Nuttige informatie

De Cocon vzw in vogelvlucht
9 mei 2014
Maatschappelijke zetel – hoofdzetel De Cocon vzw: Ham 133, 9000 Gent
Tel. 09 222 30 73
Fax 09 330 56 01
E-mail: [email protected]
Website: www.decocon.be
Ondernemingsnummer: 0445 261 573
Vestigingsplaats CaH: Nijverheidskaai 12, 9040 Gent (Sint-Amandsberg)
Tel. 0492 97 08 00
Fax 09335 60 40
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 1 van 18
1 Inhoud
De Cocon vzw in vogelvlucht................................................................................................................... 1
1 Inhoud ............................................................................................................................................. 2
2 Missie De Cocon vzw en visie op hulpverlening.............................................................................. 2
2.1
concrete opdracht ................................................................................................................... 3
2.2
Visie op mens en maatschappij ............................................................................................... 3
2.3
De doelgroep ........................................................................................................................... 4
2.4
Visie op hulpverlening ............................................................................................................. 4
2.4.1
Doelstellingen van onze hulpverlening ........................................................................... 5
2.5
Uitgangspunten en kenmerken van onze hulpverlening ........................................................ 5
2.5.1
Contextgericht werken .................................................................................................... 5
2.5.2
Cliëntgericht werken ....................................................................................................... 6
2.5.3
Emancipatorisch werken ................................................................................................. 6
2.5.4
Participatief werken ........................................................................................................ 6
2.5.5
Aanklampend werken...................................................................................................... 7
2.5.6
evidence based werken en methodisch handelen.......................................................... 7
2.6
Relatie met de verwijzer.......................................................................................................... 8
3 Situering De Cocon vzw - erkenning + regioafbakening.................................................................. 9
4 Voorstelling hulpverleningsmodules............................................................................................... 9
4.1
Crisisinterventie....................................................................................................................... 9
4.2
Crisisbegeleiding (tijdens opvang in een crisisbed) die gericht is op terugkeer naar de
context (contextbegeleiding) ............................................................................................................ 10
4.3
Crisishulp aan Huis ................................................................................................................ 10
4.4
Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding ............................................................................ 11
4.5
Thuisbegeleiding.................................................................................................................... 12
4.6
Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen........................................................... 13
5 Operationalisering via uitgebreide methodiekbeschrijvingen (pedagogisch profielen van de
modules)................................................................................................................................................ 13
6 Dagelijkse werking......................................................................................................................... 14
6.1
Zicht op effectiviteit en verbeteren van de kwaliteit ............................................................ 14
6.2
De lerende organisatie .......................................................................................................... 15
6.3
Ondersteunen van hulpverleners.......................................................................................... 15
6.4
organogram ........................................................................................................................... 16
7 Regionale inbedding + bereikbaarheid.......................................................................................... 17
8 Accommodatie .............................................................................................................................. 17
9 Personeel....................................................................................................................................... 17
9.1
samenstelling......................................................................................................................... 17
9.2
personeelsbeleid ................................................................................................................... 17
10
Samenwerking en overlegstructuren: ....................................................................................... 18
11
Tot slot - enkele andere belangrijke principes m.b.t. de werking van De Cocon vzw............... 18
2 Missie De Cocon vzw en visie op hulpverlening
De Cocon vzw is erkend als organisatie voor bijzondere jeugdzorg. De Cocon vzw biedt mobiele
hulpverlening/begeleiding binnen of vanuit de Bijzondere Jeugdbijstand.
Haar missie definieerde De Cocon vzw aldus:
De Cocon vzw wil de ontplooiingskansen en de zelfredzaamheid van kinderen, jongeren en
gezinnen in een problematische leef- en/of opvoedingssituatie maximaliseren met mobiele
hulpverlening in het milieu van de cliënt en via structuurveranderend werk.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 2 van 18
De organisatie streeft in haar werking naar complementariteit en partnerschap met andere
relevante organisaties en diensten.
De Cocon vzw gaat uit van een vrijzinnige, humanistische levenshouding en stelt zich actief
pluralistisch op.
2.1 concrete opdracht
De hoofdopdracht van De Cocon vzw bestaat in eerste instantie uit het bieden van kwalitatieve
hulpverlening aan kinderen, jongeren en gezinnen (binnen de Bijzondere Jeugdbijstand). Onze
organisatie situeert zich op de tweede lijn. We werken met kinderen, jongeren en gezinnen die
worden doorverwezen door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en de jeugdrechtbank, en die zich
in een problematische leef- en/of opvoedingssituatie bevinden. Voor Crisishulp aan Huis kan ook de
Dispatching van het Netwerk Crisis van Integrale Jeugdhulpverlening doorverwijzen.
Door onze hulpverlening aan kinderen, jongeren en gezinnen in een problematische leef- en/of
opvoedingssituatie worden we geconfronteerd met structurele hinderpalen die de cliënten op
diverse maatschappelijke domeinen ervaren en waaraan we als hulpverleners niet kunnen
voorbijgaan. Daarom werken we ook maatschappelijk structuurveranderend.
De Cocon vzw vertrekt met betrekking tot structuurveranderend werken vanuit de achterliggende
visie dat elke overheid, instelling, organisatie en burger verantwoordelijkheid moet opnemen om
samen de samenleving beter en rechtvaardiger te maken. En dat elk mens aanspraak moet kunnen
maken op de maatschappelijke goederen waarop iedereen in principe recht heeft.
De Cocon vzw wil haar inzichten en observaties, verworven door de betrokkenheid bij onze cliënten,
doorgeven aan de overheid, instellingen of organisaties. De Cocon vzw hoopt en verwacht dat men
er rekening mee houdt en dat men zijn denken verruimt of verandert (via het verwerven van nieuwe
inzichten). We verwachten dat structurele veranderingen zullen worden doorgevoerd (harde,
aantoonbare, materiële veranderingen).
Als derde opdracht willen we blijvend meehelpen aan innoverende, nieuwe methodieken en
werkvormen in functie van een goede, op maat gesneden, hulpverlening aan kinderen, jongeren en
gezinnen in een problematische leef- en/of opvoedingssituatie – of ze zelf (helpen) opstarten.
2.2 Visie op mens en maatschappij
De Cocon vzw stelt zich vanuit een humanistisch vrijzinnige levenshouding actief pluralistisch op.
Voor De Cocon vzw betekent ‘humanistisch’ dat de mens centraal staat als schepper en drager van
morele waarden.
‘Vrijzinnig’ betekent voor De Cocon vzw dat we het principe van vrij onderzoek huldigen en geen
dogma’s aanvaarden,
De Cocon vzw staat voor:
 respect voor de menselijke waardigheid;
 de realisatie van de grondrechten (met als voornaamste leidraad de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens en de Kinderrechten);
 de gelijkwaardigheid van ieder mens;
 de wederzijdse erkenning en respect voor anderen.
De Cocon verstaat onder een‘actief pluralistische houding’ het openstaan voor diverse
levensbeschouwingen en het streven naar dialoog.
De Cocon vzw wil bijdragen aan het garanderen van de grondrechten.
De Cocon vzw wil de ontplooiingskansen en zelfredzaamheid van kinderen, jongeren en gezinnen in
een problematische leef- en/of opvoedingssituatie maximaliseren via het bieden van ambulante
hulpverlening in het milieu van de cliënt via structuurveranderend werk.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 3 van 18
Op deze manier willen we mee bouwen aan een open, aangename, democratische, rechtvaardige en
duurzame samenleving waarin elk individu en elke groep op gelijkwaardige basis kan participeren.
2.3 De doelgroep
Onze doelgroep bestaat uit jongeren en gezinnen met kinderen die zich in een problematische leefen/of opvoedingssituatie bevinden en naar ons werden doorverwezen door het Comité voor
Bijzondere Jeugdzorg en de jeugdrechtbank. Voor Crisishulp aan Huis kan ook de Dispatching van het
Netwerk Crisis van Integrale Jeugdhulpverlening doorverwijzen.
Binnen de Bijzondere Jeugdbijstand maakt men een onderscheid tussen POS en een MOF.
 Een problematische opvoedingssituatie (POS) is een toestand waarin: “De fysieke integriteit, de
affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen van minderjarigen in het gedrang
komen. Dit kan gebeuren door bijzondere gebeurtenissen, door relationele conflicten of door de
omstandigheden waarin zij leven.”
 Als misdrijf omschreven feit (MOF). Bij wet werd bepaald dat men vanaf de leeftijd van 18 jaar
strafbekwaam is en bijgevolg veroordeeld kan worden door de gewone strafrechtbanken.
Beneden die leeftijd kan men geen misdrijf plegen; daarom spreekt men van een “als misdrijf
omschreven feit”. MOF’s vallen onder de bevoegdheid van de jeugdrechtbank; zij reageert met
maatregelen, niet met straffen.
Belangrijk voor de doelgroep is of de hulpverlening vrijwillig of gedwongen is. Uiteraard heeft dit
onderscheid gevolgen voor de geboden hulpverlening.
 De vrijwillige hulpverlening gebeurt op vraag van en met het akkoord van de betrokken partijen.
De vrijwillige hulpverlening behoort volledig tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap
en geschiedt op verwijzing van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. De hulpverlening via het
Comité voor Bijzondere Jeugdzorg is vrijwillig maar niet vrijblijvend. Er wordt een engagement
van de cliënt gevraagd, waarop de cliënt kan worden aangesproken.
 Met gedwongen hulpverlening bedoelen we de gerechtelijke jeugdbijstand, waarbij maatregelen
worden opgelegd door de jeugdrechtbank.
Onze doelgroep is geen duidelijk afgelijnde, eenduidige groep. Elk kind/jongere/gezin heeft zijn
eigenheid, is uniek en heeft het recht anders te zijn.
2.4 Visie op hulpverlening
De hulpverlening van De Cocon vzw vertrekt vanuit volgende waarden:
 respect voor de menselijke waardigheid;
 respect voor de grondrechten van elke mens (met als voornaamste leidraad de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens en de Kinderrechten);
 de gelijkwaardigheid van iedere mens, ongeacht zijn sekse, religie, huidskleur, politieke of
seksuele voorkeur, etnisch-culturele afkomst en sociaaleconomische situatie;
 de wederzijdse erkenning van en het wederzijdse respect voor de ander;
 respect voor ieders persoonlijke levensbeschouwing, in de mate dat men de rechten en
ontwikkelingskansen van zijn medemens niet in gedrang brengt of in strijd is met de wet;
 een geloof in de verantwoordelijkheid van de mens;
 een geloof in de kracht en het vermogen tot leren van het individu en het cliëntsysteem;
 de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van de mens.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 4 van 18
2.4.1 Doelstellingen van onze hulpverlening
De volgende doelstellingen staan centraal in de hulpverlening van De Cocon vzw.
2.4.1.1 Garanderen en vrijwaren van basisrechten voor het kind en de jongere


Vrijwaren van veiligheid en ontplooiingskansen voor het kind en de jongere: bijgevolg is het onze
plicht om situaties die de fysieke en psychische integriteit van het kind of de jongere bedreigen
te melden aan de betrokken instantie.
Garanderen van de basisrechten van het gezin, de ouders, de voogd,…
2.4.1.2 Gerichtheid op ‘positieve’ verandering



Onze hulpverlening is altijd gericht op het veranderen van de patronen die de problemen
bestendigen.
Onze hulpverlening is gericht op het bevorderen en verstevigen van de individuele en
maatschappelijke ontplooiingskansen van het kind of de jongere.
Onze hulpverlening vertrekt vanuit de positieve krachten en potenties (competenties) die in het
cliëntsysteem aanwezig zijn. We kijken eerst naar de mogelijkheden en houden bewust rekening
met de grenzen.
2.5 Uitgangspunten en kenmerken van onze hulpverlening
Onze uitgangspunten en de kenmerken van onze hulpverlening zijn niet absoluut, maar moeten
voortdurend tegenover elkaar worden afgewogen.
2.5.1 Contextgericht werken
Dit betekent dat we rekening houden met de gehele context van de aangemelde persoon (en
desgevallend met het gehele cliëntsysteem).
Opvoedings-, gezins- en leefproblemen worden benaderd vanuit hun context. Dit wil zeggen dat we
op zoek gaan naar de betekenis van deze problemen binnen hun totale context. Vanuit deze visie is
het handelen van de begeleider niet enkel gericht op het wegwerken van probleemgedrag, maar ook
en vooral op het begeleiden en bijsturen van het totale functioneren van de context.
Informatie laten circuleren tussen alle betrokken partijen is uiterst belangrijk: Bij het
begeleidingsproces zijn, naast de cliënt, ook andere partners betrokken. Ook na de afronding van de
begeleiding kunnen/zullen die partners nog een rol spelen. De begeleiders betrekken hen bij de
hulpverlening en wisselen belangrijke informatie uit. Dit gebeurt steeds in overleg met de cliënt en
het cliëntsysteem. De cliënt en het cliëntsysteem worden op de hoogte gehouden van elk overleg en
elke actie met andere hulpverleners. De informatie van de cliënt en het cliëntsysteem wordt met veel
zorg en respect behandeld.
Een onderdeel van de context is het intergenerationeel perspectief. Het vormt een zeer belangrijke
sleutel tot het begrijpen van de problematiek en het realistisch inschatten van de mogelijkheid tot
groei en verandering. De psychische en morele erfenis mag niet begrepen worden als volledig
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 5 van 18
determinerend voor de mogelijkheden en kansen; er moet wel rekening mee gehouden worden bij
het opzetten van een begeleidingsplan.
2.5.2 Cliëntgericht werken
‘Cliëntgericht werken’ betekent dat het cliëntsysteem beschouwd wordt als coproducent van de
hulpverlening. Dit impliceert dat cliënten door De Cocon vzw worden betrokken bij het gehele
hulpverleningsproces, dat ze als volwaardige partners worden erkend en dat de nog aanwezige
draagkracht en inzet worden benoemd.
De meningen van de cliënten zijn belangrijk. De hulpverlening zal worden afgestemd op de wensen
en behoeften van het cliëntsysteem, rekening houdend met de doelstellingen zoals bepaald door de
verwijzer en de inzichten en doelstellingen van de hulpverlener. Het is wenselijk dat de hulpverlening
bijdraagt aan het oplossen van problemen zoals geformuleerd door de minderjarige en zijn/haar
gezin, en dit met respect voor de integriteit van alle betrokkenen en de rechten van derden.
‘Cliëntgericht werken’ betekent ook dat we zoveel mogelijk op maat van de cliënt werken. Dit doet
De Cocon vzw door aan te sluiten bij de krachten en potenties die in het cliëntsysteem aanwezig zijn.
Dit houdt in dat we in onze hulpverlening het tempo aanpassen aan het cliëntsysteem en ons flexibel
opstellen, zowel naar het aanbod als naar de wijze waarop de hulpverlening verloopt.
2.5.3 Emancipatorisch werken
‘Emancipatorisch werken’ betekent dat onze hulpverlening gericht is op het verhogen van
zelfredzaamheid en op het versterken van de individuele en maatschappelijke weerbaarheid, zodat
de afhankelijkheid van hulpverlening tot een minimum herleid wordt. 1
Dit betekent ook dat wij hun recht op zelfbeschikking respecteren en hen aanspreken op hun
verantwoordelijkheid, hen stimuleren hun vaardigheden in te zetten waar dat nodig is.
‘Emancipatorisch werken’ betekent dat we samen met het cliëntsysteem randvoorwaarden creëren
die maken dat ze meer vat krijgen op hun situatie en leven.
Zelfredzaamheid heeft echter zijn grenzen. Indien nodig kunnen ondersteunende factoren
geïnstalleerd worden wanneer blijkt dat de jongere of het gezin niet over voldoende vaardigheden
beschikt om zich te handhaven in de samenleving.
‘Emancipatorisch werken’ sluit niet uit dat tijdens de begeleiding een vorm van sturing en
aanklampendheid noodzakelijk is om een goed evenwicht te vinden tussen het maatschappelijk
wenselijke en het verlangen van de jongere of het gezin.
2.5.4 Participatief werken
‘Participatief werken’ sluit nauw aan bij emancipatorisch werken. Enerzijds is participatie deelnemen,
in de zin van gebruikmaken, genieten. Anderzijds betekent participatie deelhebben – in de betekenis
van coproducent zijn – aan de hulpverlening en de samenleving’
Participatie is: mensen meer vat geven op hun eigen leven door hen in staat te stellen om mee te
denken, mee te praten (inspraak) en vooral om mee te beslissen over de zaken die voor hen van
belang zijn. Zie ook het Kinderrechtenverdrag: “…garanderen dat het kind (de jongere) in staat is
zijn/haar eigen mening te vormen, het recht heeft die mening vrij te uiten ten aanzien van alle zaken
1
De afwezigheid van emancipatie is eenvoudiger te duiden: machteloosheid, verlies van controle over het
eigen leven,…
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 6 van 18
die het kind (de jongere) aangaan, waarbij aan zijn/haar mening die waarde wordt gehecht die
overeenstemt met de leeftijd en rijpheid.”
‘Participatief werken’ vereist een open, eerlijke en doorzichtige communicatie en manier van
werken, enerzijds met respect voor de rechten van de betrokkenen, anderzijds met veel discretie in
het omgaan met vertrouwelijke informatie. Soms moeten ‘moeilijke boodschappen’ een plaats
krijgen in het hulpverleningsproces. Het is onze taak de cliënten te wijzen op de mogelijke gevolgen
van hun keuzes en hen te wijzen op maatschappelijke perspectieven en plichten.
2.5.5 Aanklampend werken
‘Aanklampend werken’ houdt in dat we kansen blijven aanreiken, maar ook dat we het
hulpverleningsproces niet loslaten maar mee sturen. Aanklampend werken heeft grenzen. Zonder
een minimaal engagement van de cliënt biedt aanklampend werken binnen het hulpverleningsproces
geen meerwaarde.
2.5.6 evidence based werken en methodisch handelen
Tot slot kenmerkt de hulpverlening van De Cocon vzw zich door een duidelijke keuze tot voortdurend
zoeken naar meer effectvolle en efficiënte zorg op maat voor de cliënt. Daarom is het nodig dat we
zicht hebben op welke interventies / methodes / instrumenten effectvol zijn (en welke niet). M.a.w.
zicht hebben op wat werkt en voor wie dit werkt!
Deze keuze brengt 2 elementen met zich mee.
De keuze tot evidence based werken kadert in deze voortdurende zoektocht en houdt in dat we
zoveel mogelijke bronnen van informatie bekijken en bevragen die zicht geven op onze effectiviteit
en efficiëntie van onze hulpverlening.
 wetenschappelijke empirisch bewijs dat we verkrijgen door aan eenvoudig
veranderingsonderzoek te doen. Deze informatie is Research-Based Evidence.
Daarnaast levert de praktijksituatie van de hulpverleners permanent informatie over wat werkt en
niet werkt in de hulpverlening. Deze informatie noemen Practice-Based Evidence.
 Cliënten leveren uit eerste hand informatie aan over wat werkt in de hulpverlening. Het gaat
enerzijds over de realisatie van de doelstellingen en het gaat anderzijds over de tevredenheid
van de cliënt over het effect van de hulpverlening. Deze informatie is Client-Based-Evidence;
 De hulpverlener bouwt gedurende de jaren een expertise op. Hij kan vanuit deze
expertpositie een uitspraak doen over de effectiviteit van de hulpverlening die Expert-Based
Evidence is;
 Andere partners die betrokken zijn in de hulpverlening hebben informatie aan te leveren
over het effect van de hulpverlening. Dit doen ze gedurende gesprekken met de
hulpverlener. Dit is Dialogue-Based Evidence. Zijn alle gesprekspartners het eens over het
effect van de hulpverlening, dan is deze consensus Consensus-Based Evidence;
Al deze bronnen worden gebruikt om de hulpverlening te evalueren en te verbeteren. Daarom koos
De Cocon vzw ervoor om met duidelijk omschreven methodieken (interventies) aan de slag te gaan.
Dit als voorwaarde om uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van de methodieken alsook
als voorwaarde om de effectiviteit van de interventie te kunnen meten. Zo’n duidelijk omschreven
interventie noemen we een startversie.
Gevolgen voor de hulpverlener
Wetenschappelijk bewezen inzichten en instrumenten zijn behulpzaam bij de zorgvuldige afwegingen
die een hulpverlener in zijn werk moet maken. Het gebruik van deze bewezen inzichten en
instrumenten leidt alleen tot een betere kwaliteit van zorg door deze niet gedachteloos toe te
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 7 van 18
passen, maar door deze bewust mee te nemen in de overwegingen met betrekking tot hulp, met de
mogelijkheid er gemotiveerd van af te wijken. De hulpverlener past de interventie nauwgezet toe
maar stelt zich steeds de vraag of de gewenste doelstellingen worden gehaald en of er geen betere
interventies mogelijk zijn. Hij gelooft in zijn handelen maar trekt op een professionele manier zijn
handelen in twijfel.
Effectieve hulpverlening vereist immers dat de hulpverlener enerzijds het handelen baseert op dat
wat aangetoond effectief is en dat hij anderzijds aansluit bij de motivatie, behoeften en wensen van
de cliënt en de mogelijkheden van de situatie2. De begeleiders, ondersteund door de
werkbegeleiders hebben daarin een belangrijke verantwoordelijkheid: zij moeten de ‘match’ maken
tussen de collectieve kennis en de unieke hulpverleningssituatie.
De hulpverlener ontwikkelt een voorkeur voor wetenschappelijke informatie, voor kennis over de
effecten van interventies op basis van onderzoek. Hij heeft de vaardigheden om deze kennis te
evalueren en op haar waarde te schatten waardoor hij een kritische consument wordt.
De Cocon vzw profileert zich als een actieve partner van universiteiten en andere
onderzoeksinstellingen door actief in de frontlinie mee onderzoek te doen en mogelijk te maken.
2.6 Relatie met de verwijzer
In relatie tot de verwijzers maken we binnen onze hulpverlening een onderscheid tussen vrijwillige
(maar niet vrijblijvende) en gedwongen hulpverlening.
De verwijzer neemt in onze hulpverlening een belangrijke plaats in. Zijn/haar rol is vaak
gedifferentieerd.
Allereerst doet de verwijzer de maatschappelijke toetsing en beoordeelt de noodzakelijkheid van de
hulpverlening. Daarna zoekt de verwijzer de meest geschikte hulpverlening voor de cliënt.
Vervolgens kijkt de verwijzer welke hulpverlening (die het nauwst aansluit bij de meest geschikte
hulpverlening) beschikbaar is.
Na de aanmelding wordt de verwijzer onze partner voor de hulpverlening.
Gezien de begeleidingsplicht voor de werkvormen 'Thuisbegeleiding' en 'Begeleid Zelfstandig Wonen'
gaan we in op elke vraag van de verwijzer.
Hierbij willen we toch enkele nuanceringen maken.
 Bij de start van de begeleiding vinden we het belangrijk om verduidelijking te vragen over de
werkvormkeuze, over de motivatie van de cliënt en over diens hulpvraag.
 Gedurende de begeleiding willen we de begeleidingsplicht in vraag stellen indien de veiligheid
van de begeleider of de veiligheid van de minderjarige in het gedrang komt.
 Ook indien duidelijk wordt dat de problematiek onze opdracht overstijgt, zullen we de
begeleidingsplicht in vraag stellen.
In onze hulpverlening werken we in en met de triade cliënt/begeleider/verwijzer. De verwijzer kan
meer dwingend het maatschappelijk perspectief (telkens opnieuw) inbrengen en de
maatschappelijke noodzaak bewaken. De begeleider werkt zowel met de beleving en de hulpvragen
van de cliënt als met de opdracht van de verwijzende instantie. De begeleider kan tijdens de
hulpverlening meer naast de cliënt staan. De begeleider positioneert zich als derde partij en is noch
het verlengstuk van de cliënt, noch van de verwijzende instantie.
Vanuit deze positie streven we een goede samenwerking met de verwijzer na, waarbij we elk vanuit
de eigen expertise een inbreng doen in functie van een kwalitatieve en gepaste hulpverlening voor
de cliënt. Samenwerken met de verwijzer vereist een open, eerlijke en doorzichtige communicatie en
2
Vertaald betekent dit dat een goede hulpverlener zich informeert, werkt met praktijken die positieve bewijzen opleveren
en stopt met praktijken waarvoor negatieve bewijzen zijn of de bewijzen nog ruim onvoldoende zijn. De hulpverlener
neemt geen onnodige risico’s. Het gaat tenslotte over de persoonlijkheid en psychisch welbevinden van mensen. Daarom
kiest de hulpverlener voor de beste tools en methodes.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 8 van 18
een manier van werken met respect voor elkaars positie. In ons begeleidingswerk houden we eraan
de verwijzer deelgenoot te maken van het proces door hem veelvuldig te informeren en ingrijpende
beslissingen pas te nemen na overleg met de verwijzer.
Het is niet onbelangrijk te vermelden dat onze verplichting tot informatieverstrekking beperkt is tot
kwesties met betrekking tot de strikte opdracht en/of de opgelegde maatregel.
3 Situering De Cocon vzw - erkenning + regioafbakening
De Cocon vzw is erkend en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid via het Agentschap
Jongerenwelzijn. De Cocon vzw heeft 2 erkenningen:
1. Crisishulp aan Huis (erkenning 96 plaatsen op jaarbasis) - (erkenningsnummer 409001)
2. Contextbegeleiding en contextbegeleiding in functie van autonoom wonen
Crisishulp aan Huis heeft als werkingsgebied Oost-Vlaanderen. Contextbegeleiding heeft als
werkingsgebied het bestuurlijk arrondissement Gent - Eeklo.
Het gaat om de volgende gemeenten:
Arrondissement Gent: Gent, Evergem, Zelzate, Wachtebeke, Moerbeke, Lochristi, Destelbergen,
Melle, Oosterzele, Merelbeke, Gavere, De Pinte, Nazareth, Zulte, Deinze en Sint-Martens-Latem;
arrondissement Eeklo: Eeklo, Sint-Laureins, Kaprijke, Assenede, Waarschoot, Zomergem,
Lovendegem, Nevele, Aalter, Knesselare en Maldegem.
Ouders, kinderen en jongeren kunnen niet rechtstreeks bij ons aankloppen voor hulp. Ons
hulpaanbod Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding, Thuisbegeleiding en Contextbegeleiding in
functie van Autonoom Wonen kan enkel ingezet worden met het akkoord van de Intersectorale
Toegangspoort. De toegangspoort beslist over de toegang tot alle niet-rechtstreeks toegankelijke
jeugdhulpverlening. Aanmelden bij de toegangspoort kan enkel door een jeugdhulpaanbieder.
Ons aanbod crisishulp is enkel inzetbaar via het Crisismeldpunt Oost-Vlaanderen (09 265 04 90).
Enkel erkende aanmelders kunnen aanmelden bij het crisismeldpunt.
De Cocon vzw biedt 6 modules (eenheden van hulp) aan, namelijk:
1. crisisinterventie;
2. crisisbegeleiding (tijdens opvang in een crisisbed) die gericht is op terugkeer naar de context;
3. crisishulp aan huis;
4. intensieve kortdurende thuisbegeleiding;
5. langdurige thuisbegeleiding;
6. Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen
4 Voorstelling hulpverleningsmodules
4.1 Crisisinterventie
Een crisisinterventie is een vorm van hulpverlening die zich richt naar gezinnen met kinderen tussen
0 en 17 jaar, die zich in een acute crisissituatie bevinden. Een crisisinterventie is een onmiddellijke,
kortdurende, stressverlagende interventie. Het is een snelle, in tijd beperkte werkvorm met een
preventief karakter. Het is een eerste hulp bij emotionele en relationele ‘ontploffingen’.
Algemene doelstellingen
 Voorkomen dat minderjarigen in crisissituaties te snel binnen een te ingrijpende context of een
gerechtelijk circuit terechtkomen.
 De crisissituatie gebruiken om een veranderingsproces op gang te brengen.
 Ondersteunen van de minderjarige en zijn leefomgeving om hun specifieke vraag te formuleren.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 9 van 18
 Veiligheid installeren.
De crisisinterventie is zeer kortdurend. De begeleiding duurt maximaal 3 dagen. De hulpverlener
werkt gedurende die periode intensief samen met het gezin. Er is een gezinsmedewerker 24 uur op
24 telefonisch bereikbaar voor het gezin.
De gemiddelde duur van een crisisinterventie is 1,7 dagen (54,4 dagen voor 34 crisisinterventies). In
totaal besteedt de gezinsmedewerker gemiddeld 5,4 uur aan een crisisinterventie (telefonische en
niet-telefonische contacten).
Crisisinterventie wordt ingezet binnen het Crisisnetwerk Oost-Vlaanderen, op vraag van het centraal
meldpunt (crisisnetwerk). Crisisinterventie wordt georganiseerd vanuit de dienst CaH.
4.2 Crisisbegeleiding (tijdens opvang in een crisisbed) die gericht is op
terugkeer naar de context (contextbegeleiding)
Contextbegeleiding is een vorm van hulpverlening die zich richt naar gezinnen, met kinderen tussen 0
en 17 jaar, die zich in een acute crisissituatie bevinden en waarbij 1 of meerdere kinderen
opgenomen zijn in een crisisbed van een residentiële voorziening of het eigen sociaal netwerk.
De contextbegeleiding is kortdurend. De begeleiding duurt zolang de crisisopvang duurt. Op, ten
laatste, de 7e dag van de begeleiding is bepaald of een terugkeer naar huis voor de jongere haalbaar
is. De begeleiding kan maximaal met 7 dagen worden verlengd. Dat kan als er perspectief is op
opname in de eigen context of op andere hulpverlening (bijvoorbeeld opname in een
oriëntatiecentrum of een opstart Crisishulp aan Huis binnen 14 dagen).
De hulpverlener werkt gedurende die periode met het gezin. Er is een gezinsmedewerker 24 uur op
24 telefonisch bereikbaar voor het gezin. Die bereikbaarheid wordt aangeboden als de
gezinsmedewerker inschat dat dat tijdens de contextbegeleiding wenselijk is/een meerwaarde kan
betekenen.
De gemiddelde duur van een contextbegeleiding is 7,7 dagen (236,8 dagen voor 32 begeleidingen). In
totaal besteedt de gezinsmedewerker gemiddeld 14,4 uur (telefonische en niet-telefonische
contacten) aan een contextbegeleiding. Daarvan wordt er gemiddeld 9,3 uur met het gezin gewerkt
en vindt er 5,1 uur bijkomend overleg plaats (teamvergadering, overleg met supervisors en overleg
met derden).
Gedurende de contextbegeleiding tracht de gezinsmedewerker kalmte te brengen tijdens de crisis.
Ook moet de veiligheid ingeschat en vergroot worden. Het probleem wordt met het gezin en de
jongere verkend. Met het competentiemodel worden de krachten en hulpvragen van de jongere en
het gezin in kaart gebracht. In functie van de hulpvragen van het gezin en van de jongere wordt
bepaald of de re-integratie van de jongere in zijn gezin al dan niet mogelijk is.
Tijdens de contextbegeleiding krijgen de gezinsleden informatie over mogelijke vervolghulp en
worden ze, indien gewenst, naar de vervolghulp geleid. Nadien wordt de begeleiding afgerond. In
functie van een kwaliteitsvolle doorverwijzing kan men het gezin of de gezinsleden vergezellen bij de
intake van de vervolghulp indien die plaatsvindt binnen 3 à 4 weken na de contextbegeleiding.
Contextbegeleiding wordt ingezet binnen het Crisisnetwerk Oost-Vlaanderen, op vraag van het
centraal meldpunt (crisisnetwerk). Contextbegeleiding wordt georganiseerd vanuit de dienst CaH.
4.3 Crisishulp aan Huis
Crisishulp aan Huis is een kortdurende, intensieve, mobiele vorm van crisisjeugdhulpverlening voor
gezinnen in een perspectiefloze opvoedingssituatie. De belangrijkste doelstellingen zijn: de
uithuisplaatsing van 1 of meerdere minderjarigen vermijden en gezinnen opnieuw een
opvoedingsperspectief geven. De crisis, het perspectiefloze en de dreigende breuk met de
minderjarige zijn de startpunten van de begeleiding. Het begrip ‘crisishulpverlening’ sluit niet uit dat
gezinssituaties met een chronische problematiek begeleid worden. Ook in gezinnen waar al
hulpverlening is, kan naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis een noodsituatie ontstaan.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 10 van 18
Behalve om uithuisplaatsingen te voorkomen, kan Crisishulp aan Huis ook interveniëren in gezinnen
waarnaar een jongere na een uithuisplaatsing terugkeert.
In de werkbaarheid van een begeleiding staan 3 elementen centraal: de dynamiek van een dreigende
breuk in het gezin (met andere woorden de eis van een acuut ingrijpen), het akkoord van het gezin,
de mogelijkheid van de dienst om een begeleiding op te starten (beschikbare plaats).
Gezien de eigenheid van een crisissituatie kan een crisisbegeleiding nooit op een wachtlijst staan;
een dienst Crisishulp aan Huis heeft bijgevolg geen wachtlijst. Als er een begeleidingsmogelijkheid is
(plaats bij 1 van de gezinsmedewerkers), start een begeleiding snel op. Binnen 24 uur na aanmelding
is er een eerste contact in het gezin. Als het gaat om een begeleide terugkeer naar huis na een
uithuisplaatsing, start de hulpverlening binnen 7 werkdagen.
Huisbezoeken worden gepland overeenkomstig de noden van de gezinsleden. Per week zijn er 5 tot
20 uren contacten met de gezinsleden. Er wordt vooropgesteld dat een crisisbegeleiding 28 dagen
duurt. Die periode kan maximaal 2 keer met een week verlengd worden als dat beargumenteerd kan
worden vanuit de nood om de lopende kortdurende hulp af te ronden. Verlenging kan niet
gemotiveerd worden vanuit een gebrek aan vervolghulp.
Naar het eind van de begeleiding krijgt het thema ‘vervolghulp’ uitdrukkelijk de aandacht. De
begeleidingsperiode wordt besproken met de gezinsleden en de vraag waarop de gezinsmedewerker
focust is of er vervolghulp nodig is en, indien ja, welke. Gezinsmedewerkers gedragen zich
verantwoordelijk voor een zorgzame afronding van de geboden hulp. In de eerste plaats zullen zij,
samen met het gezin, de responsabilisering van de aanmelder voor de organisatie van vervolghulp.
Om aan de crisissituatie een antwoord te bieden wordt er ‘kort op de bal’ gespeeld en ligt de
intensiteit van het aantal contacturen hoog. Een gezinsmedewerker heeft gemiddeld 7 contacturen
per week in of met het gezin. Het aantal begeleidingsuren varieert naargelang de behoeften van het
gezin.
De gezinnen kunnen beroep doen op een permanentie, 24 uur op 24, 7 dagen op 7. De constante
bereikbaarheid biedt de gezinsleden de zekerheid en de veiligheid om de crisis aan te kunnen en om
met nieuw gedrag te experimenteren. Elke oproep geeft niet noodzakelijk aanleiding tot een
interventie ter plaatse. De telefonische interventies zijn een belangrijke methodische schakel tussen
de geplande huisbezoeken. De permanentie wordt gewaarborgd voor de gezinnen, bij voorkeur
opgenomen door de eigen medewerkers van het gezin zelf, steeds en uitsluitend opgenomen door
een specifiek cah-opgeleide medewerker.
Gezin en gezinsmedewerker leggen samen de afspraken voor huisbezoeken en eventueel andere
externe overlegmomenten vast. Crisishulp wil hulp bieden om crisissituaties te doorbreken. Dat
betekent dat gezinsmedewerkers in principe in het gezin aanwezig zijn op crisismomenten.
Aangezien een crisis chaotisch en onvatbaar is, vereist dat een flexibele opstelling.
Crisishulp aan Huis situeert zich op de 2e lijn. De Cocon vzw werkt met kinderen, jongeren en hun
gezinnen die worden doorverwezen door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en de
jeugdrechtbank. Ook het Crisisnetwerk in het kader van Integrale Jeugdhulp kan aanmelden.
4.4 Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding
Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding is een vorm van zeer intensieve pedagogische hulp aan
gezinnen; de hulp is gericht op competentievergroting. Onderliggende methodiek is de ‘versterking’.
Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding streeft 3 doelen na.
1. Het gezinsklimaat zodanig verbeteren dat de minderjarige er veilig kan opgroeien en zich kan
ontwikkelen (en een uithuisplaatsing van 1 of meerdere minderjarigen vermijden).
2. De opvoedkundige en sociale vaardigheden vergroten om beter gebruik te (leren) maken van
hulpbronnen (formele en informele) in de sociale omgeving.
3. In overleg gaan – in samenspraak met de verwijzende instantie – met de verschillende
hulpverleningsvormen binnen het gezin ter optimalisering van het doelstellingenplan.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 11 van 18
Het doel van Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding is om, gedurende een periode van 27 weken,
de competenties van ouders en kinderen te vergroten zodat ze beter functioneren voor relevante
ontwikkelingstaken.
Daartoe komt de gezinsbegeleider wekelijks 2 à 3 keer bij het gezin aan huis. Intensieve Kortdurende
Thuisbegeleiding bestaat uit 3 fasen. In de informatiefase van 3 weken bepalen de hulpverlener en
de gezinsleden hulpverleningsdoelen. In de veranderingsfase gaan de hulpverlener en het gezin aan
de slag met die doelen via methodische interventies om praktische en sociale vaardigheden te
trainen, de ouders opvoedingsvaardigheden te leren, ouders en kinderen te leren hoe ze met hun
cognities en emoties om moeten gaan, en ouders te leren hoe ze het sociale netwerk rond het gezin
(beter) kunnen benutten. De voortgang van de hulp wordt telkens na 8 weken geëvalueerd. In de
afrondingsfase vermindert de contactfrequentie, wordt het sociale netwerk geactiveerd en wordt
eventueel vervolghulp opgestart.
In elk van de 3 fasen wordt er intensief gewerkt. Dat betekent dat er, gespreid over meerdere
huisbezoeken, wekelijks gemiddeld 4 uren contact met de gezinsleden zijn (gespreid over de gehele
begeleidingsperiode). Die contacten kunnen zowel met de gezinsleden apart, met het gehele gezin,
als met de gezinsleden en andere diensten/hulpverleners zijn.
De werkvorm omvat een kortdurend traject van 27 weken begeleiding, zonder mogelijkheid tot
verlenging.
Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding situeert zich op de 2e lijn. De Cocon vzw werkt met
kinderen, jongeren en hun gezinnen die worden doorverwezen door het Comité voor Bijzondere
Jeugdzorg en de jeugdrechtbank.
4.5 Thuisbegeleiding
Thuisbegeleiding is een vorm van pedagogische hulp aan gezinnen met kinderen onder de 18 jaar
waarbij de draaglast niet alleen verzwaard wordt door een opvoedingsproblematiek, maar ook door
problemen met het vormgeven van andere gezinstaken zoals huishouden/verzorging, financiën,
maatschappelijk functioneren, partnerrelatie of het individueel functioneren van de ouders en de
kinderen. Het chronisch, ernstig verstoord evenwicht tussen draaglast en draagkracht van het gezin
maakt het noodzakelijk om op de volledige problematiek te focussen. Thuisbegeleiding is door zijn
plaatsingsvermijdende functie de minst ingrijpende maatregel.
Thuisbegeleiding is gericht op het hele gezin en zijn context, namelijk het cliëntsysteem. Het einddoel
van Thuisbegeleiding is de verbetering van het gezinsklimaat, zodat het gezin in staat is om de
voorwaarden te scheppen waardoor groei en ontwikkeling van alle gezinsleden gewaarborgd zijn. De
zelfsturing van het gezin wordt vergroot. Daarnaast heeft thuisbegeleiding tot doel de draaglast van
het gezin te verkleinen en de draagkracht te vergroten; daarom wordt tevens met het sociaal
netwerk gewerkt.
Thuisbegeleiding als werkvorm heeft een kenmerkende opbouw en fasering. Gemiddeld duurt een
begeleiding 1 à 2 jaar.
Fasering
a) De aanmeldingsfase beslaat de fase voor de aanmelding en de aanmelding zelf.
b) De intakefase duurt 6 weken of 45 dagen. Tijdens deze fase komt de hulpverlener minimaal 2 keer
anderhalf uur à 2 uur per week in het gezin, op tijdstippen die het gezin uitkomen. De hulpverlener
zal ook ’s avonds langsgaan.
Ten laatste op de 45e dag is er een schriftelijke rapportage (samenwerkingsovereenkomst) waarin de
doelen voor de komende begeleidingsperiode staan beschreven. De rapportage wordt besproken
met het gezin, de hulpverlener en de verwijzer.
c) De veranderingsfase duurt 6 maanden. Tijdens die fase gaat de hulpverlener minimaal 1 keer per
week 1 à 2 uur langs in het gezin, op voor het gezin gepaste tijdstippen. Tijdens de veranderingsfase
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 12 van 18
wordt er gewerkt met de vooropgestelde doelstellingen en worden de algemene doelen
geconcretiseerd in werkdoelen per gezinslid. Tegen het einde van de fase is er een evaluatie van de
doelstellingen en de voorbije begeleidingsperiode, hetgeen weergegeven wordt in een
evolutieverslag en besproken wordt in het gezin met de hulpverlener en de verwijzer. Op basis van
die evaluatie wordt de thuisbegeleiding afgerond of verlengd. In dat geval worden er eventueel
aanvullende doelstellingen geformuleerd.
d) De afbouwfase gaat in als de einddatum vastligt en duurt maximaal 6 weken. De hulpverlener gaat
1 keer om de 14 dagen 1 à 2 uur langs bij het gezin. Op het einde van de afbouwfase wordt er een
eindverslag opgesteld waarin de vooropgestelde doelstellingen over de hele begeleidingsduur
geëvalueerd worden. Het eindverslag wordt besproken in het gezin met de hulpverlener en de
verwijzer.
e) De follow-up bestaat uit 1 telefonisch gesprek 6 weken na de einddatum. Daarin peilt de
hulpverlener naar de stand van zaken in het gezin.
Thuisbegeleiding situeert zich op de 2e lijn. De Cocon vzw werkt met kinderen, jongeren en hun
gezinnen die werden doorverwezen door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en de
jeugdrechtbank.
4.6 Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen
Begeleid Zelfstandig Wonen biedt een mobiele, integrale begeleiding aan jongeren vanaf 17 jaar tot
maximum 21 jaar voor wie zelfstandig wonen aangewezen is omwille van de problematische
leefsituatie in het gezin, in de residentiële voorziening of in het pleeggezin. Sommige aangemelde
jongeren zijn thuisloos.
Contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen (CBAW) biedt een trainingsgerichte en
oplossingsgerichte mobiele begeleiding aan van max. 15 maanden voor jongeren vanaf 17 jaar tot
maximum 21 jaar, die in samenspraak met de verwijzer en/of met hun ouders,
opvoedingsverantwoordelijken de stap zetten naar een zelfstandige en stabiele woon- en
leefsituatie, met kansen om zich te ontplooien in overeenstemming met zijn toekomstperspectief.
Het algemeen doel van CBAW is het uitbouwen van een stabiele thuis met en een kwaliteitsvolle
toekomst. Deze stabiele thuis is geoperationaliseerd als de situatie van de jongere aan de volgende
criteria voldoet: een stabiele huisvesting; een financieel gezonde situatie; werk of een andere
vruchtbare dagbesteding die door de jongere als zinvol wordt ervaren en een toereikend sociaal
netwerk dat door de jongere als ondersteunend wordt ervaren.
CBAW is bedoeld voor jongeren die nood hebben aan een stabiele thuissituatie. De jongere is de
architect en aannemer van deze stabiele thuissituatie. Hij draagt de verantwoordelijkheid voor deze
stabiele situatie en zal onder begeleiding alles in het werk stellen om deze stabiele thuissituatie vorm
te geven. De volgende jongeren komen in aanmerking: jongeren die uitstromen uit de residentiële
hulpverlening en gere-integreerd moeten worden in een gezinssituatie; jongeren die in hun kern- of
nieuw-samengesteld gezin verblijven, maar de gezinsgerichte pedagogische thuishulp schiet tekort;
jongeren die samenwonen met familie of vrienden en ervaren hiermee problemen; jongeren die
zelfstandig wonen, maar nog niet de nodige competenties en het netwerk hebben ontwikkeld om dit
aan te kunnen.
De gebruikte methodiek is momenteel in volle ontwikkeling.
5 Operationalisering via uitgebreide methodiekbeschrijvingen
(pedagogisch profielen van de modules)
Per eenheid van hulp werd de visie van De Cocon vzw verder geoperationaliseerd via een
methodiekbeschrijving (startversie) per module.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 13 van 18
De methodiekbeschrijvingen werden opgemaakt volgens de standaarden van het Nederlands
Jeugdinstituut onder supervisie van Prof. Johan Vanderfaeillie (VUB).
6 Dagelijkse werking
6.1 Zicht op effectiviteit en verbeteren van de kwaliteit
Het hoeft nauwelijks betoog dat effectiviteit in de jeugdzorg een hot item is. Zowel bij het beleid als
bij directies van voorzieningen en op de werkvloer is het besef gegroeid dat zicht op effectiviteit een
belangrijke vereiste is om de zorg intern te ontwikkelen en extern beter te verantwoorden.
De kennis van de effectiviteit in de jeugdhulpverlening is beperkt. Oorzaak is dat het aantal
onderzochte behandelvormen gering is. Dat aantal wordt niet hoger dan 50 geschat of anders gezegd
minder dan 5% van wat dagelijks wordt toegediend (Veerman & van Yperen, 2008). Van het grootste
deel van de gebruikte interventies bestaat er dus geen wetenschappelijk bewijs over de effectiviteit.
Bovendien gaan de uitgevoerde studies vaak over sterk geprotocolleerde interventies, bij
probleemgroepen met een duidelijk afgebakend probleem, en over speciaal getrainde uitvoerders.
Dat is niet representatief voor de praktijk. Het gevolg hiervan is dat is er nog maar weinig bekend is
over de resultaten van de jeugdzorg in de dagelijkse praktijk.
Uitspraken over de kwaliteit van de jeugdzorg (zowel in positieve als in negatieve zin) zijn niet te
staven als cijfers ontbreken. Dat schaadt de jeugdzorg in toenemende mate en maakt haar
kwetsbaar. Politici en de overheid stellen dat zij het maatschappelijk moeilijk kunnen verantwoorden
dat er steeds meer geld naar de sector gaat, zonder dat er voldoende zicht is op de effectiviteit van
het aanbod.
Hulpverleners voelen zich in toenemende mate ongemakkelijk omdat zij onvoldoende kunnen
aantonen dat wat ze doen, voldoende effecten gegenereerd.
Sinds een aantal jaren zet De Cocon vzw in om zicht te verwerven op de effectiviteit van het aanbod
via het E-project. ‘E’ stond daarbij voor evidence based werken of op bewijsvoering gesteund
werken. Daarin is De Cocon vzw de pionier en voortrekker in Vlaanderen in de jeugdzorg.
De Cocon vzw ontwikkelde, mede op basis van praktijkervaring, een eigen, genuanceerde en
bruikbare invulling en visie voor evidence based werken. Het uitgangspunt van De Cocon vzw is zo’n
invulling te geven aan evidence based werken dat ze een continue meerwaarde oplevert voor de
hulpverlening. Evidence based werken is voor ons geen wondermiddel, maar een manier die ons
helpt om zicht te krijgen op de effectiviteit van onze hulpverlening en om ze te verbeteren
(beslissingsprocessen beter te onderbouwen). Tevens laat het ons toe om expertise beter vast te
houden en te benutten.
Daartoe werden volgende stappen gezet:
 de gebruikte methodieken in De Cocon vzw werden beschreven en theoretisch onderbouwd;
 De Cocon vzw beschreef waarom we denken dat deze methodieken werken;
 De Cocon vzw bouwde instrumenten uit om zicht te krijgen op:
o de programma-integriteit (doen we wat afgesproken werd);
o de doelrealisatie in kaart te brengen;
o de verandering in kaart te brengen;
o de tevredenheid van cliënten in kaart te brengen;
o de uitstroom in kaart te brengen (uitval en doorstroom).
Het E-project is niet meer dan een instrument dat de nodige stappen plant, uitvoert, evalueert en
bijstuurt om de kwaliteitsverbetering mogelijk te maken.
De Cocon vzw laat zich voor dat proces ondersteunen door prof Johan Vanderfaeillie (VUB) voor
ondersteuning bij de uitwerking van de nodige instrumenten en voor de interpretatie van gegevens.
Tevens werden ook contacten gelegd met de Universiteit Gent en de Hogeschool Gent.
Het hele E-projectsysteem werd ingebed in het kwaliteitszorgsysteem van De Cocon vzw.
Kwaliteitszorg omvat verschillende systematische activiteiten waarbij de organisatie garandeert haar
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 14 van 18
geboden dienstverlening en de kwaliteit ervan te expliciteren, te normeren, te toetsen, te
verbeteren, te beheersen en te borgen. Als achterliggend kwaliteitssysteem gebruikt De Cocon vzw
EFQM, weliswaar hertaald naar de organisatie.
6.2 De lerende organisatie
De Cocon vzw wil continu bouwen aan de lerende organisatie. De lerende organisatie is niet zozeer
een ontwerp of een model om te implementeren; het is veel meer een manier van kijken naar de
organisatie, naar de structuur en naar de processen. In essentie is het idee van de lerende organisatie
een perspectief waarin bijzondere en langdurige aandacht voor het leervermogen van de organisatie
en haar medewerkers wordt gegeven.
De eigen organisatie bekijken door de bril van de lerende organisatie is eigenlijk al het begin van de
omslag. De ontwikkeling van het leervermogen van de instelling kan op uiteenlopende manieren zijn
beslag krijgen en kan heel goed ‘klein’ beginnen, met beperkte interventies, en zich langzamerhand
als een olievlek uitbreiden.
Om dat eerder abstractie idee in de praktijk ‘handen en voeten’ te geven is een belangrijke manier:
te kijken naar ‘leerblokkades’ en leerkansen van en in een organisatie.
Daarbij wordt werken aan een lerende organisatie opgevat als enerzijds een proces van opsporing
van factoren die het leerproces in de organisatie belemmeren, anderzijds bevorderen gevolgd door
gerichte interventies om die leerbelemmeringen te verkleinen of de leerkansen optimaal te
benutten.
In essentie is het idee van de lerende organisatie een perspectief waarin een optimaal verloop van
het leerproces mee in overweging wordt genomen bij besluitvorming en niet alleen de optimale
organisatie-inrichting (hoe verdelen we de taken, hoe coördineren we de taakuitvoering, hoe
structureren we de samenwerking?)
Leerkansen en -blokkades worden direct of indirect veroorzaakt door de manier waarop de
organisatie is ingericht: de structuur, cultuur, managementstijl, et cetera. Ze liggen ook besloten in
de ‘software’: de manier van denken van medewerkers en hun onderlinge communicatie. Uiteraard
worden ze beïnvloed door de ‘hardware’: de organisatie-inrichting.
6.3 Ondersteunen van hulpverleners
Hulpverleners hebben ondersteuning nodig om hun werk goed te kunnen doen. Het werk is soms
zwaar en de hulpverlener moet een plek hebben waar hij zijn ervaringen in het werken met cliënt(en)
kan delen en waar iemand met hem meedenkt.
De taak van de hulpverlener is het begeleiden van het proces van de cliënt conform de methodiek.
Hulpverleners werken voor een groot deel solistisch. Ze gaan alleen naar cliënten
(jongeren/gezinnen); onderhouden contacten met de verwijzers en het sociale en professionele
netwerk van de cliënt. Hulpverleners moeten doorgaans snel en zelfstandig situaties beoordelen,
mogelijkheden tot veranderingen onderkennen en risico’s inschatten.
De grotendeels solistische werkwijze van hulpverleners in De Cocon vzw vraagt om een goede
ondersteuningsstructuur want hulpverlening op zich mag geen solistisch gebeuren zijn. Alle
hulpverleners werken in een team.
Een belangrijk onderdeel van de teamwerking is casuïstiekbesprekingen. Elk van de teamleden
bespreekt, aan de hand van het hulpverleningsplan en de vastgestelde doelen, een cliënt
(cliëntsysteem), waarmee hij of zij op dat moment bezig zijn. Collegae beantwoorden vragen, stellen
vragen, doen suggesties, wijzen de weg naar andere informatiebronnen en ondersteunen. Het accent
ligt op kwaliteit en de voortgang van de hulpverlening. De teamleden profiteren van elkaars
ervaringen en van de inhoud van het gesprek. Ook kunnen werkpunten en behoefte aan
deskundigheidsbevordering voor individuele hulpverleners of als groep als geheel gesignaleerd
worden.
Binnen De Cocon vzw zijn er diverse vormen van ondersteuning van de hulpverleners. De
belangrijkste is echter de werkbegeleiding.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 15 van 18
Het kerndoel van individuele werkbegeleiding is bewerkstellingen dat de hulp aan de cliënt
(cliëntsysteem) op de meest efficiënte en effectieve manier plaatsvindt volgens de gehanteerde
methodiek. De individuele werkbegeleiding biedt die ondersteuning. De individuele werkbegeleiding
is afgestemd op de fasering van de hulp en de per fase geformuleerde doelen.
Individuele begeleiding van hulpverleners gebeurt door individuele gesprekken (werkbegeleiding).
Werkbegeleiding gebeurt op permanente basis, via vaste afspraken en indien nodig via adhocconsultatie. Dat vertaalt zich in 2 subdoelen.
1. Kwaliteitsbewaking betekent dat de werkbegeleider in de gaten houdt of de medewerker het
werk uitvoert volgens de startversie en de kwaliteitscriteria.
2. Kwaliteitsverbetering houdt in dat de werkbegeleider de medewerkers helpt hun kennis en
vaardigheden te vergroten als dat nodig is. De werkbegeleider stimuleert medewerkers te
werken volgens de methoden en met de technieken van de startversie en bevordert
daardoor dat zij de hulpverlening competent uitvoeren.
Deze 2 subdoelen kunnen in het werk van de werkbegeleider een bepaalde spanning veroorzaken. Bij
kwaliteitsbewaking heeft hij een meer controlerende taak, terwijl hij bij kwaliteitsverbetering vooral
een ondersteunende rol speelt. De werkbegeleider moet een balans vinden tussen leiden en
begeleiden en de verschillende stijlen flexibel kunnen toepassen. Behalve met het doel dat hij voor
ogen heeft, moet de werkbegeleider ook rekening houden met het ontwikkelingsniveau van de
medewerker of het team.
6.4 organogram
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 16 van 18
7 Regionale inbedding + bereikbaarheid
De Cocon vzw huurt een pand in de Ham 133, 9000 Gent. In dit gebouw werden de 3 mobiele
diensten (Thuisbegeleiding, Begeleid Zelfstandig Wonen en intensieve kortdurende thuisbegeleiding)
ondergebracht. Het gebouw is fysisch goed bereikbaar, zowel met openbaar (trein en bus op
wandelafstand) als met privé-vervoer. De 3 diensten werken slechts in beperkte mate ambulant.
De Cocon vzw huurt een pand op de Nijverheidskaai 12, 9040 Gent – Sint Amandsberg. In dit gebouw
werd de mobiele dienst Crisishulp aan Huis ondergebracht. Het gebouw is fysisch goed bereikbaar,
zowel met openbaar (bus op wandelafstand) als met privé-vervoer. Crisishulp aan Huis werkt slechts
in uitzonderlijke situaties ambulant.
De Cocon vzw heeft er voor gekozen om de standplaats in Gent te behouden. Dit omwille van de
aanwezigheid van grote wegen E17 / E40 en R4 die mogelijk maken op relatief korte tijd de
uithoeken van de regio te bereiken.
8 Accommodatie
De Cocon vzw beschikt over Een aangepast en veilige infrastructuur, rekening houdend met de
specificiteit van haar aanbod en de noden van de gebruiker. Gelet op het mobiele / ambulante
karakter van de voorzieningen van De Cocon vzw betekent dit vooral dat het gebouw dienst doet als
kantoorruimte, met zowel een ontvangstruimte (bruikbaar voor het ontvangen van cliënten),
vergader- en bureelruimtes.
Ieder bureel beschikt over een telefoon en pc-aansluiting en trekt rechtstreeks daglicht.
Deze ruimtes beschikken over een telefoon en pc-aansluiting. Met het oog op discretie werden er .
geluidsisolerende wanden geplaatst tussen deze lokalen en bureelruimte.
De ruimtes werden ingericht conform de ARAB-verplichtingen.
9 Personeel
9.1 samenstelling
De Cocon vzw kiest voor een multidisciplinaire samenstelling van haar teams. Binnen de teams
werken mensen met een verschillende opleiding binnen de menswetenschappelijke richtingen Alle
personeelsleden zullen voldoen aan de functie-eisen conform bijlage 1 van het Besluit van de
Vlaamse regering van 13 juli 1994.
Tevens kiest De Cocon vzw ervoor om zoveel mogelijk diversiteit in haar teams te brengen
(man/vrouw, leeftijd, ervaring, enz.).
9.2 personeelsbeleid
Het Personeelsbeleid in De Cocon vzw is een onderdeel van het organisatiebeleid, namelijk het deel
dat direct betrekking heeft op het personeel. Personeelsbeleid is het geheel van maatregelen gericht
op arbeid dat helpt de organisatiedoelstellingen te verwezenlijken.
De aspecten van het personeelsbeleid zijn o.a.:
 aanwervingsbeleid;
 onthaalbeleid;
 verzuimbeleid;
 uitstroom;
 arbeidsomstandigheden (onder andere preventie en welzijn op het werk);
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 17 van 18


leer- en ontwikkelbeleid;
evalueren van personeel, enz.
Het personeelsbeleid werd in De Cocon vzw beschreven en geborgd in kwaliteitsdocumenten en
wordt opgevolgd aan de hand van tal van indicatoren.
10 Samenwerking en overlegstructuren:
Als De Cocon vzw vinden we het belangrijk om signalen m.b.t. de kwetsbaarheid van onze doelgroep,
verworven door de betrokkenheid bij onze cliënten, door te geven aan de overheid, instellingen of
organisaties. Daarom engageert De Cocon vzw zich in tal van overlegfora.
11 Tot slot - enkele andere belangrijke principes m.b.t. de werking
van De Cocon vzw




Een functionele taakverdeling met bijgevoegde verantwoordelijkheden, die zich al dan niet
vertalen in een hiërarchie; dit met oog op efficiëntie.
Verantwoordelijkheid geven en nemen. Als organisatie vinden we dat het waarmaken van onze
opdrachten en het uitbouwen van onze organisatie een gedeelde verantwoordelijkheid is. Zo is
bijvoorbeeld hulpverlening een product van de begeleider en van de organisatie. De begeleider
wordt ondersteund door de organisatie; verantwoordelijkheid wordt gedeeld. Het gevolg hiervan
is een verantwoordelijkheid in twee richtingen:
o de Cocon vzw staat in voor zijn personeelsleden ten overstaan van derden en gaat hen
actief steunen in probleemsituaties met andere diensten of personen;
o elk personeelslid legt verantwoording af over zijn werk in het belang van het garanderen
van kwaliteit naar de cliënt, de verwijzers, derden en de maatschappij.
Een voortdurend streven naar kwaliteitsverbetering. Hierbij houden we rekening met de
veranderende (en toekomstige) noden en eisen van de cliënt en de stijgende eisen van de
verwijzers, van derden, vanwege de subsidiërende overheid, de maatschappij en de ter
beschikking staande middelen. We zien kwaliteit als een dynamisch gegeven, dat sterk tijd- en
contextgebonden is. Voor De Cocon vzw zijn kwaliteit en kwaliteitsverbetering
verantwoordelijkheden van iedereen binnen de organisatie. De bezorgdheid om kwaliteit is iets
dat deel uitmaakt van en geïntegreerd is in het dagelijkse werk.
Een goed financieel beleid en een financieel gezonde vzw . Deze zijn van essentieel belang om
continu een efficiënte en dynamische werking en een kwalitatief hoogstaande zorg te
verzekeren. Gezien de beperkte financiële mogelijkheden is het noodzakelijk voortdurend
bewuste keuzes te maken. Daarom kiest De Cocon vzw voor een doorzichtig financieel beleid.
Financieel beleid is een geheel van technieken om inzicht te krijgen in de financiële gezondheid
van een organisatie, om oplossingen voor eventuele problemen te ontwikkelen en financiële
beslissingen te nemen.
Pedagogisch profiel De Cocon vzw
Pagina 18 van 18