Beeldhouwkunst Schilder- en tekenkunst Fantasie

Schema 20e eeuw.indd; v1 t/m 2: … ; v3: 0308; v4: 0408; v5: 0808; v6: 0109; v7: 0411; v8: …
SCHEMA 20E EEUW • BEELDENDE KUNST-1 • De belangrijkste namen en stijlen zijn onderstreept, probeer ze te onthouden. De minst belangrijke staan tussen haakjes • ................................................................... NAAM LEERLING
Schilder- en tekenkunst
69%
Fantasie
1900
stijlen en kunstenaars
1905
invloed van Gauguin,
(symbolisme en romantiek)
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
Rousseau Douane beamte, amateurschilder, autodidact (geen academische
opleiding). Werd door expressionisten, Picasso e.a. bewonderd
om onbedorven primitviteit en ‘eerlijkheid’ (niet verpest door
academische scholing). Zijn eigen ideaal was echter de kunst van
beroemde schilders uit het museum. Uiterlijk: sprookjesachtige
sfeer, gladde schilderwijze, vereenvoudigde vorm, wel lichtschaduwwerking, maar geen slagschaduwen.
Andere naïeven in de jaren 20 en 30: bijvoorbeeld (Bombois en
Séraphine de Senlis)
Expressie
stijlen en kunstenaars
invloed van Van Gogh, (Munch
en Ensor)
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
vanaf Uitdrukking van eigen emotie door gebruik van: felle kleuren;
1907 sterk vereenvoudigde vorm; goed zichtbare werkwijze; donkere
omlijning; ruimte-abstractie; grote contrasten. r Primitieve en
Frankrijk:
Fauves
(1904-07) naïeve kunst (Afrikaanse maskers).
‘Wilde beesten’
Matisse a Maakte zich al snel los van de Fauves: sterk vereenvoudigde,
Derain vlak decoratieve, sierlijke vormen; egale kleurvlakken; geen
(Marquet), (Manguin) schaduwen. Onderwerp: onbezorgde, zonnige leven.
de Vlaminck a Autodidact; spontane schilderwijze; o.a. landschappen.
Van Dongen (<Ned.) a O.a. gedurfde sensuele vrouwen; later: modieuze portretschilder
in Parijse beter kringen.
Rouault a Onderwerpen: eerst 'roze leven', later bijbelse taferelen. Zware,
Duitsland: (Modersohn) brokkelige omlijning van vormen, als gebrandschilderde ramen.
Nolde a Primitieve vormen; losse, smeuïge kwaststreek; dikke verf.
Die Brücke (v.a. 1905) Van 1905-11 in Dresden r Van Gogh; na 1911 Berlijn r Kubisme.
(Heckel, Schmidt-Rottluff) Houtsneden zeer gewild vanwege primitief uiterlijk: simpele vormen
(Pechstein) en materiaal en werkwijze goed te zien in afdruk.
Kirchner a Onderwerp: grote stad, vrouw als sexsobject. Spitse en hoekige
vormen; felle kleuren; ruimte-abstractie.
(Kollwitz) a Sociaal bewogen vrouw. Krijt-, houtskooltekeningen en grafiek.
Oostenrijk:
(Schiele) a Erotische voorstellingen.
Kokoschka a Nerveuze, psychologische portretten, minder felle kleur/vorm.
Expressionisme
Beeldhouwkunst
Constructie
stijlen en kunstenaars
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
Kubisme
vanaf 1907
analytisch: 1907-11
synthetisch: na 1911
Frankrijk:
Picasso (<Spanje)
(1881-1973)
Kleur: bruinen en grijzen; vorm: hoekige, geometrische vormen;
Ruimte: meer standpunten door elkaar of: bewegend standpunt;
Licht: geen natuurlijk licht: iedere fragment zijn eigen belichting.
De kubisten houden zich bezig met de bestudering van VORM.
a Begon met ‘roze’ en ‘blauwe periode’: melancholiek, sociaal
bewogen. Toen r primitieve maskers: “Les Demoiselles d’Avignon”
(1907). Toen r tentoonstelling Van Gogh, Gauguin, Cézanne. Toen
kubistische periode. O.a. om ‘echte werkelijkheid het kunstwerk
binnen te halen’: druk- en kistletters in werk en uitvinding collage 1912 (waardeloos materiaal opplakken) en montage.
Later: r surrealisme. Werkt in allerlei materialen en technieken.
Naast vernieuwend werk maakt hij ook steeds schilderijen in
meer klassieke vormentaal.
a Werkte in beginperiode nauw samen met Picasso. Wie vond
het kubisme en de collage uit? Bleef in latere periode stillevens
maken in een afgeleide vorm van kubisme.
Braque
Gris
(Picabia)
(Gleizes)
1909-1920 De futuristen wilden de dynamiek van de moderne tijd weergeven en uitbeelden:
beweging, snelheid, licht en kracht. Verschilldende momenten gelijktijdig weerItalië:
Boccioni geven r Kubisme en fotografie (Marey/Muybridge). Ze stonden positief t.o.v.
(Russolo, Severini, Carrà) de moderne maatschappij, techniek, de verhouding mens-machine, snelle auto’s,
Balla kracht, gevaarlijk leven, oorlog enzovoort. De eerste schilderijen van de Futuristen
waren in pointillistische stijl. Ze gaven manifesten uit.
Orphisme vanaf 1910 Werkelijkheid opgedeeld in prismatische vormen en kleuren.
Invloeden: kubisme (vormen), expressionisme (kleuren) en futurisme
(beweging).
1914-1918: Eerste Wereldoorlog
Frankrijk:
Delaunay a Dynamische Eiffeltorens. Later werkte hij geheel abstract, onder- Malewitch
Dada
1916-1919 Ontstaan in Zürich tijdens WO.I (cabaret Voltaire met Hugo Ball).
1878-1935
(Gleizes, Villon) werp beweging en licht. Zijn vrouw maakte stofontwerpen.
Dada was een protest tegen oorlog, kunst, politieke en maatschapRusland
Léger a ‘Kachelpijpmannetjes’. Communistisch. Over arbeid en arbeiders.
pelijke waarden. Antikunst door alles tot kunst te verklaren. Wilde
Chagall (<Rusland) a Sprookjesachtig. Div. werkelijkheden door elkaar. Surrealistisch. (Supremapubliek choqueren met ‘abstracte’ (nonsens) poëzie en gebruik
tisme)
(Blaue Reiter) v.a. 1911 Lyrisch expressionisme, lieflijk. Invloed van kubisme (vormen),
van afval materiaal. Verder: ironie en absurdisme. Het
v.a. 1915
volkskunst en kindertekeningen. Men streeft naar zuivere harmonie
Zwitserland: 1916-1919 onderbewuste wordt vastgelegd door gebruik te maken van 3
Duitsland: (Marc, Macke) a Lieve landschapjes met paarden. r orphisme.
Parijs: 1919-22, dan V.S. surrealistische technieken: automatisme, toeval en asKlee a Heldere, simpele vormen, harmonie en subtiele humor, r kinMan Ray sociatie r diepte psychologie (droomduiding en analyse)
(Jawlensky <Rusland) dertekeningen en handschriften.
Picabia (<Spanje) Freud. Men verwerpt noodzaak van rationaal denken en doen.
(Lissitzky)
Kandinsky (<Rusland) a Maakte het eerste abstracte schilderij in 1910, r muziek.
Marcel Duchamp (<Fr.) a Eerst beïnvloed door kubisme/futurisme (“Naakt de trap
De Stijl
Losse expressionistische stijl. Later ging hij meer hoekig werken.
afdalend”, 1912). Later Dadaïst. Uitvinder ready-made. Verkent
1917-1924
(Expressionisme)
a Vaak met kubistische vormgeving.
grenzen van de kunst. Stop met maken van kunst.
Nederland:
België:
Permeke a Arme boerenleven uit Vlaanderen. Gebruik van aardkleuren
Duitsland:
(Hausmann, Fotomontage: vervreemding door brokstukken van diverse Mondriaan
(Desmet, V. d. Woestijne) (bruin, mosgroen enz.); zware hoekige vormen; donker omlijnd.
Höch, Heartfield) realiteiten bij elkaar te plakken tot een nieuwe werkelijkheid.
1920
(Nederland:
Sluyters, a In Nederland: minder heftig expressionisme.
Ernst a Collages van oude affiches. Frottage als techniek om toevallige
Kruyder, Chabot,Wiegers
texturen te krijgen en daarop verder te gaan.
Werkman) a Maakte ‘druksels’: composities door vrij afdrukken van drukSchwitters a Afval collages, ook driedimensionaal: Merzbau.
vormen. Lid van “De Ploeg”, Groningen r Die Brücke.
Surrealisme 1924-35 De schrijver Breton schreef in 1924 het Eerste Surrealistische
Frankrijk tussen WO.1 en 2
Nieuwe
Zakelijkheid
tussen
WO.1-2
Twee stromingen:
Manifest te Parijs. Het surrealisme is een voortzetting van de
Van Doesburg
Duitsland:
Geeft verwording van Duitse maatschap- Picasso a ‘Klassiek’ vormgeving; r
1 ABSTRACTIE
ideeën van Dada. Gebruik vreemde titels, vervreemding.
surrealisme;
gezichten
met
pij weer in hard en expressief realisme
Duitsland:
Ernst a Werkwijze vaak met toeval (frottage), werkt soms abstract,
meer aanzichten; geschilderd
met sociaal commentaar. Felle belichting,
soms half-abstract. Brengt soms kleine verandering aan in beVan der Leck
alsof collage; “Guernica” 1937:
realisme van het detail, werkt soms
staand werk van andere kunstenaars. Gebruik vreemde titels.
Bauhaus
1919-1933
expressief
kubisme;
grafiek;
vervreemdend.
Spanje:
Miro a Organische, eenvoudige vormen, verbonden door lijnen,
Duitsland:
gebruiksvoorwerpen.
Beckmann
a
Overvolle,
allegorische
veelluiken;
zwart
(Fr.: Masson, Tanguy) zweven voor achtergrond van waterige kleuren. Automatisch
Totale vormgeving
Braque a ‘Stillevens’ en ‘Ateliers’.
omlijnd; expressionistische schilderwijze.
(Engeland: Nash) schilderproces. Onder invloed van hallucinerende middelen.
docenten:
Matisse
a
‘Knipsels’.
Dix a Veelluiken over verrotte maatschappij.
2 FIGURATIE
Kunstenaars bereiken vervreemding op verschillende manieren:
Klee, Kandinsky
Léger a Kunst voor de arbeider. OnGrosz
a
Spotprenten
over
verrotte
maatschappij.
Spanje:
Dali a Onbestaanbare combinaties van brokstukken uit de realiteit,
Schlemmer
derwerp: arbeider (werk en vrije
Nederland:
als in droom; fotografisch precies geschilderd. Gebruik van
Itten
tijd).
Vereenvoudigde
vormen;
Ch. Toorop a Hard, expressief sociaal realisme; felle
‘dubbelbeelden’.
Feininger
zware
lijnen;
vlakke
kleuren;
belichting; zwarte schaduwen; zwaar omBelgië:
Magritte a Spanning door begripswisselingen en combinatie van voorAlbers
soms: kleur los van vorm.
lijnde, krachtige vorm; afb. van arbeiders
(Eng.: Spencer, Nash) werpen zonder duidelijk verband. Fotografische stijl.
(Piet Zwart, Nederland)
Chagall a Sprookjesachtig. Diverse
(Moholy-Nagy, Hongar.)
1929 Beurs van New York stort in: crisis in de jaren ‘30. NSDAP Duitsland. Hitler rijkskanselier v.a. ‘33
werkelijkheden door elkaar.
1910 (Pittura Metafisica)
Vervreemding.
Italië:
De Chirico a Overdreven lijnperspectief; sterk licht-schaduwcontrast; in de
vanaf 1917:
(Carrà) voorstelling ‘maatpoppen’.
Morandi a Al snel onafhankelijke stijl: schilderde en tekende steeds dezelfde flessen in simpele stillevens; opvallende plaatsing voorwerpen.
1913 Armorie Show in V.S.
Grote opschudding en beïnvloeding door moderne Europese kunst.
Aanvankelijk positief t.o.v. moderne kunst. Na verstrenging regiem
1917 Russische Revolutie
in 1920 vertrekken veel Russische kunstenaars naar West-Europa.
invloed van Rodin is in het begin van de eeuw groot
invloed van Cézanne
Futurisme
Het kubisme heeft grote invloed op het constructivisme, het
futurisme en het orphisme.
a Hij schildert eerst in een stijl die verwant is aan het kubisme.
Later wordt hij steeds meer geobsedeerd door de moderne wereld
(vliegen, technologie, ruimte, magnetisme enz.). De mens moet zich
bevrijden van aardse gebondenheid: hij ziet de noodzaak van een
voorstelling niet meer en ontwikkelt het suprematisme (“oppergezag van het zuivere gevoel in de beeldende kunst”). Op een witte
achtergrond (de oneindige ruimte) bewegen (zweven, vallen, stijgen
op) gekleurde geometrische vormen. Grote invloed op het Bauhaus,
de architectuur van de Internationale Stijl en het Constructivisme.
a Beïnvloed door Malevitch. Maakte o.a. fotomontages.
Kunstenaars van De Stijl zochten naar onveranderlijke wetten van
de Schoonheid. Terug naar de essentie: rood, geel, blauw, zwart,
wit, horizontaal, verticaal, geometrische vormen. Totale vormgeving.
a Schilderde aanvankelijk in een soort Haagse School stijl.
Ontwikkelde een eigen stijl uit een steeds verdergaande abstrahering van de werkelijkheid. Uiteindelijk werd dat het neoplasticisme:
rechthoekige vlakken en zwarte verticale+horizontale lijnen (mannelijk en vrouwelijk), kleuren: rood, geel, blauw, zwart, wit en grijs.
Invloeden: Calvinisme, socialisme en ‘Het Hogere’ (Theosofie).
a Redigeerde het tijdschrift van ‘De Stijl’. Naast schilderijen
(waarin hij de diagonaal invoerde) steeds meer architectuur en
vormgeving (o.a. typografie).
a Sterk geometrisch geabstraheerd, maar met een voorstelling.
Walter Gropius oprichter. Terug naar de essentie: systematisch
onderzoek naar beeldelementen en materialen en technieken. Geen
onderscheid kunstenaar en ambachtsman. Doel: ontwerpen functionele producten met goed vormgeving, voor massaproductie.
a Ontwerpers Bauhaus leermethoden. Zie verder Blaue Reiter.
a Geometrisch vormen: mensen in ruimten. Moderne balletten.
a Ontwerp Bauhaus leermethode, o.a. kleurenleer (kleurcontrasten)
a Lijkt op orphisme. Ook experimenten met fotografie.
a “Hommages aan het vierkant”, studies in kleur.
a Voorloper van de moderne typografie: compositie met letters.
a Abstracte fotografie: licht, ruimte, beweging in kinetische kunst.
stijlen en kunstenaars
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
Symbolisme
tot 1910 Het symbolisme werkte langer door dan in schilderkunst.
Frankrijk:
(Bourdelle)
invloeden van Rodin.
Italië:
(Rosso)
België:
Wouters
Frankrijk:
Maillol a Volle, ‘klassieke’ vrouwfiguur, naakt als personificatie.
(Despiau)
België:
Minne a Dunne mensen, Invloed van jugendstil en symbolisme.
Expressionisme v.a. ‘05
Duitsland:
Barlach a Gesloten, vereenvoudigde vorm; expressie v. beweging; blokvorm
Schmidt-Rottluff waarmee was begonnen is nog duidelijk te zien in het eindresultaat; materiaal vaak hout (‘primitief’); r primitieve culturen.
(Lembruck) a Langgerekte mensfiguren; r ‘klassiek’, Maillol.
Kollwitz a Sociaal bewogen. Figuratief. Posters tegen de oorlog
Cubisme
vanaf 1907 Invloed op het ontstaan van het constructivisme.
Frankrijk:
Picasso a Uitvinding montage (is ruimtelijke collage).
Lipchitz a Hoekige vormen, hol en bol, onderwerpen: kubistische schilders.
Laurens a Vergelijkbaar met Lipchitz.
Archipenko
Duchamp-Villon a Invloed v. futurisme en kubisme. Werk: ‘Het Paard’, brons, 1914.
Matisse a Serie abstraheren van portretten
Zadkine a Invloed Kubisme en Expressionisme
Futurisme
Boccioni a Uitbeelden van beweging, gebruik van vergankelijk materiaal.
Italië:
vanaf 1909 Later werd zijn beeldhouwwerk pas in brons gegoten.
Roemenië:
Brancusi a Brancusi kan niet tot een bepaalde stijl worden gerekend. Grootste vernieuwer van de beeldhouwkunst sinds Rodin. Rodin was
1876-1957
meer een boetseerder en Brancusi meer een steenhakker. Beïnvloed
door primitieve kunst en Roemeense volkskunst. Onderwerpen: sterk
geabstraheerde dieren, primitieve beelden en zuilen. Werk met sterk
vereenvoudigde vormen. Gebruik van contrasten: tussen materialen,
tussen materiaalbewerkingen en tussen voetstuk en eigenlijke beeld.
Constructivisme
1915-20. Na 1920 verstrenging
van het regiem in Rusland: vele kunstenaars naar West-Europa. Daardoor
verspreiding constructivisme.
Rusland:
Tatlin
Pevsner
broers
Gabo
(El Lissitzky)
(Rodchenko)
België:
Vantongerloo
Hongarije: Moholy-Nagy
Nieuw beeldhouwprincipe toegepast: niet gemodelleerd of gehakt,
maar uit onderdelen opgebouwde vormen. Gebruik van moderne
technieken, vormen en (‘onartistieke’) materialen: plastic, nylon,
staal, foto. Vaak open vormen (draadconstructies). Geen voetstuk.
Verhouding mens-machine: positief.
a Ontwerp van monument voor 3e Internationale.
a Meestal abstract. Gebogen vlakken, ontstaan door op elkaar
gelaste metaaldraden.
a Non-figuratieve draadconstructies (nylon, plastic, roestvrij staal)
geven lijnenspel. Soms bewogen door motor.
a Typografie, fotomontage > Bauhaus en De Stijl.
a O.a. fotomontages voor boekomslagen en posters.
a Composities van balk- en blokvormen.
a Abstracte fotografie: licht, ruimte, beweging in kinetische kunst.
Gebruik vreemde titels, toeval, automatisme, ready-mades, afval.
Duchamp a Wilde publiek schokken; onderzoekt grenzen van de kunst:
alles is kunst. O.a. ‘stoppages’ (=nieuwe vorm van een meter door
gebruik toeval), “Het Grote Glas” (1915-23) “Koffer”. Readymade (=kant-en-klare voorwerpen tot kunst verklaren).
V.S.:
Manray a O.a. experimenten met het fotografische proces.
Zwitserland:
Arp a Houtreliëfs, vorm ontstaan met gebruik van toeval. Later:
organische, witte vormen met vreemde titels. Ook surrealist.
Surrealisme
1915-20 Gebruik vreemde titels, toeval, automatisme, ready-mades, afval,
vreemde combinaties van materialen en brokstukken van voorstel1 ABSTRACTIE
Zwitserland:
Arp lingen die niets met elkaar te maken hebben.
Giacommetti a Draadconstructies met vreemde titels.
Spanje:
González a Vanaf 1930: gelaste constructies van ijzerafval (schroot)
Picasso a Leerde van Gonzáles schrootlassen. Assemblages v. (afval)voorwerpen tot (geabstraheerde) beelden, daarna vaak in brons gegoten.
2 FIGURATIE
Spanje:
Dali a Vervreemding door onbestaanbare combinaties van brokstukken
uit de realiteit, als in een droom.
Geometrische vormen, moderne materialen, onderzoek beeldelementen
Bauhaus
Schlemmer a Menselijke figuren, geabstraheerd tot geometrische vormen.
Dada
Frankrijk:
SCHEMA 20E EEUW • BEELDENDE KUNST-2 • De belangrijkste namen en stijlen zijn onderstreept, probeer ze te onthouden. De minst belangrijke staan tussen haakjes • .................................................................. NAAM LEERLING
Schilder- en tekenkunst
69%
Fantasie
stijlen en kunstenaars
1930 Magisch Realisme
tussen WO.I en WO.II
België:
Nederland:
Delvaux
Willink
(Hynckes)
Escher
(Westerik)
(diverse realismen)
tussen WO.I en WO.II
V.S.:
Hopper
(Shan, Sheeler)
(Mexico: Orozco, Rivera)
Nederland: Ch. Toorop
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
Tussen Wo.I en WO.II. Voortzetting van het figuratieve surrealisme,
maar de voorstelling is niet onbestaanbaar. De vervreemding komt
door een dreigende sfeer. Hoe deze wordt opgeroepen verschilt van
kunstenaar tot kunstenaar. Fotografisch precies geschilderd.
a Naakte vrouwen in droomwereld; bleke, koele kleuren.
a Na een beginperiode als kubist: zeer precies geschilderde,
dreigende situaties, onheilspellende luchten, verlaten landschappen,
vanaf 1930 met klassieke ruïnes.
a Vooral grafiek. Thema’s: spelen met lijnperspectief; vormen die
overgaan in andere vormen; vorm wordt restvorm en omgekeerd.
Soms met vervreemdende werking, soms hard, met sociaal commentaar. Vergelijk Nieuwe Zakelijkheid.
a Mensen, steden, interieurs, landschappen van het moderne
Amerika in eenzame sfeer. Sterke composities.
a Muurschilderingen, sociaal commentaar.
a Zie Nieuwe Zakelijkheid.
1939-45: Tweede Wereldoorlog
Beeldhouwkunst
Expressie
stijlen en kunstenaars
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
(Expressionisme)
Frankrijk:
(Utrillo) a Stadsgezichten Parijs. Typische Mont Parnasse voorstellingen.
(Modigliani) a Portretten, naakten, spitse gezichten, langeneuzen.
Dufy a Zeer loss, schetsmatige werkwijze. Vorm is met omtreklijnen
geschilderd, kleur is los daarvan, als kleurvlek geschilderd.
Soutine a Expressionist, vertekening, smeuïge kwasstreek.
Abstr. Expressionisme
1944-1960
V.S.
Pollock
De Kooning
(Still, Kline, Matta,
Gorky, Motherwell)
(Duitsland:
Hofmann
Wols, Hartung)
Tachisme vanaf 1940
(Frankrijk:
De Stael
Bissière, Bazaine,
Foutrier, Soulage,Matieu,
Da Silva, Manessier)
(Ned:
Bram van Velde
Frankrijk:
Dubuffet
Cobra
1948-1951
Nederland:
Appel
Corneille
Constant
Lucebert
(Denemarken:
Jorn)
(België:
Aleschinsky)
Materieschilders
1950-60
Spanje:
Tapies
Italië:
Burri
Nederland: Wagemaker
Voorloper: Tobey r Zen, handschrift.
/schilderen zelf.
Actionpainting Eigenlijke onderwerp is de actie van het a Drippaintings, overall compositie, automatisme.
a Vrouwfiguren, Actionpainting, automatisme.
Constructie
stijlen en kunstenaars
(Engeland: Nicholson)
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
a Geometrisch abstract.
stijlen en kunstenaars
feiten, kenmerken en belangrijkste werk
Lipchitz a Gaat, na kubistische periode, over op organische vormen:
barokke, beweeglijke beelden, traditionele thema’s. Hij kreeg pas na
WO.II wereldfaam.
V.S. Calder a Mobiles vanaf jaren 30 (vrijhangende draadplastieken,
bewogen door de wind. Nieuw: echte beweging in de kunst! Hij
maakte ook ‘Stabiles’ (onbeweegbare beelden), (haast) abstract.
Engeland: Henry Moore a Invloeden van Michelangelo, precolumbiaanse kunst, Brancusi
1898-1986 (materiaal zelf bepaalt het karakter van het beeld). Thema’s: liggende vrouwen, moeder en kind, beelden als zwerfkeien. Hij kreeg
pas na WO.II wereldfaam.
Barbara Hepworth a Het werk van deze kunstenares lijkt sterk op dat van Henry
Moore.
(Frankrijk:
Herbin, Geometrisch abstract.
geabstraheerd, exZie surrealisme en magisch realisme.
(surrealistische en
Sonya Delaunay) a Inspireerde haar dessin ontwerpen op de schilderkunst van haar pressionistisch 50-60
magisch-realistische
Italië:
Marini
man Robert Delaunay.
tendensen) na WO.II
Giacometti
Spanje:
Dali
(Frankrijk:
Richier)
Vlekmatig, abstract, persoonlijk handschrift: gevoelens, natuur,
Belg: Magritte, Delvaux
Engeland:
Moore
sfeer.
Nederland: Koch, Willink,
(Chadwick)
Escher, Westerik
(Nederland:
Couzijn)
Melle a Erotische taferelen in zeer volle composities en zoetige kleuren.
(Italië:
Manzu)
Engeland:
Bacon a Op ongegrondeerd linnen doemen uit expressionistische verfveOorlogsmonumenten in
gen verwrongen mensen op in kale vertrekken en kooiconstructies.
1950
Nederland: Andriessen
Zeer grote doeken met kleur in egale ‘velden’; ACRYLVERF!
a (Art Brut) r geesteszieken/naïeven, materie/zw-wit vormen. Colourfield Painting
Popart
1955-70 (Voorloper Davis uit de V.S.).
Raedecker
Reactie op academische kunst en naoorlogse gezapige burgerlijk- 1950-1965
Engeland:
Kitaj
1 V.S.:
Louis a Kleursluiers op ‘stained canvas’.
Zadkine
heid, persoonlijk expressionisme (felle kleur, kwasstreek), vitaal,
Hamilton a Gebruik foto’s.
Rothko a Meestal drie wattige rechthoeken boven elkaar: Zen-kunst.
Wolkers
experimenteel, action painting, semi abstract r kindertekening.
Jones
2 Hardedge
Glad, onpersoonlijk, geometrisch, groot, geen voorkeurscompositie. geom., abstract 50-60
a Theoreticus, ook dichter, New Babylon, homo ludens.
Hockney a Zwembaden.
V.S.:
Albers a (Oud-Bauhaus docent) Ode aan het vierkant.
V.S:
D.Smith, Di Suvero
a Dichter/schilder.
V.S.:
Jasper Johns a Amerikaanse vlaggen.
Newman a Kleurbanen; Who’s afraid of Red, Yellow and Blue.
Engeland:
(Caro
Rauschenberg a Uiterlijk r Abstract Expressionisme.
Frank Stella a Patroonvorm op schilderij bepaalt schilderijvorm: ‘shaped
Snelson)
Warhol a Vergroting, herhaling krantenfoto’s, reclame, film, multiples.
(Noland, Kelly) canvas’.
Nederland:
Visser
Materie (zand, textiel, ijzer) opgenomen in de verf, kan uitgroeien
Lichtenstein a Blow-up stripverhaal.
Nederland:
Koetsier
V.S.:
Calder
tot zeer structuurrijke reliëfs.
Dine Kenmerken Popart: Alledaag, banaal beeldmateriaal (krant/re
Popart
1955-65
Wesselmann clame), westerse wegwerpmaatschappij, vrolijk, humor, echte
V.S.:
Kienholz
Rosenquist dingen in schilderijen, gebruik foto, herhaling, happening,
Rauschenberg
Duitsland:
(Lindner) environment, multiples (onpersoonlijke), vervreemding (blow-up
Oldenburg
Ned: T.Schipper, Lucassen detail/verandering eigenschappen).
Warhol
België:
Raveel
1960
Wetmatige, systema- Vergelijk Minimal Art (driedimensionaal).
Segal
Verwant aan Popart, eerder geneigd tot kritiek op de consumptiemaatschappij; banale, alledaagse werkelijkheid, gebruik industriële producten; tegen subjectieve emoties.
Nouveau Réalisme
tische kunst v.a. 1960
(Marisol)
1960-70 Italië: Fontana a Geperforeerde doeken.
1 Op Art vanaf 1964 Optische kunst: vormstructuren (systematisch en geometrisch)
Engeland:
Paolozzi
Manzoni a Eindeloze lijn, Poep vd kunstenaar, verkoop lucht, ‘Voetstuk van de Aarde’.
Vasarely lijken het platte vlak te laten golven en bewegen.
Jones
Klein a Happening, ultramarijnkleurige monochromen, sponsreliëfs.
(Soto, Agam)
V.S.:
Louis Nevelson
Tingueli a Kinetische kunst: vrolijke machines (zwart) van junk materiaal.
Nouveau Réalisme
a Optische effecten kunstwerk als toeschouwer beweegt.
Christo a Inpakkunst.
2 Nederland:
Minimal Art jaren 60-70
Spoerri a Eatart.
Ad Dekkers a Monochrome reliëfs (zaagsneden) en wetmatige verschuivingen.
Goeritz
(César), Arman a Opstapelingen/aasemblages van steeds dezelfde voorwerpen.
Peter Struycken a Computerkunst vanaf 1968.
T. Smith
Andre: ‘pleinen’
(Zero
Duitsland) Opnieuw bij nul beginnen met kunst; synthese kunst, techniek, natuur; licht en onstabiele nemen belangrijke plaats in.
Lewitt
Judd
(Nul
Nederland: Verwant aan Zero, maar nuchterder; geen subjectieve emoties.
Serra
Schoonhoven) a Reliëfs van witte vakjes: geeft onstabiel materiaal licht weer.
1970 Hyperrealisme 1970-80 Enorm grote, fotografisch precieze blow-ups van (details van) foto’s.
Hyperrealisme
Eddy, Close, Estes
v.a. 1970 Duane Hanson
(Fundamentele schilderkunst) 1970-80 Onderzoek naar verfgedrag op allerlei materialen, aangebracht op allerlei manieren. Ryman gebruikt daarvoor witte verf.
Conceptual Art v.a.’66 Idee is voldoende, uitvoering is bijkomstig of overbodig; toch vaak vastgelegd met video/foto/documenten; performances als magische rituelen en environments; vergankelijke grondstoffen; speels gebruik van techniek (neon); niet visueel, humoristisch en/of sterk persoonlijk en daardoor onbegrijpelijk, theoretisch, mystiek.
- Landart
Gebruik van: aarde als ‘materiaal’, natuurlijke processen, immateriële kunstwerken; vaak vastgelegd met video/foto/documenten.
- Body art | performance Menselijk lichaam (van de kunstenaar) als ‘materiaal’ gebruikt. | Creatieve, fysieke handeling van kunstenaar bij/met publiek (in galerie/museum).
- Videokunst (installatie) Installatie waarbij video gebruikt wordt.
(Feministische kunst) vanaf 1975 Door een vrouw gemaakte kunst, onderwerp: geëngageerd aan de vrouwenbeweging (stijl naamgeving betreft de inhoud, dus vormgeving kan echt van alles zijn).
Brutale vorm van figuratief, grof expressionisme; citeren.
Nieuwe Wilden
Nieuwe Wilden
1980
Onderwerp: zeer persoonlijk, reageren op de nationale geschiedenis.
Jonge Italianen
Eerst op straat, met spuitbussen, later in de galerieën en musea.
Graffiti
Jonge Italianen
1990
Expressief (vervorming/ruwe textuur), half abstract.
a Mensen op paarden.
a IJle draadskelet-mensen, al of niet op pleinen: eenzame mens.
a Afgebrokkelde mens- en dierfiguren.
a Zie vóór WO.II. Maar pas na WO.II bekend geworden.
a Monument op de Dam, Amsterdam.
a De Dokwerker, Amsterdam.
a De Verwoeste Stad, Rotterdam.
a Verzetsmonument (gebroken spiegel), Amsterdam.
a loopt door in Minimal Art na 1965.
a Stukken staal aan elkaar, in één kleur, spelen met evenwicht.
a Techniek: constructies van roestvrijstalen buizen en draad.
a Geabstraheerd dieren > Kubussen > assemblages.
a Mobiles (echte beweging in de kunst!) en stabiles.
Vervaging kunstwerk-realiteit, blow-up, environment, aasamblage.
a Environments (‘Beanerybar’, ‘State Hospital’, ‘Portable War Memorial’).
a Blow-up, vervreemding door verandering eigenschap.
a Campbell soupblikken.
a Afgegoten mensen in wit gips met echte spullen > environments.
Zie kolom links.
Wil zo minimaal mogelijk kunst zijn: geen sokkel, geometrisch
abstract, industrieel materiaal, onpersoonlijk, zwart/wit/grijs, geen
verwijzing naar onderwerp, sterke relatie met omgving.
a Herhaling van eenvoudige doosvormen.
a Platen van cortenstaal: ruimte-bepalend, evenwicht, gevaar.
a Superrealistische mensen, echte kleding > vervreemding/humor
Brutale vorm van figuratief, grof expressionisme; citeren.
Onderwerp: zeer persoonlijk, reageren op de nationale geschiedenis.