002563 rapport Inholland hbo-ba Accountancy

BEOORDELINGSRAPPORT
Uitgebreide opleidingsbeoordeling
hbo-bacheloropleiding Accountancy
voltijd
Associate degree-programma
Accountancy
voltijd en deeltijd
Hogeschool Inholland
Lange Voorhout 14
2514 ED Den Haag
T (070) 30 66 800
F (070) 30 66 870
I www.hobeon.nl
E [email protected]
BEOORDELINGSRAPPORT
Uitgebreide opleidingsbeoordeling
hbo-bacheloropleiding Accountancy
voltijd
CROHO nr. 34406
Associate degree-programma
Accountancy
voltijd en deeltijd
CROHO nr. 80008
Hogeschool Inholland
Hobéon Certificering
Datum
20 december 2013
Auditteam
R.J.M. van der Hoorn MBA
E.A. Ploegman RA
drs. J.N. Leppink
S.H. van der Pijl
Secretaris
I.M. Gies Broesterhuizen
INHOUDSOPGAVE
1.
BASISGEGEVENS
1
2.
SAMENVATTING
5
3.
INLEIDING
9
4.
OORDELEN OP HET NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
13
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
47
6.
AANBEVELINGEN
49
7.
BEVINDINGEN AUDITPANEL INHOLLAND SURINAME
51
BIJLAGE
BIJLAGE
BIJLAGE
BIJLAGE
BIJLAGE
BIJLAGE
I
II
III
IV
V
VI
Scoretabel
Opleidingsspecifieke eindkwalificaties
Schematisch overzicht opleidingsprogramma
Programma, werkwijze en beslisregels
Lijst geraadpleegde documenten
Overzicht auditteam
53
55
57
63
69
71
1.
BASISGEGEVENS
NAAM INSTELLING
Hogeschool Inholland
status instelling
Bekostigd
resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Niet van toepassing
NAAM OPLEIDING (zoals in croho)
Accountancy
registratienummer croho
34406
domein/sector croho
Economie
oriëntatie opleiding
Hbo
niveau opleiding
Bachelor
Associate degree
graad en titel
aantal studiepunten (ec’s)
Bachelor of
Business
Administration
240
Associate degree of
Business
Administration
120
onderwijsvorm
Competentiegericht
locaties
Alkmaar, Diemen en Rotterdam
varianten
Voltijd 1
relevante lectoraten
Lectoraat Intellectual Capital
Lectoraat Governance, Finance &
Accountancy
datum audit / opleidingsbeoordeling
10 en 11 oktober 2013
1
2
80008
Voltijd, deeltijd 2
De deeltijd- en duale variant van de hbo-bacheloropleiding Accountancy op de leslocaties Diemen en/of
Rotterdam zijn omwille van bedrijfseconomische redenen in afbouw.
De duale variant van het Associate degree-programma Accountancy op de leslocatie Rotterdam kende
vanaf de start geen instroom en is in afbouw. Het Associate degree-programma Accountancy (voltijd en
deeltijd) wordt vanaf september 2013 nog een jaar aangeboden bij Hogeschool Inholland en de licentie
gaat vervolgens over naar Hogeschool Rotterdam.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 1
Basisgegevens hbo-bacheloropleiding Accountancy Hogeschool Inholland, voltijd 3
Instroom (aantal)
2007
 voltijd totaal
43
o voltijd Alkmaar
17
o voltijd Diemen
12
o voltijd Rotterdam
14
Uitval (percentage)
uit het eerste jaar 4
2007
 voltijd totaal
44
o voltijd Alkmaar
41
o voltijd Diemen
17
o voltijd Rotterdam
71
uit de hoofdfase 5
o voltijd Alkmaar
o voltijd Diemen
o voltijd Rotterdam
Rendement (percentage) 6
 voltijd totaal
o voltijd Alkmaar
o voltijd Diemen
o voltijd Rotterdam
Docenten (aantal + fte)
 voltijd totaal
o voltijd Alkmaar
o voltijd Diemen
o voltijd Rotterdam
Opleidingsniveau docenten (percentage) 7
 voltijd totaal
o voltijd Alkmaar
o voltijd Diemen*
o voltijd Rotterdam
Docent–student ratio 8
 voltijd totaal
o voltijd Alkmaar
o voltijd Diemen
o voltijd Rotterdam
Contacturen (aantal) 9
 voltijd**
2008
51
22
14
15
2009
74
30
24
20
2010
84
42
19
23
2011
24
16
2
6
2012
33
25
2
6
2008
43
50
57
20
2009
61
40
96
50
2010
45
21
84
57
2006
14
8
44
2006
43
64
33
22
aantal
54
13
20
21
Master
72
62
76
85
2011
63
50
100
83
2007
40
20
25
2007
29
20
30
50
2012
N.n.b.
N.n.b.
N.n.b.
N.n.b.
2008
55
33
33
2008
N.n.b.
N.n.b.
N.n.b.
N.n.b.
Fte
42,2
11,3
16,7
14,2
PhD.
2
0
0
5
Bachelor
26
38
23
10
1e jaar
18-20
2e jaar
14-16
3e jaar
12
1:19,8
1:23,0
1:16,8
1:20,7
4e jaar
12
* Drie docenten zijn bezig met een masteropleiding
** Daarnaast heeft de voltijdstudent in het derde studiejaar nog 12 uur stagebegeleiding en in het vierde
studiejaar 18 uur afstudeerbegeleiding.
3
4
5
6
7
8
9
Bron: Basisgegevens opleidingsbeoordeling ‘Indicatoren en definities’, Nederlands-Vlaamse
Accreditatieorganisatie, 11 september 2012
Het aandeel van het totaal aantal bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij de
opleiding staat ingeschreven.
Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding
inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur zonder het diploma te hebben behaald
alsnog uitvalt uit de opleiding.
Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding
inschrijven (herinschrijvers) dat het bachelordiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar.
Het aandeel docenten (onderwijzend personeel) met een hbo, master en PhD in het totaal aantal
docenten (onderwijzend personeel).
De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte’s aan
onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar.
Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de
opleiding.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 2
Basisgegevens hbo-Associate degree-programma Accountancy Hogeschool Inholland,
voltijd en deeltijd
instroom (aantal)
 voltijd
 deeltijd
rendement (percentage) 10
 voltijd
 deeltijd
docenten (aantal + fte)*
 voltijd
 deeltijd
docenten (niveau) 11
 voltijd
 deeltijd
docent–studentratio 12
 voltijd
 deeltijd
contacturen (aantal) 13
 voltijd
 deeltijd
2009
-
Master
10
2010
2009
aantal
21
2011
11
1
2010
-
2012
31
0
2011
N.n.b.
N.n.b.
fte
14,2
Bachelor
85
PhD.
5
1:20,7
1e jaar
18-20
8-10
2e jaar
14-16
8-10
*
Bij de Ad worden dezelfde docenten ingezet als bij de bachelor in Rotterdam.
10
Het aandeel van de Associate degree-studenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de
opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat het diploma haalt in de nominale studieduur + één jaar.
Het aandeel docenten (onderwijzend personeel) met een hbo, master en PhD in het totaal aantal
docenten (onderwijzend personeel).
De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte’s aan
onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar.
Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de
opleiding.
11
12
13
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 3
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 4
2.
SAMENVATTING
Hogeschool Inholland (Inholland) verzorgt de hbo-bacheloropleiding Accountancy (AC-B) in een
voltijdvariant op de leslocaties in Alkmaar, Diemen en Rotterdam en vooralsnog het Associate
degree-programma Accountancy (AC-Ad) in een voltijd- en deeltijdvariant in Rotterdam.

AC-B leidt op tot financieel dienstverlener voor het niet-controleplichtige deel van het
midden- en kleinbedrijf. Zij kunnen zich zelfstandig vestigen of in dienst treden bij een
administratiekantoor dan wel bij een op het midden- en kleinbedrijf gerichte (afdeling van
een) accountantsorganisatie. Afgestudeerden combineren hun dienstverband vaak met een
vervolgstudie in het post-hbo tot Accountant Administratieconsulent of aan de universiteit
tot Registeraccountant.

AC-Ad leidt op tot assistent-accountants die werkzaam zijn bij accountantskantoren en bij
administratiekantoren gericht op het midden- en kleinbedrijf.
Dit rapport en deze samenvatting beschrijven in welke mate de opleiding AC voldoet aan de
kwaliteitseisen van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en aan de eisen van
de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA).
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties zijn voor de bachelor voltijd op alle drie de locaties gelijk. Datzelfde
geldt voor de eindkwalificaties van de voltijd- en de deeltijdvariant van het Associate degreeprogramma. Alle eindkwalificaties zijn ten aanzien van de inhoud, het niveau en de oriëntatie
geconcretiseerd en actueel. Zij sluiten direct aan bij de competenties uit het herziene landelijke
beroeps- en opleidingsprofiel Accountancy uit 2012. De Ad richt zich op een deel van de
competentiegebieden (vb. focus op de administratieve en fiscale dienstverlening) en hanteert
een lager eindniveau. Bij alle competenties neemt de opleiding de relevante gedrags- en
beroepsregels die voor accountants gelden, als uitgangspunt. Na het succesvol afronden van de
bachelor beschikken alle studenten over de graad ‘Bachelor of Business Administration’.
De opleiding heeft zich ten opzichte van het landelijk profiel verder geprofileerd door de keuze
voor twee extra competenties (werken in een project, professioneel vakmanschap) en
benadrukt ook het belang van onderzoekend vermogen. De opleiding is in transitie naar een
nieuw onderscheidend profiel. Zij gaat het accent ‘good governance’ (in combinatie met ethisch
en integer handelen) sterker verbinden met haar eindkwalificaties en het onderwijs. De
opleiding kan zich ook meer onderscheiden door de ‘couleur locale’ per leslocatie vorm te
geven.
AC bereidt vooral de bachelor-, maar ook wel de Ad-studenten voor op het werken in een
internationale en interculturele omgeving. Bij de opleiding staat dit bekend als ‘I@Home’.
AC toont met diverse schema’s aan dat zowel de bachelor als de Ad met de beoogde
eindkwalificaties voldoen aan de eindtermen met de genormeerde studiebelasting en op het
beschreven niveau, zoals vereist door de CEA.
Via structurele raadpleging van hun netwerk borgen de verschillende leslocaties van AC een
adequate afstemming van de beoogde eindkwalificaties op de huidige en de toekomstige
ontwikkelingen in het specifieke vakgebied en het relevante werkveld.
Het auditpanel komt voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) bij
Standaard 1 tot het oordeel (ruim) ‘voldoende’.
Programma
Het programma van de bachelor voltijd is op alle drie de leslocaties hetzelfde en is gericht op
zowel de controle- als de samenstelpraktijk. Het Ad-programma is daarentegen specifiek
gericht op de fiscale praktijk en de samenstelpraktijk voor de MKB-ondernemer. Het verschil
tussen de voltijd en de deeltijd Ad is dat het didactische concept is afgestemd op de
desbetreffende doelgroep. De inhoud en de vormgeving van de programma’s stellen de
studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te bereiken.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 5
De basis van de opleiding wordt gevormd door de leerdoelen, die in relatie staan met de
eindkwalificaties. De inhoud van de programma’s wordt daarnaast bepaald door de CEAeindtermen. De samenhang in het programma komt tot stand door de indeling in thema’s, de
opbouw in leerlijnen en de toenemende complexiteit van de te verwerven kennis, vaardigheden
en attitudes.
De programma’s hebben een sterk beroepsgericht karakter. Alle programma’s kennen een
geïntegreerde onderzoekslijn, waar het auditpanel van onder de indruk is. Naast het lectoraat
‘Intellectual Capital’ dat binnen de opleiding veelvuldig betrokken is bij het praktijkgericht
onderzoek, gaat AC het nieuwe lectoraat ‘Governance, Finance en Accountancy’ bij de inhoud
van de opleiding betrekken.
Voor de deeltijdvariant van de Ad is ‘action learning’ het didactisch model, waarbij de student
bewust leert met en van andere studenten van concrete werkervaring, die wordt gerelateerd
aan theorieën en vaardigheden.
De opleiding zet adequate maatregelen in om haar studiesucces te verbeteren, maar zij haalt
haar streefcijfers nog niet. Het komende jaar dient aandacht uit te gaan naar het aantonen en
het monitoren van de verbetering van de rendementen en een verlaging van de uitval.
Studenten zijn het meest tevreden over de praktijkgerichtheid, de samenhang en de inhoud
van de programma’s. Hoewel de positief-kritische studenten van mening zijn dat de studielast
beter verdeeld kan worden over de vier studiejaren, waarderen zij net als het auditpanel de
bovenmodale studielast in positieve zin. Het bereidt hen uitstekend voor om in het
accountancy-werkveld aan de slag te gaan.
Voor de Standaarden 3, 4, 5, 6 en 7 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de
Ad (voltijd en deeltijd) uit op voldoende. Bij Standaard 2 komt het auditpanel door de
geïntegreerde onderzoeksleerlijn en de betrokkenheid van het lectoraat ‘Intellectual Capital’ bij
het praktijkgericht onderzoek voor alle varianten uit op ‘goed’.
Personeel
Het personeelsbeleid binnen het cluster Finance kent een jaarlijkse cyclus van functioneringsen beoordelingsgesprekken. Eisen die aan het personeel worden gesteld, zijn helder
geformuleerd en door middel van bij- en nascholing wordt de kwaliteit van het personeel
structureel geborgd. De vak- en onderwijsdeskundigheid van de docenten die AC thans op drie
locaties en bij de bachelor en de Ad inzet, is ruim voldoende tot goed. Van de 54 docenten
beschikt 72% van de docenten over een relevante mastertitel en 2% van de docenten heeft
een Phd. De werkervaring en de relaties die docenten hebben met het werkveld zijn in orde. De
AC-docenten volgen regelmatig inhoudelijke cursussen/bijeenkomsten en delen in de
vakgroepen onderling hun expertise.
Het meest positief in de Nationale Studenten Enquête 2013 (NSE) en tijdens de
auditgesprekken zijn de studenten over de docenten (o.a. persoonlijke aandacht,
betrokkenheid, inhoudelijke deskundigheid en kennis van de beroepspraktijk).
De werkdruk is - vanwege de vele ontwikkelingen die de opleiding doormaakt (vb. de daling
van het aantal studenten, afbouw van de deeltijd- en duale varianten en
efficiëntiemaatregelen) - hoog en medewerkers verkeren in onzekerheid vanwege komende
bezuinigingen. Ondanks dat, is er sprake van een gemotiveerd docententeam dat de schouders
eronder zet. AC beschikt over ruim voldoende docenten om het onderwijs te kunnen verzorgen.
De verlaging van de werkdruk en een verhoging van de docenttevredenheid verdienen het
komende jaar aandacht. Ook zal de zelfverzekerdheid van docenten bij het begeleiden en
beoordelen van het afstuderen weer toenemen.
Voor de Standaarden 8 en 10 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad
(voltijd en deeltijd) tot ‘voldoende’. Bij Standaard 9 komt het auditpanel door de ruime
deskundigheid van de docententeams, de structurele aandacht voor deskundigheidsbevordering
en de tevredenheid van de studenten over de docenten voor alle varianten uit op ‘goed’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 6
Voorzieningen
De huisvesting op de drie locaties en de ICT-infrastructuur voldoen aan de normaal daaraan te
stellen eisen. De bibliotheekvoorziening is op orde; de boeken- en tijdschriftencollectie is
digitaal benaderbaar. De hogeschool streeft naar het compleet digitaliseren van de collectie. De
digitale studieomgeving Blackboard is onmisbaar; studenten gebruiken digitale weblectures. De
studenten van de leslocatie Rotterdam zijn over de geschiktheid van de werkplekken, de
bibliotheek en de ICT-faciliteiten in vergelijking met de studenten van de leslocaties Alkmaar en
Diemen het meest tevreden.
De studieloopbaanbegeleiding is voldoende. Het auditpanel vindt het een goede ontwikkeling
dat de opleiding de studieloopbaanbegeleiding het komende jaar meer onder gaat brengen bij
de projecten. De waardering in de NSE is tussen 2011 en 2013 voor de informatievoorziening
vanuit de opleiding toegenomen. Het tijdig publiceren van toetsresultaten binnen de gestelde
termijn blijft een verbeterpunt.
Voor Standaarden 11 en 12 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad
(voltijd en deeltijd) uit op ‘voldoende’.
Kwaliteitszorg
Het cluster Finance kent een periodieke evaluatie van het onderwijs en de bedrijfsvoering in
een jaarlijkse planning- en controlcyclus. Er is een meerjarenplan ten aanzien van de kwaliteit
van het onderwijs, met daarin jaarplannen met betrekking tot de door te voeren verbeteringen.
De evaluaties leiden tot verbeteringen; deze zijn opgenomen in een verbeterplan per locatie
waarin de deadlines en de ‘probleemeigenaren’ zijn genoemd. Maar ook bestaat de
mogelijkheid om de verbeteringen binnen de jaarcyclus door te voeren. Bij het evalueren zijn
de medewerkers, studenten, afgestudeerden en het werkveld betrokken. Het auditpanel heeft
een duidelijk kwaliteitsbesef waargenomen bij alle betrokkenen. Door onder andere meer en
beter terug te koppelen naar studenten over verbeteracties en de resultaten, kan de opleiding
haar verbetersystematiek optimaliseren.
Voor de Standaarden 13 en 15 komt het auditpanel voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad
(voltijd en deeltijd) op ‘goed’ en voor de Standaard 14 op dit moment nog op ‘voldoende’.
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Het cluster Finance heeft veel werk gemaakt van het verbeteren van het toetsbeleid en systeem. Dit heeft geleid tot een aantal goede instrumenten, waardoor toetsing van
tussenniveaus en het eindniveau valide en betrouwbaar is en efficiënt verloopt. Door het
uniformeren van toetsen van de drie leslocaties in de eerste twee studiejaren is een
kwaliteitsverbetering doorgevoerd. Het auditpanel steunt de opleiding dan ook in de verdere
aanpassing daarvan in de laatste twee studiejaren.
De opleiding beschikt over een stevige examen- en toetscommissie. De leden van deze
commissies zijn zich van hun taken bewust en werken zorgvuldig.
Het auditpanel is zeer te spreken over de wijze waarop de opleiding AC de afgelopen twee jaar
heeft ingezet op de verbeteringen ten aanzien van het gerealiseerde niveau van studenten.
Kijkend naar de aandacht voor het praktijkgericht onderzoek in de afstudeeropdrachten van de
bachelor loopt de opleiding op dit moment, zo stelt het auditpanel op basis van zijn steekproef
vast, vóór op een aantal collega-opleidingen in Nederland. Alle afstudeerproducten die het
auditpanel voorafgaand aan de audit bekeek, voldeden minstens aan het hbo-bachelorniveau.
Daarnaast borgt de stevige kennisbasis in het programma en de landelijke Overall Toets (OAT)
het juiste kennisniveau van de studenten.
Vanwege het feit dat de Ad in september 2011 is gestart, was ten tijde van het opvragen van
de afstudeeropdrachten (september 2013) maar één Ad-student afgestudeerd. Het auditpanel
heeft dit ene afstudeerproduct bekeken en beoordeelde het met een voldoende. Door de
resultaten van de bachelor alsmede het inzetten van hetzelfde docententeam en dezelfde
afstudeerprocedure verwacht het auditpanel dat de opleiding de Ad-studenten voldoende
voorbereidt om een afstudeeropdracht op het juiste niveau te schrijven.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 7
Voor de Standaard 16 komt het auditpanel voor de bachelor (voltijd) tot het oordeel ‘goed’ en
voor de Ad (voltijd en deeltijd) op dit moment nog op ‘voldoende’.
Algemene conclusie:
Het aantal studenten is binnen de opleiding sterk teruggelopen, waardoor de opleiding
genoodzaakt was het beleid aan te scherpen en een reorganisatie door te voeren. Het
auditpanel heeft de opvatting dat de opleiding AC er sterker uit is gekomen. Door de situatie is
een evidente stroomversnelling ontstaan in de kwaliteitsverbetering van de
onderwijsleeromgeving en het gerealiseerde niveau. De opleiding is haar balans weer aan het
hervinden. Indien de opleiding haar sterke punten behoudt en haar beoogde verbeteringen
doorzet, ziet het auditpanel mogelijkheden dat de opleiding zich over de volle breedte
doorontwikkelt tot een gedegen opleiding Accountancy. Het auditpanel komt voor zowel de
bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) tot de overall kwalificatie ‘voldoende’.
Den Haag, 20 december 2013
R.J.M. van der Hoorn MBA,
voorzitter
I.M. Gies Broesterhuizen,
secretaris
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 8
3.
INLEIDING
Toezicht op en beoordeling van de opleiding AC
De hbo-bacheloropleiding Accountancy, die Hogeschool Inholland (Inholland) aanbiedt, wenst
haar in 2009 door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) verleende
accreditatie verlengd te zien met wederom een periode van zes jaar – de accreditatiecyclus in
het Nederlands hoger onderwijs.
De Accountancyopleidingen in Nederland staan naast het toezicht door de NVAO tevens onder
toezicht van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA). Doordat de CEA controle
houdt op de naleving van de eindtermen van de bacheloropleidingen Accountancy, is zij o.a. in
staat te bepalen of de post-bacheloropleidingen en professionele masters op grond van de ‘Wet
op het accountantsberoep’ een aanwijzing kunnen verkrijgen. Door toetsing van de CEAeindtermen tijdens de beperkte of uitgebreide opleidingsbeoordeling kan de CEA gebruik maken
van de uitkomsten van de NVAO-Accreditatie en ontstaat een vermindering van de
accreditatielast voor de Accountancy-opleidingen.
Het voorliggende beoordelingsrapport is de resultante van een zogeheten ‘Uitgebreide
Opleidingsbeoordeling’, die op 10 en 11 oktober 2013 is uitgevoerd door een auditpanel van
onafhankelijke deskundigen aan de hand van het NVAO- 14 en het CEA-beoordelingskader 15. Dit
rapport behandelt achtereenvolgens de bevindingen, overwegingen en conclusies van het
auditpanel op zestien kwaliteitsstandaarden, gegroepeerd naar ‘beoogde eindkwalificaties’,
‘programma’, ‘personeel’, ‘voorzieningen’, ‘kwaliteitszorg’ en ‘toetsing en gerealiseerde
eindkwalificaties’.
Het auditpanel beoordeelde uitsluitend de voltijdvariant van de hbo-bacheloropleiding
Accountancy op de leslocaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam en de voltijd- en deeltijdvariant 16
van het Associate degree-programma Accountancy op de leslocatie Rotterdam. De deeltijd- en
duale variant van de hbo-bacheloropleiding Accountancy op de leslocaties Diemen en/of
Rotterdam en de duale variant van het Associate degree-programma Accountancy zijn in
afbouw. Deze varianten behoorden daarom niet tot de scope van deze audit 17. Daarnaast biedt
de opleiding voor studenten, die vanaf 1 oktober 2012 in Suriname zijn ingestroomd bij de FHR
School of Business, een Double Degree programma aan. De bevindingen van het auditpanel
over deze constructie volgen in een apart hoofdstuk (zie H7 – Inholland Suriname).
In opdracht van Inholland en in overleg met de opleiding is het auditpanel (zie bijlage VI voor
een toelichting) door Hobéon samengesteld en goedgekeurd door de NVAO.
Positionering van de opleiding AC binnen de hogeschool
De opleiding Accountancy valt organisatorisch binnen het Domein Management, Finance en
Recht (MFR) van Hogeschool Inholland. Dit domein is opgedeeld in drie clusters; de opleiding
Accountancy maakt deel uit van het cluster Finance. Binnen dit cluster verzorgt Inholland ook
de hbo-bacheloropleidingen Bedrijfseconomie (BE) en Financial Services Management (FSM).
Het domein MFR en het domein Marketing, Toerisme en Vrijetijdsmanagement (MTV) nemen
samen deel aan het Kenniscentrum Onderwijs en Onderzoek.
14
15
16
17
Beoordelingskader Accreditatiestelsel Hoger Onderwijs Beperkte of Uitgebreide opleidingsbeoordeling,
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie d.d. 22-11-2011
Commissie Eindtermen Accountancy-beoordelingscriteria hbo-accountantsopleidingen d.d. 24-01-2011
Het Associate degree-programma Accountancy (voltijd en deeltijd) wordt vanaf september 2013 nog
één jaar aangeboden bij Hogeschool Inholland en de licentie gaat vervolgens over naar Hogeschool
Rotterdam.
Hogeschool Inholland verwacht dat de deeltijd- en de duale varianten van Accountancy (ruim) voor
deze formele einddatums zijn afgebouwd.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 9
Het managementteam van cluster Finance bestaat uit één clustermanager en vier teamleiders.
De clustermanager voert locatie-overstijgend de regie over de opleidingen. Op de afzonderlijke
locaties zijn de teamleiders Finance verantwoordelijk voor de opleiding.
Geschiedenis en Karakteristiek van de opleiding AC
Het aantal aanmeldingen bij de opleiding Accountancy is, mede door de publiciteit over het te
lichtvaardig verstrekken van getuigschriften bij de opleiding Media en Entertainment
Management van Inholland in Haarlem (vanaf de zomer 2010), sterk teruggelopen. Inholland
heeft daarom besloten om een eerste reorganisatieronde door te voeren en daarnaast om
verschillende varianten van AC af te bouwen. Daarbij streeft AC er naar om haar degelijkheid
en kwaliteit, die leidende begrippen zijn binnen de opleiding, te behouden.
In onderstaande tabel volgt eerst een volledig overzicht van de huidige en in afbouw zijnde
leslocaties, de niveaus en de varianten van de opleiding Accountancy van Inholland (hierna in
totaliteit afgekort als de opleiding of AC). Er is tevens aangegeven hoe de bachelor-varianten
(hierna bachelor of AC-B) en Associate degree-varianten (hierna Ad of AC-Ad) in dit
beoordelingsrapport worden aangeduid.
Locatie
Niveau
Variant
Alkmaar
Diemen
Bachelor
Bachelor
Rotterdam
Bachelor
Voltijd
Voltijd
Deeltijd
Voltijd
Deeltijd
Duaal
Voltijd
Deeltijd
Duaal
Associate
degree
Afkortingen
in dit
rapport
BA-vt
BD-vt
BR-vt
Ad-vt
Ad-dt
-
Aantal
studenten
mei 2013
124
98
26
88
17
0
46
2
0
Besluit
tot
afbouw
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Deels
Deels
Ja
Laatste
instroom
Sept
Sept
Sept
Sept
Nvt
Nvt
2011
Nvt
2011
Nvt
2013
2013
Nvt
Beoordelen
tijdens de
audit
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Tabel 1 – Locaties, niveaus en varianten AC Inholland
AC-B hanteert voor de voltijd op de drie leslocaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam dezelfde
eindkwalificaties. Afgestudeerden van de bachelor kunnen als beginnend accountant werken
zowel in het beroepenveld Accountancy als daarbuiten in management- en adviesfuncties op
fiscaal, administratief-organisatorisch en financieel-economisch gebied. Om bedrijven en
instellingen in staat te stellen jaarlijks verantwoording af te leggen door in de jaarrekening
informatie te geven over de financiële resultaten, worden medewerkers van
accountantsbureaus of accountants ingezet. De accountants verzamelen en controleren de
financiële informatie en geven een accountantsverklaring af. Vaak combineren afgestudeerden
van de bachelor hun baan met een vervolgstudie in het post-hbo tot Accountant
Administratieconsulent (AA) of aan de universiteit tot Registeraccountant (RA) 18. Het
voltijdprogramma op de drie leslocaties is tevens hetzelfde.
AC-Ad is in september 2011 gestart. De voltijd- en deeltijdvariant leiden op tot dezelfde
eindkwalificaties. De afgestudeerde Ad’er is werkzaam bij op het midden- en kleinbedrijf
gerichte accountantskantoren en bij administratiekantoren. De werkzaamheden liggen primair
op het gebied van de administratieve en fiscale dienstverlening. Hij is (na enkele jaren
praktijkervaring) in staat om deze werkzaamheden zelfstandig te verrichten, in het algemeen
onder eindverantwoordelijkheid van een (certificerend) accountant of een fiscalist.
18
Een AA-accountant houdt zich bezig met de administratie en het opstellen, beoordelen en/of controleren
van een jaarrekening (samenstelpraktijk). Hij is een adviseur (op financieel-economisch en fiscaal
gebied) en werkt voor het midden- en kleinbedrijf. Een RA-accountant houdt zich echter vooral bezig
met controlewerkzaamheden en financiële verslaglegging van financiële feiten (controlepraktijk). RAaccountants moeten een universitaire opleiding volgen. Ondanks de verschillen in werkgebied hebben
AA- en RA-accountants dezelfde bevoegdheden. Zij mogen een controleverklaring afgeven. Beiden zijn
lid van het de NBA; de nieuwe fusieorganisatie van de NOvAA (voorheen beroepsvereniging AA’s) en het
NIVRA (voorheen beroepsvereniging RA’s).
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 10
Complexere werkzaamheden zullen meer moeten worden aangestuurd. Met het Ad-diploma
kunnen studenten (naast hun werkzaamheden in de praktijk) direct doorstromen naar de
bachelor Accountancy. De programma’s van Ad-vt en Ad-dt zijn nagenoeg gelijk met de eerste
twee jaar van respectievelijk B-vt en B-dt, maar leggen op bepaalde punten andere nuances.
Het didactische concept is per variant afgestemd op de desbetreffende doelgroep. Studenten
Ad-dt volgen drie dagen per week colleges en werken twee dagen in de praktijk. In juni 2013 is
een convenant met Hogeschool Rotterdam afgesloten, waarin staat dat de Ad (voltijd en
deeltijd) vanaf september 2014 wordt aangeboden bij Hogeschool Rotterdam.
Ontwikkelingen na vorige accreditatie van de opleiding AC
In september 2007 vond de vorige visitatie van AC plaats. De opleiding is toen positief
beoordeeld. In februari 2009 besloot de NVAO na een verzoek om aanvullende informatie in
2008 dit oordeel over te nemen en accreditatie te verlenen aan de opleiding. Sindsdien zijn de
aandachtspunten die het toenmalige auditpanel naar voren bracht, door de opleiding
aantoonbaar opgepakt en er zijn verbeteringen doorgevoerd (zie Tabel 2 – Verbeteringen
audit).
Aandachtspunten en Verbeteringen
Internationalisering De opleiding had te weinig aandacht voor internationale aspecten van accountancy.
De programma’s zijn daarom aangepast (zie Standaard 3).
Lectoraten
Tot 2010 waren de lectoraten organisatorisch op hogeschoolniveau geplaatst. Sinds
2010 maken zij deel uit van de domeinen. Ze zijn voor de economische opleidingen
ondergebracht bij het Kenniscentrum Onderwijs en Onderzoek van de Domeinen MFR
en MTV. Daardoor staan ze dichter bij het onderwijs (zie Standaard 2).
Literatuur
Sinds de vorige visitatie zijn het niveau en de kwaliteit van de gebruikte literatuur
verbeterd door de samenwerking binnen de vakgroepen en de afstemming met de
curriculumcommissie. Daarnaast worden ook literatuuradviezen vanuit het ACscholenoverleg overgenomen. Als gevolg van de toegenomen aandacht voor
onderzoeksvaardigheden leert de student meer dan voorheen hoe hij adequate
literatuur verzamelt en gebruikt.
Studielast
De studielast is voor de studenten niet verminderd (zie Standaard 6); wel is voor
studenten duidelijker wat er van hen tijdens de studie wordt verwacht. Dit wordt
duidelijk gemaakt in de studiehandleidingen, die meer dan voorheen informatie
bevatten die een goede studieplanning mogelijk maakt.
Instroom
De student maakt kennis met studeren in het hoger beroepsonderwijs tijdens het
introductieprogramma en het programma studieloopbaanbegeleiding. Deze
kennismaking bij de start van hun studie is op alle locaties in grote lijnen gelijk.
Vanaf september 2013 geldt voor Inholland een centraal instroombeleid.
Gerealiseerd
Naar aanleiding van het te lichtvaardig verstrekken van getuigschriften bij de
niveau
opleiding Media en Entertainment Management van Inholland in Haarlem, hebben alle
opleidingen binnen het domein MFR verschillende maatregelen genomen ter
verbetering van de uitvoering van de WHW en de borging van het eindniveau.
Tabel 2 – Doorgevoerde verbeteringen na vorige audit
Toekomstige ontwikkelingen van de opleiding AC
Vanaf 2012 concretiseren alle opleidingen binnen Inholland (waaronder AC) het beleid van de
onderwijs- en onderzoeksnotitie ‘Ruimte voor presteren’. Binnen de eigen context van het
beroepenveld en de regio werken de opleidingen de volgende vijf onderwerpen verder uit:
Intensief en uitdagend onderwijs, studiesucces, de docent in positie, onderzoeksbeleid en
kwaliteitsbeleid. Samenwerken binnen en tussen de teams van de verschillende locaties en met
het werkveld en de lectoraten staat centraal. Een tweede reorganisatieronde zal in de periode
juli 2013 tot 2015 binnen de Hogeschool zijn beslag krijgen.
Vanaf het studiejaar 2014-2015 brengt Inholland zes economische croho-licenties 19 op basis
van een planningsneutrale conversie onder in een nieuwe vierjarige brede bachelor Business
Studies met verschillende afstudeerrichtingen. Uit overwegingen van efficiëntie zal AC zich
evenals BE aansluiten bij het eerste studiejaar van Business Studies.
19
De hbo-bacheloropleidingen die overgaan in een brede bachelor Business Studies zijn: (i) Commerciële
Economie, (ii) Human Resources Management, (iii) Management Economie en Recht, (iv) Small
Business & Retail Management, (v) Logistiek en Economie en (vi) Financial Services Management.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 11
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 12
4.
OORDELEN OP HET NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
Beoogde eindkwalificaties
Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat inhoud, niveau
en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen.
Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau (bachelor–master) en oriëntatie
(hbo–wo) binnen het Nederlands kwalificatieraamwerk. Zij sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die
in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van
de opleiding.
Toelichting CEA:

De eindkwalificaties zien in belangrijke mate toe op het vervullen van de functie van extern
accountant.

De eindkwalificaties nemen de relevante gedrags- en beroepsregels die voor accountants gelden als
uitgangspunt zoals vastgesteld bij verordening uit hoofde van de WAA en WRA.

De eindkwalificaties omvatten minimaal de eindtermen op het beschreven niveau en met de
genormeerde studiebelasting, zoals vastgesteld door de CEA, voor zover deze in de bachelor opleiding
aan bod dienen te komen, conform afspraken gemaakt binnen AC-scholenoverleg respectievelijk
VAAC.
Bevindingen
Inhoud van de eindkwalificaties
De nieuwe standaard Bachelor of Business Administration (BBA) van juni 2011, die op alle hbobacheloropleidingen in het economische cluster van toepassing is, was voor het Accountancyscholenoverleg de aanleiding om in juni 2012 het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel dat is
afgeleid van de beroepsprofielen van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
(NBA) uit 2009 te herzien. De opleiding Accountancy (AC) van Hogeschool Inholland
(Inholland) ontleent haar beoogde eindkwalificaties van de bachelor (AC-B) en de Ad (AC-Ad)
aan dit nieuwe landelijke profiel. Bij al deze competenties dient de student de beroepshouding
ofwel de houdingsaspecten 20 in acht te nemen, zoals dat is vereist door de relevante gedragsen beroepsregels voor accountants. Kernactiviteit van de opleiding is het voorbereiden van
studenten op het vervullen van een functie in het accountancy-werkveld. In onderstaande tabel
en in Bijlage II volgt een (kort) overzicht van de eindkwalificaties.
Competenties AC-B Inholland
1.1 Ontwerpen, inrichten, onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële
informatiesystemen
2.1 Verzorgen fiscale aangiften
3.1 Controleren
4.1 Ontwikkelen van een management controlsysteem
4.2 Financieel economisch plannen
4.3 Bepalen en beheersen van operationele, financieel-economische en fiscale risico's
5.1 Rapporteren over beroepsmatig handelen
5.2 In een projectgroep participeren
5.3 Inspelen op de externe ontwikkelingen van de accountant (maatschappelijke ontwikkelingen
meenemen in de beroepsuitoefening)
6.1 Onderzoekend vermogen
6.2 Professioneel vakmanschap (mondeling en schriftelijk communiceren en houding)
6.3 Verantwoord handelen (professioneel kritische instelling)
Tabel 3 – Competenties AC-B Inholland
20
De zes houdingsaspecten zijn: Integriteit, objectiviteit, geheimhouding, deskundigheid en
zorgvuldigheid, professioneel gedrag en onafhankelijkheid.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 13
Het competentieprofiel voor de Ad onderscheidt zich zowel in het aantal competentiegebieden
als in complexiteit van het competentieprofiel voor de bachelor. De beroepstaken waar de Ad
met name voor opleidt, liggen op de gebieden van de administratieve en fiscale
dienstverlening. Deze keuze is afgestemd met de eigen beroepenveldcommissie. De bachelor
richt zich daarnaast op de beroepstaken ‘controle’ en ‘advisering’.
Accenten/Benchmark
Het beroeps- en opleidingsprofiel van de Accountancyopleidingen in Nederland is gebonden aan
stevige eisen vanuit de beroepsorganisatie en aan wettelijke kaders (vb. de CEA-eindtermen).
Ze leggen een behoorlijk beslag op de bewegingsruimte van de opleiding om de
eindkwalificaties en de inhoud van het programma een eigen inkleuring te geven. Toch legt AC
haar eigen accenten. De opleiding voegt voor de bachelor en de Ad naast de landelijke
competenties drie eigen competenties toe aan haar profiel: ’Participatie projectgroep’,
‘Onderzoekend vermogen’ en ‘Professioneel vakmanschap’.
Het auditpanel ziet de competentie ‘Participatie projectgroep’ meer als een kenmerk van de
onderwijsleeromgeving dan dat het een onderwerp is waarmee de opleiding zich onderscheidt.
Alle AC-studenten moeten immers in een project samen kunnen werken. Tot de komst van de
Bachelor of Business Administration had AC daarentegen vooral ten aanzien van ‘Onderzoekend
vermogen’ wel een onderscheidend profiel. Inmiddels hebben een groot deel van de opleidingen
in het economische domein deze competentie expliciet opgenomen in hun profiel. De voorspong
die de opleiding ten opzichte van andere opleidingen op het gebied van praktijkgericht
onderzoek heeft, uit zich in het niveau van de afstudeeropdrachten (zie Standaard 16). Dat de
opleiding zich nu gaat profileren door het accent op ‘good governance’ (in combinatie met
ethisch en integer handelen) te leggen, vindt het auditpanel dan ook een goede ontwikkeling,
waarmee de opleiding zich weer gaat onderscheiden van andere opleidingen Accountancy in
Nederland. Vraagstukken met betrekking tot ‘good governance’ en ethiek zijn binnen het
accountantsberoep zeer actueel en spelen op een groot aantal terreinen: in de financiële sector,
de woningbouw, de gezondheidszorg, het onderwijs, bij overheidsbedrijven en in de private
sector.
Hoewel het AC-scholenoverleg de focus op de regio (naast ethiek en onderzoek) als
onderscheidend kenmerk beschouwt, ziet het auditpanel dit nog niet zo duidelijk in de
doelstellingen terug. Het auditpanel kan zich voorstellen dat de opleiding per leslocatie een
verschillende inkleuring geeft aan een specifiek op de regio gericht profiel (zie H6 –
Aanbevelingen). Dit gaat verder dan alleen de leslocatie-specifieke projecten in het derde en
vierde studiejaar. Wel raadpleegt AC het regionale werkveld ten behoeve van het onderhoud
van de eindkwalificaties en is het betrokken bij de onderwijsleeromgeving (zie Standaard 2 en
3). AC onderscheidt zich van buitenlandse partners, zo stellen docenten op basis van hun
ervaring vast, door de praktijkgerichtheid en de sterke verbinding met het werkveld in
combinatie met een doorlopende onderzoekslijn.
Internationale oriëntatie
Internationalisering is een ontwikkeling die invloed heeft op het beroep van de accountant. Een
sterke oriëntatie op het werkveld impliceert ook een sterke oriëntatie op internationalisering en
als integraal onderdeel van het onderwijs. AC bereidt met name bachelor-, maar ook wel Adstudenten voor op het werken in een internationale en interculturele omgeving. Bij de opleiding
staat dit bekend als ‘I@Home’. Hoewel AC zich primair richt op de nationale MKB-markt en het
werken bij de big-four accountantskantoren en de daarop van toepassing zijnde nationale weten regelgeving, zijn de kernvakken Audit en Assurance, Externe Verslaggeving en Bestuurlijke
Informatieverzorging voor een belangrijk deel afgestemd op internationale wet- en regelgeving.
Ook is binnen AC aandacht voor internationaal gebruikte software.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 14
Praktijkgericht onderzoek
De opleiding besteedt veel aandacht aan het ontwikkelen van het zelfsturend en onderzoekend
vermogen. De student dient als startbekwame professional zelfstandig relevante informatie te
kunnen vinden en nieuwe kennis te ontwikkelen en toe te passen. Studenten moeten zich
professioneel kunnen verantwoorden voor de keuzes die tijdens het uitvoeren van opdrachten
zijn gemaakt. De studenten leren argumentatielijsten op te stellen, zich te verdiepen in het
oplossen van bedrijfsproblemen en relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren. Zo
leren zij zich een oordeel te vormen dat is gebaseerd op het afwegen van relevante informatie.
Niveau en Oriëntatie van de eindkwalificaties
De samenhang tussen de eindkwalificaties, de Dublin Descriptoren21, de BBA-standaard en de
hbo-kwalificaties zijn zichtbaar gemaakt in het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel
Accountancy. Ook is in het landelijke profiel vastgelegd tot en met welke van de drie
beheersingsniveaus de student zich gedurende de opleiding Accountancy per (kern)vakgebied
en per standaardkenmerk van de BBA-standaard dient te ontwikkelen. Inholland onderscheidt
de drie competentieniveaus Beroepsgeschikt, Professionaliseringsbekwaam en Startbekwaam.
AC heeft de eisen die zij stelt aan elk niveau voor zowel de bachelor als de Ad adequaat
uitgewerkt. Uit de competentiekaart en de dekkingsmatrix blijkt dat AC de landelijke
eindkwalificaties en de BBA-standaard voor de bachelor en de Ad hanteert. De opleiding toont
daarmee aan dat zij aansluit bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving van de
kwalificaties van een hbo-student. De eindkwalificaties van de bachelor zien in belangrijke mate
toe op het vervullen van de functie van extern accountant.
In het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel zijn de wettelijk verplichte Eindtermen
Accountantsopleiding (CEA-eisen) opgenomen van zowel de bacheloropleiding als de postbacheloropleiding. Ze vormen de basis voor de theoretische opleiding tot accountant. Het
auditpanel stelt op basis van verschillende documenten vast dat AC-B zowel kwantitatief (meer
dan 165 European Credits) als kwalitatief (per eindtermen het vereiste niveau) aansluit bij de
CEA-eindtermen (Bijlage II – Eindkwalificaties). Doordat de eindkwalificaties van AC-Ad zijn
afgeleid van B-AC en doordat het Ad-programma nagenoeg gelijk is aan de bachelor voldoet
AC-Ad - weliswaar op een lager abstractieniveau - tevens aan de CEA-eindtermen.
Onderhoud van de eindkwalificaties
De opleiding heeft in 2012, na het verschijnen van het geactualiseerde landelijke profiel, haar
eigen visie op de bachelor en de Ad in overleg met de beroepenveldcommissie nader
gedefinieerd en vastgelegd in het ‘Opleidingsprofiel Accountancy 2013-2017’. De bachelor leidt
door de aansluiting bij het landelijke profiel thans op tot de graad Bachelor of Business
Administration. Daarmee sluit de opleiding aan bij de actuele eisen die het vakgebied stelt aan
de inhoud van de opleiding.
Het formuleren en bijstellen van een gemeenschappelijke visie blijft binnen AC niettemin een
voortdurend proces. De opleiding volgt in dat kader alle nieuwe ontwikkelingen zoals ‘Op de
toekomst voorbereid’. Ook worden de eventuele consequenties voor het onderwijs regelmatig
besproken met het werkveld. Op basis hiervan en omdat het beroepenveld nog geen beslissing
rondom de discussie ‘MKB accountant wel of niet’ heeft genomen is, in samenspraak met de
beroepenveldcommissie, er voorlopig voor gekozen om de huidige profilering voort te zetten.
Het auditpanel vindt dit een verstandig besluit.
Validatie van de eindkwalificaties
AC zorgt voor een adequate afstemming van de beoogde eindkwalificaties op de huidige en
toekomstige ontwikkelingen in het specifieke vakgebied en het relevante werkveld. Elke
leslocatie raadpleegt structureel en op strategisch en tactisch/operationeel niveau haar brede
netwerk (zie tevens Standaard 2):
21
De Dublin Descriptoren zijn indicatoren voor het bachelorniveau, die in Europees verband zijn
opgesteld.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 15


De opleiding AC houdt bijvoorbeeld contact met het vakgebied doordat per AC-leslocatie
één persoon vertegenwoordigd is binnen het AC-Scholenoverleg, waarin alle opleidingen
Accountancy landelijk georganiseerd zijn. Doel is het actueel houden van het
opleidingsprofiel en het uitwisselen van informatie tussen de opleidingen over onder meer
actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied en de landelijke examens. De uitkomsten van
dit overleg worden besproken in het managementteam, het team op locatie en de centrale
curriculumcommissie.
Daarnaast vindt op dit moment op regelmatige basis interactie plaats met het werkveld.
Het cluster Finance heeft een centrale beroepenveldcommissie (BVC) en drie decentrale
beroepenveldcommissies op de locaties (Alkmaar, Diemen en Rotterdam). Zij zijn voor AC
een belangrijk contactorgaan met de beroepspraktijk. De centrale BVC is samengesteld uit
de leden van de decentrale BVC’s en bestaat uit circa twintig personen die werkzaam zijn in
de verschillende sectoren en branches uit het financieel zakelijke werkveld. De leden zijn
actieve beroepsbeoefenaars op management- en directieniveau of zelfstandige
ondernemers. De centrale BVC vergadert twee keer per jaar, de decentrale BVC’s komen
ten minste drie maal per jaar bijeen. De teamleiders en docenten van de opleiding zijn bij
de vergaderingen aanwezig of vertegenwoordigd.
Hoewel de opleiding goed zicht heeft op de landelijke ontwikkelingen in het vakgebied en het
werkveld, kreeg het auditpanel de indruk dat de focus van de opleiding de afgelopen twee/drie
jaar, zoals begrijpelijk, enigszins intern gericht was (zie inleiding). Het contact met het
regionale werkveld heeft enkele jaren op een laag pitje gestaan. Nu de opleiding de juiste
balans weer aan het vinden is, is het voor elke locatie zaak om haar omgevingssensitiviteit te
verstevigen (zie H6 – Aanbevelingen).
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
De beoogde eindkwalificaties, die een afgestudeerde moet kunnen bereiken als beginnend
beroepsbeoefenaar, zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en sluiten aan
bij de landelijke eindkwalificaties Accountancy en de standaard Bachelor of Business
Administration. Het profiel voldoet aan de wettelijk verplichte eindtermen van de CEA. De
opleiding heeft een duidelijk beeld waartoe zij haar studenten opleidt en welke eisen het
vakgebied en het werkveld stellen aan een beginnende beroepsbeoefenaar. De doelstellingen
rond de internationale oriëntatie en praktijkgericht onderzoek zijn aantoonbaar opgenomen in
de eindkwalificaties. De opleiding heeft via haar brede netwerk voldoende zicht op de
ontwikkelingen in het accountancy-werkveld en zij houdt de eindkwalificaties daarmee actueel.
Met deze bevindingen steekt de opleiding naar de mening van het auditpanel ruim boven de
basiskwaliteit uit. De opleiding is op dit moment in transitie naar een nieuw onderscheidend
profiel. De opleiding gaat het accent ‘good governance’, ethisch en integer handelen sterker
verbinden met haar eindkwalificaties en het onderwijs. Ook kan de opleiding haar blik, die de
afgelopen jaren wat intern gericht was, op elke locatie weer meer naar buiten richten. Zo kan
elke locatie zich meer onderscheiden door in haar doelstellingen (en in de programma’s) een
‘couleur locale’ aan te brengen. Het auditpanel komt voor alle richtingen tot het oordeel (ruim)
‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 16
Programma
Standaard 2: De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van
vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de
beroepspraktijk.
Toelichting NVAO: Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het
beroepenveld en het vakgebied.
Toelichting CEA: De opleiding borgt actuele beroepsontwikkelingen in het programma;
Bevindingen
Praktijkgerichtheid
Het programma heeft een sterk beroepsgericht karakter, zo stelt het auditpanel vast. Dit komt
door de interactie tussen de opleiding en het beroepenveld, die tijdens de gehele opleiding
plaatsvindt door gastcolleges, excursies, trainingen, stage en afstuderen (zie Tabel 4 –
Voorbeelden interactie beroepspraktijk).
Voorbeelden van interactie met de beroepspraktijk
• Onderwijsinhouden worden geplaatst in een beroepscontext. Met door de docenten - vaak in
samenwerking met het beroepenveld - ontwikkelde casuïstiek leren studenten de beroepspraktijk
kennen. Door de studieopdrachten maken de studenten kennis met fictieve en echte bedrijven. Dit
gebeurt door het analyseren en adviseren van bedrijven (vb. de opdracht om een analyse te maken
van beursgenoteerde bedrijven of door in een derde- en vierdejaars projecten samen te werken met
het werkveld).
• Bij een aantal projecten zijn bedrijven zoals Deloitte, BDO, WEA en KPMG als partners betrokken.
• Daarnaast worden door ervaren beroepsbeoefenaars gastcolleges gegeven en worden externe
assessoren ingezet bij bijvoorbeeld het afstuderen als tweede beoordelaar.
• Docenten onderhouden contacten met de beroepspraktijk om het programma actueel te houden en om
casuïstiek te verzamelen. Zij hebben hun professionele relaties met het beroepenveld doordat zij
daarin werkzaam zijn en/of door de begeleiding van stagiairs en afstudeerders.
• Bij de Capita Selecta verzorgen leden uit het regionale bedrijfsleven gastcolleges.
Tabel 4 – Voorbeelden interactie beroepspraktijk
De praktijkgerichtheid waarderen studenten in de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2013
positief (BA-vt 3,7, BD-vt 3,1 en BR-vt 3,5 / Ad 3,8 22) 23. Deze waardering blijkt ook tijdens het
overleg met klassenvertegenwoordigers. Alumni (voltijd) die afstudeerden in 2010-2011 gaven
de opleiding een voldoende (7.0) op het aspect ‘voorbereiding op actuele beroepspraktijk’.
Hoewel de praktijkgerichtheid een sterk punt is, vinden de studenten van alle locaties dat de
opleiding in de eerste twee studiejaren meer bedrijfsbezoeken kan organiseren.
Actuele ontwikkelingen
In samenwerking met het afnemend beroepenveld actualiseert AC jaarlijks de curricula. In het
maatschappelijk verkeer is behoefte aan een betrouwbaar en deskundig financieeladministratief dienstverlener. Dit stelt nog hogere eisen aan integriteit en professioneel gedrag
van de accountant en het kritische vermogen van de door de opleiding af te leveren
professionals. Hun maatschappelijke verantwoordelijkheid reikt verder dan de financiële
verslaggeving en de jaarrekeningcontrole. Essentieel is het vertrouwen dat het maatschappelijk
verkeer in de accountant moet kunnen hebben. De opleiding brengt haar studenten in dat
kader de vereiste vakkennis, een hoge mate van integriteit, professioneel gedrag en voldoende
kritisch vermogen bij. Een tweede ontwikkeling die gevolgen heeft voor het accountantsberoep,
is de ontwikkeling van de techniek en de toepassing daarvan door zowel de accountant als de
partners van de accountant.
22
23
De respons van aantal Ad-studenten dat in 2013 deelnam aan de NSE is 7. De resultaten in dit rapport
over de Ad moeten daarom met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De respons van de
bachelor in de NSE 2013 was in Alkmaar 70, in Diemen 31 en in Rotterdam 35.
De opleiding mag best trots zijn dat de leslocatie Alkmaar in de keuzegids op de eerste plaats staat; dus
boven de andere leslocaties Diemen en Rotterdam en de andere Accountancy-opleidingen in Nederland.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 17
Dit betreft onder andere een toename van de ICT-mogelijkheden en het -gebruik
(internetboekhouden, toenemend gebruik van ICT voor de eigen kantoororganisatie,
standaardisatie van digitale uitwisselingsformaten, SBR en XBRL). AC bereidt haar studenten
daar adequaat op voor. Deze actuele ontwikkelingen krijgen een plaats in de programma’s,
zoals de CEA dat ook vereist. De aansluiting van de opleiding bij actuele ontwikkelingen
waarderen studenten in de NSE 2013 positief (BA-vt 3,9, BD-vt 3,0 en BR-vt 3,3 / Ad 3,0).
Praktijkgericht onderzoek
Praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden verwerven studenten in de in het gehele curriculum
geïntegreerde en adequaat opgezette onderzoekslijn (zie Bijlage III – Schematisch
programmaoverzicht). Deze neemt in complexiteit toe van beschrijvend naar explorerend en
verklarend. Het auditpanel verwacht net als de opleiding dat de versterking van de
onderzoekslijn het stuwmeer in de afstudeerfase, dat is ontstaan door een verhoging van de
afstudeereisen, vermindert.
De opleiding werkt sinds enkele jaren nauwer samen met lectoraten, met name met de
lectoraten ‘Intellectual Capital’ en ‘Controlling’. Het lectoraat ‘Intellectual Capital’ leverde voor
AC een substantiële bijdrage op het gebied van onderzoek en de scriptie(begeleiding). Zo was
het lectoraat onder andere nauw betrokken bij de inbedding van toegepast onderzoek in het
curriculum, de ontwikkeling van de onderzoekslijn, het ontwikkelen van een intersubjectief
beoordelingskader en het verzorgen van trainingen voor docenten, de afstudeercommissie en
de studenten. Het lectoraat ‘Controlling’ is in studiejaar 2012-2013 opgegaan in een nieuw
lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ 24. De bijdrage van het lectoraat aan het AConderwijs bestaat op dit moment vooral uit het geven van inhoudelijke workshops aan
docenten en het verzorgen van gastcolleges aan studenten. Het auditpanel woonde dit
gastcollege bij. AC zet de samenwerking met het lectoraat ‘Intellectual Capital’ voort en zal het
lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ vanaf 2013-2014 meer structureel betrekken bij
de doorontwikkeling van het programma en bij het afstuderen. Het auditpanel steunt de
opleiding in deze ontwikkeling.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed
Door de interactie tussen de opleiding en het beroepenveld, hebben de programma’s een sterk
beroepsgericht karakter. Dit borgt de ontwikkeling van vaardigen op het gebied van de
beroepspraktijk. De oriëntatie van de programma’s waarborgt daarnaast ook de
onderzoeksvaardigheden. AC heeft haar onderzoekslijn al geïntegreerd in het curriculum.
Hiermee is de opleiding verder dan enkele andere opleidingen in het economische domein in
Nederland. Hoewel de samenwerking met lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ nog
verder vorm moet krijgen en de opleiding het lectoraat meer bij de inhoud van het onderwijs
kan betrekken, ziet het auditpanel dit als een doorontwikkeling van de opleiding. Het lectoraat
‘Intellectual Capital’ is immers al veelvuldig betrokken om praktijkgericht onderzoek een plaats
te geven in de programma’s en in de afstudeerfase. Voor alle richtingen komt het auditpanel tot
het oordeel ‘goed’.
24
Het lectoraat ‘Governance, Finance & Accountancy’ gaat het gedrag en de regels van onder andere
accountants onderzoeken.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 18
Standaard 3: De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid de
beoogde eindkwalificaties te bereiken.
Toelichting NVAO: De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het
programma. Studenten volgen en samenhangend studieprogramma.
Toelichting CEA:

De opleiding kan aantonen dat met het programma de eindtermen zoals vastgesteld door CEA worden
gerealiseerd.

De opleiding heeft periodiek afstemming over de inhoud van het programma met de accountancy
vervolgopleiding(en) binnen de instelling.
Bevindingen
Koppeling eindkwalificaties en programma
De eindkwalificaties van de opleiding AC, die zijn afgeleid van de herziene landelijke
competenties (zie Standaard 1), zijn sturend voor het studieprogramma. De opleiding heeft
voor alle competenties van de bachelor en de Ad volgens de taxonomie van Bloom per
studieonderdeel leerdoelen geformuleerd. De competenties met bijbehorende leerdoelen komen
in iedere fase in het programma en in de toetsing steeds op een hoger abstractieniveau terug.
Daarnaast zijn de leerdoelen gerelateerd aan de CEA-eindtermen. De CEA-eindtermen zijn met
de daaraan gekoppelde EC’s en beheersingsniveaus beschreven in het bachelor- en het Adcurriculum. Voor de studenten is voor elke periode in studiehandleidingen naast de studielast
en de werk- en toetsvormen inzichtelijk gemaakt wat het toetsniveau is, wat de leerdoelen zijn
en wat de relatie is met de toetscriteria en competenties. Het auditpanel heeft op basis van
verschillende documenten zoals de Onderwijs- en examenregeling (OER), de competentiekaart
en de studiehandleidingen vastgesteld dat de inhoud van de programma’s zodanig is dat
bachelor- en Ad-studenten de eindkwalificaties inclusief de CEA-eindtermen kunnen bereiken.
Samenhang
Naast het didactische concept van de leerlijnen (zie Standaard 4) heeft de opleiding het
bachelor- en het Ad-curriculum uitgewerkt in een thematische opbouw van onderwijsperioden.
De thema’s zijn gekoppeld aan de toekomstige arbeidsomgeving (vb. organisaties en/of
bedrijfsonderdelen, 'real life cases' en/of kernproblemen en stages binnen de
accountancybranche). De noodzakelijke kennisbasis (vb. Body of Knowledge en Skills van de
sector HEO en de CEA-eindtermen) en het verwerven van de vaardigheden en de juiste attitude
komen in de thema’s aan bod. De thema’s en de leerlijnen maken dat de uit te voeren
opdrachten en de te verwerven kennis, vaardigheden en attitudes, een samenhangend geheel
vormen. Daardoor bestaat er een horizontale samenhang in het programma.
De verticale samenhang is geborgd doordat het onderwijsprogramma drie fasen kent: (i)
Beroepsgeschikt ofwel de student krijgt de ingrediënten van een gerecht aangereikt, (ii)
Professionaliseringsbekwaam ofwel de student zoekt zelf de ingrediënten voor een gerecht en
(iii) Startbekwaam ofwel de student ontwikkelt een nieuw recept. De competenties en
leerdoelen die de student dient te behalen zijn uitgewerkt in deze drie, elkaar in zwaarte en
complexiteit opvolgende niveaus. Te denken valt aan een toenemende complexiteit van de
opdrachten, de toenemende complexiteit in het toepassen van kennis en vaardigheden en de
toenemende zelfstandigheid en zelfsturing van de student. Het programma is daardoor
concentrisch. Een overzicht van het curriculum is opgenomen in Bijlage III.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 19
De curriculumcommissie borgt, zo stelt het auditpanel vast, de horizontale en verticale
samenhang. Het curriculum van de locaties is de afgelopen twee jaren grotendeels
geüniformeerd. Vakgroepen stemmen af over de inhoud en toetsing van de afzonderlijke
modulen, het onderwijsmateriaal en de te gebruiken literatuur.
De waardering voor de inhoud van de opleiding en de samenhang in het programma vertoont in
de NSE in de laatste jaren een stijgende lijn. In de NSE 2013 zijn studenten ruim voldoende tot
goed tevreden over de samenhang (BA-vt 4,0, BD-vt 3,6 en BR-vt 3,5 / Ad 3,7) en zij vinden
de inhoud van de opleiding stimulerend (BA-vt 3,8, BD-vt 3,0 en BR-vt 3,4 / Ad 3,3). Alumni
die afstudeerden in 2010-2011 gaven de opleiding een voldoende op het aspect ‘inhoudelijke
samenhang’.
Kenmerken van het AC- programma
Profiel
De accenten die AC legt (zie Standaard 1), krijgen voor een deel al een uitwerking in de
programma’s. In het eerste semester krijgen de studenten les in projectmanagement en
vergadertechnieken om op een projectmatige wijze te kunnen werken en in een team te leren
opereren. De focus op regio c.q. de regionale inkleuring komt tot uiting in de projecten van jaar
3 en 4 die tot stand komen door nauw samenwerken van de leslocaties met de bedrijven uit de
regio. Bij standaard 2 is beschreven dat het accent ‘Onderzoekend vermogen’ een adequate
plaats krijgt in de programma’s. Daarnaast profileert de opleiding zich door het accent op ‘good
governance’, ethisch en integer handelen. Vraagstukken met betrekking tot ‘good governance’
en ethiek zijn binnen het accountantsberoep zeer actueel en verweven in de
opleidingsprogramma’s. Door het intensiever betrekken van het lectoraat (zie standaard 2) bij
de opleiding zal het accent ‘good governance’ nog meer nadruk krijgen in de curricula. Ethiek
en integer handelen krijgen standaard al aandacht in de programma’s.
Minorruimte
In tegenstelling tot andere economische opleidingen is het voor AC-studenten van de bachelor
niet mogelijk om een minor te kiezen. Deze ruimte wordt bij elke AC-opleiding ingenomen door
(de voorbereiding op) de landelijke Overall toets. In het derde en vierde jaar volgen de
studenten de onderdelen ‘Inleiding Kerndisciplines Accountancy’ en ‘Verdieping Kerndisciplines
Accountancy’. In de tweede periode van het vierde studiejaar is het landelijke examen, de
landelijke Overall Toets (OAT) opgenomen. Tijdens de stage en de afstudeeropdracht hebben
de studenten wel de mogelijkheid om een eigen accent te leggen in hun studie. De hierbij
gemaakte keuzes moeten studenten verantwoorden tegen de achtergrond van de individuele
competentieontwikkeling.
Internationalisering
Het auditpanel stelt vast dat AC de doelstellingen ten aanzien van Internationalisering (zie
Standaard 1) in de programma’s realiseert. Zo bevat het curriculum drie onderwijseenheden
Engelse taal, zijn in meerdere studieonderdelen internationale aspecten geïntegreerd (vb.
internationale wet- en regelgeving zoals IFRS, IFAC, COSO en de achtste EG-richtlijn) en is
internationale literatuur opgenomen. In de programma’s is tevens aandacht voor interculturele
sensitiviteit. Zo is in de vierde periode van het eerste jaar bij de bachelor en de Ad de
onderwijseenheid ‘International Business Cultures’ opgenomen. Bovendien maakt de diversiteit
van de studentenpopulatie het mogelijk om bij de groepssamenstelling van de projecten
rekening te houden met de verschillende culturele achtergronden, zodat studenten
interculturele kennis- en vaardigheden ook tijdens de projecten ontwikkelen. De
studentmobiliteit naar het buitenland is beperkt. De hogeschool organiseert een ‘international
week’ waar ook de opleiding AC aan deelneemt. Een sterk punt van de locatie Alkmaar is de
wijze waarop internationalisering in periode 5 vorm krijgt. De Nederlandse studenten in
Alkmaar werken in projecten samen met studenten uit het buitenland, die op dat moment een
(deel van de) studie bij Inholland volgen.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 20
Ook nemen studenten deel aan gastcolleges van internationale docenten. De lessen worden in
het Engels verzorgd. Studenten van de locaties Diemen en Rotterdam komen in periode 5 wel
in aanraking met de internationale context, maar niet met buitenlandse studenten. Het
auditpanel geeft de locatie Alkmaar mee dat de verschillen in het niveau van Engels de
samenwerking in sommige projecten belemmert. Wellicht dat de opleiding hier de komende
periode aandacht aan kan schenken.
Vergelijking locaties bachelor en bachelor/Ad
De inhoud van het voltijdprogramma van de bachelor op de drie leslocaties is hetzelfde. Door
de samenwerking met het regionale werkveld verschillen per locaties de (inkleuring van)
projecten in het derde en vierde studiejaar. Met ingang van 2012-2013 hebben AC en BE een
identiek voltijdcurriculum in het eerste studiejaar en vanaf 2013-2014 ook in het tweede
studiejaar.
De programma’s van Ad-vt en Ad-dt zijn nagenoeg gelijk met de eerste twee jaar van
respectievelijk B-vt en B-dt. Daarentegen legt de Ad op bepaalde punten andere nuances. Zo
ligt de focus onder andere op het onderwerp ‘Fiscaliteit’ en minder op de zogenaamde ‘soft
skills’. Een aantal vakken uit jaar 3 van de bachelor wordt ook al (gedeeltelijk) in de Ad
opgepakt. Hoewel het programma van de Ad is opgezet voor een brede doelgroep (zie
Standaard 5) en een brede inkleuring op zowel de fiscale als de administratieve dienstverlening
kent, vraagt het auditpanel zich af of het programma van de Ad niet teveel gericht is op het
opleiden voor het werken bij de Belastingdienst (vb. meerdere stages bij de belastingdienst in
plaats van ook een stage bij een administratiekantoor). Het auditpanel geeft de opleiding mee
hier bij de overgang van de Ad naar de Hogeschool van Rotterdam aandacht voor te blijven
houden.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
De degelijke inhoud van de programma’s stelt AC-studenten in staat om de eindkwalificaties te
verwerven en zo het hbo-eindniveau te bereiken. De inhoud van het programma wordt bepaald
door de CEA-eindtermen. Het aanbrengen van thema’s, de indeling in leerlijnen en de
concentrische opbouw van de programma’s zorgen voor voldoende samenhang. De accenten
die de opleiding wil leggen, krijgen voor een deel al een invulling in de programma’s. Het
thema ‘good governance’ kan de opleiding in de curricula versterken. De doelstellingen ten
aanzien van internationalisering krijgen een plaats in de programma’s. Door de diversiteit van
de studentenpopulatie leren studenten samen te werken en te communiceren met
studiegenoten met verschillende culturele achtergronden. Voor alle richtingen komt het
auditpanel tot het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 21
Standaard 4: De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt
studenten de mogelijkheid de beoogde eindkwalificaties te bereiken.
Toelichting NVAO: Het didactisch concept is in lijn met de beoogde eindkwalificaties en de werkvormen
sluiten aan bij het didactisch concept.
Bevindingen
(Didactische) vormgeving
De vormgeving van de bachelor- en Ad-programma’s is gelijk. Het onderwijsprogramma van de
bachelor bestaat uit vier en de Ad uit twee leerjaren van elk vier perioden van tien weken. De
curricula zijn, zoals in de vorige standaard aangegeven, thematisch en concentrisch
opgebouwd. De opleiding kent daarnaast de vier leerlijnen (zie Tabel 5 – Uitwerking leerlijnen).
Uitwerking leerlijnen in de programma’s
Conceptuele
Gericht op het verwerven van de benodigde kennis: Tijdens lessen wordt uitgebreid
leerlijn
aandacht besteed aan de inhoud van een vak. Naast de hoorcolleges en interactieve
werkcolleges heeft de opleiding ook weblectures geïntroduceerd als ondersteuning van
het kennisonderwijs.
Vaardigheden
Gericht op het zich eigen maken van de benodigde vaardigheden: Tijdens de
leerlijn
vaardigheidstrainingen wordt uitgebreid geoefend met vaardigheden (vb. het
presenteren, rapporteren of het werken in Excel en Navision).
ErvaringsTerug te vinden in studieloopbaanbegeleiding (SLB), de projecten (voltijd) en de
reflectieleerlijn
beroepsproducten/projecten: In elke periode of semester is een beroepsauthentieke
opdracht/taak opgenomen. Studenten werken in groepsverband en projectmatig aan
hun competentieverwerving. Zij leren samenwerken en leidinggeven. Klassikale lessen
maken deel uit van het SLB-programma. Voorafgaand aan het individuele gesprek
met de SLB’er schrijven studenten een reflectieverslag over de voorgaande periode.
OnderzoeksGericht op het leren van de praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden: De
leerlijn
onderzoeksleerlijn is geïntegreerd in het curriculum, in de onderwijseenheden en
projecten. Tijdens vakken (vb. Statistiek en Methoden van Onderzoek, projecten,
trainingen onderzoeksvaardigheden) alsook tijdens ‘afstudeerateliers’ en in
weblectures over het doen van onderzoek, besteedt AC uitgebreid aandacht aan
onderzoek en oefenen studenten met het opzetten en uitvoeren van een
onderzoeksvoorstel.
Tabel 5 – Uitwerking leerlijnen
Voor de deeltijdvariant van de Ad is ‘action learning’ het didactisch model, waarbij de student
bewust leert met en van andere studenten van concrete werkervaring, die wordt gerelateerd
aan theorieën en vaardigheden.
Werkvormen
De opleiding hanteert, zich baserend op de vier leerlijnen, een variatie aan didactische
werkvormen: hoor- en werkcolleges, workshops, weblectures, praktijksimulaties en
projectonderwijs met procesbegeleiding door een tutor en inhoudelijke begeleiding door een
consultant. Alle studenten krijgen gedurende hun studie individuele begeleiding op hun
competentieontwikkeling. De werkvormen sluiten naar de mening van het auditpanel aan bij
het didactisch concept. Uit de NSE en de periodieke onderwijsevaluaties blijkt dat de studenten
de in de opleiding gehanteerde werkvormen waarderen (BA-vt 3,8, BD-vt 3,5 en BR-vt 3,3 / Ad
3,2).
De opleiding is van mening dat de projecten beter benut kunnen worden als middel om het
leerproces van de student te sturen. Hoewel zij ook een individuele beoordeling krijgen voor
hun inhoudelijke en procesmatige bijdrage, ligt de focus van de studenten nu nog te veel op de
in groepsverband op te leveren producten. Daarnaast reflecteren zij in het kader van de
projectopdracht hoofdzakelijk over procesmatige aspecten (vb. planning, samenwerking, rol als
teamspeler) en nog te weinig over inhoudelijke zaken.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 22
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel ziet een variëteit aan werkvormen, die positief wordt gewaardeerd door de
studenten. Het is van oordeel dat het gebruikte didactische concept in lijn is met de beoogde
eindkwalificaties en dat de vormgeving van de curricula stimulerend is en studenten de
mogelijkheden biedt de beoogde eindkwalificaties te behalen. Voor alle richtingen komt het
auditpanel tot het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 23
Standaard 5: Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende
studenten.
Toelichting NVAO: De gehanteerde toelatingseisen zijn realistisch met het oog op de beoogde
eindkwalificaties.
Bevindingen
De locaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam van Inholland liggen in het Randstedelijke gebied.
Vooral Diemen en Rotterdam hebben daardoor een studentenpopulatie die zich kenmerkt door
diversiteit in vooropleiding en etnische achtergrond. Studenten zijn voornamelijk havisten en
mbo’ers. De formele toelatingseis is Vwo, Havo met Economie 1 of Mbo niveau 4 in een
economische richting. Studenten die ouder zijn dan 21 jaar, krijgen toegang door het afleggen
van de 21+-toets. De opleiding voert voor de verschillende instroomvormen geen
gedifferentieerd beleid.
Inholland sluit aan bij de kwalificaties van de instroom door te sturen op een juiste
opleidingskeuze, door het programma studieloopbaanbegeleiding en door ondersteuning in de
vorm van taal- en rekenonderwijs. Op elke locatie voert de studieloopbaanbegeleider met de
studenten een kennismakingsgesprek. De beheersing van de Nederlandse taal en van
rekenvaardigheden is bij een groot aantal studenten een aandachtspunt. De vakken
‘Taalvaardigheid 1 en 2’ en ‘Rekenvaardigheid/wiskunde’ zijn daarom verplichte onderdelen van
het eerste studiejaar. AC voert in Diemen een interessante pilot uit, waarin mbo-studenten een
half jaar een dagdeel colleges volgen op het hbo met hbo-studenten. Op deze wijze hoopt AC
de aansluiting tussen het mbo en het hbo te verbeteren.
Voorafgaand aan de stage beoordeelt de opleiding op basis van een ‘scan’ of de stageplaats
geschikt is, zo stelt het auditpanel vast. Om in het tweede studiejaar in te stromen bij Ad-dt,
moet een student beschikken over relevant werk (vb. >20 uur). De student overlegt een
functiebeschrijving en een werkgeversverklaring. De Excie borgt dit proces.
Vanaf september 2013 volgt een groep studenten van de Belastingdienst het programma van
de Ad-dt. Dit is een eenmalige exercitie. De studenten volgen het reguliere Ad-programma
zoals dat is opgezet en ook toegankelijk is voor een brede doelgroep; dus ook voor studenten
die niet bij de Belastingdienst werken. Vanaf september 2014 draagt Inholland deze groep over
aan Hogeschool Rotterdam. Het auditpanel heeft vastgesteld dat hier geen sprake is van
generieke vrijstellingen.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel ziet dat de opleiding de gangbare instrumenten hanteert om de instroom van
studenten te reguleren. Door het sturen op de juiste studiekeuze, de begeleiding van studenten
en het aanbieden van deficiëntiecursussen wordt bereikt dat het programma in voldoende mate
aansluit bij de kwalificaties van de instroom. Voor alle richtingen komt het auditpanel tot het
oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 24
Standaard 6: Het programma is studeerbaar.
Toelichting NVAO: Factoren die betrekking hebben op het programma en die de studievoortgang
belemmeren, worden zoveel mogelijk weggenomen. Studenten met een functiebeperking krijgen bovendien
op dit aspect extra studieloopbaanbegeleiding.
Bevindingen
Studiesucces
De opleiding biedt ondersteuning in taal- en rekenonderwijs (weblectures, zomerschool), houdt
voor 1 oktober een individueel kennismakingsgesprek, biedt studieloopbaanbegeleiding aan van
sturend naar zelfstandig, monitort vanaf 2012 studenten via de Studentmonitor, heeft in 20122013 de BSA verhoogd van 45 naar 50 EC, heeft studiedrempels/stoplichten ingebouwd en
hanteert maatregelen om het aantal langstudeerders te verlagen (vb. vervallen cijfers,
intervisielessen, workshops onderzoeksvaardigheden, coördinator langstuderen). Bovendien
wordt hogeschoolbreed ingezet op verplichte aanmelding van studenten voor 1 mei 2014. Doel
van deze maatregelen is het verhogen van het studiesucces/de rendementen en het verlagen
van de uitval en het aantal langstudeerders. Hoewel deze verbetermaatregelen adequaat zijn
en verbeteringen in het studiesucces teweeg zullen brengen, kon de opleiding de stijging in het
studiesucces tijdens de audit nog niet aantonen. Door de aanpassing van de BSA verwacht de
opleiding wellicht eerst nog een daling in het propedeuserendement. De opleiding realiseert
haar streefcijfers dus nog niet. De komende jaren verdient het inzichtelijk maken van de
verbeterde studieresultaten en het monitoren van de effectiviteit van verbetermaatregelen
aandacht (zie H6 – Aanbevelingen).
Studielast
Het auditpanel is positief over de bovenmodale studielast. De studenten van alle drie de
locaties die het auditpanel sprak, gaven tijdens de audit aan dat zij naast de normale
contacturen 15 tot 25 uur bezig zijn met hun studie . De studielast kan oplopen tot meer dan
40 uur per week. In het laatste studiejaar ervaren de studenten de hoogste werkdruk. De
studenten zien de hoge studielast echter niet als een belemmering. Zij beschouwen het als een
adequate voorbereiding op het werken in de beroepspraktijk. AC heeft bij de studenten, met
wie het auditpanel sprak, de juiste attitude bijgebracht, zoals zij dat ook beoogt. De positiefkritische studenten van de locatie Rotterdam en Alkmaar zien wel mogelijkheden om de
werkdruk meer gelijkmatig over de studiejaren te verdelen. Bij de locatie Diemen blijkt dit ook
uit de NSE 2013 (BA-vt 3,7, BD-vt 2,8 en BR-vt 3,4 / Ad 3,0). De voltijdstudenten van de
bachelor willen zich bijvoorbeeld in het vierde studiejaar met name concentreren op het
uitvoeren van de OAT, de stage en de afstudeeropdracht. Zij hebben de voorkeur om de
vakken die zij naast deze studieonderdelen volgen (vb. Capita Selecta, projecten), te
verschuiven naar eerdere studiejaren. In het tweede studiejaar hebben zij het bijvoorbeeld
rustiger. De opleiding dient de verdeling van de studielast te herijken 25.
Contacturen
Vier dagen per week roostert AC contactmomenten voor de voltijdstudenten in. Het studiejaar
is verdeeld over vier perioden met elk 15 EC. In onderstaande tabel volgt het aantal
contacturen per variant.
25
Hoewel de bachelor deeltijd in afbouw is en het auditpanel zich geen oordeel hoeft te vormen over deze
variant, sprak het tijdens de audit toch met een deeltijdstudent. Deeltijdstudenten moeten naar hun
mening een behoorlijk aantal projecten uitvoeren naast hun werk. Het auditpanel vraagt zich net als de
student af of al deze opdrachten noodzakelijk zijn om de competentie-ontwikkeling tot stand te brengen
of dat de student door het werken op de werkplek al voldoende competenties ontwikkelt. Het kan zich
dan ook voorstellen dat de opleiding het aantal en de inhoud van de projecten in de deeltijd herijkt op
effectiviteit en efficiency. Om de studeerbaarheid van de deeltijd te bewaken zijn coördinatoren naast
studieloopbaanbegeleiders ingesteld.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 25
Variant
Bachelor
Ad
Tekst Inholland
• Contacturen B-vt op alle leslocaties is voor de studiejaren 1 tot en met 4
respectievelijk 18-20, 14-16, 12 en 12.
• Verder krijgen studenten 12 uur stagebegeleiding en 18 uur afstudeerbegeleiding.
• Contacturen Ad-vt minimaal 20 uur in het eerste en 14 contacturen in het tweede
studiejaar.
• Contacturen Ad-dt minimaal 8 contacturen.
Tabel 6 – Uitwerking leerlijnen
Functiebeperking
In de OER zijn mogelijkheden genoemd voor aanpassingen voor studenten met een
functiebeperking. Waar nodig biedt de opleiding bijvoorbeeld extra tijd voor het maken van een
toets en zorgt de opleiding voor aangepast toetsmateriaal. Ook zijn er voorzieningen voor
studenten die topsport bedrijven.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
De opleiding zet adequate verbetermaatregelen in om het studiesucces van alle studenten te
verbeteren. De verbeteringen moeten het komende jaar alleen nog zichtbaar worden in de
rendementscijfers van zowel de bachelor als de Ad. Hoewel de opleiding de werkdruk van
studenten meer gelijkmatig over de studiejaren kan verdelen, waardeert het auditpanel de
bovenmodale studielast die bij studenten de juiste werkmentaliteit voor het Accountantsberoep
ontwikkelt. Voor alle richtingen komt het dan ook zonder meer tot het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 26
Standaard 7: De opleiding voldoet aan de wettelijke eis m.b.t. omvang en duur van
het programma.
Toelichting NVAO: hbo bachelor: 240 ec’s
Bevindingen
De studielast voor de bachelor voltijd bedraagt op alle drie de locaties 240 EC’s. Dit is gespreid
over vier studiejaren van 60 EC’s per jaar.
De studielast voor zowel de voltijd- als deeltijdvariant van de Ad bedraagt 120 EC’s. Dit is
gespreid over twee studiejaren van 60 EC’s per jaar.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel stelt vast dat de opleiding AC met al haar richtingen voldoet aan de wettelijke
eis met betrekking tot omvang en duur van het programma.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 27
Personeel
Standaard 8: De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid
Toelichting NVAO: Het personeelsbeleid voorziet in de voor de realisatie van het programma benodigde
kwalificaties, scholing, boordeling en omvang van het personeel.
Bevindingen
Het strategische programma ‘Verbinding als Opdracht’ vormt de basis voor een kwalitatief beter
en sterker Inholland. Het programma bestaat uit vier nauw met elkaar samenhangende
beleidsthema’s: verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek, onderwijsgerichte
bedrijfsvoering, een adequaat besturingsmodel en een financiële ombuiging. Op het gebied van
professionalisering zijn in dat kader drie prioriteiten gesteld: (i) teamontwikkeling, (ii)
onderwijsleiderschap en (iii) vakmanschap en meesterschap. De opleiding is, zo beschrijft zij in
haar Kritische Reflectie, goed op weg met het implementeren van het strategische programma.
De regie voor het primaire proces legt AC terug bij haar docenten (‘docent in positie’).
In lijn met het strategische programma heeft het domein MFR verschillende uitgangspunten
geformuleerd voor de gewenst kwalitatieve en kwantitatieve personeelsformatie (zie
Standaarden 8 en 9). Bij de aanstelling van docenten worden bijvoorbeeld minimaal een hbomasteropleiding en binding met het werkveld als eis gesteld. Voorafgaand aan het verwerven
van een vaste aanstelling dient de docent ook een didactische aantekening te bezitten. Ten
aanzien van het scholingsbeleid sluit AC tevens aan bij het domein MFR. In het ‘Personeelsplan
MFR/MTV 2012-2014’ zijn ‘toetsing en begeleiden’ en ‘beoordelen in de afstudeerfase’
speerpunten voor scholing van docenten. Ook bevat personeelsbeleid een jaarlijkse
Performance and Competence Management (PCM)-cyclus, met een gesprek over het individueel
persoonlijk ontwikkelingsplan (IPOP-gesprek), gevolgd door een functionerings- en
beoordelingsgesprek. Gespreksonderwerpen bij AC zijn onder andere ontwikkeling en scholing,
reflectie op de onderwijsevaluaties en inzet in het volgende studiejaar. Het personeelsbeleid is
de laatste jaren conform de PCM-cyclus bij AC uitgevoerd en met alle docenten zijn in dat kader
gesprekken gevoerd.
De significante afname van het aantal studenten en de daarmee samenhangende beschikbare
formatie heeft ingrijpende consequenties voor het personeel van de opleiding. Het gestelde
uitgangspunt om de docenten zoveel mogelijk in te zetten in de docentrollen (vb. docent,
onderwijsontwikkelaar, SLB’er, stage- en afstudeerbegeleider, tutor, assessor, onderzoeker en
coördinator) die hen op basis van expertise en voorkeur het beste passen, is dan ook lastig te
realiseren.
Alle docenten binnen het cluster Finance verzorgen onderwijs zowel in de opleiding
Accountancy, Financial Services Management als Bedrijfseconomie. Voor alle docenten hanteert
AC hetzelfde normerings- en taakbelastingssysteem. Door uniformering van het curriculum, de
toetsen in het eerste en tweede studiejaar en het werken met één jaarrooster kunnen docenten
in 2013-2014 eenvoudiger op meerdere locaties doceren. Het levert – in termen van
vergelijkbaarheid en noodzaak tot samenwerken – kwaliteitsverbeteringen op. Voor de
uitvoering van het Ad-programma zet AC dezelfde docenten in als de docenten van de bachelor
op de leslocatie Rotterdam.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 28
Het auditpanel heeft kennisgenomen van het personeelsbeleid zoals dat binnen het cluster MFR
wordt uitgevoerd. De opleiding voldoet op dit punt aan de basiskwaliteit. Voor alle richtingen
komt het auditpanel dan ook tot het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 29
Standaard 9: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige
en organisatorisch realisatie van het programma.
Toelichting NVAO: De feitelijke bij het personeel aanwezige expertise sluit aan bij de eisen gesteld aan een
hbo opleiding.
Toelichting CEA: De opleiding draagt zorg voor een docententeam dat naast adequate vakinhoudelijke
competenties ook beschikt over voldoende, relevante en recente praktijkervaring en draagt voorts zorg
voor het volgen van actuele beroepsontwikkelingen door docenten.
Bevindingen
Opleidingsniveau
De informatie over de competenties en expertise van de opleidingsteams is voor het auditpanel
onder andere te vinden in het overzicht ‘Docentkwalificaties’. Kijkend naar de totale
personeelsformatie, dan beschouwt het auditpanel het opleidingsniveau van het onderwijzend
personeel van AC als ruim voldoende tot goed (zie Tabel 7 – Kwaliteit personeel). 72% van alle
docenten heeft een relevante mastertitel en 88% is pedagogisch-didactisch gekwalificeerd.
Daarnaast heeft 88% van alle docenten ervaring met de beroepspraktijk, zowel door huidige als
voormalige werkzaamheden en door bedrijfscontacten tijdens stage en afstuderen. De opleiding
AC heeft de voor 2014 geformuleerde uitgangspunten voor de samenstelling van de
opleidingsteams deels al gerealiseerd. In 2014 dient 60% over een relevante mastertitel te
beschikken, is 100% pedagogisch-didactisch gekwalificeerd en heeft 50% ervaring in het
afnemende werkveld. Het docententeam op alle drie de locaties voldoet op dit moment aan de
mastereis. AC werkt bij de docententeams op de locaties Diemen en Rotterdam nog aan de
realisatie van de didactische eis en bij het docententeam op de locatie Alkmaar aan de
verhoging van het aantal docenten met (recente) ervaring in de beroepspraktijk.
Variant
BA
BD
BR / Ad
Kwaliteit personeel per locatie
• 62% mastertitel.
• 100% didactische kwalificaties.
• 8% werkzaam in en 31% afkomstig uit de beroepspraktijk.
• 76% mastertitel en daarnaast 3 bezig.
• 95% didactische kwalificaties.
• 10% werkzaam in en 40% afkomstig uit de beroepspraktijk.
• 85% mastertitel en 5% Phd.
• 85% didactische kwalificaties.
• 10% werkzaam in en 50% afkomstig uit de beroepspraktijk.
Tabel 7 – Kwaliteit personeel per locatie
Deskundigheidsbevordering
De scholingsoverzichten ‘Finance 2012-2013’ geven per locatie een totaaloverzicht van de
activiteiten die in het kader van deskundigheidsbevordering voor het docententeam
gezamenlijk en individueel zijn afgesproken en gerealiseerd. De AC-docenten volgen regelmatig
inhoudelijke cursussen en/of inhoudelijke bijeenkomsten. Het management heeft er voor
gekozen om prioriteit te geven aan de thema’s ‘vakmanschap’ en ‘meesterschap’ uit het
strategische programma van Inholland. Vanaf studiejaar 2011-2012 is in dit kader vooral
gestuurd op de versterking van de expertise in onderzoeksvaardigheden en de kwaliteit van
afstudeerbegeleiders en toetsontwikkelaars. In onderstaande tabel volgen verschillende
voorbeelden van deskundigheidsbevordering binnen de opleiding.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 30
Voorbeelden van deskundigheidsbevordering
Verleden/
• Vanaf het studiejaar 2011-2012 hebben er voor het Finance team regelmatig
Heden
toetstrainingen plaatsgevonden met de volgende onderwerpen: toetsmatrijzen,
meerkeuzevragen, construeren van open vragen en het formuleren van leerdoelen.
• Vanaf studiejaar 2011-2012 worden alle docenten die een rol hebben in de begeleiding
van de afstudeerscripties getraind. De afstudeercommissie verzorgt in samenwerking
met een van de lectoren de trainingen.
• Iedere onderwijsperiode is er voor alle medewerkers minimaal één locatie-overstijgende
clusterdag. Hierin komen inhoudelijke aspecten van de opleiding aan de orde en/of
worden trainingen gegeven. Voorbeelden van onderwerpen zijn het opleidingsprofiel, de
competentiekaart, het formuleren van leerdoelen, onderzoek, de WHW en de OER.
• In de vakgroepen delen docenten onderling expertise en voeren zij inhoudelijke
discussies over het programma (vb. de inhoud en toetsing van de afzonderlijke modulen,
het onderwijsmateriaal en de te gebruiken literatuur).
• Specifiek binnen de AC-opleiding geldt dat de accountants deelnemen aan diverse
cursussen in het kader van hun permanente educatie. De laatste cursus die docenten
hebben gevolgd is de cursus XBRL, SBR die extern was georganiseerd.
• Een aantal AC-docenten geeft regelmatig gastcolleges bij buitenlandse
partnerinstellingen (vb. School of Business van San Pablo CEU University in Madrid).
Door het contact met deze instellingen houden de docenten zicht op internationale
ontwikkelingen.
• De docenten op de locatie hebben een training Communicatie gevolgd ten behoeve van
teamvorming en het creëren van een betere werksfeer.
Toekomst
• Docenten en de afstudeercommissie zullen met regelmaat trainingen blijven volgen op
het gebied van onderzoeksvaardigheden.
• Het scholingsbeleid voor de commissies is deels geïmplementeerd. In 2013 wordt er een
professionaliseringsprogramma voor opleidingscommissies en curriculumcommissies
aangeboden. De examencommissieleden volgen een eigen scholingstraject.
• Op basis van een evaluatie aan het einde van het studiejaar over de toetstraining, zal
een vervolgprogramma voor het studiejaar 2013-2014 worden ontworpen.
• In het professionaliseringsplan is opgenomen dat docenten in Alkmaar in 2013-2014 een
aantal assessments ondergaan op het gebied van ‘internationale en crossculturele
oriëntatie’.
• De training Communicatie zal het komende jaar georganiseerd worden op de locatie
Diemen.
Tabel 8 – Voorbeelden van deskundigheidsbevordering AC
De kennis van de beroepspraktijk (BA-vt 4,2, BD-vt 3,3 en BR-vt 3,6 / Ad 3,4) en de
inhoudelijke deskundigheid (BA-vt 4,3, BD-vt 3,2 en BR-vt 3,8 / Ad 3,4) van docenten wordt in
de NSE 2013 door de locaties het meest positief gewaardeerd. Studenten in Alkmaar zijn het
meest tevreden over de docenten. Ook de didactische kwaliteiten, de betrokkenheid en de
bereikbaarheid van docenten beoordelen de Alkmaarse studenten in de NSE 2013 met 3,9 of
4,0. In de gesprekken tijdens de audit geven de studenten van alle locaties aan tevreden te
zijn over de docenten. Zij zijn o.a. positief over hun deskundigheid, hun praktijkervaring, de
goede begeleiding, de betrokkenheid en de bereikbaarheid van docenten 26.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed
Het auditpanel stelt vast dat het opleidingsniveau en de binding met het werkveld van de
docenten adequaat is. Het oordeelt dat de bij de docenten aanwezige expertise op
vakinhoudelijk en onderwijskundig terrein prima aansluit bij de eisen die worden gesteld.
26
Hoewel de bachelor deeltijd in afbouw is en het auditpanel zich geen oordeel hoeft te vormen over deze
variant, sprak het tijdens de audit toch met een deeltijdstudent van de locatie Rotterdam. Deze student
gaf aan dat een aantal docenten de aandacht voor de praktijk in de lessen mag vergroten.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 31
De opleiding heeft de voor 2014 geformuleerde uitgangspunten voor de samenstelling van de
opleidingsteams grotendeels al gerealiseerd. Het docententeam voldoet op alle drie de locaties
op dit moment aan de mastereis. Studenten zijn bovendien (zeer) tevreden over de kwaliteiten
van de docenten. De opleiding zet structureel in op (inhoudelijke) deskundigheidsbevordering.
Het auditpanel heeft vooral waardering voor de adequate scholing op het gebied van
begeleiding en beoordelen in de afstudeerfase. Voor alle richtingen komt het auditpanel dan
ook tot het oordeel ‘goed’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 32
Standaard 10: De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het
programma.
Bevindingen
De opleiding heeft op dit moment in beginsel voldoende kwaliteit en capaciteit voor de
uitvoering van het onderwijs (zie Tabel 9 – Kwantiteit personeel). Door de krimp voldoet de
opleiding echter niet aan de gestelde uitgangspunten voor de realisatie van de functiemix en
voor de verhouding vaste en flexibele formatie. De terugloop van het aantal studenten heeft bij
de Finance-opleidingen zijn uitwerking gehad in het aanstellingsbeleid en bij het nemen van
beslissingen over het verlengen van tijdelijke contracten. Het totale aantal docenten van de
opleiding AC bestaat uit 54 docenten (42,2 FTE). De gemiddelde docent-studentratio komt uit
op 1:19,8, terwijl de norm 1:30.6 is. De locaties beschikken dus over een overformatie. Het
auditpanel beschouwt dit niet zozeer als negatief. Studenten waarderen tijdens de audit de
kleinschaligheid van en de persoonlijke aandacht bij de leslocaties en geven aan dat zij daarom
ook bewust voor Inholland gekozen hebben.
Variant
BA
BD
BR / Ad
Kwantiteit personeel per locatie
• 13 docenten / 11,3 FTE
• Docent-studentratio: 1:23,0
• 20 docenten / 16,7 FTE
• Docent-studentratio: 1:16,8
• 21 docenten / 14,2 FTE
• Docent-studentratio: 1:20,7
Tabel 9 – Kwantiteit personeel per locatie
Afrondende werkzaamheden voor de afbouw van de deeltijdse en duale vorm van de opleiding,
de aangescherpte eisen voor de afstudeerfase evenals het door de krimp vervullen van rollen
die in eerste instantie minder bij de expertise van de docenten liggen, dragen bij aan een
hogere beleefde werkdruk. In het MTO 2011 waardeerden de docenten de werkdruk met cijfers
tussen de 3.2 tot 5.5. Per locatie bestaan ook verschillen in de tevredenheid. Dit had ook zijn
weerslag in het ziekteverzuim dat aan het begin van het studiejaar 2012-2013 op 10% lag. In
Diemen lag dit verzuim relatief hoger dan in Alkmaar en Rotterdam. Als gevolg van deze hoge
werkdruk staat de onderwijsontwikkeling en -innovatie onder druk, zo beschrijft de opleiding in
haar Kritische Reflectie. Docenten hebben behoefte aan meer tijd en gelegenheid voor het
bijhouden van het eigen vakgebied en aan inhoudelijk afstemmingsoverleg met experts van
andere locaties. Voor alle locaties geldt ook dat de persoonlijke consequenties van de
verminderde instroom van studenten en de afbouw van de deeltijdse vormen van de opleiding
invloed hebben op het welbevinden en de motivatie van medewerkers. Ook heerst er bij
docenten door de veranderingen in de afstudeerfase enige onzekerheid over het begeleiden en
beoordelen van studenten en daarnaast onrust en twijfel over hun arbeidsmarktpositie, omdat
een tweede reorganisatieronde binnen de Hogeschool op de planning staat.
De opleiding bewaakt dat er voldoende formatie beschikbaar is en blijft voor onderwijs,
begeleiding en toetsing (ook in de opleidingsvormen die in afbouw zijn). Hiertoe hanteert de
opleiding als instrument de 'Kwaliteitskaart', waarmee zij de benodigde formatie berekent. Er is
meer uur gereserveerd voor het primaire proces en voor de deelname aan commissies. Een
verbetering is al zichtbaar in het ziekteverzuim. Dit is in augustus 2013 gedaald tot 6,3%. AC
ligt daarmee ongeveer op het hogeschoolgemiddelde van 6,5%. Daarnaast is het van belang
om de verschillende onderwijsprocessen efficiënter in te richten en schaalvoordelen optimaal te
benutten (vb. door het ontwikkelen van gezamenlijk studiemateriaal, het uniformeren van het
toetssysteem en het inzetten van docenten op meerdere locaties). Deze aanpak is al deels
gerealiseerd.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 33
Tevens communiceert het management zo transparant mogelijk over de personele
consequenties van de krimp. Het ziet het als zijn taak om het personeel hierbij te
ondersteunen.
Het auditpanel verwacht dat nu de opleiding haar balans en zelfverzekerdheid weer aan het
terugvinden is, de docenttevredenheid zal toenemen en de werkdruk zal afnemen. Het
adviseert de opleiding wel het komende jaar prioriteit te houden voor deze aspecten (zie H6 –
Aanbevelingen). Hoewel een nieuwe reorganisatieronde op de planning staat, dient de opleiding
oog te houden en te anticiperen op de ontwikkelingen in de toekomst. De docenten verwachten
immers dat de studentenaantallen de komende jaren weer zullen stijgen.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel beoordeelt de docent-studentratio als ruim passend binnen het hoger onderwijs
en beoordeelt de kwantiteit van het personeel voor de verschillende varianten als voldoende.
Het motiveren van de medewerkers zal op de agenda moeten blijven, maar het auditpanel is in
de gesprekken ervan overtuigd geraakt dat het management dit zelf ziet en zal doen. Ondanks
de ontwikkelingen in de personeelsformatie, is er sprake van een gemotiveerd docententeam
dat de schouders eronder zet. AC beschikt over ruim voldoende docenten om het onderwijs te
kunnen verzorgen. De werkdruk en de docenttevredenheid verdienen het komende jaar op elke
locatie blijvende aandacht. De opleiding heeft verbetermaatregelen ingezet. Voor alle richtingen
komt het auditpanel tot het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 34
Voorzieningen
Standaard 11: De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de
realisatie van het programma.
Bevindingen
Op de locaties Alkmaar, Diemen en Rotterdam heeft het cluster Finance en de opleiding AC een
herkenbare leeromgeving in het gebouw. Er is een studielandschap waar omheen de
docentenkamers zijn gegroepeerd. De opleiding maakt gebruik van collegezalen, klaslokalen en
projectruimtes. De digitale studieomgeving Blackboard is onmisbaar; studenten gebruiken
digitale weblectures (vb. praktijkgericht onderzoek van het lectoraat, taalonderwijs).
Alle gebouwen beschikken over moderne ICT-faciliteiten en hebben draadloos internet.
Studenten gebruiken steeds vaker een eigen laptop of lenen deze bij de daarvoor ingerichte
Servicedesk. Het aantal pc’s voor studenten wordt vanwege een lagere bezetting en het
gebruik van laptops via het Wifi-netwerk gereduceerd. Als opleidingsspecifieke software
gebruikt AC ‘Excel’ en ‘Navision’. Het auditpanel is positief over de syllabi met (actuele)
accountancy-specifieke artikelen, die expliciet aan bod komt in het studieprogramma.
Bij alle locaties maken studenten en docenten gebruik van een mediatheek. Studenten hebben
via Lybrin toegang tot de digitale bibliotheek. AC wil de bibliotheekvoorzieningen beter onder
de aandacht brengen bij docenten en studenten. Het vinden en analyseren van informatie en
bronvermelding zal als onderdeel van de onderzoekslijn meer in samenwerking met de
bibliotheek worden georganiseerd. Inholland participeert in een pilot van het platform Hoger
Onderwijs en SURF-market om studenten vanuit een elektronische leeromgeving toegang te
verschaffen tot digitale leermiddelen van uitgevers. De opleiding verwacht dat in het studiejaar
2013-2014 90% van de leermiddelenlijst digitaal beschikbaar is. In 2015-2016 heeft Inholland
een volledige digitale bibliotheek.
In de ogen van het auditpanel leek het algemene voorzieningenniveau op basis van de
rondleiding op de leslocatie Rotterdam beter dan in Alkmaar. Dit wordt door resultaten in de
NSE 2013 bevestigd. De studenten van de leslocatie Rotterdam zijn over de geschiktheid van
onderwijsruimten en de werkplekken (BA-vt 3,3, BD-vt 3,4 en BR-vt 3,6 / Ad 4,0), de
bibliotheek (BA-vt 3,8, BD-vt 3,4 en BR-vt 4,0 / Ad 3,8) en de ICT-faciliteiten (BA-vt 3,4, BD-vt
3,4 en BR-vt 3,7 / Ad 3,8) in vergelijking met de studenten van de leslocaties Alkmaar en
Diemen het meest tevreden. Waar bij de vestigingen Alkmaar de ICT-faciliteiten zijn
gereduceerd, hebben de leslocaties Rotterdam en Diemen het niveau van de ICT-faciliteiten
ondanks de krimp in de studentenaantallen behouden.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel heeft de materiële voorzieningen op de drie locaties bekeken bij bezoeken
binnen een tijdsbestek van enkele maanden. Het ziet, binnen de bezuinigingsopdracht die de
hogeschool heeft, dat de opleiding op alle leslocaties beschikt over toereikende materiële
voorzieningen en een toereikende huisvesting. Het auditpanel vindt dat het algemene
voorzieningenniveau voldoet aan de basiskwaliteit. Voor alle richtingen komt het daarom tot
het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 35
Standaard 12: De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten
bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten.
Bevindingen
Studiebegeleiding
Er is gezamenlijk SLB-beleid, maar de begeleiding wordt per locatie verschillend vorm gegeven.
Het doel van de studieloopbaanbegeleiding (SLB) is om de studenten te begeleiden naar
zelfstandigheid en zelfsturing. De student wordt gestimuleerd zelf de regie te nemen op zijn
loopbaan- en professionele ontwikkeling. De vorm van de SLB sluit hierop aan door de
begeleiding steeds meer geïntegreerd in de studieprogramma’s te laten plaatsvinden, zoals in
de projecten en in de stage- en de afstudeeropdracht. Reflectie op het eigen handelen is voor
AC een belangrijke voorwaarde voor de competentie-ontwikkeling van de student. Deze
vaardigheid staat centraal bij de studieloopbaanbegeleiding/coaching. In colleges worden
methodieken aangereikt, waarna studenten in de reflectieverslagen de persoonlijke
ontwikkeling van hun beroepsvaardigheden analyseren en een persoonlijk ontwikkelplan
opstellen. De begeleiding van de deeltijdstudenten heeft in vergelijking met de voltijdstudenten
een meer individueel en coachend karakter. Dit sluit direct aan bij de doelgroep van deze
opleiding; studenten, die over enige jaren werkervaring beschikken en zich door willen
ontwikkelen naar een hoger denk- en werkniveau.
Andere vormen van begeleiding in het programma van de bachelor en de Ad zijn:

Procesbegeleiding door een tutor: begeleiden en beoordelen van studentgroepen die
opdrachten uitvoeren;

Inhoudelijke begeleiding door een docent-coach: inhoudelijke adviezen over de uitvoering
van een projectopdracht. De expert/consultant is een van de twee beoordelaars van het
eindproduct;

Stagebegeleiding: de stagedocent bezoekt de student ten minste eenmaal gedurende de
stage; studenten die in het buitenland stage lopen, hebben contact via e-mail en/of
telefoon. De stagebegeleider accordeert vooraf het plan van aanpak voor de verdiepende
stage;

Afstudeerbegeleiding: gedurende de periode van het zoeken naar een afstudeerbedrijf en
maken van een afstudeervoorstel is de afstudeercoördinator als vraagbaak beschikbaar. Na
goedkeuring van het afstudeervoorstel krijgt de student een afstudeerdocent toegewezen
die hem verder begeleidt;

Begeleiding van langstudeerders: langstudeerders worden gemonitord en actief begeleid in
het voortzetten en afronden van hun studie. Op dit onderwerp heeft de opleiding
langstudeerdersbeleid vastgelegd;

Begeleiding door studentdecanen, vertrouwenspersonen en studentenpastores: voor
begeleiding en ondersteuning op allerhande gebieden die niet hierboven zijn geduid,
kunnen studenten terecht bij de studentendecaan, vertrouwenspersoon of studentenpastor.
Na de evaluatie in 2012-2013 concludeerde de curriculumcommissie dat het SLB-programma
enigszins is losgeraakt van het curriculum. Daarnaast is de begeleiding bij het
competentieontwikkelplan (COP) voor verbetering vatbaar. Zo geeft de NSE 2013 bijvoorbeeld
aan dat er in Diemen en Rotterdam mogelijkheden tot verbetering zijn in de studiebegeleiding
(BA-vt 3,8, BD-vt 2,9 en BR-vt 2,8 / Ad 3,2). Ook de voorbereiding op de stage (BD-vt en Ad)
en de stagebegeleiding (BR-vt en Ad) is volgens de studenten voor verbetering vatbaar. AC
heeft daarom besloten SLB het komende jaar meer onder te brengen bij projecten, zodat er
een sterkere verbinding met het onderwijsprogramma ontstaat. Ook versterkt de opleiding de
begeleiding bij het COP. Het auditpanel steunt de opleiding in deze ontwikkeling.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 36
Informatievoorziening
De opleiding communiceert digitaal en mondeling met studenten. Uitgangspunt is dat de
student alle relevante informatie digitaal kan raadplegen. De belangrijkste media voor de
student zijn daarbij Blackboard (digitaal platform) en Insite (intranet). Het sturen op de
studenttevredenheid heeft een kwaliteitsverbetering in de ondersteunende processen tot stand
gebracht. De waardering in de NSE is tussen 2011 en 2013 voor de informatievoorziening
vanuit de opleiding (algemeen) toegenomen. Een resultaat is bijvoorbeeld dat de les- en
toetsroosters structureel voor aanvang van een onderwijsperiode voor studenten beschikbaar
zijn. De studenten in Diemen zien ten aanzien van de informatie vanuit de opleiding in 2013
nog mogelijkheden voor verbetering (vb. informatie over regels en procedures en informatie
vanuit de opleiding). Een ander verbeterpunt is het tijdig publiceren van toetsresultaten binnen
de gestelde termijn. Dit blijkt ook uit de NSE 2013 (BA-vt 3,3, BD-vt 2,6, en BR-vt 2,5 / Ad
2,8).
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel heeft gezien welke instrumenten en procedures de opleiding heeft om de
studiebegeleiding en informatievoorziening van studenten te structureren. De opleiding dient
aandacht te blijven besteden aan de integratie van SLB in de programma’s en de
informatievoorziening verder te optimaliseren. De studiebegeleiding en informatievoorziening
zoals die thans worden uitgevoerd op de drie locaties en in beide varianten, sluiten aan bij de
behoeften van de student en kunnen de studievoortgang in voldoende mate bevorderen. Het
auditpanel komt voor alle richtingen tot het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 37
Kwaliteitszorg
Standaard 13: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van
meetbare doelen.
Toelichting NVAO: De opleiding bewaakt de kwaliteit van de beoogde eindkwalificaties, het programma, het
personeel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerde eindkwalificaties via regelmatige evaluaties.
De opleiding verzamelt tevens managementinformatie met betrekking tot rendementen en staf–student
ratio.
Bevindingen
Het kwaliteitsbeleid van de opleiding heeft de planning- en controlcyclus als uitgangspunt en
bevat een aantal componenten, waarvan de belangrijkste zijn:

Het systematisch actualiseren van het opleidingsprofiel

De zesjarige kwaliteitscyclus

Het evaluatieplan

Het verbeter- en ontwikkelplan
Het cluster Finance stelt jaarlijks een locatie overstijgend evaluatieplan op, waarin is
vastgelegd welke aspecten de opleiding frequent evalueert, hoe dit proces is ingericht en op
welke wijze het evaluatieplan is geborgd. Dit plan is afgeleid van het jaarplan van het Domein
MFR. De realisatie daarvan wordt getoetst in de planning- en controlcyclus van het cluster en
het domein.
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd door evaluaties onder studenten, medewerkers,
alumni en werkveld, het verzamelen en interpreteren van managementinformatie, evaluatie
van kerndocumenten van de opleiding (vb. afstudeerhandleiding), het uitvoeren van de ‘WHWwerklijst’ en review van afstudeerscripties. Ook evalueert AC de onderwijsperioden. De
streefnorm is 3,5 op een vijfpuntsschaal. Bij een score tussen 3,0 en 3,5 volgt nader onderzoek
en een score < 3,0 krijgt prioriteit bij het verbeterbeleid. De resultaten daarvan leveren
informatie op voor de opleidingsteams en teamleiders.
De opleiding heeft voor het verkrijgen van managementinformatie de beschikking over een
instrument c.q. managementtool waarin kengetallen over instroom, doorstroom en uitstroom
van studenten zijn opgenomen. Andere managementinformatiebronnen zijn de uitkomsten van
de NSE, het medewerkersonderzoek en de HBO-monitor.
Als uitvloeisel van een onderzoek van de Onderwijsinspectie in 2010-2011 is een ‘WHWwerklijst’ ontwikkeld die ertoe dient om conform de eisen van de WHW te opereren. Dit naar de
opvatting van het auditpanel mooie instrument richt zich op de onderwijs- en examenregeling,
de centrale examencommissie, de examinatoren, getuigschriften en diplomasupplementen en
het naleven van interne regels en procedures. Het management loopt deze werklijst periodiek
door.
De opleiding houdt ‘peer reviews’ om de kwaliteit van de scriptiebeoordeling te monitoren.
Daarbij betrekt AC ook collega’s van andere hogescholen. Er heeft bijvoorbeeld een peerreview
plaatsgevonden met Inholland Alkmaar met Windesheim, Hanze en NHL. Het auditpanel kan
zich voorstellen dat de opleiding al haar leslocaties bij deze peerreviews betrekt.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 38
Het auditpanel ziet dat de opleiding op alle locaties periodiek evalueert, waarbij de opleiding
streefnormen hanteert. Het evalueren betreft de uitvoering van het onderwijs, het personeel,
de voorzieningen en het toetsen en de gerealiseerde eindkwalificaties. De componenten en
instrumentatie van kwaliteitszorg vormen in de ogen van het auditpanel een goed kader,
waarin de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de opleiding AC wordt gelegd bij de
centrale opleidingsteams. Dit, samen met de instrumenten op clusterniveau vormt een
dubbelslag in kwaliteitszorg. Het uitvoeren van peerreviews met alle locaties vindt het
auditpanel een verbeterpunt, maar door de huidige kwaliteit van de afstudeeropdrachten (zie
standaard 16) minder relevant voor haar oordeel. Het auditpanel komt voor alle richtingen tot
het oordeel ‘goed’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 39
Standaard 14: De uitkomsten van de evaluaties vormen de basis voor aantoonbare
verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de doelen.
Bevindingen
De dubbelslag in kwaliteitszorg-instrumenten: op clusterniveau en op locatieniveau, laat de
eerste resultaten zien. Zoals in meerdere standaarden in dit rapport is beschreven (vb.
verhoging van het niveau van afstuderen, het verbeteren van de informatievoorziening, het
herijken van het opleidingsprofiel, etc.) is op tal van terreinen zichtbaar dat de opleiding
daadwerkelijk verbetermaatregelen neemt op basis van evaluaties. Het werken volgens de
PDCA-cyclus is steeds meer gemeengoed, ondanks dat dit proces nog niet helemaal
vanzelfsprekend is. Alle evaluatiegegevens worden verwerkt in een jaarplan en per locatie in
een verbetermatrix. De evaluatieresultaten zijn vertaald naar acties, waar deadlines en
‘probleemeigenaren’ aan zijn gekoppeld. De voortgang van de uitvoering heeft per leslocatie via
de clustermanager aandacht in het managementoverleg. Op locatieniveau dient de teamleider
opvallende resultaten uit onderwijsevaluaties met docenten, het opleidingsteam en het
studentenpanel te bespreken.
Het adequaat maken van overlegverslagen, structureel aandacht voor verbeteracties in de
vergaderingen van het management en het docententeam, het beter communiceren van de
uitkomsten van de evaluaties en de verbetermaatregelen naar studenten zijn voor de opleiding
aandachtspunten. Dit laatste blijkt ook uit de gesprekken met studenten tijdens de audit en de
resultaten van de NSE 2013 (BA-vt 3,2, BD-vt 2,5, en BR-vt 2,9 / Ad 2,5). De
verbetermaatregelen bespreekt AC wel met de opleidingscommissies en de
klassenvertegenwoordigers. De verbeteracties zullen meer structureel aandacht krijgen tijdens
vergaderingen en er zullen duidelijkere prioriteiten worden gesteld. Daarnaast is de opleiding
van plan het komende jaar de successen, de evaluatieresultaten en de verbeteracties te delen
met relevante betrokkenen.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel ziet dat de evaluaties daadwerkelijk leiden tot kwaliteitsverbetering. Het is
vooral positief over de wijze waarop de opleiding het gerealiseerde niveau heeft verhoogd. Het
neemt ook waar dat de medewerkers van de opleiding betrokken zijn bij het bieden van
degelijke kwaliteit. De terugkoppeling van de verbetermaatregelen (na het uitvoeren van
enquêtes) naar alle studenten is naar de mening van de studenten, de opleiding en het
auditpanel een verbeterpunt. Ook de verbeteracties kunnen meer structureel aan bod komen
tijdens vergaderingen. Met het inzetten van maatregelen op deze punten, kan AC haar
verbetersystematiek optimaliseren. Het auditpanel komt voor alle richtingen daarom tot het
oordeel (ruim) ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 40
Standaard 15: Bij de interne kwaliteitszorg zijn de volgende partijen actief betrokken:
opleidingscommissie, examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en
afnemend beroepenveld.
Bevindingen
Studenten worden op alle locaties na afloop van iedere onderwijsperiode, inclusief stage en
afstuderen, zowel schriftelijk als in gesprekken bevraagd over hun oordelen over de opzet,
inhoud, uitvoering en organisatie van het onderwijs. Aan het begin van elk collegejaar worden
klassenvertegenwoordigers benoemd. Elke periode vindt er een overleg plaats met de
jaarcoördinator en indien nodig met de teamleider. De opleiding heeft het afgelopen jaar
energie gestopt in het verhogen van de respons van de NSE in 2013. Dit resulteerde in een
stijging van 33% in Alkmaar, 10% in Diemen en 10% in Rotterdam naar respectievelijk 57%,
31% en 39%.
De opleidingscommissie (OC) bespreekt alle uit de evaluaties voortvloeiende verbeteracties. De
studenten worden betrokken bij de kwaliteitszorg via studentenpanels. Deze panels komen op
elke locatie na iedere onderwijsperiode bijeen om samen met een afvaardiging van docenten
en/of de teamleider de gang van zaken in de voorbije onderwijsperiode door te spreken.
Studenten bevestigen desgevraagd dat er met de evaluaties iets gebeurt. Om de rol van de OC
bij de kwaliteitszorg te versterken, zet AC het in 2011-2012 ingezette scholingsprogramma
voort.
Alle docenten zijn betrokken bij de ontwikkeling van de inhoud en vormgeving van het
onderwijs en worden tweejaarlijks geënquêteerd in het medewerkersonderzoek. Resultaten van
de onderwijsevaluaties zijn onderwerp van gesprek in de jaarlijkse PCM-gesprekken met
docenten (zie Standaard 8).
Op eigen initiatief van docenten vinden alumniactiviteiten plaats. Op elke locatie zijn enkele
alumni lid van de beroepenveldcommissie en zijn alumni gastdocent. Het afnemend
beroepenveld is, naast de betrokkenheid via de lokale en de centrale BVC, ook bij de opleiding
betrokken door het bieden van stage- en afstudeerplaatsen, waarbij de bedrijfsbegeleiders de
student mede beoordelen en de opleiding daarin adviseren. De opzet en organisatie van de
stage wordt daarbij door die bedrijven beoordeeld. Het auditpanel steunt de opleiding in haar
plan om het contact met de alumni een meer structureel en beleidsmatig karakter te geven.
In de onderwijscyclus spelen de centrale curriculumcommissie, de centrale examencommissie
en centrale toetscommissie, de opleidingscommissie, studentenpanels, alumni en het afnemend
beroepenveld een belangrijke rol.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Goed
Het auditpanel heeft gezien dat de opleiding op alle locaties de stakeholders betrekt bij de
interne kwaliteitszorg. Hoewel het de opleiding wil meegeven dat zij het contact met alumni
meer structureel vorm kan geven, is het auditpanel positief over de huidige betrokkenheid van
alumni bij de opleiding. Het auditpanel komt voor alle richtingen daarom tot het oordeel ‘goed’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 41
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Standaard 16: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en
toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.
Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de
afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren.
De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk.
Toelichting CEA:

De toetsen sluiten aantoonbaar aan op de eindtermen en er wordt expliciet aandacht geschonken aan
reikwijdte, actualiteit en spreiding in de inhoud van toetsen;

Bij de onder verantwoordelijkheid van de hogescholen gehouden landelijke examens beoordeelt en
evalueert de opleiding de resultaten t.o.v. de andere vergelijkbare accountancyopleidingen (in het
kader van benchmarking).
Bevindingen
Het onderwijsprogramma stelt de studenten in staat het vereiste niveau per fase te behalen.
Alle competenties en indicatoren zijn gekoppeld aan de onderwijseenheden. Bij elke
onderwijseenheid zijn deze vertaald in leerdoelen, die in samenhang met elkaar worden
getoetst. Sinds 2010-2011 past AC het vier-ogenprincipe toe. Bij het opstellen van de toetsen
maken docenten gebruik van toetsmatrijzen, zodat de opleiding op alle locaties dezelfde
leerdoelen kan toetsen. Alle CEA-eindtermen komen terug in het programma. Besloten is om de
CEA-eindtermen te hanteren als toetscriteria/leerdoelen. Ze zijn daarom opgenomen in OER en
studiehandleidingen. De opleiding besteedt mede op aangeven van de toetscommissie aandacht
aan de reikwijdte, de actualiteit en de spreiding in de inhoud van toetsen. In het voorjaar van
2013 is het toetsbeleid herijkt (sober en efficiënt toetsen, toetskwaliteit en externe validering).
Naast mondelinge en schriftelijke toetsen worden andere toetsen gebruikt zoals project- en
stageverslagen, literatuurverslagen, presentaties, essays, portfolio’s en assessments. Voor alle
schriftelijke toetsen zijn proeftoetsen beschikbaar. Na elk tentamen kunnen studenten gebruik
maken van geplande inzagemomenten om feedback op hun toets te ontvangen. Studenten van
de locatie Alkmaar, die het auditpanel tijdens de audit sprak, zien graag dat alle relevante
docenten aanwezig zijn tijdens inzagemomenten. In de NSE 2013 zien de studenten van de Ad
en van BD-vt ook mogelijkheden om de kwaliteit van de feedback van docenten te verbeteren
(BA-vt 3,7, BD-vt 2,9, en BR-vt 3,2 / Ad 2,8).
De opleiding zoekt naar middelen om de individuele bijdrage van studenten aan een project
beter te toetsen c.q. aan te tonen. Dit gaat verder dan alleen de individuele bevraging van
studenten. Studenten reflecteren nog teveel op het proces van het project en minder op de
inhoud. De curriculumcommissie heeft van de examencommissie opdracht gekregen om
instrumenten in dat kader te ontwikkelen. Het cluster is daarnaast aangehaakt aan de
projectgroep vanuit de beleidsnotitie Bruijn ‘Vreemde ogen dwingen’ om een protocol voor
individuele beoordeling in groepsprojecten op te stellen. Hier zijn ook Saxion Hogeschool,
Haagse Hogeschool en Hogeschool van Rotterdam bij aangehaakt. Het auditpanel beschouwt dit
als een mooie ontwikkeling.
In het studiejaar 2012-2013 is waar mogelijk de toetsing voor het eerste studiejaar voor alle
locaties van de bachelor en de Ad geüniformeerd. Vanaf september 2013 geldt dit ook voor het
tweede studiejaar. De opleiding AC werkt in beide jaren nu met één jaarrooster voor alle
locaties. De toetsen voor de bachelor en de Ad worden op alle locaties en op gelijke tijdstippen
afgenomen. Dit biedt efficiencyvoordelen doordat per periode slechts één versie van een toets
wordt vervaardigd. Ook kunnen docenten eenvoudiger op meerdere locaties doceren.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 42
Het levert ook – in termen van vergelijkbaarheid en noodzaak tot samenwerken –
kwaliteitsverbeteringen op. Door clusterdagen over de locaties heen, leert men de collega’s van
de andere vestigingen beter kennen, waardoor nu veel meer over locaties heen om oordelen
over een toets wordt gevraagd.
Examencommissie
De centrale examencommissie (Excie) is op het niveau van het cluster Finance ingesteld en
elke locatie is daarin vertegenwoordigd. Onder de eindverantwoordelijkheid van de centrale
commissie zijn deelcommissies actief, die voor het cluster Finance taken uitvoeren op de
desbetreffende locatie. De Excie voert de taken en bevoegdheden uit volgens de WHW, zo stelt
het auditpanel op basis van het gesprek tijdens de audit vast. Zij kent bijvoorbeeld op
individuele basis vrijstellingen toe en benoemt examinatoren. Om het eindniveau te kunnen
borgen, neemt de Excie regelmatig als toehoorder deel aan de afstudeerzittingen. Het
auditpanel is onder de indruk van de stevige positie van de Excie. De leden zijn goed
gekwalificeerd voor het uitvoeren van hun werkzaamheden en worden daartoe voldoende
gefaciliteerd (0,3 FTE leden en 0,4 FTE voorzitter). De centrale Excie komt eens per twee
weken bijeen.
De Excie heeft het proces van toetscontrole gedelegeerd aan de toetscommissie (Tcie). De Tcie
ziet er op toe dat toetsen worden ontwikkeld door daartoe voldoende inhoudelijk toegeruste
docenten en verifieert dat bij alle toetsen het ‘vier ogen principe’ aantoonbaar wordt toegepast.
Daarnaast voert zij periodiek een steekproef uit. Vanaf september 2013 heeft het cluster ook
een centrale Tcie in plaats van een Tcie per locatie. Een lid van de Tcie is tevens lid van de
Excie. De Tcie rapporteert aan de Excie.
Afstudeerfase
De bachelorstudent van de opleiding AC toont aan dat hij een onderzoeksopdracht op
professionele en zelfstandige wijze kan uitvoeren. Er wordt beoordeeld of de student beschikt
over de competenties op hbo-niveau. Het afstudeerwerkstuk (30 ec) bestaat uit het
adviesrapport (en eventueel het beroepsproduct) en het afstudeerportfolio. De Ad’er is in staat
tijdens de stage zelfstandig een verdiepings/adviesopdracht op de stage- of de leerwerkplek uit
te voeren met een onderzoekselement (10 ec).
De bachelor of Ad-student wordt toegelaten tot de afstudeerfase nadat de afstudeercoördinator
het onderzoeksvoorstel als ‘voldoende’ heeft beoordeeld (fase 1). Het plan van aanpak, waarin
studenten tijdens review- en intervisiebijeenkomsten worden begeleid, wordt vervolgens door
de afstudeercommissie 27 beoordeeld aan de hand van beoordelingsformulieren (fase 2). Het
komt zo nu en dan voor dat deze worden afgekeurd, zo stelt het auditpanel tijdens de audit
vast. Bij voldoende beoordeling wijst de opleiding een afstudeerbegeleider aan. Daarna wordt
de toelating tot het eindgesprek bepaald (fase 3). De beoordeling van het afstudeerwerk en het
eindgesprek vindt plaats door twee beoordelaars (fase 4). AC zet externe assessoren in als
tweede beoordelaar bij het afstuderen.
De beoordelingscriteria zijn sinds 2010 flink aangescherpt en het niveau van afstuderen is
verhoogd. Dit laatste is duidelijk zichtbaar in de scripties van studenten die in 2012-2013 zijn
gestart met het afstuderen, zo vinden de opleiding en het auditpanel (zie volgende paragraaf).
Vanaf 2011-2012 zijn alle docenten veelvuldig getraind in de afstudeerbegeleiding en –
beoordeling.
27
De afstudeercommissie bestaat uit de afstudeercoördinatoren van de locaties.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 43
Oordeel gerealiseerde niveau
Toetsen
Het auditpanel heeft verschillende toetsen van de verschillende locaties bekeken onder andere
van de kernvakken Bestuurlijke Informatie Voorziening (jaar 4), Externe Verslaggeving (jaar 3
en 4), Controle Beginselen (jaar 4), Levensverzekering Wiskunde (jaar 4), Bedrijfsadministratie
(jaar 3), Administratieve Organisatie (jaar 3) en Consolidatie (jaar 2). De deelwaarneming van
tentamens gaf een positief beeld. De toetsen zijn over het algemeen van het niveau dat het
auditpanel daarvan verwacht. Bij alle toetsen die het auditpanel bekeek, waren toetsmatrijzen
aanwezig. Ook heeft het auditpanel enkele portfolio’s van de studenten van Ad-dt bekeken. De
competentieontwikkeling van de studenten is in de werkportfolio’s duidelijk zichtbaar en wordt
in een assessment door twee bevoegde assessoren getoetst.
In het derde en vierde studiejaar bestaan nog verschillen in de toetsen. Waar de locaties
Alkmaar en Rotterdam voor de kernvakken BIV, CB en EV geïntegreerde toetsen in het vierde
jaar hanteren, worden in Diemen de vakken apart getoetst. Het auditpanel heeft de indruk dat
de geïntegreerde toetsen de studenten beter voorbereiden op de OAT. Wellicht dat de opleiding
hier tijdens het uniformeren van de toetsen aandacht aan kan schenken.
Landelijke toetsing
De opleiding beoordeelt en evalueert, zoals de CEA dat vereist, de resultaten van de landelijke
Overall Toets (OAT), die alle Accountancy-studenten maken. De slagingspercentages van de
OAT verschillen per locatie. Na een evaluatie heeft AC maatregelen ingezet. Zij heeft
bijvoorbeeld extra OAT-trainingen georganiseerd en daarnaast is de voorbereiding op de OAT
thans over twee in plaats van één studiejaar verdeeld. Het resultaat is een stijging in de
slagingspercentages van de OAT in 2013. Van de 17 Accountancyopleidingen die zijn
aangesloten bij het AC-scholenoverleg behaalde de drie locaties van AC met een gezamenlijk
slagingspercentage van 61% in juni 2013 de 5e plaats (zie Tabel 10 – Benchmark Landelijke
OAT).
Inholland
Geslaagd
met bonus
Geslaagd
zonder bonus
Totaal
Gemiddelden landelijk
Geslaagd
Geslaagd
met bonus
zonder bonus
Totaal
Benchmark
OAT
BA
BD
Januari 2012
45%
13%
8%
36%
26%
15%
51%
36%
0%
0%
7%
0%
38%
22%
48%
38%
32%
14%
0%
36%
14%
38%
46%
35%
0%
10%
7%
38%
60%
60%
51%
44%
Juni 2012
Januari 2013
Juni 2013
BR
BA
BD
BR
Totaal
Totaal
Tabel 10 – Benchmark Landelijke OAT
Afstudeeropdrachten
Voorafgaand aan de audit heeft het auditpanel een volledige lijst van afgestudeerden van de
laatste twee voltooide studiejaren ontvangen. Uit deze lijst heeft het aselect en gestratificeerd
22 afstudeeropdrachten geselecteerd (BA-vt 7, BD-vt 6, BD-dt 1, BR-vt 6, BR-dt 1 / Ad-vt 1).
Hoewel de deeltijd bachelor in afbouw is, wilde het auditpanel enkele afstudeeropdrachten
bekijken. De twee in de lijst opgenomen afstudeerproducten van de deeltijd, heeft het
auditpanel dan ook opgevraagd. Daarnaast heeft het auditpanel één afstudeeropdracht van de
Ad bekijken.
Het auditpanel is zeer te spreken over de wijze waarop de opleiding AC de afgelopen twee jaar
heeft ingezet op de verbeteringen ten aanzien van het gerealiseerde niveau van studenten.
Kijkend naar de aandacht voor het praktijkgericht onderzoek in de afstudeeropdrachten van de
bachelor loopt de opleiding op dit moment, zo stelt het auditpanel op basis van zijn steekproef
vast, vóór op een aantal collega-opleidingen in Nederland.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 44
Alle afstudeerproducten die het auditpanel voorafgaand aan de audit bekeek, voldeden
minstens aan het hbo-bachelorniveau. De opleiding legt, door de wijze waarop de
onderzoekslijn al enkele jaren vorm krijgt in het gehele curriculum, bij alle studenten een
stevig fundament op het gebied van onderzoeksvaardigheden (vb. het hebben van een kritische
houding, de verantwoording van de gemaakte onderzoekskeuzes en het gebruik en de
toepassing van literatuur). Dit uit zich dan ook in de degelijke kwaliteit van de
afstudeeropdrachten. Het auditpanel adviseert de opleiding haar voorsprong enerzijds te
koesteren, maar tegelijkertijd de ontwikkeling van het gerealiseerde niveau door te zetten. Het
auditpanel denkt bijvoorbeeld aan het loslaten van de veilige kaders van onderzoek en de
monitoring van de doelmatigheid van de beoordelingssystematiek (zie H6 – Aanbevelingen).
Vanwege het feit dat de Ad in september 2011 is gestart, was ten tijde van het opvragen van
de afstudeeropdrachten (september 2013) maar één Ad-student afgestudeerd. Het gerealiseerd
niveau van de Ad was voor het auditpanel vanwege dit ene afstudeeropdracht die het
voorafgaand aan de audit bekeek, lastig vast te stellen. Deze afstudeeropdracht beoordeelde
het auditpanel net als de opleiding met voldoende. Door de resultaten van de bachelor alsmede
het inzetten van hetzelfde docententeam en dezelfde afstudeerprocedure verwacht het
auditpanel dat de Ad-studenten van beide varianten voldoende voorbereid worden om een
afstudeeropdracht op het juiste niveau te schrijven.
Werkveld
De vertegenwoordigers van het werkveld die het auditpanel sprak, zijn tevreden over het
gerealiseerde niveau van de opleiding op de drie locaties. Uit de HBO-monitor 2012 blijkt dat
de opleiding de alumni een goede basis biedt om te starten op de arbeidsmarkt. 75% van de
alumni vindt dat alleen de studenten die het verdienen, een diploma halen. De mening van de
alumni sluit aan bij de mening van de huidige studenten. De studenten zijn zeer tevreden over
het niveau van de opleiding, zo blijkt uit de NSE 2013 (BA-vt 4,1, BD-vt 3,6 en BR-vt 3,9 / Ad
3,3). Docenten die les gaven in het buitenland, ervaren het niveau van de opleiding als
voldoende gelijkwaardig aan dat van de buitenlandse partners.
Weging en Oordeel
Oordeel AC-B Voltijd: Goed
Oordeel AC-Ad Voltijd: Voldoende
Oordeel AC-Ad Deeltijd: Voldoende
Het auditpanel waardeert de kwaliteitsverbetering in het toetssysteem, die mede is ontstaan
nadat de opleiding inzette op het uniformeren van toetsen van de drie leslocaties in de eerste
twee studiejaren. Het steunt de opleiding dan ook in de verdere aanpassing daarvan in de
laatste twee studiejaren. Het individueel beoordelen van studenten tijdens groepswerk is
evenals de individuele toetsing in groepswerk een mogelijkheid tot verbetering. Deze (kleine)
verbeterpunten vallen naar het oordeel van het auditpanel echter in het niet in vergelijking met
de positieve bevindingen over de examencommissie en de afstudeerfase.
De opleiding beschikt over een stevige examen- en toetscommissie, waar de opleiding zuinig op
moet en trots op mag zijn. Alle afstudeerproducten die het auditpanel voorafgaand aan de audit
bekeek, voldeden minstens aan het hbo-bachelorniveau. Met het realiseren van de
aanbevelingen die het auditpanel ten aanzien van de afstudeerfase nog heeft, blijft AC de
andere opleidingen in het economische domein een stap voor. Het betreft een doorontwikkeling
van de opleiding, wat niets afdoet aan de positieve bevindingen van het auditpanel. Het komt
op basis van het adequate systeem van toetsen, de deelname aan de landelijke overall-toets
die het kennisniveau van de studenten borgt en de huidige kwaliteit van de
afstudeeropdrachten bij de bachelor voltijd tot het oordeel ‘goed’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 45
Het ene afstudeerproduct van Ad-vt, dat het auditpanel voorafgaand aan de audit bekeek, vond
het voldoende. Op basis van de bevindingen bij de bachelor kan het auditpanel vertrouwen
uitspreken dat ook de beide varianten van de Ad de beoogde eindkwalificaties zullen realiseren,
waardoor het voor de Ad tot het oordeel ‘voldoende’ komt.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 46
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
De ontwikkelingen bij de opleiding Media en Entertainment Management van Hogeschool
Inholland in 2012 hebben een behoorlijke impact gehad binnen de hogeschool en binnen de
opleiding AC. Het aantal studenten is zowel hogeschoolbreed als binnen de opleiding sterk
teruggelopen, waardoor de hogeschool en de opleiding genoodzaakt waren het beleid aan te
scherpen en een flinke reorganisatie door te voeren. Het auditpanel kan niet anders
concluderen dan dat de opleiding AC er sterker uit is gekomen. Door de situatie is een evidente
stroomversnelling ontstaan in de kwaliteitsverbetering van de onderwijsleeromgeving (vb. de
ontwikkeling van een geïntegreerde onderzoekslijn, betrokkenheid van het lectoraat,
verbetering van de toetsdeskundigheid van docenten door het bijwonen van trainingen en
intervisiesessies) en het gerealiseerde niveau. De opleiding is haar balans en zelfverzekerdheid
weer aan het terugvinden. Indien de opleiding haar sterke punten behoudt (vb. de profilering
op ‘good governance’, een programma met een beroepsgericht karakter, de aandacht voor
praktijkgericht onderzoek, de deskundige docententeams en de kwaliteit van de
afstudeerproducten) en haar beoogde verbeteringen doorzet (vb. een meer onderscheidend
profiel, de blik meer naar buiten, de verbetering van het studiesucces, de verlaging van de
werkdruk en de verhoging van de tevredenheid van docenten en de terugkoppeling van
verbeteracties met bijbehorende resultaten), ziet het auditpanel mogelijkheden dat de opleiding
zich over de volle breedte doorontwikkelt tot een gedegen opleiding Accountancy. Het
auditpanel komt voor zowel de bachelor (voltijd) als de Ad (voltijd en deeltijd) tot de overall
kwalificatie ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 47
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 48
6.
AANBEVELINGEN
Onderscheidend profiel
Het auditpanel ziet net als de opleiding mogelijkheden om het sinds 2012 ingestelde lectoraat
Governance, Finance en Accountancy meer bij de inhoud van de onderwijsleeromgeving te
betrekken. De plannen die het lectoraat tijdens de audit beschreef, bieden de opleiding AC een
mooie kans om zich – al dan niet via het opzetten van een kenniscentrum – te onderscheiden
van andere opleidingen Accountancy in Nederland. Daarvoor verdient het accent dat de
opleiding wil leggen ten aanzien van ‘good governance’, ethisch en integer handelen in de
eindkwalificaties van de opleiding een nadere inkleuring, specifiek gericht op de opleiding
Accountancy. Tevens kan het auditpanel zich voorstellen dat dit thema meer structureel aan
bod komt in de programma’s en tevens een plaats krijgt in het systeem van toetsen en
beoordelen (vb. in de afstudeeropdrachten).
De blik van de opleiding leek in de ogen van het auditpanel de afgelopen jaren, zoals
begrijpelijk, enigszins naar binnen gericht. Het is nu zaak voor de opleiding om zich sterker op
haar omgeving te richten. Zo kan het zich voorstellen dat de opleiding per leslocatie een
verschillende inkleuring geeft aan een specifiek op de regio gericht profiel (vb. Alkmaar grote
bedrijven, het MKB, kleinere accountants- en administratiekantoren en een groot agrarisch
werkgebied / Diemen c.q. Amsterdam de grote accountantskantoren, internationaal en
multicultureel bedrijfsleven, financiële instellingen, internationale logistiek, luchtvaart
gerelateerde activiteiten, cultuur / Rotterdam het goede contact met de Belastingdienst, de
grote accountantskantoren, de haven, activiteiten gerelateerd aan shipping, overslag,
internationale logistiek en ook olie en gas bij Pernis). Dit gaat verder dan alleen de leslocatiespecifieke projecten in het derde en vierde studiejaar.
Studiesucces
De uitval in de hoofdfase is ondanks de adequate verbetermaatregelen (vb. het aanbrengen
van de studiedrempels, het houden van een intakegesprek en het aanbieden van
deficiëntiecursussen) nog te hoog. Het auditpanel vindt het belangrijk dat de opleiding sterker
inzet op de monitoring van de effectiviteit van de verbetermaatregelen ten aanzien van het
studiesucces en de aantoonbaarheid van de verbeterde studieresultaten.
Verlaging werkdruk / verhoging docenttevredenheid
Door de maatregelen die nodig waren voor de krimp in de studentenaantallen en door de
verbeteringen in de afstudeerfase, is de werkdruk van docenten binnen de opleiding toe- en de
tevredenheid van docenten afgenomen. Het auditpanel verwacht dat de maatregelen die de
opleiding inzet (vb. uniformiteit, efficiency), zullen leiden tot vermindering van de werkdruk en
verhoging van de tevredenheid. Tevens is het belangrijk dat docenten weer zelfvertrouwen
krijgen in het begeleiden en beoordelen van studenten bij het afstuderen. Het auditpanel is
voorstander om deze thema’s het komende jaren opnieuw speerpunt te laten zijn.
Doorontwikkeling afstudeerfase
Doorontwikkeling van de afstudeerfase is belangrijk voor AC om haar voorsprong te behouden.
Het auditpanel ziet een aantal verbetermogelijkheden. In een aantal afstudeerproducten kwam
het de basismethodes en –technieken van onderzoek tegen. AC zou haar (betere) studenten
bijvoorbeeld meer kunnen uitdagen om de veilige kaders waarbinnen het onderzoek wordt
uitgevoerd los te laten en meer out-of-the-box te laten denken en te experimenteren. Hoewel
het auditpanel de zorgvuldige, transparante beoordelingssystematiek waardeert, kan het zich
voorstellen dat de opleiding het komende jaar de efficiëntie ervan herijkt. De
digitaliseringsslag, waar de opleiding aan werkt, zal daarbij helpen. Daarnaast beveelt het de
opleiding aan om het nieuwe accent dat de opleiding wil leggen ten aanzien van ‘good
governance’, ethiek en integer handelen, zoals de opleiding dat ook beoogt, een plaats te
geven in de (beoordelingssystematiek van de) afstudeerproducten. De opleiding kan het
lectoraat tevens betrekken bij de verdere ontwikkeling van de afstudeerfase.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 49
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 50
7.
BEVINDINGEN AUDITPANEL INHOLLAND SURINAME
Het domein Management, Finance en Recht (MFR) heeft in oktober 2012 afspraken gemaakt
over het ontwerpen van een Double degree (DD)-programma voor onder andere AC-studenten
die vanaf 1 oktober 2012 in Suriname zijn ingestroomd bij de FHR School of Business in
Suriname (FHR). Afspraak is dat de opleiding in Suriname de Nederlandse Onderwijs- en
examenregeling (OER) van de voltijdvariant van AC volgt. Het auditpanel heeft vastgesteld dat
het domein MFR vanaf 1 oktober 2012 de FHR structureel en gelijkwaardig heeft betrokken bij
de totstandkoming van de OER, te weten het opleidingsspecifieke deel en het studentenstatuut.
De decentrale Examencommissie verleent een vrijstelling van 180 ec voor de in Suriname
gevolgde onderwijsonderdelen en is verantwoordelijk voor het eindniveau van de
afgestudeerden. Het domein MFR zal daarnaast 60 EC afstandsonderwijs realiseren.
In het studiejaar 2012-2013 ontving het College van Bestuur van Inholland een brief van de
Inspectie waarin stond opgenomen dat de hogeschool het afgelopen jaar intensief en zorgvuldig
heeft gewerkt aan de implementatie van de zorgplicht ten aanzien van de studenten in
Suriname en dat de onderwijsinstelling de voorgenomen verbetermaatregelen grotendeels in de
praktijk heeft gebracht. Hoewel er nog enkele verbeterpunten open stonden, maakte Inholland
aannemelijk dat zij haar verantwoordelijkheid voor het niveau en de kwaliteit van de opleiding
adequaat heeft ingevuld. Daar waar er nog verbeteringen doorgevoerd dienen te worden, met
name het vrijstellingenbeleid, vertrouwt de Inspectie er op dat de onderwijsinstelling dit
voldoende in beeld heeft en de noodzakelijke afspraken zal maken.
Het auditpanel sprak tijdens de audit met het management van de opleiding en de
examencommissie over de kwaliteitsbewaking en de vrijstellingsprocedures van de DDconstructie:

Voor het ontwikkelen van het afstandsonderwijs en de weblectures maakt de opleiding
gebruik van de expertise van de DigiPabo van Inholland; een opleiding die al jaren ervaring
heeft met dit type onderwijs. De grote lijnen van dit programma zijn bij de opleiding
bekend. Het betreft de onderdelen ‘stage’ en ‘afstuderen’ die in het derde en vierde
studiejaar zijn opgenomen. Het programma wordt in de periode januari-juli 2014 specifiek
uitgewerkt. De opleiding beschikt over een plan van aanpak.

Ook heeft het auditpanel gesproken over het beleid rond het toekennen van
vrijstellingen/de vrijstellingsprocedure en de plannen ten aanzien van het borgen van de
kwaliteit/de kwaliteitsbewaking van de DD-constructie. Door de trainingen die de
examencommissie heeft gevolgd en de facilitering die zij voor het uitvoeren van haar taak
krijgt, is de examencommissie naar de mening van het auditpanel voldoende geëquipeerd
om haar taken adequaat uit te voeren. Dit geeft het auditpanel vertrouwen dat de opleiding
haar plannen rond Inholland Suriname, zoals zij dat beoogt, zal waarmaken indien dat
noodzakelijk is (zie volgende alinea).
Het toetsen van de uitvoering van deze plannen kan pas A) vanaf juli 2014, omdat de opleiding
tegen die tijd vorm geeft aan het afstandsonderwijs en B) vanaf september 2015, omdat de
eerste studenten dan gaan afstuderen.
De eerste studenten zouden in de zomer van 2016 onder de DD-constructie kunnen afstuderen.
De FHR wil echter voor die periode in aanmerking komen voor een internationale accreditatie.
De internationale accreditatie van de Surinaamse opleidingen verloopt in drie fasen. Na het
lidmaatschap en de kandidaatstelling voor accreditatie, wordt nu gewerkt aan de ‘Self Study’.
Volgens de planning vindt de site-visit plaats in de zomer van 2014. De accreditatieverlening
kan dan formeel volgen in september of oktober 2014. Op dat moment kan de DD-constructie
worden beëindigd en worden er geen DD-getuigschriften uitgereikt.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 51
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 52
BIJLAGE I
Scoretabel
Scoretabel paneloordelen
Onderwerpen / Standaarden
Oordeel
Accountancy
Hogeschool Inholland
HboAssociate
bachelordegree-programma
opleiding
voltijd
voltijd
deeltijd
Beoogde eindkwalificaties
Standaard 1. De beoogde eindkwalificaties
voldoende
voldoende
voldoende
Programma
Standaard 2.
Standaard 3.
Standaard 4.
Standaard 5.
Standaard 6.
Standaard 7.
goed
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
goed
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
goed
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
goed
voldoende
voldoende
goed
voldoende
voldoende
goed
voldoende
Voorzieningen
Standaard 11. Huisvesting en materiele voorzieningen
Standaard 12. Studiebegeleiding en
informatievoorziening
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
Kwaliteitszorg
Standaard 13. Periodiek evalueren
Standaard 14. Evalueren en verbetermaatregelen
Standaard 15. Betrekken van partijen bij interne
kwaliteitszorg
goed
voldoende
goed
goed
voldoende
goed
goed
voldoende
goed
goed
voldoende
voldoende
Oriëntatie programma
Inhoud programma
Vormgeving programma
Instroom programma
Studeerbaarheid programma
Omvang en duur programma
Personeel
Standaard 8. Doeltreffendheid personeelsbeleid
Standaard 9. Kwalificaties personeel
Standaard 10. Omvang personeel
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Standaard 16.Toetsen en eindkwalificaties
Algemeen eindoordeel
Voldoende
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 53
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 54
BIJLAGE II
Opleidingsspecifieke eindkwalificaties
Hieronder volgt een overzicht van de eindkwalificaties van de bacheloropleiding Accountancy
van Hogeschool Inholland. De eindkwalificaties en het profiel van de opleiding zijn voor alle drie
de leslocaties Alkmaar, Diemen en/of Rotterdam gelijk.
Competenties AC-B Inholland
1. Aanspreekpunt voor cliënten in het kader
van de administratieve dienstverlening: de
bachelor accountancy kan op administratief
gebied als aanspreekpunt voor cliënten
fungeren, om in samenspraak met de cliënt
de administratie te voeren en een
jaarrekening samen te stellen en te
beoordelen, opdat hij/zij:
2. Behartigen van fiscale belangen van de
cliënt: de bachelor accountancy is in staat
om de fiscale belangen van een cliënt te
behartigen, opdat hij/zij:
3. Bijdragen aan de uitvoering van
algemene controle jaarrekening; de
bachelor accountancy kan als lid van een
controleteam (onder aansturing van een
certificerend accountant) bijdragen aan het
uitvoeren van de algemene controle van
een jaarrekening, opdat hij/zij:
4. Adviesbehoeften onderkennen,
signaleren en vervullen; de bachelor
accountancy is in staat om in contacten met
cliënten eenvoudige adviesbehoeften te
onderkennen, te signaleren en te vervullen
dan wel een bijdrage te leveren aan het
vervullen van die behoeften, opdat hij/zij:
5. Adequaat functioneren binnen een
accountantskantoor; de bachelor
accountancy is in staat om binnen de
professionele organisatie van een
accountantskantoor adequaat te
functioneren, opdat hij/zij:
6. Zichzelf voortdurend ontwikkelen als
beroepsbeoefenaar; de bachelor
accountancy is in staat om zichzelf als
beroepsbeoefenaar voortdurend te
ontwikkelen, opdat hij/zij:
1.1 Ontwerpen, inrichten, onderhouden van
(geautomatiseerde) financiële en niet-financiële
informatiesystemen
2.1 Verzorgen fiscale aangiften
3.1 Controleren
4.1 Ontwikkelen van een management controlsysteem
4.2 Financieel economisch plannen
4.3 Bepalen en beheersen van operationele, financieeleconomische en fiscale risico's
5.1 Rapporteren over beroepsmatig handelen
5.2 In een projectgroep participeren
Eén van de werkvormen die de opleiding hanteert is
projectmatig werken. De studenten krijgen trainingen om in
een projectgroep te kunnen participeren omdat dit in de
beroepspraktijk van de accountant een onmisbare
vaardigheid is.
5.3 Inspelen op de externe ontwikkelingen van de
accountant (maatschappelijke ontwikkelingen meenemen in
de beroepsuitoefening)
6.1 Onderzoekend vermogen
De opleiding heeft een onderzoekslijn geïntegreerd in het
curriculum, in verschillende onderwijseenheden en
projecten.
6.2 Professioneel vakmanschap (mondeling en schriftelijk
communiceren en houding)
Het mondeling en schriftelijk kunnen communiceren (met
name bij adviseren) zijn basisvaardigheden die een
accountant dient te beheersen.
6.3 Verantwoord handelen (professioneel kritische instelling)
Tabel 11 – Competenties AC-B Inholland
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 55
Hieronder volgt een overzicht van de eindkwalificaties van het Associate degree-programma
Accountancy van Hogeschool Inholland. De eindkwalificaties en het profiel van de Ad zijn voor
zowel de voltijd- als de deeltijdvariant gelijk.
Competenties AC-Ad Inholland
1. Aanspreekpunt voor cliënten in het
kader van de administratieve
dienstverlening: De Ad-accountant is
in staat om op administratief gebied
als aanspreekpunt voor cliënten te
fungeren, om in samenspraak met de
cliënt de administratie te voeren en
een jaarrekening samen te stellen en
te beoordelen opdat hij/zij:
2. Behartigen van de fiscale belangen
van de cliënt: De Ad-accountant is in
staat om fiscale belangen van een
cliënt te behartigen, opdat hij/zij:
3. Adequaat functioneren binnen een
(accountants) kantoor: De Adaccountant is in staat om
binnen de professionele organisatie
van een (accountants) kantoor
adequaat te functioneren, opdat hij
/zij:
4. Zichzelf voortdurend ontwikkelen
als beroepsbeoefenaar: de Adaccountant is in staat om zichzelf als
beroepsbeoefenaar voortdurend te
ontwikkelen, opdat hij/zij:
1.1 Een administratie kan voeren
1.2 Een administratie kan aanpassen aan de veranderde
omgeving
1.3 Cliënten kan begeleiden bij het voeren van een
administratie
1.4 Een jaarrekening kan samenstellen
1.5 Een administratie kan analyseren (verschillenanalyse)
1.6 Een door cliënt samengestelde jaarrekening kan
beoordelen
1.7 Een ondernemingsplan kan opstellen inclusief
deelbegrotingen
1.8 Adviezen kan geven over de operationele werking van het
administratief systeem
2.1 De fiscale aangifte voor een cliënt kan verzorgen (OB, LB,
IB en vbp)
2.2 Een fiscale winstberekening kan opstellen
2.3 De behoefte aan fiscale adviezen kan herkennen en kan
laten vervullen
3.1 veranderingen in de maatschappij kan signaleren en in
staat is hierop in te spelen
3.2 projectmatig en in een team kan werken
3.3 verworven kennis en inzichten aan collega’s kan
overdragen
3.4 een oordeel kan geven over het werk van zichzelf en dat
van anderen
4.1 in staat is het eigen beroepsmatig handelen en
professionaliteit, houding en motivatie voortdurend verder te
ontwikkelen
4.2 integer, onafhankelijk en ethisch kan handelen
4.3 de invloed van actuele ontwikkelingen op het eigen
functioneren kan onderkennen
4.4 in staat is de eigen loopbaan uit te stippelen
Tabel 12 – Competenties AC-Ad Inholland
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 56
BIJLAGE III Schematisch overzicht opleidingsprogramma
Hieronder volgt een overzicht van het voltijdprogramma van de hbo-bacheloropleiding
Accountancy van Hogeschool Inholland. Dit programma is voor de drie leslocaties Alkmaar,
Diemen en Rotterdam gelijk.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 57
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 58
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 59
Hieronder volgt een overzicht van het voltijdprogramma van de Associate degree Accountancy
van Hogeschool Inholland.
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 1
Bedrijfsadministratie 1
Privaatrecht
Belastingrecht
Studieloopbaan-begeleiding 1
Taalvaardigheid 1
Project oriëntatie op beroep
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 2
Bedrijfsadministratie 2
Studieloopbaanbegeleiding 2
Privaatrecht
Engels: speaking
Taalvaardigheid 2
Ondernemingsrecht
Omzetbelasting
Project Omzetbelasting
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 3
Bedrijfsadministratie 3
Loonheffing
Inkomstenbelasting
Studieloopbaan-begeleiding 3
Project loonheffing en
Inkomstenbelasting
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 4
Bedrijfsadministratie 4
Studieloopbaanbegeleiding 4
Belastingen van rechtsverkeer
Winst uit onderneming
Project winst
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 5
Bedrijfsadministratie 5
Studieloopbaanbegeleiding 5
Winst uit onderneming
Project winst
Periode 1
Internationalisering
Onderzoeksleerlijn
Verzamelen materiaal, uitvoeren van
onderzoek, schriftelijke rapporteren over
onderzoek
Periode 2
Internationalisering
Onderzoeksleerlijn
Basisvaardigheden
Verzamelen materiaal, uitvoeren van
onderzoek, schriftelijk rapporteren over
onderzoek, presentatie
Periode 3
Internationalisering
Onderzoeksleerlijn
Verzamelen materiaal, uitvoeren van
onderzoek, schriftelijk rapporteren over
onderzoek, presentatie
Periode 4
Internationalisering
Onderzoeksleerlijn
Verzamelen materiaal, uitvoeren van
onderzoek, schriftelijk rapporteren over
onderzoek, presentatie
Periode 5
Internationalisering
Onderzoeksleerlijn
Verzamelen materiaal, uitvoeren van
onderzoek, schriftelijk rapporteren over
onderzoek, presentatie
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 60
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 6
Bedrijfsadministratie 6
Studieloopbaanbegeleiding 6
Vennootschapsbelasting
Praktijk VPB
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 7
Bedrijfsadministratie 7
Stage 2
Onderwijseenheid
Bedrijfseconomie 8
Bedrijfsadministratie 8
Stage 2
Periode 6
Internationalisering
Onderzoeksleerlijn
Verzamelen materiaal, uitvoeren van
onderzoek, schriftelijk rapporteren over
onderzoek, presentatie
Periode 7
Internationalisering
Financiële
instrumenten
Onderzoeksleerlijn
Verzamelen materiaal, plan van aanpak
maken, uitvoeren van onderzoek,
schriftelijk rapporteren over onderzoek
Periode 8
Internationalisering
Financiële
instrumenten
IFRS-light
4e en 7e EG-Richtlijn
Onderzoeksleerlijn
Verzamelen materiaal, plan van aanpak
maken, uitvoeren van onderzoek,
schriftelijk rapporteren over onderzoek
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 61
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 62
BIJLAGE IV
Opleiding:
Varianten:
Datum:
Programma, werkwijze en beslisregels
Accountancy – Hogeschool Inholland
Bachelor voltijd en Associate degree voltijd, deeltijd
10 en 11 oktober 2013
Auditpanel
Naam
De heer R.J.M. van der Hoorn MBA (Rob)
Mevrouw E.A. Ploegman RA (Eenje)
De heer drs. J.N. Leppink (Jan)
De heer S.H. van der Pijl (Bas)
Mevrouw I.M. Gies Broesterhuizen (Inge)
Rol
Voorzitter
Deskundige
Deskundige
Studentlid
Secretaris
In de bijlage volgt aanvullende informatie over de gesprekspartners van Inholland en een
routebeschrijving naar elke locatie.
Programma - Dag 1
Varianten:
Locatie:
Datum:
Ruimte:
Tijd
08.15 – 08.30
08.30 – 09.30
09.30 – 10.30
10.30 – 10.45
10.45 – 11.45
Bachelor voltijd en Associate degree voltijd, deeltijd
Alkmaar, bergerweg 200, 1817 MN Alkmaar
10 oktober 2013
A.2.31 (Spreekuur is in A.2.41)
Gesprekspartners
Inloop & ontvangst auditteam
Onderwerpen
- vooroverleg
- Strategisch beleid, visie, missie (MVS)
- Ontwikkelingen in het werkveld / relatie
- Eric Westhoek (directeur domein MFR )
beroepenveld
- Monique Daum (teamleider Rotterdam)
- Marktpositie / positionering & profilering
- Adrie Vrolijk (teamleider Alkmaar /Haarlem)
- Internationale focus
- Chris Buijsman (teamleider Diemen)
- Visie op toegepast onderzoek / lectoraat &
- Danijela Bajlovic (teamleider Rotterdam)
kenniskring
- Kwaliteitszorg
- Personeelsbeleid / Scholing
- Resultaten / Onderwijsrendement
- Kwaliteitsdocumenten
- intern overleg
- bestudering documenten ter inzage
Curriculumcommissie
Inhoudelijk opleidingskader en curriculum
Opleidingscommissie (alleen docenten)
 Curriculumontwikkeling, -evaluatie en –
Kwaliteitszorg
bijstelling in het algemeen
 Kenmerken van het programma
- Anoeskha Chinnoe, beleidsmedewerker kwaliteitszorg en
(karakteristieken)
adviserend lid Tcie en CurCie.
 Samenhang programma (ook aansluiting
- Ben Koppelman, lid curriculumcommissie Finance en docent
instroom – propedeuse)
AO Alkmaar Bvt
 Praktijkcomponenten
- Constant Lauret, voorzitter opleidingscommissie Finance,
 Internationalisering
lid afstudeercommissie Finance en docent NL Alkmaar Bvt
 Toetsbeleid
- Erwin Tuin, lid curriculumcommissie Finance, coordinator
 Toegepast onderzoek
AC jaar 3 en 4, docent EV Alkmaar Bvt
 Programma studieloopbaanbegeleiding /
Studeerbaarheid, studielast
 Evaluatie van resultaten
 Maatregelen tot verbetering
 Betrekken van medewerkers, studenten,
alumni, werkveld
 monitoring & verantwoording
Management
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 63
Tijd
11.45 – 12.45
Gesprekspartners
Lunch
12.45 – 13.45
Rondleiding Alkmaar 28
- Sandra Tijsen. 3AC
- Mark Molenhuis, 3AC
- Manon Donkersloot, 3AC
Open spreekuur
Document inzage
Lesbezoek
Onderwerpen
- intern overleg
- bestudering documenten ter inzage
 Verificatie algemene en opleidingsspecifieke
voorzieningen (denk aan: mediatheek, ICTvoorzieningen, studentvolgsysteem)
 Mogelijkheid tot lessenbezoek
- wat ter tafel komt
- bestudering documenten ter inzage
- at random lessenbezoek
- Hans Kraan (ERP reporting, opdracht), klas 2F2 13.1514.45 uur A328
- Pim Steketee (Inleiding Bedrijfsadministratie), klas 1F2,
12.30-14.45 uur B206
13.45 – 14.00
14.00 – 15.15
Docenten alle vestigingen
-
Marleen Bartelts (Rdam/Bvt, Bdt, Advt en Addt)
Conja Stouten (Rdam/ Bvt, Bdt, Advt en Addt)
Erwin Tuin (Alkmaar/Bvt)
Gert Visbeen (Alkmaar/Bvt)
Adjan Welsink (Diemen/Bvt)
Jelleke van Arnhem (Diemen/Bvt)
15.15 – 15.30
15.30 – 16.45
Studenten Diemen Bvt – Alkmaar Bvt
o.a. leden van de opleidingscommissie
Alkmaar:
- Farzan Naiemi, 2 VT (havo)
- Murat Engin Köksal, 2 VT (havo)
- Kevin Bakker, 3 VT (havo)
- Mark Molenhuis, 3 VT (havo)
- Annejet Boerema, 4 VT (havo)
- Melissa Brinkman, 4 VT (havo)
- Anita Nanhoe, 4 VT (havo)
16.45 – 17.15
28
Diemen:
- Remco Switzar, 2 VT (vwo)
- Chantal Schilder, 2 VT (havo)
- Julia van Pareren, 3 VT (havo)
-
intern overleg
bestudering documenten ter inzage
Relatie met / input van beroepenveld
Ontwikkelingen beroepsdomein
Internationale focus
Programmaontwikkeling
Inhoud programma
Toetsen en beoordelen
Begeleiding
Professionele ruimte / scholing
werkdruk





intern overleg
bestudering documenten ter inzage
Kwaliteit docenten
Informatievoorziening
Aansluiting vooropleiding / toelating
Toetsen en beoordelen
Studiebegeleiding (incl. buitenschoolse
component / stages)
Studeerbaarheid / studielast
Materiële voorzieningen
Afstuderen
interactie met het management
rol bij de interne kwaliteitszorg
mate van betrokkenheid in het
besluitvormingsproces






- intern overleg / terugkijken op dag 1
- bepaling pending issues
De voorzieningen van de locatie Diemen worden tijdens een andere audit beoordeeld.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 64
Programma - Dag 2
Varianten:
Locatie:
Datum:
Ruimte:
Tijd
08.15 – 08.30
08.30 – 09.15
09.15 – 10.15
Bachelor voltijd en Associate degree voltijd, deeltijd
Rotterdam, Posthumalaan 90 3072 AG
11 oktober 2013
12.904 (Spreekuur is in 12.914)
Gesprekspartners
Inloop & ontvangst auditteam
Leden examencommissie
- Cor Burger, voorzitter examencommissie Finance
(Alkmaar/Bvt)
- Rene Heerdink, vice-voorzitter examencommissie Finance,
lid Afstudeercommissie (Rdam/Bvt en Bdt)
- Cees Wagenaar, secretaris examencommissie Finance
(Alkmaar, Bvt)
- Hans van Strien, voorzitter toetscommissie Finance
(Rdam/Bvt, Bdt, Advt en Addt)
10.15 – 10.30
10.30 – 11.45
vooroverleg
- Taken en rollen van de examencommissie
- Bevoegdheden, ook met het oog op de Wet
Versterking Besturing
- Relatie tot het management
- Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen
- (Relatie tot de) toetscommissie
- Kwaliteitsborging afstudeerders
- Seline Peeters, jaar 4 VT
- Wendella Laken, jaar 2 ADAC VT
intern overleg
Kwaliteit docenten
Informatievoorziening
Aansluiting vooropleiding / toelating
Toetsen en beoordelen
Studiebegeleiding (incl. buitenschoolse
component / stages)
- Studeerbaarheid / studielast
- Materiële voorzieningen
- Afstuderen
- interactie met het management
- rol bij de interne kwaliteitszorg
- mate van betrokkenheid in het
besluitvormingsproces
- Verificatie algemene en opleidingsspecifieke
voorzieningen (denk aan: mediatheek, ICTvoorzieningen, studentvolgsysteem)
- Mogelijkheid tot lessenbezoek
Open spreekuur
- wat ter tafel komt
Document inzage
- bestudering documenten ter inzage
Lesbezoek
- at random lessenbezoek
Studenten Rotterdam Bvt, Advt en Addt
o.a. leden van de opleidingscommissie
- Seline Peeters, jaar 4 VT (havo)
- Dennis van den Bos, jaar 2 VT (havo)
- Wessel van Rooijen, jaar 2 VT (havo)
- Eline Brand, jaar 4 VT (havo)
- Marloes de Groot, jaar 4 VT (vmbo + havo)
- Cindy Zuiderwijk, jaar 3 DT (mbo)
- Deborah Dekkers, jaar 3 VT, lid Opleidingscommissie
(mbo)
- Wendella Laken, jaar 2 ADAC VT (mbo)
11.45 – 13.00
Onderwerpen
Rondleiding Rotterdam
-
Capita Selecta, Inleiding Kerndisciplines jaar 3 VT en
Verdieping Kerndisciplines jaar 4 VT, gastcollege door lector
Stefan Peij – Corporate Governance
13.00 – 13.30
Lunch
13.30 – 14.00
Lectoraat
- Lector Stefan Peij, Lectoraat Governance, Finance &
Accountancy
- Eric Westhoek
-
intern overleg
bestudering documenten ter inzage
onderzoek doen
lectoraat en kenniskring
interactie onderwijs en onderzoek
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 65
Tijd
14.00 – 15.00
Gesprekspartners
Alumni / Vertegenwoordigers van het werkveld
- Jos Stengs, lid beroepenveldcommissie Finance
- Jan Wokke, lid beroepenveldcommissie Finance
- Desiree Bakker, alumnus
- Alex Spruit, alumnus
- Jan Breusers, lid beroepenveldcommissie Finance
- Pieter de Kok, alumnus en lid beroepenveldcommssie
Finance
15.00 – 15.15
15.15 – 15.30
Onderwerpen
- kwaliteit van het programma en de
afgestudeerden
- betrokken bij de interne kwaliteitszorg
-
Wie het betreft
15.30 – 16.15
intern overleg
bepaling pending issues
(indien van toepassing) pending issues
inzien materiaal
- Interne terugkoppeling
- bepaling beoordeling
Terugkoppeling
16.15
Gesprekspartners
Naam
Managers
Eric Westhoek
Functie en rollen
Monique Daum
Teamleider Rotterdam / Den Haag
Adrie Vrolijk
Teamleider Alkmaar / Haarlem
Chris Buijsman
Teamleider Diemen
Danijela Bajlovic
Teamleider Rotterdam / Den Haag
Deelnemer AC-scholenoverleg
Kwaliteitszorg/CCC/OC
Anoeskha Chinnoe
Ben Koppelman
Constant Lauret
Erwin Tuin
Docenten
Marleen Bartelts
Gert Visbeen
Adjan Welsink
Directeur Domein Management Finance en Recht
Beleidsmedewerkerkwaliteitszorg
Adviserend lid curriculumcommissie Finance
Adviserend lid toetscommissie Finance
Lid curriculumcommissie Finance
Docent administratieve organisatie locatie Alkmaar/Haarlem
Geeft les in de voltijd Bachelor
Voorzitter opleidingscommissie Finance
Lid afstudeercommissie Finance
Docent Nederlandse taal locatie Alkmaar
Geeft les in de voltijd Bachelor
Lid curriculumcommissie Finance
Coördinator Accountancy jaar 3 en 4,
Docent Externe Verslaggeving IKA1 locatie Alkmaar
Penningmeester AC-scholenoverleg
Geeft les in de voltijd Bachelor
Voorzitter afstudeercommissie Rotterdam
Lid centrale afstudeercommissie
Docent Externe Verslaggeving / Bedrijfsadministratie / Controlling / Change
management / Cultural management locatie Rotterdam
Geeft les in de voltijd en deeltijd in de Bachelor en AD
Coordinator periode 5 internationalisering
Docent M&O / Sustainability locatie Alkmaar
Geeft les in de voltijd Bachelor
Coördinator stage en afstuderen Diemen
Docent communicatieve vaardigheden en onderzoeksvaardigheden locatie
Diemen
Geeft les in de voltijd Bachelor
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 66
Docenten
Jelleke van Arnhem
Coördinator instroom en mbo-hbo
Docent Bedrijfsadministratie/Bedrijfseconomie locatie Diemen
Geeft les in de voltijd Bachelor
Conja Stouten
Coördinator jaar 3 en 4 Accountancy
Docent Controlebeginselen / Bedrijfsadministratie / Bedrijfseconomie /
Externe Verslaggeving / Administratieve Organisatie / Coaching locatie
Rotterdam
Geeft les in de voltijd en deeltijd Bachelor en AD
Examencommissie/Toetscommissie
Cor Burger
Voorzitter examencommissie Finance
Docent fiscaal recht locatie Alkmaar
Geeft les in de voltijd Bachelor
René Heerdink
Vice-voorzitter examencommissie Finance
Lid afstudeercommissie
Coördinator langstudeerders
Docent Administratie Organisatie / Bedrijfseconomie / Bedrijfsadminstratie
locatie Rotterdam
Geeft les in de voltijd en deeltijd Bachelor
Cees Wagenaar
Secretaris examencommissie Finance
Lid toetscommissie Finance
Docent Ethiek en Recht / Privaatrecht locatie Alkmaar
Geeft les in de voltijd Bachelor
Hans van Strien
Voorzitter toetscommissie Finance
Coördinator deeltijd
Docent Externe Verslaggeving / Bedrijfseconomie / Financiering locatie
Rotterdam
Geeft les in de voltijd en deeltijd in de Bachelor en AD
Beroepenveld/alumni
Jos Stengs
Lid Beroepenveldcommissie Cluster Finance Diemen
Registeraccountant
Vennoot Dubois & Co.
Docent externe verslaggeving / OAT
Jan Wokke
Lid Beroepenveldcommissie Cluster Finance Alkmaar/Haarlem
Registeraccountant
Directielid VANNU BV
Docent Capital Selecta
Desiree Bakker
Alumnus Accountancy Alkmaar
Assistant Accountant BDO
In opleiding AA
Alex Spruit
Alumnus Accountancy Alkmaar
Registeraccountant
Manager Deloitte
Jan Breusers
Lid Beroepenveld commissie cluster Finance Rotterdam/Den Haag
Klantcoördinator / Accountant, Belastingdienst afdeling Belastingen / Grote
Ondernemingen
Lid van de Beroepenveldcommissie Accountancy bij de Hogeschool
Rotterdam
Docent Financieel Management, verbonden aan de Transfergroep Rotterdam
Adviseur Medezeggenschap (freelance), verbonden aan De Beuk
Organisatieadvies
Praktijkbegeleider bij de praktijkopleiding tot registeraccountant
geaccrediteerd door het Stagebureau Accountancy Rijksoverheid
Pieter de Kok
Lid beroepenveldcommissie cluster Finance Rotterdam/Den Haag
Registeraccountant
Partner Coney
Werkwijze
Bij de beoordeling van de betreffende (voltijd en deeltijd) opleiding(en) is uitgegaan van het
door de NVAO vastgestelde “Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs” van
22 november 2011. Daarin staan de standaarden vermeld waarop een Evaluatiebureau zich bij
de uitgebreide opleidingsbeoordeling van een opleiding moet richten en de criteria aan de hand
waarvan een Evaluatiebureau moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende
kan worden beoordeeld.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 67
Op basis van de door opleiding geleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld
kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de (voltijd- en deeltijd)
variant(en).
De visitatie was gericht op een verificatie van de bevindingen uit de documentenanalyse en het
verkrijgen van aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Dit geschiedde door
gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding, studenten en het werkveld, die waren te
kenschetsen als ‘gesprekken tussen vakgenoten’.
De verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp
met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft - ook door eigen
waarneming.
Verantwoording keuze gesprekspartners
Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditteam met in achtneming van de daartoe
strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit
voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld.
Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditteam heeft geconstateerd,
dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht
heeft gebracht van studenten en medewerkers.
Tijdens het locatiebezoek heeft het auditteam de volgende les bezocht: ‘Verdieping
Kerndisciplines jaar 4 VT’, gastcollege lector Corporate Governance.
Het oordeel van het auditteam vastgelegd in een conceptrapport werd aan de opleiding
voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp ‘onvoldoende’, ‘voldoende’,
‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd
in het ‘Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011’.
Wanneer er sprake is van verschillende varianten van een opleiding (bijvoorbeeld: voltijd,
deeltijd en duaal), dan moet uit de beoordeling blijken dat voor elke variant de basiskwaliteit is
gewaarborgd op grond van de standaarden uit het betreffende beoordelingskader om te komen
tot een positief eindoordeel over de opleiding.
Indien een opleiding onder één CROHO-registratie wordt aangeboden op meerdere locaties, kan
de opleiding alleen voor accreditatie in aanmerking komen als uit de beoordeling blijkt dat elke
locatie voldoet aan de in het betreffende kader genoemde standaarden voor basiskwaliteit.
Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 16
als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij standaard 1 kan niet leiden tot
het toekennen van een herstelperiode door de NVAO.

Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien ten minste de standaarden
1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘goed’ worden beoordeeld.

Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien ten minste de
standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘excellent’ worden beoordeeld.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 68
BIJLAGE V
Lijst geraadpleegde documenten
Lijst geraadpleegde documenten, conform richtlijn van de NVAO



















Kritische reflectie opleiding
Organigram instelling / Organigram opleiding.
Domeinspecifiek referentiekader en de eindkwalificaties / Schematisch
programmaoverzicht.
Inhoudsbeschrijving (op hoofdlijnen) van de programmaonderdelen, met vermelding van
o eindkwalificaties, leerdoelen, werkvormen, wijze van toetsen, literatuur (verplicht /
aanbevolen), betrokken docent(en) en studiepunten.
Onderwijs- en examenregeling – OER.
Overzicht van het ingezette personeel
o naam, functie, omvang aanstelling, graad en deskundigheid
o differentiatie in graad uitgedrukt in % van het totaal.
Overzichtslijst van alle afstudeerwerkstukken van de laatste twee jaar (of van portfolio’s /
werkstukken waaruit het door de student bereikte eindniveau kan worden afgeleid).
Overzicht van de contacten met het werkveld.
Samenvatting en analyse recente evaluatieresultaten en relevante managementinformatie.
Verslagen overleg in relevante commissies / organen.
Documentatie over student- en docenttevredenheid.
Toetsopgaven + beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen) en een
representatieve selectie van gemaakte toetsen (presentaties, stageverslagen, assessments,
portfolio’s e.d.) en beoordelingen.
Handboeken en overig studiemateriaal.
Onderwijsbeleidsplan;
Beleidsplan op het gebied van onderzoek in relatie tot de aangeboden opleidingen;
Personeels(beleid)plan;
Voorzieningenplan;
Kwaliteitszorgplan;
Beleidsplan ten aanzien van de toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten
met een functiebeperking;
Overzicht van 22 afstudeerwerkstukken op studentnummer:
Variant
B Accountancy VT
Locatie
Alkmaar
Diemen
Rotterdam
B Accountancy DT
Ad Accountancy VT
Rotterdam
Diemen
Rotterdam
Studentnummer
455700
455698
475036
480830
479784
473374
481384
455852
424879
451873
485034
405141
460457
465375
466108
452592
451997
415515
472470
483617
503527
505749
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 69
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 70
BIJLAGE VI Overzicht auditteam
Samenstelling, korte functiebeschrijvingen (cv’s) en onafhankelijkheidverklaringen van
voorzitter, leden en secretaris.
Samenstelling en expertise van het auditteam laten zich als volgt weergeven 29:
Panelleden
Expertise
Expertise
Expertise
Expertise
Expertise
Expertise
Deskundi
- audit
- onderwijs
- werkveld
- vakinhoud
- interna-
-student-
ge 30
tionaal
zaken
- CEA
- kwaliteitszorg
R.J.M. van der Hoorn MBA
voorzitter
X
X
E.A. Ploegman RA
deskundige
x
X
x
X
x
X
drs. J.N. Leppink
deskundige
X
X
x
x
X
X
S.H. van der Pijl
studentlid
I.M. Gies Broesterhuizen
secretaris
X
X
Op 26 augustus 2013 heeft de NVAO goedkeuring gegeven voor de samenstelling van het
auditpanel t.b.v. de audit van de hbo-bacheloropleiding Accountancy van de Hogeschool van
Amsterdam, dossiernummer 001925.
Korte functiebeschrijvingen panelleden
1
2
3
4
De heer R.J.M. van der Hoorn MBA is een van de directeuren van de Hobéon Groep en heeft binnen
het hoger onderwijs ruime ervaring met audits. Daarnaast houdt hij zich onder andere bezig met
financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijsinstellingen.
Mevrouw E.A. Ploegman is Register Accountant. Van 1972 tot en met 1994 was zij werkzaam bij EY.
Sinds 1994 is zij opleidingscoördinator en docente HBO-accountancy voor de vakken administratieve
organisatie, leer van de accountantscontrole (bachelor en post bachelor) en externe verslaggeving.
Zij is o.a. verantwoordelijk voor het onderwijscurriculum van de opleiding accountancy en actief als
stage- en afstudeerbegeleider. Daarnaast is zij assessor opleiding didactische vaardigheden HBO
docenten, lid van de landelijke redactiecommissie voor het examen ‘Leer van de
Accountantscontrole’ en voorzitter van de redactiecommissie OAT (landelijk examen bachelor
accountancy).
De heer Drs. J.N. Leppink is als docent en opleidingscoördinator verbonden geweest aan de Haagse
Hogeschool, waar hij leiding gaf aan de opleidingen Accountancy en Bedrijfseconomie. Daarnaast is
hij als docent en ontwikkelaar betrokken geweest bij NIVRA/Nijenrode en was hij als docent en
examinator verbonden aan de Open Universiteit. Momenteel is hij senior lecturer binnen de MBAopleiding en de masteropleiding in Accounting en Control van de Haagse Hogeschool.
De heer S.H. van der Pijl is vierdejaars student Accountancy bij de Hogeschool van Amsterdam.
Secretaris/Coördinator
Mevr. I.M. Gies Broesterhuizen
29
30
Gecertificeerd d.d. 2010
De grootte van het kruisje geeft enigszins de mate van deskundigheid aan (groot is meer, klein is
minder).
In aanvulling op het standaard deskundigheidprofiel van de NVAO stelt de CEA aanvullend een
specifieke profielbeschrijving op voor de domeindeskundigen bij de visitatie van de
accountancyopleidingen. Minstens twee accountancydeskundigen moeten zitting hebben in het
auditpanel. Hiervoor werd door CEA een lijst met deskundigen beschikbaar gesteld, die voldeden aan
het vereiste deskundigheidsprofiel.
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 71
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 72
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 73
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 74
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 75
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 76
©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport UOB hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Inholland, versie 2.1 77