Speel en Leerbrief februari 2014

pedagogisch werken met plezier
’s Speel- & Leerbrief
februari 2014
Buitenspelen als het ijskoud is!
Veel kinderen spelen liever buiten dan binnen. Maar in de winter, behalve als er sneeuw ligt, hebben veel kinderen
toch een zetje nodig. Dat geef je ze vooral als je iets leuks
in het vooruitzicht stelt: tikkertje spelen, stokken zoeken
om straks binnen te beschilderen, gekleurde ijsballen
maken (zoals beschreven in PIPPO Plus) of pindakaasdennenappels voor de vogels ophangen. Net zoals in het
verhaal van peuter Max in PIPPO, zullen kinderen het erna
extra lekker vinden om in een warm lokaal naar binnen te
gaan! En daar gezellig samen iets warms te drinken en te
eten.
In PIPPO sneeuwt het deze maand op de meeste
bladzijden. De kans dat die sneeuw er ook echt ligt, lijkt
dit jaar minder groot. Maar de verhaaltjes kunnen ook
herinneringen oproepen van de sneeuw die er vorig jaar
wél ruimschoots lag.
Ik hoop dat deze Speel- & Leerbrief zal zorgen voor
pedagogisch werken met nóg meer plezier.
Marja Baeten
redactie PIPPO
Winter buiten?
Lees dan in PIPPO Plus de originele
winterspelletjes die je met de kinderen buiten
kunt doen: gekleurde ijsballen maken van een
gevulde ballon! Een walrus maken van sneeuw,
of sneeuwmuizen die op je jas kruipen!
Veel plezier ermee!
Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar
De Speel- & Leerbrief verwijst regelmatig naar het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Dat boek
is bedoeld als een naslagwerk en inspiratiebron voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang.
Meer informatie vind je op www.stichtingbkk.nl
Speel- & Leerbrief februari 2014
1
Pippo en de sneeuwpop
Omdat het verhaaltje van aapje PIPPO zo ruim is geïllustreerd,
kun je ook beginnen met kijken. De tekst lees je dan later voor. Op deze manier stimuleer je kinderen om beter
en preciezer te kijken.
Om het te activeren, stel je vragen, zoals:
• p. 2: Wat is aapje Pippo aan het doen?
Waarom heeft hij een muts op en een sjaal om?
Kijk eens naar zijn handen en zijn voeten. Wat zou jij aantrekken?
• p. 3: Aapje Pippo kijkt blij. Waarom is dat, denk je?
Weet jij al wat aapje Pippo wil maken?
•p
. 4: Aapje Pippo kijkt een beetje geschrokken. Waarom, denk je?
Wat zit er op de buik van de sneeuwpop?
• p. 5: Wat heeft aapje Pippo nu gedaan? Waar is zijn muts?
Waarom omhelst aapje Pippo de sneeuwpop?
Nadat je alle bladzijden bekeken hebt, lees je de letterlijke tekst
van het verhaaltje voor.
Kinderen zullen blij zijn, bevestigd te worden dat zij eigenlijk al
wisten waar het verhaaltje over ging.
Op deze manier een verhaaltje lezen, enthousiasmeert
peuters ook om zelf eens PIPPO te pakken en een
verhaaltje met hun eigen woorden na te vertellen.
Verbanden leren zien
Het samen lezen en navertellen van prentenboekverhalen is stimulerend voor de taal- en denkontwikkeling van peuters. Vooral als je kinderen vragen stelt die heel direct te maken hebben met wat
ze op de illustratie zien. Jonge kinderen denken vooral concreet, vanuit hun eigen ervaringen en zintuiglijke waarnemingen. Bij het zien van herkenbare plaatjes (sneeuw bijvoorbeeld) zullen ze graag
vertellen over de sneeuwpop die ze zelf ooit maakten. Geef kinderen de ruimte en de tijd om te vertellen. Het is goed om na het voorlezen het verhaal met de kinderen samen te vatten. Zo krijgen ze
besef van verhaalstructuur, tijdsverloop en oorzaak-gevolgrelaties.
Maak een sneeuwschilderij
Je hebt een stuk stevig papier nodig en een witte kaars. Steek de kaars aan en laat op het papier kaarsvet druppelen. Probeer om veel kleine druppels te laten vallen, verspreid over het hele papier. Laat de kaarsvetdruppels
goed drogen. Nu gaan de kinderen met plakkaatverf of waterverf een winterschilderij maken. Op de plekken
waar kaarsvet is, pakt de verf niet. Daardoor lijkt de druppel een sneeuwvlokje. Als het schilderij klaar is, kun je
het ophangen bij de wintertafel.
Teken of plak een sneeuwpop
Stel de kinderen voor (zeker als er buiten geen sneeuw is) om een sneeuwpop te maken zoals aapje Pippo
dat deed. Maak voor elk kind een kopie van de volgende bladzijde. Teken met een potlood de contouren van
de sneeuwman. Laat de kinderen dan kleine snippers scheuren van wit papier. De snippers plakken ze op de
sneeuwpop.
2
Speel- & Leerbrief februari 2014
De sneeuwpop van ..............................................................
Beertje Bruin op de slee
Lees het verhaal van Beertje Bruin voor. Zorg dat de kinderen die
luisteren, de plaatjes goed kunnen zien. Terwijl je leest, wijs je
de woorden aan die in de tekst genoemd worden (gele slee, dicht
tegen Papa Beer aan, de want, de sneeuw…). Zo leren ook heel
jonge kinderen al het verband kennen tussen tekst en beeld.
Praat met de kinderen over het verhaaltje na.
In het verhaaltje zelf, wordt bijna niets gezegd.
Daarom is het misschien leuk, om samen met de kinderen, bij elk
plaatje te bedenken wat Beertje Bruin zegt. En wat Papa Beer zegt. Laat ze goed naar de gezichtsuitdrukkingen van de twee beren kijken.
Bijvoorbeeld:
p. 6: Papa Beer zegt: Ik vind het wel een beetje eng. Of: Zullen we nu gaan?
en Beertje Bruin zegt: Met jou durf ik het wel! Ik ben heus niet bang, hoor!
p. 7: Papa Beer zegt: Oh, wat gaan we hard. Ik wil niet vallen, hoor!
en Beertje Bruin zegt bijvoorbeeld: Spannend, he, papa!
Sneeuwspel binnen
Vorig jaar lag er buiten veel sneeuw toen de PIPPO verscheen die over winterpret ging. Dat lijkt dit jaar iets minder waarschijnlijk. Maar veel kinderen zullen zich de sneeuw nog herinneren. Daarom kun je iets naspelen naar
aanleiding van hun eigen ervaringen. Als het hard heeft gesneeuwd, liggen voorwerpen soms helemaal onder
de sneeuw. Speel dit na door over knuffels en speelgoed een witte doek te leggen. Probeer er met elkaar achter
te komen welke dingen er zijn ondergesneeuwd. Eerst mogen de kinderen alleen kijken en raden. Je kunt ze ook
laten voelen en laten beschrijven wat ze voelen.
Hé Klein Konijn, waar is jouw holletje?
Voor je dit verhaaltje gaat lezen en spelen, druk je alle onderdelen uit op blz. 12-13.
Plak de onderdelen op hun plek.
TIP: plastificeer het figuurtje van Klein Konijn. Dan kun je langer met hem spelen.
Lees het verhaaltje van Klein Konijn interactief voor. Dat wil zeggen dat je met het figuurtje
van Klein Konijn over de bladzijden springt. Je brengt het verhaal zo tot leven. Peuters, met
hun grote fantasie, genieten daarvan. Dat is ook de reden dat we bijna in elke PIPPO een
dergelijk speelverhaaltje plaatsen.
Maak een wintertafel
Of er nu buiten wel of geen sneeuw ligt, maak een wintertafel. Leg er voorwerpen op die met de winter te maken hebben: kledingstukken, foto’s (die kinderen zelf kunnen meenemen) en boeken die over de winter gaan.
Zo’n thematafel zorgt ervoor dat het onderwerp meer gaat leven bij de kinderen.
Boeken over warm of koud
Verzamel een stapeltje prentenboeken. Een paar ervan gaan duidelijk over de winter. Over ijs en kou. Andere
prentenboeken gaan juist duidelijk over de zomer. Over zon en warmte. Vraag aan de kinderen om de boeken
te zoeken die over ‘koud’ gaan. Waar zien ze dat aan? Laat de kinderen de kenmerken aanwijzen en benoemen.
Doe daarna hetzelfde met een boek dat over ‘warm’ gaat. Lees daarna uit beide boeken voor.
4
Speel- & Leerbrief februari 2014
De avonturen van Max
Als je in de winter buiten bent geweest, kan binnenkomen
heel weldadig zijn. Alles is hier lekker warm.
Dat vindt Max ook. Lees het verhaaltje van Max.
Verken na het lezen samen met de kinderen de begrippen warm en
koud. Ze komen in het verhaaltje allebei aan de orde.
Bekijk samen het eerste plaatje.
Max zegt: Brr, wat is het koud buiten!
Kijk eens naar zijn handen, die zien rood van de kou.
• Wanneer heb jij wel eens koude handen?
(geen handschoenen, als je sneeuw pakt)
• Hoe voelen koude handen? (pijn, prikken, jeuken)
• Wat kun je doen als je koude handen hebt? (met je handen slaan, je handen wrijven)
Maak met alle kinderen de bewegingen om warme handen te krijgen.
Bedenk met elkaar wat je nog meer kunt doen om het warm te krijgen
(in de handen blazen, met de voeten stampen, dicht tegen elkaar aankruipen).
TIP:
1 J e kunt de begrippen warm en koud ook verkennen in de ruimte waar je
bent. Voel eens aan het raam.
Is dat warm of koud? Ga samen op zoek naar andere voorwerpen of
plekken die warm of koud voelen.
2 Als het buiten ijskoud is, kun je de kinderen vragen om in een bakje wat ijs
of sneeuw mee naar binnen te nemen. Bekijk samen wat er binnen gebeurt:
• hoe voelt de sneeuw/ het ijs?
• wat gebeurt er als je het in je hand houdt (het wordt nat, het smelt).
• zet de bakjes weg en ga even later kijken. Wat gebeurt er?
• Is er buiten geen sneeuw of ijs? Neem dan ijsblokjes uit de vriezer.
Versje om warm te worden
Koude handen op elkaar.
Klappen maar, klappen maar.
Koude handen in elkaar.
Wrijven maar, wrijven maar.
Klappen, wrijven, zwaaien met je arm.
Zo word jij weer lekker warm.
Tips voor baby’s
• Pak als het gesneeuwd heeft, een bord of dienblad, vul deze met sneeuw en leg het op tafel of op de
grond voor de baby’s, om aan te voelen en mee te spelen.
• Neem twee dezelfde soort bakken, vul de een met sneeuw of ijsblokjes en de ander met warm water.
Laat de baby ontdekken hoe beide voelen en wat het verschil is.
• Kleed de baby warm genoeg aan, denk ook aan wantjes en een muts en maak een korte wandeling
buiten als het koud, maar prachtig weer is!
Teksten: Marja Baeten. Adviezen voorlezen: Sardes. Adviezen activiteiten baby’s en dreumesen: Kjille Soeting.
5