BRUSSELS WELZIJNSNIEUWS “ • 2 • januari-maart 2014 TAAL MAG GEEN CRITERIUM ZIJN OM MENSEN UIT TE SLUITEN VAN ONZE HULPVERLENING DE PRAATSTOEL MET EDWIN VANHOLLEBEKE In de vorige editie van het Brussels Welzijnsnieuws kondigden we reeds de fusie van CAW Archipel en CAW Mozaïek aan tot één Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Brussel. Sinds 1 januari 2014 bundelen de twee organisaties hun krachten onder één man, Edwin Van Hollebeke. We vroegen de kersverse directeur naar de uitdagingen en de prioriteiten van het nieuwe CAW. Door de fusie is CAW Brussel een grote organisatie (170 werknemers) geworden, welke gevolgen heeft dit voor de samenwerkingen, bestaande netwerken en jullie plaats in het werkveld? Op dit ogenblik worden alle samenwerkingsovereenkomsten verdergezet. Dit zal ook niet snel veranderen. Integendeel, het is niet omdat we een schaalvergroting meemaken, dat we daarmee solo slim zouden beginnen spelen. Dat zou een slecht begin zijn binnen het Brusselse welzijnslandschap, waar heel veel verschillende actoren rond de tafel zitten. We willen zeker niet enkel binnen de muren van onze organisatie werken. We zijn een Nederlandstalige organisatie in Brussel en blijven dus een kleine speler, maar we hebben wel een betekenisvolle rol. De schaalvergroting kan dit misschien versterken. We zetten op heel veel terreinen in, dus krijgen mensen vaker met CAW Brussel te maken. De werkingen van CAW Mozaïek en CAW Archipel hadden een andere insteek? Hoe structureer je vanuit dat gegeven één CAW voor Brussel? We kunnen niet zomaar van alles doen, we hebben een bepaald kader waarbinnen we onze verdere fusie kunnen uittekenen. Dit wordt op de eerste plaats bepaald door de sectordoelstellingen (16 van de Vlaamse Gemeenschap) die voor alle CAW’s gelden. (Voor Brussel komen daar nog 8 doelstellingen bij van de Vlaamse Gemeenschapscommissie - zie kader p. 7.) Hoe valt deze fusie te rijmen met de toenemende vraag naar nabijheid en toegankelijkheid? Dit hoeft geen bedreiging te zijn. Bij een schaalvergroting is er ook sprake van efficiëntiewinst. Alleen als er een economische maatregel (besparing) achter zit, kan dit wel zo het geval zijn. Ik kan alleen maar vaststellen dat onze subsidiërende partners, de Vlaamse gemeenschap en de VGC, niet meer middelen willen inzetten. Zij gaan ervan uit dat een aantal projecten elkaar kunnen ondersteunen. Dit verhaal is natuurlijk niet oneindig, zeker als er expliciet wordt gevraagd om de 24 CAW-doelstellingen te realiseren. Dan ben ik wel bezorgd over de nog haalbare kwaliteit van al die sectorale doelstellingen. Dat is niet alleen een zorg voor ons als CAW Brussel, maar voor alle CAW’s. Waarin zit het verschil tussen CAW Brussel en een CAW in Vlaanderen? Buiten de grootstedelijke context en de verschillende beleidsinstanties, denk ik dat de CAW’s in Vlaanderen kunnen rekenen op een homogenere regelgeving en wetgeving. Hierdoor vloeien een aantal bevoegdheden logischer in elkaar over. Ik geef hiervan een voorbeeld: Als CAW vallen we onder Welzijn en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap, maar voor alles wat woonbeleid betreft, moeten we ons tot het Brussels Gewest januari-maart 2014 • 3 • BRUSSELS WELZIJNSNIEUWS Anderhalf jaar geleden hebben we vanuit de 2 Brusselse CAW’s een visie- en missietekst opgesteld waarin de grote lijnen van CAW Brussel zijn uitgeschreven. We hebben daaraan met een vrij grote groep aan gewerkt, het is daardoor een gedragen tekst geworden. De structuur van CAW Brussel wordt hierin in grote lijnen uitgestippeld, met name de identiteit en waar we naartoe willen. Ten derde hebben we een oefening gedaan rond organisatiestructuur: dit behelsde een verdeling tot op afdelingsniveau. Deze uittekening moet het komende jaar nog verfijnd worden tot op teamniveau. Heel wat principes om tot de opdeling van het CAW te komen, worden verdergezet in de verdere verdieping. We willen met CAW Brussel als functionele en innovatief participatieve organisatie naar dit laatste toegroeien. Er wordt erg ingezet op de betrokkenheid van medewerkers, maar ook op het werken op teamniveau van hulpverlening. De eerstelijnshulp staat centraal. richten. In Vlaanderen is er één woonbeleid vanuit gemeenschaps- en gewestelijke bevoegdheden. Voor mensen die bijvoorbeeld van sociale huisvesting gebruik maken en dreigen uit hun woning te worden gezet, zijn er samenwerkingsakkoorden met de Vlaamse CAW’s om in een preventieve woonbegeleiding te voorzien. Dit soort samenwerking bestaat niet in Brussel. Hetzelfde zie je op het niveau van de samenwerking met de OCMW’s. We zitten met een minder logische gevolgtrekking. Dit gaat soms ook heel ver. Er gaat nu een nulmeting gebeuren rond actoren in de thuislozenzorg in Vlaanderen. Ik hoop dat we ook een nulmeting krijgen in Brussel. Dit is een studiegebied dat in Vlaanderen een homogene omkadering kent maar in Brussel is dit niet het geval. We lopen het risico dat dit onderzoek door een gebrek aan cijfers geen goede resultaten zal opleveren. BRUSSELS WELZIJNSNIEUWS Wat zijn de andere uitdagingen in Brussel die jullie als CAW tegenkomen en heeft dit invloed op de structuur van CAW Brussel? De afdeling Personen en Relaties behelst de ondersteuning van psychische problemen, relationele problemen, gezins- en opvoedingsondersteuning, adoptie (Dienst Maatschappelijk Onderzoek), scheidingsbemiddeling, schuldbemiddeling, … De afdeling Verblijfszekerheid, die ik reeds vermeldde, heeft te maken met een onvast verblijfsstatuut of problemen rond migratie. Bij Thuisloosheid en Wonen zetten we in op de thuisloosheid binnen Brussel, maar het is een én-verhaal, wonen hoort hier echt bij. We geven hiermee het signaal dat we open staan voor nieuwe initiatieven, denken we maar aan Housing First [zie dossier ‘Van Housing First tot Housing Fast’, BWN 203]. De laatste afdeling is die van Slachtoffer en Daderschap. Die titel is nog bespreekbaar. Alles wat met justitieel welzijnswerk, ook in de gevangenissen, slachtofferondersteuning, daderhulp, … te maken heeft, valt hieronder. De bezoekruimte zal waarschijnlijk hier ook onder vallen omdat het vaak een juridische context heeft. We bekijken welke doelstellingen door welke afdeling kunnen worden uitgevoerd. Het mag echter niet zo zijn dat mensen worden doorgestuurd, het moet mogelijk zijn om op basis van die opsplitsing alles werkbaar te maken binnen de teams. Het Brusselse gewest kent veel kwetsbare groepen. In vergelijking met Vlaanderen is er een grotere kansarmoede. Brussel staat Het CAW moeten de nodige als hoofdstad op het snijruimte geven aan de hulppunt van problematieken verleners om te kunnen die eerder een nationaal werken met hun cliënten, karakter hebben zoals de en van daaruit met andere vluchtelingenproblematiek diensten. Eventuele nieuwe of die van mensen zonder samenwerkingsverbanden wettig verblijf. Het is dan kunnen dan op organisaook niet verwonderlijk dat “CAW Brussel wil groot zijn in het kleine ...” tieniveau verder worden we één van onze afdelingen bekeken. Bestaand overleg de Verblijfszekerheid noewordt steeds bekeken vanuit men. Hoe we dit operationeel gaan inrichten, ligt de hulpverlening die we al aanbieden. CAW Brussel nog niet helemaal vast (ook al zijn we hier vandaag is geen logge organisatie op zoek naar partners. de dag al mee bezig). Het is zeker geïnspireerd Aansluiting op het werkveld vertrekt vanuit het vanuit de realiteit van Brussel. basiswerk. Eén van de zwakheden van de welzijnssector is dat er heel wat overleg wordt gevraagd, CAW Brussel wordt onderverdeeld in 6 afdelingen. ook daar is ‘de rek’ niet oneindig. Het is belangrijk De eerste afdeling is het Onthaal. Hier wordt inom een evenwicht te houden tussen het basiswerk gezet op de brede en algemene toegankelijk van en het echte cliëntencontact enerzijds en in funchet CAW. De tweede afdeling is de afdeling Crisis. tie daarvan overleg en samenwerkingswerkingen Sinds een aantal maanden werken we met een crianderzijds. sismeldpunt. Dit richtte zich eerst enkel op jongeren en hulpverleners, in maart 2014 willen we dit uitbreiden naar volwassenen. Ook kunnen breWaar ziet u CAW Brussel over 20 jaar? M.a.w. dere groepen zich hierop intekenen, maar dit ligt wat is de langetermijnvisie? nog niet tot in detail vast. Dit meldpunt is ook een voorbeeld van een opdracht waarbij de middelen In de visietekst staat al een toekomstvisie tot niet volgen. 2017. Je zou hieruit kunnen verstaan dat CAW • 4 • januari-maart 2014 Brussel een fiere organisatie is en zich als expert wilt profileren in 2017. Mijn motto is dat we groot willen zijn in het kleine. CAW Brussel heeft nu een schaalvergroting gedaan en als we hiervoor in 2017 bekendheid en erkenning krijgen, dan moet dat zijn omwille van de kleine stappen die gezet worden op het vlak van hulpverlening. De meetindicator moet de cliënt zijn. We willen niet berucht en bekend zijn voor onze een mooie naam en overal zichtbaar zijn in de media. CAW Brussel spreekt in de visietekst over een algemeen en een gespecialiseerd aanbod voor iedereen. Hoe vertaalt zich dat in jullie werking? En hoe breng je dit naar buiten? Er is heel wat nagedacht over een overkoepelende website voor alle CAW’s. We gaan hier als CAW Brussel ook op intekenen. Deze site vertrekt vanuit de vraag van de cliënt. De cliënt kan op meerdere manieren met een CAW in contact komen, telefonisch, op het centrum, via mail, chat, nieuwe media, … Dit ter illustratie dat we op verschillende locaties vertegenwoordigd zijn en dat ongeacht waar je terecht komt, je een antwoord krijgt op je eerste vragen. Als je bijvoorbeeld op een punt komt waar begeleid wonen wordt aangeboden, maar jij hebt een vraag over verblijfszekerheid, dan kan je daar verder geholpen worden. We bekijken de hulpverleners vanuit een generalistisch perspectief. Daarom laten we hulpverleners ook een opleiding volgen in het cliëntgericht multimethodisch werk. (zie kader). Dit is een zeer brede methodiek die voornamelijk inzet op de basishouding van de hulpverlener en de basisvaardigheden die hij of zij nodig heeft, naast het specialisme dat hij of zij heeft. De eerste attesten hiervoor zijn in februari 2014 uitgereikt Die algemeenheid moeten we in het hele CAW uitstralen. We hebben daarnaast een algemeen onthaal, waar aan vraagverheldering wordt gedaan, wat een specialisme op zich is. Hoe gaat het CAW om met de veeltaligheid in Brussel? Cliëntgericht multimethodisch maatschappelijk werk is een bundeling van maatschappelijk werkmethoden en technieken, voornamelijk voor de maatschappelijk assistent op de eerste lijn. Dit model biedt een helder overzicht en een goede plattegrond van de talloze methoden en technieken die binnen het maatschappelijk werk ontwikkeld zijn. Immers, de veelheid aan methoden en technieken hebben gezorgd voor een methodische vaagheid en versnippering. Dit zorgt ervoor dat heel wat maatschappelijk assistenten moeite hebben om hun beroep werkelijk op de kaart te zetten. Bovendien biedt deze methodische vaagheid en versnippering een goede voedingsbodem voor twijfel en onzekerheid: ben ik wel goed bezig? Doe ik het goede en doe ik het goed? C-MMMW biedt een methodisch kader dat doelgericht is, systematisch en met oog voor het hele hulpverleningsproces. Er wordt met andere woorden taal en structuur geboden aan datgene wat de maatschappelijk assistent doet. Verder biedt het een helder en concreet analysemodel dat recht doet aan de breedte van het maatschappelijk werk en ook de grenzen duidelijk aangeeft: wat is eerste lijn, wat is tweede lijn? Uiteraard gaat dit model niet voorbij aan een visie op het maatschappelijk werk en de hulpverlening. Cliëntgericht wijst naar het vraaggestuurde, en naar de erkenning van de eigen krachten van de hulpvrager. Het hulpverleningsproces wordt gezien als een samenwerking tussen twee experten: de cliënt is de expert van zijn leven, de maatschappelijk assistent is de expert inzake analyse, ordening en structurering van de verschillende spanningsgebieden, ‘probleem’gebieden die de cliënt aanbrengt. Kris Raemdonck Meer weten? H. de Mönnink, De gereedschapskist van de maatschappelijk werker. Cliëntgericht multimethodisch maatschappelijk werk. Reedjanuari-maart Business, Amsterdam. 2014 • 5 • M: [email protected] BRUSSELS WELZIJNSNIEUWS Taal mag geen criterium zijn om uit te sluiten of de problematiek van de cliënt te beluisteren. In het Brusselse gewest zijn er ook heel wat Franstalige diensten aanwezig. Als blijkt dat de cliënt door de Franstalige collega’s kan worden geholpen en dat ook zelf aangeeft, dan kan dit voorgesteld worden. Maar als de cliënt evengoed met ons CAW verder kan, dan wordt hij zeker niet afgewimpeld. We zijn een Nederlandstalige organisatie en we werken intern in het Nederlands. In het contact Cliëntgericht multimethodisch maatschappelijk werk (C-MMMW) met de cliënt staat de kwaliteit van de hulpverlening voorop en werken we indien nodig voor anderstalige cliënten met tolken. Binnen de sector is er ook discussie over het tolken, want dit is geen gratis dienstverlening. Moet de organisatie dit zelf bekostigen of is dit een taak voor de overheid om in de nodige middelen te voorzien. Aan de andere kant willen we ook niet vervallen in een tolkendienst. Heel wat jullie diensten bevinden zich in de Brusselse vijfhoek, is het de bedoeling om ook aanwezig te zijn in de andere Brusselse gemeenten? Je kan je de vraag stellen waar je het beste gehuisvest moet zijn als welzijnsorganisatie. Puur geografisch kun je je centra gelijkmatig verdelen over de 19 gemeenten, maar dan kan de huidige werking zich op deze manier niet verderzetten. In de Vlaamse regio’s zien we dit wel, dit is historisch zo gegroeid. In Vlaanderen zijn het OCMW en het CAW de grote spelers. In Brussel heb je heel wat meer (anderstalige) actoren. Je kan ook kijken waar de sociale armoede het grootst is, dan springen er een aantal gemeenten uit. Dan zijn wel goed gesitueerd, we zitten immers al in Anderlecht, Molenbeek, Jette, Etterbeek, … Is het dan ook niet belangrijk om een goede kennis te hebben van de Franstalige en tweetalige organisaties? Vanuit hun specialisme en het type hulpverlening dat ze bieden , vergaren basiswerkers kennis over gelijkaardige diensten. Hulpverleners die met thuisloosheid bezig zijn, zitten samen met hun collega’s uit het Franstalige en bicommunautaire thuislozenzorg. Op dit niveau wordt heel wat kennis uitgewisseld. Op organisatieniveau heeft het CAW eerder te maken met de Nederlandstalige actoren. BRUSSELS WELZIJNSNIEUWS Hoe bereik je mensen? M.a.w. hoe weten ze waarvoor ze bij een CAW terecht kunnen? En hoe weten organisaties dat ze mensen naar jullie kunnen doorverwijzen? Buiten de evidente bekendmaking via folders, website, … willen we op de eerste plaats bekend worden om de kwaliteit van de hulpverlening die we bieden. We hebben de verantwoordelijkheid om die hulpverlening zo bekend mogelijk te maken maar dienen natuurlijk ook bekend te zijn bij de overheden. Ze moeten weten wat wij doen. Stel dat er bijvoorbeeld een partner wordt gezocht voor een sociaal project, dan moet de overheid weten dat ze hiervoor terecht kunnen bij het CAW. • 6 • januari-maart 2014 In een studie van het HIVA over sociale onderbescherming staat dat 60 % van de rechthebbenden er niet in slagen hun recht af te dwingen. Welke rol is daarbij voor CAW Brussel weggelegd? Het sociaal-administratief luik wordt in de hulpverlening soms onderschat. Heel wat vragen die aan onze hulpverleners gaan juist over die administratieve verplichtingen. Onze hulpverleners besteden heel wat tijd aan het contacteren van verschillende diensten. Wanneer er een maatschappelijk werker belt, kan die persoon toch makkelijker geholpen worden. Zeker in een grootstedelijke context waar OCMW’s overstelpt worden door vragen, waar er sprake is van veel kansarmoede, komen heel wat van dit soort situaties naar boven. Sinds dit jaar moeten wij een e-dossier bijhouden. Hopelijk komt het CAW hierdoor niet in dezelfde situaties terech als andere diensten, waarbij cliënten hierdoor niet geholpen kunnen worden om dat de computers crashten.. We zien natuurlijk ook wel de voordelen in van zo’n e-dossier. Onthaaltehuizen signaleren dat mensen een eigen stek vonden, terugkeren naar onthaaltehuis met andere vragen. Hoe deze nazorg beter aangepakt worden? Of kan er gewerkt worden aan preventie? die het kan hoe Dit heeft te maken met de duur van de hulpverlening. We krijgen met heel wat complexe problematieken te maken, thuisloosheid is hier één van. In die zin is zo’n verhaal nooit af. Welzijn bieden of versterken is een continuüm. We kunnen alleen hopen dat we mensen telkens zo goed mogelijk weer op weg helpen. Maar het is ook geen schande om later opnieuw aan te kloppen voor hulp. Het is niet omdat we een eerstelijnsorganisatie zijn, dat onze taak ophoudt, als we mensen naar een ‘andere’ lijn doorverwijzen. Dat zou het ontkennen zijn van de realiteit. De kern van het welzijnswerk zit hem juist in het versterken van mensen of het verlichten van hun stress. Er zullen altijd terug nieuwe vragen komen. Om terug te komen op de vraag welke koers we willen varen in de toekomst. We willen bekend staan als een organisatie met een vertrouwenslabel. Een organisatie waar mensen terecht kunnen bij medewerkers die je voldoende kunt vertrouwen. 26 sectorale doelstellingen voor de CAW’s De 18 sectorale doelstellingen (2 algemene en 16 specifieke) voor de Vlaamse Gemeenschap 2. Sectorale doelstellingen 2.1. Algemeen 2.1.1. Gerichtheid op kwetsbare groepen en personen 2.1.2. Kwaliteit van de hulpverlening 2.2. Algemene preventie 2.3. Onthaal en crisishulp 2.3.1. Onthaal 2.3.2. Crisishulp 2.4. Begeleiding 2.4.1. Psychosociale begeleiding 2.4.2. Begeleiding aan minderjarigen en jongvolwassenen 2.4.3. Begeleiding aan slachtoffers 2.4.4. Begeleiding aan betrokkenen bij een verkeersongeval 2.4.5. Begeleiding aan personen in het kader van familiaal geweld en misbruik 2.4.6. Begeleiding aan gedetineerden en hun sociale omgeving 2.4.7. Begeleiding aan met persoonlijke en psychische problemen 2.4.8. Begeleiding aan personen met problemen in de partnerrelatie of in scheiding 2.4.9. Begeleiding aan personen met een woonproblematiek 2.4.10. Begeleiding aan personen met problemen ten gevolge van een schuldenlast 2.4.11. Begeleiding aan seksuele delinquenten 2.4.12. Begeleiding aan personen met een precair verblijfsstatuut 2.4.13. Integrale begeleiding aan gezinnen in armoede Voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie: 8 doelstellingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. (Preventief) onderwijs- en jeugd(welzijns)werk Opvoedingsondersteuning Inzetten op het voeren van een intern vrijwilligersbeleid Lokaal sociaal beleid Schuldbemiddeling Project Vrijdag Juridische eerstelijnsdienstverlening en -ondersteuning aan etnisch-culturele minderheden Dagcentrum voor thuislozen BRUSSELS WELZIJNSNIEUWS Meer weten over CAW Brussel? Onthaal Brussel 1 Grétrystraat 1 1000 Brussel T: 02 227 02 00 M: [email protected] Onthaal Brussel 2 Triomflaan 32 (VUB Campus Etterbeek) 1160 Oudergem T: 02 629 23 45 M: [email protected] Onthaal Brussel 3 Onthaal Anderlecht Antwerpselaan 34 Aumalestraat 7 1000 Brussel1070 Anderlecht T: 02 502 66 00 T: 02 521 29 22 M: [email protected] M: [email protected] januari-maart 2014 • 7 •
© Copyright 2024 ExpyDoc