werkveld heeft enkele jaren op een laag pitje gestaan. Nu de opleiding de juiste balans weer aan het vinden is, is het voor elke locatie zaak om haar omgevingssensitiviteit te verstevigen (zie H6 – Aanbevelingen). Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende De beoogde eindkwalificaties, die een afgestudeerde moet kunnen bereiken als beginnend beroepsbeoefenaar, zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en sluiten aan bij de landelijke eindkwalificaties Accountancy en de standaard Bachelor of Business Administration. Het profiel voldoet aan de wettelijk verplichte eindtermen van de CEA. De opleiding heeft een duidelijk beeld waartoe zij haar studenten opleidt en welke eisen het vakgebied en het werkveld stellen aan een beginnende beroepsbeoefenaar. De doelstellingen rond de internationale oriëntatie en praktijkgericht onderzoek zijn aantoonbaar opgenomen in de eindkwalificaties. De opleiding heeft via haar brede netwerk voldoende zicht op de ontwikkelingen in het accountancy-werkveld en zij houdt de eindkwalificaties daarmee actueel. Met deze bevindingen steekt de opleiding naar de mening van het auditpanel ruim boven de basiskwaliteit uit. De opleiding is op dit moment in transitie naar een nieuw onderscheidend profiel. De opleiding gaat het accent ‘good governance’, ethisch en integer handelen sterker verbinden met haar eindkwalificaties en het onderwijs. Ook kan de opleiding haar blik, die de afgelopen jaren wat intern gericht was, op elke locatie weer meer naar buiten richten. Zo kan elke locatie zich meer onderscheiden door in haar doelstellingen (en in de programma’s) een ‘couleur locale’ aan te brengen. Het auditpanel komt voor alle richtingen tot het oordeel (ruim) ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 16 Programma Standaard 2: De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Toelichting NVAO: Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en het vakgebied. Toelichting CEA: De opleiding borgt actuele beroepsontwikkelingen in het programma; Bevindingen Praktijkgerichtheid Het programma heeft een sterk beroepsgericht karakter, zo stelt het auditpanel vast. Dit komt door de interactie tussen de opleiding en het beroepenveld, die tijdens de gehele opleiding plaatsvindt door gastcolleges, excursies, trainingen, stage en afstuderen (zie Tabel 4 – Voorbeelden interactie beroepspraktijk). Voorbeelden van interactie met de beroepspraktijk • Onderwijsinhouden worden geplaatst in een beroepscontext. Met door de docenten - vaak in samenwerking met het beroepenveld - ontwikkelde casuïstiek leren studenten de beroepspraktijk kennen. Door de studieopdrachten maken de studenten kennis met fictieve en echte bedrijven. Dit gebeurt door het analyseren en adviseren van bedrijven (vb. de opdracht om een analyse te maken van beursgenoteerde bedrijven of door in een derde- en vierdejaars projecten samen te werken met het werkveld). • Bij een aantal projecten zijn bedrijven zoals Deloitte, BDO, WEA en KPMG als partners betrokken. • Daarnaast worden door ervaren beroepsbeoefenaars gastcolleges gegeven en worden externe assessoren ingezet bij bijvoorbeeld het afstuderen als tweede beoordelaar. • Docenten onderhouden contacten met de beroepspraktijk om het programma actueel te houden en om casuïstiek te verzamelen. Zij hebben hun professionele relaties met het beroepenveld doordat zij daarin werkzaam zijn en/of door de begeleiding van stagiairs en afstudeerders. • Bij de Capita Selecta verzorgen leden uit het regionale bedrijfsleven gastcolleges. Tabel 4 – Voorbeelden interactie beroepspraktijk De praktijkgerichtheid waarderen studenten in de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2013 positief (BA-vt 3,7, BD-vt 3,1 en BR-vt 3,5 / Ad 3,8 22) 23. Deze waardering blijkt ook tijdens het overleg met klassenvertegenwoordigers. Alumni (voltijd) die afstudeerden in 2010-2011 gaven de opleiding een voldoende (7.0) op het aspect ‘voorbereiding op actuele beroepspraktijk’. Hoewel de praktijkgerichtheid een sterk punt is, vinden de studenten van alle locaties dat de opleiding in de eerste twee studiejaren meer bedrijfsbezoeken kan organiseren. Actuele ontwikkelingen In samenwerking met het afnemend beroepenveld actualiseert AC jaarlijks de curricula. In het maatschappelijk verkeer is behoefte aan een betrouwbaar en deskundig financieeladministratief dienstverlener. Dit stelt nog hogere eisen aan integriteit en professioneel gedrag van de accountant en het kritische vermogen van de door de opleiding af te leveren professionals. Hun maatschappelijke verantwoordelijkheid reikt verder dan de financiële verslaggeving en de jaarrekeningcontrole. Essentieel is het vertrouwen dat het maatschappelijk verkeer in de accountant moet kunnen hebben. De opleiding brengt haar studenten in dat kader de vereiste vakkennis, een hoge mate van integriteit, professioneel gedrag en voldoende kritisch vermogen bij. Een tweede ontwikkeling die gevolgen heeft voor het accountantsberoep, is de ontwikkeling van de techniek en de toepassing daarvan door zowel de accountant als de partners van de accountant. 22 23 De respons van aantal Ad-studenten dat in 2013 deelnam aan de NSE is 7. De resultaten in dit rapport over de Ad moeten daarom met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De respons van de bachelor in de NSE 2013 was in Alkmaar 70, in Diemen 31 en in Rotterdam 35. De opleiding mag best trots zijn dat de leslocatie Alkmaar in de keuzegids op de eerste plaats staat; dus boven de andere leslocaties Diemen en Rotterdam en de andere Accountancy-opleidingen in Nederland. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 17 Dit betreft onder andere een toename van de ICT-mogelijkheden en het -gebruik (internetboekhouden, toenemend gebruik van ICT voor de eigen kantoororganisatie, standaardisatie van digitale uitwisselingsformaten, SBR en XBRL). AC bereidt haar studenten daar adequaat op voor. Deze actuele ontwikkelingen krijgen een plaats in de programma’s, zoals de CEA dat ook vereist. De aansluiting van de opleiding bij actuele ontwikkelingen waarderen studenten in de NSE 2013 positief (BA-vt 3,9, BD-vt 3,0 en BR-vt 3,3 / Ad 3,0). Praktijkgericht onderzoek Praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden verwerven studenten in de in het gehele curriculum geïntegreerde en adequaat opgezette onderzoekslijn (zie Bijlage III – Schematisch programmaoverzicht). Deze neemt in complexiteit toe van beschrijvend naar explorerend en verklarend. Het auditpanel verwacht net als de opleiding dat de versterking van de onderzoekslijn het stuwmeer in de afstudeerfase, dat is ontstaan door een verhoging van de afstudeereisen, vermindert. De opleiding werkt sinds enkele jaren nauwer samen met lectoraten, met name met de lectoraten ‘Intellectual Capital’ en ‘Controlling’. Het lectoraat ‘Intellectual Capital’ leverde voor AC een substantiële bijdrage op het gebied van onderzoek en de scriptie(begeleiding). Zo was het lectoraat onder andere nauw betrokken bij de inbedding van toegepast onderzoek in het curriculum, de ontwikkeling van de onderzoekslijn, het ontwikkelen van een intersubjectief beoordelingskader en het verzorgen van trainingen voor docenten, de afstudeercommissie en de studenten. Het lectoraat ‘Controlling’ is in studiejaar 2012-2013 opgegaan in een nieuw lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ 24. De bijdrage van het lectoraat aan het AConderwijs bestaat op dit moment vooral uit het geven van inhoudelijke workshops aan docenten en het verzorgen van gastcolleges aan studenten. Het auditpanel woonde dit gastcollege bij. AC zet de samenwerking met het lectoraat ‘Intellectual Capital’ voort en zal het lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ vanaf 2013-2014 meer structureel betrekken bij de doorontwikkeling van het programma en bij het afstuderen. Het auditpanel steunt de opleiding in deze ontwikkeling. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed Door de interactie tussen de opleiding en het beroepenveld, hebben de programma’s een sterk beroepsgericht karakter. Dit borgt de ontwikkeling van vaardigen op het gebied van de beroepspraktijk. De oriëntatie van de programma’s waarborgt daarnaast ook de onderzoeksvaardigheden. AC heeft haar onderzoekslijn al geïntegreerd in het curriculum. Hiermee is de opleiding verder dan enkele andere opleidingen in het economische domein in Nederland. Hoewel de samenwerking met lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ nog verder vorm moet krijgen en de opleiding het lectoraat meer bij de inhoud van het onderwijs kan betrekken, ziet het auditpanel dit als een doorontwikkeling van de opleiding. Het lectoraat ‘Intellectual Capital’ is immers al veelvuldig betrokken om praktijkgericht onderzoek een plaats te geven in de programma’s en in de afstudeerfase. Voor alle richtingen komt het auditpanel tot het oordeel ‘goed’. 24 Het lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ gaat het gedrag en de regels van onder andere accountants onderzoeken. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 18 Standaard 3: De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. Studenten volgen en samenhangend studieprogramma. Toelichting CEA: De opleiding kan aantonen dat met het programma de eindtermen zoals vastgesteld door CEA worden gerealiseerd. De opleiding heeft periodiek afstemming over de inhoud van het programma met de accountancy vervolgopleiding(en) binnen de instelling. Bevindingen Koppeling eindkwalificaties en programma De eindkwalificaties van de opleiding AC, die zijn afgeleid van de herziene landelijke competenties (zie Standaard 1), zijn sturend voor het studieprogramma. De opleiding heeft voor alle competenties van de bachelor en de Ad volgens de taxonomie van Bloom per studieonderdeel leerdoelen geformuleerd. De competenties met bijbehorende leerdoelen komen in iedere fase in het programma en in de toetsing steeds op een hoger abstractieniveau terug. Daarnaast zijn de leerdoelen gerelateerd aan de CEA-eindtermen. De CEA-eindtermen zijn met de daaraan gekoppelde EC’s en beheersingsniveaus beschreven in het bachelor- en het Adcurriculum. Voor de studenten is voor elke periode in studiehandleidingen naast de studielast en de werk- en toetsvormen inzichtelijk gemaakt wat het toetsniveau is, wat de leerdoelen zijn en wat de relatie is met de toetscriteria en competenties. Het auditpanel heeft op basis van verschillende documenten zoals de Onderwijs- en examenregeling (OER), de competentiekaart en de studiehandleidingen vastgesteld dat de inhoud van de programma’s zodanig is dat bachelor- en Ad-studenten de eindkwalificaties inclusief de CEA-eindtermen kunnen bereiken. Samenhang Naast het didactische concept van de leerlijnen (zie Standaard 4) heeft de opleiding het bachelor- en het Ad-curriculum uitgewerkt in een thematische opbouw van onderwijsperioden. De thema’s zijn gekoppeld aan de toekomstige arbeidsomgeving (vb. organisaties en/of bedrijfsonderdelen, 'real life cases' en/of kernproblemen en stages binnen de accountancybranche). De noodzakelijke kennisbasis (vb. Body of Knowledge en Skills van de sector HEO en de CEA-eindtermen) en het verwerven van de vaardigheden en de juiste attitude komen in de thema’s aan bod. De thema’s en de leerlijnen maken dat de uit te voeren opdrachten en de te verwerven kennis, vaardigheden en attitudes, een samenhangend geheel vormen. Daardoor bestaat er een horizontale samenhang in het programma. De verticale samenhang is geborgd doordat het onderwijsprogramma drie fasen kent: (i) Beroepsgeschikt ofwel de student krijgt de ingrediënten van een gerecht aangereikt, (ii) Professionaliseringsbekwaam ofwel de student zoekt zelf de ingrediënten voor een gerecht en (iii) Startbekwaam ofwel de student ontwikkelt een nieuw recept. De competenties en leerdoelen die de student dient te behalen zijn uitgewerkt in deze drie, elkaar in zwaarte en complexiteit opvolgende niveaus. Te denken valt aan een toenemende complexiteit van de opdrachten, de toenemende complexiteit in het toepassen van kennis en vaardigheden en de toenemende zelfstandigheid en zelfsturing van de student. Het programma is daardoor concentrisch. Een overzicht van het curriculum is opgenomen in Bijlage III. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 19 De curriculumcommissie borgt, zo stelt het auditpanel vast, de horizontale en verticale samenhang. Het curriculum van de locaties is de afgelopen twee jaren grotendeels geüniformeerd. Vakgroepen stemmen af over de inhoud en toetsing van de afzonderlijke modulen, het onderwijsmateriaal en de te gebruiken literatuur. De waardering voor de inhoud van de opleiding en de samenhang in het programma vertoont in de NSE in de laatste jaren een stijgende lijn. In de NSE 2013 zijn studenten ruim voldoende tot goed tevreden over de samenhang (BA-vt 4,0, BD-vt 3,6 en BR-vt 3,5 / Ad 3,7) en zij vinden de inhoud van de opleiding stimulerend (BA-vt 3,8, BD-vt 3,0 en BR-vt 3,4 / Ad 3,3). Alumni die afstudeerden in 2010-2011 gaven de opleiding een voldoende op het aspect ‘inhoudelijke samenhang’. Kenmerken van het AC- programma Profiel De accenten die AC legt (zie Standaard 1), krijgen voor een deel al een uitwerking in de programma’s. In het eerste semester krijgen de studenten les in projectmanagement en vergadertechnieken om op een projectmatige wijze te kunnen werken en in een team te leren opereren. De focus op regio c.q. de regionale inkleuring komt tot uiting in de projecten van jaar 3 en 4 die tot stand komen door nauw samenwerken van de leslocaties met de bedrijven uit de regio. Bij standaard 2 is beschreven dat het accent ‘Onderzoekend vermogen’ een adequate plaats krijgt in de programma’s. Daarnaast profileert de opleiding zich door het accent op ‘good governance’, ethisch en integer handelen. Vraagstukken met betrekking tot ‘good governance’ en ethiek zijn binnen het accountantsberoep zeer actueel en verweven in de opleidingsprogramma’s. Door het intensiever betrekken van het lectoraat (zie standaard 2) bij de opleiding zal het accent ‘good governance’ nog meer nadruk krijgen in de curricula. Ethiek en integer handelen krijgen standaard al aandacht in de programma’s. Minorruimte In tegenstelling tot andere economische opleidingen is het voor AC-studenten van de bachelor niet mogelijk om een minor te kiezen. Deze ruimte wordt bij elke AC-opleiding ingenomen door (de voorbereiding op) de landelijke Overall toets. In het derde en vierde jaar volgen de studenten de onderdelen ‘Inleiding Kerndisciplines Accountancy’ en ‘Verdieping Kerndisciplines Accountancy’. In de tweede periode van het vierde studiejaar is het landelijke examen, de landelijke Overall Toets (OAT) opgenomen. Tijdens de stage en de afstudeeropdracht hebben de studenten wel de mogelijkheid om een eigen accent te leggen in hun studie. De hierbij gemaakte keuzes moeten studenten verantwoorden tegen de achtergrond van de individuele competentieontwikkeling. Internationalisering Het auditpanel stelt vast dat AC de doelstellingen ten aanzien van Internationalisering (zie Standaard 1) in de programma’s realiseert. Zo bevat het curriculum drie onderwijseenheden Engelse taal, zijn in meerdere studieonderdelen internationale aspecten geïntegreerd (vb. internationale wet- en regelgeving zoals IFRS, IFAC, COSO en de achtste EG-richtlijn) en is internationale literatuur opgenomen. In de programma’s is tevens aandacht voor interculturele sensitiviteit. Zo is in de vierde periode van het eerste jaar bij de bachelor en de Ad de onderwijseenheid ‘International Business Cultures’ opgenomen. Bovendien maakt de diversiteit van de studentenpopulatie het mogelijk om bij de groepssamenstelling van de projecten rekening te houden met de verschillende culturele achtergronden, zodat studenten interculturele kennis- en vaardigheden ook tijdens de projecten ontwikkelen. De studentmobiliteit naar het buitenland is beperkt. De hogeschool organiseert een ‘international week’ waar ook de opleiding AC aan deelneemt. Een sterk punt van de locatie Alkmaar is de wijze waarop internationalisering in periode 5 vorm krijgt. De Nederlandse studenten in Alkmaar werken in projecten samen met studenten uit het buitenland, die op dat moment een (deel van de) studie bij Inholland volgen. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 20 Ook nemen studenten deel aan gastcolleges van internationale docenten. De lessen worden in het Engels verzorgd. Studenten van de locaties Diemen en Rotterdam komen in periode 5 wel in aanraking met de internationale context, maar niet met buitenlandse studenten. Het auditpanel geeft de locatie Alkmaar mee dat de verschillen in het niveau van Engels de samenwerking in sommige projecten belemmert. Wellicht dat de opleiding hier de komende periode aandacht aan kan schenken. Vergelijking locaties bachelor en bachelor/Ad De inhoud van het voltijdprogramma van de bachelor op de drie leslocaties is hetzelfde. Door de samenwerking met het regionale werkveld verschillen per locaties de (inkleuring van) projecten in het derde en vierde studiejaar. Met ingang van 2012-2013 hebben AC en BE een identiek voltijdcurriculum in het eerste studiejaar en vanaf 2013-2014 ook in het tweede studiejaar. De programma’s van Ad-vt en Ad-dt zijn nagenoeg gelijk met de eerste twee jaar van respectievelijk B-vt en B-dt. Daarentegen legt de Ad op bepaalde punten andere nuances. Zo ligt de focus onder andere op het onderwerp ‘Fiscaliteit’ en minder op de zogenaamde ‘soft skills’. Een aantal vakken uit jaar 3 van de bachelor wordt ook al (gedeeltelijk) in de Ad opgepakt. Hoewel het programma van de Ad is opgezet voor een brede doelgroep (zie Standaard 5) en een brede inkleuring op zowel de fiscale als de administratieve dienstverlening kent, vraagt het auditpanel zich af of het programma van de Ad niet teveel gericht is op het opleiden voor het werken bij de Belastingdienst (vb. meerdere stages bij de belastingdienst in plaats van ook een stage bij een administratiekantoor). Het auditpanel geeft de opleiding mee hier bij de overgang van de Ad naar de Hogeschool van Rotterdam aandacht voor te blijven houden. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende De degelijke inhoud van de programma’s stelt AC-studenten in staat om de eindkwalificaties te verwerven en zo het hbo-eindniveau te bereiken. De inhoud van het programma wordt bepaald door de CEA-eindtermen. Het aanbrengen van thema’s, de indeling in leerlijnen en de concentrische opbouw van de programma’s zorgen voor voldoende samenhang. De accenten die de opleiding wil leggen, krijgen voor een deel al een invulling in de programma’s. Het thema ‘good governance’ kan de opleiding in de curricula versterken. De doelstellingen ten aanzien van internationalisering krijgen een plaats in de programma’s. Door de diversiteit van de studentenpopulatie leren studenten samen te werken en te communiceren met studiegenoten met verschillende culturele achtergronden. Voor alle richtingen komt het auditpanel tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 21 Standaard 4: De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: Het didactisch concept is in lijn met de beoogde eindkwalificaties en de werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen (Didactische) vormgeving De vormgeving van de bachelor- en Ad-programma’s is gelijk. Het onderwijsprogramma van de bachelor bestaat uit vier en de Ad uit twee leerjaren van elk vier perioden van tien weken. De curricula zijn, zoals in de vorige standaard aangegeven, thematisch en concentrisch opgebouwd. De opleiding kent daarnaast de vier leerlijnen (zie Tabel 5 – Uitwerking leerlijnen). Uitwerking leerlijnen in de programma’s Conceptuele Gericht op het verwerven van de benodigde kennis: Tijdens lessen wordt uitgebreid leerlijn aandacht besteed aan de inhoud van een vak. Naast de hoorcolleges en interactieve werkcolleges heeft de opleiding ook weblectures geïntroduceerd als ondersteuning van het kennisonderwijs. Vaardigheden Gericht op het zich eigen maken van de benodigde vaardigheden: Tijdens de leerlijn vaardigheidstrainingen wordt uitgebreid geoefend met vaardigheden (vb. het presenteren, rapporteren of het werken in Excel en Navision). ErvaringsTerug te vinden in studieloopbaanbegeleiding (SLB), de projecten (voltijd) en de reflectieleerlijn beroepsproducten/projecten: In elke periode of semester is een beroepsauthentieke opdracht/taak opgenomen. Studenten werken in groepsverband en projectmatig aan hun competentieverwerving. Zij leren samenwerken en leidinggeven. Klassikale lessen maken deel uit van het SLB-programma. Voorafgaand aan het individuele gesprek met de SLB’er schrijven studenten een reflectieverslag over de voorgaande periode. OnderzoeksGericht op het leren van de praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden: De leerlijn onderzoeksleerlijn is geïntegreerd in het curriculum, in de onderwijseenheden en projecten. Tijdens vakken (vb. Statistiek en Methoden van Onderzoek, projecten, trainingen onderzoeksvaardigheden) alsook tijdens ‘afstudeerateliers’ en in weblectures over het doen van onderzoek, besteedt AC uitgebreid aandacht aan onderzoek en oefenen studenten met het opzetten en uitvoeren van een onderzoeksvoorstel. Tabel 5 – Uitwerking leerlijnen Voor de deeltijdvariant van de Ad is ‘action learning’ het didactisch model, waarbij de student bewust leert met en van andere studenten van concrete werkervaring, die wordt gerelateerd aan theorieën en vaardigheden. Werkvormen De opleiding hanteert, zich baserend op de vier leerlijnen, een variatie aan didactische werkvormen: hoor- en werkcolleges, workshops, weblectures, praktijksimulaties en projectonderwijs met procesbegeleiding door een tutor en inhoudelijke begeleiding door een consultant. Alle studenten krijgen gedurende hun studie individuele begeleiding op hun competentieontwikkeling. De werkvormen sluiten naar de mening van het auditpanel aan bij het didactisch concept. Uit de NSE en de periodieke onderwijsevaluaties blijkt dat de studenten de in de opleiding gehanteerde werkvormen waarderen (BA-vt 3,8, BD-vt 3,5 en BR-vt 3,3 / Ad 3,2). De opleiding is van mening dat de projecten beter benut kunnen worden als middel om het leerproces van de student te sturen. Hoewel zij ook een individuele beoordeling krijgen voor hun inhoudelijke en procesmatige bijdrage, ligt de focus van de studenten nu nog te veel op de in groepsverband op te leveren producten. Daarnaast reflecteren zij in het kader van de projectopdracht hoofdzakelijk over procesmatige aspecten (vb. planning, samenwerking, rol als teamspeler) en nog te weinig over inhoudelijke zaken. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 22 Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel ziet een variëteit aan werkvormen, die positief wordt gewaardeerd door de studenten. Het is van oordeel dat het gebruikte didactische concept in lijn is met de beoogde eindkwalificaties en dat de vormgeving van de curricula stimulerend is en studenten de mogelijkheden biedt de beoogde eindkwalificaties te behalen. Voor alle richtingen komt het auditpanel tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 23 Standaard 5: Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Toelichting NVAO: De gehanteerde toelatingseisen zijn realistisch met het oog op de beoogde eindkwalificaties. Bevindingen De locaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam van Inholland liggen in het Randstedelijke gebied. Vooral Diemen en Rotterdam hebben daardoor een studentenpopulatie die zich kenmerkt door diversiteit in vooropleiding en etnische achtergrond. Studenten zijn voornamelijk havisten en mbo’ers. De formele toelatingseis is Vwo, Havo met Economie 1 of Mbo niveau 4 in een economische richting. Studenten die ouder zijn dan 21 jaar, krijgen toegang door het afleggen van de 21+-toets. De opleiding voert voor de verschillende instroomvormen geen gedifferentieerd beleid. Inholland sluit aan bij de kwalificaties van de instroom door te sturen op een juiste opleidingskeuze, door het programma studieloopbaanbegeleiding en door ondersteuning in de vorm van taal- en rekenonderwijs. Op elke locatie voert de studieloopbaanbegeleider met de studenten een kennismakingsgesprek. De beheersing van de Nederlandse taal en van rekenvaardigheden is bij een groot aantal studenten een aandachtspunt. De vakken ‘Taalvaardigheid 1 en 2’ en ‘Rekenvaardigheid/wiskunde’ zijn daarom verplichte onderdelen van het eerste studiejaar. AC voert in Diemen een interessante pilot uit, waarin mbo-studenten een half jaar een dagdeel colleges volgen op het hbo met hbo-studenten. Op deze wijze hoopt AC de aansluiting tussen het mbo en het hbo te verbeteren. Voorafgaand aan de stage beoordeelt de opleiding op basis van een ‘scan’ of de stageplaats geschikt is, zo stelt het auditpanel vast. Om in het tweede studiejaar in te stromen bij Ad-dt, moet een student beschikken over relevant werk (vb. >20 uur). De student overlegt een functiebeschrijving en een werkgeversverklaring. De Excie borgt dit proces. Vanaf september 2013 volgt een groep studenten van de Belastingdienst het programma van de Ad-dt. Dit is een eenmalige exercitie. De studenten volgen het reguliere Ad-programma zoals dat is opgezet en ook toegankelijk is voor een brede doelgroep; dus ook voor studenten die niet bij de Belastingdienst werken. Vanaf september 2014 draagt Inholland deze groep over aan Hogeschool Rotterdam. Het auditpanel heeft vastgesteld dat hier geen sprake is van generieke vrijstellingen. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel ziet dat de opleiding de gangbare instrumenten hanteert om de instroom van studenten te reguleren. Door het sturen op de juiste studiekeuze, de begeleiding van studenten en het aanbieden van deficiëntiecursussen wordt bereikt dat het programma in voldoende mate aansluit bij de kwalificaties van de instroom. Voor alle richtingen komt het auditpanel tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 24 Standaard 6: Het programma is studeerbaar. Toelichting NVAO: Factoren die betrekking hebben op het programma en die de studievoortgang belemmeren, worden zoveel mogelijk weggenomen. Studenten met een functiebeperking krijgen bovendien op dit aspect extra studieloopbaanbegeleiding. Bevindingen Studiesucces De opleiding biedt ondersteuning in taal- en rekenonderwijs (weblectures, zomerschool), houdt voor 1 oktober een individueel kennismakingsgesprek, biedt studieloopbaanbegeleiding aan van sturend naar zelfstandig, monitort vanaf 2012 studenten via de Studentmonitor, heeft in 20122013 de BSA verhoogd van 45 naar 50 EC, heeft studiedrempels/stoplichten ingebouwd en hanteert maatregelen om het aantal langstudeerders te verlagen (vb. vervallen cijfers, intervisielessen, workshops onderzoeksvaardigheden, coördinator langstuderen). Bovendien wordt hogeschoolbreed ingezet op verplichte aanmelding van studenten voor 1 mei 2014. Doel van deze maatregelen is het verhogen van het studiesucces/de rendementen en het verlagen van de uitval en het aantal langstudeerders. Hoewel deze verbetermaatregelen adequaat zijn en verbeteringen in het studiesucces teweeg zullen brengen, kon de opleiding de stijging in het studiesucces tijdens de audit nog niet aantonen. Door de aanpassing van de BSA verwacht de opleiding wellicht eerst nog een daling in het propedeuserendement. De opleiding realiseert haar streefcijfers dus nog niet. De komende jaren verdient het inzichtelijk maken van de verbeterde studieresultaten en het monitoren van de effectiviteit van verbetermaatregelen aandacht (zie H6 – Aanbevelingen). Studielast Het auditpanel is positief over de bovenmodale studielast. De studenten van alle drie de locaties die het auditpanel sprak, gaven tijdens de audit aan dat zij naast de normale contacturen 15 tot 25 uur bezig zijn met hun studie . De studielast kan oplopen tot meer dan 40 uur per week. In het laatste studiejaar ervaren de studenten de hoogste werkdruk. De studenten zien de hoge studielast echter niet als een belemmering. Zij beschouwen het als een adequate voorbereiding op het werken in de beroepspraktijk. AC heeft bij de studenten, met wie het auditpanel sprak, de juiste attitude bijgebracht, zoals zij dat ook beoogt. De positiefkritische studenten van de locatie Rotterdam en Alkmaar zien wel mogelijkheden om de werkdruk meer gelijkmatig over de studiejaren te verdelen. Bij de locatie Diemen blijkt dit ook uit de NSE 2013 (BA-vt 3,7, BD-vt 2,8 en BR-vt 3,4 / Ad 3,0). De voltijdstudenten van de bachelor willen zich bijvoorbeeld in het vierde studiejaar met name concentreren op het uitvoeren van de OAT, de stage en de afstudeeropdracht. Zij hebben de voorkeur om de vakken die zij naast deze studieonderdelen volgen (vb. Capita Selecta, projecten), te verschuiven naar eerdere studiejaren. In het tweede studiejaar hebben zij het bijvoorbeeld rustiger. De opleiding dient de verdeling van de studielast te herijken 25. Contacturen Vier dagen per week roostert AC contactmomenten voor de voltijdstudenten in. Het studiejaar is verdeeld over vier perioden met elk 15 EC. In onderstaande tabel volgt het aantal contacturen per variant. 25 Hoewel de bachelor deeltijd in afbouw is en het auditpanel zich geen oordeel hoeft te vormen over deze variant, sprak het tijdens de audit toch met een deeltijdstudent. Deeltijdstudenten moeten naar hun mening een behoorlijk aantal projecten uitvoeren naast hun werk. Het auditpanel vraagt zich net als de student af of al deze opdrachten noodzakelijk zijn om de competentie-ontwikkeling tot stand te brengen of dat de student door het werken op de werkplek al voldoende competenties ontwikkelt. Het kan zich dan ook voorstellen dat de opleiding het aantal en de inhoud van de projecten in de deeltijd herijkt op effectiviteit en efficiency. Om de studeerbaarheid van de deeltijd te bewaken zijn coördinatoren naast studieloopbaanbegeleiders ingesteld. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 25 Variant Bachelor Ad Tekst Inholland • Contacturen B-vt op alle leslocaties is voor de studiejaren 1 tot en met 4 respectievelijk 18-20, 14-16, 12 en 12. • Verder krijgen studenten 12 uur stagebegeleiding en 18 uur afstudeerbegeleiding. • Contacturen Ad-vt minimaal 20 uur in het eerste en 14 contacturen in het tweede studiejaar. • Contacturen Ad-dt minimaal 8 contacturen. Tabel 6 – Uitwerking leerlijnen Functiebeperking In de OER zijn mogelijkheden genoemd voor aanpassingen voor studenten met een functiebeperking. Waar nodig biedt de opleiding bijvoorbeeld extra tijd voor het maken van een toets en zorgt de opleiding voor aangepast toetsmateriaal. Ook zijn er voorzieningen voor studenten die topsport bedrijven. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende De opleiding zet adequate verbetermaatregelen in om het studiesucces van alle studenten te verbeteren. De verbeteringen moeten het komende jaar alleen nog zichtbaar worden in de rendementscijfers van zowel de bachelor als de Ad. Hoewel de opleiding de werkdruk van studenten meer gelijkmatig over de studiejaren kan verdelen, waardeert het auditpanel de bovenmodale studielast die bij studenten de juiste werkmentaliteit voor het Accountantsberoep ontwikkelt. Voor alle richtingen komt het dan ook zonder meer tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 26 Standaard 7: De opleiding voldoet aan de wettelijke eis m.b.t. omvang en duur van het programma. Toelichting NVAO: hbo bachelor: 240 ec’s Bevindingen De studielast voor de bachelor voltijd bedraagt op alle drie de locaties 240 EC’s. Dit is gespreid over vier studiejaren van 60 EC’s per jaar. De studielast voor zowel de voltijd- als deeltijdvariant van de Ad bedraagt 120 EC’s. Dit is gespreid over twee studiejaren van 60 EC’s per jaar. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel stelt vast dat de opleiding AC met al haar richtingen voldoet aan de wettelijke eis met betrekking tot omvang en duur van het programma. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 27 Personeel Standaard 8: De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid Toelichting NVAO: Het personeelsbeleid voorziet in de voor de realisatie van het programma benodigde kwalificaties, scholing, boordeling en omvang van het personeel. Bevindingen Het strategische programma ‘Verbinding als Opdracht’ vormt de basis voor een kwalitatief beter en sterker Inholland. Het programma bestaat uit vier nauw met elkaar samenhangende beleidsthema’s: verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek, onderwijsgerichte bedrijfsvoering, een adequaat besturingsmodel en een financiële ombuiging. Op het gebied van professionalisering zijn in dat kader drie prioriteiten gesteld: (i) teamontwikkeling, (ii) onderwijsleiderschap en (iii) vakmanschap en meesterschap. De opleiding is, zo beschrijft zij in haar Kritische Reflectie, goed op weg met het implementeren van het strategische programma. De regie voor het primaire proces legt AC terug bij haar docenten (‘docent in positie’). In lijn met het strategische programma heeft het domein MFR verschillende uitgangspunten geformuleerd voor de gewenst kwalitatieve en kwantitatieve personeelsformatie (zie Standaarden 8 en 9). Bij de aanstelling van docenten worden bijvoorbeeld minimaal een hbomasteropleiding en binding met het werkveld als eis gesteld. Voorafgaand aan het verwerven van een vaste aanstelling dient de docent ook een didactische aantekening te bezitten. Ten aanzien van het scholingsbeleid sluit AC tevens aan bij het domein MFR. In het ‘Personeelsplan MFR/MTV 2012-2014’ zijn ‘toetsing en begeleiden’ en ‘beoordelen in de afstudeerfase’ speerpunten voor scholing van docenten. Ook bevat personeelsbeleid een jaarlijkse Performance and Competence Management (PCM)-cyclus, met een gesprek over het individueel persoonlijk ontwikkelingsplan (IPOP-gesprek), gevolgd door een functionerings- en beoordelingsgesprek. Gespreksonderwerpen bij AC zijn onder andere ontwikkeling en scholing, reflectie op de onderwijsevaluaties en inzet in het volgende studiejaar. Het personeelsbeleid is de laatste jaren conform de PCM-cyclus bij AC uitgevoerd en met alle docenten zijn in dat kader gesprekken gevoerd. De significante afname van het aantal studenten en de daarmee samenhangende beschikbare formatie heeft ingrijpende consequenties voor het personeel van de opleiding. Het gestelde uitgangspunt om de docenten zoveel mogelijk in te zetten in de docentrollen (vb. docent, onderwijsontwikkelaar, SLB’er, stage- en afstudeerbegeleider, tutor, assessor, onderzoeker en coördinator) die hen op basis van expertise en voorkeur het beste passen, is dan ook lastig te realiseren. Alle docenten binnen het cluster Finance verzorgen onderwijs zowel in de opleiding Accountancy, Financial Services Management als Bedrijfseconomie. Voor alle docenten hanteert AC hetzelfde normerings- en taakbelastingssysteem. Door uniformering van het curriculum, de toetsen in het eerste en tweede studiejaar en het werken met één jaarrooster kunnen docenten in 2013-2014 eenvoudiger op meerdere locaties doceren. Het levert – in termen van vergelijkbaarheid en noodzaak tot samenwerken – kwaliteitsverbeteringen op. Voor de uitvoering van het Ad-programma zet AC dezelfde docenten in als de docenten van de bachelor op de leslocatie Rotterdam. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 28 Het auditpanel heeft kennisgenomen van het personeelsbeleid zoals dat binnen het cluster MFR wordt uitgevoerd. De opleiding voldoet op dit punt aan de basiskwaliteit. Voor alle richtingen komt het auditpanel dan ook tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 29 Standaard 9: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorisch realisatie van het programma. Toelichting NVAO: De feitelijke bij het personeel aanwezige expertise sluit aan bij de eisen gesteld aan een hbo opleiding. Toelichting CEA: De opleiding draagt zorg voor een docententeam dat naast adequate vakinhoudelijke competenties ook beschikt over voldoende, relevante en recente praktijkervaring en draagt voorts zorg voor het volgen van actuele beroepsontwikkelingen door docenten. Bevindingen Opleidingsniveau De informatie over de competenties en expertise van de opleidingsteams is voor het auditpanel onder andere te vinden in het overzicht ‘Docentkwalificaties’. Kijkend naar de totale personeelsformatie, dan beschouwt het auditpanel het opleidingsniveau van het onderwijzend personeel van AC als ruim voldoende tot goed (zie Tabel 7 – Kwaliteit personeel). 72% van alle docenten heeft een relevante mastertitel en 88% is pedagogisch-didactisch gekwalificeerd. Daarnaast heeft 88% van alle docenten ervaring met de beroepspraktijk, zowel door huidige als voormalige werkzaamheden en door bedrijfscontacten tijdens stage en afstuderen. De opleiding AC heeft de voor 2014 geformuleerde uitgangspunten voor de samenstelling van de opleidingsteams deels al gerealiseerd. In 2014 dient 60% over een relevante mastertitel te beschikken, is 100% pedagogisch-didactisch gekwalificeerd en heeft 50% ervaring in het afnemende werkveld. Het docententeam op alle drie de locaties voldoet op dit moment aan de mastereis. AC werkt bij de docententeams op de locaties Diemen en Rotterdam nog aan de realisatie van de didactische eis en bij het docententeam op de locatie Alkmaar aan de verhoging van het aantal docenten met (recente) ervaring in de beroepspraktijk. Variant BA BD BR / Ad Kwaliteit personeel per locatie • 62% mastertitel. • 100% didactische kwalificaties. • 8% werkzaam in en 31% afkomstig uit de beroepspraktijk. • 76% mastertitel en daarnaast 3 bezig. • 95% didactische kwalificaties. • 10% werkzaam in en 40% afkomstig uit de beroepspraktijk. • 85% mastertitel en 5% Phd. • 85% didactische kwalificaties. • 10% werkzaam in en 50% afkomstig uit de beroepspraktijk. Tabel 7 – Kwaliteit personeel per locatie Deskundigheidsbevordering De scholingsoverzichten ‘Finance 2012-2013’ geven per locatie een totaaloverzicht van de activiteiten die in het kader van deskundigheidsbevordering voor het docententeam gezamenlijk en individueel zijn afgesproken en gerealiseerd. De AC-docenten volgen regelmatig inhoudelijke cursussen en/of inhoudelijke bijeenkomsten. Het management heeft er voor gekozen om prioriteit te geven aan de thema’s ‘vakmanschap’ en ‘meesterschap’ uit het strategische programma van Inholland. Vanaf studiejaar 2011-2012 is in dit kader vooral gestuurd op de versterking van de expertise in onderzoeksvaardigheden en de kwaliteit van afstudeerbegeleiders en toetsontwikkelaars. In onderstaande tabel volgen verschillende voorbeelden van deskundigheidsbevordering binnen de opleiding. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 30 Voorbeelden van deskundigheidsbevordering Verleden/ • Vanaf het studiejaar 2011-2012 hebben er voor het Finance team regelmatig Heden toetstrainingen plaatsgevonden met de volgende onderwerpen: toetsmatrijzen, meerkeuzevragen, construeren van open vragen en het formuleren van leerdoelen. • Vanaf studiejaar 2011-2012 worden alle docenten die een rol hebben in de begeleiding van de afstudeerscripties getraind. De afstudeercommissie verzorgt in samenwerking met een van de lectoren de trainingen. • Iedere onderwijsperiode is er voor alle medewerkers minimaal één locatie-overstijgende clusterdag. Hierin komen inhoudelijke aspecten van de opleiding aan de orde en/of worden trainingen gegeven. Voorbeelden van onderwerpen zijn het opleidingsprofiel, de competentiekaart, het formuleren van leerdoelen, onderzoek, de WHW en de OER. • In de vakgroepen delen docenten onderling expertise en voeren zij inhoudelijke discussies over het programma (vb. de inhoud en toetsing van de afzonderlijke modulen, het onderwijsmateriaal en de te gebruiken literatuur). • Specifiek binnen de AC-opleiding geldt dat de accountants deelnemen aan diverse cursussen in het kader van hun permanente educatie. De laatste cursus die docenten hebben gevolgd is de cursus XBRL, SBR die extern was georganiseerd. • Een aantal AC-docenten geeft regelmatig gastcolleges bij buitenlandse partnerinstellingen (vb. School of Business van San Pablo CEU University in Madrid). Door het contact met deze instellingen houden de docenten zicht op internationale ontwikkelingen. • De docenten op de locatie hebben een training Communicatie gevolgd ten behoeve van teamvorming en het creëren van een betere werksfeer. Toekomst • Docenten en de afstudeercommissie zullen met regelmaat trainingen blijven volgen op het gebied van onderzoeksvaardigheden. • Het scholingsbeleid voor de commissies is deels geïmplementeerd. In 2013 wordt er een professionaliseringsprogramma voor opleidingscommissies en curriculumcommissies aangeboden. De examencommissieleden volgen een eigen scholingstraject. • Op basis van een evaluatie aan het einde van het studiejaar over de toetstraining, zal een vervolgprogramma voor het studiejaar 2013-2014 worden ontworpen. • In het professionaliseringsplan is opgenomen dat docenten in Alkmaar in 2013-2014 een aantal assessments ondergaan op het gebied van ‘internationale en crossculturele oriëntatie’. • De training Communicatie zal het komende jaar georganiseerd worden op de locatie Diemen. Tabel 8 – Voorbeelden van deskundigheidsbevordering AC De kennis van de beroepspraktijk (BA-vt 4,2, BD-vt 3,3 en BR-vt 3,6 / Ad 3,4) en de inhoudelijke deskundigheid (BA-vt 4,3, BD-vt 3,2 en BR-vt 3,8 / Ad 3,4) van docenten wordt in de NSE 2013 door de locaties het meest positief gewaardeerd. Studenten in Alkmaar zijn het meest tevreden over de docenten. Ook de didactische kwaliteiten, de betrokkenheid en de bereikbaarheid van docenten beoordelen de Alkmaarse studenten in de NSE 2013 met 3,9 of 4,0. In de gesprekken tijdens de audit geven de studenten van alle locaties aan tevreden te zijn over de docenten. Zij zijn o.a. positief over hun deskundigheid, hun praktijkervaring, de goede begeleiding, de betrokkenheid en de bereikbaarheid van docenten 26. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed Het auditpanel stelt vast dat het opleidingsniveau en de binding met het werkveld van de docenten adequaat is. Het oordeelt dat de bij de docenten aanwezige expertise op vakinhoudelijk en onderwijskundig terrein prima aansluit bij de eisen die worden gesteld. 26 Hoewel de bachelor deeltijd in afbouw is en het auditpanel zich geen oordeel hoeft te vormen over deze variant, sprak het tijdens de audit toch met een deeltijdstudent van de locatie Rotterdam. Deze student gaf aan dat een aantal docenten de aandacht voor de praktijk in de lessen mag vergroten. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 31 De opleiding heeft de voor 2014 geformuleerde uitgangspunten voor de samenstelling van de opleidingsteams grotendeels al gerealiseerd. Het docententeam voldoet op alle drie de locaties op dit moment aan de mastereis. Studenten zijn bovendien (zeer) tevreden over de kwaliteiten van de docenten. De opleiding zet structureel in op (inhoudelijke) deskundigheidsbevordering. Het auditpanel heeft vooral waardering voor de adequate scholing op het gebied van begeleiding en beoordelen in de afstudeerfase. Voor alle richtingen komt het auditpanel dan ook tot het oordeel ‘goed’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 32 Standaard 10: De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen De opleiding heeft op dit moment in beginsel voldoende kwaliteit en capaciteit voor de uitvoering van het onderwijs (zie Tabel 9 – Kwantiteit personeel). Door de krimp voldoet de opleiding echter niet aan de gestelde uitgangspunten voor de realisatie van de functiemix en voor de verhouding vaste en flexibele formatie. De terugloop van het aantal studenten heeft bij de Finance-opleidingen zijn uitwerking gehad in het aanstellingsbeleid en bij het nemen van beslissingen over het verlengen van tijdelijke contracten. Het totale aantal docenten van de opleiding AC bestaat uit 54 docenten (42,2 FTE). De gemiddelde docent-studentratio komt uit op 1:19,8, terwijl de norm 1:30.6 is. De locaties beschikken dus over een overformatie. Het auditpanel beschouwt dit niet zozeer als negatief. Studenten waarderen tijdens de audit de kleinschaligheid van en de persoonlijke aandacht bij de leslocaties en geven aan dat zij daarom ook bewust voor Inholland gekozen hebben. Variant BA BD BR / Ad Kwantiteit personeel per locatie • 13 docenten / 11,3 FTE • Docent-studentratio: 1:23,0 • 20 docenten / 16,7 FTE • Docent-studentratio: 1:16,8 • 21 docenten / 14,2 FTE • Docent-studentratio: 1:20,7 Tabel 9 – Kwantiteit personeel per locatie Afrondende werkzaamheden voor de afbouw van de deeltijdse en duale vorm van de opleiding, de aangescherpte eisen voor de afstudeerfase evenals het door de krimp vervullen van rollen die in eerste instantie minder bij de expertise van de docenten liggen, dragen bij aan een hogere beleefde werkdruk. In het MTO 2011 waardeerden de docenten de werkdruk met cijfers tussen de 3.2 tot 5.5. Per locatie bestaan ook verschillen in de tevredenheid. Dit had ook zijn weerslag in het ziekteverzuim dat aan het begin van het studiejaar 2012-2013 op 10% lag. In Diemen lag dit verzuim relatief hoger dan in Alkmaar en Rotterdam. Als gevolg van deze hoge werkdruk staat de onderwijsontwikkeling en -innovatie onder druk, zo beschrijft de opleiding in haar Kritische Reflectie. Docenten hebben behoefte aan meer tijd en gelegenheid voor het bijhouden van het eigen vakgebied en aan inhoudelijk afstemmingsoverleg met experts van andere locaties. Voor alle locaties geldt ook dat de persoonlijke consequenties van de verminderde instroom van studenten en de afbouw van de deeltijdse vormen van de opleiding invloed hebben op het welbevinden en de motivatie van medewerkers. Ook heerst er bij docenten door de veranderingen in de afstudeerfase enige onzekerheid over het begeleiden en beoordelen van studenten en daarnaast onrust en twijfel over hun arbeidsmarktpositie, omdat een tweede reorganisatieronde binnen de Hogeschool op de planning staat. De opleiding bewaakt dat er voldoende formatie beschikbaar is en blijft voor onderwijs, begeleiding en toetsing (ook in de opleidingsvormen die in afbouw zijn). Hiertoe hanteert de opleiding als instrument de 'Kwaliteitskaart', waarmee zij de benodigde formatie berekent. Er is meer uur gereserveerd voor het primaire proces en voor de deelname aan commissies. Een verbetering is al zichtbaar in het ziekteverzuim. Dit is in augustus 2013 gedaald tot 6,3%. AC ligt daarmee ongeveer op het hogeschoolgemiddelde van 6,5%. Daarnaast is het van belang om de verschillende onderwijsprocessen efficiënter in te richten en schaalvoordelen optimaal te benutten (vb. door het ontwikkelen van gezamenlijk studiemateriaal, het uniformeren van het toetssysteem en het inzetten van docenten op meerdere locaties). Deze aanpak is al deels gerealiseerd. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 33 Tevens communiceert het management zo transparant mogelijk over de personele consequenties van de krimp. Het ziet het als zijn taak om het personeel hierbij te ondersteunen. Het auditpanel verwacht dat nu de opleiding haar balans en zelfverzekerdheid weer aan het terugvinden is, de docenttevredenheid zal toenemen en de werkdruk zal afnemen. Het adviseert de opleiding wel het komende jaar prioriteit te houden voor deze aspecten (zie H6 – Aanbevelingen). Hoewel een nieuwe reorganisatieronde op de planning staat, dient de opleiding oog te houden en te anticiperen op de ontwikkelingen in de toekomst. De docenten verwachten immers dat de studentenaantallen de komende jaren weer zullen stijgen. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel beoordeelt de docent-studentratio als ruim passend binnen het hoger onderwijs en beoordeelt de kwantiteit van het personeel voor de verschillende varianten als voldoende. Het motiveren van de medewerkers zal op de agenda moeten blijven, maar het auditpanel is in de gesprekken ervan overtuigd geraakt dat het management dit zelf ziet en zal doen. Ondanks de ontwikkelingen in de personeelsformatie, is er sprake van een gemotiveerd docententeam dat de schouders eronder zet. AC beschikt over ruim voldoende docenten om het onderwijs te kunnen verzorgen. De werkdruk en de docenttevredenheid verdienen het komende jaar op elke locatie blijvende aandacht. De opleiding heeft verbetermaatregelen ingezet. Voor alle richtingen komt het auditpanel tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 34 Voorzieningen Standaard 11: De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen Op de locaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam heeft het cluster Finance en de opleiding AC een herkenbare leeromgeving in het gebouw. Er is een studielandschap waar omheen de docentenkamers zijn gegroepeerd. De opleiding maakt gebruik van collegezalen, klaslokalen en projectruimtes. De digitale studieomgeving Blackboard is onmisbaar; studenten gebruiken digitale weblectures (vb. praktijkgericht onderzoek van het lectoraat, taalonderwijs). Alle gebouwen beschikken over moderne ICT-faciliteiten en hebben draadloos internet. Studenten gebruiken steeds vaker een eigen laptop of lenen deze bij de daarvoor ingerichte Servicedesk. Het aantal pc’s voor studenten wordt vanwege een lagere bezetting en het gebruik van laptops via het Wifi-netwerk gereduceerd. Als opleidingsspecifieke software gebruikt AC ‘Excel’ en ‘Navision’. Het auditpanel is positief over de syllabi met (actuele) accountancy-specifieke artikelen, die expliciet aan bod komt in het studieprogramma. Bij alle locaties maken studenten en docenten gebruik van een mediatheek. Studenten hebben via Lybrin toegang tot de digitale bibliotheek. AC wil de bibliotheekvoorzieningen beter onder de aandacht brengen bij docenten en studenten. Het vinden en analyseren van informatie en bronvermelding zal als onderdeel van de onderzoekslijn meer in samenwerking met de bibliotheek worden georganiseerd. Inholland participeert in een pilot van het platform Hoger Onderwijs en SURF-market om studenten vanuit een elektronische leeromgeving toegang te verschaffen tot digitale leermiddelen van uitgevers. De opleiding verwacht dat in het studiejaar 2013-2014 90% van de leermiddelenlijst digitaal beschikbaar is. In 2015-2016 heeft Inholland een volledige digitale bibliotheek. In de ogen van het auditpanel leek het algemene voorzieningenniveau op basis van de rondleiding op de leslocatie Rotterdam beter dan in Alkmaar. Dit wordt door resultaten in de NSE 2013 bevestigd. De studenten van de leslocatie Rotterdam zijn over de geschiktheid van onderwijsruimten en de werkplekken (BA-vt 3,3, BD-vt 3,4 en BR-vt 3,6 / Ad 4,0), de bibliotheek (BA-vt 3,8, BD-vt 3,4 en BR-vt 4,0 / Ad 3,8) en de ICT-faciliteiten (BA-vt 3,4, BD-vt 3,4 en BR-vt 3,7 / Ad 3,8) in vergelijking met de studenten van de leslocaties Alkmaar en Diemen het meest tevreden. Waar bij de vestigingen Alkmaar de ICT-faciliteiten zijn gereduceerd, hebben de leslocaties Rotterdam en Diemen het niveau van de ICT-faciliteiten ondanks de krimp in de studentenaantallen behouden. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel heeft de materiële voorzieningen op de drie locaties bekeken bij bezoeken binnen een tijdsbestek van enkele maanden. Het ziet, binnen de bezuinigingsopdracht die de hogeschool heeft, dat de opleiding op alle leslocaties beschikt over toereikende materiële voorzieningen en een toereikende huisvesting. Het auditpanel vindt dat het algemene voorzieningenniveau voldoet aan de basiskwaliteit. Voor alle richtingen komt het daarom tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 35 Standaard 12: De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen Studiebegeleiding Er is gezamenlijk SLB-beleid, maar de begeleiding wordt per locatie verschillend vorm gegeven. Het doel van de studieloopbaanbegeleiding (SLB) is om de studenten te begeleiden naar zelfstandigheid en zelfsturing. De student wordt gestimuleerd zelf de regie te nemen op zijn loopbaan- en professionele ontwikkeling. De vorm van de SLB sluit hierop aan door de begeleiding steeds meer geïntegreerd in de studieprogramma’s te laten plaatsvinden, zoals in de projecten en in de stage- en de afstudeeropdracht. Reflectie op het eigen handelen is voor AC een belangrijke voorwaarde voor de competentie-ontwikkeling van de student. Deze vaardigheid staat centraal bij de studieloopbaanbegeleiding/coaching. In colleges worden methodieken aangereikt, waarna studenten in de reflectieverslagen de persoonlijke ontwikkeling van hun beroepsvaardigheden analyseren en een persoonlijk ontwikkelplan opstellen. De begeleiding van de deeltijdstudenten heeft in vergelijking met de voltijdstudenten een meer individueel en coachend karakter. Dit sluit direct aan bij de doelgroep van deze opleiding; studenten, die over enige jaren werkervaring beschikken en zich door willen ontwikkelen naar een hoger denk- en werkniveau. Andere vormen van begeleiding in het programma van de bachelor en de Ad zijn: Procesbegeleiding door een tutor: begeleiden en beoordelen van studentgroepen die opdrachten uitvoeren; Inhoudelijke begeleiding door een docent-coach: inhoudelijke adviezen over de uitvoering van een projectopdracht. De expert/consultant is een van de twee beoordelaars van het eindproduct; Stagebegeleiding: de stagedocent bezoekt de student ten minste eenmaal gedurende de stage; studenten die in het buitenland stage lopen, hebben contact via e-mail en/of telefoon. De stagebegeleider accordeert vooraf het plan van aanpak voor de verdiepende stage; Afstudeerbegeleiding: gedurende de periode van het zoeken naar een afstudeerbedrijf en maken van een afstudeervoorstel is de afstudeercoördinator als vraagbaak beschikbaar. Na goedkeuring van het afstudeervoorstel krijgt de student een afstudeerdocent toegewezen die hem verder begeleidt; Begeleiding van langstudeerders: langstudeerders worden gemonitord en actief begeleid in het voortzetten en afronden van hun studie. Op dit onderwerp heeft de opleiding langstudeerdersbeleid vastgelegd; Begeleiding door studentdecanen, vertrouwenspersonen en studentenpastores: voor begeleiding en ondersteuning op allerhande gebieden die niet hierboven zijn geduid, kunnen studenten terecht bij de studentendecaan, vertrouwenspersoon of studentenpastor. Na de evaluatie in 2012-2013 concludeerde de curriculumcommissie dat het SLB-programma enigszins is losgeraakt van het curriculum. Daarnaast is de begeleiding bij het competentieontwikkelplan (COP) voor verbetering vatbaar. Zo geeft de NSE 2013 bijvoorbeeld aan dat er in Diemen en Rotterdam mogelijkheden tot verbetering zijn in de studiebegeleiding (BA-vt 3,8, BD-vt 2,9 en BR-vt 2,8 / Ad 3,2). Ook de voorbereiding op de stage (BD-vt en Ad) en de stagebegeleiding (BR-vt en Ad) is volgens de studenten voor verbetering vatbaar. AC heeft daarom besloten SLB het komende jaar meer onder te brengen bij projecten, zodat er een sterkere verbinding met het onderwijsprogramma ontstaat. Ook versterkt de opleiding de begeleiding bij het COP. Het auditpanel steunt de opleiding in deze ontwikkeling. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 36 Informatievoorziening De opleiding communiceert digitaal en mondeling met studenten. Uitgangspunt is dat de student alle relevante informatie digitaal kan raadplegen. De belangrijkste media voor de student zijn daarbij Blackboard (digitaal platform) en Insite (intranet). Het sturen op de studenttevredenheid heeft een kwaliteitsverbetering in de ondersteunende processen tot stand gebracht. De waardering in de NSE is tussen 2011 en 2013 voor de informatievoorziening vanuit de opleiding (algemeen) toegenomen. Een resultaat is bijvoorbeeld dat de les- en toetsroosters structureel voor aanvang van een onderwijsperiode voor studenten beschikbaar zijn. De studenten in Diemen zien ten aanzien van de informatie vanuit de opleiding in 2013 nog mogelijkheden voor verbetering (vb. informatie over regels en procedures en informatie vanuit de opleiding). Een ander verbeterpunt is het tijdig publiceren van toetsresultaten binnen de gestelde termijn. Dit blijkt ook uit de NSE 2013 (BA-vt 3,3, BD-vt 2,6, en BR-vt 2,5 / Ad 2,8). Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel heeft gezien welke instrumenten en procedures de opleiding heeft om de studiebegeleiding en informatievoorziening van studenten te structureren. De opleiding dient aandacht te blijven besteden aan de integratie van SLB in de programma’s en de informatievoorziening verder te optimaliseren. De studiebegeleiding en informatievoorziening zoals die thans worden uitgevoerd op de drie locaties en in beide varianten, sluiten aan bij de behoeften van de student en kunnen de studievoortgang in voldoende mate bevorderen. Het auditpanel komt voor alle richtingen tot het oordeel ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 37 Kwaliteitszorg Standaard 13: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van meetbare doelen. Toelichting NVAO: De opleiding bewaakt de kwaliteit van de beoogde eindkwalificaties, het programma, het personeel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerde eindkwalificaties via regelmatige evaluaties. De opleiding verzamelt tevens managementinformatie met betrekking tot rendementen en staf–student ratio. Bevindingen Het kwaliteitsbeleid van de opleiding heeft de planning- en controlcyclus als uitgangspunt en bevat een aantal componenten, waarvan de belangrijkste zijn: Het systematisch actualiseren van het opleidingsprofiel De zesjarige kwaliteitscyclus Het evaluatieplan Het verbeter- en ontwikkelplan Het cluster Finance stelt jaarlijks een locatie overstijgend evaluatieplan op, waarin is vastgelegd welke aspecten de opleiding frequent evalueert, hoe dit proces is ingericht en op welke wijze het evaluatieplan is geborgd. Dit plan is afgeleid van het jaarplan van het Domein MFR. De realisatie daarvan wordt getoetst in de planning- en controlcyclus van het cluster en het domein. De opleiding wordt periodiek geëvalueerd door evaluaties onder studenten, medewerkers, alumni en werkveld, het verzamelen en interpreteren van managementinformatie, evaluatie van kerndocumenten van de opleiding (vb. afstudeerhandleiding), het uitvoeren van de ‘WHWwerklijst’ en review van afstudeerscripties. Ook evalueert AC de onderwijsperioden. De streefnorm is 3,5 op een vijfpuntsschaal. Bij een score tussen 3,0 en 3,5 volgt nader onderzoek en een score < 3,0 krijgt prioriteit bij het verbeterbeleid. De resultaten daarvan leveren informatie op voor de opleidingsteams en teamleiders. De opleiding heeft voor het verkrijgen van managementinformatie de beschikking over een instrument c.q. managementtool waarin kengetallen over instroom, doorstroom en uitstroom van studenten zijn opgenomen. Andere managementinformatiebronnen zijn de uitkomsten van de NSE, het medewerkersonderzoek en de HBO-monitor. Als uitvloeisel van een onderzoek van de Onderwijsinspectie in 2010-2011 is een ‘WHWwerklijst’ ontwikkeld die ertoe dient om conform de eisen van de WHW te opereren. Dit naar de opvatting van het auditpanel mooie instrument richt zich op de onderwijs- en examenregeling, de centrale examencommissie, de examinatoren, getuigschriften en diplomasupplementen en het naleven van interne regels en procedures. Het management loopt deze werklijst periodiek door. De opleiding houdt ‘peer reviews’ om de kwaliteit van de scriptiebeoordeling te monitoren. Daarbij betrekt AC ook collega’s van andere hogescholen. Er heeft bijvoorbeeld een peerreview plaatsgevonden met Inholland Alkmaar met Windesheim, Hanze en NHL. Het auditpanel kan zich voorstellen dat de opleiding al haar leslocaties bij deze peerreviews betrekt. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 38 Het auditpanel ziet dat de opleiding op alle locaties periodiek evalueert, waarbij de opleiding streefnormen hanteert. Het evalueren betreft de uitvoering van het onderwijs, het personeel, de voorzieningen en het toetsen en de gerealiseerde eindkwalificaties. De componenten en instrumentatie van kwaliteitszorg vormen in de ogen van het auditpanel een goed kader, waarin de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de opleiding AC wordt gelegd bij de centrale opleidingsteams. Dit, samen met de instrumenten op clusterniveau vormt een dubbelslag in kwaliteitszorg. Het uitvoeren van peerreviews met alle locaties vindt het auditpanel een verbeterpunt, maar door de huidige kwaliteit van de afstudeeropdrachten (zie standaard 16) minder relevant voor haar oordeel. Het auditpanel komt voor alle richtingen tot het oordeel ‘goed’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 39 Standaard 14: De uitkomsten van de evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de doelen. Bevindingen De dubbelslag in kwaliteitszorg-instrumenten: op clusterniveau en op locatieniveau, laat de eerste resultaten zien. Zoals in meerdere standaarden in dit rapport is beschreven (vb. verhoging van het niveau van afstuderen, het verbeteren van de informatievoorziening, het herijken van het opleidingsprofiel, etc.) is op tal van terreinen zichtbaar dat de opleiding daadwerkelijk verbetermaatregelen neemt op basis van evaluaties. Het werken volgens de PDCA-cyclus is steeds meer gemeengoed, ondanks dat dit proces nog niet helemaal vanzelfsprekend is. Alle evaluatiegegevens worden verwerkt in een jaarplan en per locatie in een verbetermatrix. De evaluatieresultaten zijn vertaald naar acties, waar deadlines en ‘probleemeigenaren’ aan zijn gekoppeld. De voortgang van de uitvoering heeft per leslocatie via de clustermanager aandacht in het managementoverleg. Op locatieniveau dient de teamleider opvallende resultaten uit onderwijsevaluaties met docenten, het opleidingsteam en het studentenpanel te bespreken. Het adequaat maken van overlegverslagen, structureel aandacht voor verbeteracties in de vergaderingen van het management en het docententeam, het beter communiceren van de uitkomsten van de evaluaties en de verbetermaatregelen naar studenten zijn voor de opleiding aandachtspunten. Dit laatste blijkt ook uit de gesprekken met studenten tijdens de audit en de resultaten van de NSE 2013 (BA-vt 3,2, BD-vt 2,5, en BR-vt 2,9 / Ad 2,5). De verbetermaatregelen bespreekt AC wel met de opleidingscommissies en de klassenvertegenwoordigers. De verbeteracties zullen meer structureel aandacht krijgen tijdens vergaderingen en er zullen duidelijkere prioriteiten worden gesteld. Daarnaast is de opleiding van plan het komende jaar de successen, de evaluatieresultaten en de verbeteracties te delen met relevante betrokkenen. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel ziet dat de evaluaties daadwerkelijk leiden tot kwaliteitsverbetering. Het is vooral positief over de wijze waarop de opleiding het gerealiseerde niveau heeft verhoogd. Het neemt ook waar dat de medewerkers van de opleiding betrokken zijn bij het bieden van degelijke kwaliteit. De terugkoppeling van de verbetermaatregelen (na het uitvoeren van enquêtes) naar alle studenten is naar de mening van de studenten, de opleiding en het auditpanel een verbeterpunt. Ook de verbeteracties kunnen meer structureel aan bod komen tijdens vergaderingen. Met het inzetten van maatregelen op deze punten, kan AC haar verbetersystematiek optimaliseren. Het auditpanel komt voor alle richtingen daarom tot het oordeel (ruim) ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 40 Standaard 15: Bij de interne kwaliteitszorg zijn de volgende partijen actief betrokken: opleidingscommissie, examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en afnemend beroepenveld. Bevindingen Studenten worden op alle locaties na afloop van iedere onderwijsperiode, inclusief stage en afstuderen, zowel schriftelijk als in gesprekken bevraagd over hun oordelen over de opzet, inhoud, uitvoering en organisatie van het onderwijs. Aan het begin van elk collegejaar worden klassenvertegenwoordigers benoemd. Elke periode vindt er een overleg plaats met de jaarcoördinator en indien nodig met de teamleider. De opleiding heeft het afgelopen jaar energie gestopt in het verhogen van de respons van de NSE in 2013. Dit resulteerde in een stijging van 33% in Alkmaar, 10% in Diemen en 10% in Rotterdam naar respectievelijk 57%, 31% en 39%. De opleidingscommissie (OC) bespreekt alle uit de evaluaties voortvloeiende verbeteracties. De studenten worden betrokken bij de kwaliteitszorg via studentenpanels. Deze panels komen op elke locatie na iedere onderwijsperiode bijeen om samen met een afvaardiging van docenten en/of de teamleider de gang van zaken in de voorbije onderwijsperiode door te spreken. Studenten bevestigen desgevraagd dat er met de evaluaties iets gebeurt. Om de rol van de OC bij de kwaliteitszorg te versterken, zet AC het in 2011-2012 ingezette scholingsprogramma voort. Alle docenten zijn betrokken bij de ontwikkeling van de inhoud en vormgeving van het onderwijs en worden tweejaarlijks geënquêteerd in het medewerkersonderzoek. Resultaten van de onderwijsevaluaties zijn onderwerp van gesprek in de jaarlijkse PCM-gesprekken met docenten (zie Standaard 8). Op eigen initiatief van docenten vinden alumniactiviteiten plaats. Op elke locatie zijn enkele alumni lid van de beroepenveldcommissie en zijn alumni gastdocent. Het afnemend beroepenveld is, naast de betrokkenheid via de lokale en de centrale BVC, ook bij de opleiding betrokken door het bieden van stage- en afstudeerplaatsen, waarbij de bedrijfsbegeleiders de student mede beoordelen en de opleiding daarin adviseren. De opzet en organisatie van de stage wordt daarbij door die bedrijven beoordeeld. Het auditpanel steunt de opleiding in haar plan om het contact met de alumni een meer structureel en beleidsmatig karakter te geven. In de onderwijscyclus spelen de centrale curriculumcommissie, de centrale examencommissie en centrale toetscommissie, de opleidingscommissie, studentenpanels, alumni en het afnemend beroepenveld een belangrijke rol. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed Het auditpanel heeft gezien dat de opleiding op alle locaties de stakeholders betrekt bij de interne kwaliteitszorg. Hoewel het de opleiding wil meegeven dat zij het contact met alumni meer structureel vorm kan geven, is het auditpanel positief over de huidige betrokkenheid van alumni bij de opleiding. Het auditpanel komt voor alle richtingen daarom tot het oordeel ‘goed’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 41 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 16: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk. Toelichting CEA: De toetsen sluiten aantoonbaar aan op de eindtermen en er wordt expliciet aandacht geschonken aan reikwijdte, actualiteit en spreiding in de inhoud van toetsen; Bij de onder verantwoordelijkheid van de hogescholen gehouden landelijke examens beoordeelt en evalueert de opleiding de resultaten t.o.v. de andere vergelijkbare accountancyopleidingen (in het kader van benchmarking). Bevindingen Het onderwijsprogramma stelt de studenten in staat het vereiste niveau per fase te behalen. Alle competenties en indicatoren zijn gekoppeld aan de onderwijseenheden. Bij elke onderwijseenheid zijn deze vertaald in leerdoelen, die in samenhang met elkaar worden getoetst. Sinds 2010-2011 past AC het vier-ogenprincipe toe. Bij het opstellen van de toetsen maken docenten gebruik van toetsmatrijzen, zodat de opleiding op alle locaties dezelfde leerdoelen kan toetsen. Alle CEA-eindtermen komen terug in het programma. Besloten is om de CEA-eindtermen te hanteren als toetscriteria/leerdoelen. Ze zijn daarom opgenomen in OER en studiehandleidingen. De opleiding besteedt mede op aangeven van de toetscommissie aandacht aan de reikwijdte, de actualiteit en de spreiding in de inhoud van toetsen. In het voorjaar van 2013 is het toetsbeleid herijkt (sober en efficiënt toetsen, toetskwaliteit en externe validering). Naast mondelinge en schriftelijke toetsen worden andere toetsen gebruikt zoals project- en stageverslagen, literatuurverslagen, presentaties, essays, portfolio’s en assessments. Voor alle schriftelijke toetsen zijn proeftoetsen beschikbaar. Na elk tentamen kunnen studenten gebruik maken van geplande inzagemomenten om feedback op hun toets te ontvangen. Studenten van de locatie Alkmaar, die het auditpanel tijdens de audit sprak, zien graag dat alle relevante docenten aanwezig zijn tijdens inzagemomenten. In de NSE 2013 zien de studenten van de Ad en van BD-vt ook mogelijkheden om de kwaliteit van de feedback van docenten te verbeteren (BA-vt 3,7, BD-vt 2,9, en BR-vt 3,2 / Ad 2,8). De opleiding zoekt naar middelen om de individuele bijdrage van studenten aan een project beter te toetsen c.q. aan te tonen. Dit gaat verder dan alleen de individuele bevraging van studenten. Studenten reflecteren nog teveel op het proces van het project en minder op de inhoud. De curriculumcommissie heeft van de examencommissie opdracht gekregen om instrumenten in dat kader te ontwikkelen. Het cluster is daarnaast aangehaakt aan de projectgroep vanuit de beleidsnotitie Bruijn ‘Vreemde ogen dwingen’ om een protocol voor individuele beoordeling in groepsprojecten op te stellen. Hier zijn ook Saxion Hogeschool, Haagse Hogeschool en Hogeschool van Rotterdam bij aangehaakt. Het auditpanel beschouwt dit als een mooie ontwikkeling. In het studiejaar 2012-2013 is waar mogelijk de toetsing voor het eerste studiejaar voor alle locaties van de bachelor en de Ad geüniformeerd. Vanaf september 2013 geldt dit ook voor het tweede studiejaar. De opleiding AC werkt in beide jaren nu met één jaarrooster voor alle locaties. De toetsen voor de bachelor en de Ad worden op alle locaties en op gelijke tijdstippen afgenomen. Dit biedt efficiencyvoordelen doordat per periode slechts één versie van een toets wordt vervaardigd. Ook kunnen docenten eenvoudiger op meerdere locaties doceren. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 42 Het levert ook – in termen van vergelijkbaarheid en noodzaak tot samenwerken – kwaliteitsverbeteringen op. Door clusterdagen over de locaties heen, leert men de collega’s van de andere vestigingen beter kennen, waardoor nu veel meer over locaties heen om oordelen over een toets wordt gevraagd. Examencommissie De centrale examencommissie (Excie) is op het niveau van het cluster Finance ingesteld en elke locatie is daarin vertegenwoordigd. Onder de eindverantwoordelijkheid van de centrale commissie zijn deelcommissies actief, die voor het cluster Finance taken uitvoeren op de desbetreffende locatie. De Excie voert de taken en bevoegdheden uit volgens de WHW, zo stelt het auditpanel op basis van het gesprek tijdens de audit vast. Zij kent bijvoorbeeld op individuele basis vrijstellingen toe en benoemt examinatoren. Om het eindniveau te kunnen borgen, neemt de Excie regelmatig als toehoorder deel aan de afstudeerzittingen. Het auditpanel is onder de indruk van de stevige positie van de Excie. De leden zijn goed gekwalificeerd voor het uitvoeren van hun werkzaamheden en worden daartoe voldoende gefaciliteerd (0,3 FTE leden en 0,4 FTE voorzitter). De centrale Excie komt eens per twee weken bijeen. De Excie heeft het proces van toetscontrole gedelegeerd aan de toetscommissie (Tcie). De Tcie ziet er op toe dat toetsen worden ontwikkeld door daartoe voldoende inhoudelijk toegeruste docenten en verifieert dat bij alle toetsen het ‘vier ogen principe’ aantoonbaar wordt toegepast. Daarnaast voert zij periodiek een steekproef uit. Vanaf september 2013 heeft het cluster ook een centrale Tcie in plaats van een Tcie per locatie. Een lid van de Tcie is tevens lid van de Excie. De Tcie rapporteert aan de Excie. Afstudeerfase De bachelorstudent van de opleiding AC toont aan dat hij een onderzoeksopdracht op professionele en zelfstandige wijze kan uitvoeren. Er wordt beoordeeld of de student beschikt over de competenties op hbo-niveau. Het afstudeerwerkstuk (30 ec) bestaat uit het adviesrapport (en eventueel het beroepsproduct) en het afstudeerportfolio. De Ad’er is in staat tijdens de stage zelfstandig een verdiepings/adviesopdracht op de stage- of de leerwerkplek uit te voeren met een onderzoekselement (10 ec). De bachelor of Ad-student wordt toegelaten tot de afstudeerfase nadat de afstudeercoördinator het onderzoeksvoorstel als ‘voldoende’ heeft beoordeeld (fase 1). Het plan van aanpak, waarin studenten tijdens review- en intervisiebijeenkomsten worden begeleid, wordt vervolgens door de afstudeercommissie 27 beoordeeld aan de hand van beoordelingsformulieren (fase 2). Het komt zo nu en dan voor dat deze worden afgekeurd, zo stelt het auditpanel tijdens de audit vast. Bij voldoende beoordeling wijst de opleiding een afstudeerbegeleider aan. Daarna wordt de toelating tot het eindgesprek bepaald (fase 3). De beoordeling van het afstudeerwerk en het eindgesprek vindt plaats door twee beoordelaars (fase 4). AC zet externe assessoren in als tweede beoordelaar bij het afstuderen. De beoordelingscriteria zijn sinds 2010 flink aangescherpt en het niveau van afstuderen is verhoogd. Dit laatste is duidelijk zichtbaar in de scripties van studenten die in 2012-2013 zijn gestart met het afstuderen, zo vinden de opleiding en het auditpanel (zie volgende paragraaf). Vanaf 2011-2012 zijn alle docenten veelvuldig getraind in de afstudeerbegeleiding en – beoordeling. 27 De afstudeercommissie bestaat uit de afstudeercoördinatoren van de locaties. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 43 Oordeel gerealiseerde niveau Toetsen Het auditpanel heeft verschillende toetsen van de verschillende locaties bekeken onder andere van de kernvakken Bestuurlijke Informatie Voorziening (jaar 4), Externe Verslaggeving (jaar 3 en 4), Controle Beginselen (jaar 4), Levensverzekering Wiskunde (jaar 4), Bedrijfsadministratie (jaar 3), Administratieve Organisatie (jaar 3) en Consolidatie (jaar 2). De deelwaarneming van tentamens gaf een positief beeld. De toetsen zijn over het algemeen van het niveau dat het auditpanel daarvan verwacht. Bij alle toetsen die het auditpanel bekeek, waren toetsmatrijzen aanwezig. Ook heeft het auditpanel enkele portfolio’s van de studenten van Ad-dt bekeken. De competentieontwikkeling van de studenten is in de werkportfolio’s duidelijk zichtbaar en wordt in een assessment door twee bevoegde assessoren getoetst. In het derde en vierde studiejaar bestaan nog verschillen in de toetsen. Waar de locaties Alkmaar en Rotterdam voor de kernvakken BIV, CB en EV geïntegreerde toetsen in het vierde jaar hanteren, worden in Diemen de vakken apart getoetst. Het auditpanel heeft de indruk dat de geïntegreerde toetsen de studenten beter voorbereiden op de OAT. Wellicht dat de opleiding hier tijdens het uniformeren van de toetsen aandacht aan kan schenken. Landelijke toetsing De opleiding beoordeelt en evalueert, zoals de CEA dat vereist, de resultaten van de landelijke Overall Toets (OAT), die alle Accountancy-studenten maken. De slagingspercentages van de OAT verschillen per locatie. Na een evaluatie heeft AC maatregelen ingezet. Zij heeft bijvoorbeeld extra OAT-trainingen georganiseerd en daarnaast is de voorbereiding op de OAT thans over twee in plaats van één studiejaar verdeeld. Het resultaat is een stijging in de slagingspercentages van de OAT in 2013. Van de 17 Accountancyopleidingen die zijn aangesloten bij het AC-scholenoverleg behaalde de drie locaties van AC met een gezamenlijk slagingspercentage van 61% in juni 2013 de 5e plaats (zie Tabel 10 – Benchmark Landelijke OAT). Inholland Geslaagd met bonus Geslaagd zonder bonus Totaal Gemiddelden landelijk Geslaagd Geslaagd met bonus zonder bonus Totaal Benchmark OAT BA BD Januari 2012 45% 13% 8% 36% 26% 15% 51% 36% 0% 0% 7% 0% 38% 22% 48% 38% 32% 14% 0% 36% 14% 38% 46% 35% 0% 10% 7% 38% 60% 60% 51% 44% Juni 2012 Januari 2013 Juni 2013 BR BA BD BR Totaal Totaal Tabel 10 – Benchmark Landelijke OAT Afstudeeropdrachten Voorafgaand aan de audit heeft het auditpanel een volledige lijst van afgestudeerden van de laatste twee voltooide studiejaren ontvangen. Uit deze lijst heeft het aselect en gestratificeerd 22 afstudeeropdrachten geselecteerd (BA-vt 7, BD-vt 6, BD-dt 1, BR-vt 6, BR-dt 1 / Ad-vt 1). Hoewel de deeltijd bachelor in afbouw is, wilde het auditpanel enkele afstudeeropdrachten bekijken. De twee in de lijst opgenomen afstudeerproducten van de deeltijd, heeft het auditpanel dan ook opgevraagd. Daarnaast heeft het auditpanel één afstudeeropdracht van de Ad bekijken. Het auditpanel is zeer te spreken over de wijze waarop de opleiding AC de afgelopen twee jaar heeft ingezet op de verbeteringen ten aanzien van het gerealiseerde niveau van studenten. Kijkend naar de aandacht voor het praktijkgericht onderzoek in de afstudeeropdrachten van de bachelor loopt de opleiding op dit moment, zo stelt het auditpanel op basis van zijn steekproef vast, vóór op een aantal collega-opleidingen in Nederland. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 44 Alle afstudeerproducten die het auditpanel voorafgaand aan de audit bekeek, voldeden minstens aan het hbo-bachelorniveau. De opleiding legt, door de wijze waarop de onderzoekslijn al enkele jaren vorm krijgt in het gehele curriculum, bij alle studenten een stevig fundament op het gebied van onderzoeksvaardigheden (vb. het hebben van een kritische houding, de verantwoording van de gemaakte onderzoekskeuzes en het gebruik en de toepassing van literatuur). Dit uit zich dan ook in de degelijke kwaliteit van de afstudeeropdrachten. Het auditpanel adviseert de opleiding haar voorsprong enerzijds te koesteren, maar tegelijkertijd de ontwikkeling van het gerealiseerde niveau door te zetten. Het auditpanel denkt bijvoorbeeld aan het loslaten van de veilige kaders van onderzoek en de monitoring van de doelmatigheid van de beoordelingssystematiek (zie H6 – Aanbevelingen). Vanwege het feit dat de Ad in september 2011 is gestart, was ten tijde van het opvragen van de afstudeeropdrachten (september 2013) maar één Ad-student afgestudeerd. Het gerealiseerd niveau van de Ad was voor het auditpanel vanwege dit ene afstudeeropdracht die het voorafgaand aan de audit bekeek, lastig vast te stellen. Deze afstudeeropdracht beoordeelde het auditpanel net als de opleiding met voldoende. Door de resultaten van de bachelor alsmede het inzetten van hetzelfde docententeam en dezelfde afstudeerprocedure verwacht het auditpanel dat de Ad-studenten van beide varianten voldoende voorbereid worden om een afstudeeropdracht op het juiste niveau te schrijven. Werkveld De vertegenwoordigers van het werkveld die het auditpanel sprak, zijn tevreden over het gerealiseerde niveau van de opleiding op de drie locaties. Uit de HBO-monitor 2012 blijkt dat de opleiding de alumni een goede basis biedt om te starten op de arbeidsmarkt. 75% van de alumni vindt dat alleen de studenten die het verdienen, een diploma halen. De mening van de alumni sluit aan bij de mening van de huidige studenten. De studenten zijn zeer tevreden over het niveau van de opleiding, zo blijkt uit de NSE 2013 (BA-vt 4,1, BD-vt 3,6 en BR-vt 3,9 / Ad 3,3). Docenten die les gaven in het buitenland, ervaren het niveau van de opleiding als voldoende gelijkwaardig aan dat van de buitenlandse partners. Weging en Oordeel Oordeel AC-B Voltijd: Goed Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende Het auditpanel waardeert de kwaliteitsverbetering in het toetssysteem, die mede is ontstaan nadat de opleiding inzette op het uniformeren van toetsen van de drie leslocaties in de eerste twee studiejaren. Het steunt de opleiding dan ook in de verdere aanpassing daarvan in de laatste twee studiejaren. Het individueel beoordelen van studenten tijdens groepswerk is evenals de individuele toetsing in groepswerk een mogelijkheid tot verbetering. Deze (kleine) verbeterpunten vallen naar het oordeel van het auditpanel echter in het niet in vergelijking met de positieve bevindingen over de examencommissie en de afstudeerfase. De opleiding beschikt over een stevige examen- en toetscommissie, waar de opleiding zuinig op moet en trots op mag zijn. Alle afstudeerproducten die het auditpanel voorafgaand aan de audit bekeek, voldeden minstens aan het hbo-bachelorniveau. Met het realiseren van de aanbevelingen die het auditpanel ten aanzien van de afstudeerfase nog heeft, blijft AC de andere opleidingen in het economische domein een stap voor. Het betreft een doorontwikkeling van de opleiding, wat niets afdoet aan de positieve bevindingen van het auditpanel. Het komt op basis van het adequate systeem van toetsen, de deelname aan de landelijke overall-toets die het kennisniveau van de studenten borgt en de huidige kwaliteit van de afstudeeropdrachten bij de bachelor voltijd tot het oordeel ‘goed’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 45 Het ene afstudeerproduct van Ad-vt, dat het auditpanel voorafgaand aan de audit bekeek, vond het voldoende. Op basis van de bevindingen bij de bachelor kan het auditpanel vertrouwen uitspreken dat ook de beide varianten van de Ad de beoogde eindkwalificaties zullen realiseren, waardoor het voor de Ad tot het oordeel ‘voldoende’ komt. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 46 5. ALGEMEEN EINDOORDEEL De ontwikkelingen bij de opleiding Media en Entertainment Management van Hogeschool Inholland in 2012 hebben een behoorlijke impact gehad binnen de hogeschool en binnen de opleiding AC. Het aantal studenten is zowel hogeschoolbreed als binnen de opleiding sterk teruggelopen, waardoor de hogeschool en de opleiding genoodzaakt waren het beleid aan te scherpen en een flinke reorganisatie door te voeren. Het auditpanel kan niet anders concluderen dan dat de opleiding AC er sterker uit is gekomen. Door de situatie is een evidente stroomversnelling ontstaan in de kwaliteitsverbetering van de onderwijsleeromgeving (vb. de ontwikkeling van een geïntegreerde onderzoekslijn, betrokkenheid van het lectoraat, verbetering van de toetsdeskundigheid van docenten door het bijwonen van trainingen en intervisiesessies) en het gerealiseerde niveau. De opleiding is haar balans en zelfverzekerdheid weer aan het terugvinden. Indien de opleiding haar sterke punten behoudt (vb. de profilering op ‘good governance’, een programma met een beroepsgericht karakter, de aandacht voor praktijkgericht onderzoek, de deskundige docententeams en de kwaliteit van de afstudeerproducten) en haar beoogde verbeteringen doorzet (vb. een meer onderscheidend profiel, de blik meer naar buiten, de verbetering van het studiesucces, de verlaging van de werkdruk en de verhoging van de tevredenheid van docenten en de terugkoppeling van verbeteracties met bijbehorende resultaten), ziet het auditpanel mogelijkheden dat de opleiding zich over de volle breedte doorontwikkelt tot een gedegen opleiding Accountancy. Het auditpanel komt voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) tot de overall kwalificatie ‘voldoende’. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 47 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 48 6. AANBEVELINGEN Onderscheidend profiel Het auditpanel ziet net als de opleiding mogelijkheden om het sinds 2012 ingestelde lectoraat Governance, Finance en Accountancy meer bij de inhoud van de onderwijsleeromgeving te betrekken. De plannen die het lectoraat tijdens de audit beschreef, bieden de opleiding AC een mooie kans om zich – al dan niet via het opzetten van een kenniscentrum – te onderscheiden van andere opleidingen Accountancy in Nederland. Daarvoor verdient het accent dat de opleiding wil leggen ten aanzien van ‘good governance’, ethisch en integer handelen in de eindkwalificaties van de opleiding een nadere inkleuring, specifiek gericht op de opleiding Accountancy. Tevens kan het auditpanel zich voorstellen dat dit thema meer structureel aan bod komt in de programma’s en tevens een plaats krijgt in het systeem van toetsen en beoordelen (vb. in de afstudeeropdrachten). De blik van de opleiding leek in de ogen van het auditpanel de afgelopen jaren, zoals begrijpelijk, enigszins naar binnen gericht. Het is nu zaak voor de opleiding om zich sterker op haar omgeving te richten. Zo kan het zich voorstellen dat de opleiding per leslocatie een verschillende inkleuring geeft aan een specifiek op de regio gericht profiel (vb. Alkmaar grote bedrijven, het MKB, kleinere accountants- en administratiekantoren en een groot agrarisch werkgebied / Diemen c.q. Amsterdam de grote accountantskantoren, internationaal en multicultureel bedrijfsleven, financiële instellingen, internationale logistiek, luchtvaart gerelateerde activiteiten, cultuur / Rotterdam het goede contact met de Belastingdienst, de grote accountantskantoren, de haven, activiteiten gerelateerd aan shipping, overslag, internationale logistiek en ook olie en gas bij Pernis). Dit gaat verder dan alleen de leslocatiespecifieke projecten in het derde en vierde studiejaar. Studiesucces De uitval in de hoofdfase is ondanks de adequate verbetermaatregelen (vb. het aanbrengen van de studiedrempels, het houden van een intakegesprek en het aanbieden van deficiëntiecursussen) nog te hoog. Het auditpanel vindt het belangrijk dat de opleiding sterker inzet op de monitoring van de effectiviteit van de verbetermaatregelen ten aanzien van het studiesucces en de aantoonbaarheid van de verbeterde studieresultaten. Verlaging werkdruk / verhoging docenttevredenheid Door de maatregelen die nodig waren voor de krimp in de studentenaantallen en door de verbeteringen in de afstudeerfase, is de werkdruk van docenten binnen de opleiding toe- en de tevredenheid van docenten afgenomen. Het auditpanel verwacht dat de maatregelen die de opleiding inzet (vb. uniformiteit, efficiency), zullen leiden tot vermindering van de werkdruk en verhoging van de tevredenheid. Tevens is het belangrijk dat docenten weer zelfvertrouwen krijgen in het begeleiden en beoordelen van studenten bij het afstuderen. Het auditpanel is voorstander om deze thema’s het komende jaren opnieuw speerpunt te laten zijn. Doorontwikkeling afstudeerfase Doorontwikkeling van de afstudeerfase is belangrijk voor AC om haar voorsprong te behouden. Het auditpanel ziet een aantal verbetermogelijkheden. In een aantal afstudeerproducten kwam het de basismethodes en –technieken van onderzoek tegen. AC zou haar (betere) studenten bijvoorbeeld meer kunnen uitdagen om de veilige kaders waarbinnen het onderzoek wordt uitgevoerd los te laten en meer out-of-the-box te laten denken en te experimenteren. Hoewel het auditpanel de zorgvuldige, transparante beoordelingssystematiek waardeert, kan het zich voorstellen dat de opleiding het komende jaar de efficiëntie ervan herijkt. De digitaliseringsslag, waar de opleiding aan werkt, zal daarbij helpen. Daarnaast beveelt het de opleiding aan om het nieuwe accent dat de opleiding wil leggen ten aanzien van ‘good governance’, ethiek en integer handelen, zoals de opleiding dat ook beoogt, een plaats te geven in de (beoordelingssystematiek van de) afstudeerproducten. De opleiding kan het lectoraat tevens betrekken bij de verdere ontwikkeling van de afstudeerfase. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 49 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 50 7. BEVINDINGEN AUDITPANEL INHOLLAND SURINAME Het domein Management, Finance en Recht (MFR) heeft in oktober 2012 afspraken gemaakt over het ontwerpen van een Double degree (DD)-programma voor onder andere AC-studenten die vanaf 1 oktober 2012 in Suriname zijn ingestroomd bij de FHR School of Business in Suriname (FHR). Afspraak is dat de opleiding in Suriname de Nederlandse Onderwijs- en examenregeling (OER) van de voltijdvariant van AC volgt. Het auditpanel heeft vastgesteld dat het domein MFR vanaf 1 oktober 2012 de FHR structureel en gelijkwaardig heeft betrokken bij de totstandkoming van de OER, te weten het opleidingsspecifieke deel en het studentenstatuut. De decentrale Examencommissie verleent een vrijstelling van 180 ec voor de in Suriname gevolgde onderwijsonderdelen en is verantwoordelijk voor het eindniveau van de afgestudeerden. Het domein MFR zal daarnaast 60 EC afstandsonderwijs realiseren. In het studiejaar 2012-2013 ontving het College van Bestuur van Inholland een brief van de Inspectie waarin stond opgenomen dat de hogeschool het afgelopen jaar intensief en zorgvuldig heeft gewerkt aan de implementatie van de zorgplicht ten aanzien van de studenten in Suriname en dat de onderwijsinstelling de voorgenomen verbetermaatregelen grotendeels in de praktijk heeft gebracht. Hoewel er nog enkele verbeterpunten open stonden, maakte Inholland aannemelijk dat zij haar verantwoordelijkheid voor het niveau en de kwaliteit van de opleiding adequaat heeft ingevuld. Daar waar er nog verbeteringen doorgevoerd dienen te worden, met name het vrijstellingenbeleid, vertrouwt de Inspectie er op dat de onderwijsinstelling dit voldoende in beeld heeft en de noodzakelijke afspraken zal maken. Het auditpanel sprak tijdens de audit met het management van de opleiding en de examencommissie over de kwaliteitsbewaking en de vrijstellingsprocedures van de DDconstructie: Voor het ontwikkelen van het afstandsonderwijs en de weblectures maakt de opleiding gebruik van de expertise van de DigiPabo van Inholland; een opleiding die al jaren ervaring heeft met dit type onderwijs. De grote lijnen van dit programma zijn bij de opleiding bekend. Het betreft de onderdelen ‘stage’ en ‘afstuderen’ die in het derde en vierde studiejaar zijn opgenomen. Het programma wordt in de periode januari-juli 2014 specifiek uitgewerkt. De opleiding beschikt over een plan van aanpak. Ook heeft het auditpanel gesproken over het beleid rond het toekennen van vrijstellingen/de vrijstellingsprocedure en de plannen ten aanzien van het borgen van de kwaliteit/de kwaliteitsbewaking van de DD-constructie. Door de trainingen die de examencommissie heeft gevolgd en de facilitering die zij voor het uitvoeren van haar taak krijgt, is de examencommissie naar de mening van het auditpanel voldoende geëquipeerd om haar taken adequaat uit te voeren. Dit geeft het auditpanel vertrouwen dat de opleiding haar plannen rond Inholland Suriname, zoals zij dat beoogt, zal waarmaken indien dat noodzakelijk is (zie volgende alinea). Het toetsen van de uitvoering van deze plannen kan pas A) vanaf juli 2014, omdat de opleiding tegen die tijd vorm geeft aan het afstandsonderwijs en B) vanaf september 2015, omdat de eerste studenten dan gaan afstuderen. De eerste studenten zouden in de zomer van 2016 onder de DD-constructie kunnen afstuderen. De FHR wil echter voor die periode in aanmerking komen voor een internationale accreditatie. De internationale accreditatie van de Surinaamse opleidingen verloopt in drie fasen. Na het lidmaatschap en de kandidaatstelling voor accreditatie, wordt nu gewerkt aan de ‘Self Study’. Volgens de planning vindt de site-visit plaats in de zomer van 2014. De accreditatieverlening kan dan formeel volgen in september of oktober 2014. Op dat moment kan de DD-constructie worden beëindigd en worden er geen DD-getuigschriften uitgereikt. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 51 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 52 BIJLAGE I Scoretabel Scoretabel paneloordelen Onderwerpen / Standaarden Oordeel Accountancy Hogeschool Inholland HboAssociate bachelordegree-programma opleiding voltijd voltijd deeltijd Beoogde eindkwalificaties Standaard 1. De beoogde eindkwalificaties voldoende voldoende voldoende Programma Standaard 2. Standaard 3. Standaard 4. Standaard 5. Standaard 6. Standaard 7. goed voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende goed voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende goed voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende goed voldoende voldoende goed voldoende voldoende goed voldoende Voorzieningen Standaard 11. Huisvesting en materiele voorzieningen Standaard 12. Studiebegeleiding en informatievoorziening voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende Kwaliteitszorg Standaard 13. Periodiek evalueren Standaard 14. Evalueren en verbetermaatregelen Standaard 15. Betrekken van partijen bij interne kwaliteitszorg goed voldoende goed goed voldoende goed goed voldoende goed goed voldoende voldoende Oriëntatie programma Inhoud programma Vormgeving programma Instroom programma Studeerbaarheid programma Omvang en duur programma Personeel Standaard 8. Doeltreffendheid personeelsbeleid Standaard 9. Kwalificaties personeel Standaard 10. Omvang personeel Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 16.Toetsen en eindkwalificaties Algemeen eindoordeel Voldoende ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 53 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 54 BIJLAGE II Opleidingsspecifieke eindkwalificaties Hieronder volgt een overzicht van de eindkwalificaties van de bacheloropleiding Accountancy van Hogeschool Inholland. De eindkwalificaties en het profiel van de opleiding zijn voor alle drie de leslocaties Alkmaar, Diemen en/of Rotterdam gelijk. Competenties AC-B Inholland 1. Aanspreekpunt voor cliënten in het kader van de administratieve dienstverlening: de bachelor accountancy kan op administratief gebied als aanspreekpunt voor cliënten fungeren, om in samenspraak met de cliënt de administratie te voeren en een jaarrekening samen te stellen en te beoordelen, opdat hij/zij: 2. Behartigen van fiscale belangen van de cliënt: de bachelor accountancy is in staat om de fiscale belangen van een cliënt te behartigen, opdat hij/zij: 3. Bijdragen aan de uitvoering van algemene controle jaarrekening; de bachelor accountancy kan als lid van een controleteam (onder aansturing van een certificerend accountant) bijdragen aan het uitvoeren van de algemene controle van een jaarrekening, opdat hij/zij: 4. Adviesbehoeften onderkennen, signaleren en vervullen; de bachelor accountancy is in staat om in contacten met cliënten eenvoudige adviesbehoeften te onderkennen, te signaleren en te vervullen dan wel een bijdrage te leveren aan het vervullen van die behoeften, opdat hij/zij: 5. Adequaat functioneren binnen een accountantskantoor; de bachelor accountancy is in staat om binnen de professionele organisatie van een accountantskantoor adequaat te functioneren, opdat hij/zij: 6. Zichzelf voortdurend ontwikkelen als beroepsbeoefenaar; de bachelor accountancy is in staat om zichzelf als beroepsbeoefenaar voortdurend te ontwikkelen, opdat hij/zij: 1.1 Ontwerpen, inrichten, onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen 2.1 Verzorgen fiscale aangiften 3.1 Controleren 4.1 Ontwikkelen van een management controlsysteem 4.2 Financieel economisch plannen 4.3 Bepalen en beheersen van operationele, financieeleconomische en fiscale risico's 5.1 Rapporteren over beroepsmatig handelen 5.2 In een projectgroep participeren Eén van de werkvormen die de opleiding hanteert is projectmatig werken. De studenten krijgen trainingen om in een projectgroep te kunnen participeren omdat dit in de beroepspraktijk van de accountant een onmisbare vaardigheid is. 5.3 Inspelen op de externe ontwikkelingen van de accountant (maatschappelijke ontwikkelingen meenemen in de beroepsuitoefening) 6.1 Onderzoekend vermogen De opleiding heeft een onderzoekslijn geïntegreerd in het curriculum, in verschillende onderwijseenheden en projecten. 6.2 Professioneel vakmanschap (mondeling en schriftelijk communiceren en houding) Het mondeling en schriftelijk kunnen communiceren (met name bij adviseren) zijn basisvaardigheden die een accountant dient te beheersen. 6.3 Verantwoord handelen (professioneel kritische instelling) Tabel 11 – Competenties AC-B Inholland ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 55 Hieronder volgt een overzicht van de eindkwalificaties van het Associate degree-programma Accountancy van Hogeschool Inholland. De eindkwalificaties en het profiel van de Ad zijn voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant gelijk. Competenties AC-Ad Inholland 1. Aanspreekpunt voor cliënten in het kader van de administratieve dienstverlening: De Ad-accountant is in staat om op administratief gebied als aanspreekpunt voor cliënten te fungeren, om in samenspraak met de cliënt de administratie te voeren en een jaarrekening samen te stellen en te beoordelen opdat hij/zij: 2. Behartigen van de fiscale belangen van de cliënt: De Ad-accountant is in staat om fiscale belangen van een cliënt te behartigen, opdat hij/zij: 3. Adequaat functioneren binnen een (accountants) kantoor: De Adaccountant is in staat om binnen de professionele organisatie van een (accountants) kantoor adequaat te functioneren, opdat hij /zij: 4. Zichzelf voortdurend ontwikkelen als beroepsbeoefenaar: de Adaccountant is in staat om zichzelf als beroepsbeoefenaar voortdurend te ontwikkelen, opdat hij/zij: 1.1 Een administratie kan voeren 1.2 Een administratie kan aanpassen aan de veranderde omgeving 1.3 Cliënten kan begeleiden bij het voeren van een administratie 1.4 Een jaarrekening kan samenstellen 1.5 Een administratie kan analyseren (verschillenanalyse) 1.6 Een door cliënt samengestelde jaarrekening kan beoordelen 1.7 Een ondernemingsplan kan opstellen inclusief deelbegrotingen 1.8 Adviezen kan geven over de operationele werking van het administratief systeem 2.1 De fiscale aangifte voor een cliënt kan verzorgen (OB, LB, IB en vbp) 2.2 Een fiscale winstberekening kan opstellen 2.3 De behoefte aan fiscale adviezen kan herkennen en kan laten vervullen 3.1 veranderingen in de maatschappij kan signaleren en in staat is hierop in te spelen 3.2 projectmatig en in een team kan werken 3.3 verworven kennis en inzichten aan collega’s kan overdragen 3.4 een oordeel kan geven over het werk van zichzelf en dat van anderen 4.1 in staat is het eigen beroepsmatig handelen en professionaliteit, houding en motivatie voortdurend verder te ontwikkelen 4.2 integer, onafhankelijk en ethisch kan handelen 4.3 de invloed van actuele ontwikkelingen op het eigen functioneren kan onderkennen 4.4 in staat is de eigen loopbaan uit te stippelen Tabel 12 – Competenties AC-Ad Inholland ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 56 BIJLAGE III Schematisch overzicht opleidingsprogramma Hieronder volgt een overzicht van het voltijdprogramma van de hbo-bacheloropleiding Accountancy van Hogeschool Inholland. Dit programma is voor de drie leslocaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam gelijk. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 57 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 58 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 59 Hieronder volgt een overzicht van het voltijdprogramma van de Associate degree Accountancy van Hogeschool Inholland. Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 1 Bedrijfsadministratie 1 Privaatrecht Belastingrecht Studieloopbaan-begeleiding 1 Taalvaardigheid 1 Project oriëntatie op beroep Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 2 Bedrijfsadministratie 2 Studieloopbaanbegeleiding 2 Privaatrecht Engels: speaking Taalvaardigheid 2 Ondernemingsrecht Omzetbelasting Project Omzetbelasting Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 3 Bedrijfsadministratie 3 Loonheffing Inkomstenbelasting Studieloopbaan-begeleiding 3 Project loonheffing en Inkomstenbelasting Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 4 Bedrijfsadministratie 4 Studieloopbaanbegeleiding 4 Belastingen van rechtsverkeer Winst uit onderneming Project winst Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 5 Bedrijfsadministratie 5 Studieloopbaanbegeleiding 5 Winst uit onderneming Project winst Periode 1 Internationalisering Onderzoeksleerlijn Verzamelen materiaal, uitvoeren van onderzoek, schriftelijke rapporteren over onderzoek Periode 2 Internationalisering Onderzoeksleerlijn Basisvaardigheden Verzamelen materiaal, uitvoeren van onderzoek, schriftelijk rapporteren over onderzoek, presentatie Periode 3 Internationalisering Onderzoeksleerlijn Verzamelen materiaal, uitvoeren van onderzoek, schriftelijk rapporteren over onderzoek, presentatie Periode 4 Internationalisering Onderzoeksleerlijn Verzamelen materiaal, uitvoeren van onderzoek, schriftelijk rapporteren over onderzoek, presentatie Periode 5 Internationalisering Onderzoeksleerlijn Verzamelen materiaal, uitvoeren van onderzoek, schriftelijk rapporteren over onderzoek, presentatie ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 60 Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 6 Bedrijfsadministratie 6 Studieloopbaanbegeleiding 6 Vennootschapsbelasting Praktijk VPB Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 7 Bedrijfsadministratie 7 Stage 2 Onderwijseenheid Bedrijfseconomie 8 Bedrijfsadministratie 8 Stage 2 Periode 6 Internationalisering Onderzoeksleerlijn Verzamelen materiaal, uitvoeren van onderzoek, schriftelijk rapporteren over onderzoek, presentatie Periode 7 Internationalisering Financiële instrumenten Onderzoeksleerlijn Verzamelen materiaal, plan van aanpak maken, uitvoeren van onderzoek, schriftelijk rapporteren over onderzoek Periode 8 Internationalisering Financiële instrumenten IFRS-light 4e en 7e EG-Richtlijn Onderzoeksleerlijn Verzamelen materiaal, plan van aanpak maken, uitvoeren van onderzoek, schriftelijk rapporteren over onderzoek ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 61 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 62 BIJLAGE IV Opleiding: Varianten: Datum: Programma, werkwijze en beslisregels Accountancy – Hogeschool Inholland Bachelor voltijd en Associate degree voltijd, deeltijd 10 en 11 oktober 2013 Auditpanel Naam De heer R.J.M. van der Hoorn MBA (Rob) Mevrouw E.A. Ploegman RA (Eenje) De heer drs. J.N. Leppink (Jan) De heer S.H. van der Pijl (Bas) Mevrouw I.M. Gies Broesterhuizen (Inge) Rol Voorzitter Deskundige Deskundige Studentlid Secretaris In de bijlage volgt aanvullende informatie over de gesprekspartners van Inholland en een routebeschrijving naar elke locatie. Programma - Dag 1 Varianten: Locatie: Datum: Ruimte: Tijd 08.15 – 08.30 08.30 – 09.30 09.30 – 10.30 10.30 – 10.45 10.45 – 11.45 Bachelor voltijd en Associate degree voltijd, deeltijd Alkmaar, bergerweg 200, 1817 MN Alkmaar 10 oktober 2013 A.2.31 (Spreekuur is in A.2.41) Gesprekspartners Inloop & ontvangst auditteam Onderwerpen - vooroverleg - Strategisch beleid, visie, missie (MVS) - Ontwikkelingen in het werkveld / relatie - Eric Westhoek (directeur domein MFR ) beroepenveld - Monique Daum (teamleider Rotterdam) - Marktpositie / positionering & profilering - Adrie Vrolijk (teamleider Alkmaar /Haarlem) - Internationale focus - Chris Buijsman (teamleider Diemen) - Visie op toegepast onderzoek / lectoraat & - Danijela Bajlovic (teamleider Rotterdam) kenniskring - Kwaliteitszorg - Personeelsbeleid / Scholing - Resultaten / Onderwijsrendement - Kwaliteitsdocumenten - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Curriculumcommissie Inhoudelijk opleidingskader en curriculum Opleidingscommissie (alleen docenten) Curriculumontwikkeling, -evaluatie en – Kwaliteitszorg bijstelling in het algemeen Kenmerken van het programma - Anoeskha Chinnoe, beleidsmedewerker kwaliteitszorg en (karakteristieken) adviserend lid Tcie en CurCie. Samenhang programma (ook aansluiting - Ben Koppelman, lid curriculumcommissie Finance en docent instroom – propedeuse) AO Alkmaar Bvt Praktijkcomponenten - Constant Lauret, voorzitter opleidingscommissie Finance, Internationalisering lid afstudeercommissie Finance en docent NL Alkmaar Bvt Toetsbeleid - Erwin Tuin, lid curriculumcommissie Finance, coordinator Toegepast onderzoek AC jaar 3 en 4, docent EV Alkmaar Bvt Programma studieloopbaanbegeleiding / Studeerbaarheid, studielast Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld monitoring & verantwoording Management ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 63 Tijd 11.45 – 12.45 Gesprekspartners Lunch 12.45 – 13.45 Rondleiding Alkmaar 28 - Sandra Tijsen. 3AC - Mark Molenhuis, 3AC - Manon Donkersloot, 3AC Open spreekuur Document inzage Lesbezoek Onderwerpen - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen (denk aan: mediatheek, ICTvoorzieningen, studentvolgsysteem) Mogelijkheid tot lessenbezoek - wat ter tafel komt - bestudering documenten ter inzage - at random lessenbezoek - Hans Kraan (ERP reporting, opdracht), klas 2F2 13.1514.45 uur A328 - Pim Steketee (Inleiding Bedrijfsadministratie), klas 1F2, 12.30-14.45 uur B206 13.45 – 14.00 14.00 – 15.15 Docenten alle vestigingen - Marleen Bartelts (Rdam/Bvt, Bdt, Advt en Addt) Conja Stouten (Rdam/ Bvt, Bdt, Advt en Addt) Erwin Tuin (Alkmaar/Bvt) Gert Visbeen (Alkmaar/Bvt) Adjan Welsink (Diemen/Bvt) Jelleke van Arnhem (Diemen/Bvt) 15.15 – 15.30 15.30 – 16.45 Studenten Diemen Bvt – Alkmaar Bvt o.a. leden van de opleidingscommissie Alkmaar: - Farzan Naiemi, 2 VT (havo) - Murat Engin Köksal, 2 VT (havo) - Kevin Bakker, 3 VT (havo) - Mark Molenhuis, 3 VT (havo) - Annejet Boerema, 4 VT (havo) - Melissa Brinkman, 4 VT (havo) - Anita Nanhoe, 4 VT (havo) 16.45 – 17.15 28 Diemen: - Remco Switzar, 2 VT (vwo) - Chantal Schilder, 2 VT (havo) - Julia van Pareren, 3 VT (havo) - intern overleg bestudering documenten ter inzage Relatie met / input van beroepenveld Ontwikkelingen beroepsdomein Internationale focus Programmaontwikkeling Inhoud programma Toetsen en beoordelen Begeleiding Professionele ruimte / scholing werkdruk intern overleg bestudering documenten ter inzage Kwaliteit docenten Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding / toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. buitenschoolse component / stages) Studeerbaarheid / studielast Materiële voorzieningen Afstuderen interactie met het management rol bij de interne kwaliteitszorg mate van betrokkenheid in het besluitvormingsproces - intern overleg / terugkijken op dag 1 - bepaling pending issues De voorzieningen van de locatie Diemen worden tijdens een andere audit beoordeeld. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 64 Programma - Dag 2 Varianten: Locatie: Datum: Ruimte: Tijd 08.15 – 08.30 08.30 – 09.15 09.15 – 10.15 Bachelor voltijd en Associate degree voltijd, deeltijd Rotterdam, Posthumalaan 90 3072 AG 11 oktober 2013 12.904 (Spreekuur is in 12.914) Gesprekspartners Inloop & ontvangst auditteam Leden examencommissie - Cor Burger, voorzitter examencommissie Finance (Alkmaar/Bvt) - Rene Heerdink, vice-voorzitter examencommissie Finance, lid Afstudeercommissie (Rdam/Bvt en Bdt) - Cees Wagenaar, secretaris examencommissie Finance (Alkmaar, Bvt) - Hans van Strien, voorzitter toetscommissie Finance (Rdam/Bvt, Bdt, Advt en Addt) 10.15 – 10.30 10.30 – 11.45 vooroverleg - Taken en rollen van de examencommissie - Bevoegdheden, ook met het oog op de Wet Versterking Besturing - Relatie tot het management - Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen - (Relatie tot de) toetscommissie - Kwaliteitsborging afstudeerders - Seline Peeters, jaar 4 VT - Wendella Laken, jaar 2 ADAC VT intern overleg Kwaliteit docenten Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding / toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. buitenschoolse component / stages) - Studeerbaarheid / studielast - Materiële voorzieningen - Afstuderen - interactie met het management - rol bij de interne kwaliteitszorg - mate van betrokkenheid in het besluitvormingsproces - Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen (denk aan: mediatheek, ICTvoorzieningen, studentvolgsysteem) - Mogelijkheid tot lessenbezoek Open spreekuur - wat ter tafel komt Document inzage - bestudering documenten ter inzage Lesbezoek - at random lessenbezoek Studenten Rotterdam Bvt, Advt en Addt o.a. leden van de opleidingscommissie - Seline Peeters, jaar 4 VT (havo) - Dennis van den Bos, jaar 2 VT (havo) - Wessel van Rooijen, jaar 2 VT (havo) - Eline Brand, jaar 4 VT (havo) - Marloes de Groot, jaar 4 VT (vmbo + havo) - Cindy Zuiderwijk, jaar 3 DT (mbo) - Deborah Dekkers, jaar 3 VT, lid Opleidingscommissie (mbo) - Wendella Laken, jaar 2 ADAC VT (mbo) 11.45 – 13.00 Onderwerpen Rondleiding Rotterdam - Capita Selecta, Inleiding Kerndisciplines jaar 3 VT en Verdieping Kerndisciplines jaar 4 VT, gastcollege door lector Stefan Peij – Corporate Governance 13.00 – 13.30 Lunch 13.30 – 14.00 Lectoraat - Lector Stefan Peij, Lectoraat Governance, Finance & Accountancy - Eric Westhoek - intern overleg bestudering documenten ter inzage onderzoek doen lectoraat en kenniskring interactie onderwijs en onderzoek ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 65 Tijd 14.00 – 15.00 Gesprekspartners Alumni / Vertegenwoordigers van het werkveld - Jos Stengs, lid beroepenveldcommissie Finance - Jan Wokke, lid beroepenveldcommissie Finance - Desiree Bakker, alumnus - Alex Spruit, alumnus - Jan Breusers, lid beroepenveldcommissie Finance - Pieter de Kok, alumnus en lid beroepenveldcommssie Finance 15.00 – 15.15 15.15 – 15.30 Onderwerpen - kwaliteit van het programma en de afgestudeerden - betrokken bij de interne kwaliteitszorg - Wie het betreft 15.30 – 16.15 intern overleg bepaling pending issues (indien van toepassing) pending issues inzien materiaal - Interne terugkoppeling - bepaling beoordeling Terugkoppeling 16.15 Gesprekspartners Naam Managers Eric Westhoek Functie en rollen Monique Daum Teamleider Rotterdam / Den Haag Adrie Vrolijk Teamleider Alkmaar / Haarlem Chris Buijsman Teamleider Diemen Danijela Bajlovic Teamleider Rotterdam / Den Haag Deelnemer AC-scholenoverleg Kwaliteitszorg/CCC/OC Anoeskha Chinnoe Ben Koppelman Constant Lauret Erwin Tuin Docenten Marleen Bartelts Gert Visbeen Adjan Welsink Directeur Domein Management Finance en Recht Beleidsmedewerkerkwaliteitszorg Adviserend lid curriculumcommissie Finance Adviserend lid toetscommissie Finance Lid curriculumcommissie Finance Docent administratieve organisatie locatie Alkmaar/Haarlem Geeft les in de voltijd Bachelor Voorzitter opleidingscommissie Finance Lid afstudeercommissie Finance Docent Nederlandse taal locatie Alkmaar Geeft les in de voltijd Bachelor Lid curriculumcommissie Finance Coördinator Accountancy jaar 3 en 4, Docent Externe Verslaggeving IKA1 locatie Alkmaar Penningmeester AC-scholenoverleg Geeft les in de voltijd Bachelor Voorzitter afstudeercommissie Rotterdam Lid centrale afstudeercommissie Docent Externe Verslaggeving / Bedrijfsadministratie / Controlling / Change management / Cultural management locatie Rotterdam Geeft les in de voltijd en deeltijd in de Bachelor en AD Coordinator periode 5 internationalisering Docent M&O / Sustainability locatie Alkmaar Geeft les in de voltijd Bachelor Coördinator stage en afstuderen Diemen Docent communicatieve vaardigheden en onderzoeksvaardigheden locatie Diemen Geeft les in de voltijd Bachelor ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 66 Docenten Jelleke van Arnhem Coördinator instroom en mbo-hbo Docent Bedrijfsadministratie/Bedrijfseconomie locatie Diemen Geeft les in de voltijd Bachelor Conja Stouten Coördinator jaar 3 en 4 Accountancy Docent Controlebeginselen / Bedrijfsadministratie / Bedrijfseconomie / Externe Verslaggeving / Administratieve Organisatie / Coaching locatie Rotterdam Geeft les in de voltijd en deeltijd Bachelor en AD Examencommissie/Toetscommissie Cor Burger Voorzitter examencommissie Finance Docent fiscaal recht locatie Alkmaar Geeft les in de voltijd Bachelor René Heerdink Vice-voorzitter examencommissie Finance Lid afstudeercommissie Coördinator langstudeerders Docent Administratie Organisatie / Bedrijfseconomie / Bedrijfsadminstratie locatie Rotterdam Geeft les in de voltijd en deeltijd Bachelor Cees Wagenaar Secretaris examencommissie Finance Lid toetscommissie Finance Docent Ethiek en Recht / Privaatrecht locatie Alkmaar Geeft les in de voltijd Bachelor Hans van Strien Voorzitter toetscommissie Finance Coördinator deeltijd Docent Externe Verslaggeving / Bedrijfseconomie / Financiering locatie Rotterdam Geeft les in de voltijd en deeltijd in de Bachelor en AD Beroepenveld/alumni Jos Stengs Lid Beroepenveldcommissie Cluster Finance Diemen Registeraccountant Vennoot Dubois & Co. Docent externe verslaggeving / OAT Jan Wokke Lid Beroepenveldcommissie Cluster Finance Alkmaar/Haarlem Registeraccountant Directielid VANNU BV Docent Capital Selecta Desiree Bakker Alumnus Accountancy Alkmaar Assistant Accountant BDO In opleiding AA Alex Spruit Alumnus Accountancy Alkmaar Registeraccountant Manager Deloitte Jan Breusers Lid Beroepenveld commissie cluster Finance Rotterdam/Den Haag Klantcoördinator / Accountant, Belastingdienst afdeling Belastingen / Grote Ondernemingen Lid van de Beroepenveldcommissie Accountancy bij de Hogeschool Rotterdam Docent Financieel Management, verbonden aan de Transfergroep Rotterdam Adviseur Medezeggenschap (freelance), verbonden aan De Beuk Organisatieadvies Praktijkbegeleider bij de praktijkopleiding tot registeraccountant geaccrediteerd door het Stagebureau Accountancy Rijksoverheid Pieter de Kok Lid beroepenveldcommissie cluster Finance Rotterdam/Den Haag Registeraccountant Partner Coney Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende (voltijd en deeltijd) opleiding(en) is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs” van 22 november 2011. Daarin staan de standaarden vermeld waarop een Evaluatiebureau zich bij de uitgebreide opleidingsbeoordeling van een opleiding moet richten en de criteria aan de hand waarvan een Evaluatiebureau moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 67 Op basis van de door opleiding geleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de (voltijd- en deeltijd) variant(en). De visitatie was gericht op een verificatie van de bevindingen uit de documentenanalyse en het verkrijgen van aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Dit geschiedde door gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding, studenten en het werkveld, die waren te kenschetsen als ‘gesprekken tussen vakgenoten’. De verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft - ook door eigen waarneming. Verantwoording keuze gesprekspartners Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditteam met in achtneming van de daartoe strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld. Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht heeft gebracht van studenten en medewerkers. Tijdens het locatiebezoek heeft het auditteam de volgende les bezocht: ‘Verdieping Kerndisciplines jaar 4 VT’, gastcollege lector Corporate Governance. Het oordeel van het auditteam vastgelegd in een conceptrapport werd aan de opleiding voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd in het ‘Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011’. Wanneer er sprake is van verschillende varianten van een opleiding (bijvoorbeeld: voltijd, deeltijd en duaal), dan moet uit de beoordeling blijken dat voor elke variant de basiskwaliteit is gewaarborgd op grond van de standaarden uit het betreffende beoordelingskader om te komen tot een positief eindoordeel over de opleiding. Indien een opleiding onder één CROHO-registratie wordt aangeboden op meerdere locaties, kan de opleiding alleen voor accreditatie in aanmerking komen als uit de beoordeling blijkt dat elke locatie voldoet aan de in het betreffende kader genoemde standaarden voor basiskwaliteit. Uitgebreide opleidingsbeoordeling Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 16 als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien ten minste de standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘goed’ worden beoordeeld. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien ten minste de standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘excellent’ worden beoordeeld. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 68 BIJLAGE V Lijst geraadpleegde documenten Lijst geraadpleegde documenten, conform richtlijn van de NVAO Kritische reflectie opleiding Organigram instelling / Organigram opleiding. Domeinspecifiek referentiekader en de eindkwalificaties / Schematisch programmaoverzicht. Inhoudsbeschrijving (op hoofdlijnen) van de programmaonderdelen, met vermelding van o eindkwalificaties, leerdoelen, werkvormen, wijze van toetsen, literatuur (verplicht / aanbevolen), betrokken docent(en) en studiepunten. Onderwijs- en examenregeling – OER. Overzicht van het ingezette personeel o naam, functie, omvang aanstelling, graad en deskundigheid o differentiatie in graad uitgedrukt in % van het totaal. Overzichtslijst van alle afstudeerwerkstukken van de laatste twee jaar (of van portfolio’s / werkstukken waaruit het door de student bereikte eindniveau kan worden afgeleid). Overzicht van de contacten met het werkveld. Samenvatting en analyse recente evaluatieresultaten en relevante managementinformatie. Verslagen overleg in relevante commissies / organen. Documentatie over student- en docenttevredenheid. Toetsopgaven + beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen) en een representatieve selectie van gemaakte toetsen (presentaties, stageverslagen, assessments, portfolio’s e.d.) en beoordelingen. Handboeken en overig studiemateriaal. Onderwijsbeleidsplan; Beleidsplan op het gebied van onderzoek in relatie tot de aangeboden opleidingen; Personeels(beleid)plan; Voorzieningenplan; Kwaliteitszorgplan; Beleidsplan ten aanzien van de toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking; Overzicht van 22 afstudeerwerkstukken op studentnummer: Variant B Accountancy VT Locatie Alkmaar Diemen Rotterdam B Accountancy DT Ad Accountancy VT Rotterdam Diemen Rotterdam Studentnummer 455700 455698 475036 480830 479784 473374 481384 455852 424879 451873 485034 405141 460457 465375 466108 452592 451997 415515 472470 483617 503527 505749 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 69 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 70 BIJLAGE VI Overzicht auditteam Samenstelling, korte functiebeschrijvingen (cv’s) en onafhankelijkheidverklaringen van voorzitter, leden en secretaris. Samenstelling en expertise van het auditteam laten zich als volgt weergeven 29: Panelleden Expertise Expertise Expertise Expertise Expertise Expertise Deskundi - audit - onderwijs - werkveld - vakinhoud - interna- -student- ge 30 tionaal zaken - CEA - kwaliteitszorg R.J.M. van der Hoorn MBA voorzitter X X E.A. Ploegman RA deskundige x X x X x X drs. J.N. Leppink deskundige X X x x X X S.H. van der Pijl studentlid I.M. Gies Broesterhuizen secretaris X X Op 26 augustus 2013 heeft de NVAO goedkeuring gegeven voor de samenstelling van het auditpanel t.b.v. de audit van de hbo-bacheloropleiding Accountancy van de Hogeschool van Amsterdam, dossiernummer 001925. Korte functiebeschrijvingen panelleden 1 2 3 4 De heer R.J.M. van der Hoorn MBA is een van de directeuren van de Hobéon Groep en heeft binnen het hoger onderwijs ruime ervaring met audits. Daarnaast houdt hij zich onder andere bezig met financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijsinstellingen. Mevrouw E.A. Ploegman is Register Accountant. Van 1972 tot en met 1994 was zij werkzaam bij EY. Sinds 1994 is zij opleidingscoördinator en docente HBO-accountancy voor de vakken administratieve organisatie, leer van de accountantscontrole (bachelor en post bachelor) en externe verslaggeving. Zij is o.a. verantwoordelijk voor het onderwijscurriculum van de opleiding accountancy en actief als stage- en afstudeerbegeleider. Daarnaast is zij assessor opleiding didactische vaardigheden HBO docenten, lid van de landelijke redactiecommissie voor het examen ‘Leer van de Accountantscontrole’ en voorzitter van de redactiecommissie OAT (landelijk examen bachelor accountancy). De heer Drs. J.N. Leppink is als docent en opleidingscoördinator verbonden geweest aan de Haagse Hogeschool, waar hij leiding gaf aan de opleidingen Accountancy en Bedrijfseconomie. Daarnaast is hij als docent en ontwikkelaar betrokken geweest bij NIVRA/Nijenrode en was hij als docent en examinator verbonden aan de Open Universiteit. Momenteel is hij senior lecturer binnen de MBAopleiding en de masteropleiding in Accounting en Control van de Haagse Hogeschool. De heer S.H. van der Pijl is vierdejaars student Accountancy bij de Hogeschool van Amsterdam. Secretaris/Coördinator Mevr. I.M. Gies Broesterhuizen 29 30 Gecertificeerd d.d. 2010 De grootte van het kruisje geeft enigszins de mate van deskundigheid aan (groot is meer, klein is minder). In aanvulling op het standaard deskundigheidprofiel van de NVAO stelt de CEA aanvullend een specifieke profielbeschrijving op voor de domeindeskundigen bij de visitatie van de accountancyopleidingen. Minstens twee accountancydeskundigen moeten zitting hebben in het auditpanel. Hiervoor werd door CEA een lijst met deskundigen beschikbaar gesteld, die voldeden aan het vereiste deskundigheidsprofiel. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 71 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 72 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 73 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 74 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 75 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 76 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 77
© Copyright 2025 ExpyDoc